Ned. Oost-lndië.
Rechtzaken.
Voor Huis en Hof.
VERMIST!
I
vliegveld vlak bij het dorp heeft, zóó
plegen te vliegen dat de bewoners er
,e binder van hebben. Ze hebben nu
strijd tegen de vliegtuigen aangebon-
en één van hen, do lieer Findlay
i, plantte achter in zijn tuin een vlag-
«,ok van 50 voet hoogte om aldus de
gers te dwingen zijn woning te eerbie-
>n. Edoch, de vlaggestok werd „om
gevlogen', en een der toestellen, bc-
rdoor miss Grace, viel te pletter,
ruzie is zoo hoog geloopen dat Sir
;on Brancker, de directeur van den
;erlijken luchtdienst, zich naar Ilamble
t begeven om de zaak te onderzoe-
Het vliegveld is particulier bezit van
peren Roe and Co.
De dingga-koorts in Egypte.
dingga- (of dengue-) koorts is uit
ienland naar Egypte overgebracht,
anks het scherpe toezicht, dat de over-
l op binnenkomende Grieken heeft ge
ien. L'e Kaïro zijn reeds verscheidene
fflïen aangegeven.
IBAATZUCHTIGE LIEFDADIGHEID
OP JAVA.
loeder Ansfrida schrijft uit het Fiancis-
Biekenhuis van Moentilan:
Wij wonen nu een goed half jaar in ons
huis, in bet eenvoudig, maar viien-
gebouwd en schilderachtig gelegen
Fran cis cus ziekenhuis. Hebben wij ons
is kunnen gewennen aan onze nieuwe
geving, en zijn de zieke Javanen aan ons
roon
Vanneer en ze weldoeners, op welk uur
den dag of van den nacht ook, eens
kijken, dan zouden zij daarvan
rtuigd zijn.
"wee groole zalen, een voor mannen en
voor vrouwen, nemen een belangrijk
1 van de ruimte in beslag,
n de morgenuren heb ik gelegenheid om
ii bezoekers eens rond te ieiden. Eerst
ïdelen we langs de rijen bedden in de
Hier liggen twintig of meer
de armste Javanen, wegens plaatsge-
k soms met twee in één bed. De meesten
op een mat; die zwaar ziek zijn op
met alang-alanggras gevulde matras,
a kan bet hun aanzien, dat zij er zich
is gevoelen en dat zij tevreden zijn met
keurige verzorging, die zij in 'hun ar-
bedompte hutten zoo zeer moeten
De meesten hebben vreoselijke
Hier ligt een man, wiens hoefd
in het verband zit. Zijn vrouw
in de vrouwenzaal ligt, heeft jiem in
aanval van woede een tas naar het
Pd gegooid. Tot dank kreeg zij toen een
Isieek.
aar ligt een andere, ook een echte
Itersbaas. Zijn kameraad heeft hem met
'spitsen bamboestok in het hoofd ge
en. Hij stootte af op den schedel en
b in het oog terecht, zoodat het oog
urlijk verloren is.
sn stap verder komen we bij onzen
id Josef. Hij is reeds verschillende we-
bij ons, maar nu zal het niet-lang meer
in: Josef wil naar den Hemel want hij
Christen.
in het ziekenhuis werd hij door ons
en kreeg toen een mooi kruisje en
Kerstmis een papieren stalletje van.
lehem. Wanneer wij hem naar zijn
sie_ vragen, dan drukt hij met zijn ma-
vingers op het zakje, waarin hij zijn
t bewaart. Josef zal spoedig uit zijn lij-
verlost worden en dan eeuwig met
Goddel ij ken vriend vereenigd zijn.
'e komen aan de Vrouwenzaal. Ook hier
erk cn zorg genoeg, geen enkel plaats-
pffiët. De herstellenden zitten op den
1 van ha-ar bed en beschouwen het als
groote eer, wanneer zij de zusters mo-
helpen.
oor we afscheid nemen van onze zie-
gaan we eerst nog even links den hoek
om het. kleine devote kerkje te bezoe-
dat tusschen de ziekenhallen en 't zus-
.uis ligt; liet vormt dus 't middelpunt
jollen zieken en gezonden, verpleegden
verpleegsters.
aar troont de God van liefde op het
steenen altaartje dat een. wel-
ïer ons schonk. Dag en nacht houdt de
delijke Geneesheer daar de wacht.
