Burgerlijke Stand „DE LEIDSCHE COURANT". DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1928 DERDE BLAD ^CRISIS IN DE FRANSCHE LUCHTVAART iJ (Van onzen Parijschen correspondent). Het schijnt, dat na afloop der laatste Verkiezingen in verschillende zittingen van den Fransche ministerraad de kwes tie gesteld ig, of het kabinet hervormd moest worden of beter nog of het uitge- bercid moest worden door de instelling yan een luchtvaartdepartement. Eén oogenblik scheen het, alsof onder de pressie van de publieke opinie, bewo gen door zooveel pijnlijke en niet zel den doodelijke mislukkingen, die kwes tie ook werkelijk opgelost zou worden. Personen, gewoonlijk goed op de hoogte mot hetgeen achter de schermen gebeurt, wisten reeds mede te deelen, dat in één tak van dienst vereenigd zouden worden al de vertakkingen der Fransche lucht vaart, tot nu toe verdeeld over vier ver schillende departementen. Tot op een goeden dag, na eenigen tijd van diep en geheimzinnig stilzwijgen, een officieel communiqué een einde maakte aan al die ongewenschte verwachtingen. Die merkwaardige mededeeling maakte inderdaad bekend, dat de ministers van Oorlog en Marine op overtuigende wijze l'hun collega's hadden aangetoond al de be- zwareu verbonden aan de vereeniging in één departement van de militaire lucht vaart, die onder hun leiding stond. En de bureaucraten van oorlog en marine hieven een zegezang aan, dat zij zouden blijven beknibbelen en bedisselen het lot van de Fransche luchtvaart. Soms tegen elkaar in, maar wat zou dat, als zij maar de baas bleven Indien er ooit iets te Betreuren is ge weest in de Fransche luchtvaartpolibiek en geen mensch weet hoeveel hier wel te betreuren valt! dan is het deze be slissing geweest. In zekeren zin zelfs anti nationaal! In die enkele regels van het communiqué was een heel drama vervat, onbekend aan het groote publiek: de ab solute zekerheid, dat, niettegenstaande offers van geld, van materiaal, van men- schenlevens, de veiligheid van Frankrijk in de lucht een leugen zou zijn en een hersenschim, enkel en alleen ten gerieve .van bureaucratische lamlendigheid. Tot voor enkele dagen de catastrophè van Toul, waar Bokanowski, minister van Handel en Civiele Luchtvaart, met zijn vier metgezellen, een gruwelijken dood vonden, de gemoederen weer wakker schudde. Het was als een bloedige illus tratie van de gegrondheid der critieken, van alle kanten door technici en vakpers naar voren gebracht. Een werkelijke ont moediging begon zich reeds meester te maken van sommige voormannen der Fransche luchtvaart en wie ooren had om $e hooren kon er dagelijks de echo's van opvangen- Maar nu, brutaal opgeschrikt door den dood van een der hoogsten in J {len lande, na den dood van zoovele ande ren, zal de publieke opinie niet tevreden zijn met een simpele aanraking der kwes tie. Het geheele probleem moet grondig behandeld worden en zijn spoedige, logi sche oplossing vinden: eenheid in leiding pn uitvoering: een luchtvaart-departement. Gedwongen al* het ware door de alge meen© onrust, de algemeene verontwaar diging kan men wel zeggen, is de Regee ring eindelijk overgegaan tot de oprich ting van het nieuwe ministerie en vorige week is de eerste Fransche Luchtvaart- piinister benoemdLaurent Eynac. Niet gemakkelijk zal de taak zijn van den nieuwen bewindsman. Hij zal een einde moeten maken aan bet onwaardig gedoe van tientallen industrieelen, die met alle middelen hun