Ned. Oost-lndië. Rechtzaken. Voor Huis en Hof. VERMIST! I vliegveld vlak bij het dorp heeft, zóó plegen te vliegen dat de bewoners er ,e binder van hebben. Ze hebben nu strijd tegen de vliegtuigen aangebon- en één van hen, do lieer Findlay i, plantte achter in zijn tuin een vlag- «,ok van 50 voet hoogte om aldus de gers te dwingen zijn woning te eerbie- >n. Edoch, de vlaggestok werd „om gevlogen', en een der toestellen, bc- rdoor miss Grace, viel te pletter, ruzie is zoo hoog geloopen dat Sir ;on Brancker, de directeur van den ;erlijken luchtdienst, zich naar Ilamble t begeven om de zaak te onderzoe- Het vliegveld is particulier bezit van peren Roe and Co. De dingga-koorts in Egypte. dingga- (of dengue-) koorts is uit ienland naar Egypte overgebracht, anks het scherpe toezicht, dat de over- l op binnenkomende Grieken heeft ge ien. L'e Kaïro zijn reeds verscheidene fflïen aangegeven. IBAATZUCHTIGE LIEFDADIGHEID OP JAVA. loeder Ansfrida schrijft uit het Fiancis- Biekenhuis van Moentilan: Wij wonen nu een goed half jaar in ons huis, in bet eenvoudig, maar viien- gebouwd en schilderachtig gelegen Fran cis cus ziekenhuis. Hebben wij ons is kunnen gewennen aan onze nieuwe geving, en zijn de zieke Javanen aan ons roon Vanneer en ze weldoeners, op welk uur den dag of van den nacht ook, eens kijken, dan zouden zij daarvan rtuigd zijn. "wee groole zalen, een voor mannen en voor vrouwen, nemen een belangrijk 1 van de ruimte in beslag, n de morgenuren heb ik gelegenheid om ii bezoekers eens rond te ieiden. Eerst ïdelen we langs de rijen bedden in de Hier liggen twintig of meer de armste Javanen, wegens plaatsge- k soms met twee in één bed. De meesten op een mat; die zwaar ziek zijn op met alang-alanggras gevulde matras, a kan bet hun aanzien, dat zij er zich is gevoelen en dat zij tevreden zijn met keurige verzorging, die zij in 'hun ar- bedompte hutten zoo zeer moeten De meesten hebben vreoselijke Hier ligt een man, wiens hoefd in het verband zit. Zijn vrouw in de vrouwenzaal ligt, heeft jiem in aanval van woede een tas naar het Pd gegooid. Tot dank kreeg zij toen een Isieek. aar ligt een andere, ook een echte Itersbaas. Zijn kameraad heeft hem met 'spitsen bamboestok in het hoofd ge en. Hij stootte af op den schedel en b in het oog terecht, zoodat het oog urlijk verloren is. sn stap verder komen we bij onzen id Josef. Hij is reeds verschillende we- bij ons, maar nu zal het niet-lang meer in: Josef wil naar den Hemel want hij Christen. in het ziekenhuis werd hij door ons en kreeg toen een mooi kruisje en Kerstmis een papieren stalletje van. lehem. Wanneer wij hem naar zijn sie_ vragen, dan drukt hij met zijn ma- vingers op het zakje, waarin hij zijn t bewaart. Josef zal spoedig uit zijn lij- verlost worden en dan eeuwig met Goddel ij ken vriend vereenigd zijn. 'e komen aan de Vrouwenzaal. Ook hier erk cn zorg genoeg, geen enkel plaats- pffiët. De herstellenden zitten op den 1 van ha-ar bed en beschouwen het als groote eer, wanneer zij de zusters mo- helpen. oor we afscheid nemen van onze zie- gaan we eerst nog even links den hoek om het. kleine devote kerkje te bezoe- dat tusschen de ziekenhallen en 't zus- .uis ligt; liet vormt dus 't middelpunt jollen zieken en gezonden, verpleegden verpleegsters. aar troont de God van liefde op het steenen altaartje dat een. wel- ïer ons schonk. Dag en nacht houdt de delijke Geneesheer daar de wacht. Daar verhoort Hij ook de gebeden, die wij opzenden voor onze weldoeners, ook voor de studenten