Voor Huis en Hof. Marktberichten. Baby als WijSge; ÏTed&rï. Thenuo-Ch©mi«>he Fabrieken. bij. «Leiden aandringen. -1 Wegens overtreding van de Vleeechkeu- frïngswet (St.bl. 1919, no. 524), en van de Verordening op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch in de gemeente Leiden, iwerden opgemaakt 37 processen-verbaal, ■waarvan 36 door de ambtenaren van het Openbaar Slachthuis en 1 door de Politie. Veroordeeling had plaats in 19 gevallen, ©en schikking werd getroffen in 11 gevallen, vrijspraak volgde in 1 geval, terwijl 1 maal geen vervolging werd ingesteld. Voorts werd in 2 gevallen tegen een veroordeelend von nis in appèl gegaan; hiervan is de uitslag echter nog niet bekend, terwijl van 3 op gemaakte processen-verbaal de uitslag even tnin bekend is. 1 Wegens overtreding van de Verordening op het gebruik van het Openbaar Slacht huis werden opgemaakt 11 processen-ver baal, waarbij in 8 gevallen veroordeeling plaate had, terwijl in 3 gevallen een schik king werd getroffen. Tenslotte werd bij Besluit van B. en W. ü.d. 22 Augustus 1927 aan 2 gebruikers van bet Openbaar Slachthuis de toegang tot de •inrichting gedurende één week ontzegt, krachtens het bepaalde in art. 22, 3e lid ♦van de verordening va® den 25stei Septem ber 1922, op het gebruik van het Openbaar Slachthuis. In de buitengemeenten werden ter zake Jran overtreding van de Vleeschkeuringswet Opgemaakt 12 processen-verbaal, alle door Ide ambtenaren van den Keuringsdienst, imet het volgende residtaat. J Veroordeeling had plaats in 8 gevallen, in 1 geval werd een schikking getroffen, terwijl in 3 gevallen na de veroordeeling appèl werd aangeteekend. De financiën. Het voordeelig saldo van het Openbaar Slachthuis te storten in de gemeente-kas bedroeg 34436.02 (geraamd was 27200), dan van de ijsfabriek 15563.98 (geraamd was 18.800). DE STEDELIJKE FABRIEKEN. Aan het verslag van den toestand en de exploitatie der Stedelijke Fabrieken van tras en Electriciteit te Leiden over het jaar 1927 is het volgende ontleend: De terreinen en gebouwen, zoowel in al© buiten Leiden, besloegen op 31 December een oppervlakte van ruim 6,5 h.a«. Het aantal ambtenaren en werklieden bedroeg op dien datum 450 tegen 438 op het einde van 1926. Deze vermeerdering is het gevolg van het in weekdienst aanstellen van ©enige daglooners. De gebouwen, gashouders, toestellen, steenkolen en verdere inventaris der fabrie ken waren tegen brandschade verzekerd voor een bedrag van 5.425.000 gld. De openbare verlichting der gemeente Leiden geschiedde op het einde des1 jaars inet 1907 lantaarns, waajvan 1340 stuks in gericht voor gas en 567 stuks voor electri citeit. De ontsteking en blussching was zoo goed als geheel automatisch. Gas. De bruto aflevering is dit jaar gestegen met ruim 560.000 m3. of 3.8 en bedroeg in totaal 15.542.300 m3. Het verzorgingsgebied werd uitgebreid met de gemeente Wassenaar. Met het gemeentebestuur van Eijnsburg werd een nieuwe overeenkomst gesloten, waarbij bepaald werd, dat deze gemeente met ingang van 1 Januari 1928 het gas en gros zal afnemen. Tevens' zij hier vermeld de levering van gas aan eenige in de gemeente Boskoop ge legen perceelen, welke werden aangesloten op het distributienet van Hazerswoude (Dorp). De sulfaatfabriek heeft zoo goed als geen dienst gedaan, aangezien het niet loonde om het water zelf te verwerken. Er was op het eind van 1927 een batig Baldo van 325.478. Electriciteit. De totale draaistroomproductie (netto) bedroeg 31.591.330' kWh en is over dit jaar gestegen met bijna 4 millioen kWh of ruim 14 Als maximum belasting werd geno teerd 10.800 kW tegen 10.000 kW in 1926. Het verzorgingsgebied werd uitgebreid met de