UIT DE PERS. De kleinzoons van Graaf Rofenbach. STADSNIEUWS. Uit de Rijnstreek. DERDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 7 DECEMBER 1928 EEN VOORPOST VAN HET BOLSJEWISME. Het Genootschap Nederland—Nieuw- Rusland. Onder dezen tekst schrijft Het Huis gezin: Er is een Genootschap Nederland Nieuw Rusland opgericht, en dit Genoot schap geeft een orgaan uit, dat door let terkundigen en kunstenaars wordt geredi geerd. Het is geen politiek orgaan, maar be doelt alleen de cultuur van nieuw Rus land onder de aandacht van de Nederlan ders te brengen. Want van den eenen kant heeft, naar de heer Berlage getuigt, de Westersche beschaving geen cultuur, en van den an deren kant is, naar het oordeel van den heer W. J. Steenhoff, de cultuur van het nieuwe Rusland een wonderbaar verschijn sel. Wij aanvaarden de in het propaganda nummer van het orgaan herhaalde verze kering, dat de vereeniging zich van alle politieke of sociale inmenging zal onthou den. Maar zóó los staat men niet van politiek economische vraagstukken, of men geeft te verstaan, dat het feit, „dat Rusland het sociale vraagstuk ('t welk de wereld al sinds lang in beroering of omwentelende beweging bracht) radicaler wil oplossen, dan het velen naar hun persoonlijken zin is", velen zoo hevig schijnt te irriteeren, dat zij de geestelijke baten uit de massa actie niet meer kunnen of willen zien. Met andere woorden: men heeft politie ke of andere bedenkingen tegen het bols jewisme en sluit daarom moedwillig het oog voor de voortbrengselen en beteekenis der nieuwe Russische cultuur. Zóó is de kwestie toch niet zuiver ge steld. De heeren van het Genootschap Neder landNieuw Rusland mogen nog zoo in extase zijn voor de geestelijke werkzaam heid van het nieuwe Rusland, voor de aan wezigheid van het onontbeerlijke instinc tieve element als de primaire stuwkracht tot de daad", zij mogen, ook, vooral, als intellectueelen, kunstenaars en letterkun digen, niet voorbijzien, dat aan Rusland één ding ontbreekt, dat voor alles een cul tuur-factor is: de vrijheid. De vrijheid ten aanzien van het staat kundige, de vrijheid niet minder ten aan zien van den godsdienst. Het nieuwe Rusland aanvaardt en duldt niets dan het bolsjewisme, „staatsgods dienst" en staatkundige leefregel tegelijk. Natuurlijk is niet uitgesloten, dat ook onder dit regiem kunstenaars en letter kundigen kunnen bestaan en produceeren, even goed als onder het dwangbewind der tsaren, maar zulk een bewind kan geen volks-kunst scheppen, geen cultuur voort brengen, die het Westen als winst heeft te begroeten. Bovendien: Nederlanders, die de vrij heid liefhebben en haar als het ware heb ben ingezogen, kunnen geen vrede hebben met een land, dat elke meeningsuiting, met de officieele in strijd, onderdrukt. Nobeler voorbeeld van waar Nederlan derschap gaf indertijd professor Van der Vlugt, die in een tijd dat het tsarisme op permachtig was, voor de vrijheid en onaf- kelijkheid van Finland in de bres sprong. Bedenkelijk lijkt het ten slotte, dat on der de leden van het nieuwe Genootschap bekende communisten en socialisten van de uiterste linkerzijde voorkomen, die niet zullen nalaten het Genootschap den poli- tieken stempel op te drukken, waarvan de meer „beschouwende" intellectueelen niet willen weten. Alles te zamen is de nieuwe beweging er een, die in ons land weinig weerklank zal vinden en moeilijk aan de verdenking zal ontkomen, onder cultureel mom een