'AME!) RUBRIEK
BOODSCHAPPENTASCH.
De verschillende vormen en uit-
voeringen, welke men voor bood-
schappentasschen heeft, neemt met
den dag toe.
We staan meer en meer verbaasd
over de élegance, die men weet te
brengen aan een zoo nuttig en bij uit
stek practisch artikel.
Ze zijn onmisbaar geworden!
In dezen tijd, waarin het diénst
boden-probleem nog altijd een kwes
tie van zorg en moeilijkheden is, heeft
de huisvrouw veelal geen andere hulp
dan die van een werkvrouw-voor-het-
ruwe-werk en is zij verplicht de da-
gelijksch terugkomende bezigheden
voor het huisgezin zelf te verrichten.
Onder deze bezigheden valt ook het
boodschappen doen.
Des morgens gaat 't jong-getrouwde
vrouwtje er op uit om haar dagelijk-
sche inkoopen te doen. Ze wil liefst
alle benoodigde boodschappen inééns
meebrengen, zoodat ze maar één maal
behoeft uit te gaan om voor den ge-
heelen dag klaar te zijn.
Natuurlijk wil „mevrouwtje", dat
zich overigens volstrekt niet geneert
om pakjes te dragen, toch een comfor
tabele en practische tasch mede-
nemen, welke echter een gekleed ca
chet draagt.
Ik geloof, dat, juist omdat iedereen
zulke tasschen bezit, men geprikkeld
wprdt steeds een variatie te zoeken,
om te zorgen, dat onze tasch zich van
de groote massa onderscheidt.
Dikwijls zit het maar in een kleinig
heid, want eenvoud moet voor een be
paalde boodschappentasch steeds be
tracht worden, anders gaat het idee te
zeer gelijken op de algemeen bekende
vioolkist, waarin aardappelen werden
gehaald!
De tasch mag geenszins te luxieus
zijn, wanneer deze in hoofdzaak voor
gewone huishoudelijke boodschappen
wordt gebruikt. Dient ze voor de
middag-wandeling, waarop kleine pak
jes worden meegenomen, die te talrijk
zouden zijn voor het gewone hand-
taschje, dan mag de uitvoering zoo lu
xieus zijn als men maar wil. Zijden
broderie, kralenversiering, metaal-
garneering, alles wat maar bijdraagt
tot meerdere élegance, is gewild.
De boodschappentasch draagt ech-
ter een ander karakter.
Ik wil U een idee geven voor het
maken van zulk een tasch. Het model
wat ik op het oog heb, is er een van
raffia, met een kartonnen bodera.
Die grondvorm is ovaal, daarin wor
den gaatjes geprikt, daar de kartonnen
vorm geheel met raffia wordt bewerkt.
Men kan draden van verschillende
kleuren raffia gebruiken voor het pa
troon, dat b.v. uit zes driehoeken kan
bestaan, drie aan iedere kant.
Het hengsel kan van gevlochten of
tot een boord gedraaide raffia ge
maakt worden en van binnen kan de
tasch met satinet gevoerd worden.
Beide kanten van de tasch hebben
dezelfde versiering. Wie wat fantasie
heeft, maakt zulk een tasch tot een
juweeltje!
ERICA.
ZILVER-SCHOONMAAK.
Op de Nenyto te Rotterdam staat in
een der stands der Britsche afdeeling
een man die in wat erg gebroken Hol-
landsch een klein blank metalen plaat
je, zoo ongeveer ter grootte van een
hand, aanprijst als een soort wonder
middel om vooral goud en zilver z'n
oorspronkelijke fraaie glans terug te
geven.
Wij spraken een zeer betrouwbare
huisvrouw die het ding in gebruik heeft
en er verrukt over is. Men legt het
plaatje slechts in een geëmailleerde
kom waarin heet water met een paar
scheppen zeeppoeder, legt dan het te
reinigen zilverwerk, lepels, vorken,
hals- en horlogekettingen of andere
sieraden op het plaatje en.... men
ziet het vuil er aftrekken. Uit kettingen
wordt ook het vuil aan den binnenkant
der schakels grondig verwijderd. In
derdaad een practische uitvinding.
HERFST! HERFST!
No, 191.
We hebben weer zomer gehad en
reeds lokt in de verte de winter; som
mige menschen vinden dat geen prettig
vooruitzicht. Maar eerst komt nog de
herfst, de prachtige herfst, met tapij
ten van kroos op het water, met aster-
bloemen en goud- en roodblakende
boomkruinen.Maar ook zeer stel
lig met windvlagen en dagenlange re
gen. En weg zijn dan in eens de aar
dige zomerjurken met stippen en
bloempatroon. We halen mantels en
jassen te voorschijn, die lang opgebor
gen zijn geweest en inspecteeren in
het bijzonder het trouwe kleeding-
stuk, dat ons moet beschermen tegen
den regen. Wellicht zal een nieuwe
mantel noodig zijn, weshalve we hier
een paar afbeeldingen geven als leid
draad bij de keuze. De eerste is een
zeer moderne regenmantel van beige
kasha, waarvan alleen de binnenzijde
geprepareerd is met een vochtweren
de substantie, zoodat het uiterlijk alle
fraaiheid van het weefsel blijft be
houden.
No. 192.
Ook bij dit model is zooveel moge
lijk getracht het gewone uiterlijk der
stof te bewaren door slechts de bin
nenkant van een dun caoutchouc -
preparaat te voorzien. De stof is een
kasha-achtig weefsel in grijs mei
Schotsche ruiten in verschillende
blauwe tinten.