gemeente Eijnsburg, welke gemeen te den stroom en gros zal afnemen. Ten behoeve van exige electriciteitsafne- iners in de buurtschap „Woerdonsohe Ver laat" gemeente Nieuwkoop, werd met de N.V. Provinciale Utrechtsche Electriciteits Maatschappij een overeenkomst gesloten voor stroomlevering. Van deze gelegenheid werd tevens ge bruik gemaakt een hoogspanningskoppel- kabel te leggen tussehen het Leidsche net in Nieuwkoop en het net van de P.U.E.M., welke koppeling zal dienen tot wederzijd- sche hulp in gevallen van storing. Eveneens werden onderhandelingen ge opend met de Directie van het Proviciaal Electriciteitsbedrijf v. Noord-Holland, ten einde in Hillegom een koppeling voor we- derzijdsche hulp met het net van het P.E.N. tot stand te brengen. Aan het einde des jaars was de beslissing daaromtrent nog niet genomen. Er kwamen nog nieuwere systemen voor aschvangers aan de markt. Deze werden bestudeerd; de beslissing over de aschvan- gers voor de ketels 21 en 22 kan worden tegcmoetgezien in 1928. Verdere middelen tot vermindering van het aschbezwaar wa ren aan het einde des ja-ars nog in onder- zoek. Ten gevolge van deze uitbreidingen en van eenige kinderziekten in de beveiligings- inrichting van den nieuwen turbogenerator hadden eenige kleine storingen plaats. Van de Vuilverbranding werden aange kocht 8.469 ton stoom, welke verkregen werden door verbranding van 12.333 ton vuil.-De rest-uitlevering hiervan bedroeg 32 en bestond in 3.250 ton slakken, en 790 ton vliegzand. Het kabelnet werd in den loop van het jaar uitgebreid met 25 km., terwijl het aan tal transformatorruimten vermeerderde met 8 stuks. Het totale aantal, op 31 December in gebruik, bedroeg 250 stuks, waaronder 43 zuilen. De lengte van het klokkenkabelnet be droeg op het einde des jaars ruim 14.5 km, waarop waren aangesloten 95 klokken met tezaemn 123 wijzerplaten. Van deze klokken dienden, er 13, voor. de openbare tijdsaan wijzing. Gedurende dit jaar werd overgegaan tot het plaatsen van electrische warmwater- toestellen voor nachtstroom, hetgeen in een behoefte blijkt te voorzien. Op 31 December waren 60 stuks in gebruik. Er was op het eind van 1927 een batig saldo van 469.648. DE MIEREN. Enkele merkwaardigheden en eenige middelen om ze te verdelgen. (Naar aanleiding van eenige door lezers gestelde vragen). Het was aan koning Salomon reeds bekend, dat de mieren tot de zeer ijverigen schepselen behooren. Zijn ge zegde: „Ga tot de mieren gij luiaard", ge tuigt ons, dat. hij met den ijverigen aard van deze diertjes bekend was. Of hij echter geweten heeft wat er thans van bekend is, mogen wij betwijfelen, ondanks de wijsheid van dezen vorst. Over het leven der mieren zijn reeds heele boekdeelen vol geschreven. Verschei dene scherpzinnige onderzoekers, van wie wij slechts Huber, Forel en Bates noemen, hebben het grootste deel van hun leven be steed om de levenswijze en gewoonten de zer kleine insecten na te gaan en op te spo ren en nog zijn we niet op de hoogte van alles wat er in een mierenkolonie omgaat. Maar hoe meer er van hen bekend wordt, hoe meer ook onze bewondering toeneemt over de hooge plaats, welke deze schijnbaar nietige diertjes in do reeks van al het geschapene innemen. De mieren leven „sociaal"zij vormen goed geordende staten en daain gaat het zoo geregeld en ordelijk toe, dat menige mensehenstaat, zelfs onder de beschaafde volken, daaraan een voorbeeld zou kunnen nemen. In die staten zijn de vrouwtjes de baas en de mannetjes hebben nog nooit getracht de opperheerschappij in handen te krijgen, niet. omdat de vrouwtjes zooveel meer mans zijn, maar om de doodeenvoudige reden, dat, zoodra een nieuwe staat gegrondvest