voorpost van het bolsjewisme in ons land te zijn. FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k s. 24) I Toch was zijn nieuwsgierigheid gaande gemaakt en juist wilde hij probeeren de deur, waar achter hij telkens die stem hoorde, te openen, toen Marianne uit een kamer links in de gang te voorschijn kwam, op hem toetrad en vroeg, of hij haar vader misschien wenschte te spre ken. „Neen, Marianne", antwoordde Hein- rich. „Ik heb een boodschap aan u en wel van graaf Albert". „Komt u van Albert?" vroeg Marianne opgewekt. „O, kom dan alstublieft even binnen. Vader is niet thuis'. Heinrichl voldeed aan dit vriendelijk verzoek. „Ga, alstublieft even zitten. Welke boodschap hebt u voor mij?" „De jongen graaf laat vragen, waarom u a-1 in een paar dagen niet bij hem ge weest zijt". In plaats van te antwoorden drukte het meisje haar zakdoek tegen haar oogen en barstte in tranen uit. „Is er iets treurigs gebeurd?" vroeg Heinrich op medelijdende toon. Het meisje knikte bevestigd. GEMEENTE-BEGROOTING. De schriftelijke behandeling. HL Algemeene beschouwingen. De meening van een lid, dat de veran dering welke de Hooigracht door aanleg van gazons om de boomen heeft ondergaan, in dit opzicht geene verbete ring zou beteekenen, wordt door B. en W. niet gedeeld.. Voor het St. Elisabeth-Ge- sticht bestaat gelegenheid om dokters auto's e.d. ook buiten den rijweg op te stellen. Zij achten het in elk geval gera den den toestand ter plaatse eerst nog eenigen tijd aan te zien; mocht inzake het aantal der aldaar doorgaans wachten de auto's de ervaring worden opgedaan, dat verbetering van den plaatselijken toestand inderdaad noodig of gewenscht is, dan zal daartoe worden overgegaan, wat mogelijk is door eenige inkorting van het gazon voor het gesticht, of dooi; het opruimen van een aldaar nog aanwe zige stoep, of wel door beide maatregelen De kosten, aan de verandering van de Hooigracht, konden uit de voor den loo penden onderhoudsdienst toegestane gel den worden bestreden. Er was derhalve geen aanleiding een voorstel ter zake bij den Raad aanhangig te maken. De kwestie van het eventueel verplaat sen van de groentenveilingen maakt een punt van onderzoek bij het College uit. In verband met een tweetal bij B. en W. ingekomen adressen, het eene aandrin gende op verplaatsing van de boden- wagens, het andere op behoud van de tegenwoordige standplaats, zal deze aan gelegenheid andermaal onder oogen wor den gezien. Met het oog op den aanleg van de cen trale rioleering is overkluizing, hetzij van de Ui terstegracht, hetzij van de MiddelstegTacht, noodzakelijk. In dat geval zal één van de beide bruggen in den Nieuwen Rijn (Kwakelbrug öf St. 'Annabrug) vervallen, terwijl da andere in aanmerking komt voor verbreeding. Ook van de wenschelijkkeid, om de Utrechtschebrug te verbreeden, eventueel gepaard gaande met vcrbrcc- ding van de Plantage, zijn wij overtuigd. Zoodra binnenkort bij de behandeling van het nieuwe uitbreidingsplan de begin selen zullen zijn vastgelegd, waarnaar het verkeersvraagstuk in en om de stad tot oplossing moet worden gebracht, zullen wij er krachtdadig naar streven om, bin nen de financieele draagkracht van de gemeente, met bekwamen spoed te gera ken tot verwezenlijking van de in dat op zicht als meest dringend gevoelde be hoeften. Aanbesteding van den onderbouw der nieuwe Groote Havenbrug kan thans binnen zeer korten tijd worden te gemoet gezien. De voorbereiding