UIT HET VATICAAN. DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND LIEFDE'S JEUGDDROOM TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1928 Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) Gedurende de afgeloopen week zijn de algemeene audiënties totaal opgeheven, op dat de H. Vader op advies van zijn ge- neesheeren meer rust zou kunnen nemen. De particuliere audiënties waren wel zoo veel mogelijk beperkt, maar de bespreking van kerkelijke aangelegenheden zijn vaak van zoo'n dringenden aard, dat zij niet uitgesteld kunnen worden. Zoo werd dan ook de Kardinaal-Aartsbis schop van Bres- lau, Kardinaal Bertram, en de Apostoli sche Nuntius te Bern, Mgr. de Mana, in bijzonder langdurige audiëntie ontvangen. Van officieele zijde werd bericht, dat aan deze audiëntie geen buitengewone betee- kenis moest gehecht worden, maar 't is toch zeker, dat zij verband houden met de besprekingen en vergaderingen van den Volkerenbond, die thans in Genève gehou den worden. Ofschoon de H. Stoel in dezen Hoogen Baad niet vertegenwoordigd is, volgt zij toch met groote belangstelling de arbeid van den Volkerenbond in de hoop, dat deze aan de verschillende volkeren voordeelen zal verschaffen en dat zij het hare er toe zal bijdragen, om de gemoe deren tot bedaren te biengen, opdat er kalmte, vrede en rust onder de volkeren mogen lieerschen. Slechts bij één gelegenheid heeft het Vaticaan in Genève zijn stem laten hoo- ren, toen het bekend geworden was. dat de kwestie van het H. I.and in den Baad zou behandeld worden. Het voorstel van Balfour, dat wegens zijn groote partijdig heid voor de katholieken onaannemelijk was, werd ingetrokken, voor dat het kans liep, om verworpen te worden. Er zijn echter verschillende vraagstukken in Ge nève ter sprake gebracht, waarvoor de H. Stoel groote belangstelling heeft. Want omdat de Paus in een echten kerkelijken geest oordeelt, wil hij zijn moreelen steun toch niet onthouden aan een instelling van internationale solidariteit, die voor het- herstel van den vrede reeds veel gedaan heeft en nog doen zal, ofschoon hij zelf bij- de zittingen van den bond niet vertegen woordigd is. Zoo volgt het Vaticaan met buitengewoon veel aandacht de besprekin gen over de ontruiming van het Bijnland, omdat Z. H. daarin een belangrijke stap tot. den vrede en de verzoening onder de volkeren ziet. Destijds in 1922 schreef de H. Vader bij gelegenheid van de conferentie in Ge nua, aan den Aartsbisschop van deze stad Mgr. Signori: „Wij hopen, dat de af gevaardigden den treungen toestand, waarin de volkeren zich bevinden, in over weging willen nemen en zulks niet alleen op een serieuze manier, maar ook vol be reidwilligheid cm offers te brengen op het altaar van het algemeen welzijn, want dat is do eerste vereischte voor een werk dadig geneesmiddel en een eerste stap tot een verzoening, waarnaar allen zoo vurig verlangen. Als zelfs tijdens den oorlog de Christelijke naastenliefde haar uitwerking niet miste, hoeveel te meer moet zij thans niet haar triumphen vieren, nu de tvapens zijn neergelegd en de vredes-tractaten on- deiteekend zijn, terwijl bovendien de in ternationale haat ook aan de overwin naars schade berokkent en voor allen een droevige toekomst bereidt. Men moet niet vergeten, dat de beste waarborg voor een blijvende vrede niet bestaat in een woud van bajonetten, maar in wederkeerige vriendschap en onderling vertrouwen". Beeds destijds heeft de H. Vader in deze woorden als zijn meening te kennen ge geven, dat de schadeloosstelling beter