GERO ZILVER Z BOEKEN-NIEUWS WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD. Dl ti&it SAEÜDERS' BasSsèep Ij recht was alleen bestemd voor de burggra vin en riddervrouwen Beter was bet dat ze het asylrecht van kerk on kerkhof probeerden te beperken. Het kerkplein was zoo langzamerhand een verzamelplaats geworden voor allerlei ge spuis dar, als de avond gevallen was, de stad introk, daar het een of ander stal en dan als een haas naar de vrijplaats rende. Daar varen ze buiten schot van den schout, en dikwijls gingen ze daar boven een vuurtje do gestolen kippetjes' braden en er-een kléin feestje van maken. Daar moest een eind aan komen en de geestelijkheid werkte dan ook mee. In 1376 werd krachtens beschikking van bisschop Arnold aan Leiden een aanzien lijke beperking van het asylrecht toege staan. Verschillende soorten van misdadi gers mochten, als hun misdrijf door getui gen bewezen was, door de schout en zijn dieitarm zonder meer uit de kerk of van het kerkhof gehaald worden. lil andere dingen deed het stadsbestuur echter wel eens een oogje toe zonder daar- bij op de wei sch der geestelijkheid te let ten. Het was bijvoorbeeld in het algemeen verboden te dobbelen of gemaskerd op straat te loopen. Maar wanneer de lands heer, of zijn vrouw en kinderen, in de stad waren, had de stadsregeering de gemoede lijkheid var. een agent op Oranjedag, dan mocht men dobbelen zooveel men wilde „sonde? verbuernissed.w.z. zonder dat er boete op stond. Ook bet mommen schijnt dan geoorloofd geweest te zijn. Trouwens, Vastelavond en Driekoningen genoten ook dit privilege, waarin ook het Meifeest deel de. Hoe de geestelijkheid ook trachtte dit tegen te gaan, hierin bleef het stadsbe stuur te L'tkcch. zelfs al weigert eenmaal de pastoor van St. Piet er met het H. Sa crament op straat te komen zoolang in zijn parochie nog zoo'n overblijfsel uit het hei dendom bleef bestaan. Zoodra liet echter meer uitwendige din gen betrof schenk hel stadsbestuur al zijn aandacht aan kerkelijke aangelegenheden. Zoo benoemde het bijv. de godshuismees ters of kerkmeesters. St. Pictcr had er vier, die toezicht hadden op bezit en in komen van de kerk en dit beheerden. Aan gerecht en vroedschap moesten ze rek jning en verantwoording doen, en ieder jaar werden op St. Pietersavond (21 Febr.) nieu we kerkmeesters benoemd. In het laatst van de 14e Eeuw was er nog bepaald dat ze minste as zeven jaar burger moesten ge weest «ijn en niet in het gerecht mochten zitten tijdens hun kerkmeesterschap. Ook bij de greote ramp die de Pieters kerk trof achtten de heeren van de stad zich verplicht te helpen, maar hier zal hurl eergevoel hen vooral wel aangespoord heb ben. Eergevoel, want in de eerste plaats betrof het de hoofdkerk van Leiden, en in de tweede plaats zou hun naam dan im mers als weldoener genoemd worden. BOUWKUNST. Handboek tot de Geschiedenis der Nerierlandsche Bouwkunst door Frans Vermeulen. Martinus Nij- hoff, Den Haag. Met geschiedenissen der Nederlandsehc bouwkunst zijn we niet rijk bedeeld. Er is een Duitsch werk van Gallas, maar dat is van 1890 en Duitsch Er is een werk van Prof. Weisman, het welk heel mooie platen beeft, waarvan vele meer mooie illustraties zijn, dan dat ze den tekst werkelijk toelichten, terwijl die tekst niet altijd volkomen betrouwbaar Schijnt te zijö. AVij voor ons hebben het steeds met de grootste