s BINNENLAND. ft TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT WOENSDAG 12 SEPTEMBER 1928 ie de nieuwe burgemeester van ROTTERDAM. Mr. P. Droogleever Fortuyn benoemd. Bij Kon. Besluit is met ingang van 15 October tot Burgemeester van Rotterdam benoemd mr. P. Droogleever Fortuyn, lid- van de Tweede Kamer en oud-wethouder van 's Gravenhage. Dc nieuwe burgemeester van Rotterdam is 28 December 1868 te Rotterdam gebo ren, heeft daar het Erasmiaansch Gym nasium bezocht, daarna te Leiden gestu deerd en is in 1894 gepromoveerd op een dissertatie over „Het vermogen der firma" 1 Van 1894 tot 1913 heeft hij de advoca- tenpractijk uitgeoefend, hoewel hij zich, iheenen wij, voornamelijk altijd met de fi nanciën heeft bezig gehouden in tal van zaken, waarin hij geïnteresseerd is of was. Sinds 1S98 werd hij ook directeur van de Stedelijke Hypotheekbank. In 1905 werd de heer Fortuyn benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de arrondis- sements-rechtbank en in 1912 werd hij tot lid van den gemeenteraad gekozen. Daar- 6p volgde in 1913 de benoemjng tot wet houder, aanvankelijk belast met de afdee- 'ing financiën, die hij tot 1917 heeft oeheerd. Daarna was hij tot 1923, toen hij zich niet meer herkiesbaar stelde, wethou der van openbare werken, stedebouw en volkshuisvesting. Tijdens den- oorlog was hij ook belast met de levensmiddelenvoor ziening en distributie. In 1925 kwam hij in de Tweede Kamer. Hij had het jaar daaraan voorafgaand een reis naar Indië, Oost-Azië en Amerika ge maakt en besprak in de Kamer ook veelal Indische vraagstukken. In 1925 werd hij door den Volkenbond benoemd tot lid van de commissie van onderzoek naar een beslissing van het con flict tusschen Griekenland en Bulgarije. Verder is hij een krachtig voorstander van sport en lichaamsoefening. Hij was of is nog lid van den raad van toezicht der Bank voor Nederlandsche gemeenten en ondervoorzitter van de Ver. van Neder landsche gemeenten, commissaris van de N. U. M. en eere-lid van den Ned. Voetbal bond. Als wethouder van financiën te 's-Gra- venhage heeft hij o.a. de invoering van de belastingen op de openbare vermakelijkhe den, de straatbelasting en het grootboèk van de gemeenteschuld voorbereid .en ver dedigd. Onder zijn beheer is o.m. met het gra ven van een tweede visschershaven te ^cheveningen begonnen. Voorts heeft on der zijn beheer nog de stichting van een Centraal Woningbeheer en van de z. g. H. A. B. O., een semi gemeentelijk bouw en aannemingsbedrijf plaats gehad. Hij heeft de inrichting van het Zuiderpark, van het nieuwe park in de Transvaalwijk, dat even groot als het Haagsche Bosch wordt, doorgezet. In de onderhandelingen over den nieu wen exploitatievorm van do tram heeft Fortuyn een groote rol gespeeld. Hij is na de stichting van het gemeentebedrijf lid van den Raad van Beheer voor de gemeen te geworden. Van zijn hand verschenen: „De Grond en Woningpolitiek der gemeente 's-Graven- hage" cn „Het organisme eener groote stad." Naar het „Vad." verneemt zal mr. Droog leever Fortuyn tot September 1929 lid van de Tweede Kamer blijven. Bij de verkiezingen in dat jaar stelt hij zich echter niet meer beschikbaar. wijziging invaliditeitswet. Verhooging loongrens. Ingediend is een wetsontwerp tot wij ziging der Invaliditeitswet. Het betreft eenige aanvullingen en wijzigingen, waar- I van de wenschelijkheid in de practijlc is ge- oo) Meken. Het meest belangrijke is de voor- -1 gestelde verhooging van de loonugrens, be- V"J doeld in art. 4 der Invaliditeitswet. Naar de geldende wettelijke voorschrif