UIT DE PERS.
BINNENLAND.
Rechtzaken.
De kleinzoons van
Graaf Rotenbach.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
DINSDAG 4 DECEMBER 1028
HOE DE VRIJZINNIGEN TE
WOERDEN HUN H.B.S. VERDEDIGEN
Het vrijzinnige deel van het overwe
gend orthodoxe Woerden heeft vele jaren
geijverd om een openbare Hoogere Bur
gerschool.
De rechtsche meerderheid in den
Baad zag de behoefte daarvan niet in,
omdat de kinderen, voor wie dit onder
wijs begeerd wordt, gemakkelijk de scho
len te Gouda en Utrecht kunnen bezoe
ken; terwijl ze bovendien dezen nieuwen
last niet op de burgerij durfde leggen.
De teleurgestelde adressanten gaven
echter den moed niet op, waarvoor hun
hulde gebracht worde, en zij stichtten zelf'
een bizondere (neutrale) H. ,B. S.
Natuurlijk niet zonder medewerking
vt\n anderen, waartoe ook de gemeente
Woerden behoort, welke 25.subsidie
per jaar wil verleenen voor leerlingen,
wier ouders niet meer dan 3000.be
lastbaar inkomen hebben. Op de begroo
ting voor 't komende jaar is 600 uitge
trokken.
De geschiedenis vervolgt nu, naar we
lezen in De Rotterdammer (A. R.)
aldus
„Nu schijnt het echter, dat de voor
standers dezer H. B. S., ondanks subsidie
van verschillende kanten, de exploitatie
rekening niet sluitend kunnen maken.
Dit zou kunnen leiden tot waardeering
van alles wat de voorstanders van Chris
telijk Onderwijs gedaan hebben voor hun
eigen scholen; maar het bracht de vrij
zinnigen te Woerden er toe om een agita
tie te ontketenen tegen wettig en nor
maal besluit van den Gemeenteraad en
het geschiedt onder commando van 'n mi
litaire autoriteit in functie, Dh. H. Eg-
gink, Majoor der Militaire Administratie
Hóófd van het Centraal-Magazijn van Mi
litaire Kleeding en Uitrusting te Woer
den.
(Aan de schandelijke knoeierijen, welke
daar plaats hadden nl. aan dit Cen
traal Magazijn is de heer Eggink ge
heel onschuldig. Dit zij ten overvloede
even opgemerkt).
Nu heeft deze majoor het volste recht
om alleen of in vereeniging, te adressee-
ren aan den Raad. Doch hij mist geheel
en in elk opzicht de bevoegdheid om het
te doen op de wijze, waarop hij het deed.
Deze rijksambtenaar, beheerder van
een staatsbedrijf, dreigt n.l. het Gemeen
tebestuur dat hij de losse wei'klieden in
zijn, dat is in overheidsdienst het zijn
er 50 a 120 werkloos zal maken, indien
raad volhardt bij zijn voornemen om
üAi'.ximaal maar 600 subsidie te ver
letten.
ïüu deze man, die de meest kwaadaar
dige uitsluiting van werklieden in den zin
heeft, die arbeiders broodeloos wil maken
omdsst hij boos is op 't gemeentebestuur,
deze man zegt den indruk gekregen te
hebben, dat de Baad het algemeen be
lang aixn partijnolitiek opoffert.
Een i"euzenbalk en een nietige splinter!
Broodroof komt helaas meer voor, doch
dit kwaad kan zelden achterhaald wor
den, omdafc het altijd ontkend wordt. Nie
mand wil gelukkig den naam hebben zich
op deze wijze te wreken.
Maar deze man, die geen eigen, maar
een Staatsbedrijf beheert, kondigt zijn
boos voornemen reeds van te voren aan.
Deze man begrijpt niet, dat hij in zijn
militaire kwaliteit, niets, maar dan ook
niets te maken heeft met het gewraak
te raadsbesluit; dat hij het grofste mis
bruik van zijn ambtelijke positie maakt
en dat hij zijn gezag hopeloos onder
mijnt".