was dan een militaire bezetting. Daarom is het niet uitgesloten, dat de H. Stoel, als zich oen gunstige gelegenheid voordoet, zijn moreelen invloed zeker zal gebruiken, om oen minnelijke schikking te treffen. De aanwezigheid van den Kardinaal van Breslau bevestigt dit vermoeden, daar ook het conflict tusschen Polen en Litauen aan de aandacht van den H. Stoel niet ontgaan i3. terwijl de H. Vader te kennen gegeven heeft, dat hij het vraagstuk van Wilna nog steeds onopgelost beschouwde. Dezer dagen heeft de H. Vader in ge zelschap van zijn geheim Kamerheer Mgr. Venini de nieuwe machinerieën en de nieuwe centrale der Vaticaansche tele- phoon bezocht. De Paus vertoefde er een kwartier, ter wijl de ingenieur Manucci alle gewenschte inlichtingen vei schafte. Z. H. had ook ge legenheid het functioneeren er van te kun nen waarnemen, daar gedurende zijn aan wezigheid de aanvragen van buiten in de internationale gesprekken gewoon door gingen. In den laatsten tijd heeft de Vaticaan sche bibliotheek talrijke kostbare boeken verzamelingen ten geschenke gekregen en aangekocht. Oorspronkelijk was men van plan een nieuwe bibliotheek te bouwen, tfen einde een waardige plaats te geven aan deze nieuwe boekenverzamelingen. Voor het oogenblik is het idee van het bouwen van een nieuwe Bibliotheek prijs gegeven en het was Pius XI zelf die per soonlijk met practischen zin de localen aanwees en uitkoos, die bij de bestaande bibliotheek gevoegd zullen worden. Een andere wensch van den H. Vader die een bijzondere belangstelling heeft voor de bibliotheek, waarvan hij jaren lang prefect was, is de nieuwe catalogisa- tie van het onmetelijk materiaal der biblio theek en van het Archief. Amerika zal groote bedragen schenken voor deze nood zakelijke vernieuwing, welke deze biblio theek eenig op de wereld wegens de schatten, die zij bevat tot een hoogere trap van technische volmaaktheid zal brengen. In verband met de rust, die de genees- heeren aan den H. Vader hebben voorge schreven, werden de audiënties, die aan verschillende groepen pelgrims gegeven worden, een week uitgesteld en verder voorloopig beperkt tot Woensdag en Za terdag. Zoodoende kon een Fransche Fran- ciscaansche Bedevaart, die in Bome was, niet in audiëntie worden toegelaten. En kele dagen later na hun terugkeer uit Assisië hebben zij de Pausmis bijgewoond en weerden zij door den H. Vader in bij zondere audiëntie ontvangen. De H. Vader heeft daarbij een toespraak gehouden, waarin Hij, na het bijzondere belang van het onderwijs vooral in een land als Frankrijk te hebben onderstreept, den pelgrims opdroeg, zijn zegen in Frank rijk over te brengen aan degenen, die deze verlangen en ook, zooals hij er aan toe voegde, aan hen, die dezen zegen niet wenschen. Z. H. de Paus zeide,_dat Hij wist, dat men er geen bezwaar inzag, in een ver trouwelijke bijeenkomst te zeggen, dat er in Frankrijk personen zijn waarvan het aantal gelukkig steeds daalt die den zegen van den Paus liever niet schijnen te ontvangen. Hunne ongehoorzame houding", ging de H. Vader voort, „kan met- reden doen twijfelen aan de oprechtheid, de integriteit van hun katholieke geloof". Cijfert a al. Wanneer wij de af geloopen week overzien, dan vinden wij behalve de stormramp in W.