KERKNIEUWS.
STADSNIEUWS.
Uit de Omgeving
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Voor elk onzer klanten een geschenk
regeering zijn dank te betuigen. Dank te
brengen aan Commissarissen, aan de spre
kers, aan het personeel. .Ik dank het per
soneel, dat mij steeds met zooveel bereid
willigheid en vriendschap terzijde staat.
Het is zooals rector Thompson geschreven
heeft: om een courant uit te geven zijn
noodig goede redacteuren Ik dank vooral
de redactie, ik dank de heeren Hazelzet
en Wessels. Maar ik dank ook onze admi
nistratie, onzen kassier, onzen expediteur,
onze heeren Conijn en Grimmon en alle
anderen, ook van de bijkantoren de
verschillende heeren, die mij dagelijks
hebben bijgestaan".
En nu begon een ongemeen drukke
receptie! Er waren natuurlijk talrijke
bloemstukken gekomen, ongeveer 400 te
legrammen en verscheidene geschenken,
zilveren servies en andere zilveren siera
den (van Commissarissen, personeel enz.)
waren opgesteld.
't Was een schitterend geslaagd feest.
Pauselijke onderscheiding aan den heer
A. A. van Hamersveld.
Onlangs herdacht de heer A. A. van
Hamersveld, te Amsterdam het feit, dat
hij gedurende 25 jaren het voorzitterschap
bekleedde van den N. R. K. Eond van
Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden
in Nederland, welk jubilé ongeveer samen
viel met het bereiken van zijn zestig-jari
gen leeftijd.
Zaterdag jl. werd ten kantore van ge
noemden Bond, aan de Bloemgracht te
Amsterdam, bedoeld feit in intiemen kring
herdacht, waartoe verschillende afdee-
lingsbesturen waren uitgenoodigd.
Toen de heer v. Hamersveld met zijn
huisgezin was binnengeleid, nam de heer
Haver, secretaris van den Bond van Han
dels-, Kantoor-, Winkelbedienden, het
woord. Spr. wees op het vele, dat vriend
v. Hamersveld, reeds zoovele jaren en niet
het minst gedurende zijn voorzitterschap
in het belang van de kath. organisatie
heeft gedaan. Het deed den heer Haver
dan ook groot genoegen te kunnen mede-
deelen, dat, ter erkenning vqAde vele ver
diensten van v. Hamersveld,^ret Z. H. den
Paus heeft behaagd hem het gouden kruis
„pro Ecclesia et Pontifice" te verleenen.
De zeereerw. heer Rector Bots, geeste
lijk adviseur van den Bond, hechtte hier
na het gouden eerekruis op de borst van
den jubilaris, waarbij ook Z.E. wees op de
vele verdiensten van v. Hamersveld, daar
bij vooral den nadruk erop leggend, hoe
veel hij in het belang van de goede zaak
heeft opgeofferd van zijn persoon, hij en
niet minder zijn echtgenoote. Z.E. besloot
met den innigen wensch, dat het v. Ha
mersveld gegeven moge zijn, dat eerekruis
nog vele jaren te mogen dragen en deze
pauselijke onderscheiding hem ook in de
toekomst moge steunen en schragen in de
moeilijkheden en zorgen, welke onafschei
delijk aan zijn functie verbonden zijn.
Behalve de door Z.Eminentie Kardinaal
Gasparri geteekende officieele mededeeling
van de toekenning van het eerekruis, werd
aan den jubilaris nog een fraai gecalligra-
feerde oorkonde ter hand gesteld.
Zeer onder den indruk bedankte de heer
v. Hamersveld, die geheel onkundig was
gebleven van wat hem te wachten stond,
zoowel den heer Haver, als rector Bots
en allen, die hadden medegewerkt tot de
zen heuglijken avond. Vele felicitaties en
telegrammen waren binnengekomen o. a.
van verschillende afdeelingen, het R. K.
Werkliedenverbond en het R. K. Vakbu
reau.