Het zal zaak ziin, dat de Minister van
Oorlog en ook de Volksvertegenwoordi
ging nauwlettend controle oefenen op zijn
bedenkelijke gedragingen en zijn onbe
hoorlijk dreigement.
KWALITEITSZETELS.
Het Centrum" schrijft:
Er is thans een directe aanvang ge
maakt met de candidaatstelling voor de
Tweede-Kamer-verkiezingen in 1929.
De verschillende kwaliteits-zetels zijn
door het Centraal College aangewezen.
Zooals van te voren duidelijk kon zijn,
is de gevallen beslissing niet in eiken
kieskring met volkomen instemming be
groet. Eenerzijds mist men bepaalde
kwaliteiten, die men toch wel zeer
wenschelijk zou hebben geacht. Volksge
zondheid kreeg geen aparten fcetel: deze
werd gevoegd bij de algemeene economi
sche politiek. Ook Waterstaat wordt
noode gemist: deze werd ondergebracht
bij Handel en Nijverheid onder den naam
Verkeerswezen.
Anderzijds hebben sommige kieskringen
een kwaliteitszetel gekregen, dien ze lie
ver aan een anderen kieskring hadden ge
gund.
Thans is daar niets meer aan te doen.
Eerst over vier jaren zal men met de ge-
operde bezwaren en geuite verlangens
rekening kunnen houden.
Onjuist is echter een andere critiek.
Men meent, dat het Centraal College al
leen kwaliteiten mag aanwijzen, maar dat
deze aanwijzing thans zóó is geschied,
dat er duidelijk uit blijkt, dat men wel
degelijk bepaalde personen op het oog
had.
Wij zouden hiertegen willen opmerken,
dat het Centraal-College zeer dom gehan
deld zou hebben, wanneer het dit niet ge
daan had. Er zijn verschillendepersonen,
die voor een bepaalde kwaliteit als aan
gewezen zijn. Maar zij zijn nu eenmaal
wegens vaak oude relaties aan bepaalde
kieskringen verbonden. Ware het ge-
wenscht geweest, ze nu-kris-kras door el
kaar naar andere kieskringen over te po
ten? Daar zou geen enkel belang mee ge
diend zijn, maar wel zouden er vele be
langen door geschaad zijn.
Iets anders ware het, wanneer het stel
len van een bepaalden kwaliteitszetel in
een kieskring nu ook de verplichting
meebracht, om daar een bepaalden per
soon te candideeren.
Dit nu is in geen enkel opzicht het
geval.
De kieskringen blijven volkomen vrij,
om een persoon te candideeren, mits
slechts die persoon voldoende aan de ge
stelde kwaliteit beantwoordt.
Ook al heeft hier en daar het Centraal
College ongetwijfeld aan een bepaalden
persoon gedacht, op den betrokken kies
kring berust geen enkele verplichting
om dien bepaalden nu ook te candidee
ren. Men is in de keuze van den persoon
volmaakt vrij, mits hij maar de aange
wezen qualiteit bezit.
Hier dus zal de definitieve candidaat
stelling zeker verrassingen kunnen bren
gen.
Tenslotte deze opmerking: de krachtige
wensch moge worden uitgesproken, dat
men ook voor de bezetting der vrije
dus niet gekwalificeerde zetels vooral
lette op bekwaamheid en geschiktheid.
R. K. UNIVERSITEIT.
Ambtsaanvaarding
prof. mr. W. J. A. J. Duynstee C.ss.R.
Gisterenmiddag aanvaardde de nieuw
benoemde professor in het strafrecht mr.
W. J. A. J. Duynstee C.ssR., opvolger van
prof. mr. W. Pompe, die zijn benoeming
naar de Utrechtsche universiteit aangeno
men heeft, zijn ambt met een rede over:
„De Leer der Straf van den H. Thomas
van Aquino".
Aantal ingeschrevenen.
Blijkens officieele opgave waren, zoo
als gisteren door ons gemeld, op 1 Dec.
1928 aan de B. K. Universiteit te Nijme
gen in totaal ingeschreven 400 studenten,
waaronder 89 vrouwelijke. Voor de eerste
maal waren ingeschreven 99 studenten.