producten trachten op te dringen aan de luchtvaartdiensten van de diverse departementen. Al te dik wijls is het reed* gebeurd, dat een of an dere motor, een of ander onderdeel gemon teerd is op een vliegtuig, tengevolge van middelen, die het daglicht nauwelijks kun nen verdragen. Louis Blériot, de bekende Fransche constructeur, heeft in dit opzicht een merkwaardige verklaring afgelegd: „In Frankrijk zijn er vier en dertig indus trieelen, die vliegtuigen vervaardigen, in Duitschland zijn er vier, in Engeland drie. Zoo kunnen wij niet leven, niet bestaan. Ik wil de eerste zijn om mij terug te trek- yn, indien dit noodig is voor de Fransche ichtvaart". Te veel concurrenten du* en aardoor oneerlijke concurrentie. Die ongewenschte toestand wordt nog a de hand gewerkt door de rivaliteit tus- ichen de verschillende departementen. De ministeries van Oorlog, Marine en Kolo niën, hebben elk hun eigen luchtvaart- «fdeeling, terwijl het ministerie van Han del onder zich heeft^ de technische dienst, de aankoop, het nationaal meteorologische instituut en tenslotte de civiele luchtvaart. Het gevolg hiervan ie, dat bestellingen, die in drie weken uitgevoerd kunnen worden, nu na drie maanden, misschien na drie laar nog op zich laten wachten. Wanneer bijvoorbeeld een militair vliegtuig bestu deerd en beproefd is voor den technischen dienst, dan wordt het voer Oorlog op nieuw bestudeerd en geëxperimenteerd, dan aangekocht door den aankoopdienst yan het ministerie van Oorlog. Dezelfde ■"gewikkelde weg moet gevolgd worden 'oor de zeemacht. Het komt zelfs gewoon- 'ik voor, dat Oorlog en Marine, bevreesd je dupe te worden van het Ministerie van uandel. een eigen technischen dienst or- ganiseeren, dubbelganger van dien op het jkpartement van Handel en heele helden dichten zouden gezongen kunnen worden JP de bureaucratische veldslagen van die ™ee gezworen vijanden. Wie zou er op slot van zaken een eind- ^«ïssing moeten geven? Al die diensten «an op geüjkon lijn, eenheid van leiding °r niet te bekennen: het is de zuiverste anarchie T*ee brieven, dezer dagen gepubliceerd ^Pen wel ©en zeer scherp licht op deze Frankrijk zoo moeilijke kwestie. En tegelijk sluiten zij in een erkenning van de Nederlandsche industrie. Zij werden reeds in de maand Juli LI. gericht aan Minister Bokanowski door Generaal Du- val, bekend om zijn groote technische ken nis en door de diensten gedurende den oorlog bewezen aan de Fransche Lucht vaart. Tegenwoordig is hij voorzitter van den raad van beheer van de C.I.D.N.A., een der groote FranBche luchtlijnen, in alle opzichten du* een autoriteit' In zijn eersten brief schrijft hij als volgt aan den minister: „Financieel is de toestand van onze maatschappij in goede banen geleid; wij hebben voordeelige contracten kunnen afsluiten met de Europeesche staten die bij ons luchtnet geinteresseerd zijn. Maar on* bestaan zelf wordt bedreigd door het ontbreken van Fransch materiaal, dat in staat is met het buitenlandsche te conour- reeren. Indien hierin niet zoo spoedig mo gelijk voorzien wordt, zullen onze contrac tanten ons verdere steun en concessies weigeren". En Generaal Duval vraagt machtiging aan om Fokker-machines te koopen, reeds in gebruik bij 12 Europeesche en een groot aantal Amerikaansche luchtlijnen. En ten slotte biedt hij aan de subsidie van 32 millioen, die zijn maatschappij ontvangt, te verlagen tot 24 millioen; zoo groot zou door het gebruik van