STADSNIEUWS.
Gem. Berichten.
De kleinzoons van
Graaf Rotenbach.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
DONDERDAG 6 DECEMBER 1928
GEMEENTE-BEGROOTING.
De schriftelijke behandeling.
ÏL
Algemeene beschouwingen.
De opmerking van een der leden, dat
Je dienst bij Gemeentewerken
langzaam functionneert, kan, aldus B.
en W. in hare algemeenheid niet worden
beaamd. De aanleg van nieuwe straten in
de omgeving van Wasstraat en Cobet-
straat wordt uitgevoerd door een aanne
mer, ingevolge eene op 26t Juni 1928 ge
houden openbare aanbesteding, terwijl
eerst op 4 Juli d.a.v. de kosten van straat-
aanleg door den betrokken grondeigenaar
bij den Gemeenteontvanger zijn gedepo
neerd. Bij de uitvoering van de bestra-
tingswerken is eenige vertraging onder
vonden, doordat de aannemer de benoodig-
de hardsteenen trottoirbanden niet tijdig
op het werk heeft kunnen aanvoeren ten
gevolge van eene staking in de Belgische
steengroeven. Uiteraard treft hier den
dienst van Gemeentewerken geen schuld
of verwijt. Intusschen zijn de trottoirban
den thans aanwezig en kan de opleveiiag
van het betreffende werk eerstdaags wor
den tegemoet gezien.
Teneinde de samenwerking tus-
schen de verschillende g e m e e n t e 1 ij-
ke diensten, Rijksdiensten en parti
culiere ondernemingen, welke min of meer
geregeld op of in openbare wegen in de
gemeente werkzaamheden doen uitvoeren,
te bevorderen, hebben B. en W. reeds eeni-
gen tijd geleden besloten, periodiek, n.l.
éénmaal in de 14 dagen, onder leiding van
een der leden van hun College, ten Stad-
huize bijeenkomsten te doen houden, waar
in wederzijds zou worden medegedeeld
hetgeen in den eerstvolgenden tijd aan
werken op en in den openbaren weg in
deze gemeente zal worden uitgevoerd, en
over de beste'wijze van uitvoering in ver
band met andere belangen van gedachten
zou worden gewisseld en zoo mogelijk be
paalde afspraken zouden worJen gemaakt.
Aan die bijeenkomsten zou van de zijde
van de gemeente worden deelgenomen
door den dienst van Gemeentewerken, den
Reinigingsdienst en de Lichtfabrieken,
terwijl tot deelneming zijn uitgenoodigi de
Rijkstelegraaf- en telefoondienst, de beide
tramwegmaatschappijen en de I-eidsche
Duinwater-Maatschappij. B. en W. ver
trouwen op deze wijze tot meerdere s imen-
werking dan tot dusverre te geraken.
Hoezeer echter zooveel mogelijk naar
een doeltreffend overleg wordt gestreofd,
zoo is het toch wegens niet te voorziene
omstandigheden, welke zich elk oogeablik
kunnen voordoen, niet geheel en al te voor
komen, dat de bestratingen vaker moeten
worden opgebroken, dan wenschelijk is.
Dit is een algemeen euvel, dat ook overal
elders wordt ondervonden.
Onder voorzitterschap van den Wethou
der van Fabricage is in het voorjaar van
1928 een Commissie-van eenige hoofdamb
tenaren dezer gemeente ingesteld, tenein
de B. en W. te adviseeren, op welke wijze
in de toekomst de vuilnis ujt Lei
den het best zou kunnen worden verwij
derd. Naar B. en W. vernamen verkeert
het onderzoek in een vergevorderd stadium
van voorbereiding, zoodat zij binnenkort
het rapport van de Commissie hopen te
ontvangen, teneinde daarna te overwegen,
welke stappen verder in deze moeten wor
den gedaan.
B. en W. merken op, dat er geen sprake
van is, dat de tarieven voor gas en
electriciteit hoog worden gehouden,
om de winst op te drijven. Gelijk uit den
hieronder afgedrukten staat blijkt, zijn die
tarieven in Leiden inderdaad niet hoog:
Gewoon gas per M3.
