BINNENLAND. Rechtzaken. U LIEFDE'S JEUGDDROOM DONDERDAG 11 OCTOBER 1926 TT- TWEEDE BLAD 24! WETTELIJKE REGELING VAN DE 30 uit WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Niet „gekleed". P. F. te Noord wijk aan Zee was vcrbaliseerd wegens het feit dat hij zich zonder badmantel op het strand te hebben bevondm na te hebben gebaad. Verdachte was niet verschenen. Als getuige werd gehoord mej. H. W. Kool, onderwijzeres, die verklaarde, dat verd. uit zee komend, nauwelijks den tijd had gehad zich te kleeden. Hij had de bad mantel cm gehad, maar nog niet vast kun nen maken. Verdediger was Mr. J. W. Frowijn, die betoogde dat de dagvaarding wegens net gemis van een integreerend deel nietig moe3t worden verklaard en verd. van rechtsvervolging moest worden ontslagen. De kantonrechter bepaalde de uitspraak op heden over 14 dagen. Een verzetje. B. D. te Leiden was in verzet geko men tegen een vonnis, waarbij hij was ver oordeeld tot 4 of 4 dg. wegens het feit, dat hij in de Kuipersteeg baldadig tegen een dear had geschopt. De verbalisant ver klaarde dat verdachte dronken was ge weest, waarop de kantonrechter het vonnis bevestigde. Gestolen appeltjes smaken het best. J. J. M. B. te L e i d e n had op den Haag- weg uit een boomgaard appels en peren ge stolen. Gehoord werd de verbalisant, die verd. op het feit had betrapt. De ambt. van het O. M. eischte 5 subs. 5 dg., wa.arop de kantonrechter verd tot 2 subs. 2 dg. veroordeelde. Te haastig. D. T. te Leiden had op het bruggetje op den Haagweg met zijn auto ecu aanrij ding veroorzaakt en daarbij een rijwiel in elkaar gereden. Als getuigen werden gehoord La Booy en Bloemink, die verklaarden dat verd. te vroeg was doorgereden en geen notitie van den aangeredene had genomen. La Rooy eischte 10 schadevergoeding. De ambt. vroeg daarop 10 boete subs. 10 dg. hechtenis. De kantonrechter veroordeelde verd. daarop conform den eisch met toewijzing van de civiele vordering tot een bedrag van 10. Hoe zit dat? J. B. te K a t w ij k zou t« Noordwijker- hout te snel en onvoorzichtig hebben gere den met een vrachtauto, waardoor hij een autobus had aangereden. De chauffeur van de aangereden wagen verklaarde, dat ^erd. geen signalen had ge geven en na het ongeval was doorgereden. Een andere getuige J. Aartman ver klaarde dat verd. veel te snel om den hoek heen reed, terwijl volgens hem de chauffeur van de autobus langzaam had gereden. De chauffeur diende een eisch tot scha devergoeding in. Verd. verklaarde langzaam te hebben ge leden tn signalen te hebben gegeven. Hij had zelfs ever den stoep gereden. De ambt. eischte 10 subs. 10 dg., waar- ahield tot uigen te iren. vingers. C a t w ij k eplukt en Duyn, die 5 3ubs. verd. con- hoek van een auto Vrouwan- 1 de fiets [et meisje verklaarde dat verd. geen signalen had ge geven en snel reed. Stoppen kon zij niet meer. Nog twee getuigen werden gehoord, die verklaarden, dat verd. snel reed en te laat signalen gaf, n.l. toen hij de steeg reeds ge naderd was. De ambt. van het O. M. eischte 10 boe te subs. 5 dg. hechtenis. De kantonrechter veroordeelde verdachte tot 5 boete subs. 2 dg. hechtenis, met toe wijzing van de civiele vordering ad 7.75. GERECHTSHOF TE 'S GRAVENHAGE Het Hof heeft vandaag uitspraak ge daan in de volgende zaken: J. P. B., expediteur te S t o m p w ij k, is door de Haagsche Rechtbank, wegens een zedenmisdrijf, veroordeeld tot 2 maan den gevangenistraf. Het Hof