wordt, er geen mannetjes meer ziin. De mierenstaat is aangelegd in den grond, in oud houtwerk of daartoe opzettelijk opge worpen mierenhoopen; de wijze waarop hij is samengesteld, komt bij alle mierensoor ten vrijwel op 't zelfde neer. Vroeg in 't voorjaar treft men in de wo ningen slechts arbeidsters aan dat zijn eigenlijk wijfjes, die niet voldoende tot ont wikkeling zijn gekomen. Zij hebben daar den winter doorgebracht en nemen nu de zorg op zich voor de eieren of larven, af komstig van andere wijfjes, die het vorig jaar hebben geleefd. Uit de eieren of lar ven ontwikkelen zich spoedig talrijke ge vleugelde wijfjes. De gevleugelde indivi duen ontvluchten al spoedig de woning, ze vliegen en zwermen te zamen eenigen tijd door het luchtruim. De mannetjes gaan alle te gronde doch de wijfjes keeren tot de aarde terug en verliezen daar hun vleugels. De huiselijke bezigheden van de vrouwelij ke mier bestaan nu in 't vervolg voorname lijk in het leggen van eieren. Het. opkwee- ken en verzorgen der jongen laten zij aan het talrijk dienstpersoneel over. De arbeid sters of werkmieren hebben het in dien tijd verbazend druk. Ze vergenoegen zich niet alleen met. de voedering der jongen, die in him jeugdigen staat zeer onbeholpen zijn, maar dragen er ook zorg voor, dat ze, naar mate het weder meer of minder gun stig is, naar buiten worden gebracht of die per in het nest worden geplaatst. Zelfs wanneer de larven in de poptoestand zijn overgegaan, wordt deze wei'kzaamheid nog voortgezet, en, als eindelijk de volkomen mieren het. levenslicht hebben aanschouwd, worden ze nog eenige dagen met moeder lijke zorgen door de werkmieren behandeld en door hen onderricht, hoe zij zich hebben te gedragen om nuttige leden van den mie- renstaat te worden. Het voedsel der mieren bestaat, uit zoete plantensappen en dierlijke stoffen en er zijn zelfs enkele soorten, die levende die ren aanvallen en door hun gezamenlijk op treden in staat zijn, tamelijk groote zoog dieren te dooden. Dat ze dikwijls schadelijk kunnen optreden, zullen vele onzer lezers wel eens hebben opgemerkt, als ze een be zoek aan de provisiekamer hadden ge bracht of in kassen en bakken huizen. We kunnen de schade, door mieren aangericht, beknopt aldus samenvatten: a. Het. vernie len der meeldraden en stampers bij het be machtigen van den honing uit de bloemen b. Het beschadigen van weekc, saprijke bloemdeelen, zachte bladeren en scheuten, knoppen en zoete vruchtenc. Het ver nietigen van zeer jonge kiemplantjes; d. Indirect door verspreiding en bescherming met bladluizen. In de bosschen daarentegen zijn ze zeer nuttig, daar ze een groote opruiming hou den onder verschillende schadelijke in- sekte®, Een bijziendere merkwaardigheid is dat men in een mierenwoning aantreft, behal ve de eigenlijke bewoners, nog een menig te andere dieren, die in het geheel niet tot de kolonie behooren, doch die om de een of andere reden daar e«en onderkomen heb ben gezocht. Een mierenwoning lijkt dan ook meer op een hotel, waar vele vreemde lingen huisvesting en voeding vinden al leen met dit verschil, dat alle gasten stam gasten zijn en dat. ze nooit plaats maken voor anderen. De biologen hebben er reeds een driehonderdtal ontdekt.. Onder die medebewoners vindt men er van allerlei slag: verschillende soorten kevers, vooral kortvleugelige, verder springs taart en en lepisma's of schietmotten, een 6oort van krekel, cicaden, wantsen, mijten en luizen. De meeste gasten herbergt de Houtmier, namelijk 150 soorten, dan volgt de roode Boschmier met 100 gasten. De mieren laten echter alle insekten zoo maar niet tot hun woning toe, integendeel, ze zijn ten opzichte van de meeste insek ten zeer vijandig gezónd. De mieren gas ten zou men in drie groepen kunnen verdeelen: le, die welke daar als larven, poppen of ook wel als volkomen insekt leven van de bestanddeelen van het nest. Deze vindt men voornamelijk in de woningen, die uit plantaardige stoffen zijn opgebouwd en hiertoe behooren de larven van de gouden tor en van verschillende kortvleugelige kevers. 