Gedurende eenige uren bleef men onder
aangenamen kout bijeen, waarbij nog me
nig hartelijk woord van gelukwensch tot
den jubilaris werd gericht.
Amsterdam—Boven-Rijn.
Naar de ,.Tel." verneemt heeft onlangs
de minister van Waterstaat zijn plan, om
poor de verbinding AmsterdamBoven-
Rijn een kanaal door de Geldersche Vallei
be maken, in den ministerraad gebracht.
Naar verluidt zijn daar bezwaren tegen
dit plan gerezen.
Pater Peregrinus Matheeuwissen O.F.M. t
In het klooster te Venray is in den
ouderdom van 59 jaren overleden de zeer
eerw. Pater Peregrinus Michard Johannes
Matheeuwissen O.F.M,
Algemeen Geestelijk Adviseur te R'dam.
Op een daartoe door Z.Eerw. ingediend
verzoek heeft Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aen-
genent-, Bisschop van Haarlem, onder
dankzegging voor de goede en vele zorgen,
aan het Katholiek vereenigingsleven ge
wijd aan den Weleerw. Pater fr. S. van
den Bosch O.F.M. op de meest eervolle
wijze ontslag verleend als algemeen plaat
selijk adviteur van verschillende organisa
ties.
Als opvolger van Pater van den Bosch
werd benoemd de Weleerw. heer G. J. H.
Kerkvliet, thans kapelaan aan de St. Hil-
degardiskerk, die benoemd is tot rector
van het St. Antonius-Gesticht.
HULDIGING VAN
PROF. P. G. GROENEN.
Oud-moderator van St. Augustinus,
Benoemd tot Eere-lid.
Gisteren heeft op feestelijke wijze de
huldiging plaats gehad van den Zeereerw.
TH ooggel. heer Prof. P. G. Groenen, als
afgetreden moderator van de R. K. Stu
dentenvereniging „Sanctus Augustinus".
Hoewel een afscheid steeds iets wee
moedigs in zich heeft, iB dit afscheidsfeest
toch waarlijk grootsch geweest in zijn
soort en de Katholieke studenten van Lei
den hebben zich op loffelijk wijze gekwe
ten van hun taak, om den gevierden hoog-
lcoraar-moderator dank te brengen, mede
namens vorige studontengeslachten, voor
alles, wat prof. Groenen voor de katholie
ke studenten aan de Leidsche Hoogeschoo)
is geweest.
De kerkelijke viering.
De feestelijke huldiging werd des mor
gens begonnen met een plechtige Hoogmis,
in de kapel der Zusters Dominicanessen
aan de St. Jacobsgracht, opgedragen door
den Zeereerw. Hooggel. heer Prof. P. G.
Groenen. Zijneerw. werd bij het H. Mis
offer geassisteerd door den Zeereerw. pa
ter G. Dolle, opvolger van prof. Groenen
als moderator, en den Weleerw. zeergel.
hoer Mr. J. van Balgooy, resp. ,als diaken
en subdiaken, terwijl de weleerw. pater
Meyknecht als ceremoniarius fungeorde.
Na het Evangelie hield de moderator
van St. Augustinus, do zeereerw. pater G.
Dolle, een korte toespraak, waarbij zijn
eerw. naar aanleiding van de woorden uit
het Boek Ecelesiasticus: „Time Dominum,
sacerdotes Illius sanctifica" wees op de
beteekenis van Groenen als priester voor
do studenten.
Spr. noemde deze huldiging zoo mooi,
omdat zij gold een hulde aan den prios'-er
juist om zijn priesterarbeid. Daarom vroeg
spr. allen God te bedanken voor het vele,
dat prof. Groenen voor hen gedaan heeft
en Hem te vragen, dat God den scheiden
den moderator kracht en gezondheid ge
ve, opdat hij nog veel voor de studen
ten zou mogen doen.
Een zangkoor uit de studenten zong de
liturgische gezangen.