legde deze straf voorwaardelijk op met een proeftijd van 3 jaren. Verder heeft het Hof bevestigd: het vonnis van de Haagsche Rechtbank waarbij G. H., kooman te Leiden, we gens oplichting is veroordeeld tot 3 maan den gevangenisstraf; het vonnis van den Haagschen Politie rechter, waarbij H. J. J„ monteur te Lei den, wegens mishandeling, is veroor deeld tot 10 dagen gevangenisstraf; het vonnis van den Haagschen Politie rechter, waarbij L. J. v. d. M., electricien te Leiden, wegens, mishandeling, is ver oordeeld tot 25 boete sub. 25 dagen hechtenis. VOOR DEN POLITIERECHTER. Een tolkwestie. Zoo heeft A 1 p h e n a. d. R ij n dan ook zijn tolkwestie. Al werd deze kwestie dan ook uitgevochten niet, zooals bij Muiden, met behulp van auto's en claxons, maar met vuisten en een bierfleschje op des tol gaarders aangezicht, en door de3 tolgaar ders ruiten. „Ongeveer voor 's nachts twee uur" ver telde, niet al te logisch, het slachtoffer L. H. de G., „was alles gebeurd. Want toen ik weer naar bed ging, vroeg ik nog aan m'n vrouw hoe laat het was". Vier fietsers met licht hadden voor den tol gestaan, er aan gebeld, en toen hij op stond om den tol te openen, gingen er twee achterom zonder te betalen dat mocht 's nachts. De andere twee bleven staan. „De namen kende ik zoo niet", vertelde hij verder, „maar 't leken me nette jon gens. Ik zet den tolboom half open en de een die wil er al met zoo'n stijven gang, zonder te betalen door. Wat denk je wel, zeg ik; nou en toen kreeg ik een klap op mijn gezicht en ik wou de tweede nog te gen houden, maar toen lag ik al op den grond. Met z'n drieën zaten ze me op m'n lijf". De drie gebroeders, het waren A., H. en P. J. M., hadden het alle drie bij de po litie bekend. En de twee thans verschenen berouwvolle tolbestormers bekenden het nu nog eens. De een had met een bier fleschje, de ander met zijn vuist en geza menlijk hadden ze ruiten ten bedrage van vijf gulden en veertig cent stuk geslagen. Ze hadden de schade willen vergoeden, maar v. G. had gemeen dat 't, zoolang de zaak nog bij de politie was, niet mocht. Omdat hij reeds eenmaal veroordeeld was, kreeg de oudste der drie gebroeders 40 boete, de twee anderen zullen elk 25 moeten betalen. UIT DE WAOIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 12 October. Huizen, 340 9 M N a 6 u u r 1870 M. 12.301 30 Concert door het K.R.O.-Trio. 3.001.00 K.R.O. Vrouwenuurtje door Mevr. J. Kaller-Wigman. 4.005.00 Gramofoonmuziek. N.C.R.V. 5.006.45 N.U.R.V. Concert. 7.007.30 K.R.O. Cursus paedagogic door Dr. J'. v. Da el. 8.15 V.P.R.O. Concert. Hilversum, 1071 M. 12.302.00 Lunchmuziek door het Trio Sjouwerman. 6.007.15 Dinermuziek door het kwartet Rentmeester. 7.157.45 Lezing vanwege het Onderwijs fonds voor de Binnenvaart. Schippersles. 8.059.30 Kamermuziek door het Ara- sterdamsch Strijkkwartet en J. Hymann: piano. 9.50 Persber. 10.00 Aansluiting van de Stadsschouw burg te Arnhem. Concert door het Omroep orkest o. 1. v. Nico Treep. Hélène Cals: sopraan. 11.00 Sluiten. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Socatenccncert (viool, piano). 12.50 Orgelconcert. I.202.20 Orkestconcert. 2.45 Berichten. 2.50 Voor de scholen. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing. 3.40 Muziek. 3.45 Lezing. 4.00 Muziek. 4.05 Concert voor de scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje?. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Landhcüwber. 