TER's DieuweBefparing! TAPIJT-, MEUBEL- EBS BEDDENMAGAZBJNEN f f j huisvrouwen zullen zeker met blijdschap en vertrouwen zien, dat de Blue Band fabrieken hun nu een merk margarine, ^qrvq- brengen, dat een NIEUWE BESPARING mogelijk maakt. verstandiqe huisvrouw weeldat vele kleintjes een groote maken en dat eiken dag een draadje,' een hemdsmouw in het jaar vormt Tot zulke huisvrouwen spreken wij nu in het bijzonder, tot de huisvrouwen, die weten, wat een kleine besparing per dag op den duur beteekent. EEN KUNSTMATIGE WERELDTAAL. Het esperanto. Het aantal talen of sterk gedifferen- tiëerde dialecten, die over de heele wereld gesproken worden, is door deskundigen op meer dan 2000 geschat, waarvan ongeveer 100 in Europa kunnen worden aangewe zen. Eenige hiervan als Fransch, Duitsch, Engelsch en enkele andere talen is steeds een gewaardeerd bezit geweest, vooral voor hen die zich bewegen op handelsge bied en allerlei internationaal verkeer. Ook wordt als regel aangevoerd dat ken nis van vreemde talen welhaast noodza kelijk is voor de geestelijke vorming van ieder ontwikkelde. Toch komen er in den tegenwoordigen „internationalen tijd" geregeld meer ge leerden, ook linguïsten, verklaren, dat we „van het goede ook te veel kunnen heb ben". Slechts betrekkelijk weinig men- schen zijn in staat verschillende talen goed te leeren en het leven is eigenlijk ook te kort om eenige der mooiste jaren te kunnen besteden aan talenstudie, indien dit tenminste niet beslist noodig is. In den regel zijn alleen de kleinere landen het meest de dupe van een bezwaard talen program op school. Hierbij zij opgemerkt dat Franschen en Engelschen, hoewel ze meestal zoo goed als geen vreemde talen spreken, in intellectueel en wetenschappe lijk opzicht, toch geenszins de minste zijn. Van de oude Grieken wordt zelfs gezegd, dat juist omdat hun geesteskrachten niet door het aanleeren van vreemde talen werden verbruikt, zij die elders frisch konden aanwenden, waardoor zij zich on noemlijke verdiensten hebben verworven op wetenschappelijk gebied. Nochtans zij erkend, dat kennis van vreemde talen een kostbaar bezit is. Maar voor de massa is dit een onbereik baar iets, en steeds meer doet zich het ge mis voelen van een algemeen erkende taal voor uitsluitend internationaal gebruik, waarvan ieder, wie of waar ter wereld hij ook is, zich moet kunnen bedienen. Dat hiervoor geen levende of doode talen in aanmerking kan komen, is voor ieder dui delijk. Het zou ons te ver voeren dit hier uitvoerig aan te toonen, we volstaan dus met te verklaren dat de doode talen on volledig en te moeilijk zijnhetzelfde geldt voor de levende talen en bovendien ko men hier rassenhaat en na-ijver een woordje meespreken. De wereldtaal moet het eigendom van niemand en van iedereen zijn! De prak tijk heeft reeds geleerd dat alleen een kunsttaal aan alle eischen voor^ interna tionaal gebruik kan voldoen. Die kunst taal is Esperanto. Het gemis van een wereldhulptaal is reeds eeuwen gevoeld. Honderden syste men van wereldtaal zijn in den loop der tijden gemaakt, maar alle mislukten; men scheen den grondslag voor een dergelijke taal maar niet te kunnen vinden. Het eenige ontwerp dat vóór Esperanto eeni- gen opgang maakte was Volapiik, samen gesteld door den Duitschen Pastoor Sleijer in 1885. Maar ook deze taal had niet den juisten grondslag en bleek niet behoorlijk bruikbaar. En toch was tenslotte de op lossing vrij eenvoudig. Dr. Zamenhof, een Pool, geboren 1859 en overleden te War schau 1917, gaf in 1887 het eerste Espe- ranto-leerboek uit. Deze menschenvriend, die de vijandschap der volken in hoofd zaak toeschreef aan het taalverschil, werkte in het geheim 8 jaren aan zijn ontwerp, alvorens het uit te geven. Hij stelde „Esperanto" (d. i. „de Hopende") eenvoudig samen uit onderdeelen der be staande talen, en vermeed daarbij al wat lastig, leelijk of onlogisch was .Zoo kreeg hij een geheel, dat door de Academie van Wetenschappen te Parijs een „meester werk van logica en eenvoud" genoemd werd. (Gaarne zullen wij nog over de samen stelling en het fundament van Esperanto een afzonderlijk artikel