-lndië wei nig ander nieuws dan Volkenbonds- niouws. Interessant is het niet altijd, maar toch...., wie op de hoogte wil blij ven van de groote politieke lijnen, kan het Volkenbondsgepraat niet overslaan. Men moet zich evenwel niet blind staren op hetgeen daar gezegd wordt, doch ook zien naar hetgeen elders gedaan wordt. Woorden en daden zijn niet altijd met elkaar in overeenstemming. Alvorens dus een oogenblik stil te staan bij de debatten aan het blauwe meer. moe ten wij even luisteren naar een andere taal, n.l. de taal der cijfers. De Franscho ministeries' van oorlog en marine eischen dit jaar respectievelijk 784 en 509 millioen francs meer dan het vorige jaar cn slokken thans met een to taal van 9.775 milkoen francs een kwart gedeelte der totale uitgaven met z'n beiden op. Dat is niet mis Hebben zij al die millioenen noodig om do kanonnen om te smeeden tot land bouwwerktuigen Neen, minister Painlevé gaat een com pleet verdedigingsstelsel klaar maken. Het omvat, volgens den minister, het bouwen van strategische wegen en, spoorwegen, die tevens het gewone verkeer zullen dienen. De versterkte punten zullen omvatten: forten, batterijen, borstweringen, opslag plaatsen voor munitie, beionnen artillerie stellingen, blokhuizen voor machinegewe ren, ondergrondsche kabels', die zoo diep worden gelegd, dat gewoon kanonvuur hen niet kan deren. De uitvoering van deze verdedigings werken zal ongeveer zesduizend millioen frank kosten. Ontwapening. Thans gaan we een beetjo praten over de ontwapenings kwestie. Zooals men misschien weet, zal er een ontwapeningsconferentie worden gehouden. Ik hoop het nog eens te mogen beleven. Om daartoe te geraken is veel voorbereiding noodig en om deze voorbe reidende werkzaamheden te verrichten is- indertijd een commissie benoemd, waar van onze landgenoot jhr. Loudon voorzit ter is. Deze commissie is evenwel den laatsten tijd niet bijeengeroepen, omdat er toch, niets voor te bereiden viel. Toen nu in Augustus het Kellogg-pact getee- kend was, waarmede de oorlog als poli tiek instrument in den ban was- gedaan, meenden velen, dat jhr. Loudon nu wel spoedig de voorbereidende commissie we der bijeen zou roepen. Daarvoor scheen alle aanleiding te bestaan, daar er boven dien een accoord tot stand was gekomen tusschen Frankrijk en Engeland inzake beperking van de bewapening ter zee. Hoe weinig er echter nog veranderd was in de verhouding der mogendheden bleek deze week, toen jhr. Loudon in de derde commissie van den Volkenbond (ook al een ontwapeningscommissiehet plan opperde cm de 5 groote zeemogend heden (Ver. Staten, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan) te Parijs bijeen te roepen tot het houden van een conferentie over de moeilijkheden inzake de vlootbcper- king. Zoolang deze moeilijkheden niet zijn opgelost, acht jhr. Loudon het bijeen roepen van de voorbereidende commissie nutteloos. Nu zal men zeggen: confereeren om moeilijkheden uit den weg te ruimen, is altijd een aanbevelenswaardig iets, daar toe kan men altijd overgaan. De mogend heden bleken er evenwel niets voor te voelen. Alleen Japan stemde erin toe, maar En geland, Amerika cn Frankrijk gaven te kennen, dat de situatie nog niet rijp was voor zulk een conferentie. Zij zullen daar bij wel gedacht hebben aan de slechte ontvangst, welke het Fransch-Engelsche accoord heeft gehad in Washington en Bome, waardoor dat geheele accoord niets meer is geworden dan een doodgeboren kindje. Misschien hebben de mogendheden, die de door Loudon voorgestelde confe rentie hebben afgewezen, wel gelijk; want als de wil om tot overeenstemming te ko men ontbreekt, dan is het maar beter om daarmede niet al te veel te koop te loo- pen. Afwachten is de boodschap, geduldig afwachten. De regecringen kunnen niet door blijven gaan met het zelfde spel letje, dat in 1914 