7.05 Liederen van Schubert voor so praan. 7.20 Muziekcritiek. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing: Religion as Law. 8.05 H. Henschel:sopraan. 8.20 Sympbonieconcert. 9.20 Nieuwsber. 10.25 Causerie. 10.40 Vaudeville. II.04 Een verrassing. 11.2012.20 Dansmuziek. ,,R ed i o-P a r i s", 1750 M 12.502.10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.50 Symphonieconcert. Daarna rouf", opera van Rabaud. Laogenberg, 469 M 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 4.205.05 Concert, Zang en declamatie 5.05—5.50 Orkestconcert. 7.20 Concert door het Klein-Werag-or- kest. 7.50 De oude klassieken: Platon. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Königswusterbausen, 1250 M. (Z e e e n). 11.20—4.20 Lezingen. 4.205.20 Orkestconcert. 5.207.05 Lezingen. 7.20 OrkestcoBcert. 7.50 Dialogen der wereldliteratuur. De Klassieken: Platon. Met muziekbegel. 22 OCTOBER EN DE VOORSPELLING VAN „DE TELEGRAAF". De K.R.O. schrijft ons: Op bovengenoemden datum een jaar ge leden, werd de zender van Huizen in ge bruik gene men. Het was een merkwaardige dag voor het geloovig deel van ons volk, en met name de N.C.R.V. tn de K.R.O. mochten zich ver heugen in een eigen zendstation. Van dit oogenblik af konden wij ruim drie dagen in de week onze Katholieke luisteraars be reiken om hen van alles mede te deelsn, wat dienstig was tot hun godsdienstige en maatschappelijke ontwikkeling. Het is onnoodig terug te komen op de moeilijkheden, die overwonnen moesten worden cm tot de exploitatie van een eigen zendstation te géraken; ook niet op die, welke ons daarna gedurende het afgeloopen jaar in den weg werden gelegd. Toch willen wij even memoreeren den strijd, die vooral van dien datum af tegon ons gevoerd is door het dagblad. „De Te legraaf", en die met allerlei middelen werd volgehouden tot op heden. Welke de inner lijke motieven zijn, die het blad voortdu rend hebben aangezet om tegen ons maar steeds de krijgsklaroen te blazen Zonder twijfel de levensbeschouwing, die het er op na houdt, en die diametraal te genover de onze staat, maar zeker óók nog andere beweegredenen, welke het tevens aanspoorden speciaal het voor den A.V.R. O. op tenemen. Wij willen ons echter daarw in niet verdiepen, doch alléén wijzen op twee curieuse feiten. Het eerste is, dat de A.V.R.O. steeds de uiterlijke allures aannam, alsof er niet de minste relaties bestonden tusschen hem en het blad. Zóó zelfs, dat de heer Westerveld eenmaal publiek „do Tele graaf" desauvoueerde met betrekking tot haar radio-strijdmethodes. Het tweede, dat de „Telegraaf" desniet tegenstaande in haar artikelen duidelijk op de hoogte bleek te zijn van wat er in den A.V.R.O. omging en wat zijn intiemste stre vingen waren. In de verkiezingen voor de provinciale besturen voor den A.V.R.O, trad zelfs het Telegraaf-element op bijzon» der sterke wijze naar voren. Welke conclusies, gezien daarenboven nog de ultra-gepassionneerde wijze, waarop d© „Telegraaf" het voor de A.VJR.O. op nam, uit een en ander moeten getrokken worden, laten wij aan onze lezers over en zal de tijd trouwens wel leeren. Maar nie mand. zal ooit in staat zijn ons wijs te ma ken, dat tot grondslag van den strijd door A.V.R.O.-Telegraaf gevoerd niet een vast omlijnd programma ligt, dat stuk voor stuk wordt uitgevoerd, en dat misschien zelfs buiten verschillende A.V.R.O.