Leiden9 cent
Gemiddeld in de 6 groote ge
meenten (boven 100.000 inw.) 10.75
Gemiddeld in de middel-groo-
te gemeenten (500.000100.000
inw.) 10,3
Gemiddeld in de Z.-H. gemeen
ten boven 20.000 inw10,9
Electriciteit (licht) per K.W.U.
Leiden 20 cent
Gemiddeld in de 6 groote ge
meenten (boven 100.000 inw.) 23,8
Gemiddeld in de middel-groo-
te gemeenten (50.000100.000
inw.) 24,3
Gemiddeld in de Z.-H. gemeen
ten boven 20.000 inw26,4
Intusschen ontmoet het, aldus Br en W.,
geen bezwaar aan enkele geopperde be
denkingen tegemoet te komen door eene
technische herziening van de tarieven.
Deze aangelegenheid is bereids door do
Directie in studie genomen.
Een winkel etalage- en reclametaricf
voor electriciteit bestaat reeds sedert 1
Mei 1927. Intusschen is de wenschelijkheid
van een nieuw winkeltarief (niet uitslui
tend etalage-tarief) gebleken, hetwelk
thans eveneens in onderzoek is en waar
omtrent binnen afzienbaren tijd nadere
voorstellen zijn te verwachten.
De Commissie in zake den T oonwin-
lcel der Lichtfabrieken, ingevol
ge de verleden jaar in de Memorie van
Antwoord gedane toezegging ingesteld,
heeft reeds verschillende bijeenkomsten
gehouden. Naar B. en W. vernemen hoopt
zij in den loop van de volgende maand
haar verslag aan B. en W. uit te brengen.
Nu nog slechts kort geleden door
den gemeenteraad is besloten het
Waschbureau naar een nieuw gebouw
over te brengen, bestaat er, naar de mee
ning van B. en W., vooralsnog geen aan
leiding dit op te heffen. Afgewacht dient
te worden, hoe het bedrijf zich thans zal
ontwikkelen. Instelling van een aparte
Commissie van Bijstand voor dit weinig
gecompliceerd en zeer gemakkelijk te over
zien bedrijf komt B. en W. geheel over
bodig voor.
Een lid vroeg of er bij de bevordering
van ambtenaren bij de verschil
lende diensten wel de vereischte
uniformiteit betracht wordt. Geldt b.v.
voor alle diensten een bepaalde tijd, waar
na een hulpklerk bevorderd wordt tot
klerk
In het algemeen zou men gaarne zien,
dat in bestaande vacatures zooveel moge
lijk werd voorzien door bevordering van
in dienst zijnd personeel.
Een ander lid meent, dat er veel te veel
rangen zijn onder de ambtenaren. Achten
Burgemeester en Wethouders niet een re
organisatie van de rangordening ge-
wenscht, voor te bereiden door een Com
missie, die deze zaak eens een beetje
nuchter bekijkt?
Een lid vraagt, of voor alle diensten
eenzelfde gedragslijn wordt gevolgd ten
aanzien van het veroorloven door Burge
meester., en Wethouders van de vervulling
van al dan niet bezoldigde betrekkingen.
Ee'n ander lid vraagt waarom Burgemees
ter en Wethouders aan een ambtenaar de
vrijheid onthouden, een functie te vervul
len, waartoe hij door den Minister is aan
gewezen.
B. en W. antwoorden hierop:
Bevordering van ambtenaren geschiedt,
behalve bij vacatures, ook, indien do wijze
waarop de werkzaamheden worden ver
richt, daartoe aanleiding geeft, alsmede
wanneer het salaris voor het gepresteerde
werk in het raam van de algemeene sa
laris-verordening niet meer voldoende is
te achten. Uiteraard gelden deze criteria
eveneens voor de laagste rangen, doch, om
den jongen ambtenaren meer perspectief
tc geven, vindt ten aanzien van hen een
meer soepele toepassing plaats. Een uni
forme regel voor bevordering is intusschen
niet op te stellen, daar. elk geval ten slotte
op zichzelf moet worden beoordeeld.
In bestaande vacatures wordt steeds
zooveel mogelijk voorzien door bevordering
van in dienst zijnd personeel.
Na afloop van de voorbereiding van
deze herziening, zal de Wethouder na
gaan, of en zoo ja in hoeverre verandering
moet worden gebracht in het aantal ran
gen onder de ambenaren.