tot den wereldbrand heeft geleid. In Engeland is bijv. reeds- een vrij groote ontstemming ontstaan over de houding der Britsche delegatie. De vol ken moeten erop blijven aandringen, dat de eenmaal ingeslagen weg naar het ideaal van den vrede, niet weder wordt verlaten. Bijnlandkwcstie. Zondag heb ben de zes mogendheden Frankrijk, Enge land, Duitschland, Italië, België cn Japan hun laatste bijeenkomst te Genève gehou den omtrent het vraagstuk der Rijnland- ontruiming. De zaak is nog wel niet op gelost, maar het vraagstuk zal thans offi cieel eens flink worden aangepakt. Het omtrent deze bijeenkomst uitge geven communiqué verklaart, dat de be raadslagingen hebben geleid tot overeen stemming over het openen van officieele onderhandelingen betreffende: lo. het ver zoek van rijkskanselier Müller nopens een vervroegde ontruiming van het Bijnland; 2o. de noodzakelijkheid van een volledige en definitieve regeling van het herstel- vraagstuk (men weet dat de eindsom van do Duitschc herstelschuld nog altijd vast gesteld meet worden) en de instelling van in financieele deskundi gen ten einde dat doel te bereiken; 3o. het beginsel van de instelling eener commissie van constateering en verzoening, waarvan het doel en de duur nog nader bepaald zullen worden. Een volledig program dus voor het ver effenen van oude geschillen. Dat de on derhandelingen, welke nu moeten begin nen, moeilijk zullen zijn, en niet zoo gauw hun beslag zullen krijgen, zal niemand zich ontveinzen, maar het is een heelo voor uitgang dat het geheel van kiesche vraag stukken thans aan de sfeer van politieke hartstochten onttrokken kaD worden, zoo dat het veilig is voor den terugslag van parlementaire debatten, die door uiterste elementen worden aangestookt, of bittere perspolemieken. Dit is de goede zijde van commissie behandeling. Van den anderen kant wordt een commissie dikwijls vergeleken met do bekende traditioneel© doofpot en als men het lot van de ontwapeningskwestie be schouwt, dan vreest men het ergste. Laten wij hopen, dat de uitkomst elk pessimisme beschamen zal. Amnestie. In België zit men met een leelijkc kwestie in z'n maag, waarvan de oorsprong nog dateert uit de dagen toen de Duitsehers Vlaanderen bezetten. Er waren toen Vlamingen, die de Duit schors poogden te gebruiken voor de ver wezenlijking van hun Vlaamsche eischen, de z.g. activisten, onder leiding van Borms. Het gelukte hun niet, de Duitsehers ver loren en de activisten gingen de doos in of zagen zich ballingschap opgelegd. Dank zij de verdeeldheid onder de Vlamingen zelf hebben de Walen deze politieke mis dadigers steeds in dc gevangenis of buiten het land weten te houdenv Thans echter wordt het geroep om amnestie steeds' lui der en sterker. Ook de Vlaamsche leiders, die tegen het activisme gekant zijn, zien in, dat het thans tijd wordt om door am nestie een eind te maken aan het lijden hunner Vlaamsche broeders. De Vlaamsche katholieke leider van Cauwelaort heeft een amnestie-voorstel in de Kamer ingediend en daarover wordt thans' heftig gedelibereerd, zoo heftig, dat een ministercrisis niet uitgesloten is. FEUILLETON. Uit het Engelsch van EFFIE A. KOWLANDS. Nadruk verboden. 