van Delft, die met de op brengst van 'n verloting met meer dan 80.00 loten den grondslag legden voor dit heerlijk werk. En des nachtsWanneer, onder den schitterende sterrenhemel, zooals men die hier kent, de Zuster trouw de wacht houdt hij hare dierbare Javanen, dan weet zij, dat op eenige meiers afstand Hij met haar waakt voor wien zij alles ten offer bracht, dat Hij dan door Zijne Genade haar de kracht schenkt, om met geduld en liefde haar verheven taak te vervul len. Een vechtpartij in de rechtszaal. De griffier op de tafel. Te Soerabaja heeft, naar het .Soer Hbl. meldt, een eigenaardige rechtszitting plaats gehad voor den Landraad. Behandeld zou worden de zaak van Hadji Oemar van Wonokoesoemo, die ervan werd beschul digd twee briljanten te hebben verduisterd; deze sieraden behoorden toe aan een Chi nees, die aan zeere oogen liad geleden en bij beklaagde hulp was gekomen zoeken. Tijdens het heilbrengende gebed waren de briljanten verdwenen. Verdachte werd er van verdacht het verdwijnen dór blinkende dingetjes in de hand te hebben gewerkt. Dien ochtend diende de kwestie voor den Landraad. Verdachte werd bijgestaan door een procureur-bamboe (zaakwaarne mer) zekeren Fransen. Het begin was al goed, toen deze heer met een sigaret in den mond en den hoed op, de zaal binnen wandelde. De president gaf het heerschap onmiddellijk een schrobbeering en gebood hem het decorum niet te schenden. •Een nieuw incident had plaats toen de zaakwaarnemer de geheele beschuldiging onjuist achtte. Verdachte had niet ge woond in de opgegeven kampong. Tenein de een beter inzicht in do zaak te krijgen werd de zitting geschorst en begaf de Landr raad zich naar het huis van verd., men be gaf zich daarheen per auto! Nadat de le den van den Landraad terug waren, deel de de president mede dat verd. daar wel degelijk had gewoond. De procureur-bam boe wond zich tijdens de verdediging van zijn cliënt zoo op, dat hij met de vuist op de tafel sloeg. Dit haalde hem een nieuwe waarschuwing van den president op den hals. Een oogenblik daarna was hij zoo ruw en onbeleefd in zijn uitlatingen jegens den Landraad, dat de president hem kort weg gelastte de zaal te verlaten, waaraan hij ten slotte had te voldoen. Een nog ernstiger incident deed zich voor, toen eenige getuigen werden ge hoord. De getuige Ismail kreeg het aan den stok me een Chineeschen getuige en wilde dezen te lijfEenige supporters van den Chinees, die zooiets blijkbaar verwacht hadden en zich reeds gevechtsklaar hadden opgesteld, sprongen naar voren en sloegen den Inlandschen getuige, zekeren Ismail, waar zij maar raken konden. Het werd een verwoed handgemeen. Eenige luid-gil- lende Chineesche vrouwen zorgden voor begeleidende muziek. De griffier sprong tijdens het gevecht op de groene tafel en wilde zoo de vechtende scheiden. Eindelijk slaagde men daarin met behulp van ijlings toegeschoten politie. Na een pauze werd de „rechtszitting" hervat. Achter de getuigen stonden nu politie agenten voor het bewaren van de orde. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Te snel gereden. D. N., te Leiden, kwam in verzet te gen een vonnis der rechtbank, wegens het feit dat hij op de Rijn- en Schiekade per auto met een snelheid van 40 K.M. zou hebben gereden. Hierdoor zou verd. het verkeer in gevaar hebben gebracht, daar volgens het getuigenis van den verbalisant, de voetgangers haastig tusschen de boomen wegscholen. Yerd. ontkende dit, hij zou niet sneller daei 25 a 30 K.M. hebben gereden. Het getuigenis van deri verbalisant werd natuurlijk van b.ooger waarde geacht, zoo dat het vonnis van 20 boete subs 10 dg. hechtenis werd bevestigd. Een weerspannige klant. F. J. de B. te L c i d e n, die niet versche nen was, werd op de Hooge Rijndijk aan gehouden op 3 Juli, waar hem door den agent Mulder en den inspecteur de Bock werd verzocht zijn rijbewijs te toonen. Yerd. wilde hieraan niet voldoen, toen in specteur do Bock dit vroog, liet hij het ten slotte zien maar hield de duim op den da tum van afgifte, zoodat alleen het jaartal zichtbaar was. Verd. werd toen gelast op het politiebureau te komen, in welk geval men hem nu zou laten gaan. Verd. beloofde hieraan te zullen voldoen, maar verscheen niet. Den volgenden dag zag agent Mulder de B. wederom rijden op den Haagweg en hield hij verd. wederom aan. Aan de vordering om het rijbewijs te toonen wilde verd. wederom niet voldoen, zoodat hij nu door den agent naar het bu reau werd gebracht. Daar bleek verd. twee verschillende rijbewijzen te bezitten, die beiden ongeldig waren. De ambt. eischte 2 maal 5 boete subs. 2 maal 2 dg. Uitspraak over acht dagen. Arbeidswet. J. G. A. D., bioscoopdirecteur te L e i- d e n, moest terecht staan wegens een overtreding van do arbeidswet. Hij zou op herhaald verzoek van den raad van arbeid geen zegels hebben geplakt. Als getuige werd gehoord mej. L. B. die bij verdachte in dienst is. Deze verklaarde in de huishouding werkzaam te zijn en slechts zoo nu en dan in de cassa dienst te doen. De ambt. van het O. M. meende dat verd. gedurende een jaar in gebreke was gebleven en eischte deswege 52 maal 1 boete subs 52 maal 1 dg, hechtenis. Uit spraak over 8 dagen. Verkeersseinen. Mej. S. M. K. te Leiden, zou op een desbetreffend bevel van don verkeers agent op het kruispunt BreestraatNoord eindeRapenburg niet hebben willen stoppen. VerL, die uit het Noordeinde kwam fietsen, verklaarde dat zij niet wist dat het sein voor haar gold, een wielrijder vóór en één achter haar hadden, naar haar zeg gen wel doorgereden. Dit werd door den agent ontkend. Dc ambt. eischte 2 subs. 2 dg., waar na -de juffrouw tot 2 subs, 1 dg. werd ver oordeeld. Een misverstand. Mej. P. de G. te Z o e t e r w o u d c was verbaliseerd omdat zij op 5 Augustus zou hebben gefietst zonder licht. Yerd. vertolde dat zij in geen twee jaar op de fiets had gezeten. „Is U dan mej, Petronella de G., gebo ren te Zoelerwoude 7 September 1901 Op een bevestigend antwoord hierop, werd de verbalisant gevraagd of hij ver dachte herkende. „Deze juffrouw heb,ik niet verbaliseerd", zei de getuige. De verbaliseerde Ind dus blijkbaar een verkeerde naam opgegeven. De ambt. eischte 2 subs. 1 dg. maar de kantonrechter sprak de juffrouw vrij. Dronkemansmanieren? G. L. te L e i d e n zou, terwijl hij in staat van dronkenschap verkeerde, de openbare orde hebben verstoord. Als getuigen werden gehoord Kraayen- veld en Vinkestein. Zij verklaarden dat hij dronken was en met een riek de ruiten had ingeslagen. Verd. had. heel wat in te brengen. Ge tuige Kraayenveld had hem al een half jaar getergd, vertelde hij. Hij was driftig geworden toen hij een „hallefie' op had. „Niet dat hij dronken was", want hij had vijf minuten later met twee agenten staan praten. Kraayenveld vroeg wegens de door verd. stuk geslagen ruitén een schadevergoeding van 7.50. De ambt. eischte 10 boete subs. 10 dg. hechtenis, waarop verd. opmerkte, dat een arm mensch „toch niks in te brengen had." Uitspraak over 8 dagen. Gevaarlijke