Na afloop der H. Mis, die door vele stu
denten en oud-studenten werd bijgewoond,
vereenigden allen zich aan een gemeen
schappelijk ontbijt in het „Eigen Huis"
aan het Rapenburg 24.
De Feestvergadering.
Nadat des middags in den tuin van het
vereenigingsgebouw een photo van den
Augustijner-vader, omringd van zijn stu
denten en genoodigden was gemaakt, had
ten Eigen Huize een feestvergadering
plaats ten afscheid aan den afgetreden
moderator.
Onder de zeer vele aanwezigen merkten
we behalve prof. Groenen o.tn. op de zeer
eerw. heeren pater G. Dolle, moderator,
pastoor Th. M. Beukers uit Leiden, pastoor
Hoogeman uit Amsterdam, een goed vrioud
van prof. Groenen, den rector magnificus
der Leidsche universiteit, prof. jhr. W. J.
M. van Eysinga, prof. dr. W. Keesom, dr.
Niemer, lid van den Raad van Beheer van
St. Augustinus, en echtgenoote, enkele fa
milieleden van prof. Groenen, vele leden
en tenslotte vele oud-leden.
Toen allen plaats hadden genomen,
nam de praeses van St Augustinus, de heer
P. Feldbrugge, het woord om allereerst
allen, die tegenwoordig waren, dank te
zeggen, dat zij de uitnoodiging om deze
huldiging bij te wonen hadden aanvaard.
Spr. deelde hierna mede, dat bericht
van verhindering was ingekomen van Z.
D. H. Mgr. Aengenent, bisschop van Haar
lem, pastoor van Noort, oud-ministers
Aalberse en Ruys de Beerenbrouck,
van Mgr. Taskin, pater v. d. Helm en pa
ter de Goede.
Toespraak praeses Feldbrugge.
Spr. noemde het een eer en een groot
voorrecht namens alle Augustijnen den
scheidenden moderator te mogen toespre
ken.
Het feestgevoel, aldus spr., dat allen
nu bezielt, is dankbaarheid voor alles, wat
prof. Groenen heeft gedaan, èn voor de
vereeniging èn voor de leden individueel.
Dankbaarheid, voor zijn energie en zijn
werkzaamheden, dankbaarheid voor zijn
raadgevingen aan de vereeniging, maai
vooral voor zijn warm vriendenhart voor
alle Augustijnen, voor zijn hartelijke woor
den voor ieder, die hem om raad vroeg,
voor zijn opwekking voor ieder Augustijn,
die mot zijn zorgen bij hem kwam.
Dankbaarheid jegens den professor be
zielt ons, aldus spr., den ganschen dag en
toen we hem vanmorgen aan het altaar
zagen, hebben we God geloofd en gepre
zen, omdat Hij ons Groenen heeft gegeven
en Hem gesmeekt aan prof. Groenen het
hemelsch loon te geven voor zijn werken
voor de Augustijnen.
Praeses Feldbrugge zeide vervolgens,
dat men gemeend had prof. Groenen zóó
niet te kunnen laten gaan en spr. bood
hem vervolgens, namens de ver., met de
verzekering, dat men zijn belangstelling
op hoogen prijs zal blijven stellen, het
eere-lidmaatschap der vereeniging aan.
Hierna reikte spr. prof. Groenen op de
gebruikelijke wijze den benoemingsbul
over, waarop een spontaan Io Vivat los
barstte, dat door allen werd medegezon
gen.
Toespraak praeses huldigings
commissie.
Vervolgens was het woord aan dpn heer
mr. Th. Fleerkamp, die als voorzitter der
huldigingscommissie wees op den arbeid,
de toewijding, de groote werkkracht van
prof. Groenen als moderator, welke hij als
oud-praeses van zoo nabij had leeren ken
nen. Jaar in, jaar uit heeft prof. Groenen
de bestuursleden wegwijs gemaakt en ben
bijgestaan, wanneer men zijn hulp vroeg.