omzichtigheid gebruikt en op bepaalde onderdeelen steeds tijdschriftar tikelen geraadpleegd. Wij mogen gerust be weren, dat de bouwkunst in de 19de eeuw het stiefkind der cultureele belangstelling is geweest. Van alle kunsten werden histo ries geschreven, maar langen tijd leed. de kunst, die historisch de Hoeder en de eer ste verzorgster van alle anuere kunsten was, onder het vernietigend oordeel, dat zij geen kunst was. Daarom heeft rnen in de 19de eeuw ook hoel ijverig zooveel mo gelijk de gedenkteokenen, groot ca klein, die het volledigst de geschiedenis der bouwkunst illustreercn, afgebroken. Het mag nog verwondering baren, dat niet al onze mpoio G ithisr.be kerken tot puin zijn geklopt ten behoeve van grint- en maca- dam-wegen. De groote mannen, die ons voor de schande bewaard hebben, dat niet alles met doQ grond gelijk werd gemaakt, zijn de bouwmeester Dr. Cuypers en V'ntor de Stuers. Zij hebben hun ijverige depten ge kregen de zin voor bouwkunstig-schoon is weer ontwaakt-, en men heeft gevoeld, dat de traditie een machtige factor is in liet cultureele leven van een volk Er is een Rijksbureau voor Monumentenzorg geko men. Dank zij dit lichaam en een paar par ticuliere vereenigingeu, komt de afbraak- woede meer en meer tot staan, als is alle gevaar nog niet van de lucht. Het Spreekt vanzelf, dat. men nergens beter dan aan bovengenoemd bureau op de hoogto is van wat Nederland nog bezit aan bouwkundige merkwaardigheden, waarin zich do schoonheidszin der voorge slachten uitte. En wanneer dan een hoofd commies 'van dit bureau, die ee<i zeer we tenschappelijk en tevens een zeer artistiek man is, met een diep inzicht in d.9 historie, en met een wijsgeerigen blik, door Marti nus Nijhoff wordt aangezocht om ïijn serie handboeken te verrijken met een geschie denis dor Nederlandsche bouwkunst, dan weten wc reeds a priori en trouwens otk uit zijn antecedenten, dat dit werk goed kan zijn. En zoo heeft Fraus Vermeulen zich dan aan den arbeid gezet. Het werk zal verschijnen in twee deelen tekst cn twee deelen platen. Daar.-*" is thans het eerste deel met het bijbehooron- de deel platen verschenen. 7n dit deel worden behandeld de wordingsgeschiedenis en de bouwkunst als ruimtekunst, en op welke wijzen het ruimtegevoel sprak in verschillende tijdperken onzer historie. Uit een en ander leidt de schrijver twee hoofd richtingen af: „Beuri-elings geeft nu eens de Middeleeuwsche of Germaanscli-' hris- telijke, dan weer de klassieke lijn Ie rich ting aan. Sinds het laatste kwart der 17e eeuw zal onze indeeling rekening moeien houden met. do alles doortrekkende stroo- mingen van den Franschen invloed". Uit deze inleiding voelt men, da£ wijsgeerig- aesthetische o crwegnigen aan de saroen- stcling van het werk niet vreemd zijn ge weest, terwijl toch hot vermoeicnd-ab- stracto van een louter bespiegelende acsthetica er vreemd aan is gebleven. Er is niet meer wijsbegeerte in, dan tot goed verstand noodzakelijk is. Wie over de wijs begeerte Ier kunst nader Wenscht te wor den ingelicht, vindt achter de Inleiding een uitvoerige bronnenopgave. Een volgend hoofdstuk bespreekt de bronnen en de lit teratuur speciaal voor de Nederlandsche bouwkunst in liet algemeen. Een verrassing was het ons, dat de schrijver zijn voorgeschiedenis aanvangt met de bespreking van het t'jdperk der bunnebedden en grafheuvels, die sinds