het eerste nederlandsche
psychopathengesticht
Gem. Berichten.
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
WOENSDAG 29 AUGUSTUS 1923
Heb Leidsch Persbureau deelt ons het
yolgende mede:
Het schijnt er thans- inderdaad van te
nullen kennen, dat de Psychopathenwet,
■waarvan het oorspronkelijke ontwerp den
20sten Maart 1911 onder minister Regout
bij de Tweede Kamer is aanhangig ge
maakt en welke wet strekt tot aanvulling
en wijziging der bepalingen betreffende het
straffen en de strafrechtspleging ten aan
zien van overtreders, lijdende aan storing
of gebrekkige ontwikkeling hunner ver
standelijke vermogens, nog dit jaar ?n wer-
king zal kunnen treden. Het gesticht te
Leiden toch, op de voltooiing waarvan
wordt gewacht, wil de wet_ tot uitvoering
kunnen worden gebracht, is thans nage
noeg gereed en zal, onvoorziene omstan
digheden buiten beschouwing gelaten, ein
de November in gebruik kunnen worden
genomen.
Dit is een feit van groote beteekenis op
het gebied van ons strafrecht en van onze
strafrechtspleging. Immers met deze wet
zal het vraagstuk van de strafrechtelijke
verantwoordelijkheid, waarbij het gaat over
de toerekeningsvatbaarheid en de niet-toe-
xekeningsvatbaarheid van den pleger van
een misdrijf, een nieuwe mijlpaal hebben
bereikt op het terrein van de ontwikkeling
onzer strafrechtswetenschap. Immers vol
gens onze thans nog geldende strafwet,
wanneer we de bijzondere gevallen in arti
kel 40 v.v. betreffende de niet-strafbaar-
heid buiten beschouwing laten, omdat
daarin de niet-s*rafbaarheid op andere
gronden berust, is, zooals uittart. 37 blijkt,
niet strafbaar hij, die een feit begaat, dat
hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of
ziekelijke storing zijner verstandelijke ver
mogens niet kan worden toegerekend. In
dit geval k a n de rechter gelasten, dat zoo
iemand in een krankzinnigengesticht worde*
geplaatst gediende een proeftijd, den ter
mijn van een jaar niet te boven gaande.
De tegenstelling: toerekeningsvatbaarheid
en niet-toerekeningsvatbaarheid liet niet
toe een tusschenliggenden toestand. De vor
deringen, welke ook op dit gebied de we
tenschap heeft gemaakt, hebben er echter
toe geleid, dat thans als vaststaande wordt
aangenomen, dat velen, die met den rechter
in aanraking komen, personen zijn, die lij
den aan psychische stoornissen van zoodani-
gen aard, dat zij. zooals de hoogleeraar Sy-
Ynons in zijn Leerboek zegt, nog niet
als toerekenbaar kunnen worden aange
merkt, omdat het minimum van de voor
waarden, voor de toerekeningsvatbaarheid
vereischt, nog bij hen aanwezig is, doch die
niet mogen worden beoordeeld met den-
zelfden maatstaf, waarmede de psychisch
gezonde wordt gemeten. Onder deze cate
gorie van geestelijk minderwaardigen vindt
men echter de gevaarlijkste misdadigers en
het is met het oog hierop, dat langzamer
hand de overtuiging is gevestigd, dat de
^zoogenaamde verminderde toprekenbaar-
ilheid niet uitsluitend mag leiden tot een
Ipnindere strafbaarheid en dus tot kortere
'straffèn, doch vooral vordert een bijzondere
wijze van behandeling van de minderwaar-
digen, hetzij deze al dan niet met een be
straffing in den engeren zin van het woord
I Sgepaard gaat
Uit bovenstaande ziet men dus, dat met
-de invoering van de Psychopathenwet ons
^Strafrecht en «»nze strafrechtspleging in ge
heel nieuwe banen worden geleid.
..Over de berechting enz. van deze catego-
l'rie van misdadigers is het hier niet de
plaats, breedvoerig uit te weiden. Alles is
Ihier nog geheel nieuw. Ondervinding heeft
men op dit gebied nog niet of nagenoeg
niet en eerst in den loop der jaren kan-blij
ken, hoe dit nieuwe instituut zich ontwik-
Ikelt, of het aan de verwachtingen beant
woordt, enz.