baldadigheid. R. K. te Leiden had op den straatweg van Leiden naar Haarlem met een steen een ruit van een auto ingegooid. Als getui ge werd gehoord de chauffeur van den auto, een sightseering-car, do heer Jordaan die verkalaarde, dat hij verd. in 't geheel niet kende en dat hij de wagen waar verd. achterop zat, wilde inhalen. Verd. wa-s niet verschenen. De ambt. van het O.M. eischte 15 boete subs. 10 dg., waarop de kantonrechter verd. tot 15 boe te subs. 8 dg. hechtenis veroordeelde. Geen signaal gegeven. Th. J. C. S. te Noord wijk zou te Noordwijk onvoorzichtig hebben gereden door bij een bocht geen geluidsignaal te geven. Getuige was M. van Zuylokom, ge meenteveldwachter to Noordwijk, die ver klaarde dat verd. wel niet snel had gere den, maar dat, hij op een gevaarlijk punt geen signaal had gegeven. Verd. bevestigde, dat hij geen signaal had gegeven, maar achtte dit niet noodig. De ambt. eischte 4 boete subs. 4 dagen hechtenis. De kantonrechter, rekening houdende met de omstandigheden, dat verd. langzaam en rechts van den weg had gereden, veroor deelde verdachte tot 1 subs. 1 dag hech tenis. Geen openbare weg. A. D. te Noordwijkerhout zou al daar gebruik hebben gemaakt van do Kraayenlaan, zonder daartoe recht te heb ben. De eigenaars, die een uitpad hebben op dien weg, hadden den weg laten verhar den en hadden ook een subsidie van de ge meente hiervoor gevraagd. Als getuigen werden gehoord van der Burg en D. Duivenvoorden, die verklaar den, dat zij den weg hadden laten verhar den en dat verd. niet in do kosten had bij gedragen. De gemeente-architect, die eveneens als getuige werd gehoord, was' ook van mee ning, dat dit een private weg was. De ambt. van het O. M. eischic 5 boe te subs. 5 dg. hechtenis, waarop de kan tonrechter verdachte tot 3 boete subs. 2 dagen hechtenis veroordeelde. Een dronken chauffeur. F. de H. te Amsterdam zou te Oegst- geest als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig dronken zijn geweest en toen een voetganger op een voetpad hebben aangereden. Als getuige werd gehoord dc aangeredene Heemskerk, die een stuk van de aa:o meebracht, dat bij de aanrijding van de auto was afgerukt. Getuige diende een schadevergoeding van 40 in. Verd. vertelde, dat hij wel signalen had gegeven, wat getuige ontkende. Een groot aantal getuigen werd daarna gehoord, die allen bezwarende getuigenis sen voor den verdachte aflegden. Get. Karapenhoat vertelde, dat de overige in zittenden van de auto niet met verd. ver der wilden rijden, waarop verd. antwoord de, dat slechts zijn zuster, die een zenuw patiënte was, niet verder wilde rijden en met den trein naar huis was gegaan. Ook andere getuigen verklaarden dat verd. dronken was en dat hij allcon naar huis was gereden. Verd. zeide, dat hij slechts twee glazen bier had gedronken, hij had niet gezien, dat hij Heemskerk had aangereden. Een zwagor en een broer van verd. uit Amsterdam, die als getuige a. décharge optraden, vertelden dat de zwager in de auto naast verd. had gezeten. Ook zij had den niemand op de_n weg gezien, de aa,nri|- ding moest zijn geschied, daar verd. moest uitwijken wegens een opgebroken weg. Het slingeren was te verklaren doordat de wa gen in het zand kwam. Dc zwager was uit gestapt, omdat zijn vrouw die zeer zenuw achtig was niet verder wilde rijden, dron ken was volgens deze getuige vorduchte niet geweest. Dc ambcer.aar van het O. M. eischte 40 boete subs. 20 dagen hechtenis met ontzeg ging van de bevoegdheid om een motorrij tuig te besturen