Ten aanzien van het verleenen van ver
gunning tot het vervullen van al dan niet
bezoldigde betrekkingen wordt, gelijk van
zelf spreekt, eenzelfde gedragslijn door ons
gevolgd. Het is ons niet bekend, dat een
ambtenaar ons College toestemming ge
vraagd heeft tot 'het vervullen van een
functie, waartoe hij door één der Minis
ters zou zijn aangewezen, veel minder, dat
wij die toestemming zouden hebben* ont
houden.
Verscheidene leden dringen aan op a a n-
leg, verbetering van wegen,
demping van grachten, enz.
B. en W. beantwoorden deze leden;
Na het architecten-bureau Granpré Mo
lière, Verhagen en Kok herhaaldelijk tot
voldoening aan zijn opdracht te hebben
aangezet en op zijne verplichtingen in deze
nadrukkelijk te hebben gewezen, hopen wij,
aldus B. en W., thans eindelijk in staat tc
zijn den Raad eerstdaags uitvoerig in to
lichten omtrent den stand van zaken be
treffende de herziening van het uitbrei
dingsplan. Verschillende onder deze ru
briek gestelde vragen of gemaakte opmer
kingen kunnen daarbij ter sprake komen
en nauwgezet onder oogen wordep gezien
en met meer vrucht, dan bij de behandeling
van de begrooting.
Dit vooropstellende, meenen B. en W.
met de navolgende beantwoording te kun
nen volstaan.
Verbetering van den toestand aan den
overweg bij den Rijnsburgerweg
heeft, zooals bekend is, de volle aandacht
van B. en W. Aangezien echter bij dit
vraagstuk niet slechts de belangen van
Leiden, doch ook die van anderen betrok
ken zijn, worden met die andere lichamen
onderhandelingen gevoerd, teneinde te
trachten tot een zoo goed mogelijke en
toch financieel bereikbare oplossing te ge
raken.
Dat vooral in eene nauw gebouwde stad
als Leiden het steeds toenemende landver-
keer op den duur er toe kan noodzaken
om, ter verkrijging van meerdere verkeers
ruimte, daarvoor in aanmerking komende
bestaande wateren en grachten te dempen,
geven B. en W. gaarne toe. Zoodanige
-dempingen mogen echter niet vrij wil
lekéurig ten uitvoer gebracht, maar zullen
op een ter dege weloverwogen plan moe
ten berusten, waarbij rekening zal zijn te
houden met allerlei factoren, zeker in de
allereerste plaats met stadsschoon. Om-
trert de plannen dienaangaande stellen B.
en W. voor den Raad binnenkort nader in
te lichten bij de behandeling van het ont
werp voor een nieuw uitbreidingsplan der
gemeente.
Vernieuwing van de brug over den
N i e u w e n 11 ij n tegenover het verbree-
de Gangetje, en doortrekking
v a n d en v e r keer s vr e g via Harte-
steeg naar de Hooigracht en verder in
Noordelijke richting heelt de aandacht
van B. en W. Deze kwestie houdt uiter
aard verband met het vraagstuk inzake de
verkeerswegen door en om de stad in zijn
geheel, hetwelk eveneens bij de bewerking
van het nieuwe uitbreidingsplan onder de
oogen is gezien.
Een plan tot verbreeding van den
Haarlemmerweg over het gedeelte
tusschen Warraonderbrug en Groenoord is
in het vorig jaar ernstig overwogen, doeli
B. en W. hebben vooralsnog niet kunnen
besluiten, een v.oorstel tot verwezenlijking
ervan bij den Raad in te dienen, vooreerst,
omdat zij het inderdaad wenschelijk heb
ben geoordeeld deze aangelegenheid nog
nader te bezien in verband met de in stu
die zijnde veemarktplannen en ook omdat
van enkele bij deze wegverbreeding be
trokken -eigenaren van aangrenzende per-
ceelen geen voldoende medewerking is
ondervonden.
Het liffth; in de 'bedoeling bm met het
a s p h a 11 e r e n vaji straten en wegen
geleidelijk voort te gaan.