van dit groote en ingewikkelde werk heeft veel zorg en tijd vereischt. Bovendien heeft de wisseling in de leidende functies bij Ge meentewerken, gepaard gaande met eene vrij langdurige ontstentenis van den ad junct-Directeur en het eerst sedert enkele dagen aanwezig zijn van den nieuwen In genieur, alsook de omstandigheid, dat in het bijzonder in den laatsten tijd verschil lende andere belangrijke vraagstukken en werken bij genoemden dienst in studie of in voorbereiding zijn, er toe geleid, dat met de uitvoering van vorenbedoelde brugvernieuwing niet eerdér kon worden aangevangen. Ook B. en W. achten het gewenscht de -f- 25 boomen in de Sieboldtstraat wejke door hun stand midden op de straat voor het verkeer hinderlijk zijn, en bovendien op een riool zijn geplant, waar door zij niet goed kunnen gedijen uit die straat te doen verdwijnen in verband waarmede die boomen dan ook op de aan den Raad eerstdaags in te dienen lijst van ter rooiing en verkoop voorgedragen boomen zullen worden geplaatst. B. en W. hebben aan den Minister van Arbeid Handel en Nijverheid medewer king verzocht voor de toekenning uit 's Rijks kas van voorschotten voor „Een ongeluk in de familie?" „Een ongeluk in de familie niet, maar metmij". „Met u? Wat is dat dan?" „Ik mag het niet vertellen en Albert mag het oog niet weten, voordat...." ,Moet ik dan zonder antwoord van u naar hem terugkeeren?" „Neendat wil ik ook nietZeg hem, dat ik op bevel van de oude gra vin hier vandaan moet. Ik moet naar de residentie naar een tante van me.... morgen alen ik mag van Albert geen afscheid nemen. Maar toch zal ik het doenMorgen ochtend vroeg. U mag niet verraden ,dat ik u dit alles verteld heb. Zal u niet?" „Het zal Albert erg spijten, dat u hem niet meer zult kunnen bezoeken. Morgen vertrekt u al? Misschien weet hij wel een middel te vinden om het te verhinderen". „Zou u dat denken?" „Hij zal er zicli zeer zeker tegen ver zetten. Wie weet nog meel van deze zaak?" „Willem, de koetsier. Hij moet me mor gen met mijn koffer naar 't station bren gen". „Dan wil ik eens probeeren, of ik Wil lem aan 't praten kan krijgen. Als die er mij wat van vertelt, dan weet ik het toch en dan blijft u buiten schot. Graaf Albert kan dan zijn maatregelen*nemen". „O, als u dat zoudt willen doen, wat zou ik dat heerlijk vinden! Ik zal er u al tijd dankbaar voor blijven!" Bij deze woorden fleurde het meisje ge heel op. „De graaf zal niet toelaten, dat men u hier vandaan stuurt". den bouw van 120 arbeiderswonin gen. Een gunstige beschikking werd ech ter op onze aanvrage, hoewel die reeds op 20 Maart 1928 werd verzonden, nog niet ontvangen. De huurprijs van deze wonin gen zal, komt de bouw tot stand, onge veer bedragen 4.50 a 5.50 per week. Hierbij is in het oog te houden, dat op deze woningen geen exploitatieverlies mag worden geleden. Van eenige bouwvereenigingen zijn in derdaad verzoeken ingekomen, om haar in staat te stellen arbeiderswoningen te bou wen. Op die verzoeken kan echter eerst een beslissing worden genomen, nadat be kend is, of en zoo ja, voor hoeveel wonin gen rijksvoorschot kan worden verkregen. De betrokken vereenigingen zijn hiermede in kennis gesteld. Het aantal bewoonde onbewoon baar verklaarde woningen be droeg op 9 November 1928: 11. Nadat de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid ons, naar aanleiding van een daartoe gedaan verzoek, had mede gedeeld, dat uitzicht bestond op het ver krijgen