een zwerftocht langs den Hondsrug onze ver hoogde belangstelling hadden gewekt. De bespreking van deze gedenkteekenen eener eeuwenoude jnimitieve beschaving lost vele vragen op, die we ons destijds oteldeu. Go- woonlijk immers ontbreekt aan leeken op dit gebied de tijd de bestaande uitvoe rige monografieën te lezen. Na een over zicht over het Bomeinsche tijdvak hier te lande, "olgt de bespreking van de grond slagen der Christelijke bouwkunst, -u van de basiliek in 't bijzonder, omdat >:i de vroegere Middeleeuwen onze voorvader, n hieraan meermalen het hoofdtype voor den kerkbouw ontleenden. Evenwel blijkt uit de bespreking van het Voor-Jlomaansche tijd perk ook, dat herhaaldelijk, vooral in 't Noorden des lands, de grondslagen der kerk verden gevormd door de oud-heiden- sche tempels (Odoorn, Diever, Eelden, Oosterland, enz.) Heel uitvoerig wordt dan besproken do Vrneg-Bomaanseho pe riode, de verschillende llomaansche bouw- stólsels in Nederland, vervolgens het Go tische stelsel en de Gothiek in Nederland gedurende de Middeleeuwen. De twee slot hoofdstukken behandelen do militaire bouwkunst en de burgerlijke bouwkunst der Middeleeuwen. Aan het slob van elk hoofd stuk vindt men steeds een uitvoerige op gave van bijzondere bronnen. Tusschen den tekst zijn tal van teekeningen geplaatst, van grondplannen, muurornament, zuilka- piteeleu, traceeringen, enz. die steeds heel gelukkig een én ander toelichten. Die tekst zelf is zaakrijk maar zeer onderhoudend beschreven, zoodat een leek ze met belang stelling kan volgen. Voor het ontwikkelde publiek is het werk ev3n belangrijk als voor den vakman, den kunstenaar en ieder die op eetie of an-deïe wijze nader bij de bouwkunst is geïnteresseerd. Bovendien zijn uitvuerige registers van plaats-, per sonen- en zaaknamen toegevoegd, die ie practisehe bruikbaarheid verhoogen. Naast dit deel tekst vindt men, wc zeiden, een deel platen. In het geheel zijn er 315 afbeeldingen op 327 platen. Deze platen, waarnaar in den tekst steeds weer wordt verwezen, geven een prachtig over zicht van wat aan öouwkunstige merk waardigheden uit de Middeleeuwen nog over hebbon, kerken, kerkinterieurs, torens, poorten, enz. Voor een groot deel zijn dit foto's die speciaal voor de totstandkoming van dit werk zijn genomen. Alle zijn zo bijzonder scherp, een lust voor de oogen. Zooals alle deelen uit de serie Nijhoff's handboeken is ook dit op keurige wijze typografisch verzorgd. Het is een boek, waarop de steriotiep geworden uitdrukking, dat het in een lang gevoelde behoefte voorziet, nu eens geheel van toe passing is. Het voldoet in een behoefte, want we hadden niets op dit gebied, dat eenigszins bevredigde, dat zoo spoedig en wetenschappelijk was en tevens zoo helder voor den leek. Nn. Geen lang gerekte beschrijvingen, zei- de de hoofdredacteur van een Amerikaansch blad tot een personage, dat hem sensatie- berichten verschafte. Pers ze wat samen tegen het eind, zoodat er actie in het slot zit. Waarop de man dit einde maakte aan zijn eerstvolgend verhaal: De schurk nam een Schotschen wisky, zijn hoed. afscheid, geen notitie van zijn vervolgers een revolger uit zijn heupzak, en ten slotte zichzelf het leven. Klaas Taai (op een stillen landweg) tot voorbijganger: Wilt u even mijn jas vast houden en die van Jan. We gaan er even tjes om knokken, wie van ons beiden jouw .