Groenen was de man, waarom alles draai
de, die alle mores kende, die de wet bij
na droomde, kortom de rechte man op de
rechte plaats. Hij was ook de moderator,
wien, wanneer het de studenten betrof,
niets teveel was en die zich geheel wist
to geven, vooral daar, waar het de Katho
liciteit zijner Augustijnen gold.
Wat het zeggen wil moderator te zijn
van een studentenvereeniging? De men
tor te zijn van de R. K. spes patriae, hen
te leiden, hen te raden in hun talrijke
zwarigheden en zorgen, hun dat onont
beerlijke zelfvertrouwen te geven, hon
levenswijs te maken, klaar voor de maat
schappij. Een moeilijke, doch bij welsla
gen ook een dankbare taak. En dat prof.
Groenen geslaagd is kunnen allen getui
gen. Hij wist mot zijn Augustijnen mee te
leven, zich te verplaatsen in hun .tudcn-
ticose psyche. Daardoor heeft Groenen
allen zich tot vrienden gemaakt en was
het dus geen wonder, dat allen, spontaan
hebben bijgedragen om hem een stoffelijk
blijk van aandenken te geven.
Spr. deelde daarna mede, dat men door
den beeldhouwer A. W. van der Winkel
had doen ontwerpen een borstbeeld, voor
stellend den H. Augustinus. Het ontwerp
was gereed, doch het bronzen afgietsel
kon men niet tijdig genoeg meer in bezit
krijgen, weshalve spr. zich ertoe moest
bepalen het beeld in gips aan te bieden.
Spr. hoopte tenslotte, dat later het bron
zen beeld in de kamer van prof. Groenen
een plaats moge krijgen, om op die wijze
tot in lengte van dagen getuigenis af te
leggen van de dankbaarheid der Augustij
nen voor den persoon van prof. Groenen.
Toespraak mej. Jo Vonk.
Een hartelijk applaus volgde op deze
toespraak, waarna mej. Jo Vonk namens
de meisjesstudenten het woord nam, om
prof. Groenen nog eens van harte te dan
ken voor al hetgeen hij in het bijzonder
voor haar is geweest en heeft gedaan. Zijn
warme belangstelling en intens medeleven
gaf den meisjes moed en kracht tegenover
do mannelijke collega's bij het indienen
van plannen, die toch heusch in het belang
der vereen, bedoeld waren. Spr. is er dank
baar voor, dat prof. Groenen heeft begre
pen, dat een aparte meisjesafdeeling geen
overbodige luxe is. Dankbaar is spr. ook,
omdat prof. Groenen den meisjes naast
do studentenvreugde en -jolijt ook gaf de
Congregatie, waarin men behalve een in
nige levensbeschouwing ook een diepe
blijdschap vermocht te vinden.
Toespraak Rector Magnificus.
Vervolgens werd het woord verleend
aan prof. van Eysinga, rector magnificus
der Universiteit, die het een buitenge
woon genoegen en voorrecht noemde uit
genoodigd te worden, om in dezen intiemen
ftestkring tegenwoordig te mogen zijn en
spr.s vreugde steeg nog meer, toen hem
vergund werd het woord te mogen voeren.
Hoewel niet katholiek zijnde, zeide prof.
van Eysinga met bijzonder genoegen, met
to meer genoegen zelfs te willen spreken.
Over zichzelf sprekend, zeide hij ver
volgens van zijn jeugd af, voordat hij Les-
sing's „Nathan der Weise" had gelezen,
doordrongen te zijn geweest van het
kunststuk, dat godsdienst heet.
Spr. vindt dat terug in het protestantis
me, evenals bij zijn leermeester, een diep
reloovigen Jood, ptof. op, enheim, nu
Staatsraad, maar men zal begrijpen, dat
een niet-katholiek ook het mooie kan zien.
dat St. Augustinus biedt.