schrijven). Het bleek dat er spoedig, nu eenmaal de grondslag voor een internationale taal gevonden was, en Esperanto door geen wet of iets dergelijks beschermd kon wor den, veel „concurrentie" kwam. Verschei dene wereldtalen, ongeveer gelijk aan Es peranto, maar onder anderen naam, kwam „aan de markt" (lieden ten dage gebeurt dat nog wel), maar blijkbaar kon niemand het werk van den meester overtreffen, want alleen Esperanto wordt practisch en over de heele wereld beoefend. De meeste Esperantisten zijn lid van de: „Universala Esperanto Asocio", met hoofd zetel te Genève. Deze bond heeft in bijna alle steden der wereld zijn „delegito's", die aan Esperantisten belangloos allerhande hulp verleenen, zoodat voor een Esperan tist reeds thans de heele wereld openstaat Van dezen dienst der U.E.A. wordt onder- daad op alle gebied een levendig gebruik gemaakt. Jaarlijks wordt door dezen bond ook een internationaal Esperanto-CongTes gehouden, waaraan duizenden uit heel de wereld deelnemen. Van bijzondere beteekenis is Esperanto eok voor de literatuur. Er wordt beweerd dat in een kunsttaal geen literatuur mo gelijk is, maar een feit is, dat duizenden in alle landen genieten van aardige Espe- ranto-lectuur. Groote uitgevers, als Rudolf Mosse te Berlijn, leggen zich toe op de uitgifte van internationale Esperanto- bibliotheken. Zoo zijn al meer dan 5000 werken in Esperanto verschenen. (Met klem zij er hier op gewezen dat Esperanto geen enkele nationale taal aantast, doch uitsluitend bedoeld is voor internationaal gebruik). Ook de wetenschap begint zich meer en meer van Esperanto te bedienen. Vooral in Japan worden wetenschappelijke rap porten in deze taal gepubliceerd. Ook be staan er wetenschappelijke tijdschriften in Esperanto. Het Int. Arbeidssecretariaat (instelling van den Volkenbond) publi ceert al zijn rapporten in Esperanto. Bekende Nederlandsche taalgeleerden erkennen thans dat: „Esperanto een eisch van den tegenwoordigen tijd is, en dat de veelheid van talen, ook voor de weten schap in 't algemeen, een beletsel en bal last is, en dat de wetenschap meer ge diend zou zijn door ruimer internationa lisme, zich uitend in het gebruik van óén universeele algemeens wereldtaal" (Zie art. Dr Gerl. Roijen in het onderw. or gaan „Ons Eigen Blad" 15 Juli 1927). Dat de Esperanto-bewegiug ook in ons land snel toeneemt, moge blijken uit het feit dat in 1927'28 ongeveer 10.000 ontwikkelde Nederlanders met de studie van Espe ranto begonnen zijn en dat voor de examens ter verkrijging van een Espe- ranto-vaardigheidsdiploma, uitgereikt door de landelijke Esperantobonden, de can- didaten zich bij honderdtallen aanmelden. Moge het doel van den meester, Dr. Za menhof: „Esperanto op alle lagere scholen der wereld" spoedig in vervulling gaanl Voor verdere inlichtingen stelt zich gaarne beschikbaar de Centrale Espe- ranto-Commissie, Secretariaat Hugo de Grootstraat 35, Nijmegen. A. H. JANSEN. HET KATHOLICISME IN INDIE EN CHINA. Colombo (Ceylon) Agentia Fides! Voor aanstaande Katholieke leeken en reli gieuzen hebbeu nauwkeurig bestudeerd den invloed die de veranderingen op de Kerk kunnen hebben, door de Britsche re geering aangekondigd. In het diocees Jaf- na zijn de Katholieken hierover bezorgd, want zij herinneren zich in het verleden kennis gemaakt te hebben met het fanatis me der Hindoes. Indien men aan het volk een te groote macht geeft, zou een anti christelijke vergeving er het gevolg van kunnen zijn. Men heeft een verzoekschrift ingediend om in het Wetgevend lichaam twee plaatsen te vragen voor de Katholie ken, om daar de Katholieke belangen ter kennis te kunnen brengen. Verder willen de Katholieken zich ech ter geheel buiten de politiek houden, een voudig medekiezend en hun medewerking verleenend aan de stoffelijke en economi sche vooruitgang van het land. Deze hou ding van de Katholieken vindt haar goed keuring in de pers en bij de vooraanstaan de politici, zoowel Protestanten als Boudhisten. Een vooraanstaand Katholiek verklaar de: „Do ordervinding heeft ons geleerd dat onze ware kracht hierin ligt, dat wij een zijn en solidair, altijd