STADSNIEUWS. Gem. Berichten. De kleinzoons van Graaf Rotenbach. TWEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" DONDERDAG 6 DECEMBER 1928 GEMEENTE-BEGROOTING. De schriftelijke behandeling. ÏL Algemeene beschouwingen. De opmerking van een der leden, dat Je dienst bij Gemeentewerken langzaam functionneert, kan, aldus B. en W. in hare algemeenheid niet worden beaamd. De aanleg van nieuwe straten in de omgeving van Wasstraat en Cobet- straat wordt uitgevoerd door een aanne mer, ingevolge eene op 26t Juni 1928 ge houden openbare aanbesteding, terwijl eerst op 4 Juli d.a.v. de kosten van straat- aanleg door den betrokken grondeigenaar bij den Gemeenteontvanger zijn gedepo neerd. Bij de uitvoering van de bestra- tingswerken is eenige vertraging onder vonden, doordat de aannemer de benoodig- de hardsteenen trottoirbanden niet tijdig op het werk heeft kunnen aanvoeren ten gevolge van eene staking in de Belgische steengroeven. Uiteraard treft hier den dienst van Gemeentewerken geen schuld of verwijt. Intusschen zijn de trottoirban den thans aanwezig en kan de opleveiiag van het betreffende werk eerstdaags wor den tegemoet gezien. Teneinde de samenwerking tus- schen de verschillende g e m e e n t e 1 ij- ke diensten, Rijksdiensten en parti culiere ondernemingen, welke min of meer geregeld op of in openbare wegen in de gemeente werkzaamheden doen uitvoeren, te bevorderen, hebben B. en W. reeds eeni- gen tijd geleden besloten, periodiek, n.l. éénmaal in de 14 dagen, onder leiding van een der leden van hun College, ten Stad- huize bijeenkomsten te doen houden, waar in wederzijds zou worden medegedeeld hetgeen in den eerstvolgenden tijd aan werken op en in den openbaren weg in deze gemeente zal worden uitgevoerd, en over de beste'wijze van uitvoering in ver band met andere belangen van gedachten zou worden gewisseld en zoo mogelijk be paalde afspraken zouden worJen gemaakt. Aan die bijeenkomsten zou van de zijde van de gemeente worden deelgenomen door den dienst van Gemeentewerken, den Reinigingsdienst en de Lichtfabrieken, terwijl tot deelneming zijn uitgenoodigi de Rijkstelegraaf- en telefoondienst, de beide tramwegmaatschappijen en de I-eidsche Duinwater-Maatschappij. B. en W. ver trouwen op deze wijze tot meerdere s imen- werking dan tot dusverre te geraken. Hoezeer echter zooveel mogelijk naar een doeltreffend overleg wordt gestreofd, zoo is het toch wegens niet te voorziene omstandigheden, welke zich elk oogeablik kunnen voordoen, niet geheel en al te voor komen, dat de bestratingen vaker moeten worden opgebroken, dan wenschelijk is. Dit is een algemeen euvel, dat ook overal elders wordt ondervonden. Onder voorzitterschap van den Wethou der van Fabricage is in het voorjaar van 1928 een Commissie-van eenige hoofdamb tenaren dezer gemeente ingesteld, tenein de B. en W. te adviseeren, op welke wijze in de toekomst de vuilnis ujt Lei den het best zou kunnen worden verwij derd. Naar B. en W. vernamen verkeert het onderzoek in een vergevorderd stadium van voorbereiding, zoodat zij binnenkort het rapport van de Commissie hopen te ontvangen, teneinde daarna te overwegen, welke stappen verder in deze moeten wor den gedaan. B. en W. merken op, dat er geen sprake van is, dat de tarieven voor gas en electriciteit hoog worden gehouden, om de winst op te drijven. Gelijk uit den hieronder afgedrukten staat blijkt, zijn die tarieven in Leiden inderdaad niet hoog: Gewoon gas per M3. Leiden9 cent Gemiddeld in de 6 groote ge meenten (boven 100.000 inw.) 10.75 Gemiddeld in de middel-groo- te gemeenten (500.000100.000 inw.) 10,3 Gemiddeld in de Z.