8) Als ik hem meer moeilijkheden breng, inplaats van hulp, wel, dan is het beter dat ik ga. Zijn bruine, lenige vingers speelden ze nuwachtig met zijn hoed. Zijn stem en ge heele houding wezen er op, dat hij pijnlijk getroffen was. Enid voelde op dat oogen blik groote sympathie voor hem. U moet niet te veel notitie nemen van Dick's manier van doen, mijnheer Bevan, zei ze ernstig. Hij is zichzelf niet. Ik denk zelf ook dikwijls, dat hij mij niet noo dig heeft en ik weet, hoeveel pijn dat doet. Dit is een phase -in zijn verdriet, het zal voorbij gaan en wij, die van hem houden, moeten geduld met hem hebben en ons best doen om hem over deze periode van melancholie heen te helpen. Later zal hij U dankbaar zijn, als U hem nu niet in den steek laat. Wilt U ons helpen? Zeker wil ik dat, ik wil niets liever. Laten we dan nu den tuin ingaan, ik zou niet graag willen dat Dick vermoedde, dat wij over hem praten cn ik moet U im mers den tuin laten zien! Ze sloeg een van de tuinpaden in en Edward Bevan volgde haar. Hij vond dat hij nog nooit zoo'n aantrekkelijk meisje had gezien als Enid, met haar slanke, ten gere gestalte en haar blauwe oogen, die hem zoo vrij en ernstig aankeken, deden haar heel anders lijken dan de meeste meisjes die hij kende. Als zijn vermoedens juist waren, was Dick een benijdenswaar dige kerel, maar misschien waren ze ten slotte alleen maar goede vrienden. Ted voelde met een zekere onrust, dat hij bet^r deed zich op dit stuk zoo spoedig mogelijk zekerheid te verschaffen. Alsof ze zijn onuitgesproken gedachten raadde, zei Enid: Dick's wijze van voorstellen was niet heel duidelijk, wel? Hij liet het aan ons over, de leemten aan te vullen. Hij had U wel mogen vertellen, wat U trouwens al wel geraden zult hebben, dat hij en ik verloofd zijn. Ted Bevan haalde diep adem. Ja, dat heb ik al vermoed, zei hij ernstig. En de bevestiging van Uw vermoe dens, schijnt u niet gelukkig te stemmen, zei ze met een zwakken glimlach. Hij bloosde. Had hij uiting kunnen ge ven aan zijn gedachten, dan zou hij heb ben moeten zeggen: Als iemand een greoten schat vindt en hij ontdekt dat iemand anders hem met die ontdekking voor is geweest, dan kan men niet verwachten dat hij Mij zal zijn, zelfs al is de eerlijke vinder zijn beste vriend. Maar inplaats van deze gedachten uit te spre ken, antwoordde hij: Dat is, omdat ik me een beetje ge kwetst voelde, omdat Dick me nooit van zijn verloving heeft verteld. Hij kon dat niet doen, mijnheer Be van, zei Enid met een glimlach, want dc zaak werd pas beslist op den avond voor dien vreeselijke brand, waarin die arme Mr. Emberson zijn leven verloor. O, dat verandert de zaak! Maar hij heeft me zelfs nooit Uw naam genoemd. Evenmin heeft hij mij nooit over U gesproken. Vreemd. Ja, hoelang kent U hem al? Ongeveer vier jaar. U heeft dus samen gestudeerd? Ja, en ik heb aan Dick te danken, dat ik iets heb bereikt in mijn studie. Vertel me daar eens wat van, wilt U? vroeg Enid. Het eerste jaar dat ik studeerde, kwam ik in aanraking met verkeerde vrienden. Een troepje luie pretmakers met meer geld dan hersens. Ik was nog heel jong en maakte allerlei bokkesprongen uit puren overmoed, als een jong paard, dat pas in de weide komt. Het duurde een poosje voor ik in contact kwam met Em berson. Ik was eerste, jaars, hij was in zijn derde studiejaar, dat is een groote kloof. We ontmoetten elkaar voor het eerst bij een drinkpartij, de meesten konden er be ter tegen dan ik en ze amuseerden zich ermee, met me stomdronken te maken, en kele gingen zelfs een weddingschap aan, na het hoeveelste glas ik onder de tafel zou liggen. Ik moet wel heel diep dalen in uw achting, juffrouw Anerly, maar ik ben het aan Dick verplicht om U to vertellen, hoever hij boven ons allen stond. Enkele van de meer soliede studenten gingen vol walging heen, maar hij was de eenige die er zich mee bemoeide. Hij zei rnijn