UIT DE PERS.
De kleinzoons van
Graaf Rofenbach.
STADSNIEUWS.
Uit de Rijnstreek.
DERDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 7 DECEMBER 1928
EEN VOORPOST VAN HET
BOLSJEWISME.
Het Genootschap Nederland—Nieuw-
Rusland.
Onder dezen tekst schrijft Het Huis
gezin:
Er is een Genootschap Nederland
Nieuw Rusland opgericht, en dit Genoot
schap geeft een orgaan uit, dat door let
terkundigen en kunstenaars wordt geredi
geerd.
Het is geen politiek orgaan, maar be
doelt alleen de cultuur van nieuw Rus
land onder de aandacht van de Nederlan
ders te brengen.
Want van den eenen kant heeft, naar
de heer Berlage getuigt, de Westersche
beschaving geen cultuur, en van den an
deren kant is, naar het oordeel van den
heer W. J. Steenhoff, de cultuur van het
nieuwe Rusland een wonderbaar verschijn
sel.
Wij aanvaarden de in het propaganda
nummer van het orgaan herhaalde verze
kering, dat de vereeniging zich van alle
politieke of sociale inmenging zal onthou
den.
Maar zóó los staat men niet van politiek
economische vraagstukken, of men geeft
te verstaan, dat het feit, „dat Rusland het
sociale vraagstuk ('t welk de wereld al
sinds lang in beroering of omwentelende
beweging bracht) radicaler wil oplossen,
dan het velen naar hun persoonlijken zin
is", velen zoo hevig schijnt te irriteeren,
dat zij de geestelijke baten uit de massa
actie niet meer kunnen of willen zien.
Met andere woorden: men heeft politie
ke of andere bedenkingen tegen het bols
jewisme en sluit daarom moedwillig het
oog voor de voortbrengselen en beteekenis
der nieuwe Russische cultuur.
Zóó is de kwestie toch niet zuiver ge
steld.
De heeren van het Genootschap Neder
landNieuw Rusland mogen nog zoo in
extase zijn voor de geestelijke werkzaam
heid van het nieuwe Rusland, voor de aan
wezigheid van het onontbeerlijke instinc
tieve element als de primaire stuwkracht
tot de daad", zij mogen, ook, vooral, als
intellectueelen, kunstenaars en letterkun
digen, niet voorbijzien, dat aan Rusland
één ding ontbreekt, dat voor alles een cul
tuur-factor is: de vrijheid.
De vrijheid ten aanzien van het staat
kundige, de vrijheid niet minder ten aan
zien van den godsdienst.
Het nieuwe Rusland aanvaardt en duldt
niets dan het bolsjewisme, „staatsgods
dienst" en staatkundige leefregel tegelijk.
Natuurlijk is niet uitgesloten, dat ook
onder dit regiem kunstenaars en letter
kundigen kunnen bestaan en produceeren,
even goed als onder het dwangbewind der
tsaren, maar zulk een bewind kan geen
volks-kunst scheppen, geen cultuur voort
brengen, die het Westen als winst heeft te
begroeten.
Bovendien: Nederlanders, die de vrij
heid liefhebben en haar als het ware heb
ben ingezogen, kunnen geen vrede hebben
met een land, dat elke meeningsuiting, met
de officieele in strijd, onderdrukt.
Nobeler voorbeeld van waar Nederlan
derschap gaf indertijd professor Van der
Vlugt, die in een tijd dat het tsarisme op
permachtig was, voor de vrijheid en onaf-
kelijkheid van Finland in de bres sprong.
Bedenkelijk lijkt het ten slotte, dat on
der de leden van het nieuwe Genootschap
bekende communisten en socialisten van
de uiterste linkerzijde voorkomen, die niet
zullen nalaten het Genootschap den poli-
tieken stempel op te drukken, waarvan de
meer „beschouwende" intellectueelen niet
willen weten.