-H. gemeen ten boven 20.000 inw10,9 Electriciteit (licht) per K.W.U. Leiden 20 cent Gemiddeld in de 6 groote ge meenten (boven 100.000 inw.) 23,8 Gemiddeld in de middel-groo- te gemeenten (50.000100.000 inw.) 24,3 Gemiddeld in de Z.-H. gemeen ten boven 20.000 inw26,4 Intusschen ontmoet het, aldus Br en W., geen bezwaar aan enkele geopperde be denkingen tegemoet te komen door eene technische herziening van de tarieven. Deze aangelegenheid is bereids door do Directie in studie genomen. Een winkel etalage- en reclametaricf voor electriciteit bestaat reeds sedert 1 Mei 1927. Intusschen is de wenschelijkheid van een nieuw winkeltarief (niet uitslui tend etalage-tarief) gebleken, hetwelk thans eveneens in onderzoek is en waar omtrent binnen afzienbaren tijd nadere voorstellen zijn te verwachten. De Commissie in zake den T oonwin- lcel der Lichtfabrieken, ingevol ge de verleden jaar in de Memorie van Antwoord gedane toezegging ingesteld, heeft reeds verschillende bijeenkomsten gehouden. Naar B. en W. vernemen hoopt zij in den loop van de volgende maand haar verslag aan B. en W. uit te brengen. Nu nog slechts kort geleden door den gemeenteraad is besloten het Waschbureau naar een nieuw gebouw over te brengen, bestaat er, naar de mee ning van B. en W., vooralsnog geen aan leiding dit op te heffen. Afgewacht dient te worden, hoe het bedrijf zich thans zal ontwikkelen. Instelling van een aparte Commissie van Bijstand voor dit weinig gecompliceerd en zeer gemakkelijk te over zien bedrijf komt B. en W. geheel over bodig voor. Een lid vroeg of er bij de bevordering van ambtenaren bij de verschil lende diensten wel de vereischte uniformiteit betracht wordt. Geldt b.v. voor alle diensten een bepaalde tijd, waar na een hulpklerk bevorderd wordt tot klerk In het algemeen zou men gaarne zien, dat in bestaande vacatures zooveel moge lijk werd voorzien door bevordering van in dienst zijnd personeel. Een ander lid meent, dat er veel te veel rangen zijn onder de ambtenaren. Achten Burgemeester en Wethouders niet een re organisatie van de rangordening ge- wenscht, voor te bereiden door een Com missie, die deze zaak eens een beetje nuchter bekijkt? Een lid vraagt, of voor alle diensten eenzelfde gedragslijn wordt gevolgd ten aanzien van het veroorloven door Burge meester., en Wethouders van de vervulling van al dan niet bezoldigde betrekkingen. Ee'n ander lid vraagt waarom Burgemees ter en Wethouders aan een ambtenaar de vrijheid onthouden, een functie te vervul len, waartoe hij door den Minister is aan gewezen. B. en W. antwoorden hierop: Bevordering van ambtenaren geschiedt, behalve bij vacatures, ook, indien do wijze waarop de werkzaamheden worden ver richt, daartoe aanleiding geeft, alsmede wanneer het salaris voor het gepresteerde werk in het raam van de algemeene sa laris-verordening niet meer voldoende is te achten. Uiteraard gelden deze criteria eveneens voor de laagste rangen, doch, om den jongen ambtenaren meer perspectief tc geven, vindt ten aanzien van hen een meer soepele toepassing plaats. Een uni forme regel voor bevordering is intusschen niet op te stellen, daar. elk geval ten slotte op zichzelf moet worden beoordeeld. In bestaande vacatures wordt steeds zooveel mogelijk voorzien door bevordering van in dienst zijnd personeel. Na afloop van de voorbereiding van deze herziening, zal de Wethouder na gaan, of en