2e. Gasten, die door de mieren als melk vee worden gebruikt, zonder dat zij zich met de fokkerij er van bezig houdendaar toe behooren de bladluizen en in warme gewesten Cicaden- Se. Gasten, die door de mieren in alle ontwikkelingstoestanden worden opge kweekt en verzorgd en die door hen wor den afgelikt, om zich meester te maken van het. zoete vocht, dat door deze gasten wordt uitgezweet en eindelijk: 4e. Gasten, die de mieren geen voordeel aanbrengen, die op de klap loopen en niet, als bedelaars aan de poort, hun hand op houden om een aalmoes te ontvangen, maar de deur insluipen en het den bewoners las tig maken door hun indringerigheid. De mieren kunnen verscheiden jaren le ven. Lubbock had exemplaren van de grij ze en roode mier van vier en vijf jaar oud. Ofschoon nog tal van andere merkwaar digheden van de mieren bekend zijn, zullen wij het hierbij laten om tot slot eenige mid delen aan te geven waardoor wij ze uit onze nabijheid kunnen houden. Het aantal bestrijdingsmiddelen is nog al groot, maar niet alle zijn zonder be zwaar toe te passen, het licht er n.m. aan op welke plaatsen de mieren zich ophou den. Het dooden der mieren in him nesten met kokend water of damp van zwavelkool stof. Een moeilijkheid is natuurlijk om een mierennest, te vinden. Gaat dat. niet. dan plaatsen wij een omgekeerde bloempot met wat lokmiddelen er onder op de plaats waar veel mieren worden aangetroffen; zij zullen zich na- een paar dageu in die pot hebben genesteld. Dit wordt een paar keer herhaald. 2. Het uitstrooien van ijzervitriool, pot- asch of een kalihoudende kunstmeststof. 3. Doe een suikerhoudende vloeistof, waarbij een scheut brandewijn wordt ge goten in een flesch, die langs de heerweg der mieren tot de rand toe ingegraven wordt. De mieren kruipen in de flesch, snoepen van het vooht, bedwelmen en ver drinken. 4. Het vergiftigen der mieren door het. uitstrooien van Parijsch groen in de gan gen. Deze uiterst fijns stof kleeft aan de mieren en vergeeft elke mier waardoor ze worden afgelikt. M. BL0EMB0LLENPLANTEN. De behandeling der bloembollen voor den winterkamertuin. De hyacinthen, en in het algemeen alle kamerbloembollen, kunnen in de maanden September, October, November en bij gunstig, droog en vorstvrij weder ook ra December geplant worden, hoewel de vroeg geplante voor vervroeging in kamer en broeibakken de beste zijn. Bloempot ten van 0.10 a 0.12 M. middellijn zijn ge schikt voor één hyacinthenbol. Bij de planting legt men eerst een wei nig zand op den bodem der pot, dan een vierde gedeelte oude wel verteerde koe mest. Daarna vult meu dè pot met goede vruchtbare tuinaarde, vermengd met bladaarde of zand, waarop men de bol zoodanig plant dat 1/4 daarvan boven de pot uitkomt, waarna men de pot aanvult en de aarde rondom den bol vastdrukt. De grond onder den bol mag niet vastge drukt worden voordat hij geplant is. Bij het planten moet de potaarde altijd ma tig vochtig zijn, zoodra wanneer ze ge plant zijn kunnen ze onmiddellijk een goede bevochtiging hebben. Dit voltooid zijnde, graaft men de pot ten 4 a 6 c.M. onder den grond in den tuin, ten einde het verdrogen te voorko men en de groei der wortels te bevorde ren. In dien toestand kunnen ze onge stoord blijven totdat ze in de kamer ge plaatst worden, steeds zorgende dat ze