Spr. memoreert wat de vorige praeses
van St. Augustinus bij die mooie bijeen
komst in het universiteitsgebouw, verle
den jaar gezegd heeft: Alles, wat gij doet,
dat gij dat doet an den naam van uwen
godsdienst. Dat heeft spr. toen getroffen
evenals hem steeds treft de opening der
bijeenkomsten en hetgeen op die bijeen
komsten behandeld wordt. Het meest ge
troffen was spr. echter door die uitnoodi
ging op een mooien zomermorgen ter bij
woning eener H. Mis in de St. Lodewijks-
kerk. Daar nam spr. kennis van de groote
liefde, de groote toegenegenheid, die prof.
Groenen zijn studenten toedroeg. In het
bijzonder nochtans trof het spr., hoe na
de Mis de studenten tot prof. Groenen
naderden, om uit zijn hand te mogen ont
vangen datgene, wat in den katholieken
godsdienst het heiligst is.
Prof. van Eysinga vraagt of een mode
rator niet veel meer beschouwd moet wor
den als een protector, omdat de studenten
altijd hebben mogen genieten van zijn be
scherming in de vele moeilijkheden, die
zij te doorstaan hebben.
Spr. besluit tenslotte met een zeer har-
telijken gelukwensch aan prof. Groenen,
erop wijzend, dat deze dag hem ongetwij
feld veel geluk moet brengen na den 20-ja-
rigen arbeid, die hemzelf wellicht ook vele
moeilijkheden moet gebracht hebben.
Een hartelijk applaus en een spontaan
„Vivat Academia" volgde op deze welge
meende toespraak.
Verschillende sprekers.
Hierna werd nog door verschillende
sprekers het woord gevoerd, waarbij we
moeten volstaan met do vermelding der
namen van de woordvoerders:
De heer S. P. Leeuwens bracht prof.
Groenen dank namens de afd. „Eigen
Huis", do heer J. J. Jungerhans namens
het bijzonder werk, dat prof. Groenen
voor de Congregatie deed, de heer A. Pee-
ters namens de vier Debatingclubs, de
heer van Schindel namens de tooneelver.
Agab en tenslotte de heer mr. A. de Groot
uit Rotterdam namens de oud-leden. De
laatste spreker wees er in het bijzonder
op, dat er één troost blijft, dat n.l. Groe
nen aan de Unie blijft en dus in het stu
dentenleven.
Telegrammen.
De praeses van St. Aug. deed daarna
voorlezing van de ingekomen telegrammen.
Deze waren de volgende. Van den Bis
schop van Haarlem: „Hulde en beste
wenschen". Verder: van prof. Welschen,
pater do Veer, van de Roermondsche oud
priesterstudenten Goessens, Cersondert,
Hennekens, Op de Coul en Kruytzer, van
mr. Leesberg uit Alkmaar, en voorts van
de studentenver. Albertus Magnus en Fran-
ciscus Xaverius en vele leden en oud-leden.
Dankwoord prof. Groenen.
Dan was het woord aan prof. Groenen,
die begon met t» zeggen, dat het hem niet
gemakkelijk viel uiting te geven aan de
vele gevoelens, die hem bestormden.
Vóór alles beheerschte hem een groot ge
voel van dankbaarheid voor de vele woor
den van hulde en dank tot hem gesproken,
zoovele zelfs, dat hij ze niet gelooft waar
dig te zijn. Als hij iets gedaan heeft voor
Augustinus, dan is hij er God innig dank
baar voor, dat hij het voor Augustinus
heeft mogen doen.
Spr. werpt dan een terugblik op do af-
geloopen 20 jaar, die hem vandaag zoo le
vendig voor den geest staan. Hij denkt te
rug aan zijn eersten gang naar Augustinus,
toen zoo klein, nu zoo groot, zoo flink en
degelijk. Wat al personen heeft spr. in die
jaren ontmoet en hoevelen zijn er van hen
niet weggegaan I Hen allen heeft spr.
des morgens herdacht aan het altaar, doch
hij heeft tevens gedacht aan de studenten
van thans en die in de toekomst en voor
hen Gods zegen en genade afgesmeekt.