ïorlozie krijgt. Is u de eonig overlevende van de trein botsing? Hoe ging dat dan? Ik heb den trein gemist. Vrouw: O, Karei! Jantje heeft een groene rups opgegeten. Man (verstrooid): O, dat zal hem geen kwaad doen, vrouwtje, maar je mag toch wel tegen hem zoggen, dat hij geen onrijpe dingen moet eten. Ik zag je vrouw gisteren op straat, maar ze bleek me volstrekt niet op te mer ken. teld! Ja, ze heeft me zooiets daarvan ver- PUBLIEKE VERMAKELIJKHEID. Zate rd a g 10 November. Er zijn van die publieke vermakelijkheden, die "het menschdom blijvend interesseeren en waarvoor de belangstelling van het pu bliek steeds blijft bestaan. Voor^ verreweg de meeste vermakelijk heden is de publieko belangstelling steedi verschillend nu eens grooter, dan weer kleiner, en omdat er niets grilliger is dan het noodlot en de sympathiëen der massa, worden dezelfde menschen, die vandaag nog werden bejubeld en toegejuicht mor gen aan de schandpaal gehecht en met smaad overladen. Niet alzoo het huwelijk, waarvoor waarschijnlijk wel vanaf de dagen van Adam en Eva de grootste belangstel ling bestaat. Ik wil nu niet. bespreken het feit dat er ondanks de afschrikwekkende voorbeelden nog maar steeds menschen worden gevon den, die het wagen zich te hullen in een eostuum, dat zij zich speciaal hebben la ten aanmeten voor bruiloften en begrafe nissen en die gedekt met een kachelpijp aan den arm eener bruid het Stadhuis bin nen waggelen, o neen, iederen begaat op zijn tijd wel eens een domheid, maar ik doel hier speciaal op de belangstelling, die er bij het publiek bestaat, als het eens an- dèrs huwelijk geldt. Dan wordt die trouw partij zuiver als een publieke vermakelijk heid beschouwd, want waarom zou er an ders zoo'n massa mensehen naar de kerlf tijgen, waar een huwelijksvonnis voltrok ken wordt? Zoo gauw men een van beide slachtoffers ook maar even kent of meent te kennen is er belangstelling en alles, het heole huishouden, de melkboer, het eten en de kruidenier, wordt in de steek gela ten om op het „moment suprème" het bruidspaar te kunnen aanschouwen. Bij die publieke vermakelijkheid wil men be slist aanwezig zijn. Ik weet niet meer wat er op een mof gen, een paar weken geleden, bij mij thuis aan de hand was, maar er was een „trouwtje" en mijn toekomstige weduwe kon de huwelijksvoltrekking onmogelijk met haar tegenwoordigheid opluisteren. Dus werd ik er heen gestuurd om te gaan zien en een getrouw verslag te kun nen uitbrengen. „Hoe was het" vroeg mijn ëga bij mijn thuiskomst. „Mooi" antwoordde ik. „Wie waren er allemaal, en wie trouwde ze, en was het druk en wat had zij aan?" ratelde ze achterelkaar! „Wie er waren", heb ik niet gezien zei ik, wie ze trouwde daar heb ik ook niet op gelet, het was erg druk en zij had een jurk aan". Een jurk, een jurk! Hoe was ze nou gekleed? „Wel, mensch, een witte jurk met zoo'n lang brok van achter Nadien ben ik nooit meer naar huwe lijksplechtigheden afgevaardigd. Nu moet U eens om ons tot onze omgeving te beperken op een Woens dagmorgen naar het Stadhuis gaan. Dan staan daar aan den ingang drom men menschen, dan rijden daar een stuk of wat glimmende Tijtuigen heen en weer en als dan het eerste rijtuig voor de in gang stil houdt en het bruidspaar is uit gestapt en naar binnengaat, is de voorstel ling afgeloopen. En daarvoor laten ze dan het heele huishouden heel genoegelijk in den steek. Afgezien