t—I ten is. behoudens het thans afgesloten overgangstijdvak, niet vcrzekeringsplich- tig de arbeider, wiens loon meer dan 1200 gulden per jaar bedraagt. Stijgt het loon echter na den aanvang van den verzeke ringsplicht tot boven 1200 gulden, dan duurt de verzekeringsplicht vcort totdat het loon 3000 gulden per jaar bedraagt. De wetgever is bij het vaststellen van de loongrens van 1200 gulden uitgegaan van de gedachte, dat de loonarbeider in den regel omstreeks het 16e19e levensjaar voor het eerst in dienstbetrekking treedt on dat een arbeider, die op zoodanigen leeftijd reeds begint met een loon van meer dan 1200 gulden per jaar, geacht kan worden te vallen buiten de groep derge nen, voor wie de in de Invaliditeitswet neergelegde voorziening is bestemd. Het is echter gebleken, dat in verband met de na de totstandkoming der Invaliditeitswet veranderd economische verhoudingen met haar daling van de geldswaarde, als gevolg van de loongrens van 1200 gulden vooral in de grootcre gemeenten verschei dene arbeiders buiten den verzekerings plicht vallen, die aan de onderhavige voor ziening behoefte hebben. Daarom wcrdt voorgesteld de loongrens naar reden van het verschil in waarde van eenzelfde geldsbedrag in 1913 en thans te vcrhoogen. Een bedrag van 2000 gulden schijnt den minister van Arbeid, H. en N., dan aan den veiligen kant. De billijkheid brengt mede, dat een overgangsregeling getroffen wordt ten aanzien van de groep personen, die na 1 Juli 1922 builen de verzekering zijn geble ven, omdat hun loon meor dan 1200 per jaar bedroeg. Een persoon b.v. die na 1 Juli 1922 in loondienst kwam tegen een loon van 1500 en op dat oogenblik den leeftijd van 35"jaar nog niet had bereikt, behoort alsnog in de verplichte verzeke ring te kunnen worden opgenomen, ook al heeft hij bij het in werking treden van vo renbedoelde nieuwe grens, hetzij den leeftijd van 35 jaar reeds bereikt, of ver dient hij dan een loon van meer dan 2000 gulden per jaax\ Voorgesteld wordt daar om om aan bedoelde personen de gelegen heid ie geven, zich alsnog in de verzeke ring te doen opnemen. Ten einde evenwel te bereiken, dat de verplichtingen, welke uit die overgangsregeling voortvloeien, spoedig kunnen worden overzien, komt het den minister wenschelijk voor, de gelegen heid tot opneming in de verplichte verze kering slechts gedurende veertien maan den open te stellen. Verhooging van de loongrens, zonder meer brengt niet de noodzakelijkheid me de, dat de basis der premieheffing zou worden aangetast. Alleen de ervaring zal hieromtient de noodige gegevens kunnen verschaffen, zoodat althans voorshands geen maatregelen tot verhooging van de premiën behoeven te worden genomen. Verdere wijzigingen. Naar de jurisprudentie van den Centra- len Rand van Beroep zullen onderwijzers bij het openbaar onderwijs buiten het be reik der Invaliditeitswet vallen, in tegen stelling met de onderwijzers bij het bijzon der onderwijs, die, indien zij ook voor het overige voldoen aan de vereisebten van art. 4 der wet, voor het zijn van arbeider in den ziu van dat artikel, wel door be doelde wet worden bereikt. Daaruit vloeit voort, dat op het bijzonder onderwijs las ten drukken, welke niet het openbaar on derwijs bezwaren, waarmede aan de grond wettelijke gelijkstelling van beide soorten onderwijs te kort wordt gedaan. Thans wordt voorgesteld, uitsluitend die onderwijskrachten bij het bijzonder onder wijs buiten liet begrip van arbeider in den zin van art. 4 der Invaliditeitswet te laten vallen, aan wien door het Rijk pen.uoen is verzekerd. De