voor den tijd van 5 maan den. Schriftelijk vonnis over 8 dagen. HET PLANTEN VAN VRUCHTB00MEN Eenige nuttige wenken. Nu de maand Soptember weer if aange broken, is ook spoedig de tijd daar. die voor het planten en verplanten van vrucht- boomen het moest geschikt is. Een met zorg voorbereide planting is voor het welslagen van onze vruchtboo- men een hoofdvereisehte. Wij zijn daarom verplicht bij dit werk de vcreischto nauw keurigheid in acht to nemen, willen wij ons niet door nalatigheid of misrekende spaarzaamheid schade voor de toekoimt bezorgen. De grond, onverschillig van welke sa menstelling hij is, moet steeds twee voor name hoedanigheden bezitten: 1. een doorlatendo ondergrond, en 2. een vrucht bare (of vruchtbaar te maken) niet te natte bovongrond van minstens 60 c.M. boven hot waterpeil. In vele gevallen houdt men in do prac- tijk te weinig rekening mot de doorlatond- heid van den ondergrond. Hot is n.l. niet voldoende, dat de bovengrond, waarin do wortels huizen, van een goede kwalitoit is. dat de vruchtboomen do eerste jaren good groeien; juist bij de fruitteelt moeten wij hot meest rekening houden met do toe komst. Is de ondergrond nu niet doorlatend dan kan bij overvloedige regen hot ovor- tallige water niet vlug genoeg weg en wor den lucht, en warmte verdrongen, waardoor een groot deel van de wortels in zeer on gunstige omstandigheden komt. Zulke gronden veroorzakon een geringe en laat tijdige vruchtbaarheid, slechte kwaliteit der vruchten, het optreden van verschil lende zeer moeilijk te bestrijden ziekten, terwijl de boomen vroegtijdig sterven. Ondoorlatendheid is voor een leek het gemakkelijkste te herkennen aan de vrucht- boomen in zijn omgeving. Groeien dio goed en gezond dan hoeft hij alle reden om aan te nemen dat do ondergrond van zijn tuin geen bezwaar zal opleveren. Gronden geschikt voor vruchtboomen liggen minstens 60 c.M. boven het gemid delde waterpeil. Op lager gelegon gronden hebben do boomen weer van allerlei ziek- ten to lijden. Planten wij half of hoogstam dan is het bovondien een veroischte dat de grond eenigszins zwaar is, d.w.z. een flink gehalte aan klei moot hebben. Lichte z»nd en veengronden bieden voor hoogstammige vruchtboomen geen stevige standplaats, zoodat een storm de boomen gemakkelijk om of fcheef waait. Op zulke gronden is de struik of vruchtboom zonder stam, de moest aangewezene. Laat do waterstand en de structuur van den ondergrond niet te wenschen over dan zijn in ons land bijna allo gronden voor fruitteelt geschikt of minstens door een doelmatige bemesting en diepe grondbewerking geschikt te ma ken. Door sommige wordt aangeraden een diepe grondbewerking toe te passen gerui- men tijd vóór cr geplant wordt. Do grond kan dan in die tijd beter bijzakkon. In do practijk komt hier echter niet veel van, omdat meestal niet voor het najaar 't veld ontruimd is. Een grondbewerking kort voor het planten levert dan ook inderdaad geen nadeel op. Wanneer de boomen goplant worden, kan de grond rondom de wortels toch niet zóó wordon vastgedrukt dat hij niet meer zakt. De plantgaten worden ruim doch niet te diep gegraven. Hot diep uit graven heeft het nadeel dat geruimen tijd na het planten het bodemwater er naar toe vloeit. Ook moeten de gaten niet langen tijd vóór het planten worden uitgestoken, want dan hebben we eveneens kans, dat door veel regen het werk ondorbroken wordt, waardoor eveneens do structuur in den grond bederft. Bij heb planten zelf kunnen wij voornamelijk twee fouten