tegen vroeg invallende vorst bedekt zijn. Ontbreekt gons echter een tuin, dan plaatst men den potten in een koele don kere kast, - waar ze voor vorst beveiligd zijn en geen gebrek aan water hebben. De hyacinthen welke vroeg geplant zijn en daarvan voornamelijk die exemplaren welker potten vol wortels gegroeid zijn en een bloemknop door de jonge blade ren vertoonen, kunnen in het begin van December in de warme kamer geplaatst worden, terwijl de andere en later ge plante daar niet eerder dan begin van Januari voor in aanmerking komen. Voor al moeten de potten voor de lichtste en zonnigste ramen geplaatst worden en niet in de nabijheid van vuurwarrate, om dat de invloed daarvan schadelijk is voor de planten. Een der voornaamste regels is: dat ze goed vochtig worden gehouden (vooral in een warme kamer) en in den tuin voor slakken en muizen beveiligd moeten zijn. De hyacinthen voor glazen kunnen ook in deze maand daarop geplaatst worden. Men vult de glazen met zuiver regen- of welwater zoodanig, dat de wortel-krans der bol daarmede even in aanraking is, het ververschende wanneer het troebel wordt; en wanneer de wortels het water raken niet meer toe te laten dat de wor telkrans daarmee in aanraking komt. De beste plaats is in 5t begin ook een koele donkere kast, waar ze gedurende 6 a S weken moeten blijven totdat de wor tels een aanzienlijke lengte hebben ge kregen, waarna ze evenals de potten voor een licht zonnig raam in een verwarmde kamer geplaatst kunnen worden. Wanneer de bloemknoppen der hyacin- then zoowel der potten als der glazen beginnen op te schieten, is het gewenscht ze dagelijks met .water te besprenkelen, omdat de bloem hierdoor beter ontwik keld. Alle bloembollen in bloei zijnde, kan men naar een koelere kamer overbren gen, opdat ze 'des te langer in bloei blij ven. Wanneer de bloemtrossen door i zwaarte of lengte genegen zijn krom te groeien of om te vallen, bindt men ze aan een dun rietje of stokje, dat men tot- den bodem der pot steekt. Narcissen en tulpen behandele men als hyacint-hen; voor kamercultuur zullen de Due van Tholl, die in velerlei kleuren te verkrijgen zijn, wel het meest voldoen. De late tulpensoorten zijn moeilijker in bloei te trekken, en het is raadzaam daar niet eerder dan in Maart mee te beginnen. Een zeer aardige cultuur voor de ka mer, is het kweeke® van Crocus in schaaltje met wit zand; men kan daar allerlei ondiep vaatwerk voor gebruiken, maar geve ze nimmer kunstwarmte. In tegenstelling met hyacinthen, planten wij naar gelang de groote der soort, meerdere bollen bij elkaar in een pot. M. UIT CHINA. De toestand der arbeiders. Volgens de jongste opgave zijn er in China 20.746 fabrieken, waarin 646.424 menschen werk vinden. Het aantal vrouwe lijke fabrieksarbeidsters bedraagt 245.076. In steden zooals Shanghai kent men nog geen achturige arbeidsdag, men werkt er 12. lV/s tot 15 uur per dag. Het loon dat uitbetaald wordt is al heel verschillend: in de steden wordt meer ver diend dan op 't platteland en vakmenschen trekken een hooger loon dan losse onge schoolde arbeiders. Een fabrieksarbeider verdient in 't al gemeen niet meer dan hoogstens 0.6 tot 0.9 Chineesche Dollar en minimum 0.11 Chi- neesche Dollar en dan is kost en inwoning hier niet bij inbegrepen. Het gemiddelde dagloon bedraagt dus ongeveer 0.4 C. D. Een fabrieksarbeider in Peking verdient hoogstens 24 C. D. per maand: heb mini mum loon per maand is 5 C. D. Het loongemiddelde bedraagt dus per dag 0.4S3 C. D. en per maand 14^ C. D. Het minimum-loon in de vier provincies' waar de hoogste loonen betaald worden is 0.13 C. D. per dag. Een thuis-werker verdient een minimum loon van 0.19 C. D. en een