ontworpen regeling bevrijdt derhalve de schoolbesturen van de verpdichting tot resorve-uitkeeringen. Art. 4a der wet beoogt personen, die zoo genaamd aangenomen werk verrichten, maar feitelijk loonarbeiders zijn, onder de bepalingen der Invaliditeitswet te bren gen. In art. 4b wordt ieder, die bij •wijze van werkverschaffing te werk is gesteld, ge acht den hem opgedragen arbeid krach tens arbeidsovereenkomst te verrichten In dienst van dengene, die het werk ver schaft, en wordt de door den te werk ge stelde voor dien arbeid ontvangen gelde lijke uitkeering als loon beschouwd. Volgens art. 6 worden fooien of andere ontvangsten van derden welke verband houden met ten behoeve van den werkge ver verrichten arbeid, ale loon volgens deze wet beschouwd. De overige artikelen betroffen o.m. de wiskundige reserve en technisch en admi nistratieve wijzigingen. O.m. wordt (art. 231), daar in de praetijk vrije lentezegels op de postkantoren nage noeg niet werden verkocht, voorgesteld om aan heb verzoek van het hoofdbestuur der Posterij-en te voldoen, en den verkoop van die rentezegels op de postkantoren op te heffen. di0c. haarlemsche commissie voor de r. k. jeugdorganisatie Onder voorzitterschap van den Zeer- eerw. heer J. B. W. M. Möller, pastoor te Schiedam vergaderde gisteren in het ge bouw „Amicitia", "Westeinde te Den Haag de Diocesane Commissie voor de R. K. Jeugdorganisatie in het Bisdom Haarlem. Nadat de 2e secretaresse, mej. E. Penn, uitvoerig verslag had uitgebracht van de werkzaamheden der Diocesane Jeugdcom missie vanaf April 1926, bracht de pen ningmeester, de weleerw. pater P. Posten O.F.M., het finantieel verslag uit. Hieruit bleek, dat er over 1925 een voor- deelig saldo was van 1204.79 1/2, over 1926 1745.43 1/2 en over 1927 1494,68 1/2. Goedgekeurd werd het bestursvoorstel om de bijdragen der algemcene vereenigin- gen voor dit jaar te bepalen op 50 en die der plaatselijke jeugdcommissies op 25. Besloten werd aan Z. D. H. den Bis schop te verzoeken de aftredende leden der Diocesane commissie voor de Dioce sane R. K. Jeugdorganisatie te herbenoe men. Aftredend waren pater Posten, mevr. SimonisJongmans en de heer Ber- tels. In plaats van pastoor Janssen werd door de vergadering ter benoeming voor gedragen pastoor F. Filbry te Amsterdam; voor de overige vacatures werd het be stuur vrij mandaat gegeven. Aan de erde was hierna de bespreking van het program van actie voor de jeugd commissie of Jeugdcentrale. Het volgende werkprogram voor de plaatselijke en gewestelijke Jeugdcommis sies werd door de vergadering aanvaard. 1. De oprichting van Patronaat (en als grondslag daarvan de godsdienstige Ver- eeniging) voor jong9ne en meisjes in alle parochies. 2. De organisatie der middenstands- jeugd en van de leerlingen en oud-leerlin gen der M.U.L.O. scholen. 3. De organisatie der jong studenten. 4. Er kome 'n contact-commissie tus schen Jeugd- en Vakorganisatie. 5. De samenwerking tusschen jeugd en sportorganisatie. 6. Zorg voor de geestelijk verwaarloos de jeugd. a. Het St.-Franciscus Liefdewerk. b. Het St. Francisca Romana Liefde werk. c. Het woonwagen Liefdewerk. 7. De organisatie der R. K. fabrieks meisjes. 8. Het nijverheidsonderwijs voor de R. K. jeugd. 9. Het werk buiten de school voor de schoolgaande jeugd (vacantiebezigheid, va- cantiehaizen, kinderspeeltuinen, leesbiblio theken). 10. Het bevorderen van de matigheid in de opvoeding en de veredeling van ver maak en ontspanning; het wekken van belangstelling voor de religieuse kunst. 