ma ken n.l. te diep of te ondiep plaatsen. Te diep planton, wat veelvuldig voorkomt, is een groote fout. Een boom, die te diep staat, draagt slecht en lijdt een ziekelijk bestaan. Als regel planten wij niet dieper dan de boom in de kweckerij heeft ge staan, wat gemakkelijk te zien is. Om goed te planten behooren wij met z'n tweeën te zijn, een die de boom op de juiste plaats houdt en een die met de hand de grond tusschen de wortels werkt. Verkeerd is het om gelijk met het planten puin of mest bij of onder de wortels te brengen. Vrucht boomen behoeven in hot eerste jaar van planting geen bomesting. M. FEUILLETON. J het Duitsch van J. ARNEFELDT ^■taaJd door Jac van Emden. raiiddollijk daarna zond hij een van p&andigste rechercheurs naar het St. eiiikireh hof om Gabler onder voor del, dat cr inlichtingen va-n hem wer- verlangd, naar liet politiebureau te pjBn. glffl-at vooral niet merken dat we hem bfërrcsteeren, maar verlies hem geen rn lut..'xet o°gj zei hij tot den be- «i* ^eSel ijker tijd gaf hij order Heu- los te laten, niet zonder te betreu rt de wet hem dwong de verleider yhoul te stellen en het slachtoffer !en strafrechter over te leveren, ^oudc Gabler werd naar het politie- u gebracht zonder dat hij er zich ffvevust was, dat hij zou Morden geai-- ii.ru. In vriendschappeüjken kout met naar n-iend- vangen ""oocm*b, uien hij uic vroe- zegBrhooren in de zaak Forberg zeer ifittnde. p.°.efc u weer even lastig vallen, 1 '^Her, begou polilie-ambte- gfltaflat, Gabler plaats had genomen. schijnbaar eenige papieren op nfeau door, maar in werkelijkheid es-a.potheker scherp op; Er schijnt eenig licht in de zaak Forberg te zijn gekomen. Als- de commissaris had gehoopt, door deze mededeeling eenige reactie bij Ga bler te zullen uitlokken, dan zag hij zich teleurgesteld. Met het air van den recht schapen man dat hij zoo beclriogelijk wist aan te nemen, antwoordde hij met een licht hoofdschudden: Het zal me benieuwen of het iets te beteekenen heeft; ik heb er geen vertrou wen meer in, dat'er ooit iets aan het Jicht zal komen. Juist, daarom wilde ik de zaak ook heb eerst met u bespreken. U is een prac- tisch man en kan de toestand het best beoordeelen. U was immers de beste vriend van den veroordeelde. Dat M'as ik! bevestigde Gabler, een hooge borst zettend. En u is van het begin af in de zaak betrokken geweest. Betrokken? herhaalde Gabler, dat is toch eigenlijk het goede woord niet. Nu ja, zooals men liet noemen wil, antwoordde de commissaris op luchtigcn toon. Ik heb vandaag bericht ontvan gen, dat in een bankzaak een man is aangehouden, die aandeelen Nationale Bank wilde verkoopen, die de nummers van de aan Forberg ontstolen stukken droegen. Ik. Dat is niet waar! Dat kan niet! viel Gabler hem snel in de rede. Hoe kunt u dat zoo zeker weten, vroeg de commissaris op kwasi-verwonder- den toon. Gabler die dadelijk begreep, dat hij een stommiteit had begaan, legde nu met grooten omhaal van woorden uit, dat het niet aan te nemen was, dat de moorde naar ooit met die aandeelen voor den dag zou komen, omdat hij immers vooruit wist dat hij zich daarmede zou moeten verra den. Hij zou bijvoorbeeld in grooten geld nood hebben kunnen verkeeren, en dat zou hem ertoe gebracht kunnen hebben, opperde de commissaris. Gabler schudde het hoofd met een air van meerderheid en, naar het den politie man toescheen, van triomf. Hij kan ook gedacht hebben dat de zaak is doodgebloed. Voor zóó dwaas zie ik hem niet aan, luidde het besliste antwoord van den