zoo ja in hoeverre verandering moet worden gebracht in het aantal ran gen onder de ambenaren. Ten aanzien van het verleenen van ver gunning tot het vervullen van al dan niet bezoldigde betrekkingen wordt, gelijk van zelf spreekt, eenzelfde gedragslijn door ons gevolgd. Het is ons niet bekend, dat een ambtenaar ons College toestemming ge vraagd heeft tot 'het vervullen van een functie, waartoe hij door één der Minis ters zou zijn aangewezen, veel minder, dat wij die toestemming zouden hebben* ont houden. Verscheidene leden dringen aan op a a n- leg, verbetering van wegen, demping van grachten, enz. B. en W. beantwoorden deze leden; Na het architecten-bureau Granpré Mo lière, Verhagen en Kok herhaaldelijk tot voldoening aan zijn opdracht te hebben aangezet en op zijne verplichtingen in deze nadrukkelijk te hebben gewezen, hopen wij, aldus B. en W., thans eindelijk in staat tc zijn den Raad eerstdaags uitvoerig in to lichten omtrent den stand van zaken be treffende de herziening van het uitbrei dingsplan. Verschillende onder deze ru briek gestelde vragen of gemaakte opmer kingen kunnen daarbij ter sprake komen en nauwgezet onder oogen wordep gezien en met meer vrucht, dan bij de behandeling van de begrooting. Dit vooropstellende, meenen B. en W. met de navolgende beantwoording te kun nen volstaan. Verbetering van den toestand aan den overweg bij den Rijnsburgerweg heeft, zooals bekend is, de volle aandacht van B. en W. Aangezien echter bij dit vraagstuk niet slechts de belangen van Leiden, doch ook die van anderen betrok ken zijn, worden met die andere lichamen onderhandelingen gevoerd, teneinde te trachten tot een zoo goed mogelijke en toch financieel bereikbare oplossing te ge raken. Dat vooral in eene nauw gebouwde stad als Leiden het steeds toenemende landver- keer op den duur er toe kan noodzaken om, ter verkrijging van meerdere verkeers ruimte, daarvoor in aanmerking komende bestaande wateren en grachten te dempen, geven B. en W. gaarne toe. Zoodanige -dempingen mogen echter niet vrij wil lekéurig ten uitvoer gebracht, maar zullen op een ter dege weloverwogen plan moe ten berusten, waarbij rekening zal zijn te houden met allerlei factoren, zeker in de allereerste plaats met stadsschoon. Om- trert de plannen dienaangaande stellen B. en W. voor den Raad binnenkort nader in te lichten bij de behandeling van het ont werp voor een nieuw uitbreidingsplan der gemeente. Vernieuwing van de brug over den N i e u w e n 11 ij n tegenover het verbree- de Gangetje, en doortrekking v a n d en v e r keer s vr e g via Harte- steeg naar de Hooigracht en verder in Noordelijke richting heelt de aandacht van B. en W. Deze kwestie houdt uiter aard verband met het vraagstuk inzake de verkeerswegen door en om de stad in zijn geheel, hetwelk eveneens bij de bewerking van het nieuwe uitbreidingsplan onder de oogen is gezien. Een plan tot verbreeding van den Haarlemmerweg over het gedeelte tusschen Warraonderbrug en Groenoord is in het vorig jaar ernstig overwogen, doeli B. en W. hebben vooralsnog niet kunnen besluiten, een v.oorstel tot verwezenlijking ervan bij den Raad in te dienen, vooreerst, omdat zij het inderdaad wenschelijk heb ben geoordeeld deze aangelegenheid nog nader te bezien in verband met de in stu die zijnde veemarktplannen en ook omdat van enkele bij deze wegverbreeding be trokken -eigenaren van aangrenzende per- ceelen geen voldoende medewerking is ondervonden. Het liffth; in de 'bedoeling bm met het a s p h a 11 e r e