Daar verhoort Hij ook de gebeden, die wij
opzenden voor onze weldoeners, ook voor
de studenten van Delft, die met de op
brengst van 'n verloting met meer dan
80.00 loten den grondslag legden voor dit
heerlijk werk.
En des nachtsWanneer, onder den
schitterende sterrenhemel, zooals men die
hier kent, de Zuster trouw de wacht
houdt hij hare dierbare Javanen, dan weet
zij, dat op eenige meiers afstand Hij met
haar waakt voor wien zij alles ten offer
bracht, dat Hij dan door Zijne Genade
haar de kracht schenkt, om met geduld
en liefde haar verheven taak te vervul
len.
Een vechtpartij in de rechtszaal.
De griffier op de tafel.
Te Soerabaja heeft, naar het .Soer Hbl.
meldt, een eigenaardige rechtszitting plaats
gehad voor den Landraad. Behandeld
zou worden de zaak van Hadji Oemar van
Wonokoesoemo, die ervan werd beschul
digd twee briljanten te hebben verduisterd;
deze sieraden behoorden toe aan een Chi
nees, die aan zeere oogen liad geleden
en bij beklaagde hulp was gekomen zoeken.
Tijdens het heilbrengende gebed waren de
briljanten verdwenen. Verdachte werd er
van verdacht het verdwijnen dór blinkende
dingetjes in de hand te hebben gewerkt.
Dien ochtend diende de kwestie voor
den Landraad. Verdachte werd bijgestaan
door een procureur-bamboe (zaakwaarne
mer) zekeren Fransen. Het begin was al
goed, toen deze heer met een sigaret in
den mond en den hoed op, de zaal binnen
wandelde. De president gaf het heerschap
onmiddellijk een schrobbeering en gebood
hem het decorum niet te schenden.
•Een nieuw incident had plaats toen de
zaakwaarnemer de geheele beschuldiging
onjuist achtte. Verdachte had niet ge
woond in de opgegeven kampong. Tenein
de een beter inzicht in do zaak te krijgen
werd de zitting geschorst en begaf de Landr
raad zich naar het huis van verd., men be
gaf zich daarheen per auto! Nadat de le
den van den Landraad terug waren, deel
de de president mede dat verd. daar wel
degelijk had gewoond. De procureur-bam
boe wond zich tijdens de verdediging van
zijn cliënt zoo op, dat hij met de vuist op
de tafel sloeg. Dit haalde hem een nieuwe
waarschuwing van den president op den
hals. Een oogenblik daarna was hij zoo
ruw en onbeleefd in zijn uitlatingen jegens
den Landraad, dat de president hem kort
weg gelastte de zaal te verlaten, waaraan
hij ten slotte had te voldoen.
Een nog ernstiger incident deed zich
voor, toen eenige getuigen werden ge
hoord. De getuige Ismail kreeg het aan
den stok me een Chineeschen getuige en
wilde dezen te lijfEenige supporters van
den Chinees, die zooiets blijkbaar verwacht
hadden en zich reeds gevechtsklaar hadden
opgesteld, sprongen naar voren en sloegen
den Inlandschen getuige, zekeren Ismail,
waar zij maar raken konden. Het werd
een verwoed handgemeen. Eenige luid-gil-
lende Chineesche vrouwen zorgden voor
begeleidende muziek. De griffier sprong
tijdens het gevecht op de groene tafel en
wilde zoo de vechtende scheiden. Eindelijk
slaagde men daarin met behulp van ijlings
toegeschoten politie. Na een pauze werd
de „rechtszitting" hervat.
Achter de getuigen stonden nu politie
agenten voor het bewaren van de orde.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Te snel gereden.
D. N., te Leiden, kwam in verzet te
gen een vonnis der rechtbank, wegens het
feit dat hij op de Rijn- en Schiekade per
auto met een snelheid van 40 K.M. zou
hebben gereden. Hierdoor zou verd. het
verkeer in gevaar hebben gebracht, daar
volgens het getuigenis van den verbalisant,
de voetgangers haastig tusschen de boomen
wegscholen. Yerd. ontkende dit, hij zou niet
sneller daei 25 a 30 K.M. hebben gereden.