11. Het houden van toezicht op de be staande Jeugdverenigingen en Jeugdin- stellingen en het onderzoek naar den stand van het Jeugdwerk. Omtrent de jeugdzorg voor de school gaande jeugd deelde de voor/., mede, dat door Z.D.H. Mgr. Callier de wenschelijk heid is uitgesproken, dat de Diocesuie commissie zich ook bezig houdt met de schoolgaande jeugd. Een afzonderlijke com missie is hiertoe ingesteld. In de middagvergadering werd behan deld de jeugdorganisatie van de meisjes, werkzaam op fabrieken, kantoren, win kels, ateliers enz. De voorzitter wees er op, dat voor fa brieksmeisjes enz. een aparte vereeniging noodig is, als men met haar iets wil berei ken. Op het oogenblik zijn ze nergens geor ganiseerd, noch bij de katholieke jeugdver- eeniging noch bij de katholieke vakorgani satie. De Diocesane Commisisc heeft zich gewend tot de R.-K. meisjesvereeniging in het bisdom, n.l. tot den Jongen Vrouwen bond. Het bestuur daarvan deelde mede, dat de bestaande R.K. Meisjesvereeni- gingen niet voor de fabrieksmeisjes zijn ingericht. Pater Frencken uit Breda heeft gezegd, dat er met deze meisjes veel te bereiken is; ze zijn nederig en hebben arbeiden geleerd. Mgr. Callier heeft goedgekeurd, dat er zou komen een aparte organisatie voor de meisjes in fabrieken, winkels, kantoren, ateliers enz. werkzaam, maar tevens voor geschreven, dat deze meisjes zich tegelijk zouden organiseeren in de betrokken ka tholieke vakvereenigingen. Spr. heeft zich verzekerd van den steun en medewerking van katholieke organisaties van werkge vers, werknemers en van den katholieken' Vrouwenbond. Hoe moet de zaak nu worden aange pakt? Deze vraag zal hier besproken moe ten worden. Alleen met den Eucharisti- schen Kruistocht, waarmee pater Frencken in Breda zooveel succes heeft, zijn wij er nog niet, meende de voorzitter. De Euch. Kruistocht is een kernvorming. Dat is schitterend. Maar wij moeten ook komen tot een groote katholieke jeugdbeweging voor de fabrieksmeisjes. De voorzitter stelde voor een vereeni ging te stichten van fabrieksmeisjes, dio cesaan, plaatselijk en parochieel georga niseerd onder leiding van door haar zelf gekozen bestuur, maar tevens onder de gezagvolle leiding van den priester en van allen, die helpen willon. Noodig is daarbij ook de medewerking van werkge vers- en werknemers-organisaties voor de regeling van de economische verhoudin gen. De heer Hellebrekers uit Rotterdam meende, dat een geestelijke speciaal voor dit werk moet worden aangewezen en dat geen diocesane noch parochieele band moet worden gelegd, maar alleen een plaatse lijke. De heer van Rooijen wenschte nader overleg met pater Frencken en met de R. K. Vereeniging tot bescherming van Meis jes. In Amsterdam zijn door die vereeni ging reeds een paar honderd meisjes geor ganiseerd, maar zij heeft steun noodig. Spr. vreesde moeilijkheid van de oprich ting van 'n economischen raad en verzocht alvorens daartoe over te gaan eerst over leg te plegen met de R.-K. Werkliedenor ganisatie. Mej. v. As adviseerde inlichtingen te vra gen bij het algemeen secretariaat van So ciale Vrouwenwerken in België, waar reeds een organisatie als door den voor zitter geschetst bestaat. Na uitvoerige discussie werd besloten met Z. D. H. den Bisschop de mogelijkheid van het beschikbaar stelen van catechis ten voor dit werk te bespreken, te trach ten een organisatie in het leven te roe pen, zooals door den voorzitter geschetst en ten slotte nog een vergadering te be leggen van menschen, die bereid en in de gelegenheid zijn het werk te steunen en te bevorderen. Hierna werd de vergadering gesloten. de haarlemsche