-bestuurders om en tot him verwondering tut een orv- verwachte oplossing komen kan. Doch dit alles is niet heb voornaamste, waarop wij onze luisteraars attent wilden maken, wel op een voorspelling voor een jaar door „de Telegraaf" gedaan n.l. dab dc sectarische omroep, en hiermede werd op ons gedoeld het geen jaar meer zou uithouden en z'n eigen dood zou ster ven. Tot ons innerlijk genoegen kunnen wij un het jaar verloopen is op deze sinistere voor spelling, het volgende antwoorden: Op dit oogenblik vooral, verheugt zich de K.R.O, in een ongekenden bloei. Onze Stichting staat minstens tweemaal zoo sterk op haar fundamenten dan een jaar geleden. Talrijk zijn de nieuwe leden en abonnó'a, die dagelijks aan onze bureaux op de Hee- rengracht binnenkomen. Giften wordon ontvangen van menschen, die ons ronduit verklaren, dat zij door de agitatie van „de Telegraaf" meer dan ooit overtuigd zijn van het nut en de noodzakelijkheid van een katholieken omroep. Ons ledental is se dert 22 October 1927 van 1000 tot 1500 per maand toegenomen, de oplage van de „Ka tholieke Radio Gids" vervijfvoudigd, kortom, degenen, die binnen een jaar den rampzaligen dood door uitputting zoadm gestorven zijn, bevinden zich in blakende toestand van gezondheid en welvaren. Mocht er soms iemand onder ons zijn, die daar nog aan twijfelt dan sla hij mtar eens aandachtig gade met welk een furieuze hartstocht „de Telegraaf" ons in de laatste weken vooral aanvalt. Artikel op artikel te gen ons, plaat op plaat om ons belachelijk te maken. Ten slotte is haar passie zoo sterk ge worden, dat zij alle maat en perk uit het cog verloor, zocdat de justitie zich ver plicht achtte haar ambtshalve te moeten aanklagen van smaad den minister van Waterstaat aangedaan. De situatie, een jaar na de beruchte voorspelling, is dus als volgt: De K.R.O. ia blakenden welstand, „de Telegraaf" om haar radio-artikelen voor den rechter ge daagd. Wij gunnen onzen vijand zelfs geen kwaad, maar wij kunnen toch tevreden zijn. den rug naar Je auue*en gekeerd, tuurde hij naar buiten. Monsieur Marcel fluisterde zijn neef slechts enkele woorden in 't oor, maar deze woorden waren voldoende om den. jongen man doodsbleek te doen worden van ontzetting. Daarop riep monsieur Marcel Dick weer en zei: Toen ik daarnet zei dat ik niets weet van Kalfians doen en laten op het oogen blik, was dat volkomen overeenkomstig de waarheid. Maar ik weet wel dat er van» avond een vergadering van het genoot schap is en dat deze waarschijnlijk spe ciaal belegd is om zijn rapport te hoorei* Ik ga er heen en zal je op de hoogte brengen van het resultaat. Waar logeer je Si De jonge man noemde een klein hotel in de Rue St. Honore, en daarna liet mon sieur Marcel, nadat hij zich eerst o ven- tui gd had dat de kust vrij was, zelf d© beide vrienden uit. Zij laatste woorden, op gejaagden toon en terwijl hij schuw over zijn schouder keek, uitgesproken waren:i Ga naar Uw hotel terug en verlaat het niet, voordat U van mij gehoord hebt. Ik zal mij in verbinding stellen met Tecf, dat ii minder gevaarlijk. Ik zal U helpen zooveel als in mijn vermogen is, fluisterde liij in Dick's oor, al brengt dat ook groote gevaren voor mij mee. Maar daar tegenover vraag ik Uw plechtige belofto dat U hier nooit meer zult komen en dat U mij goen boodschappen of brieven zult. sturen. Denk er aan, wat éénmaal gebeurd is, kan nogmaals gebeuren en het zal ge beuren als ooit iemand argwaan krijgt ■~t iV me met de zaak heb in gelaten. (Wordt vervolgd). „DE