Alles te zamen is de nieuwe beweging
er een, die in ons land weinig weerklank
zal vinden en moeilijk aan de verdenking
zal ontkomen, onder cultureel mom een
voorpost van het bolsjewisme in ons land
te zijn.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
24) I
Toch was zijn nieuwsgierigheid gaande
gemaakt en juist wilde hij probeeren de
deur, waar achter hij telkens die stem
hoorde, te openen, toen Marianne uit een
kamer links in de gang te voorschijn
kwam, op hem toetrad en vroeg, of hij
haar vader misschien wenschte te spre
ken.
„Neen, Marianne", antwoordde Hein-
rich. „Ik heb een boodschap aan u en
wel van graaf Albert".
„Komt u van Albert?" vroeg Marianne
opgewekt. „O, kom dan alstublieft even
binnen. Vader is niet thuis'.
Heinrichl voldeed aan dit vriendelijk
verzoek.
„Ga, alstublieft even zitten. Welke
boodschap hebt u voor mij?"
„De jongen graaf laat vragen, waarom
u a-1 in een paar dagen niet bij hem ge
weest zijt".
In plaats van te antwoorden drukte het
meisje haar zakdoek tegen haar oogen en
barstte in tranen uit.
„Is er iets treurigs gebeurd?" vroeg
Heinrich op medelijdende toon.
Het meisje knikte bevestigd.
GEMEENTE-BEGROOTING.
De schriftelijke behandeling.
HL
Algemeene beschouwingen.
De meening van een lid, dat de veran
dering welke de Hooigracht door
aanleg van gazons om de boomen heeft
ondergaan, in dit opzicht geene verbete
ring zou beteekenen, wordt door B. en W.
niet gedeeld.. Voor het St. Elisabeth-Ge-
sticht bestaat gelegenheid om dokters
auto's e.d. ook buiten den rijweg op te
stellen. Zij achten het in elk geval gera
den den toestand ter plaatse eerst nog
eenigen tijd aan te zien; mocht inzake
het aantal der aldaar doorgaans wachten
de auto's de ervaring worden opgedaan,
dat verbetering van den plaatselijken
toestand inderdaad noodig of gewenscht
is, dan zal daartoe worden overgegaan,
wat mogelijk is door eenige inkorting
van het gazon voor het gesticht, of dooi;
het opruimen van een aldaar nog aanwe
zige stoep, of wel door beide maatregelen
De kosten, aan de verandering van de
Hooigracht, konden uit de voor den loo
penden onderhoudsdienst toegestane gel
den worden bestreden. Er was derhalve
geen aanleiding een voorstel ter zake bij
den Raad aanhangig te maken.
De kwestie van het eventueel verplaat
sen van de groentenveilingen
maakt een punt van onderzoek bij het
College uit.
In verband met een tweetal bij B. en
W. ingekomen adressen, het eene aandrin
gende op verplaatsing van de boden-
wagens, het andere op behoud van de
tegenwoordige standplaats, zal deze aan
gelegenheid andermaal onder oogen wor
den gezien.
Met het oog op den aanleg van de cen
trale rioleering is overkluizing, hetzij van
de Ui terstegracht, hetzij van de
MiddelstegTacht, noodzakelijk. In
dat geval zal één van de beide bruggen
in den Nieuwen Rijn (Kwakelbrug öf St.
'Annabrug) vervallen, terwijl da andere
in aanmerking komt voor verbreeding.
Ook van de wenschelijkkeid, om de
Utrechtschebrug te verbreeden,
eventueel gepaard gaande met vcrbrcc-
ding van de Plantage, zijn wij overtuigd.
Zoodra binnenkort bij de behandeling
van het nieuwe uitbreidingsplan de begin
selen zullen zijn vastgelegd, waarnaar het
verkeersvraagstuk in en om de stad tot
oplossing moet worden gebracht, zullen
wij er krachtdadig naar streven om, bin
nen de financieele draagkracht van de
gemeente, met bekwamen spoed te gera
ken tot verwezenlijking van de in dat op
zicht als meest dringend gevoelde be
hoeften.