Het aanleggen van t r o 11 o i rs in daar
voor in aanmerking komende straten kan
met het oog op de kosten slechts geleide
lijk geschieden. Zoo zijn voor het jaar 1929
daarvoor in aanmerking gebracht een ge
deelte van de Hoogewoerd, aan weerszij
den tusschen de Rijnstraat en de Plan
tage, en voorts de Apothekersdijk, alwaar
het aanleggen van een trottoir hetwelk
gepaard gaat met het opruimen van stoe
pen eene noodige verbetering wordt ge
acht, voornamelijk met het oog op de druk
te, welke daar heerscht ten tijde, dat
groentenveilingen worden gehouden.
Of aan uitgifte in erfpacht,
dan wel aan verkoop van gron
den de voorkeur moet worden gegeven,
zou ons College in elk afzonderlijk geval
wenschen na te gaan. Een vaste gedrags
lijn daarin te volgen, verdient voor een
stad als Leiden, naar de meening van B.
en W., vooralsnog geen aanbeveling.
Zooals B. en W. ook reeds in de Memorie
van Antwoord betreffende de ont.werp-be-
grooting voor het jaar 1927 betoogden, is
in de Ingekomen Stukken Nrs. 183 en 315
van 1923 uiteengezet het verband, dat be
staat tusschen den aanleg van de
Centrale Rioleering en de dem
ping van het Levendaal. Wanneer
de aanleg van de Centrale Rioleering zich
t.z.t. tot de Levcndaalwijk zal hebben uit
gestrekt en blijkens aan den Raad on
langs kenbaar gemaakt voornen om dien
aanleg in „versneld tempo" te n uitvoe
ren kan zulks reeds over ele jaren
worden verwacht zal aan de demping
van het Levendaal uit een oogpunt van
geduchte grootere vervuiling van het Ra
penburg geenerlei bezwaar meer in den
weg staan, want het behoeft uiteraard
geen nader betoog, dat aansluiting van
de Levendaalwijk op de centrale rioleering
ongetwijfeld in belangrijke mate vermin
dering van de vervuiling van het Leven
daal, en dus ook van het Rapenburg, ten
gevolge zal hebben.
U\t een oogpunt van verkeer zal, gelijk
door den Raad op 26 September 1927 en
op 5 December d.a.v. werd besloten, de
demping van het Levendaal aan de orde
komen bij de herziening van het uitbrei
dingsplan.
De tonrondte op het gedeelte van den
Witten Singel tusschen Diaconessen-
huis en Witte Rozenstraat is van dien
aard, dat verbetering ervan, naar de mee
ning van B. en W., noodig is.
Ten aanzien van het door het betrok
ken lid bedoeld gedeelte van den Mare-
singel voorbij (Oostwaarts van) den
spoorwegovergang van de Gasfabriek, be
staat bij B. en W. een plan tot wijziging
van den weg, hetwelk B. en W. binnenkort
aanhangig zullen maken, en waardoor te
vens eene verbetering in het wegprofiel
ter plaatse verkregen zal worden.
Profielvcrbetering van het Zuidelijk ge
deelte van den Haarlemmertrek
vaart zal, meenen B. en W., eerst aan
de orde dienen te komen tegelijk met de
verbreeding van dat gedee'te.
Blijkens het medegedeelde in de vorige
Memorie van Antwoord, werd een plan
tot vernieuwing van de Langegracht-
b r u g bereids in het vorig jaar door den
Directeur van Gemeentewerken bij B. en
W. ingediend; ook een ontwerp tot ver
nieuwing van de Nicolaasbrug werd des
tijds van dien Directeur ontvangen.
Het nog niet uitbrengen van het desbe
treffend praeadvies houdt nauw verband
met de binnenkort aan de orde te stellen
behandeling van het ontwerp van het
nieuwe uitbreidingsplan, waarin het zij
reeds thans medegedeeld o.a. demping
van de Langegracht tot vorming van een
toekomstigen hoofdverkeersweg, alsmede
doortrekking van dien verkeersweg in
Westelijke richting, zullen zijn opgenomen.
NA DEN STORM.
Het vergaan van de „Amplitudo"
IJM 58.
Omtrent het vergaan van den stoom-
treiler „Amplitudo" IJM 58 vernemen wij
nader, dat de naam van den jongsten
stoker is Th. Klaverdijk, ongehuwd, IJmui-
den.