nu van hot feit, dat je bij brui loften eri begrafenissen nooit in het eer ste rijtuig moet zitten, omdat het in beide gevallen wel zoo prettig is, in een van de volgrijtuigen plaats te kunnen nemen, blijft toch de vraag: Vanwaar die overgroote en nooit verminderende belangstelling bij die huwelijksplechtigheden. O, U kunt er lang of kort over naden ken, ik geloof, dat U stéeds tot deze reden zult concludeeren, dat velen zich nu een maal gaarne verheugen in eens anders ongeluk DANIËL INGEZONDEN MEDEDEELING. EEN WELKOM GESCHENK. De keuZe van een geschenk kost dikwijls heel Wat hoofdbre kens. En toch ken het zoo éénvoudig zijn. Geef fiets in „Gero"! Een gescheijk van Gerq'.Zilvef wordt steeds gewaardeerd. En de collectie biedt ruime keuze niet alleen op het gebied vaj tafelzilver, doch dok in luxe artikelen, thee serviezen, toiletgarni turen enz. Verkrijgbaar In alle' goede zaken. HET GROOTSTE CHRISTUS. MONUMENT TER WERELD. Op de Corcivado-berg bij Rio de Janeiro wordt een Christus-monument opgericht, dat een hoogte bereikt van 98 voet. Dit is heb grootste Christus-monument ter wereld De voet van het monument bestaat uit een kapel die uitgehouwen is uit een 22 voet hoogen rots. De vervaardiger is de Fran- sche beeldhouwer Paul Landowski. ZUINIGHEID MET BELEID. Wanneer men weinig geld in kan krijgen, is de eerste zorg dat men weinig uitgeeft. Wat men besparen kan is het eerst gewon nen en wat men missen kan, moet men achterwege laten. Het allerlaatst moet men willen tparen op het voedsel, want het geld. dat men voor goede voeding uitgeeft, bespaart men aan den dokter en apotheker HIJ VEEGT, HIJ KLOPT, HSJ ZUIGT. Nu maar vegen, kloppen, zuigen Hoover toch is president, Voor wien binnenkort zal buigen Heel dat groote continent. Maar zijn critisch oog zal schouwen En dan tint'len van pleizier. En zijn eerste woord zal wezen Wat een rommel is het hier. Straks gaat men zijn keuze vieren, En dan rijdt hij plechtig rond En dan daalt, waar hij voorbij rijdt 'n Zee van snippers op den grond Maar dan rijdt er nog een Hoover Mede met dat eerbetoon En die veegt of klopt of zuigt dan Heel de stad direct weer schoon. Hoover is tot president van Amerika gekozen. Is hij eenmaal aan 't regeeren In liét groote Witte Huis Dan gevoelt zich daar zijn.ega Zeker wel het eerste thuis Als gewapend met een Hoover, Zij dan door het huis heen rent, Zegt ZijHoover is almachtig En Jij bent zijn president. Spoedig zal het in de Staten Zind'lijk zijn en schoon en net Als bij alle vuilnismannen 'n HooVertje is neergezet En hij zegt als hij die schoonheid Eenmaal zal aanschouwen dan Op z'n echLAmerikaandersch Hoover is nu vuilnisman. Hoover op het Witte Huis en Hoover overal op straat Hoover 's morgens bij het vegen En als hoofd van heel de Staat. Hoover binnen, Hoover buiten Op het land en in de stad. Blijf maar binnen mister Hoover Want er zijn al Hoover's zat. TROUBADOUR. KALENDER DER N.B: Als niet anders wordt heeft in deze week iedere H. \*N en Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG, 11 Nov. Vier Zondag na Pinksteren. Mis (Gebeden, Epistel en Evangelie Qondag na Drie Koningen). H. Martinus} 3e v. h. Octaaf V. brordus i 4e v. cl. H. Mennas. Pr?in Allerh. Drieëenheid. Kleut: Groi-i Tarwe en onkruid groeit or van Christus. D. w, z. in do KerlnV tEvAnJ» hcl iatie. t er en J s: Dicii' angeliel _1f 'X 2e J^1; de eil slechte mensehen (Evang? goeden moeten de slechten verc hebben in hen een gelegenheid rijM e'i liefde te beoefenen (Epistel). De£ '""'j trachten dikwijls het deugdzame *?'1, goeden t e verstikken, gelijk het dj talwo; Bidden wij daarom Gódi?" j*j bescherming af in den strijd slechte Voorbeeld (Gebed j iStilgedT^ dat vertrouwen wij vast, (Conmr ;VC C ons verlossen van onze verdrukt duale). De heilige Geheimen dooi rV" viérd, lUogen ons hiervoor éeh Zijn. (Postcommunio). 