Aanbesteding van den onderbouw der
nieuwe Groote Havenbrug kan
thans binnen zeer korten tijd worden te
gemoet gezien. De voorbereiding van dit
groote en ingewikkelde werk heeft veel
zorg en tijd vereischt. Bovendien heeft de
wisseling in de leidende functies bij Ge
meentewerken, gepaard gaande met eene
vrij langdurige ontstentenis van den ad
junct-Directeur en het eerst sedert enkele
dagen aanwezig zijn van den nieuwen In
genieur, alsook de omstandigheid, dat in
het bijzonder in den laatsten tijd verschil
lende andere belangrijke vraagstukken en
werken bij genoemden dienst in studie of
in voorbereiding zijn, er toe geleid, dat
met de uitvoering van vorenbedoelde
brugvernieuwing niet eerdér kon worden
aangevangen.
Ook B. en W. achten het gewenscht de
-f- 25 boomen in de Sieboldtstraat
wejke door hun stand midden op de
straat voor het verkeer hinderlijk zijn, en
bovendien op een riool zijn geplant, waar
door zij niet goed kunnen gedijen uit
die straat te doen verdwijnen in verband
waarmede die boomen dan ook op de aan
den Raad eerstdaags in te dienen lijst
van ter rooiing en verkoop voorgedragen
boomen zullen worden geplaatst.
B. en W. hebben aan den Minister van
Arbeid Handel en Nijverheid medewer
king verzocht voor de toekenning uit
's Rijks kas van voorschotten voor
„Een ongeluk in de familie?"
„Een ongeluk in de familie niet, maar
metmij".
„Met u? Wat is dat dan?"
„Ik mag het niet vertellen en Albert
mag het oog niet weten, voordat...."
,Moet ik dan zonder antwoord van u
naar hem terugkeeren?"
„Neendat wil ik ook nietZeg
hem, dat ik op bevel van de oude gra
vin hier vandaan moet. Ik moet naar de
residentie naar een tante van me....
morgen alen ik mag van Albert geen
afscheid nemen. Maar toch zal ik het
doenMorgen ochtend vroeg. U mag
niet verraden ,dat ik u dit alles verteld
heb. Zal u niet?"
„Het zal Albert erg spijten, dat u hem
niet meer zult kunnen bezoeken. Morgen
vertrekt u al? Misschien weet hij wel een
middel te vinden om het te verhinderen".
„Zou u dat denken?"
„Hij zal er zicli zeer zeker tegen ver
zetten. Wie weet nog meel van deze
zaak?"
„Willem, de koetsier. Hij moet me mor
gen met mijn koffer naar 't station bren
gen".
„Dan wil ik eens probeeren, of ik Wil
lem aan 't praten kan krijgen. Als die er
mij wat van vertelt, dan weet ik het toch
en dan blijft u buiten schot. Graaf Albert
kan dan zijn maatregelen*nemen".
„O, als u dat zoudt willen doen, wat
zou ik dat heerlijk vinden! Ik zal er u al
tijd dankbaar voor blijven!"
Bij deze woorden fleurde het meisje ge
heel op.
„De graaf zal niet toelaten, dat men u
hier vandaan stuurt".
den bouw van 120 arbeiderswonin
gen. Een gunstige beschikking werd ech
ter op onze aanvrage, hoewel die reeds op
20 Maart 1928 werd verzonden, nog niet
ontvangen. De huurprijs van deze wonin
gen zal, komt de bouw tot stand, onge
veer bedragen 4.50 a 5.50 per week.
Hierbij is in het oog te houden, dat op
deze woningen geen exploitatieverlies
mag worden geleden.
Van eenige bouwvereenigingen zijn in
derdaad verzoeken ingekomen, om haar in
staat te stellen arbeiderswoningen te bou
wen. Op die verzoeken kan echter eerst
een beslissing worden genomen, nadat be
kend is, of en zoo ja, voor hoeveel wonin
gen rijksvoorschot kan worden verkregen.
De betrokken vereenigingen zijn hiermede
in kennis gesteld.
Het aantal bewoonde onbewoon
baar verklaarde woningen be
droeg op 9 November 1928: 11.
Nadat de Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid ons, naar aanleiding van
een daartoe gedaan verzoek, had mede
gedeeld, dat uitzicht bestond op het ver
krijgen van rijksvoorschot en bijdrage
voor den bouw en de exploitatie van een
honderd-tal woningen, speciaal ter ontrui
ming van z.g. krotten hebben B. en W.
op 16 Augustus j.l. den Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht opgedragen ons
te rapporteeren, welke woningen thans
allereerst voor onbewoonbaarverklaring
in aanmerking komen. Zoodra het ge
vraagde rapport in ons bezit is, zullen zij
het in handen van de Gezondheidscom
missie stellen om advies.