n vaji straten en wegen geleidelijk voort te gaan. Het aanleggen van t r o 11 o i rs in daar voor in aanmerking komende straten kan met het oog op de kosten slechts geleide lijk geschieden. Zoo zijn voor het jaar 1929 daarvoor in aanmerking gebracht een ge deelte van de Hoogewoerd, aan weerszij den tusschen de Rijnstraat en de Plan tage, en voorts de Apothekersdijk, alwaar het aanleggen van een trottoir hetwelk gepaard gaat met het opruimen van stoe pen eene noodige verbetering wordt ge acht, voornamelijk met het oog op de druk te, welke daar heerscht ten tijde, dat groentenveilingen worden gehouden. Of aan uitgifte in erfpacht, dan wel aan verkoop van gron den de voorkeur moet worden gegeven, zou ons College in elk afzonderlijk geval wenschen na te gaan. Een vaste gedrags lijn daarin te volgen, verdient voor een stad als Leiden, naar de meening van B. en W., vooralsnog geen aanbeveling. Zooals B. en W. ook reeds in de Memorie van Antwoord betreffende de ont.werp-be- grooting voor het jaar 1927 betoogden, is in de Ingekomen Stukken Nrs. 183 en 315 van 1923 uiteengezet het verband, dat be staat tusschen den aanleg van de Centrale Rioleering en de dem ping van het Levendaal. Wanneer de aanleg van de Centrale Rioleering zich t.z.t. tot de Levcndaalwijk zal hebben uit gestrekt en blijkens aan den Raad on langs kenbaar gemaakt voornen om dien aanleg in „versneld tempo" te n uitvoe ren kan zulks reeds over ele jaren worden verwacht zal aan de demping van het Levendaal uit een oogpunt van geduchte grootere vervuiling van het Ra penburg geenerlei bezwaar meer in den weg staan, want het behoeft uiteraard geen nader betoog, dat aansluiting van de Levendaalwijk op de centrale rioleering ongetwijfeld in belangrijke mate vermin dering van de vervuiling van het Leven daal, en dus ook van het Rapenburg, ten gevolge zal hebben. U\t een oogpunt van verkeer zal, gelijk door den Raad op 26 September 1927 en op 5 December d.a.v. werd besloten, de demping van het Levendaal aan de orde komen bij de herziening van het uitbrei dingsplan. De tonrondte op het gedeelte van den Witten Singel tusschen Diaconessen- huis en Witte Rozenstraat is van dien aard, dat verbetering ervan, naar de mee ning van B. en W., noodig is. Ten aanzien van het door het betrok ken lid bedoeld gedeelte van den Mare- singel voorbij (Oostwaarts van) den spoorwegovergang van de Gasfabriek, be staat bij B. en W. een plan tot wijziging van den weg, hetwelk B. en W. binnenkort aanhangig zullen maken, en waardoor te vens eene verbetering in het wegprofiel ter plaatse verkregen zal worden. Profielvcrbetering van het Zuidelijk ge deelte van den Haarlemmertrek vaart zal, meenen B. en W., eerst aan de orde dienen te komen tegelijk met de verbreeding van dat gedee'te. Blijkens het medegedeelde in de vorige Memorie van Antwoord, werd een plan tot vernieuwing van de Langegracht- b r u g bereids in het vorig jaar door den Directeur van Gemeentewerken bij B. en W. ingediend; ook een ontwerp tot ver nieuwing van de Nicolaasbrug werd des tijds van dien Directeur ontvangen. Het nog niet uitbrengen van het desbe treffend praeadvies houdt nauw verband met de binnenkort aan de orde te stellen behandeling van het ontwerp van het nieuwe uitbreidingsplan, waarin het zij reeds thans medegedeeld o.a. demping van de Langegracht tot vorming van een toekomstigen hoofdverkeersweg, alsmede doortrekking van dien verkeersweg in Westelijke richting, zullen zijn opgenomen. NA DEN STORM. Het vergaan