Spr. is dankbaar, dat dit afscheid is begon
nen met een H. Mis, omdat hij toen zich
nogeens omi'ingd wist door hen, wier leven
hij zoo lang heeft medegeleefd.
Prof. Groenen wijst dan nogmaals op
de groote schat, die de studenten hebben
medegekregen in hun heilig geloof en hij
wenscht niets vuriger dan dat zij dat mo
gen uitdragen en versterken!
Dank brengt spr. voor de tegenwoordig
heid van zoovelen, dank ook voor het
beeld van St. Augustinus, hem geschon
ken en dat hem vooral zal herinneren
aan de groote liefde, die deze heilige heeft
uitgedragen tot zoovele menschen, ook al
behoorden zij niet tot de katholieke kerk.
Dat voorbeeld zal hem helpen herinneren
groote liefde te koesteren voor zijn stu
denten.
Spr. dankt vervolgens don praeses voor
zijn woorden en zegt, dat hij een verkla
ring wil geven van zijn heengaan, 't ls
niet voo'- zijn gezondheid of om andere
redenen zooals gezegd werd, maar louter
uit liefde voor St. Augustinus. Spr. voel
de, dat hij zich niet meer geheel kan ge
ven en dat hij daarom heeft willen plaats
maken voor een ander, die meer kan doen
dan hij.
Spr. dankt vervolgens vooral den prefect
der Congregatie en zegt met opzet nooit
in de vergaderingen tot Congregatie-be
zoek te hebben aangespoord, omdat hij
meende, dat ieder uit eigen vrijen wil zich
daartoe aangetrokken moest gevoelen.
Na een bijzonder woord van dank ook
aan den rector magnificus uit spr. den
wensch, dat de studenten van St. Augusti
nus zien altijd zuo mogen geuragen, dai zij
door de Alma Mater als een voorbeeld
mogen gesteld worden.
Een hartelijk dankwoord richt spr. ook
tot pastoor Beukers, wiens gastvrij dak
altijd voor spr. heeft opengestaan en van
wiens pastorie hij altijd, tot heden toe nog,
den sleutel heeft mogen dragen, om toch
maar lang bij zijn studenten te kunnen
blijven.
Tenslotte dankt spr. pastoor Beukers,
die de groote hulp en stuwkracht geweest
is bij het zoeken en vinden naar een Eigen
Huis.
Na achtereenvolgons allen, die tot hom
het woord gericht te hebben hartelijk dank
gezegd te hebben, kwam spr. tot zijn af
scheid.
Ik blijf, al ga ik weg, aldus spr., met u
verbonden als Unie-moderator. Ik blijf
meer met u verbonden dan alleen door
dien band. Ik heb mij 20 jaar lang gege
ven.... Wat ik eenmaal heb gegeven, dat
blijft gegeven. De aangenaamste jaren van
mijn leven heb ik bij u doorgebracht. Mijn
hart voor nu en voor altijd.
Na het dankwoord van prof. Groenen
kwamen velen hem de hand drukken ten
afscheid.
Vervolgens bleef men nog eenigen tijd
gezellig bijeen onder een thé musical.
Des avonds te half zeven was er een
feestdiner in café restaurant „In den Ver
gulden Turk", waar het recht gezellig toe
ging en de toasten niet van de lucht wa
ren.
Na afloop van het feestdiner volgde tot
slot een réunie op het „Eigen Huis",
KATWIJK.
GEMEENTERAAD.
Begrootings-behandeling. De
Kwakelbrug vervalt. De afslui
ting der duinen.
Vrijdagavond zou de Raad in openbare
vergadering bijeenkomen als voorzetting
der vergadering van 1.1. Woensdag. Het pu
bliek, dus ook de pers had echter het twij-
welachtig genoegen te mogen wachten tot
ruim 9.15, omdat tevoren de raad een ge
heime zitting hield, vermoedelijk in ver
band met de plannen voor het nieuwe
Raadhuis.