wakend voor de vorming van het Katholiek bewustzijn en als Katholieken er ons van onthoudend ons aan te sluiten bij een van de zuiver politie ke partijen. Dacca (Bengalen) Agentia Fides: On langs had eon belastingambtenaar een schatting opgemaakt van het klooster der zusters te Mymensingh en van hun armen- apotheek om te kunnen vaststellen wat zij aan belasting moesten betalen. Men sprak er over met een van de „Ouden" van de stad, een Muzelman, die er niet ver van daan woonde. Deze buurman was zeer ver ontwaardigd en zeide: „de leden van de Raad weten niet alles wat de zusters voor de armen en zieken hier doen, op de eerst volgende vergadering zal ik het hun eens zeggen. Hij deed het en de Raad die geheel uit Muzelmannen en Hindoes bestaat, ont sloeg in het vervolg de zusters van iedere belasting. Nangyangfu (Honan, China) Agentia Fi des:" Zelfs de Chineesche roovèrs kunnen niet altijd hun buit bewaren. Roorers uit de provincie Honan, die een groote som gelds bijeen hadden, wilden naar him haardsteden terugkeeren en hun gevaarlijk bedrijf vaarwel zeggen. Zij bemachtigden een doodkist, deden er een dood varken in, enkele geweren en het geld wat zij hadden. Dat alles zetten zij op een kar. Een wouw moest een rouwkleed aandoen en bij de doodkist- weenen als men ergens in een dorp aankwam. Twee roovers gingen mede. Alles ging goed tot men in een dorp aan kwam waar de twee roovers de wagen ver>- lieten om opium te schuiven. Toen de vrouw een groote menigte -menschen zag in eer biedige nieuwsgierigheid, vroeg zij of er ook soldaten in de buurt waren. Toon dit zoo was zeide zij, roep ze dan gauw, want de doodkist bevat het geld dat ze van juL- lie gestolen hebben en de geweren waar mede ze do kinderen hebben gedood. Alles behoort jullie toe. De menigte wapende zich en nam het zijne. De roovers vluchtten, men deelde de buit, de vrouw kreeg 200 dollar en de sla ger het varken. Roovers stroopen nog altijd de binnen landen van China af, maar ze verwonden of dooden niet meer, als ze maar geld en voedsel krijgen. Men zendt soldaten op hen af, maar wanneer deze ze uit een dorp ja»- gen, eischen zij op him beurt geld en voe ding, dreigend hun geweren aan de roovers te verkoopen als men hen niets geeft. Zoo zijn de boeren altijd de dupe, wie er ook Goeverneur is. Kaifeng (Honan, China) Agentia Fides: Allo leden van een plaatselijke groep tot onderlinge hulpverleening „de Roode Lan sen" zijn katechumeen geworden in de mis sie van Lunayi (Kaifeng) om zich voor te bereiden op het doopsel. Deze groep is een van de vele die zich gevormd hebben om zich te verdedigen tegen de roovers en te protesteeren tegen de hooge belastingen. Er zijn er verscheidene van dit soort in Kaifeng de Roode Lansen, de Witte Lansen, de Gloeiende Oogen, etc. De autoriteiten doen hun best ze af te schaf fen, want ze vergeten dikwijls hun redelijk doel en dat maakt zo gevaarlijk. Daarom deed het verzoek om gedoopt te worden den priester perplex staan. Sinds ze ka techumeen zijn is hun gedrag uitstekend. Zij hebben hun argodsbeelden vernield en er katholieke beelden voor in de plaats ge zet. Zij hebben katechisten gevraagd om hen te onderrichten en willen ze zelf beta len. Zij leeren met ijver en loopen op de Feestdagen 15 'k 20 K.M. om de H. Mis te hooren. Zij geven teel aan de missie. Toch vraagt de priester "zich af, of zo zullen vol houden als zij geen gevaar moer loopen van de kant der locale autoriteiten. Men meent dat een lange en strenge proeftijd hierop alleen het antwoord kan geven. DE PRIESTER-MISSIEBOND. Wij verkoopen d« Groote Keuze ECHTE LE1SJSGHE WOLLEB! ESEKEBSS in den maat 140-180 voor f 5,80 - HOQGEWQERD 41 TELEFOON 698 - KOREVAARSTRAAT HOEK HQGGEWOERD - Lage Prijzen Ze zijn er dus van verzekerd een margarine te ontvangen, die. al is ze goedkoop, van uitmuntende kwaliteit is en van zuivere samenstelling. Voedzaam en licht verteerbaar door de natuurlijke en zuivere bestanddeelen1 Wees ook U verstandig en neem vandaag eens een proef met een pakje van een half pond HET KOST ÉÉN MAPGAQiriE voor ALLEM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 11