hanze. De Centrale Raadsvergadering van de R. K. Dioc. Middenstandsvereeniging „De Hanze" in het bisdom Haarlem zal gehou den worden op Woensdag 10 October in „Het Gulden Vlies" te Alkmaar. Om half tien wordt een H. Mis in de St. Laurentiuskerk opgedragen door rector J. F. A. Bots, bondsadviseur, voor de levende en overleden bondsleden en den heer Chris M. Jansen z.g. In de vergadering zal rector Bots wor den geïnstalleerd als geest, adviseur van de Hanze in het bisdom Haarlem. Z.Eerw. zal een rede houden ter nagedachtenis aan den heer Chris Jansen, in leven direc teur van het Centraal Hanze-bureau. Twee leden van het hoofdbestuur moe ten worden gekozen wegens periodieke af treding van de heeren C. J. G. Struycken te 's-Gravenhage en E. J. M. Stumpel te Hoorn. de acht retourtjes. Dezer dagen deelden we mee de ge schiedenis van een dominé, die van een kring gefortuneerde meisjes voor acht uit de radio-wereld. Programma's voor Donderdag 13 Sept. '28. Hilversum, 1071 M. 10.00—12.00 Concert door he| Kling-Trio 12.302.0 Lunchmuziek door het Trio Verhey. 2.00—5.00 Gramofoonmuziek. 6.00—7.45 Dinermuziek door het kwartet Rentmeester. 8.008.30 Lezing door T. A. G. Schroo* vers: Phytopatholoog bij den planton^ ziektenkundigen dienst, over paddestoelen 8.309.30 Solistenconcert. Renée Rcgi- nard, piano. Adr. Gremmé, tenor. 9.3511.00 Populair concert door liet om- roep-orkest o. 1. v. Nico Treep. 10.15 Persber. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend N. R. C. V.-uitzendingen) 12.30—1.45 Concert. 5.30—7.00 Concert. 7.308.00 Spr.: Dr. F. J. Fokkcma.5 Enkele mededelingen omtrent de Neder landsche Zendingsschool. 8.00 Concert door het Com. voor Evan gelisatie-arbeid „Gideon". Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Georgian Trio. 1.202.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Vesper van de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. 4.20 Concert-orgelbespeling. 4.50 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lan^bouwber. 6.40 Muziek. 6.45 Nieuwsber. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Lezing: Bird Calls. 7.35 Brahms pianomuziek. 7.45 Lezing: The limits of lyving. 8.05 Edward Gcrman-programma. Orkest en D. Vane, sopraan. 9.35 Lezing: The way of the world. 9.50 Nieuwsber. 10.10 Zwitsersch nationaal programma. Orkest en solisten. 10.50—12.20 Dansmuziek. Radio-Paris, 1750 M. 12.50 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Concert. L a n g e n b e r g, 469 M. 12.30—1.10 Mechanische muziek. 1.252.50 Orkestconcert- 6.506.50 Concert. Koor, orkest en solis ten. 8.20—9.15 Concert door het Klein Werag orkest. 9.20 Gevarieerd programma. Orkest en solisten. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen). 12.20—5.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.20—8.05 Lezingen. 8.50 Populair orkestconcert. 10.5012.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Blindenconcert. Daarna voorlezing en vervolgene cabaret tot 11.20. Brussel, 509 M. 5.20 Trioconcert. 6.50 Orkestconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Klassiek concert in het Casino to Spa. 10.35 Sluiten. preeken acht retourtjes derde klas ont ving. De „N .Tilb. Crt." kent een aardige ge beurtenis in denzelfden geest. „In den loop dor sociale tijden zijn heel wat bekwame katholieke sprekers huisto# gezonden met een of twee vijftigers be halve de reis. 