De „Amplitudo" IJM 58 behoorde
aan de Visscherij-Mij. „Neerlandia II" to
Koog-aan-de-Zaan. De treiier, die onge
veer 230 bruto rqgisterton meet, was in
1919 te Paisley bij Glasgow voor Noorsche
rekening gebouwd en begin 1925 door de
isscherij-Mij. „Neerlandia II" overgeno
men. De boot, die zooals wij reeds
meldden 15 November ter visscheri/
vertrok, werd 27 November terugver
wacht. Den 23sten November was zij het
laatst gesignaleerd op de hoogte van
Hornrif bij Jutland en had toen vier hon
derd manden visch aan boord.
De 36-jarige Pompert was 15 maanden
op de „Amplitudo" de schipper.
De Visscherij-Mij. „Neerlandia II" heeft
nu nog de beschikking over den treiier
„Azimuth" IJM. 195.
De ramp van de „Salento".
Naar we vernemen is door belangheb
benden bij do ramp vanhetltaliaansche
s.s. „Salento" aan Bureau Wijsmuller te
Rotterdam opdracht gegeven een grondig
onderzoek te doen instellen naar de posi
tie van het wrak van genoemd stoomschip
en indien nog lijken in het schip aanwezig
zijn, pogingen aan te wenden deze te ber
gen.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 7 December.
Huizen, 340,9 M. Na 6 uur 1852 M.
12.30—1.30 Concert door het K.R.O.-
Trio.
3.004.00 Vrouwenuurtje door mevr.
KallerWigman K.R.O.
4.00—5.00 Gramofoonmuziek NCliV.
5.00—6.45 NCRV. Concert.
7.007.30 KRO. Paedagogie door dr. J.
v. Dael.
8.10 Persber.
8.15 Pianoconcert door E. v. Beynurn.
VPRO.
Hilversum, 1071 M»
10.00—10.15 Morgenwijding.
12.302.00 Concert door het Boris Lens-
ky-Trio.
2.303.30 Gramofoonmuziek.
4.00—4.30 Halfuurtje v. d. Ned. Ver. v.
Huisvrouwen, door mej. Anesz.
5.30—6.00 Pianoconcert door Trio Roe
per.
6.007.15 Concert door het Boris Lensky
Trio.
7.157.45 Cursus voor schippers, door
T. P. Keyzer.
8.05—8.50 Duitsche operette-fagmenten.
Fritz Hirsch Operette-gezelschap. 2e acte
v. d. operette „Die Walzertrauin" van Osc
Strauss.
8.509.35 Lezing door Mr. M. Leven-
bach: Huidige maatschappelijke verhou
dingen in de V. S.
9.35 (Vervolg). Operetteconcert „Die
Czardasfürstin", Kalman.
10.05 Persber.
10.15 Aansluiting van het feestgebouw
van St. Servaasklooster te Maastricht.
Met. omroep-orkest o. 1. v. Nico Treep.
Hélène Cals, sopraan; Cris de Vos, te?
nor; Paul Pul, bariton.
Daventry, 1562 M.
10.35 Kerkdienst.
1.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Sonatenconcert.
12.50 Orgelconcert.
I.202.20 Orkestconcert.
2.50 Voor de scholen.
3.15 Muziek.
3.20 Lezing.
3.40 Muziek.
3.45 Lezing.
4.00 Muziek.
4.05 Toonecl voor scholen.
4.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Nieuwe kinderboeken.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Landbouwber.
7.05 Pianomuziek van Schubert.
7.20 Muzik. critiek.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 Variëté. Dans-orkest en solisten.
8.50 Orgelconcert.
9.20 Nieuwsber.
9.35 Debat tusschen Clive Bell en Mr.
Mc. Carthy. -
9.50 Nieuwsber.
9.55 Licht orkestconcert. W. H. Squire,
cello. Orkest.
II.2012.20^ Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orekstcoiicerb.
8.50—11.20 Concert,
Langenberg, 469 M.
11.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Orkestconcert.
5.055.50 Orkestconcert.
7.50 Koor- en orkestconcert.
Daarna tot 11.20 Orkestconcert.
Königswusterhauson (Zees qki)
1250 e n 1680 M.
11.204.20 Lezingen.
4.205.20 Orkestconcert.
5.207.05 Lezingen.
7.20 Voorlezing uit „Wolfsbloed" van
Jack London.
8.20 Lezing.
8.50 Mozart-liederen.
Hamburg, 395 M.