maximum van 0.3 C. D. Dit is voor iedere provincie ver schillend. Hij krijgt dus een gemiddeld loon van 0.25 C.D. Het loon dat aan kinderen wordt uitbe taald die op fabrieken of ateliers werken is bedroevend weinig. Een landarbeider ontvangt 0.1 C. D. bo ven den kost. en 0.32 C. D. zonder voeding. Een los werkman verdient gemiddeld 0.3 tot 0.4 C. D. per dag. Wanneer we hierbij in aanmerking ne men de kosten van noodzakelijk levens onderhoud dan komen we tot de conclusie dat de toestand onder de arbeidersbevol king van China diep treurig te noemen is. Zooals overal is het leven op het platte land goedkooper dan in de steden. Maar voor een arbeider die maar een heel klein stukje vleesch eet bedragen de voedingskosten toch 0.15 C. D. per dag. Daar nu het gemiddelde loon voor een ge woon werkman 0.3 C. D. bedraagt, dan is het vanzelfsprekend dat. er groote nood heerscht onder de arbeidersklasse van China. Wanneer een •werkman gehuwd is dan verdient hij juist genoeg om in 't leven te blijven, terwijl hij geen cent over heeft om huishuur, kleeding, ontspanning enz. 't Is dan ook geen wonder dat duizenden Chi- neezen hun vaderland verlaten om niet van ellende en honger om te komen. De kinderen worden op alle mogelijke wijzen geëxploiteerd; de arbeidsverdeeling en de vindingen der moderne techniek be vorderen de kinderarbeid. Bovendien dwin gen armoede en ellende de ouders om hun ne kinderen naar de fabriek of werkplaats te sturen. De fabrieken maken ontzettend groote winsten omdat de loonen der kin deren heel onbeduiden zijn. Onder de 168.885 kinderen die in de fa brieken werken zijn 120.946 meisjes en 21.471 kinderen die nog geen 12 jaar oud zijn. De Communisten weten een handig ge bruik te maken van deze mistoestanden en zij vinden in China een zeer geschikt ar beidsveld voor de verbreiding van hun re volutionaire beginselen. LISSE. 6 Sept. Mudgoedveiling. Prijzen per HL. of Kg.: EvT Herm. Schlegel 74, Cram. Brilliant 29.Hose Grisdelin 2431, Gele Prins 116, La Keine Fred. Moore 68, L'Inmaculee 32, Coul. Cardinal 122, Diana 39, Ibis 204, Flamingo 116127, Scarlet Due 58, Proserpine 186, Prins van Oostenrijk 69, Hobbema 6970, Grand Due 170, Prosperity 116, Bose Luisante 112.50, Crimson Queen 64, Pres. Lincoln 75, Brill. Star 116, DvT Murillo 31, Mr. v. d. Hoeff 195, Queen of the Pink 103, Thournesoll 141, Bev. Ewbank 30, Will. Pitt 68, Lovelines 15, Elt. Ingle. Yel low 3538, Br. Lodewijk XIV 80, E1T Miss. Ellen Wilmot 31, DwT Ba.rtigon 4547, Will. Copland 38, Pr. Elisabeth 33, Pride of Haarlem 2023, Clara Butt 12.50, Tonnae 30, DvT Theeroos 73, Cour. d'Or 105, Vuurbaak 100, EN Laurens Koster 34, Elvira 28.50; EN Ornathus per H.L. 710, Emperor per Kg. 0.31—0.35, Victoria id. 0.475, Or nathus Maa id. 0.98, Golden Spur 0.331, King Alfred id. 1.02, Sir Watkin idem 0.31, Treserve idem 2.57. LISSE, 5 Sept. Hyacinthenveiling. Prijzen per 100 stuks: E.B. Schotel 17 19.50, 16-17 14.50, 15-16 11.50, 13-15 9.50; E.B. Gertrude 18 op 16.50, 17 12.50, 16 11.50, 15 9.50; E.B. Grand Maitre IS 25. 17 22.—; Hyac. Gemengd 15-17 8.50, 12-15 4.E.B. Queen of the Blue 17-18 20. 16-17 15.15-16 13.E.B. Lady Derby 17-18 10.50, 16-17 9.50, Giganthea 18-19 14.—, 17-18 14.—, 16-17 10.50, 15 9.—, 14 7.50, 13 5.75; E.B. Marie 16-17 14.15-16 14.14-15 9.50; E.W. L'lnnnocence 18 op 24.16r18 16.50, 19 op 27.18-19 21. 