Het vorig jaar waren totaal ingeschre
ven 352 studenten ,W.o. 93 vrouwelijke;
voor de eerste maal 109 studenten.
Voor de faculteit in de Godgeleerdheid
waren ingeschreven 36 studenten, waaron
der 7 vrouwelijke; voor de faculteit in de
letteren en wijsbegeerte 213, w. o. 72 vrou
welijke; voor de faculteit in de rechtsge
leerdheid 151, w. o. 10 vrouwelijke.
Ingeschreven waren 19 seculiere, 46 re
guliere geestelijken en 18 zusters.
Prov. Staten van Zeeland.
De heer P. F. Fruytier neemt
ontslag.
Het oudste lid van de Staten van Zee
land, de heer P. F. Fruytier te Hontenisse
heeft om gezondheidsredenen ontslag ge
nomen. De heer Fruytier was sedert 188S
lid van het college, van 1903 tot 1913 en
van 1916 tot 1927 was hij tevens lid van
Ged. Staten, terwijl hij van 1902 tot 1922
lid der Tweede Kamer is geweest.
Zijn opvolger op de R. K. lijst is de heer
J. W. Vienings, burgemeester van Clinge.
Personeelraad Nederlandsche Spoorwegen
Bespreking met de Directie
en den Personeelraad.
Donderdag 29 November werd eene be
spreking gehouden.
Benoemd werden tien Scheidsgerechts-
Voorzitters voor het tijdvak van 1 Janu
ari 1929 tot en met 31 December 1930
nam.: S. van den Bergh, Ir. M. H. Dam
me, Prof. Mr. Dr. J. van der Grinten, J.
Oudegeest, Mr. P. Rink, Prof Mr. B. M.
Taverne, Ir. A. H. W. van der Vegt, Dr.
J. Th. de Visser. Dr. F. M. Wibaut en
Mr. J. A. de Wilde
Aan hen zal gevraagd worden, of zij
bereid zijn als voorzitter der Scheidsge
rechten op te treden.
Aan hen zal gevraagd worden, of zij
bereid zijn als voorzitter der Scheidsge
rechten op te treden.
De thans fungeerende leden van de
Commissie van Advies zijn weder be
noemd.
Nagegaan zal worden of op wachtgeld
gestelde klerken, die op grond van on
voldoende gezichtsvermogen niet voor
lijndienst in aanmerking kunnen komen,
voor een aanstelling als klerk in even-
tueele vacatures van leerling-klerk op de
stations.
De beteekenis van het bureau van den
Ingenieur der electrische Tractie te
Leidschendam is sedert de electrificatie
van de lijn AmsterdamRotterdam niet
dezelfde gebleven, zoodat voor alle an
dere tractiebureaux geldende regeling der
diensttijden geen enkele aanleiding meer
bestaat. Tegen het invoeren van den
vrijen Zaterdagmiddag voor alle tractie
bureaux bestaan uit een oogpunt van
dienstbelang bezwaar.
Tot toekenning van eene toelage van
0.50 per dag aan de wagenvoerders-
conducteurs, dienstdoende als wagenvoer-
er op de lijn AmsterdamRotterdam is
overgegaan ter tegemoetkoming aan den
gemaakten wensch om voor deze wagen
voerders-conducteurs iets te doen. Thans
wordt verzocht, die regeling uit te strek
ken tot alle wagenvoerders-conducteurs,
dus ook tot hen, die op den lijn Rotter
dam HofpleinSchveningen en elders op
benzine- of oliemotortreinen dienst doen.
Daarvoor bestaat geen grond, om dat hun
arbeid' minder belangrijk is dan die van
de wagenvoeiders-c'onducteur op de lijn
AmsteramRotterdam. Invoering, van
een algemeen geldende regeling, als
thans verzocht, zou trouwens eerst bij de
herziening der loonregeling overwogen
kunnen worden.