van rijksvoorschot en bijdrage voor den bouw en de exploitatie van een honderd-tal woningen, speciaal ter ontrui ming van z.g. krotten hebben B. en W. op 16 Augustus j.l. den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht opgedragen ons te rapporteeren, welke woningen thans allereerst voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen. Zoodra het ge vraagde rapport in ons bezit is, zullen zij het in handen van de Gezondheidscom missie stellen om advies. Ook voor het tot stand komen van den bouw van woningen voor groote gezinnen, al dan niet als onderdeel van vorengenoemde plannen, zal ons Col lege, ingevolge onze toezegging, de noo- dige maatregelen treffen. Zeer binnenkort is van B. en W. te ver wachten het voorstel huurverlaging van de daarvoor in aanmerking komende vereeni- gingswoningen, welke verlaging mogelijk is geworden door de conversie van de 6 pet. rijkswoningbouw voorschotten. Uiteraard zullen B. en W. bij de uitwerking van de huurverlaging er rekening mede houden, dat de relatief hoogste huren het eerst en meest verminderd moeten worden. Een der leden drukte er zijn leedwezen over uit, dat het instituut „Werklöozen- steun" nog steeds bestaat. De st^un werkt z.i. verslappend op de werklieden; wer ken werkt daarentegen prikkelend. Hij beveelt aan werkobjecten te zoeken. Andere leden waren daartegen en maakten andere opmerkingen. B. en W. antwoorden hierop Ook ons College zou gaarne de Steun verleening willen liquideeren, het acht evenwel den tijd daartoe nog niet aangebroken. Wanneer echter de econo mische toestand zich blijft verbeteren, zal ernstig overwogen worden, of in 1929 ge durende de zomermaanden de steun stop gezet kan worden. Onze aandacht blijft steeds gevestigd op objecten voor ^productieve werkver schaffing. Is werkverschaffing in de gemeente Leiden moeilijk in praktijk te brengen, door het houden van omvormingscursus sen wordt getracht de werkloosheid zoo veel mogelijk te verminderen. Op het oogenblik zijn plannen in voorbereiding tot het houden van een cursus tot omvor ming van rieter tot stucadoor, met wel ken cursus een 15-tal rieters gebaat zul len zijn. Ingevolge de toezegging, bij de behan deling van de herziening van de verorde ning betreffende den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken gedaan, is de steunregeling, in het bijzonder voor ge zinnen van werkloozen met meerdere jeugdige kinderen, verbeterd. Het uit betalen van de wachtdagen door de steun- verleening is toen tevens vervallen. De wachtdagen aldus B. en W. toch behoo- ren bij de werkloosheidsverzekering thuis en niet bij den steun. Bij de vaststelling van de reglementen der werkloozenkassen is bepaald, dat leden, die eenigen tijd ge werkt hebben, alvorens uitkeering van de kas te bekomen, een wachttijd moeten doormaken. Naar aanleiding van de verschillende vragen betreffende de heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs, deelen B. en W. mede, dat de hoogste hef- „Dat geloof ik ook wel, maar hij is geen baas. De oude gravin Op dit oogenblik ging de deur open en een oud krom vrouwtje, leunend op eén stok, strompelde de kamer binnen. „Grootmoeder!" riep Marianne ver schrikt uit „hoe komt u hier?" „Hi, hi, hi! Ik ben lekker door 't raam geklommen en nou ben ik hier! 