Fokker-vliegtuigen de bezuiniging zijn op exploitatie- en af schrijvingskosten. In zijn tweeden brief wijst Generaal Duval er op, dat het type der Fransche handelsvliegtuigen afgeleid is, zonder uit zondering, van het militaire type en dat zij dus, uit commercieel oogpunt bezien, aan de passagiers niet kunnen bieden het gemak en de veiligheid waar zij recht op hebben, en niet kunnen opleveren die be- drijfsuitkomsten, die de basis moeten zijn van een gezonde industrieele exploitatie. Die twee brieven zijn onbeantwoord ge bleven 1 Maar wat zou dan ook een onge lukkige minister, die geen reëele macht bezat, hierop geantwoord kunnen hebben? Men zou hem verweten hebben, dat hij zich verkooht had aan het buitenland; de geheele menigte van Fransche construc teurs zou in beroering zijn gekomen en met alle middelen dergelijke maatregelen tegengewerkt hebben. Om maar niet te spreken van de publieke opinieAl te scherp zit nog vast in de herinnering van de meeste Franschen het feit, dat het voornamelijk Fokker-machines waren, die hun in den oorlog zooveel schade berok kend hebben. Uit deze enkele gegevens blijkt wel, hoe zwaar de taak zal zijn van den nieuwen minister Laurent Eynac. Het schijnt, dat men met hem heeft geplaatst „the right man on the right place". Gedurende den oorlog zelf vlieg-officier heeft hij daarna eerst als Kamerlid, vervolgens als Staats secretaris voor d« luchtvaart, steeds het aviatiek probleem bestudeerd en steeds getoond een kundig en ervaren technicus te zijn. Het is te hopen, dat hij ook als organisator de noodige talenten zal too- nen. om de Fransche luchtvaart uit die chaotische verwarring te bevrijden. Frank rijk heeft te veel glorieuze namen op luchtvaartgebied, om dergelijke wantoe standen te laten bestaan! J. W. KOLKMAN. Parijs-, September 1928. Uit de Landbouwwereld. Brandnetelverdelging. De brandnetel is een algemeen voorko mend onkruid. Het groeit op de bermen der wegen-zoowel als op akkers en gras landen. En het weet zich dikwijls te hand haven trots alle moeite, die men doet om het te verdelgen. Hakken en afmaaien! is langen tijd het parool geweest. Dan zoo heette het wordt ten langen leste de wortelstok uitgeput en kan geen groene deelen meer voortbrengen. Maar de prac- tijk was met die theorie wel eenigszins in strijd: de brandnetel groeide in vele ge vallen lustig door. Men zocht daarom naar meer afdoende middelen. Op de proefvel den der Veencommissie in Strelitz bij Col- mar - zoo verhaalt de heer M. Oehme te Posen, Directeur der genoemde commissie ondervond men veel last van brandne tels. Herhaaldelijk maaien, uitBteken dor stammen, scheuren der aangetaste percee- len, leverden geen resultaat op. Toen kwam de Directeur der Landbouwwinterschool te Colmar, Stierkorb, die met het toezicht op de velden belast was, op het idee de jonge brandnetelplanten in het voorjaar te gaan bespuiten met kopervitriool, ijzorvitriool en een oplossing van kainiet. Er werd voor de proefneming een perceel uitgekozen, waar op de grassen zoo goed als geheel door de brandnetels verdrongen waren. Het per ceel werd in stukken van 25 M2. (vierkan te Meter) ingedeeld, en elk perceel werd nu met een der bovengenoemde oplossingen in een sterkte van 20 procent bespoten. Op alle perceelen werden de brandnetels direct zwart en lieten de bladeren vallen. Na eenigen tijd brachten de wortelstokkon nieuwe scheuten te voorschijn, die opnieuw bespoten werden en spoedig