1101 'MAANDAG, 12 Nov. Mis v. d.h*n.a Bisschop en Martelaar: Statuit,* üe" Eigen der Heiligen v. h. Bisdofi ne" 2e gebed v. d. Martinus3e v. h, d. II. Willibrordus; Kleur: Rood, De H. Livinus heeft het gëlflo: digd in .do omstreken van Gent sehijnlijk ook in Vlaanderen. Ai door eenige heidenen, werd hen met een tang uit den mond göroi een bijl den schedel gekloofd, DINSDAG, 13 Nov. Mis v. tl. H, Belijder: Justus. 2e gebed v. h. ót ltsc II. Willibrordus j 3e ter (Concede). Kleur: Wit. Om inniger met God vereenififchL trad Didacns, een Spanjaard, initid ter, waar hij een beschouwend lei; ^de Later door Paus Nïcölaas V ïf t rli 'a. Ibrl mis! ziekenzorg, genas de vurige Maris vejje-zieken door hen te teekeiie. ori kruisje met olie uit de lamp, die ria brandde. WOENSDAG, 14 Nov. Octaafsjw€ het feest v. d. H. Willibrordus,19 tuit. (als op 7 Nov.). 2c gebed V. keil phat, Bisschop en Martelaar. Kb va Met den dag groeide het getal a(j vigen aan door de ijvervolle preif-KC den Man Gods". (Kerk. Get.), H. Willibrordus bid voor hot[aar Nederland opdat dc bekeeringf^jcr talrijker mogen worden. DONDERDAG, 15 Nov. Misv.- *c trudis, Maagd: Dilexisti. Geen<j;ertl( Door de overweging der goddet^1^. heden werd de H. Gerti'udis zooinzec spoord tot het beoefenen der <Lfgch zij binnen korten tijd in de chri<} maaktheid zeer ver gevorderd ejn heeft zij geschreven ter bevorder^, godsvrucht. Diep Was haar ini goddelijke dingen. Meer door 1 dende Godsliefde dan door zieq in 1292. VRIJDAG, 16 Nov. Mis v. d. H Belijder: Os Justi. (Zir in hetl der Heiligen v. h. Bisdom Haar] Credo. Kleur: Wit. I Lebiiinus geboortig van Engel*jcl] naar ons land om Christus' Enf prediken. Met den H. MarcellkT hij door den H. Gregorius, Utrecht, naar Overijsel gezondei tel van Overijsel vefctigdé zich tel waar hij een kerk bouwde, om tl te werken aan de bekeering vac| ijsclsche bevolking. ZATERDAG, 17 Nov. Mis v.l gorius Thaumaturgus, Bisschop etil Statuit. 2e gebed A Cunctis (om«T de der Heiligen af te smeewon)|l keuze v. d. priester. 4e voor denrf Credo. Kleur: Wit. Zijn bijnaam „Thaumaturguó I doener)" dankt de II. Gregorias. van Neocaesarea in Ponyus, aanl door God verleende wonderuul werd eert berg, welks ligging eell was voor den bouw eener kerk, C bed van den heilige verplaatst. Evangelie). !N DE KERKEN DER E.E.Wf CISCANEN: Alles als in bovenstaande kal halve Het Gebed van den H. Willibi weg. Geen Credo. MAANDAG. Mis v. d. Z.Z. GatJ retti en Joannes van den Vrede, w Confiteantur. 2e Gebed v. d. H. 3e A Cunctis. Kleur: Wit. DINSDAG. Mis v. d. H. Didafér. liavit (geheel eigen). VRIJDAG. Mis v. d. H. Agnes", sisië, MaagdV ultum. ZATERDAG. Mis v. d. Z. Saki Joanna van Signa, Maagden: Iel gebed v. d. H. Gregorius3e A Cr-f voor den Paus. Amsterdam. ALB. INGEZONDEN MEDEDEEL 120 Gram Op vertoon van dexert^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 10