Het getuigenis van deri verbalisant werd
natuurlijk van b.ooger waarde geacht, zoo
dat het vonnis van 20 boete subs 10 dg.
hechtenis werd bevestigd.
Een weerspannige klant.
F. J. de B. te L c i d e n, die niet versche
nen was, werd op de Hooge Rijndijk aan
gehouden op 3 Juli, waar hem door den
agent Mulder en den inspecteur de Bock
werd verzocht zijn rijbewijs te toonen.
Yerd. wilde hieraan niet voldoen, toen in
specteur do Bock dit vroog, liet hij het ten
slotte zien maar hield de duim op den da
tum van afgifte, zoodat alleen het jaartal
zichtbaar was. Verd. werd toen gelast op
het politiebureau te komen, in welk geval
men hem nu zou laten gaan. Verd. beloofde
hieraan te zullen voldoen, maar verscheen
niet. Den volgenden dag zag agent Mulder
de B. wederom rijden op den Haagweg en
hield hij verd. wederom aan.
Aan de vordering om het rijbewijs te
toonen wilde verd. wederom niet voldoen,
zoodat hij nu door den agent naar het bu
reau werd gebracht. Daar bleek verd. twee
verschillende rijbewijzen te bezitten, die
beiden ongeldig waren.
De ambt. eischte 2 maal 5 boete subs.
2 maal 2 dg. Uitspraak over acht dagen.
Arbeidswet.
J. G. A. D., bioscoopdirecteur te L e i-
d e n, moest terecht staan wegens een
overtreding van do arbeidswet. Hij zou op
herhaald verzoek van den raad van arbeid
geen zegels hebben geplakt.
Als getuige werd gehoord mej. L. B. die
bij verdachte in dienst is. Deze verklaarde
in de huishouding werkzaam te zijn en
slechts zoo nu en dan in de cassa dienst te
doen.
De ambt. van het O. M. meende dat
verd. gedurende een jaar in gebreke was
gebleven en eischte deswege 52 maal 1
boete subs 52 maal 1 dg, hechtenis. Uit
spraak over 8 dagen.
Verkeersseinen.
Mej. S. M. K. te Leiden, zou op een
desbetreffend bevel van don verkeers
agent op het kruispunt BreestraatNoord
eindeRapenburg niet hebben willen
stoppen.
VerL, die uit het Noordeinde kwam
fietsen, verklaarde dat zij niet wist dat
het sein voor haar gold, een wielrijder vóór
en één achter haar hadden, naar haar zeg
gen wel doorgereden. Dit werd door den
agent ontkend.
Dc ambt. eischte 2 subs. 2 dg., waar
na -de juffrouw tot 2 subs, 1 dg. werd ver
oordeeld.
Een misverstand.
Mej. P. de G. te Z o e t e r w o u d c was
verbaliseerd omdat zij op 5 Augustus zou
hebben gefietst zonder licht.
Yerd. vertolde dat zij in geen twee jaar
op de fiets had gezeten.
„Is U dan mej, Petronella de G., gebo
ren te Zoelerwoude 7 September 1901
Op een bevestigend antwoord hierop,
werd de verbalisant gevraagd of hij ver
dachte herkende.
„Deze juffrouw heb,ik niet verbaliseerd",
zei de getuige.
De verbaliseerde Ind dus blijkbaar een
verkeerde naam opgegeven.
De ambt. eischte 2 subs. 1 dg. maar de
kantonrechter sprak de juffrouw vrij.
Dronkemansmanieren?
G. L. te L e i d e n zou, terwijl hij in
staat van dronkenschap verkeerde, de
openbare orde hebben verstoord.
Als getuigen werden gehoord Kraayen-
veld en Vinkestein.
Zij verklaarden dat hij dronken was en
met een riek de ruiten had ingeslagen.
Verd. had. heel wat in te brengen. Ge
tuige Kraayenveld had hem al een half
jaar getergd, vertelde hij.
Hij was driftig geworden toen hij een
„hallefie' op had.
„Niet dat hij dronken was", want hij
had vijf minuten later met twee agenten
staan praten. Kraayenveld vroeg wegens
de door verd. stuk geslagen ruitén een
schadevergoeding van 7.50.
De ambt. eischte 10 boete subs. 10 dg.
hechtenis, waarop verd. opmerkte, dat een
arm mensch „toch niks in te brengen had."