Ook voor het tot stand komen van den
bouw van woningen voor groote
gezinnen, al dan niet als onderdeel
van vorengenoemde plannen, zal ons Col
lege, ingevolge onze toezegging, de noo-
dige maatregelen treffen.
Zeer binnenkort is van B. en W. te ver
wachten het voorstel huurverlaging van de
daarvoor in aanmerking komende vereeni-
gingswoningen, welke verlaging mogelijk is
geworden door de conversie van de 6 pet.
rijkswoningbouw voorschotten. Uiteraard
zullen B. en W. bij de uitwerking van de
huurverlaging er rekening mede houden,
dat de relatief hoogste huren het eerst en
meest verminderd moeten worden.
Een der leden drukte er zijn leedwezen
over uit, dat het instituut „Werklöozen-
steun" nog steeds bestaat. De st^un werkt
z.i. verslappend op de werklieden; wer
ken werkt daarentegen prikkelend. Hij
beveelt aan werkobjecten te zoeken.
Andere leden waren daartegen en
maakten andere opmerkingen. B. en W.
antwoorden hierop
Ook ons College zou gaarne de Steun
verleening willen liquideeren, het
acht evenwel den tijd daartoe nog niet
aangebroken. Wanneer echter de econo
mische toestand zich blijft verbeteren, zal
ernstig overwogen worden, of in 1929 ge
durende de zomermaanden de steun stop
gezet kan worden.
Onze aandacht blijft steeds gevestigd
op objecten voor ^productieve werkver
schaffing.
Is werkverschaffing in de gemeente
Leiden moeilijk in praktijk te brengen,
door het houden van omvormingscursus
sen wordt getracht de werkloosheid zoo
veel mogelijk te verminderen. Op het
oogenblik zijn plannen in voorbereiding
tot het houden van een cursus tot omvor
ming van rieter tot stucadoor, met wel
ken cursus een 15-tal rieters gebaat zul
len zijn.
Ingevolge de toezegging, bij de behan
deling van de herziening van de verorde
ning betreffende den Gemeentelijken
Dienst voor Sociale Zaken gedaan, is de
steunregeling, in het bijzonder voor ge
zinnen van werkloozen met meerdere
jeugdige kinderen, verbeterd. Het uit
betalen van de wachtdagen door de steun-
verleening is toen tevens vervallen. De
wachtdagen aldus B. en W. toch behoo-
ren bij de werkloosheidsverzekering thuis
en niet bij den steun. Bij de vaststelling
van de reglementen der werkloozenkassen
is bepaald, dat leden, die eenigen tijd ge
werkt hebben, alvorens uitkeering van de
kas te bekomen, een wachttijd moeten
doormaken.
Naar aanleiding van de verschillende
vragen betreffende de heffing van
schoolgeld voor het lager onderwijs,
deelen B. en W. mede, dat de hoogste hef-
„Dat geloof ik ook wel, maar hij is geen
baas. De oude gravin
Op dit oogenblik ging de deur open en
een oud krom vrouwtje, leunend op eén
stok, strompelde de kamer binnen.
„Grootmoeder!" riep Marianne ver
schrikt uit „hoe komt u hier?"
„Hi, hi, hi! Ik ben lekker door 't raam
geklommen en nou ben ik hier!
't Was dezelfde stem, die Heinrich ach
ter de deur vernomen had.
„Ze spreekt weer", zei Marianne tot
Heinrich. „Dat heeft ze in geen jaren
gedaan, 't Was altijd maar: „Is u daar
Constance?"
„Ja, ja!" riep het oude kindsche
vrouwtje,, hier is Constance!" Ze kwam
een paar schreden dichter bij Heinrich,
richtte zich een weinig op, keek hem
strak aan en vervolgde: „Ja, ja! U is Con
stance. Dezelfde bruine oogen, die ik zoo
graag zag, ver weg in Amerikain...
hoe heet die plaats ook weer?ach in
Amerika.... En nou ben je weer hier....