't Zat er meestal ook niet aan bij de penningmeester. Een werd een heel bekend en talentvol werker voor een jaarfeestvergadering er gens uitgenoodigd met de mededeeling dat de kas niet meer dan tien gulden kon dra gen als sprekerskosten. De katholieke intellectueele sloof ging DE KOSTER VAN STEINACH door M. B u o 1. Gallus Konrad, de Pastoor van Steinach, knielde neer in het priesterkoor, geheel verdiept in zijne dankzegging. De kaarsen op het hoogaltaar brandden nog, maar juist kwam Frans Stockhamer, de koster, uit de secristie en begon de kaarsen uit te dooven. Frans Stockhammer was koster met hart en ziel, hij zou niets anders willen zijn. Hij was ook een volbloed Steinacher en hij zou nooit ergens anders koster willen zijn dan juist in Steinach, zelfs niet aan dc pa rochiekerk te Innsbrück of in den Dom te Brixen, want noch in Innsbrück, noch in Brixen was er ook maar één enkele schil derij, als in de parochiekerk te Steinach. De Steinachers waren allang aan die mooie schilderijen gewend geraakt, en zij dachten er niet eens meer aan, dat zij zul ke kostbare kunstschatten bezaten. Alleen voor Stockhammer waren zij telkens nieuw hij kon er nooit genoeg naar kijken. En zoo dikwijls hij een andere kerk binnen ging, vergeleek hij onwillekeurig alles, wat hij daar aan kleurenpracht zag tentoonge spreid, met de drie schilderijen van Stei nach. En dan dacht hij telkens„Dat ^ver schilt toch dag en nacht!" En sedert hij nu eenmaal het kosterschap aanvaard had, ^as het werkelijk als behoorden de schil derijen hem toe. Of neen, als behoorde hij aan hen. i T.oei^ Pastoor Gallus Konrad zijn gebed beëindigd had en den bidstoel verliet, "eerde ook de koster tot de werkelijkheid terug. Hij zette zijn kaarsendomper weg en sloot de deur van de -sacristie. Tegelijk met hem verliet een andere man de kerk, een tengere slanke jonge man Buiten spraken zij elkander aan. „Goeden morgen, Stockhammer!" „Goeden dag, Strickner En toen zeiden allebei als uit één mond: „Mooi niet waar?" En ieder wist wat de andere bedoelde. Frans Strickner was beeldhouwer. Geen kunstenaar van den eersten, tweeden of derden rang, maar toch een kunstenaar. Een van die kunstenaars, die in de kunst slechts het schoone zoeken en niet den roem. Hij had in Innsbrück en zelfs in Weenen gestudeerd, nu echter zat hij in Steinach stil en tevreden, en sneed Cru cifixen en heiligenbeelden voor de kerken. Wanneer hij zulke opdrachten kreeg, dan vervaardigde hij werkelijk kunststukken. Gezellig pratend waren de vrienden bij het huis van, Strickner gekomen. Stock hammer bekeek een spiegellijst, waaraan Strickner juist zat te snijden; hij prees het mooie werk ten zeerste en vroeg wie het besteld had. Toen ging hij weer heen. Zon dag is wel allerminst een rustdag voor een koster. Hij had nog iets in de sacristie te doen en toen was het weer tijd om het Angelus-klokje te luiden, die de hongerige Steinachers voor het middagmaal uitnoo- digde. Reeds dadelijk na het eten moest de koster alles gereed zetten voor de plechtige Vespers en daarna waren er twee begrafenissen, want bij de strenge koude waren er veel sterfgevallen in het dorp. Zoo ging de dag voorbij. Toen de laatste zonnestralen verdwenen waren, en de schemering aanbrak, stak er een Zuidenwind op. Hij kwam met korte heftige stooten en joeg dwarrelend lichte stofwolken over den snecuwerigen weg, die van den Brenncrpas naar Innsbrück leidde De lucht was zoel alsof het lente was. Het deed de menschen goed, men werd er vroo- lijk van. Op de „Post" en bij Steinach werd gedanst- Maar bij Stockhammer ging men vroeg naar bed, zooals altijd. En toen de toren klok 9 uur sloeg, was er geen licht meer to zien door de venstens van de kosterswo ning. Intusschen was de