Voor wijziging van de in D. O. No. 408
vastgestelde leeftijdsgrens van 20 jaar
bestaat geen aanleiding. Verhooging van
den leeftijdsgrens van 20 jaar heeft boven
dien het bezwaar, dat Commiezen plaat
sen door te oud personeel bezet worden.
Zilveren jubileum R. K. Landarbeiders-
bond „St. Deusdedit".
Bisschoppelijke
belangstel ling.
De Nederlandsche R. K. Landarbeiders
bond „St. Deusdedit" viert 3 Jan. a.s.
zijn zilveren jubileum.
Over de viering van dit jubileum deelt
„De Volkskrant" o.a. het volgende mede:
Het zilveren bondsjubilé wordt gevierd
in Haarlem op den Tweeden Kerstdag.
Z. D. H. Mgr. Aengenent heeft toege
zegd dien ochtend om half 11 in de ka
thedraal van St. Bavo een pontificale H.
Mis te zullen opdragen.
Het hoofdbestuur stelt er prijs op, dat
de leden, die dien dag het feedt meema
ken we kunnen wel vertellen dat er
zich reeds zestienhonderd voor hebben
aangemeld deze pontificale H. Mis van
Mgr. Aengenent zullen bijwonen.
Des middags wordt in een nader te be
palen gebouw een groote feestvergadering
belegd, welke door de hooge tegenwoor
digheid van Z. D. H. Mgr. Aengenent zal
worden vereerd.
Het ligt in de bedoeling in deze feest
vergadering een geschenk, waar alle le
den toe hebben bijgedragen, den bond aan
te bieden. Dit geschenk bestaat uit een
bondsvaandel, dat vervaardigd wordt in
de ateliers van de firma Linderman te
's Gravenhage.
Voor den avond van dezen dag wordt
een feestelijke bijeenkomst georganiseerd,
waartoe de bekende voordrachtkunste
naar Frits Bouwmeester zijn medewer
king heeft toegezegd.
Op den Derden Kerstdag, 27 December
wordt in het St. Bavogebouw de bonds
raad gehouden.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Melkvervalsching.
A. W., te Noord w ij ker hout stond
terecht vóór een melkconiiict. Als leveran
cier van de coöp. melkinrichting „De Land
bouw" zou hij op 2U Sept. meix hebben af
geleverd, die met taptemelk was ver
mengd, althans had hij de melk doen ver
voeren, of 't strafbare feit doen plegen en
wel zóó dat ongeveer 40 L. volle melk 12.5
L. taptemelk bevatte.
Als eerste getuige werd gehoord Dr. v.
Eek, die een verhaal gaf van de wijze
waarop dit geschiedde.
Get, van Tilburg leverde de melk aan
Warmerdam. Die melk ging dan van Rijns-
burg naar Noordwijkerhout en vandaar
naar Leiden.
Get. vond deze wijze van vervoer wel
vreemd, maar verd. verklaarde hem dit
door te zeggen, dat er onderweg nog meer
dere koeien moesten worden gemolken.
Volgens een anderen Tilburg geschiedde
deze wijze van vervoer vanaf April.
Mej. Fuhri Snethlage, als deskundige
gehoord, verklaarde de monsters te heb
ben onderzocht en te hebben bevonden dat
het vetgehalte te laag was.
P. v. d. Zon, knecht van verd., had op
20 Sept., den bewusten datum het ver
voer verricht en verklaarde dat hij op ge
melde wijze de melk steeds had vervoerd
Get. poogde van deze onlogische wijze
van vervoer een natuurlijke verklaring te
geven, door te spreken over de lastige
wijze van vervoer met de auto.
Het feit, dat er op 20 Sept. met de melk
was geknoeid, verklaarde get. met te zeg
gen, dat hij vijf bussen melk had omgere
den bij het achteruitrijden met de auto,
waarom hij, om de schade te ontgaan, de
melk met taptemelk had vermengd, ge
heel buiten medeweten -van zijn patroon.
De kantonrechter meende, dat verd. on
waarheid sprak, wees hem daarom op de
eed en liet deze verklaring letterlijk no-
tuleeren. Getuige hield zich vast aan de
afgelegde verklaring.