En ik heb maar gedroomd, dat je weg
wasen dat ik zooveel geld gekregen
heb, dat ik begraven heb, tien voet van
het mausoleum.... Dan moest ik mijn
mond houden.... en niets vertellen...."
„Grootmoeder, je maakt mijnheer aan
't schrikken. Kom, ga mee, dan breng ik
je weer in je kamer."
Ze nam grootmoeder bij de hand en
troonde haar met zich mee. En opnieuw
hoorde Heinrich de eentonige woorden:
„Is u daar Constance? Is u daar Con
stance"
„Ziezoo, dat 'b alweer achter den rug",
sprak Marianne tot Heinrich. „Grootmoe
der heb ik op bed gebrachtMaar wat
fing per kind over 1927 bleef beneden den
gemiddelden kostprijs per leerling. Im
mers bedroegen de kosten van het ge
woon lager onderwijs per kind over 1927
gemiddeld 140.11 en het maximum
schoolgeld 140.die voor het uitgebreid
lager onderwijs 280.97 en het maximum
schoolgeld 175. en die voor het buiten
gewoon lager onderwijs 257,62 en het
maximum schoolgeld 140.
De voor rekening van de gemeente ge
bleven kosten per leerling bedroegen in
1927:
voor het gewoon L.O. gemiddeld 67,58,
voor het uitgebreid L.O. gemiddeld
149.83, voor het buitengewoon L.O. ge
middeld 90,23.
De voor rekening van het Rijk geble
ven kosten per leerling bedroegen over
hetzelfde jaar:
voor het gewoon L.O. gemiddeld 72,53,
voor het uitgebreid L.O. gemiddeld
131,14, voor het buitengewoon L.O. ge
middeld 167,39.
B. en W. vestigen er de aandacht op,
dat bij de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal een wetsontwerp aanhangig is tot
wijziging van de bepalingen van de La-
ger-Onderwijswet 1920 betreffende het
schoolgeld. Wordt het ontwerp tot wet
verheven, dan zal het schoolgeld opnieuw
moeten worden geregeld.
Naar de meening van B. en W. is de
combinatie van klassen van te
recenten datum om thans reeds een be
hoorlijk gefundeerd oordeel uit te spreken
over de resultaten van het onderwijs in
de gecombineerde klassen.
Reeds eenigen tijd is door B. en W.
overwogen, op welke wijze kan worden ge
komen tot vermindering van de vergoe
ding uit de gemeentekas wegens salariee-
ring van vakonderwijzers bij de
bijzondere lagere scholen. Al
kunnen wij thans nog niet met zekerheid
een vermindering van die vergoeding in
uitzicht stellen, zoo vertrouwen B. en W.
toch, dat het met de schoolbesturen be
reids gepleegde overleg daartoe zal lei
den.
B. en W. kunnen de wenschelijkheid
niet inzien om als algemeenen regel in te
voeren het inwinnen van advies van de
onderwijzers-organisaties over
ingrijpende veranderingen in het onder
wijs. Afgescheiden nog van de vraag,
welke verandering wel, cn welke niet als
„ingrijpend" zouden moeten worden be
schouwd, zijn B. en W. van meening, dat
zij zelf in elk geval behooren te beoordee-
len, of al dan niet adviezen van bepaalde
lichamen of personen zullen worden inge-
KOUDEKERK.
In memoriam. Gistermorgen is in den
van 67 jaar overleden de heer M. J. Oppe-
laar, pannenfabrikant alhier. In hem ver
liest de gemeente een man, die op velerlei
gebied zich wijdde aan de belangen van
Koudekerk. In Februari 1923 nam de heer
Oppelaar zitting in den raad dezer ge
meente en toonde in de betrekkelijk weini
ge jaren van zijn raadslidmaatschap de be
langen van de gemeente een warm hart toe
te dragen.
Gaarne nam de overledene aan alles een
werkzaam aandeel. Ook als lid van do
Brugcommissie toonde hij steeds groot be
lang te stellen in het welzijn der gemeente.