Uitspraak over 8 dagen.
Gevaarlijke baldadigheid.
R. K. te Leiden had op den straatweg
van Leiden naar Haarlem met een steen
een ruit van een auto ingegooid. Als getui
ge werd gehoord de chauffeur van den
auto, een sightseering-car, do heer Jordaan
die verkalaarde, dat hij verd. in 't geheel
niet kende en dat hij de wagen waar verd.
achterop zat, wilde inhalen.
Verd. wa-s niet verschenen. De ambt. van
het O.M. eischte 15 boete subs. 10 dg.,
waarop de kantonrechter verd. tot 15 boe
te subs. 8 dg. hechtenis veroordeelde.
Geen signaal gegeven.
Th. J. C. S. te Noord wijk zou te
Noordwijk onvoorzichtig hebben gereden
door bij een bocht geen geluidsignaal te
geven. Getuige was M. van Zuylokom, ge
meenteveldwachter to Noordwijk, die ver
klaarde dat verd. wel niet snel had gere
den, maar dat, hij op een gevaarlijk punt
geen signaal had gegeven.
Verd. bevestigde, dat hij geen signaal
had gegeven, maar achtte dit niet noodig.
De ambt. eischte 4 boete subs. 4 dagen
hechtenis.
De kantonrechter, rekening houdende met
de omstandigheden, dat verd. langzaam en
rechts van den weg had gereden, veroor
deelde verdachte tot 1 subs. 1 dag hech
tenis.
Geen openbare weg.
A. D. te Noordwijkerhout zou al
daar gebruik hebben gemaakt van do
Kraayenlaan, zonder daartoe recht te heb
ben.
De eigenaars, die een uitpad hebben op
dien weg, hadden den weg laten verhar
den en hadden ook een subsidie van de ge
meente hiervoor gevraagd.
Als getuigen werden gehoord van der
Burg en D. Duivenvoorden, die verklaar
den, dat zij den weg hadden laten verhar
den en dat verd. niet in do kosten had bij
gedragen.
De gemeente-architect, die eveneens als
getuige werd gehoord, was' ook van mee
ning, dat dit een private weg was.
De ambt. van het O. M. eischic 5 boe
te subs. 5 dg. hechtenis, waarop de kan
tonrechter verdachte tot 3 boete subs. 2
dagen hechtenis veroordeelde.
Een dronken chauffeur.
F. de H. te Amsterdam zou te Oegst-
geest als bestuurder van een vierwielig
motorrijtuig dronken zijn geweest en toen
een voetganger op een voetpad hebben
aangereden. Als getuige werd gehoord dc
aangeredene Heemskerk, die een stuk van
de aa:o meebracht, dat bij de aanrijding
van de auto was afgerukt. Getuige diende
een schadevergoeding van 40 in. Verd.
vertelde, dat hij wel signalen had gegeven,
wat getuige ontkende.
Een groot aantal getuigen werd daarna
gehoord, die allen bezwarende getuigenis
sen voor den verdachte aflegden. Get.
Karapenhoat vertelde, dat de overige in
zittenden van de auto niet met verd. ver
der wilden rijden, waarop verd. antwoord
de, dat slechts zijn zuster, die een zenuw
patiënte was, niet verder wilde rijden en
met den trein naar huis was gegaan.
Ook andere getuigen verklaarden dat
verd. dronken was en dat hij allcon naar
huis was gereden.
Verd. zeide, dat hij slechts twee glazen
bier had gedronken, hij had niet gezien,
dat hij Heemskerk had aangereden.
Een zwagor en een broer van verd. uit
Amsterdam, die als getuige a. décharge
optraden, vertelden dat de zwager in de
auto naast verd. had gezeten. Ook zij had
den niemand op de_n weg gezien, de aa,nri|-
ding moest zijn geschied, daar verd. moest
uitwijken wegens een opgebroken weg. Het
slingeren was te verklaren doordat de wa
gen in het zand kwam. Dc zwager was uit
gestapt, omdat zijn vrouw die zeer zenuw
achtig was niet verder wilde rijden, dron
ken was volgens deze getuige vorduchte
niet geweest.