't Was dezelfde stem, die Heinrich ach ter de deur vernomen had. „Ze spreekt weer", zei Marianne tot Heinrich. „Dat heeft ze in geen jaren gedaan, 't Was altijd maar: „Is u daar Constance?" „Ja, ja!" riep het oude kindsche vrouwtje,, hier is Constance!" Ze kwam een paar schreden dichter bij Heinrich, richtte zich een weinig op, keek hem strak aan en vervolgde: „Ja, ja! U is Con stance. Dezelfde bruine oogen, die ik zoo graag zag, ver weg in Amerikain... hoe heet die plaats ook weer?ach in Amerika.... En nou ben je weer hier.... En ik heb maar gedroomd, dat je weg wasen dat ik zooveel geld gekregen heb, dat ik begraven heb, tien voet van het mausoleum.... Dan moest ik mijn mond houden.... en niets vertellen...." „Grootmoeder, je maakt mijnheer aan 't schrikken. Kom, ga mee, dan breng ik je weer in je kamer." Ze nam grootmoeder bij de hand en troonde haar met zich mee. En opnieuw hoorde Heinrich de eentonige woorden: „Is u daar Constance? Is u daar Con stance" „Ziezoo, dat 'b alweer achter den rug", sprak Marianne tot Heinrich. „Grootmoe der heb ik op bed gebrachtMaar wat fing per kind over 1927 bleef beneden den gemiddelden kostprijs per leerling. Im mers bedroegen de kosten van het ge woon lager onderwijs per kind over 1927 gemiddeld 140.11 en het maximum schoolgeld 140.die voor het uitgebreid lager onderwijs 280.97 en het maximum schoolgeld 175. en die voor het buiten gewoon lager onderwijs 257,62 en het maximum schoolgeld 140. De voor rekening van de gemeente ge bleven kosten per leerling bedroegen in 1927: voor het gewoon L.O. gemiddeld 67,58, voor het uitgebreid L.O. gemiddeld 149.83, voor het buitengewoon L.O. ge middeld 90,23. De voor rekening van het Rijk geble ven kosten per leerling bedroegen over hetzelfde jaar: voor het gewoon L.O. gemiddeld 72,53, voor het uitgebreid L.O. gemiddeld 131,14, voor het buitengewoon L.O. ge middeld 167,39. B. en W. vestigen er de aandacht op, dat bij de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal een wetsontwerp aanhangig is tot wijziging van de bepalingen van de La- ger-Onderwijswet 1920 betreffende het schoolgeld. Wordt het ontwerp tot wet verheven, dan zal het schoolgeld opnieuw moeten worden geregeld. Naar de meening van B. en W. is de combinatie van klassen van te recenten datum om thans reeds een be hoorlijk gefundeerd oordeel uit te spreken over de resultaten van het onderwijs in de gecombineerde klassen. Reeds eenigen tijd is door B. en W. overwogen, op welke wijze kan worden ge komen tot vermindering van de vergoe ding uit de gemeentekas wegens salariee- ring van vakonderwijzers bij de bijzondere lagere scholen. Al kunnen wij thans nog niet met zekerheid een vermindering van die vergoeding in uitzicht stellen, zoo vertrouwen B. en W. toch, dat het met de schoolbesturen be reids gepleegde overleg daartoe zal lei den. B. en W. kunnen de wenschelijkheid niet inzien om als algemeenen regel in te voeren het inwinnen van advies van de onderwijzers-organisaties over ingrijpende veranderingen in het onder wijs. Afgescheiden nog van de vraag, welke verandering wel, cn welke niet als „ingrijpend" zouden moeten worden be schouwd, zijn B. en W. van meening, dat zij zelf in elk geval behooren te beoordee- len, of al dan niet adviezen van bepaalde lichamen of personen zullen worden inge- KOUDEKERK. In memoriam. Gistermorgen is in den van 67 jaar overleden de heer M. J. Oppe- laar, pannenfabrikant alhier. In hem ver liest de gemeente een man, die op velerlei gebied zich wijdde aan de belangen van Koudekerk. In Februari 1923 nam de heer Oppelaar zitting in den raad