afstierven. Nog eens, dus voor de derde maal, werd de besproeiing herhaald in den volgenden herfst. In het toen volgende voorjaar kon men constateeren, dat de wortelstokkon van allo brandnetelplanten waren afgestor ven. Deze proeven werden in het groot her haald op de proefvelden te Strelitz en Alt- Borni bij Neutomischel. Met een gewone herikspuit werden de brandnetelpollen, die door hun snellen groei boven het gras uit staken bespoten met een 15-procentige kai- niet-oplossing. Ook nu was het resultaat der besproeiing direct waar te nemen. De jonge brandnetels werden zwart, de blade ren vielen af en de grassen verkregen de overhand, zoodat op het oogenblik tegen den hooioogst de besproeide vlakte volko men vrij van brandnetels scheen te zijn. Bij nader onderzoek bleken de uifcloopera der wortelstokken zeer zwak en ziekelijk ge kleurd te zijn, terwijl de wortelstokken zelf begonnen zwart to worden, dus gingen afsterven. De heer Oehme besloot zijn me dedeeling met aan alle bezitters van gras landen, waarin veel brandnetels voorko men, aan te raden: een besproeiing met 15-procentige kainiet-oplossiug, waar hij zulke schitterende resultaten mee ver kreeg. Aan te bevolen is het zegt hij nog* dat men niet de gehoele vlakte, doch enkel do duidelijk kenbare brandne telplanten op de aangegeven wijze behan delt. Dat spreekt wel haast van zelf. Onderstammen. 't Is van algemeene bekendheid dat, wanneer men pitten van vruchten zaait, daaruit lang niet steeds hoornen worden verkregen, welke vruchten leveren, die aan alle eiichen voldoen. Bij appels en peren is dit al heol sterk. Op de honderd wilde- lingen zal men hoogstens drie of vier aan treffen, die bruikbaar zijn. Daarom is het natuurlijk van belang op een andere wijze de boonion te vermenigvuldigen. Dit ge beurt door het z.g. enten, waarbij op den onderstam de edele soort wordt gezet. Ltft het groote aantal ooftboomsoorten, die als onderstam kunnen dienen, zijn er slechts enkele, welke algemeen worden gebruikt. De keuze wordt aboo vrij gemakkelijk ge maakt. Percboomen kunnen worden ver edeld op meidoorn, kwee, wildeling of zelfs op appel. Op meidoorn en appel gelukt do vergroeiing echter maar bij bepaalde soor ten, en is niet van groote duurzaamheid, zoodat ens feitelijk resten de kwee en de wildeling. De eerste, de kwee, bezit groote voor- en ook groote nadeelen; ze is niet geschikt voor iedere soort en evenmin voor iederen bodem. Van de variëteiten zijn het vooral do sterk groeiende en laatdragendë, die het best op kwee kunnen worden ge zet. Zij zullen alsdan zwakker wassen en eerder dragen. De bodem voor kwee moet zijn een krachtige klei- of leemgrond. In droge gronden wil zij onveredeld nog wel zeer goed voort, maar ongeënt met peer, kwijnt zij ras en de opgezette ent met haar De kwee zelf wordt vermenigvuldigd door afleggen en stekken. In 't voorjaar worden ze uitgezet en daarop in Augustus geoculeerd. Copuleeren of anderszins in 't voorjaar gelukt meestal niet. Is het kwoe- stek te oud geworden, dan is de schors te dik en hard, en gaat het oculeeren minder goed. Wat nu, wanneer de bodem voor kwee niet geschikt is? Dan blijft ons alleen de wildeling over. Toch is al wat onder den naam wildeling wordt begrepen, niet van gelijke kwaliteit. Of we pitten uitzaaien van een wildelingsvrucbt of van een fijne tafelpeer, dat maakt een kolossaal ver schil. De beide daaruit ontstane boompjes zullen een groot