van de „Amplitudo" IJM 58. Omtrent het vergaan van den stoom- treiler „Amplitudo" IJM 58 vernemen wij nader, dat de naam van den jongsten stoker is Th. Klaverdijk, ongehuwd, IJmui- den. De „Amplitudo" IJM 58 behoorde aan de Visscherij-Mij. „Neerlandia II" to Koog-aan-de-Zaan. De treiier, die onge veer 230 bruto rqgisterton meet, was in 1919 te Paisley bij Glasgow voor Noorsche rekening gebouwd en begin 1925 door de isscherij-Mij. „Neerlandia II" overgeno men. De boot, die zooals wij reeds meldden 15 November ter visscheri/ vertrok, werd 27 November terugver wacht. Den 23sten November was zij het laatst gesignaleerd op de hoogte van Hornrif bij Jutland en had toen vier hon derd manden visch aan boord. De 36-jarige Pompert was 15 maanden op de „Amplitudo" de schipper. De Visscherij-Mij. „Neerlandia II" heeft nu nog de beschikking over den treiier „Azimuth" IJM. 195. De ramp van de „Salento". Naar we vernemen is door belangheb benden bij do ramp vanhetltaliaansche s.s. „Salento" aan Bureau Wijsmuller te Rotterdam opdracht gegeven een grondig onderzoek te doen instellen naar de posi tie van het wrak van genoemd stoomschip en indien nog lijken in het schip aanwezig zijn, pogingen aan te wenden deze te ber gen. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 7 December. Huizen, 340,9 M. Na 6 uur 1852 M. 12.30—1.30 Concert door het K.R.O.- Trio. 3.004.00 Vrouwenuurtje door mevr. KallerWigman K.R.O. 4.00—5.00 Gramofoonmuziek NCliV. 5.00—6.45 NCRV. Concert. 7.007.30 KRO. Paedagogie door dr. J. v. Dael. 8.10 Persber. 8.15 Pianoconcert door E. v. Beynurn. VPRO. Hilversum, 1071 M» 10.00—10.15 Morgenwijding. 12.302.00 Concert door het Boris Lens- ky-Trio. 2.303.30 Gramofoonmuziek. 4.00—4.30 Halfuurtje v. d. Ned. Ver. v. Huisvrouwen, door mej. Anesz. 5.30—6.00 Pianoconcert door Trio Roe per. 6.007.15 Concert door het Boris Lensky Trio. 7.157.45 Cursus voor schippers, door T. P. Keyzer. 8.05—8.50 Duitsche operette-fagmenten. Fritz Hirsch Operette-gezelschap. 2e acte v. d. operette „Die Walzertrauin" van Osc Strauss. 8.509.35 Lezing door Mr. M. Leven- bach: Huidige maatschappelijke verhou dingen in de V. S. 9.35 (Vervolg). Operetteconcert „Die Czardasfürstin", Kalman. 10.05 Persber. 10.15 Aansluiting van het feestgebouw van St. Servaasklooster te Maastricht. Met. omroep-orkest o. 1. v. Nico Treep. Hélène Cals, sopraan; Cris de Vos, te? nor; Paul Pul, bariton. Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 1.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatenconcert. 12.50 Orgelconcert. I.202.20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing. 3.40 Muziek. 3.45 Lezing. 4.00 Muziek. 4.05 Toonecl voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Nieuwe kinderboeken. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Landbouwber. 7.05 Pianomuziek van Schubert. 7.20 Muzik. critiek. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Variëté. Dans-orkest en solisten. 8.50 Orgelconcert. 9.20 Nieuwsber. 9.35 Debat tusschen Clive Bell en Mr. Mc. Carthy. - 9.50 Nieuwsber. 9.55 Licht orkestconcert. W. H. Squire, cello. Orkest. II.2012.20^ Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orekstcoiicerb. 8.50—11.20 Concert, Langenberg, 469 M. 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Orkestconcert. 7.50 Koor- en orkestconcert. Daarna tot 11.20 Orkestconcert. Königswusterhauson (Zees qki) 1250 e n 1680 M. 11.204.20 Lezingen. 4.205.20 Orkestconcert. 5.207.05 Lezingen. 7.20 Voorlezing uit „Wolfsbloed" van Jack London. 