^Het is met het oog hierop, dat de mi
nister van Justitie destijds besloot, mede
- op advies van de daarvoor door hem in 't le
lt ven geroepen commissie, bestaande uit wij-
len mr. R. B. Ledeboer. prof. mr. J. V. van
fllDijck. en mr. L. Ch. Besier, aan welke com-
missie als secretaris was toegevoegd mr.
Hooykaas-, en als adviseerend psychiater
dr. J. Scholtens, 1ste geneesheer van de bij
zondere strafgevangenis te Scheveningen
dadelijk tot het bouwen van een geheel
'Mieuw gesticht over te gaan. Men vond het
De voltooiing en ingebruikneming
eind November te verwachten.
Voorloopig als proefneming be
doeld. Er is thans ook besloten er
een speciale afdeeling voor vrouwen
bij te bouwen. Plaats voor 88 ver
pleegden.
niet gewens'cht, gezien dat men op het ge
bied van de verpleging van psychopathen
nog over nagenoeg geen ervaring beschikte
en men dus niet kon beoordeelen, aan wel
ke eischen een gesticht, dat was- bestemd
om van blijvenden aard te zijn, moest vol
doen, daaraan tonnen gouds te besteden.
Dies werd omgezien naar een bestaand ge
bouw, dat zich voor verbouwing leende in
overeenstemming met de eischen, welke de
commissie meende aan het psychopathen-
gesticht te moeten stellen. Mede in overleg
met den hoofdarchitect van den Rijksge
bouwendienst, ir. Joh. G. Robbers, werd
het voormalige Pesthuys, later Rijksopvoe
dingsgesticht voor jongens te Leiden hier
voor aangewezen. Wel waren aan dit ge
bouw enkele bezwaren verbonden, o.a. de
ouderdom, doch aan den anderen kant wa
ren aan dit gesticht toch ook weer voor
deden verbonden, die andere gestichten
niet of althans niet in die mate hadden,
voornamelijk de geheel en al afgezonderde,
de rustige en tevens mooie ligging.
Aan ir. Robbers, die op grond van zijn
vroegere werkzaamheid bij het Departe
ment van Justitie, een groote ervaring op
het gebied van den bouw van gevangenis
sen heeft, werd opgedragen de plannen
voor verbouwing te ontwerpen in overeen
stemming met de eischen, welke de Minister
en voormelde commissie daaraan meenden
te moeten stellen. Ook hierbij werd van
de gedachte uitgegaan, dat de verbouwing
immers het gold hier een proefneming
zoo min kostbaar mogelijk moest zijn. Zijn
wij goed ingelicht, dan zal de geheele ver
bouwing op 130.000 komen te staan.
Volgens het ontwerp van ir. Robbers be
hoefde er aan het uiterlijk aspect van het
gebouw niet te worden getornd. De gevel
van het gebouw, dat een juweeltje mag
worde genoemd van 17de eeuwsche archi
tectuur, is geheel ongerept gebleven.
Voordat wij tot de beschrijving van het
tot psychopathen-asyl ingerichte gebouw
overgaan, meenen wij daaraan een kort
stukje historie te moeten laten voorafgaan.
Toen na de belegering van Leiden door
de Spanjaarden de stad verschillende ma
len door pestziekte was bezocht, zon de re
geering der stad op middelen om de nood
lijdenden te helpen en de besmetting tegen
te gaan en werd, nadat aanvankelijk aan het
Katharine Gasthuis octrooi was verleend,
het St. Ceciliagasthuis achter de Haarlem
merstraat voor de verpleging van pestlij
ders ingericht.
De verschrikkelijke pestplaag, welke te
Leiden in 1635 ongeveer 15.000 menschen ten
grave sleepte, deed de overheid besluiten
een „Pesthuis" builen de stad, op een stuk
land van het Katharine Gasthuis, tusschen
de Morsch- en Rijnsburgerpoorten, te stich
ten. Daar werd nog in hetzelfde jaar „eene
houten huizinge of loods van twee honderd
en veertig voeten lang en zesendertig
breedt getimmerd, bevattende zes zaaien,
en in dezelven honderd en twaalf bedste
den met haare toebehoorten".
Deze houten loods werd in 1659 vervan
gen door een groot steenen gebouw in een
regelmatig vierkant. Boven den hoofdin
gang werd een fraai, thans nog aanwezig,
beeldhouwwerk, vervaardigd door Rombout
Verhuist, aangebracht, welk beeldhouw
werk de bestrijding van de pest men ziet
er een vrouw met een geesel en een pest
lijder moet voorstellen.