onderscheid vertoonen in groei, weerstandsvermogen en bouw. Den wildeling zullen we kunnen gebruiken om een kvachtigen stamboom te vormen, ter wijl we uit de pitten van een tafelpeer een onderstam krijgen, dien we kunnen ge bruiken voor z.g. dwergvormen, welke niet op kwee kruinen worden geënt. Zoo'n meer edele wildeling is mindere sterk groeiend, en derhalve voor dwergboomen meer ge schikt. Toch behoeft men, als een bodem zich goed voor kwee leent, niet steeds den wildeling te gebruiken voor een soort, die met kwee moeilijk vergroeit. Men kan dan nl. gebruik maken van tusschenvercdeling, d.w.z. men kan op kwee oerst enten een soort, die er uitstekend op voort wil, bijv. Beurró d'Amanlis, eu op deze wordt daar- na het edeloog gezet. Het koopen van een paard. "Wie een paard koopt 't is bekend moet op zijn hoede zijn. Want in den paardenhandel bestaan tal van trucs en handigheden, waarvan vele grenzen aan oneerlijkheden. Laat ik U enkele van de zeer vele noemen. Ge bezoekt den stal van den koopman, 't Valt U op, dat hij keurig netjes is ingericht. De paarden staan van voren hoog, zoodat de voorhand mooi uitkomt. Door mooie halsters, fraaie kleurige dekens, door een zorgvuldige verpleging, poetsen en scheren, geeft men den paarden een bovallig uiterlijk. In den stal van een koopman schijnen alle paar den levendig en opmerkzaam. Zij zien be stendig om, spitsen de ooren, trippelen heen en weer, enz. Dit is hun geleerd door klappen met de zweep, door toeroepen van het stalpersoneel, door het klappen met de haverkist en dergelijke. Oude paarden geeft men een jonger aanzien door de grijze haren aan het hoofd te verven, of door de diepe kuilen boven de oogbogen te doen verdwijnen door lucht onder de huid te blazen. Hun laugo tanden maakt men korter en soms worden ze van een kunstmatige kroonholte voorzien. Jonge paarden van 2 tot 4 jaar tracht men daar entegen oucler te doen schijnen, door ze te breken. De melktanden worden getrok ken, waardoor de paardentanden eerder uitbotten. Paarden met zwakke gevoelige hoeven laat de handelaar bij voorkeur draven op een zachten bodem, omdat zij op een harden bodem pijnlijk of kreupel zouden loopen. Kreupele paarden of zulke dieren, welke zwak in de lendenen, zooge naamd kruislam, zijn, en die bij het wen den en stappen knikken in de achterbee- nen, worden eerst in stap geleid tot zij buiten het gezicht zijn. Of wel: ze worden door allerhande geluiden dermate veront rust, dat ze springen, galoppeeren en hoogst onregelmatig loopen, waardoor het gebrek niet in het oog valt. Spatkreupele paarden worden warm gereden vóór de komst van den kooper, dan toch is 3e kreupelheid gewoonlijk niet meer zicht baar, of althans sterk verminderd. Ook brengt men wel opzettelijk een verwon ding aan het kreupele been te weeg om het te doen voorkomen, alsof de kreupel heid daarvan een govolg is. Kribbebijters worden door voederen gedurende de aan wezigheid van oen kooper, door eeu stijf aangeliaaldcn kcclriem, waarin soms nog spijkers steken, althans tijdelijk verhin derde om aan hun verkeerde neiging toe te geven. Het is vrijwel een vast gebruik om de paarden vóór bet monsteren een stukje peper of gember in den endeldarm te ste ken. De prikkeling van het slijmvlies doet de paarden den staart beter dragen, en ook het kruis komt dan fraaier uit. Ge woonlijk heeft deze prikkel ook tot ge volg, dat de paarden van achteren wijder gaan. Korte wenken en