3.35 Coloratuur-aria's door Mia Hüpor-
Buff en orkest.
5.20 Orkestconcert.
6.15 „Tannhauser", rom. opera in 3 ac-
ten van Wagner.
9.5011.20 Her-uitz .van buitenlandscho
stations.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
(Nadruk verboden).
23)
Zoolang ik bij u ben, kan ik over uw
gezondheid waken en dat zal ik doen ook.
Maar mocht men mij ontslaan nu komt
de waarschuwing wees dan zoo wijs
geen enkel goneesmiddol in te nemen,
door wien u dat ook gegeven wordt".
„Hoe moet ik dat begrijpenWat Be
doelt u daarmee?" riep Albert bijna ang
stig uit, getroffen door den ernst, waar
mede zijn secretaris gesproken had. „Ook
dan niet, als de dokter het me voor
schrijft?"
„Ook dan niet. En nu moet u met vra
gen ophouden."
„Wat een raadsel! Heeft men het dan
op mijn leven gemunt? Ik bid je ik be
zweer je zeg me toch, wat beteekent
dat allemaal? Ik heb vijanden dat merk
ik wie zijn het?"
„U hebt me beloofd geen vragen te
zullen stellen."
„Ja, dat heb ik.... Maar is 't niet ver
schrikkelijk, dat men mij naar het leven
staat!Wat nut kan men van mijn
dood hebben?Ik heb nooit iemand
iets in den weg gelegd. Wie kan dat we
zen? En u weet het, mijnheer Schmidt en
u is pas een week of wat hier!Ha,
daar valt me wat in! Ik begin te begrij
pen!"
Albert, met zijn verstand, dat veel groo-
ter was, dan zijn leeftijd deed vermoeden,
en tevens begiftigd met een sterk combi
natievermogen, had eensklaps begrepen
van welke zijde het gevaar dreigde.
„Ja, ja. Nu herinner ik 't me. U kwaamt
om tien uur met den trein aan en de dok
ter en Roderik reden tegen dien tijd hier
vandaan en kunnen dus omstreeks tien
uur aan het station geweest zijn. U moet
dus iets gehoord hebben. En nu vraag ik
me nog eens af, voor wien mijn dood nut
tig zou kunnen zijn. Dat is alleen het ge
val voor mijn lieven neef, die tot over zijn
ooren in schulden steekt en in de handen
van woekeraars gevallen is, die hem het
vuur na aan de schenen leggen. Hij heeft
me reeds dikwijls geld ter leen gevraagd,
maar nooit heb ik 't hem willen geven en
hij weet, dat als ik uit den weg geruimd
ben, hij later heel Rotenbach in bezit
krijgt, die schurk! En dan heb je dien
vreetzak van een dokter, die mij maar
honger laat lijden, zoo'n akelige flikflooier,
die zijn ziel en zaligheid zou verkoopen
voor een lekker maal eten of een zak geld,
die is ook in het complot en Roderik heeft
den dokter overgehaald om mij te vergif
tigen. Is 't waar of niet?"
„Ik kan u daarop niet antwoorden".
„Maar tegenspreken doet u 't ook niet
en daarom houd ik 't er voor, dat ik fcét
bij 't rechte eind heb. Lieve God, be
scherm mij toch!"
„Uw phantasie voert u te ver, hoog
heid."
„Phantasie! 'b Is geen phantasie
meer, 't is de ruwe werkelijkheid! O, die
ellendeling! Vandaag nog heeft hij bij
Rosamunde er op aangedrongen, dat ze
zich met hem verloven zou. Ze is van een
anderen tak der Rotenbachs. Ze is een
wees, maar schatrijk en als hij die verloo-
ving er door kan krijgen, is hij gered. Dan
heeft hij weer crediet, die doordraaier!"
Albert greep krampachtig Heinrich's
hand en riep: „O, als je 't kunt, red dan
ook haar uit de klauwen van dien leelij-
ken roofridder, want dat is hij. Het zou me
eeuwig spijten voor Rosamunde! Ze is
zoo goed. Ik ben gelijk met haar opge
groeid en ik houd zooveel van haar. Even
veel, alsof ze mijn zuster was!"