LEIDSCHE COURANT" ïctobt Advies van den Hooge Raad van Arbeid omtrent drie vragen van den minister. Geen premies voorniet verzekerde arbeiders. Tieergi r weel: pe Hooge Raad van Arbeid heeft in zijn NCW 8 o otober gehouden vergadering zijn ad- [vies vastgesteld omtrent de drie volgende door den minister van Arbeid, Handel en lllllllIÈNijverhaid aan den raad voorgelegde vra- i gen betreffende de wettelijke regeling der 3KeHLWericloosheidsverzekeriug: 1. Indien, naast verplichte premiebetaling door alle werkgevers voor alle in hun dienst zijnde arbeiders, de vrijwilligheid in zake de toetreding tot de werklooz.m- I kassen der vakorganisaties gehandhaafd blijft, zullen de werkgevers bijdragen ook voor arbeiders, die niet tegen werkloosheid verzekerd zijn. Is zoodanige regeling te mvaarden 2. Aan welke organen kan het innen Sder premiën van de werkgevers het doel- matigst worden opgedragen? I 3. Wordt langs dezen weg in voldoende 5 mate bereikt dat het aantal verzekerden zich belangrijk zal uitbreiden, welk doel met de wettelijke regeling mede wordt na- gestreefd? Wat de eerste vraag betreft, heeft een meerderheid in den raad aannemende, dat de minister bedoeld heeft, dat elke werk gever, voor eiken, al of niet verzekerden in zijn dienst zijnd en arbeider een premie zou moeten betalen, gemeend, de vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Daar bij golden als voornaamste overwegingen, dat het niet aanvaardbaar is, dat werkge vers voor arbeiders zouden betalen, terwijl die arbeiders geen recht op uitkeering zou den hebben, jjovendien werden principieele bezwaren geopperd tegen een regeling, waarbij do werkgevers verplicht zouden worden, hun bijdragen te storten, zij het 'middel ijk, in de werkloozenkassen der vak organisaties, terwijl laatstgenoemden, strijdvareenigingen zijn, gericht tegen de werkgevers. Een minderheid in den raad achtte echter een zoodanige regeling wel aanvaardbaar. Omtrent de wijze waarop een dergelijke regeling getroffen zou moe ten worden, bestond geen volledige over eenstemming onder de leden, die deze min derheid vormden. In enkele trekken is aan gegeven hoe een dergelijke regeling er zou kunnen uitzien. Een aantal leden van don raad was van van oordeel, dat er wat do redactie van de eerste vraag betreft nog een ander suppo sitie mogelijk is. Leest men „voor" in den zin van „over", dan zouden de werkgevers evenveel kunnen bijdragen als de verzeker de arbeiders betalen, maar dan zou de to tale bijdrage van eiken werkgever berekend moeten worden over (in verhouding tot) alle in zijn dienst zijnde arbeiders. Vat men de vraag aldus op, dan bleek er een meerderheid in den raad te zijn, die de vraag bevestigend beantwoordde. Sommi ge dezer leden spraben als hun meening uit, dat op grond van de bestaande werk loozenkassen en met gebruikmaking van jfe andere bestaande organen (bedrijfsvereeni- gingen, risicovereenigingen en dergelijke) het mogelijke is, een regeling zij het niet voor alle bedrijven bedrijfsgewijs op to zet ten en van de werkgevers dus niet een al- gemeene premie te heffen, maar verschil lende premies gevarieerd naar de risico, de loonhoogte, de uitkeeringsbedragen, de uit- keeringsteimijnen enz. Tegenover laatstgenoemde meerderheid stond een aantal andere leden, dat als zijn meening uitsprak, dat de door de meerder heid gegeven interpretatie van de eerste vraag gewrongen is en niet in overeenstem ming