Ofschoon de heer Oppelaar destijds zijn
stem niet kon geven aan het Raadsbesluit
tot aankoop der brug, omdat hij daarbij
voor de gemeente niet de belangen zoo kon
zien, gelijk de meerderheid in den Raad die
zag, toonde hij zich toch bereid, als lid der
Brugcommissie, nadat eenmaal de beslis
sing tot aankoop der brug was gevallen,
aan deze zaak zijn volle medewerking te
willen verleenen. Ook op ander maatschap
pelijk terrein diende de overledene gaarne
het algemeen welzijn.
Verscheidene jaren had de heer Oppelaar
o.a. zitting in het Bestuur van de Nuts-
spaarbank alhier.
Ook als zeer oude industrieel der Koude-
kerksche firma, de firma C. M. Oppelaar,
heeft de overledene niet weinig medege
werkt aan de handhaving der alom beken
de goede naam der fabriek.
is u bleek! Heeft grootmoeder u zoo doen
schrikken?"
„Een beetje wel.... Zeg eens, Marianne
wie was die Constance, van wie uw groot
moeder sprak?"
„Dat was een vriendin van graaf An-
selm. Anderen zeggen, dat hij met haar
getrouwd was. Op t' slot mag er nooit over
gesproken worden. Grootmoeder was ka
menier bij die gravin Constance en kwam
met haar mee naar Europa".
„Is grootmoeder al lang zoo vreemd?"
„Ik heb ze nooit anders gekend. Maar
men hoeft niet bang voor haar te wezen.
Ze doet nooit iemand kwaadVerwon
derlijk, dat ze kon spreken, toen ze u
goed aankeek. Anders hoor je nooit an
ders dan: Is u daar Constance!"
Heinrich vond het beter het meisje niet
lastig te vallen met verdere vragen, en
beloofde haar graaf Albert de groeten
over te brengen en met hem over haar ver
trek te zullen spreken."
„Alstublieft, mijnheer Schmidt .Nu krijg
ik weer hoop, omdat ik zeker weet, dat
graaf Albert me niet zal laten gaan. Nog
maals bedankt."
Heinrich was nog van streek over het
geen hij uit den mond van die half krank
zinnige oudo vrouw vernomen had. Hoe
meer hij er over nadacht, hoe meer hij tot
de overtuiging kwam, dat het niet louter
phantasie was, wat ze had gezegd en dat
er een kern van waarheid in moest schui
len. Ze was met zijn grootmoeder uit Ame
rika hierheen gekomen en zou dus ook
kunnen getuigen, dat zij wettig met graaf
Anselm gehuwd was geweest. Als ze de
plaats maar wist, waar het huwelijk ge
sloten was, dan zou hij de zaak wel verder
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Zaterdag 8 December,
Huizen, 3 4 0,9 M. Na 6 uur 1 852 M.
Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen.
12.301.30 Concert door het K.R.O.-
Trio.
3.00.400 Kinderuurtje.
5.306.50 Gramofoonmuziek.
6.306.50 Spr.: L. G. H. Simons: Het
werk der coöp. Roermondsche Eiermijn.
6.507.00 Kathol, berichten.
7.007.30 Engelsche les.
7.308.00 Kniples.
8.008.20 Spr.: M. A. Lyppens: De kerst
zegels van Zwitserland van 19121927.
8.20 Concert in Ammerzoden. Fanfai'e
„St. Caecilia", Dir. P. J. G. Baselaar.
Mannenkoor „Oefening en Ontspanning",
Dir. J. v. Berkcl. 3e Orde Dameskoor „St.
Rosa", Dir. J. Kattebel. Mej. A. de Wit:
sopraan. J. v. Hemert: saxophone soprano.
A. v. Duimen: saxophone tenor. H. Moors:
saxophone alt. Duo de heeren v. Berkel
de Raad: piston. Sprs.: Fr. Is. Trienekens
O.F.M., Pastoor en Burgemeester A. Her-
ckenrath, welke resp. zullen spreken over:
Kerkelijk verleden van Ammerzoden en
openingswoord.
Hilversum, 1071 M.
10.0010.15 Morgenwijding.
12.302.00 Concert door het Boris Lens-
ky Trio.