mededeelingen. De belangstelling in de melkcontrole is in de laatste jaren zeer toegenomen. Ziehier eenige cijfers uit Gelderland. In 1920 waren in die provincie 51 fok- en controle-vereenigingen met 786 leden en 3692 gecontroleerde koeien; in 1926 is het aantal vereenigingen 97, het getal aange sloten veehouder 1479, dus bijna 2 maal zoo groot. Men is in Gelderland dus op den goeden weg, maar slaat pas aan 't begin. Stel die provincie naast Friesland. In Gelderland werden 9372 koeien van de 129,000, dat is nog geen 7 1/2 procent, gecontroleerd; in Friesland 117.800 van de 178,636, of ruim 60 1/2 procent! In Gel derland bedroeg het gemiddeld vetgehalte 3,129 pet., in Friesland 3.309 pet. Verschil 0.18 pet. Wat dit zegt? Dat verschil van 18 hondordste of ruim één zesde deel van een procent, lijkt heel weinig, maar geeft op do hoeveelheid melk, in de Geldersche boterfabrieken verwerkt (225 millioen K.G.), een verschil van 450,000 K.G. bo ter! Of een waarde van pl.m. 1,000,000, zegge: één. millioen gulden! Deze cijfers zijn van den heer De Jong, Rijksveeteelt- consulent te Arnhem. Weet gij: dat de organisatie van jonge boeren in do laatste jaren zeer is toegenomen; dat die van den L. T. bijvoorbeeld in 4 ja ren tijds 65 af deelingen heeft gesticht; dat men lid kan worden op 17-jarigen leeftijd en moet uittreden als men gezinshoofd wordt of den leeftijd van 35 jaren heeft bereikt; dat deze jonge boeren-organisa- ties door het Hoofdbestuur van den L. L. T. B. financieel gesteund worden, in '24 en '25 met bedragen van 1500.dat die plaatselijke vereenigingen zeer opbouwend kunnen werken, o.m. door het aanleggen van proefvelden; dat een enkele dier ver eenigingen niet minder dan 72 proefvel den aanlegde? Weet gij: dat de landbouw boekhouding meer en meer wordt toege past; dat in 1923'24 door de Centrale Bu reaux do gegevens werden verwerkt van 852 bedrijven, in '24'25 van 1228 bedrij ven, samen omvattende bijna 20.000 Hectar re bouw- en ruim 21.000 H.A. grasland; dat Groningen en Friesland ver bovenaan staan met samen 33.000 H.A.? Korte wenken en mededeelingen, In Frankrijk legt men zich sedert een paar jaar toe op do verbetering der melk- opbrengst van de schapen, en wel be paald in de streek van Roquefort, waar de bekende Bchapekaas wordt gemaakt. Men zocht eerst uit de dieren in een streek de beste melkgeefster, de elite, en ging van deze exemplaren de melkgift controleeren. Wat een verschil nog! Van 50 schapen bleven ten leste 43 over, waarvan de beste gaf 183 liter in 171 dagen, de slechtste 80 liter en minder; de gemiddelde opbrengst was 127 liter. De hoogst genoteerde dagop brengst was anderhalve liter. De dieren werden 's morgens en 's avonds gemolken. In 1924 importeerde onze Plantenziek- tenkundige Dienst uit Frankrijk een par tijtje bloedluizen, waarop het sluipwespje Aphelinus mali, hier niet inheemsch, para siteerde. Dit geschiedde, om te zien, of dat wespje alhier kon voorttelen en dan ter bestrijding der bloedluis kon dienen. De proef scheen te gelukken. Op de terreinen van den dienst heeft het wespje stand ge houden, zoodat men de diertjes gaat dis- tribueeren aan de liefhebbers. Aan ge noemden Dienst te Wa'geningen richte men zijn aanvrage om takjes, welke met gepa rasiteerde bloedluizen zijn bezet. Br. LEIDEN. Geboren: Dirk z. van J. P. van Gel der en O. Orama Neeltje d. van J. Klinkhamer en J. Vermond Adriaan. Oomelis z. van A. O. Bloos en O, Hol- verda