Dc ambcer.aar van het O. M. eischte 40
boete subs. 20 dagen hechtenis met ontzeg
ging van de bevoegdheid om een motorrij
tuig te besturen voor den tijd van 5 maan
den. Schriftelijk vonnis over 8 dagen.
HET PLANTEN VAN VRUCHTB00MEN
Eenige nuttige wenken.
Nu de maand Soptember weer if aange
broken, is ook spoedig de tijd daar. die
voor het planten en verplanten van vrucht-
boomen het moest geschikt is.
Een met zorg voorbereide planting is
voor het welslagen van onze vruchtboo-
men een hoofdvereisehte. Wij zijn daarom
verplicht bij dit werk de vcreischto nauw
keurigheid in acht to nemen, willen wij
ons niet door nalatigheid of misrekende
spaarzaamheid schade voor de toekoimt
bezorgen.
De grond, onverschillig van welke sa
menstelling hij is, moet steeds twee voor
name hoedanigheden bezitten: 1. een
doorlatendo ondergrond, en 2. een vrucht
bare (of vruchtbaar te maken) niet te natte
bovongrond van minstens 60 c.M. boven
hot waterpeil.
In vele gevallen houdt men in do prac-
tijk te weinig rekening mot de doorlatond-
heid van den ondergrond. Hot is n.l. niet
voldoende, dat de bovengrond, waarin do
wortels huizen, van een goede kwalitoit is.
dat de vruchtboomen do eerste jaren good
groeien; juist bij de fruitteelt moeten wij
hot meest rekening houden met do toe
komst. Is de ondergrond nu niet doorlatend
dan kan bij overvloedige regen hot ovor-
tallige water niet vlug genoeg weg en wor
den lucht, en warmte verdrongen, waardoor
een groot deel van de wortels in zeer on
gunstige omstandigheden komt. Zulke
gronden veroorzakon een geringe en laat
tijdige vruchtbaarheid, slechte kwaliteit
der vruchten, het optreden van verschil
lende zeer moeilijk te bestrijden ziekten,
terwijl de boomen vroegtijdig sterven.
Ondoorlatendheid is voor een leek het
gemakkelijkste te herkennen aan de vrucht-
boomen in zijn omgeving. Groeien dio goed
en gezond dan hoeft hij alle reden om aan
te nemen dat do ondergrond van zijn tuin
geen bezwaar zal opleveren.
Gronden geschikt voor vruchtboomen
liggen minstens 60 c.M. boven het gemid
delde waterpeil. Op lager gelegon gronden
hebben do boomen weer van allerlei ziek-
ten to lijden. Planten wij half of hoogstam
dan is het bovondien een veroischte dat de
grond eenigszins zwaar is, d.w.z. een flink
gehalte aan klei moot hebben. Lichte z»nd
en veengronden bieden voor hoogstammige
vruchtboomen geen stevige standplaats,
zoodat een storm de boomen gemakkelijk
om of fcheef waait. Op zulke gronden is
de struik of vruchtboom zonder stam, de
moest aangewezene. Laat do waterstand
en de structuur van den ondergrond niet
te wenschen over dan zijn in ons land bijna
allo gronden voor fruitteelt geschikt of
minstens door een doelmatige bemesting
en diepe grondbewerking geschikt te ma
ken.
Door sommige wordt aangeraden een
diepe grondbewerking toe te passen gerui-
men tijd vóór cr geplant wordt. Do grond
kan dan in die tijd beter bijzakkon. In do
practijk komt hier echter niet veel van,
omdat meestal niet voor het najaar 't veld
ontruimd is. Een grondbewerking kort voor
het planten levert dan ook inderdaad geen
nadeel op. Wanneer de boomen goplant
worden, kan de grond rondom de wortels
toch niet zóó wordon vastgedrukt dat hij
niet meer zakt. De plantgaten worden ruim
doch niet te diep gegraven. Hot diep uit
graven heeft het nadeel dat geruimen tijd
na het planten het bodemwater er naar toe
vloeit. Ook moeten de gaten niet langen
tijd vóór het planten worden uitgestoken,
want dan hebben we eveneens kans, dat
door veel regen het werk ondorbroken
wordt, waardoor eveneens do structuur in
den grond bederft. Bij heb planten zelf
kunnen wij voornamelijk twee fouten ma
ken n.l. te diep of te ondiep plaatsen. Te
diep planton, wat veelvuldig voorkomt, is
een groote fout. Een boom, die te diep
staat, draagt slecht en lijdt een ziekelijk
bestaan. Als regel planten wij niet dieper
dan de boom in de kweckerij heeft ge
staan, wat gemakkelijk te zien is. Om goed
te planten behooren wij met z'n tweeën te
zijn, een die de boom op de juiste plaats
houdt en een die met de hand de grond
tusschen de wortels werkt. Verkeerd is het
om gelijk met het planten puin of mest bij
of onder de wortels te brengen. Vrucht
boomen behoeven in hot eerste jaar van
planting geen bomesting. M.