met de duidelijke bedoeling van den minister. Een aantal leden van den raad heeft zich van de beantwoording van de tweede en de derde vraag onthouden, omdat deze b'eant- waar het antwoord op de eerste vraag in woording naar hun meening overbodig was, den doDr den minister bedoelden zin, ont kennend luidde. De overige leden van den raad hebben op de tweede vraag geantwoord, dat de in ning van de premies der werkgevers het doelmatigst kar. worden opgedragen aan de bestaande organen der sociale verzeke ring. De derde vraag was bevestigend beant woord. Koloniale vraagstukken. Een brochure. Op verzoek van belangstelleren in ko loniale vraagstukken verschijnt deze week bij de Drukkerij „t' Kasteel van Aenistel" te Amsterdam: „De Koloniale Politiek van_ Nederland", een critiek op het boek v^n den Oud-Minister H. Colijn, overgedrukt uit „De Tijd" van den 21en September tot den 2en October 1928. op do kantonrechter de zaak aai 12 December om nog eenige get hooren, die momenteel op zee va Zij prikken zich in de J. H. N. G. en B. v. d. V. te hadden in de duinen zeedorens g waren deswege geverbaliseerd. Als getuige werd gehoord S. v. de overtreding bevestigde. De ambt. van het O. M. eischte 5 dg., waarop de kantonrechter 1 form dien eisch veroordeelde. Geen signaal gegeven. R. P. te Leiden had bij den de Vrouwen steegAalmarkt met een meisje aangereden, dat uit de steeg kwam fietsen. De auto ha< sreerenen en in elkaar gereden. H FEUILLETON. Uit het Engelsch van EFFIE A. ROWLANDS Nadruk verboden. 23) Zou U 't niet als Uwe plicht beschouwen om verdere heiligschennis te voorkomen, om weer terug te krijgen wat schennende handen hebben weggehaald? Zou U zich in mijn plaarts in deze schande schikken door het leven gaan met deze altijd duren de verschrikking voor oogen, opgejaagd door de gruwelijke herinnering? Neen, U zoudt doen als ik, U zoudt Uw leven op het spel zetten als het moest om uw doel te bereiken. De ander maakte een lichte handbewe ging. Op uw leeftijd, jonge vriend, ant woordde hij, zou ik waarschijnlijk pre cies geredeneerd hebben als U, maar het verstand komt met de jaren en de tijd leert de mensch om zich in het onvermij delijke te schikken. Hoe ik ook met U sympathiseer, hoe 6terk ik ook de juist heid voel van wat U daarnet zei, ik lean mijn oogen niet sluiten voor het feit dat de taak die U op U wilt nemen, hopeloos is. Veronderstel dat U Aram R-'.ian vindt denkt U dat hij goedschiks ■rT_r ufstaan, wat hij met zooveel gevaar handen heeft gekregen? Hij kan het niet het zou zijn eigen doodvonnis bcteekenen. Als U de hulp van de politie inroept, wordt de heele miserabele geschiedenis publiek en ten slotte wat kunt U als eenling beginnen tegen een hecht>georganiseerde samen zwering! Die menschen zijn steeds op hun hoede: bij den eersten argwaan zou het geen U zoekt door den een aan den ander worden overgegeven en zoo uit uw bereik verdwijnen. Uw eenige kans is te pogen door slim overleg, te bereiken wat u door geweld nooit gelukken zal. Kalfian kent U van gezicht, geloof ik? voegde hij er nadenkend aan toe. Ja, ik denk niet. dat hij mij vergeten zall Bij onze laatste ontmoeting had ik hem in mijn macht, mijn pistool was op zijn hoofd gericht. Zonde en jammer dat ik hem niet naar de andere wereld heb geholpen. Dank den hemel liever dat die U voor zoo'n dwaasheid heeft behoed, zei monsieur Marcel ernstig - Als U aan deze krankzinnige opwelling gehoor