Nog twee knechten van verd. werden
gehoord, waarna J. Veltman, directeur
van de melkinrichting „De Landbouw",
verklaarde dat er reeds lang vermoedens
bestonden, dat er geknoeid werd, daar het
vetgehalte van dag tot dag somtijds te
sterk varieerde. Men had reeds de keur
meesters van de Keuringdienst op de melk
van verd. attent gemaakt.
Hiertoe gaf tevens aanleiding het feit,
dat aan het personeel van „De Land
bouw" fooien werden aangeboden.
Namens verd., die niet was verschenen,
verklaarde de verdediger Mr. Donders, dat
verd. het feit ontkende.
De ambt. van het O. M. meende, dat
reeds lang deze_ practijk^n werden uitge
voerd. Daarom eischte spr. een hooge. straf
die niet met een geldboete kon worden af
gemaakt, nl. een hechtenisstraf van zes
weken.
Mr. Donders hield een uitvoerig pleidooi'
waarin hii betoogde, dat ve-d. niet schul
dig was en niet strafrechterliik aanspra
kelijk, daar hii geen opdracht dsartophad
gegeven en van de gewraakte handeling
niets h»d eeweten.
PI. becritiseerde verder de tendenzen
UIT DE RADIO WERELD.
Programma's voor Woensdag 5 December.
Huizen 34C,9 M. N a 6 u u r 1852 M.
(Uitsluitend NCRV-uitz.)
11.00— 1.30 Korte Ziekendienst.
12.30—1.45 Concert,
5.006.00 Kinderzanguurtje door leer
lingen van de Dr. H. Bavinckschool te
Delft.
6.307.00 Fransche les.
7.007.30 Engelsche handelscorrespon
dentie.
8.00 Concert.
Hilversum, 1071 M
10.0010.15 Morgei.ijding.
12.302.00 Lunchmuziek door het Boris
Lensky-trio.
2.002.30 Gramofoonmuziek.
2.303.00 Cursus 1 eerbewerking.
3.00—4.00 Maak het zelf.
5.006.00 Gramofoonmuziek.
6.157.15 Concert door het Boris Lens-
ky-Trio.
8.0510.15 St. Nicolaas-avond pro
gramma.
10.15 Persber.
10.3011.30 Dansmuziek door het Dans-
orkest.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert (alt-viool).
12.50 Gramofoonmuziek.-
1.202.20 Orkestconcert.
2.50 Voor de scholen.,
3.15 Muziek.
3.20 Voorlezing.
3.50 Lezing.
4.05 Licht klassiek concert.
5.05 Concert-orgel bespeling.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.35 Nieuwsber.
6.50 Tuinpraatje.
7.00 Muziek.
7.05 Pianoconcert van Schubert.
7.20 Gezondheidspa-aatje.
7.35 Muziek.
7.45 Lezing.
8.05 E. Mastomhs, humorist a, d. piano.
8.20 Nieuwsber.
9.55 „A sea Change", of „Love's Stowa-
nay", opera-comipue van W. D. Howells.
I.2012.20 Dansmuziek.
„R a d i o - P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
8.20 Literaire causerie.
8.501.20 Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 169 M.
10.3511.15 Voor de scholen.
II.30 Mechanische muziek.
12.251.50 Orkestconcert.
5.00—5.50 „Dichterliebe" van Rob.
Schumann.
7.208.15 Concert door het Klain-We-
vag orkest.
8.20 „Der Arme Heinrich", zangfabel
van C. H. Mostar. Daarna tot 11.20 Or-
kestconcert.
Königswusterhausen (Zees en)
1250 en 1680 M.
11.204.20 Lezingen.
4.205.20 Orkestconcert.
5.207.05 Lezingen.
7.20 „Der Tanz ïn's Glück", operette in
3 acten. Daarna tot 11.50 Dansmuziek.
Ha m b u r g, 395 M.
4.00 Concert. Orkest en solisten.
5.20 Orkestconcert.
7.20 „Prozess Sokrates", 2e avond. Mu
ziek van Erdlen.