Wilhelmus Maria d. Van W. van Steenbergen en M. W. Oompeer Wil helmus Ants. Gere. z. van W. O. H. van Kesteren en 8. M. Trel Johanno d. van P. van der Zeeuw en P. Flandrijn j£u- cobus z. van J. Sbasse en F. M. tie Berg Maria Wilhelmina en Frans d. en z. van A. Bonte en S. A. Poeliejoe Ole- menco Poule. Joanna d. van J. H. A. Manr dors en J. Vermeulen Maria Apola. Oarola. d. van J. v. d. Veer cn M. A. Vorst Rinus z. van W. F. Jogejan en J. Rijn bergen - Maria Johanna d. van G. J. Tij- sen en E. Dijkema Pieter z. van P. Neuteboom en J. van der Blij Dina Helena d. van B. Gerritsen en J. Ezenga Jan Hendrik z. van H. J. Wielder* en J. van Tongeren AntoDie z. van A. van der Baan en O. O. Polder Johannes Hendrikus z. van G. M. Segelmg en J. J. Schrijver Pieter z. van W. A. F. Marijt en H. Molenaar Aleida Marian© Catha. d. van J. R. Wartcna en B. .J. Sikkema Hendricus Petrus z. van B. J. v. d. Zon en C. M. Houniet Cornelia d. van A. Ko- renhoff en G. J. Koning WiHemina d. van W. Marquenie en W. van Opijnen Anna Maria d. van W. F. Geuke en M. Slegtenhorat Maria Wilhelmina d. van B. F. do Grijs en J. O. W. der Kinderen. Gehuwd: O. J. J. Harteveld jm. en A. Boehmer jd. H. v. d. Hoeven jm. en D. Biemond jd. J. C. J. Lambermont jm. en A. F. M. L. Bernard jd. P. C Beu- gelsdijk wedr. cn K. J. Ter aar jd. J. A. Lolkee de Beer jm. cn C. J. Landesbergon jtL H. v. Bakkum jm. en H. Azier jd. J. W. Vodegel jm en J. H. H. Mertens jd. H. J. Sprokop jm. en J. Zoaderop jd, W. F. Tuinhof de Moed jm. en W. de Wolf jd. I. Boom jm. en A. Louwrier jd. W. Voorzaat wedr. en J. Fakkel wede. Overleden: G. de Haan wedr. 76 j. C. v. d. Plas m. 59 j. J. Baart-de KI eer vr. 44 j. M. Guijt z. 2 w. W. v. d. Berg wedr. 79 j. P. A.. Haseelbach dr 23 j. M. Florneon wede. I. v. Ees 94 j. Uit Leiden vertrokken. Wed. J. C. Huiakens—v. Muascher, Am sterdam, le Laurier Dwarsetr. 27 III ach ter P. R. Tak Labrijn, Rotterdam, West kruiskade 25a O. A. v. Hoorn, Duiven- dreebt, St. Johannee-Gesticht H. v. Bruggen, Lisae, Heorenweg 103 - G. A< Wa^eman* en fam., Alphen a. d. Rijn, Goe man Borgesiusotraat 8 A. C. van Tol, Oegstgeest, Wannomlerweg 34 O. Lardé Woerden, Voorstraat 45 E. J. D. Riet bergen, N. O.-Indië G. Brussel en fam., Zoeterwoude, Vrouwenweg E 37 A.H. L. Snijder en fam., idem, Vrouwenweg E 37 X M. Olofseo, Rotterdam, Zieken huis Bergweg O. van Heuzen, den Haag, Raamstraat 13 KI. Tiometra, Zoeter woude, Vrouwenweg E 37 B P. Noort en fam., idem H. Jonker, den Haag, Olijfstraat 25 C. M. Kohier en fam., den Haag, La vendelt traat 62 Fr. J. H. v. Deinse, Parijs, 139bifl Rue Jules Guese le Vollois Perreh H. Spaargaren, Ede (G.), Molenstraat 19 J. D. Verkerk en fam., Heemstede, Prinsenlaan 13 O. Ro denburg, den Haag, le v. d. Kunststraat 43 J. G. Kooi, Waasenaar, Olingelaan 7 J. M. Dreef, Amsterdam, Vijzelstraat 111 II J. O. Hookx en E. Hockx, den Haag, „Vieux Doelen" Touraooiveld A. J. Fr. Westen, Breda, Markt 7 H. J. Duiverman, Utrecht, Zadelstraat 18 M. Gelens, Breda. Kasteel plein 6 H. Audier Delfzijl, Noord er kweekschool B. Fr. Boers, Veur, Voursche straatweg K. Schumacher, Wassenaar, Schoolstraat 72 W. B. van Gastel, Voorburg, Helden- burgerdw.straat 4 A. A. Doe nik, Haar lem, Nassauplein 3 P. A. L. van Ogtrop, Noordwijk, Atjehweg 2 „do Hull" R. Josselin de Jong, idem E. A. M. Ga.il- lard, Medan, Nod. O.