„Wind u toch zoo niet op, mijnheer de
graaf. Wees kalm. Het zou me bijna gaan
spijten, dat ik u gewaarschuwd heb. Ik
wil eerlijk bekennen, dat ik u vroeger on
derschat heb. Toen ik voor eenige weken
hier kwam, had ik me op mijn weg van 't
station naar hier vast voorgenomen nooit
uw rust te zullen verstoren, want ik had
me u geheel anders voorgesteld, dan u
werkelijk is. Ik had gedacht hier in dienst
te komen bij een vertroetelden jongen,
achtei'lijk naar lichaam en geest en ik vond
hier een sympathieken jongen man, vrien
delijk* en welwillend en in verstand en lo
gisch denken ver zijn leeftijd vooruit en
dan aangetrokken tot u, nam ik me voor,
als 't me doenlijk bleek, uw beschermer
te worden. Ik achtte me verplicht u te
waarschuwen voor het gevaar, dat u dreigt
en ik voeg er nog een waarschuwing bij:
blijf kalm en rustig en doe, alsof u van
niets weet."
„Beste vriend, ik zal trachten uw waar
schuwing op te volgen."
„En nog eens dus: niets laten merken
en vriendelijk zijn tegen den dokter. Be
loof hem alles te doen, wat hij u voor
schrijft. Wees evenwel op uw hoede voor
graaf Roderik. Hij let op u en het miuite
woord zou ons kunnen verraden. En nu
nog iets. Als u voelt, dat u geneest en u
zoudt kunnen bewegen, houd u dan altijd,
alsof u lam is. Iedere vreemde beweging
van u zou achterdocht wekken."
„Dat spreekt vanzelf. Maar wat ik zeg
gen wil is een geboren diplomaat".
„Dat zou ik u niet graag nazeggen.
Vindt u goed, dat ik nu even den brjef
ga schrijven en hem dan op de bus
breng?"
„Uitstekend. En nogmaals mijn dank
voor uw raad."
Heinrich ging naar zijn kamer, schreef
een brief aan tante Koch en eer de zon
nog geheel ondergegaan was, verliet hij
het slot om eerst zijn boodschap in de
houtvesterij over te brengen.
X.
Onderweg dacht hij er over na, of het
misschien niet eerlijker zou zijn aan Al-
bert te zeggen, wie hij was en met welk
doel hij op Rotenbach was gekomen. De
jonge graaf zou daarvan was hij over
tuigd zijn rechten dadelijk erkennen en
hem waarschijnlijk ook helpen ze tegen
anderen te verdedigen. Maar die erken
ning en die verdediging zou toch haar
grenzen hebben, want ze zou de schande
brengen over zijn grootmoeder en over het
geheele huis Rotenbach. Na rijp bereid
achtte hij het beter dé rol te blijven spe
len, die hij op zich genomen had. Die werd
niet gemakkelijker na de genegenheid, die
hij voor Albert had opgevat en na de ont
moeting met gravin Rosamunde.
Onder deze gedachten naderdo hij de
houtvesterij. Hij zag Marianne op een
bank voor de woning zitten. Ze scheen
bedroefd te zijn en te schreien, want tel
kens bracht ze haar zakdoek aan haar
oogen en ging, toen ze Heinrich zag aan
komen, vlug naar binnen.
Een paar seconden later betrad hij her.
huis. Hij zag niemand in de gang, wachtte
eenige oogenbliken en hoestte dan eens
om te laten hooren, dat er iemand was.
Toen niemand verscheen, ging hij een
paar passen verder de gang in, waar hij
rechts aan een deur kwam. Hij klopte aan
Onwillekeurig schrok hij, toen hij ach
ter die deur iemand akelig hoorde lachen
en dan op zeurigen toon hoorde vragen:
„Is u daar Constance?
„Neen", antwoordde Heinrich.
„Ik heb je wel gehoord. Je bent daar
wel', hoorde hij nu zeggen. En dan klonk
't weer droevig en zeurig: „Is u daar Con
stance?Is u daar, Constance?"
„Zou dat iemand zijn, die krankzinnig
is?" dacht Hcirich. „En mijn grootmoedor
heette Constance!Laat ik niet zoo
dwaas zijn alles in verband te brengen
met het geheim van mijn afkomst. Dat zou
me op dwaalwegen kunnen voeren".
(Wordt vervolgd).