2.004.00 Aansl. van het Theater
Tuschinsky te Amsterdam. Orkest o. 1. v.
Max Talc. P. Palla: orgel.
4.004.30 Italiaansch, beginners.
4.305.00 Italiaansche les, gevorderden.
5.00—5.30 Fransche les, beginners.
5.306.00 Fransche les, conversatie.
6.006.45 Gramofoonmuziek.
6.457.15 Duitsch, beginners.
7.157.45 Duitsch, gevorderden.
8.05 V.A.R.A.-uitzending.
Daventry, 1562 M.
10.35 Kerkdienst.
I.202.20 Orkestconcert.
3.30 Voetbalwedstrijd tusschen Arsenal
en Manchester United.
4.25 Concert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Muziek.
6.35 Nieuwsber.
7.00 Muziek.
7.05 Pianomuziek van Schubert.
7.20 Oraroepscauserie.
7.35 Muziek.
7.45 Sportpraatje.
8.05 Vaudeville. Dansorkest cn variëtl
artisten.
9.20 Nieuwsber.
9.35 Causerie.
9.50 Nieuwsber.
9.55 Muziek van Kunneke.
10.5512.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 17 5 0 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Dansmuziek.
8.3511.20 Gevariëerd concert. Drama's
zang en dansmuziek.
Langenberg, 4 6 9 M.
8.259.20 Katholieke Morgenwijding.
II.2012.20 Orgelconcert.
12.251.50 Orkestconcert.
5.055.50 Orkestconcert.
7.20 Vroolijke avond. Orkest en solisten
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Königswusterhausen (Zees en)
1250 en 1680 M.
11.204.20 Lezingen.
4.205.20 Orkestconcert.
5.207.20 Lezingen.
7.20 Concert door het Adolf Becker-or
kest.
8.20 Liederen en aria's. S. Onegin: alt.
F. Dorfmüller a. d. vleugel.
8.50 Prof. Wolfsthal: viool. Prof. Kreul
zer: piano.
9.50 Dansmuziek en dansles tot 11.50.
Hamburg, 395 M.
3.50 Suirituals. Zang met orkestbegel.
4.50 Gevarieerd concert.
6.20 Op de Mamburger Kerstmarkt.
7.20 Jessol-concert.
9.5011.20 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.20 Orkestconcert.
6.50 Mme. Deby: zang.
8.3511.20 Galaconcert.
uitzoeken. En dan, dat geld?.... Wat zei
ze daar ook weer van?O ja.... Maar
nu wordt me de zaak duidelijker.Men
hoeft haar den mond gestopt met geld. Ze
heeft berouw gekregen, het geld begraven
en door gewetenswroeging gekweld, heeft
ze het verstand verloren. Hij nam zich
voor den anderen morgen heel in de
vroegte op de aangeduide plaats te gaan
graven. Als hij het kistje mocht vinden,
zouden er misschien ook wel nadere aan
wijzingen in verborgen zijn, die hem van
nut konden wezen.
Hij bracht den brief voor tante Koch op
de bus aan het station, maakte met den
chef de zaak aangaande brieven en pak
ketten aan zijn adres in orde en nam dan
den terugweg aan naar het slot.
Bij den ingang van het dorp haalde hij
een man in, dien hij, in weerwil van de in
gevallen schemering, toch nog herkende.
Het was de oude glazenmaker Grauer,
dien hij in de grafkapel had ontmoet.
Ook Grauer scheen Heinrich te herken
nen.
„Kijk ik goed? Is u niet de jonge man,
dien ik onlangs 't genoegen had te leeren
kennen? Mijnheer Schmidt, geloof ik!"
„U kijkt goed, baas Grauer, „ik ben
Heinrich Schmidt in levende lijve. Wij z)a-
gen elkaar voor het eerst in het mauso
leum. Uw zoon was bezig met een paar
ruiten in te zetten. En hoe gaat het u?"
„Dank u. Uitstekend. En u?"
„Heel goed".
„Ik feliciteer u met uw benoeming tot
secretaris van den jongen graaf. Het deed
me pleizier dat te mogen hooren."
(Wordt vervolgd).