zooge naamde vrienden wat hij van hen dacht. Hij probeerde me mee tc krijgen, maar de anderen hielden me vast. Er ontstond een kloppartij, ik herinner me alleen maar, dat Dick een van de jongens neersloeg. Toen was het alsof de liel losbrak. Hoe hij het klaarspeelde, weet ik niet, maar het eind van de zaak was, dat hij me mee naar buiten sleepte en me veilig op mijn kamers deponeerde. Dat was bet begin van onze vriendschap. Prachtig! liep Enid met een blos. Ted knikte en vervolgde zijn verhaal: Den volgenden dag, teen ik me nogal ellendig voelde, zocht hij me op en op de een of andere manier voelde ik mij, voor hij wegging, diep beschaamd over de ma nier, waarop ik mijn tijd en mijn kansen verknoeide. Hij kreeg me zoover, dat ik hem beloofde enkele colleges met hem sa men te loopen. Zijn voorbeeld en mijn be wondering voor hem, deden de rest. Ik werkte eerst dm hem genoegen te doen, la ter terwille van het werk zelf. En dat ik cum laude mijn examen heb gedaan,, heb ik aan Dick te danken. Waarom hij zich in liet begin aan mij gelegen liet liggen, weet ik niet, het was waarschijnlijk zijn goede hart. maar later ging hij van me hou den. Dit is het einde van mijn verhaal, de geschiedenis van een moderne Damon en Pythias. Maar ik dan? vroeg Enid lachend, in het oude klassieke verhaal is geen plaats voor een vrouwelijke derde. Neen, in den regel hebben vrouwelijke derden een verwoestenden invloed op vriendschap, hetzij die klassiek of mor BRIEVEN VAN EEf)l WANDELAAR. LVIL Als wij do beenen opnemen en onze aan dacht wijden aan wat in den laatsten tijd in Leiden van gedaante is verwisseld, dan zien wij dat op velerlei gebied niet is stil» gezeten en met de eischen van den tijd, vooral waar het verkeer dit vraagt, ter dege rekening wordt gehouden. Neem om eens een begin te maken het Gangetje, dat nu geen „tje" meer is, doch is gewor den een Gang, van mooie breedte, waar langs heel wat verkeer kan worden door geleid. Als men hot nu maar op volle brecélte laat, waarop wij niet heel gerust zijn. Zie slechts naar dc schutting, die, ons bedunkens, een voorafbceldende proef moet zijn van de plannen voor de toekomst. En als wij goed zijn ingelicht, dan zal tegen de muur getracht worden iets te plakken van winkeltjes of to wel étalagekasten, welke uit- of tegenbouw naar onze beschei den meening allesbehalve fraai zal staan. Bovendien wordt de symetrie verbroken, want do zijgevel is juist lijnrecht tegon- over don rooilijn van den anderen hoek. Eh door de broeiende plannen zal daar een eind aan gemaakt worden, terwijl boven dien liet inrijpunt vanaf dc Breestraat er onder zal lijden. Een ernstig onder het oog zien van dit vraagstuk is zeker den autoriteiten aanbevolen. Wij gaan verder de brug over, die zeker niet aan dc aandacht mag ontsnappen. Rij- vcrkcer is dringend noodig en ook hier is een object van afvoer naar de binnenstad Langs do Nieuwe Rijn komen wij op de Hooigracht waar ons oog getroffen wordt door de methamorphoso van niet geringe betcekenis. Nu zijn er wol booze tongen die zeggen dat de wethouder van Fabricage die daar is komen wonen een mooi uitzicht wil hebben, doch dat achten wij slechts een loos praatje. Andere motieven hebben er toe geleid de Hooigracht de gedaante verwisseling, platvloers, te ondernemen. En welk een regeling van het verkeer. Wat bij een nader beschouwen al dadelijk in liet oog springt. Rijwielpaden werden aan gelegd van prettig gladde tegels, die het hobbelen tot een minimum beperken. En wat een mooie gazons om de boomenl 't Is