dezer ge meente en toonde in de betrekkelijk weini ge jaren van zijn raadslidmaatschap de be langen van de gemeente een warm hart toe te dragen. Gaarne nam de overledene aan alles een werkzaam aandeel. Ook als lid van do Brugcommissie toonde hij steeds groot be lang te stellen in het welzijn der gemeente. Ofschoon de heer Oppelaar destijds zijn stem niet kon geven aan het Raadsbesluit tot aankoop der brug, omdat hij daarbij voor de gemeente niet de belangen zoo kon zien, gelijk de meerderheid in den Raad die zag, toonde hij zich toch bereid, als lid der Brugcommissie, nadat eenmaal de beslis sing tot aankoop der brug was gevallen, aan deze zaak zijn volle medewerking te willen verleenen. Ook op ander maatschap pelijk terrein diende de overledene gaarne het algemeen welzijn. Verscheidene jaren had de heer Oppelaar o.a. zitting in het Bestuur van de Nuts- spaarbank alhier. Ook als zeer oude industrieel der Koude- kerksche firma, de firma C. M. Oppelaar, heeft de overledene niet weinig medege werkt aan de handhaving der alom beken de goede naam der fabriek. is u bleek! Heeft grootmoeder u zoo doen schrikken?" „Een beetje wel.... Zeg eens, Marianne wie was die Constance, van wie uw groot moeder sprak?" „Dat was een vriendin van graaf An- selm. Anderen zeggen, dat hij met haar getrouwd was. Op t' slot mag er nooit over gesproken worden. Grootmoeder was ka menier bij die gravin Constance en kwam met haar mee naar Europa". „Is grootmoeder al lang zoo vreemd?" „Ik heb ze nooit anders gekend. Maar men hoeft niet bang voor haar te wezen. Ze doet nooit iemand kwaadVerwon derlijk, dat ze kon spreken, toen ze u goed aankeek. Anders hoor je nooit an ders dan: Is u daar Constance!" Heinrich vond het beter het meisje niet lastig te vallen met verdere vragen, en beloofde haar graaf Albert de groeten over te brengen en met hem over haar ver trek te zullen spreken." „Alstublieft, mijnheer Schmidt .Nu krijg ik weer hoop, omdat ik zeker weet, dat graaf Albert me niet zal laten gaan. Nog maals bedankt." Heinrich was nog van streek over het geen hij uit den mond van die half krank zinnige oudo vrouw vernomen had. Hoe meer hij er over nadacht, hoe meer hij tot de overtuiging kwam, dat het niet louter phantasie was, wat ze had gezegd en dat er een kern van waarheid in moest schui len. Ze was met zijn grootmoeder uit Ame rika hierheen gekomen en zou dus ook kunnen getuigen, dat zij wettig met graaf Anselm gehuwd was geweest. Als ze de plaats maar wist, waar het huwelijk ge sloten was, dan zou hij de zaak wel verder UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Zaterdag 8 December, Huizen, 3 4 0,9 M. Na 6 uur 1 852 M. Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen. 12.301.30 Concert door het K.R.O.- Trio. 3.00.400 Kinderuurtje. 5.306.50 Gramofoonmuziek. 6.306.50 Spr.: L. G. H. Simons: Het werk der coöp. Roermondsche Eiermijn. 6.507.00 Kathol, berichten. 7.007.30 Engelsche les. 7.308.00 Kniples. 8.008.20 Spr.: M. A. Lyppens: De kerst zegels van Zwitserland van 19121927. 8.20 Concert in Ammerzoden. Fanfai'e „St. Caecilia", Dir. P. J. G. Baselaar. Mannenkoor „Oefening en Ontspanning", Dir. J. v. Berkcl. 3e Orde Dameskoor „St. Rosa", Dir. J. Kattebel. Mej. A. de Wit: sopraan. J. v. Hemert: saxophone soprano. A. v. Duimen: saxophone tenor. H. Moors: saxophone alt. Duo de heeren v. Berkel de Raad: piston. Sprs.: Fr. Is. Trienekens O.F.M., Pastoor en Burgemeester A. Her- ckenrath, welke resp. zullen spreken over: Kerkelijk verleden van Ammerzoden en openingswoord. Hilversum, 1071 M. 10.0010.15 Morgenwijding. 