-Indië W. de Waard en fam., Zoeterwoude, Watertje D. 27 C. G. van Wijngaarden, Breda, Dia- conessenhuifi E. Egberts, Rheino (Dl.) D. E. v. d. Steenhoven, Heusden, Burg plein 1 S. F. Richter, Lahr (Baden) H. Lindeman, Utrecht* Tolateegsimgel 34 E. 0. Admiraal, Wijk aan Zee en Duin, Groeneweg 41 V. W. II. Stheeman, Noordwijk, Atjehweg 2 1L J. Ph. v. Blanken en Fam., Haarlem, Warmoesstr. 2 Z.W. J. H. Smeele, Noordwijk, Zand- voorteche straat 28 G. Engelkamp, Kat wijk a. Zee, bij W. D. Huiekon R. Kan, Oegstgee&t, Regentoeselaaai 63 II. Gor dijn-van der Luit, idem Wijttenbachweg 16a W. B. H. A. Heskee, den Haag, Vivianiatraat 14 O. M. Wassenaar, Al phen a. d. Rijn, Wilholminastraat 3 J. van der Zwaag, den Haag, Stoikweg 8 A. Dobbelsteijn, Heerlen, Gr. Hote-l Wil- helminaplein 2 J. Biegstraaten, Bergen (N.-H.), Meerweg 45 Mr. D. Huurman, den Haag, Koningin Emmakade 156 N. J. Lakkerwa, Amsterdam, W. de Withstr. 32a II G. de Kok, Bilthoven, Boestdij- kerstraatweg 167a P. Jacobs, Amster dam, Nieuwe Nieuwetraat 18 K. Zwir- ziftz, Amsterdam, B. Koetsstraat 6 hs. F, y. terson, Delft, Hecrtog Govortskado 12. ui Leiden gevestigd. S. P. Alsemgoest, Oude Rijn 22 R. ALtoma, Witte Singel G4a W. M. J. Al- vares Correa, J. v. Goyonkade 19 N. Avis, Witte Singel 70 G. M. van Benten, winkeljuffrouw, Breesbraat 11 T. van Bruggen en fam., koopman, Room burger- weg 2a EL Goliem, Heorenstoeg 21a B. van Dam en fam., filiaalhouder, Lom bokstraat 5a A. C. M. Denniflon, huis knecht, Rapenburg 83 E. van Deuren, dienstbod©, Haarlemmerstraat 128 C. A. van Dorp, tandarts, Plantsoen 37 M. Dubbeldeman en fam., loe arbeider, van Speijkstraat 25 F. J. Duparc, Pietert- loerkhof 30 Dzul Kamin Tengkoe, Stad houderslaan 21 H. van Egmond en fam., straatmaker, Philosofenpad 2 O. Eeltjes, directeur Eleot. Mij.. Haagweg 78d A. M. van Erp, dienstbode, R ijnsbrgersingel 23 H. Filippo en fam., ijzerwerker, Pr, Wilhelminastr. 39 J. O. van Fra as sen, da Ooetastraa/t 15 M. O. de Groot-Tum- rner*, da Costastnaat 39 E. M. Gulde- mond en fam., opperman, v. Speijkstraat 25 J. M. Hendrikson, timmerman, St. Joriasteeg 13 C. Holswildor, fabrieks arbeider, Paradijshof 4 J. Horliugs, dienstbode, Schelpenkado 40 J. Kers bergen, verpleegster, Fr. van Mierisstr. 1 J. B. van dor Kley, timmerman,Ama- liastraat 40 E. W. A. KögLer, Munniken- sbraat 12 J. L. Lamers, Zoeterwoudsche Singel 44 A. van der Linden, Johon de Wittwtraat 52 J. W. v. d. Linden en fam., timmerman, H. Morschweg 82A. H. C. de Looper, verpleegster, Schelpen kade 9 J. F. de Loos, dienstbode, Hoo- gewoerd 57 A. de Man, Hooigracht 38 F. J. M. Mcsserschmidt, buffetjuffrouw, Stationsweg 11-13 J. P. Mom, boekbin der, L. van Leijdenstraat 4 G. Na* en fam., stucadoor, Gortestraat 12 H. J. M. Noordman, Haagweg 59 Wed. W. Postde Vos, Hooigracht 38 E. Ramb, Pelikaanstraat 12 O. S. Renes, ambt. Min. v. Waterstaat, Kolfmakersteeg 2 A. Rietra, fabrieksarbeider, Nieuwe Rijn 32 C. M. Roozen, Nachtogaallaan 13 H. Rutter, dienstbode, Hooigracht 79 A. C. van Schaik, dienstbode, Hooigracht 58 J. P. Schut-de Goffau, Leuvenstraat 61 M Sobanek, dienttbode, Wasstraafc 30 A. S. Spier, Fagelstraat 1 W. Stolz, Steenstraat 22 J. C. G. Tabingh Suermondt, Noordeinde 52 Tan King Bien, Groenhovenstraat 21 P. D. Tjals- ma en fam., predikant, Cronosteinkado 6 J. E. Ullrich, Morschsingel 8 C. E. J. H. Veen, Morschweg 30a N. J. v. "d. Voorst en fam., machinist N. S., Pres. Steijnstraat 17 D. H. da Vries, .Wol straat 17.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 9