FEUILLETON.
J het Duitsch van J. ARNEFELDT
^■taaJd door Jac van Emden.
raiiddollijk daarna zond hij een van
p&andigste rechercheurs naar het St.
eiiikireh hof om Gabler onder voor
del, dat cr inlichtingen va-n hem wer-
verlangd, naar liet politiebureau te
pjBn.
glffl-at vooral niet merken dat we hem
bfërrcsteeren, maar verlies hem geen
rn lut..'xet o°gj zei hij tot den be-
«i* ^eSel ijker tijd gaf hij order Heu-
los te laten, niet zonder te betreu
rt de wet hem dwong de verleider
yhoul te stellen en het slachtoffer
!en strafrechter over te leveren,
^oudc Gabler werd naar het politie-
u gebracht zonder dat hij er zich
ffvevust was, dat hij zou Morden geai--
ii.ru. In vriendschappeüjken kout met
naar
n-iend-
vangen
""oocm*b, uien hij uic vroe-
zegBrhooren in de zaak Forberg zeer
ifittnde.
p.°.efc u weer even lastig vallen,
1 '^Her, begou polilie-ambte-
gfltaflat, Gabler plaats had genomen.
schijnbaar eenige papieren op
nfeau door, maar in werkelijkheid
es-a.potheker scherp op;
Er schijnt eenig licht in de zaak Forberg
te zijn gekomen.
Als- de commissaris had gehoopt, door
deze mededeeling eenige reactie bij Ga
bler te zullen uitlokken, dan zag hij zich
teleurgesteld. Met het air van den recht
schapen man dat hij zoo beclriogelijk wist
aan te nemen, antwoordde hij met een
licht hoofdschudden:
Het zal me benieuwen of het iets te
beteekenen heeft; ik heb er geen vertrou
wen meer in, dat'er ooit iets aan het Jicht
zal komen.
Juist, daarom wilde ik de zaak ook
heb eerst met u bespreken. U is een prac-
tisch man en kan de toestand het best
beoordeelen. U was immers de beste
vriend van den veroordeelde.
Dat M'as ik! bevestigde Gabler, een
hooge borst zettend.
En u is van het begin af in de zaak
betrokken geweest.
Betrokken? herhaalde Gabler, dat
is toch eigenlijk het goede woord niet.
Nu ja, zooals men liet noemen wil,
antwoordde de commissaris op luchtigcn
toon. Ik heb vandaag bericht ontvan
gen, dat in een bankzaak een man is
aangehouden, die aandeelen Nationale
Bank wilde verkoopen, die de nummers
van de aan Forberg ontstolen stukken
droegen. Ik.
Dat is niet waar! Dat kan niet! viel
Gabler hem snel in de rede.
Hoe kunt u dat zoo zeker weten,
vroeg de commissaris op kwasi-verwonder-
den toon.
Gabler die dadelijk begreep, dat hij een
stommiteit had begaan, legde nu met
grooten omhaal van woorden uit, dat het
niet aan te nemen was, dat de moorde
naar ooit met die aandeelen voor den dag
zou komen, omdat hij immers vooruit wist
dat hij zich daarmede zou moeten verra
den.
Hij zou bijvoorbeeld in grooten geld
nood hebben kunnen verkeeren, en dat
zou hem ertoe gebracht kunnen hebben,
opperde de commissaris.
Gabler schudde het hoofd met een air
van meerderheid en, naar het den politie
man toescheen, van triomf.
Hij kan ook gedacht hebben dat de
zaak is doodgebloed.
Voor zóó dwaas zie ik hem niet aan,
luidde het besliste antwoord van den ex-
apotheker.
Het is ook mogelijk, dat dc aandee
len hem ontstolen zijn.