JAPON No. 193.
Een der meest karakteristieke eigen
schappen der nieuwe mode zal zijn de
vèr doorgevoerde ongelijkheid van
linker- en rechterzijde der japonnen,
terwijl we verder een lengteverschij
in voor- en achterkant gedemon
streerd zien, ook aan de meer een
voudige modellen. Bijgaande teeke-
ning geeft van een en ander een voor
beeld; het is een model van wol-zijden
crêpe in cerise-roode tint. Langs de
halsopening zien we incrustatie's van
dezelfde stof, doch telkens in tegen
gestelde richting genomen.
Een dergelijke garneering komt on
der aan de mouwen voor. De heup
wordt gevormd door een breede, krui
selings geplooide ceintuurstrook, in
het midden gegarneerd met een gesp
van strass. Ten slotte zien we hoe de
door godets fraai-geplooide rok van
achteren aanmerkelijk lager valt.
WINTERHOEDJE.
Als gij erg groot zijt, lezeres, groot
van hoofd vooral, ach, dan moet gij dit
aardige modelletje maar niet tot hel
uwe kiezen. Een klein, wat tenger
vrouwtje, een soort Jozefine Baker-
type, zal zooiets beter staan. Het moet
om een succes te zijn, volmaakt vast
om het hoofd sluiten. Zwart vilt met
een Ünt-garneering van zwart panne,
zijn de materialen waaruit 't gemaakt
is en een groot ornament van mar-
casite op de rechterzijde, dient als
glanspunt dezer élegante creatie.
NAJAARSMODE.
Het ensemble, bestaande uit rok,
jumper en langen mantel van wollen
stof in verschillende tinten, treedt
sterk op den voorgrond onder de ver
scheidenheid van modellen, bestemd
voor den herfst.
De halssluiting der jumpers is dik
wijls vierkant met een biais en een rij
knoopjes, de mouwen zijn lang met
smalle manchetjes.
De mantels hebben veelal opstaande
bias aan den hals en de garneering
aan de mouwen is van dezelfde stof
als van den jumper.
Ook het ensemble met kort mantel
tje van kasha of andere wollen stof
doet opgeld.
Rok, kraagje van den jumper en
manchetjes van den mantel, meestal
genomen van een tegenstellende fan-
tasiestof, waaronder het ruit-dessin
het meest gezien wordt, maken tevens
de geheele garneering uit.
Plooien en plissée's worden in den
rok het meest aangewend en het is
alléén de wijze van aanbrengen, die
aan dit kleedingstuk een origineel ka
rakter vermag te geven.
Als de dagen nog zacht en mild zijn
kunnen we onder het manteltje van de
deux-pièces een licht vest van crêpe
de chine of crêpe georgette dragen,
waardoor we nog iets vasthouden van
het zomersche aspect; indien we ech
ter wat verder in den tijd zijn, gamee-
ren we deze modelletjes met bont!
BEA
JAPON No. 194.
Wel een zeer apart model eener
japon voor het tusschen-seizoen! Ah
stof is kasha zeer geschikt. Neem haar
in een tint „bleu", dan zijt gij geheel
in de mode. De japon is tweedeelig,
dus een aparte blouse en rok. De laat
ste heeft in de zij-gedeelten van het
voorpand eenig plisée. De blouse ont
leent haar belangrijkheid aan de
merkwaardige halsafsluiting, een soort
halve kraag-sjaal, die over den rech
terschouder geslagen wordt.
v v v 7 v v v 7
AUBERGINES MET TOMATEN.
Schil de aubergines en snijdt ze in
schijven van 2 c.M. dikte, bestrooien
met zout en ze er na een uur weer uit
halen en uitpersen in een linnen doek
Vervolgens gaar laten worden in
een platte pan met 2 lepels olie. Als
de aubergines opgelost zijn, de tomaten
in schijfjes gesneden, bijvoegen, als
mede wat gehakte peterselie, knoflook,
zout en peper. Sluit de pan met een
deksel af en laat een half uur zachtjes
sudderen. Op 't laatste moment zoo
noodig wat van het uitgekookte vocht
afgieten.
KOMKOMMER-SALADE.
Kies 'groene komkommers, schil
en snijdt ze in dunne schijfjes. Zet de
ruimschoots in het zout en laat ze da;
minstens 6 uur in, voor ze te gebruike
Uit laten lekken en in een linnen do<
uitpersen om ze zooveel mogelijk v;
water te ontdoen. Ten slotte kruidt
met peper olie, azijn en peterselie el
MANTELCOSTUUM No. 195.
Nergens ziet men zoo veel het mai
telcostuum dragen als in Engelan
Het geldt als de meest-correcte straa
kleeding en wordt verder bij allerl
sportieve demonstraties gedragen.
Wij geven hier een uitnemend mi
del van zoon sportieve tailleur, êl
gant in al z'n eenvoud. Hij is gemaal
van „gazelda", een weefsel, dat doi
denken ean gazelle-leer, niettemin j
een tint „bleu pastel". De rok heel
een split van voren en aan den mant;
zien we als bijzonderheid ceintuurtje
om taille en mouwen. Men drage ee
witte of bijpassend blauwe blouse b
dezen tailleur.
TEKLEEDE MIDDAGROBE No. V
Groene crêpe celimène is de sl
waaruit deze japon gemaakt is en <T
men overigens goed zal doen niet zt
voor uitvoering ter hand te nemei
tenzij men een volleerde naaister
Toch moeten we even wijzen op
typische inzetsels aan het einde de
mouwen en de fraaie drapeering va!
het lijfje.