8.50 „De Ruïnen van Athene", van Beet
hoven.
10.0511.20 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.20 Orkestconcert.
6.50 Trio-concert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.5011.20 Concert.
FEUILLETON.
Vrij bewerkt naar het Duitsch
door P. G. H oc k s.
(Nadruk verboden).
21)
Toen Rosamunde zweeg, vroeg Albert:
„Geloof je, dat hij bij dien brand wist,
wie hij redde?"
,Ik weet het niet",
hem juist een reden geweest zijn om hier
niet in dienst te treden. Toch wil ik ze
kerheid hebben. Ik zal het hem op den
man af vragen".
„Wil je er met hem over spreken?"
„Waarom niet? En dan je zult zelf
toch ook wel verplicht zijn hem te be
danken".
,Moet ik dat doen?"
,Hoe kan je dat nog vragen? Moet hij
je niet voor een harteloos schepsel hou
den, als je het niet doet?"
„Verschrikkelijk".
„Daar steekt wat achter", dacht Al-
bert.
„Wat het is kan ik niet raden. Mis
schien kan Heinrich me inlichten". En
dan: „Als ik je nu één raad geven mag,
Rosamunde, zeg dan nog heden aan groot
mama en aan papa, dat het mijn secreta
ris was, die je redde, en vraag hun, of ze
er eens over willen nadenken hoe hij
daarvoor het beste beloond zou kunnen
worden. Wil je dat doen?"
„Ik zal het doen".
„Dank je. En nu moest je maar weg
gaan, dunkt me. Heinrich kan ieder
oogenblik komen en ik zou niet graag wil
len, dat hij je hier in zoo'n zenuwachtige
opwinding aantrof".
„Je hebt gelijk maar denk toch voor
al niet van me, dat ik ondankbaar
dat ik slecht ben".
Ze drukte haar zakdoek tegen haar be
traande oogen en haastte zich naar haar
eigen vertrekken, nageoogd door Albert,
die maar niet wist, wat hij van dat alles
denken moest.
„Er moet iets bijzonders bij die red
dingsaffaire voorgevallen zijn, iets heel
bijzonders", dacht hij weer „maar met
geen mogelijkheid kan ik gissen ,wat het
kan geweest zijn".
Zijn gedachtengang werd onderbroken
door een kloppen aan de deur.
„Binnen!"
Het was Heinrich.
„Het verheugt me, dat je nu reeds
komt, mijnheer Schmidt!" riep hij den bin
nentredende toe. Ik hoorde zoo even, dat
wij aan u de redding van onze Rosamunde
te danken hebben. Waarom heb je dat
verzwegen?
„Ik wist niet", mijnheer de graaf, „dat
de dame, die ik gered heb,-een gravin Ro
tenbach was".
„En ben je dat later niet te weten ge
komen
„Tot op 't oogenblik, dat ik de gravin
weer zag, was me haar naam onbekend
en dat is dus tot vandaag".
„Heb je de advertenties in de dagbla-
len dan niet gelezen, waarin en redder
verzocht werd zich aan te melden?"
„Neen. Hebben die er in gestaan?"
„Dagen achtereen. Heb je dan om
streeks dien tijd geen couranten gelezen?"
„Een dag of wat na den brand ben ik
ziek geworden en mocht een maand lang
niets doen, ook niet lezen, zelfs geen cou
ranten en dus spreekt het van zelf, dat
ik van de oproeping onkundig ben geble
ven".
„Nu begrijp ik de zaak. Maar Heinrich,
vertel me eens, hoe die redding in zijn
werk is gegaan. Ik ben er dol nieuwsgie
rig naar enis er mischien iets bij
zonders bij gebeurd?"
„Heeft de gravin mij aangeklaagd?"
„Dus dan is er toch iets voorgevallen?"
„Oordeel zelf, hoogheid". En nu ver
telde Heinrich, hoe hij Rosamunde bij
haar terugkeer tot het leven een kus ge
geven had.
„En dat is alles?"