wind, die warm uit het woestijnland over zee komt, en door de Alpendalen ruischt, veel heviger gewor den. Steunen, huilen fluiten, alles klonk verward door elkander; het was als raas de een wilde jacht vanaf de Brennertop- pen. Sparren en berken zuchtten op de berg hellingen en bogen zich diep als overwon nenen, die om hun leven smeeken. Van de daken der huizen vlogen steenen en pan nen door de lucht. De weerhanen op gevels on torens draaiden en piepten verschrik kelijk. Frans Stockhammer, die al van 4 uur 's morgens op de been was, kon toch bij zoo'n lawaai niet inslapen. Het sloeg tien uur, elf uur, en nog lag hij daar, met ge sloten oogen, maar heelemaal wakker. Mis schien ging de wind tegen middernacht wel liggen; daarmee troostte hij zich. HJ5 bemerkte plots een fel licht, dat door zijn geflloten oogleden heendrong. Hij richt zich op in het kussen. De kamer is helder verlicht. Vlug maakt hij zijn vrouw wak ker, vliegt uit het bed en snelt naar het venster. Daarboven achter de kerk, heel dichtbij, stijgt een vlammende zuil omhoog Brand bij den postbode! De vrouw wreef zich, nog half versufd, den slaap uit de oogen, toen hij reeds weg was, alleen ge kleed in hemd en broek. Steeds heftiger raasde de Zuidenwind. Als opgezweepte duivelsche geesten vlie gen reusachtige groote vonken over de hui zen. De buitengewone groote schuur van den postbode was een vuurzee, die het ge- heele dorp dreigde te overstroomen. In minder dan geen tijd was Stockhammer bo ven in den toren. Spoedig waren er ook een paar flinke mannen, bij de hand, die mee wilden helpen. De brand was uit wraak aangestoken, dat wisten zij, maar men had nu geen tijd daarover te praten of na te denken. Aanstonds begonnen alle klokken te luiden. Weemoedig als een vcrgeefsche bede, klonken hare stemmen over het bedreigde dorp, klonken door tot Gries in do bergen tot Matrei in het dal en smeekten klagend: „Helpt! Helpt!" In de hel verlichte dorpstraten heerschte overal zenuwachtige haast en verwarring. Van alle zijden liepen de opgeschrikte menschen bijeen, barrevoets, sommigen in nachtgewaad. Het was een over en weer loopen, een jammeren cn schreien. Reeds stond het trotsche gevelhuis van den post bode ook in lichte laaie en vlak achter elkander, als een vuurwerk, dat zich blik semsnel yoorteet^ begonnen overal aan alle zijden de rieten daken te branden. Bij de dorpspomp verzamelden zich eenige mannen, die een menschenketen vormden, die de emmers water aanreikten, maar het zwakke reddingswerk moest weer opgege ven worden, 't Water in. den steenen bak verdampte, het middelste gedeelte van lief; dorp was nog één groote vuurhaard. De menschen verstrooiden zich in wilde vlucht Schreiend liepen vrouwen en kinderen naar de Sillbrug, om aan den anderen oever hun leven te redden. De mannen trachtten het vee uit de stallen te redden. Vreeselijk klonk het loeien der verschrikte runderen boven het knetteren der vlammen en het huilen van den storm. Onophoudelijk, ge dragen door de vleugelen van den winc^ vloog de vurige demon van dak tot dak^ hoog opflikkerend van wilde lust ,zoo, dik wijls hem een nieuw huis ten prooi viel. De klokken in den toren waren ver stomd. Voor de laatste maal daalde Frans Stockhammer van de houten trap af. Daar trad de Pastoor uit de kerk met de ciborie in de handen, als ging hij een bediening doen. Maar niemand verleende den ver borgen God een eere-geleide. Geen licht werd voor Hem uitgedragen. het bran dende Steinach was de eerefakkel, die Hem verlichtte. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5