Voorzitter: burgemeester Schokking. Af
wezig dr. Eijkelenboom.
Begonnen werd aan de artikelsgewijze
behandeling gen.eentebegrooting. Allereerst
de uitgaven.
Volgn. 145, bij salarissen werd het salaris
van den heer v. d. Schee met 100 ver
hoogd. Bij volgn. 167 subsidie Burger
wacht stelde de heer v. Tongeren voor den
Vrijw. Landstorm 50 subsidie te geven.
Dit voorstel werd verworpen met 10 tegen
4 stemmen, tegen de heeren Parlevliet,
Meerburg, Lodder, Hueting, v. d. Bent. de
Jong. Grimbergen, Kruyt, Ouwehand, Dub
beldam. Bij de post subsidie Burgerwacht
wenschte de heer v. d. Bent geacht te
hebben tegengestemd. De heer Guyt stel
de voor de subsidie aan de Politieschool te
Hilversum niet toe te staan. Na verdedi
ging door den voorz. trok de heer Guyt
zijn voorstel in. Bij volgn. 172 vroeg de
heer J. v. Duyn het woonwagenkamp te
verplaatsen. Waar het nu is, is het een er
gerlijke toestand. Ook onhygiënisch. De
toestand is daar onhoudbaar voor de be
woners in die omgeving. Alle leden zullen
naar een andere, betere plaats uitzien
waarna B. en W. zullen voorstellen het te
verplaatsen. Bij 173 vestigt de heer v. Ton
geren de aandacht op het minder gebruik
maken van de kostelooze vaccinatie en wil
Gemeentelijke Aankondiging
Afsluiting Span jaar d«f)rug.
Burgemeester en Wethodders- van Ll$
brengen ter algeme^ne Kennis dat in
band met het verri^hteii van herstellings.
werken aan de Spahjaahfdsbrug, die brug
vanaf 3 December fis. ft&t nadere aankon
diging voor alle verkeek a^l zijn afgesloten,
zullende in het vgrkeer \^jor voetgangers
en wielrijders wojfclen voontien door mid«^
del van een pontjé.
A. VAN DE SANDE/BAKHUYZEN
v" Burgemeester.
VAN STRTJEN, Secretaris.
Leiden, 1 December 1928.
B. en W. van Leiden; Gezien het ver-
zoek van A. E. van der Voet om vergun
ning tot het pprichteïi van een onder-
grondsche bewaarplaats voor benzine met
bovengrondscha a,ftapinrichting in en op
den Morschweg ^óór het perceel Morsch-
weg no. 21; T
Geven kenras aan het publiek, dat ge
noemd verzoet met de bijlagen op de Se
cretarie dezef gemeente ter visie gelegd
is, alsmedeldat op Zaterdag, den 15en'
December e/kj des voopn .te half elf uur
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden
gegeven on^ bezaten tegen dit verzoek
in te brengen.
Agenda
ZOETERWOUDE DORP.
Dinsdag. R. K. Volksbond. Lezing. Toe
gankelijk voor allen. Patronaat
7 1/2 uur.
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagavond der
apotheken wordt van Maandag 3 tot
en met Zondag 9 Dec. waargenomen
door de apotheken van de H.H. G. H.
Blanken, Hoogewoe-rd 171, telof. 502
en D. J. v. D r i e s u m, Mare 76, telef.
daarom die post verlagen. De heer J. van
Duyn meent, dat als de Doktoren zooveel
minder werk er aan hebben en dus niet
het geld verdienen, zij het niet zullen aan
nemen.
Bij 194 wijst de heer Grimbergen op het
geen staat in de memorie van toelichting
betreffende de slechte toestand van ira
Kwakel en het eventueel verdwijnen van
deze brug zooals B. eai W. voornemens zijn,
Spr. is het hiermede lang niet eens. De
brug is z.i. zeker gewenscht. Met vaartver
betering heeft dit niet te maken want als
de Kwakel vernieuwd moet worden kan
deze breeder worden gemaakt.