12.302.00 Concert door het Boris Lens- ky Trio. 2.004.00 Aansl. van het Theater Tuschinsky te Amsterdam. Orkest o. 1. v. Max Talc. P. Palla: orgel. 4.004.30 Italiaansch, beginners. 4.305.00 Italiaansche les, gevorderden. 5.00—5.30 Fransche les, beginners. 5.306.00 Fransche les, conversatie. 6.006.45 Gramofoonmuziek. 6.457.15 Duitsch, beginners. 7.157.45 Duitsch, gevorderden. 8.05 V.A.R.A.-uitzending. Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. I.202.20 Orkestconcert. 3.30 Voetbalwedstrijd tusschen Arsenal en Manchester United. 4.25 Concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsber. 7.00 Muziek. 7.05 Pianomuziek van Schubert. 7.20 Oraroepscauserie. 7.35 Muziek. 7.45 Sportpraatje. 8.05 Vaudeville. Dansorkest cn variëtl artisten. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Causerie. 9.50 Nieuwsber. 9.55 Muziek van Kunneke. 10.5512.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 17 5 0 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Dansmuziek. 8.3511.20 Gevariëerd concert. Drama's zang en dansmuziek. Langenberg, 4 6 9 M. 8.259.20 Katholieke Morgenwijding. II.2012.20 Orgelconcert. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Orkestconcert. 7.20 Vroolijke avond. Orkest en solisten Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Königswusterhausen (Zees en) 1250 en 1680 M. 11.204.20 Lezingen. 4.205.20 Orkestconcert. 5.207.20 Lezingen. 7.20 Concert door het Adolf Becker-or kest. 8.20 Liederen en aria's. S. Onegin: alt. F. Dorfmüller a. d. vleugel. 8.50 Prof. Wolfsthal: viool. Prof. Kreul zer: piano. 9.50 Dansmuziek en dansles tot 11.50. Hamburg, 395 M. 3.50 Suirituals. Zang met orkestbegel. 4.50 Gevarieerd concert. 6.20 Op de Mamburger Kerstmarkt. 7.20 Jessol-concert. 9.5011.20 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Mme. Deby: zang. 8.3511.20 Galaconcert. uitzoeken. En dan, dat geld?.... Wat zei ze daar ook weer van?O ja.... Maar nu wordt me de zaak duidelijker.Men hoeft haar den mond gestopt met geld. Ze heeft berouw gekregen, het geld begraven en door gewetenswroeging gekweld, heeft ze het verstand verloren. Hij nam zich voor den anderen morgen heel in de vroegte op de aangeduide plaats te gaan graven. Als hij het kistje mocht vinden, zouden er misschien ook wel nadere aan wijzingen in verborgen zijn, die hem van nut konden wezen. Hij bracht den brief voor tante Koch op de bus aan het station, maakte met den chef de zaak aangaande brieven en pak ketten aan zijn adres in orde en nam dan den terugweg aan naar het slot. Bij den ingang van het dorp haalde hij een man in, dien hij, in weerwil van de in gevallen schemering, toch nog herkende. Het was de oude glazenmaker Grauer, dien hij in de grafkapel had ontmoet. Ook Grauer scheen Heinrich te herken nen. „Kijk ik goed? Is u niet de jonge man, dien ik onlangs 't genoegen had te leeren kennen? Mijnheer Schmidt, geloof ik!" „U kijkt goed, baas Grauer, „ik ben Heinrich Schmidt in levende lijve. Wij z)a- gen elkaar voor het eerst in het mauso leum. Uw zoon was bezig met een paar ruiten in te zetten. En hoe gaat het u?" „Dank u. Uitstekend. En u?" „Heel goed". „Ik feliciteer u met uw benoeming tot secretaris van den jongen graaf. Het deed me pleizier dat te mogen hooren." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7