alles nog wel niet afgewerkt, doch '-at reeds is te zien, is dc bijzondere belangstel ling overwaard. Alleen dit: heeft men bij liet in tocke- ning brengen van deze gedaanteverwisse ling niet een weinig misrekend? Heeft men zich toen wel genoegzaam rekenschap ge geven van de werkelijkheid als alles ge reed was? Immers, hoe klein is de ruimte tusschen rijwielpad en sloepen en wat zou daar niet een afdoende toestand zijn ge schapen, als gelijk met wat nu wordt ge daan, het vraagstuk van de trottoirs onder de oogen was gezien. Dab kost wel een aardige duit méér, doch er was aanmerke lijk aan kosten gewonnen, als alles in eens was afgewerkt. Nu weten wij wel dat de boste stuurlui aan wal in casu buiten gemeentewerken staan, doch ook een leekenoog kan zien en een leekenhoofd kan wel eens wat practisch inzicht hebben. Zoo zouden wij door het nauwe Kopper- hinkstecgje gaande kunnen vragen of het nu niet eens tijd wordt den toegang tot de kaasmarkt te verbroeden. Dat moet er toch eens van komen. Immers, vragen wij ons af, of dat enorme terrein nu maar een zes en een halve dag ongebruikt moet liggen* Zeker, het is een flinke uitspanningsplaats voor de jeugd, die er wel gebruik van weet te maken, doch daarvoor zijn de groote kosten van aanleg toch zeker niet ge maakt. Kan de ICerkgracht niet ontlast worden en zou het niet raadzaam zijn, den boden, daar nu gestationeerd, een ander terrein op de kaasmarkt aan te wijzen? Het verschil in standplaats kan van geen invloed zijn noch voor de boden noch voor hen die er bun pakjes en anderzins moe ten brengen. Een luttele stap verder dan dc huidige standplaats kan geen invloed oefenen. Zou er ook de markt van Zater dag niet kunnen worden overgebracht? Dan had men een toestond die zoowat pa rallel liep met bijv. de Delftsche markt, die plaats biedt voor allen en alles. Het is maar een gedachte ler overweging aan autoriteiten. En een parkeerterrein? Is daar in Leiden niet een groote behoefte aan, waar auto's en busdiensten rustig en veilig terrein vinden. De enkele uren gerc- dern is, antwoordde Bevan droogjes. Muar dat hoeft met ons toch niet liet geval te zijn, zei Enid verschrikt. Hij glimlachte geruststellend. Weest u maar niet bang, antwoordde bij langzaam, ons geval zal de uitzonde ring zijn, die den regel bevestigd. Op dit oogenblik verscheen Dick op de veranda en wenkte hen om thuis te komen. HOOFDSTUK VI. Een bezoek van Scotland Yard. Het inquest was vastgesteld op den eer sten Juni. Edward Bevan was den dertig sten Mei gekomen. Door de hartelijkheid waarmee de kolonel cn zijn vrouw hun dochters invitatie hadden ondersteund, voelde dc jonge man zich al spoedig zoo op zijn gemak, alsof hij de familie jarenlang had gekend; zijn opgewekte persoonlijk heid, hoewel die de somberheid, die als een doodwado hing over „Do Lindens" niob kon doen verdwijnen, maakte deze toch dragelijk, torwijl Dick, ofschoon gemelijk en zwijgend, geen directe blijken gaf dat bij do tegenwoordigheid van zijn vriend betreurde. In den namiddag van den een cn dertig- sten Mei, kwam iemand uit Londen, ge zonden door de fabrikanten van do brand kast, de heeren Prentiss en Ushei, om den sleutel te passen, waarom Dick geschreven had. Deze had reeds kans gezien, zijn va ders schrijftafel op te breken en had den inhoud doorzocht, doch zijn vermoeden dat do schrijftafel geen bolangrijke papieren bevatte, was juist gebleken. Toen hij ecK- ter den nieuwen sleutel in de brandkast stak, beefde zijn hand. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5