De heer Meerburg zegt, dat het gebruik
van de-brug is miniem is en het is een hin
der voor de scheepvaart die z.i. steeds ach
tergesteld wordt. De heer Parlevliet zegt,
dat de loggers er nu niet door kunnen. De
heer Hueting zegt, niet het dringende er
van in te zien dat de brug blijft. Ook de
heer v. Riessen is het hiermede eens. Wet
houder Ouwehand zegt dat het recht van
de sterkste hier geen doorslag mag geven.
Van de uitspraak van de raadsleden uit
Katwijk aan den Rijn, zal spreker zijn stem
laten afhangen. Zijn de leden uit Katwijk
aan den Rijn het unaniem eens dat de
burg gewenscht is, zal spr. voorstemmen.
De heer Grmbergen spreekt nog voor het
behoud. Dr. Hueting kan de groote wen-
sohelijkheid niet inzien. Met 13 tegen 1
stem. die van den heer Grimbergen wordt
besloten de brug te laten vervallen. Bij
volgn. 196 zegt de heer v. Riessen de post
van gemeeiitetuimnan een gewichtige be
trekking te vinden. Spr. zou er een aparte
tak van dienst van willen maken. De voor
zitter zegt, dat zulks eerst in commissie
vergadering besproken zou moeten worden.
Dr. Hueting zegt, dat het wel de bedoeling
van den heer v. Riessen is dat het sala
ris van den tuinman wordt verhoogd van
daar deze wijzi^in". De voorzitter wijst er
op dat in vorige zitting een dergelijk ver
zoek om verhooging van jaarwedde met
algemeene stemmen is afgewezen. Bij 196
zegt de heer Grimbergen met genoegen ge
zien te hebben dat een post is uitgetrok
ken voor een nieuwe beschoeiing in het
Overrijn. De heer J. v. Duyn wijst op het
slechte stukje straatweg vanaf Achterkerk-
weg tot Call e weg. Spr. zou vanaf het hek
der begraafplaats het wandelpad weer tot
rijwielpad willen maken. B. en W. zullen
deze zaak onderzoeken. Bij 282 vraagt de
heer J. v. Duyn om werklieden in gemeen
tedienst of werk door de gemeente uitbe
steed, die bij de arbeidsbemiddeling staan
ingeschreven, om de 3 weken te verwisse
len. Weth. Ouwehand zegt dat als het werk
dit toelaat, dit steeds gebeurt en ook nu
in de bepalingen staat opgenomen. Bij het
desbetreffende artikel wordt gewezen op
een besluit genomen door Rijnland doch
dat door Ged. Staten nog goedgekeurd
moet worden, over afsluiting der duinen.
Weth. Ouwehand wijst er op dat dit voor
Katwijk als badplaats van zeer groot be
lang is en zegt dat hiertegen door verschil
lende bestuurscolleges reeds is geprotes
teerd. Het zal de volle aandacht hebben
van B. en W. Bij No. 74 wijst dr. Hueting
er op, dat door de nieuwe regeling waar
door inplaats van 50, thans 65 opcenten op
de Hoofd. Omslag worden gelegd, de op
brengst 6000 hooger is hetgeen aanvanke
lijk de bedoeling van den raad niet was.
Do voorz. zegt, dat zulks het geval is
doch de meerdere opbrengst is mede ver
kregen door de hoogere schatting der pan
den door het Rijk. Er zijn er ook velen die
thans niets betalen. Spr. adviseert het nu
zoo te laten omdat deze post van inkom
sten op een andere manier moet worden
gevonden. Besloten.
De begrooting wordt z.h.st. aangenomen
met de volgende cijfers:
Gewone ontvangsten en uitgaveD
4S5049.56 1/2. De kanitaaldienst: ontvang
2—1