8.20 Lezing. 8.50 Mozart-liederen. Hamburg, 395 M. 3.35 Coloratuur-aria's door Mia Hüpor- Buff en orkest. 5.20 Orkestconcert. 6.15 „Tannhauser", rom. opera in 3 ac- ten van Wagner. 9.5011.20 Her-uitz .van buitenlandscho stations. FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Duitsch door P. G. H oc k s. (Nadruk verboden). 23) Zoolang ik bij u ben, kan ik over uw gezondheid waken en dat zal ik doen ook. Maar mocht men mij ontslaan nu komt de waarschuwing wees dan zoo wijs geen enkel goneesmiddol in te nemen, door wien u dat ook gegeven wordt". „Hoe moet ik dat begrijpenWat Be doelt u daarmee?" riep Albert bijna ang stig uit, getroffen door den ernst, waar mede zijn secretaris gesproken had. „Ook dan niet, als de dokter het me voor schrijft?" „Ook dan niet. En nu moet u met vra gen ophouden." „Wat een raadsel! Heeft men het dan op mijn leven gemunt? Ik bid je ik be zweer je zeg me toch, wat beteekent dat allemaal? Ik heb vijanden dat merk ik wie zijn het?" „U hebt me beloofd geen vragen te zullen stellen." „Ja, dat heb ik.... Maar is 't niet ver schrikkelijk, dat men mij naar het leven staat!Wat nut kan men van mijn dood hebben?Ik heb nooit iemand iets in den weg gelegd. Wie kan dat we zen? En u weet het, mijnheer Schmidt en u is pas een week of wat hier!Ha, daar valt me wat in! Ik begin te begrij pen!" Albert, met zijn verstand, dat veel groo- ter was, dan zijn leeftijd deed vermoeden, en tevens begiftigd met een sterk combi natievermogen, had eensklaps begrepen van welke zijde het gevaar dreigde. „Ja, ja. Nu herinner ik 't me. U kwaamt om tien uur met den trein aan en de dok ter en Roderik reden tegen dien tijd hier vandaan en kunnen dus omstreeks tien uur aan het station geweest zijn. U moet dus iets gehoord hebben. En nu vraag ik me nog eens af, voor wien mijn dood nut tig zou kunnen zijn. Dat is alleen het ge val voor mijn lieven neef, die tot over zijn ooren in schulden steekt en in de handen van woekeraars gevallen is, die hem het vuur na aan de schenen leggen. Hij heeft me reeds dikwijls geld ter leen gevraagd, maar nooit heb ik 't hem willen geven en hij weet, dat als ik uit den weg geruimd ben, hij later heel Rotenbach in bezit krijgt, die schurk! En dan heb je dien vreetzak van een dokter, die mij maar honger laat lijden, zoo'n akelige flikflooier, die zijn ziel en zaligheid zou verkoopen voor een lekker maal eten of een zak geld, die is ook in het complot en Roderik heeft den dokter overgehaald om mij te vergif tigen. Is 't waar of niet?" „Ik kan u daarop niet antwoorden". „Maar tegenspreken doet u 't ook niet en daarom houd ik 't er voor, dat ik fcét bij 't rechte eind heb. Lieve God, be scherm mij toch!" „Uw phantasie voert u te ver, hoog heid." „Phantasie! 'b Is geen phantasie meer, 't is de ruwe werkelijkheid! O, die ellendeling! Vandaag nog heeft hij bij Rosamunde er op aangedrongen, dat ze zich met hem verloven zou. Ze is van een anderen tak der Rotenbachs. Ze is een wees, maar schatrijk en als hij die verloo- ving er door kan krijgen, is hij gered. Dan heeft hij weer crediet, die doordraaier!" Albert greep krampachtig Heinrich's hand en riep: „O, als je 't kunt, red dan ook haar uit de klauwen van dien leelij- ken roofridder, want dat is hij. Het zou me eeuwig spijten voor Rosamunde! Ze is zoo goed. Ik ben gelijk met haar opge groeid en ik houd zooveel van haar. Even veel, alsof ze mijn zuster was!" „Wind u toch zoo niet op, mijnheer de graaf. Wees kalm. Het zou me bijna