ex- apotheker. Het is ook mogelijk, dat dc aandee len hem ontstolen zijn. Dit laatste schot van den commissaris trof meer doel. Er vloog even een angstige trek over Gabler's gezicht, maar hij her stelde zich onmiddellijk, toen hij dacht aan zijn braakvrije kist met de sluiting, waarvan niemand dan hij het geheim ken de. Hij voelde zich zoo volkomen gerust, dat hij kalm vroeg. M-at er van hem nu eigenlijk M-erd verlangd. Wel, ik wilde graag, dat u de aandee len eens bekeek. Heeft u zo dan hier? Gabler sprong op en werd lijkbleek, maar onmiddellijk voegde hij er met een superieur lachje aan toe: Men heeft u voor den mal gehouden! Komt u maar eens hier en bekijkt ze eens, hernam de commissaris. Het leek Gabler alsof zijn toon scherper en de uitdrukking van jzijn gezicht stren ger was geworden. Hij voldeed aan het verzoek, maar voelde hoe zijn knieën knik ten en het koude zweet hem door alle poriën drong. Maar liet was dwaasheid om zich zoo zM-ak te toonen; het was te gek, de aandeelen konden niet hier zijn! Maarize M'aren er wel!- De commissaris duwde hem de stukken een voor een onder den neus, wees hem de nummers en vroeg toen op heolemaal-niet-meer-vriendolijken- toon: Herkent u deze aandeelen, maneer Gabler? Ik? Hoe zou ik ze herkennen? Ik ben toch geen bankier! U moet zich tot de firma Graupner of tot de Directie van de Nationale Bank wenden, antwoordde Ga bler, in zijn ontsteltenis zijn gewone be leefdheid vergetend. Dank u voor uw vriendelijk advies; ik zal het ongetwijfeld opvolgen. Maar eerst wjl ik van u M'eten of u deze aan deelen kent. Hoe zou ik ze kennenik heb ze nog nooit gezien; toen Forberg bij mij was, had hij ze nog niet gehaald. Die mededeeling kan toch niet juist z.jii, want Mc^t u, Maar deze aandeelen zijn gevonden? Gabler schudde ontkennend het hoofd. Bij u! De apotheker beefde over al zijn leden, maar wilde zich nog niet gewonnen geven. Dat is een leugen! riep hij. Wie zegt. dnf i-cgene, die ze van u gestolen heeft en dat is uw eigen zoon! Gabler stiet een gehuil uit, dat niets menschelijks meer had. Het M-as de angste kreet van het roofdier, dat in de val is geraakt. Mijn zoon! Mijn zoon! herhaalde hij. Maar dat is onmogelijk, want hij Mist niet, hoe do kist opengaat; dat Mist nie mand, niemand! Dus u bekent dat die stukken in uw geldkist werden bewaard, zei de commis saris en toen Gabler het antwoord schul dig bleef, ging hij voort: Ik zal u zoo aanstonds hot bewijs le veren ,dat er M'ol andoro menschen zijn, die uw kist kunnen openkrijgen, voor zoo ver tenminste de verklaring van uw zoon, die ik u zal laten voorlezen, u niet vol doende mocht zijn. Hij gaf den inspecteur een toeken en deze las het proces-verbaal van dc verklaringen van Houfcldcr cn Otto Gabler voor. Gabler was weer op zijn stool neerge zonken en zat ineengedoken, terwijl de in specteur lar. Do krachtige man scheen plotseling een uitgeputte grijsaard te zijn geworden. Wezenloos staarden de oogen op één punt: de plek, M-aur do effecten lagen en van de bevende lippen klonken toonloos de M-oorden: Mijn zoon, mijn eigen vleesch en bloed! En voor hem heb ik hel nog M'el gedaan Wilt u nu bekennen, dat u don bank- looper Forberg heeft beroofd cn hem hebt vermoord? donderde do commissaris don schurk toe, die zich onder de beschuldi ging kromde als een getrapte worm: maar ik heb uw bekentenis hecleraaal niet noodig, ivant hier is hot onweerlegbaar bewijs vnn uw schuld. (Wordt vervolgd). 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7