13-14 7.25, 12-13 5.75; E.B. Panama 17-18 11.50, 17 10.1-5 8.75; Bismarck 16-17 21.15-17 11.13-14 8.50; Maria Corne lia 15 op 11.50, 14-15 12-14 6.75; EG RECORD-SLAAN. Het was een buitencewom Baby lag ra het maUche??1- schen slapen en wakker rim - toch nog juist hoe zijn bro^ juich opsprong. Dat deed bJ? nu was die jongen tenminste hij was eerst zoo vreemd gew f':' buurjongen waren ze een tijd?11 gras komen zitten, broer had bij zich en een sigaret nu? lucifers. De wekker werd neP sigaret aangestoken en met? en voorzichtige trekjes 0p? twee jongens zaten voortdij?' wekker naar de langzaam sigaret te kijken, alsof er op? oogenblik iets met die siga?! beuren, uiteenspringen bijv. J beurde piets. Eindelijk spm? een ruk op. Gewonnen, jobt'l"! den buurjongen, 't record gSj er drie minuten langer over jij gisteren. O, is 'fc in dien tijd, dacht!,," aan het record slaan; ja, ïj. genwoordig al niet, En bjC'« Ik zit, gij zit, hij zit, wij JjB noemen ze de vervoeging^» woord zitten. Doch geen wordt door het publiek vervoegd als record-slaan.^® record geslagen, wij slaan zullen het record slaan, het? slagen, werd geslagen, zalf? den enz. Men zou er werkelijk gen ook eens een record fe heeft zoo'n geweldig rijke kH Op de eerste plaats natatóvi een record slaan in alle van sport, voetballen, tennj^J roeien, fietsen enz. En daarin y, lei afwisseling, men kan eenyj ternationaal, vaste-land en slaan; en verder nog een b«t«j slaan of zijn eigen record verUi Doch sport is voor alle nri even gemakkelijk, er zijn bkl-i stijve spieren, menschen, die bi moe zijn, menschen, die er iij zin in hebben. Bovendien mep; zamerhand uitgerecord in de meeste records zijn geslagene geslagen. Om het voor een des doen moet men heel wat pra« Om deze twee redenen Eed nieuw afzetgebied voor het gezocht en het gevonden in i wat, in het het niet eten, nie; sen, piano spelen, sigaretten j wasschen, koffie drinken, kap mes, slachten van schapen e; Amerika heeft men in ver, deze werkzaamheden al aari geslagen. We zijn hier in oaj jammer genoeg altijd een lijk geweest, dus ook met h en wordt het derhalve hoos dit gebied tot hetzelfde p der beschaafde wereld te minstens te zorgen voor ve tionale record-houders. En het is toch zoo gemalï voudig een record te slaat om een voorbeeldje te gen; wennen aan veel koffie te fc dag bijv. een kop meer, dr twee maanden ruim 60 kofl dag drinken. Men zorgt ern feit bekend wordt bij vrienii sen. Na verloop van tijd Iw dat zijn record geslagen is d« gek, ik wil zeggen door een i of dame, die op één dag 7ö i kan drinken. Men heeft zit! schentijd natuurlijk goed gw den volgenden dag in tefl van een groote menigte W het record opnieuw en gta naam brengen met 120 kopp Nu begint de pers er zich us er komt een photo van je te geïllustreerde bladen en zool leidelijk aan het nationale I koffie-drinken behaald. Daarna kan men met tegenovergestelde record één dag in het geheel niet twee dagen enz. Na de voor» periode kan het oefenen u ken niet anders dan heilzast organisme, dat op deze ri-1 evenwicht terugkrijgt. Op gelijksoortige manier^ cords slaan in alle andere zigheden. Het vreemdste d wel, dat al de menschen, zig zijn, los rondloopen;^ voor anderen zijn ze zefe'-" P.EG! City of Haarlem 15 op Ij 16-17 20.—; E.B. Grand H"1 16-18 16.50, 13-14 7.50, lW low Hammer 16-17 19.50, 8.75, 12-13 6.75; E.B. lü® 12-14 7.—; E.W. Zaailing i® 1918-19 17.—, 17-18 B; 15-16 11.—; EB. U W; E.B. Birmarck 19 32— Is; four 16 14.50, 12-14 6.-; 16-17 18—, 14-15 8.50, 12-14 S nocence 15-16 10.50, 14-1® 12-13 5.25; Queen of tie 12-13 5.75; La Grande»' 18.—; E.B. King of the 17-18 18—, 16-17 16- 10.50; E.E. Garribaldi M' 12—, 14-15 8.25; F..P. I®* 22—, 13-14 7 25; E.B. GrU' 27—, 16-17 18.50, 15 10—, 12-14 7—; E.B. U 25—, 19-19 22—, 17-1S 18 8.25; E.B. Johan 16-16 la-i 14-16 9.50, 14 8-, 1S-1S 19-20 25—, 18-19 20— 8.25, 13-14 7.50, 12'/r» conie 17 10—, 16-1' - 11.50; Jaquee 17 °P 1? 19 21

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 12