„Alles. Op mijn eerewoord. En toch
spijt het me, dat het gebeurd is. Ja, ik
schaam me er over, vooral omdat ik hier
als bediende ben aangenomen. Wat moest
de gravin wel niet van me denken? En
nu ze me herkend heeft, zal zij misschien
al haar best doen om mij hier vandaan te
krijgen".
,Stel je gerust, Heinrich. Over hetgeen
gebeurd is, hoef je je niet te schamen gd
daarbij komt nog, dat je er spijt over ge
voelt. Die zonde zal je dus wel vergeven
worden. En wat Rosamunde betreft
die heeft u niet aangeklaagd. Wel is ze
in zenuwachtige opgewondenheid hier ge
weest en heeft met me gesproken, maar
ik schrijf haar zenuwachtigheid vooral
daaraan toe, dat ze u een kus teruggege
ven heeit. En nu komt ze tot de ontdek
king, dat u maar een gewoon menscli, een
bediende is. Zie, dat grieft haar. Als je
eens een prins geweest waart, dan zou
het haar niet hinderen. Nu, ik verzeker
je, dat alles wel terecht zal komen. Ze
zal u persoonlijk voor haar redding dan
ken en u zult verder van dat andere weJ
geen gewag maken.
Voor zoo verstandig zie ik u wel aan.
En verder beloof ik je, dat ik je zaak bij
haar tot het uiterste zal verdedigen".
„Zou de gravin het mij kunnen verge
ven?"
„Als ik haar zeg, dat u spijt over het
gebéurde hebt, zeer zeker. Alleen rouw-
moedigen zondaren wordt vergeving ge
schonken. Rosamunde is niet hardvoch
tig, ze zal u wel vergiffenis schenken
Maar, wat ik vragen wou, wanneer kunt
u me onderzoeken?"
„U hebt maar te bevelen, hoogheid".
„Ik ben buitengwoon nieuwsgierig uw
oordeel te vernemen vooral, omdat ik 't
idee heb, -dat u me kunt genezen. We zul
len 't daarom maar niet lang uitstellen
en daarom zou ik graag na het diner over
u willen beschikken. U moet me aan
stonds nu maar niet naar binnen rijden.
Ik zal dr. Bank verzoeken dat te doen.
Ik moet eerst bij Rosamunde uw zaak-
verdedigd hebben. Voor dien tijd moe
ten jullie elkaar niet ontmoeten. U kunt
dus gaan en wees dan zoo goed tegen
half zeven weer hier te komen".
Heinrich verwijderde zich en bevond
zich op den vastgestelden tijd weer in Al
bert's kamer.
„Ik heb Rosamunde na het diner even
alleen kunnen spreken", begon Albert. „Ik
heb haar verteld niet alleen, dat het ge
beurde u erg spijt, maar ook dat u haar
er graag vergeving voor zou willen vra
gen en dat heb ik toen in uw naam ge
daan. Onder beurtelings blozen en ver-
bleeken bekende ze me, dat ze meende
gedroomd te hebben, dat zij Doornroosje
was en dat u de prins waart, die haar
kwam redden".
„Wonderlijke speling van de phanta-
sie!" reip Heinrich uit. „Ik heb dezelfde
gedachte gehad, hoogheid!"
„Misschien ben je wel een vermomde
prins. Naar je uiterlijk hoef je er niet
voor onder te doen."
„En als dat nu eens zoo was, wat zou
uw hoogheid dan later van me denken?"
Zoudt u al mijn onwaarheid, al mijn hui
chelen kunnen vergeven?"
„Dat zou van de omstandigheden af
hangen.... Maar laten we hier verder
over zwijgen, want we zijn samen moo!
bezig een roman in elkaar te flansen. We
zullen niet verder phantaseeren. De
hoofdzaak is, dat Rosamunde door mijn
woorden gerust gesteld is. En nu begin
nen we met het onderzoek".
„Mag ik vooraf een paar vragen doen,
hoogheid? Waardoor hebt u die verlam
ming gekregen?"
„Door een val uit een boom. Maar heb
ik u dat nog niet verteld?"
„Neen".
"gd).