had gegeven, zoudt U nu in de geangenis zit ten en Uw naam zou geschandvlekt zijn! En mijn neef, giug monsieur Marcel voort, kent Kalfian dien ook? Neen, ze hebben elkaar nooit gezien. Dan moet hij de leiding nemen! Op dat oogenblik richtte Bevan, die zich voorovergebogen had en zijn oor vlak bij de deur hield, zich- op en kwam op en kwam op hen toe, één hand waarschu wend omhoog. Dus er is niets, Ted, zei monsieur Marcel met een luid-klinkcnde stem, dat jou en U ook, mr. Franks zoo aan trekt als een reis om de wereld? Wel, ik maak U mijn compliment, voor Uw goe den smaak. Laten we drinken op het wel slagen van de tocht. Beste jongen, jij zit het dichtst bij de bel, wil je er even op drukken Er verliep eenigen tijd voor er iemand kwam en monsieur Marcel gebruikte die tussclienpoos om opgeslagen atlassen en Baedekers op de tafel op te stapelen. Ten slotte verscheen een bediende, zooals beide bezoekers direct opmerkte, niet de zelfde die hem had opengedaan. Het was een knappe jonge man, met donkere oogen die dich bij elkaar stonden en er was niets verdachts in de manier waarop hij de orders van zijn meester in ont vangst nam en uitvoerde, behalve mis schien een soort katachtige steelschheid in zijn bewegingen, die geheel bij zijn per soon scheen te hooren, en het feit, dat hij toen hij wijn en glazen op tafel zette, de bezoekers aanmerkelijk langer aanstaarde dau noodig of beleefd was. Zoo is het goed, Jean, zei monsieur Marcel, Laat de deur open als je weg gaat, het is hier afschuwelijk warm in de kamer. Toen ze hun glazen hadden leeggedron ken, hoorden ze Jean's sluipend zachte voetstappen in de verte wegsterven. Voor het oogenblik zijn we veilig, zei de heer des huizes haastig, juist toen we gestoord werden, Ted, zei ik dat jij, omdat Kalfian je niet kent. degene bent die hem naderen moet. Emberson viel den ouden man snel in de rede. Uw neef Sir, is de beste vriend dien ik in de wereld heb. Maar hij is absoluut niet op de hoogte met deze heele vreese- lijke geschiedenis en ofschoon hij bereid is voor mij te vechten, weet hij niet eens of het een rechtvaardige of onrechtvaardige zaak is, waarvoor ik strijd. Het is jou zaak, beste jongen zei Ted. hartelijk en dat is mij voldoende. Maar uit hetgeen hier besproken is, meen ik het volgende begrepen te hebben. In de eerste plaats dat Kalfian dingen in zijn bezit heeft, die van jouw hooren en die jc met alle middelen wilt zien terug t3 krijgen; in de tweede plaats dat het om bijzondere redenen niet gewenseht is de hulp van politie of justitie in te roepen. Heb ik dat goed begrepen? Dick knikte ernstig. Dan hoef jij me alleen het gestolen voorwerp te beschrijven en mijn oom moet me zeggen hoe de man er uit ziet, dan zal ik wel voor de rest zorgen. Ik zal hem volgen als een jachthond en goedschiks of kwaadschiks hij zal teruggeven wat hem niet toebehoort. De beide anderen keken Ted Bevan ernstig aan. Ze schenen zijn optimisme niet te deelen. Het is niet onmogelijk, zei monaieur Marcel ten slotte nadenkend tot Dick, dat mijn neef slaagt, waar U falen zou, maar om dit te ondernemen moet U here vorder in vertrouwen nemen. Voor U is het onderwerp misschien te pijnlijk, maar vindt U het goed dat ik Ted, zonder te veel in bijzonderheden te treden, het al lernoodzakelijkste meedeel? Wéér knikte Diek zwijgend; daarna stond hij op, liep naar het venster en mM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5