gaan spijten, dat ik u gewaarschuwd heb. Ik wil eerlijk bekennen, dat ik u vroeger on derschat heb. Toen ik voor eenige weken hier kwam, had ik me op mijn weg van 't station naar hier vast voorgenomen nooit uw rust te zullen verstoren, want ik had me u geheel anders voorgesteld, dan u werkelijk is. Ik had gedacht hier in dienst te komen bij een vertroetelden jongen, achtei'lijk naar lichaam en geest en ik vond hier een sympathieken jongen man, vrien delijk* en welwillend en in verstand en lo gisch denken ver zijn leeftijd vooruit en dan aangetrokken tot u, nam ik me voor, als 't me doenlijk bleek, uw beschermer te worden. Ik achtte me verplicht u te waarschuwen voor het gevaar, dat u dreigt en ik voeg er nog een waarschuwing bij: blijf kalm en rustig en doe, alsof u van niets weet." „Beste vriend, ik zal trachten uw waar schuwing op te volgen." „En nog eens dus: niets laten merken en vriendelijk zijn tegen den dokter. Be loof hem alles te doen, wat hij u voor schrijft. Wees evenwel op uw hoede voor graaf Roderik. Hij let op u en het miuite woord zou ons kunnen verraden. En nu nog iets. Als u voelt, dat u geneest en u zoudt kunnen bewegen, houd u dan altijd, alsof u lam is. Iedere vreemde beweging van u zou achterdocht wekken." „Dat spreekt vanzelf. Maar wat ik zeg gen wil is een geboren diplomaat". „Dat zou ik u niet graag nazeggen. Vindt u goed, dat ik nu even den brjef ga schrijven en hem dan op de bus breng?" „Uitstekend. En nogmaals mijn dank voor uw raad." Heinrich ging naar zijn kamer, schreef een brief aan tante Koch en eer de zon nog geheel ondergegaan was, verliet hij het slot om eerst zijn boodschap in de houtvesterij over te brengen. X. Onderweg dacht hij er over na, of het misschien niet eerlijker zou zijn aan Al- bert te zeggen, wie hij was en met welk doel hij op Rotenbach was gekomen. De jonge graaf zou daarvan was hij over tuigd zijn rechten dadelijk erkennen en hem waarschijnlijk ook helpen ze tegen anderen te verdedigen. Maar die erken ning en die verdediging zou toch haar grenzen hebben, want ze zou de schande brengen over zijn grootmoeder en over het geheele huis Rotenbach. Na rijp bereid achtte hij het beter dé rol te blijven spe len, die hij op zich genomen had. Die werd niet gemakkelijker na de genegenheid, die hij voor Albert had opgevat en na de ont moeting met gravin Rosamunde. Onder deze gedachten naderdo hij de houtvesterij. Hij zag Marianne op een bank voor de woning zitten. Ze scheen bedroefd te zijn en te schreien, want tel kens bracht ze haar zakdoek aan haar oogen en ging, toen ze Heinrich zag aan komen, vlug naar binnen. Een paar seconden later betrad hij her. huis. Hij zag niemand in de gang, wachtte eenige oogenbliken en hoestte dan eens om te laten hooren, dat er iemand was. Toen niemand verscheen, ging hij een paar passen verder de gang in, waar hij rechts aan een deur kwam. Hij klopte aan Onwillekeurig schrok hij, toen hij ach ter die deur iemand akelig hoorde lachen en dan op zeurigen toon hoorde vragen: „Is u daar Constance? „Neen", antwoordde Heinrich. „Ik heb je wel gehoord. Je bent daar wel', hoorde hij nu zeggen. En dan klonk 't weer droevig en zeurig: „Is u daar Con stance?Is u daar, Constance?" „Zou dat iemand zijn, die krankzinnig is?" dacht Hcirich. „En mijn grootmoedor heette Constance!Laat ik niet zoo dwaas zijn alles in verband te brengen met het geheim van mijn afkomst. Dat zou me op dwaalwegen kunnen voeren". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5