Dit laatste schot van den commissaris
trof meer doel. Er vloog even een angstige
trek over Gabler's gezicht, maar hij her
stelde zich onmiddellijk, toen hij dacht
aan zijn braakvrije kist met de sluiting,
waarvan niemand dan hij het geheim ken
de. Hij voelde zich zoo volkomen gerust,
dat hij kalm vroeg. M-at er van hem nu
eigenlijk M-erd verlangd.
Wel, ik wilde graag, dat u de aandee
len eens bekeek.
Heeft u zo dan hier? Gabler sprong
op en werd lijkbleek, maar onmiddellijk
voegde hij er met een superieur lachje
aan toe:
Men heeft u voor den mal gehouden!
Komt u maar eens hier en bekijkt ze
eens, hernam de commissaris.
Het leek Gabler alsof zijn toon scherper
en de uitdrukking van jzijn gezicht stren
ger was geworden. Hij voldeed aan het
verzoek, maar voelde hoe zijn knieën knik
ten en het koude zweet hem door alle
poriën drong. Maar liet was dwaasheid om
zich zoo zM-ak te toonen; het was te gek,
de aandeelen konden niet hier zijn!
Maarize M'aren er wel!- De commissaris
duwde hem de stukken een voor een onder
den neus, wees hem de nummers en vroeg
toen op heolemaal-niet-meer-vriendolijken-
toon:
Herkent u deze aandeelen, maneer
Gabler?
Ik? Hoe zou ik ze herkennen? Ik
ben toch geen bankier! U moet zich tot de
firma Graupner of tot de Directie van de
Nationale Bank wenden, antwoordde Ga
bler, in zijn ontsteltenis zijn gewone be
leefdheid vergetend.
Dank u voor uw vriendelijk advies;
ik zal het ongetwijfeld opvolgen. Maar
eerst wjl ik van u M'eten of u deze aan
deelen kent.
Hoe zou ik ze kennenik heb ze nog
nooit gezien; toen Forberg bij mij was, had
hij ze nog niet gehaald.
Die mededeeling kan toch niet juist
z.jii, want Mc^t u, Maar deze aandeelen
zijn gevonden?
Gabler schudde ontkennend het hoofd.
Bij u!
De apotheker beefde over al zijn leden,
maar wilde zich nog niet gewonnen geven.
Dat is een leugen! riep hij. Wie
zegt. dnf
i-cgene, die ze van u gestolen heeft
en dat is uw eigen zoon!
Gabler stiet een gehuil uit, dat niets
menschelijks meer had. Het M-as de angste
kreet van het roofdier, dat in de val is
geraakt.
Mijn zoon! Mijn zoon! herhaalde hij.
Maar dat is onmogelijk, want hij Mist
niet, hoe do kist opengaat; dat Mist nie
mand, niemand!
Dus u bekent dat die stukken in uw
geldkist werden bewaard, zei de commis
saris en toen Gabler het antwoord schul
dig bleef, ging hij voort:
Ik zal u zoo aanstonds hot bewijs le
veren ,dat er M'ol andoro menschen zijn,
die uw kist kunnen openkrijgen, voor zoo
ver tenminste de verklaring van uw zoon,
die ik u zal laten voorlezen, u niet vol
doende mocht zijn. Hij gaf den inspecteur
een toeken en deze las het proces-verbaal
van dc verklaringen van Houfcldcr cn
Otto Gabler voor.
Gabler was weer op zijn stool neerge
zonken en zat ineengedoken, terwijl de in
specteur lar. Do krachtige man scheen
plotseling een uitgeputte grijsaard te zijn
geworden. Wezenloos staarden de oogen
op één punt: de plek, M-aur do effecten
lagen en van de bevende lippen klonken
toonloos de M-oorden: Mijn zoon, mijn
eigen vleesch en bloed! En voor hem heb
ik hel nog M'el gedaan
Wilt u nu bekennen, dat u don bank-
looper Forberg heeft beroofd cn hem hebt
vermoord? donderde do commissaris don
schurk toe, die zich onder de beschuldi
ging kromde als een getrapte worm:
maar ik heb uw bekentenis hecleraaal niet
noodig, ivant hier is hot onweerlegbaar
bewijs vnn uw schuld.
(Wordt vervolgd).
3—2