Het gebouw, dat later werd omgeven
door een gracht, welke men ook thans nog
aantreft, werd in de jaren 1672 en volgende,
bestemd voor het herbergen van zieke en
verminkte krijgslieden. In 1802 verhuurde
de stad het Pesthuis aan het Rijk voor mi
litair hospitaal tegen ƒ1000 's jaars. In
1814 werd het tot militaire strafgevangenis
ingericht tot 18S9, toen het tot Werkinrich-
mg voor Vrouwen (Vrouwengevangenis)
werd bestemd. Na de overbrenging hier
van naar Gorkum werd het Pesthuis in ge
bruik genomen als rijksopvoedingsgesticht
voor jongens, wat het tot kort geleden ge
bleven is. En thans is het. na een inwendi
ge verbouwing, als psychopathen-asyl inge
richt. Was het gesticht aanvankelijk be
stemd voor mannelijke psychopathen, te
elfder ure heeft men gemeend het ge
deeltelijk ook voor vrouwelijke psychopa
then te moeten bestemmen. Was men
daartoe niet overgegaan, dan had het psy
chopathen-asyl reeds in October in gebruik
kunnen worden genomen. Thans is men nog
bezig een der bijgebouwen in te richten
voor een achttal vrouwelijke psychopathen.
Hoeveel verpleegden er den eersten tijd
te wachten zijn, valt op het oogenblik nog
niet te zeggen. Dit is ook een der redenen,
waarom men nog niet dadelijk tot den
bouw van een geheel nieuw gesticht heeft
besloten. Blijkt echter de proef te voldoen,
dan zal, zoo noodig, tot den bouw van een
geheel nieuw gesticht worden overgegaan.
De indeeling van het asyl is als volgt:
In het voormalig Pesthuis, dat een
aantal, meerendeels zeer groote en hooge
vertrekken bevat, rond een rustige, vier
kante binnenplaats, zijn ter weerszijden
van den ingang de directeurskamer, alsmede
de vertrekjes voor den portier, den huis
meester en de bezoekers te vinden. Voorts
zijn in dit gebouw ondergebracht het kerk-
lokaal (voor Protestantschen en Katholie
ken eeredienst), de gestichtskeuken, een
aantal werkzalen voor gemeenschappelijken
arbeid (als eenvoudig timmerwerk, kleer
makerij, schilderswerk, mattenmakerij cn
schoenmakerij voor welke van deze be
zigheden de psychopathen geschiktheid
zullen bezitten, zal nog moeten blijken),
een zaal voor gymnastische, hoofdzakelijk
orde-oefeningen en een waschlokaal met
privaten en urinoirs, benevens een tweetal
cachotten. In het voormalig Rijksopvoe
dingsgesticht (een gebouw van 1860), zijn op
den beganen grond zeven gemeenschappe
lijke verblijfzalen voor totaal 80 verpleeg
den (2 zalen voor elk veertien, 5 zalen voor
elk negen en 1 zaal voor zeven verpleegden
en hunne bewakers ondergebracht, alsme
de 8 afzonderingsvertrekjes, een schoollo
kaal, een keuken, een badlokaal met
4 kuip- en 10 douchebaden, centraal ver-
warmingsvertrek met kolenbergplaats, be
nevens de noodige privaten en urinoirs, en
op de bovenverdieping 2 groote slaapzalen,
waarin elk veertig alcoven met tusschen-
gelegen bewakingsvertrek en naastgelegen
waschplaatv, benevens een ziekenzaal, met
een daaraan grenzend verbandkamertje. Do
ramen dezer zalen zijn door ijzeren roeden
(geen tralies) onderverdeeld in kleine rui
ten, bezet met blank spiegelglas.
Laatstgenoemd gebouw heeft twee in
gangen met daarachtergelegen vestibules,
wat een groepsgewijze verpleging ten goe
de komt. De hierboven genoemde groote
binnenplaats (een tweede binnenplaats be
vindt zich tusschen het voormalig Pesthuis
en het voormalig Rijksopvoedingsgesticht)
zal als wandel- en ontspanningsplaats ge
bezigd worden. De buitenterreinen zullen
vermoedelijk worden gebezigd voor het
verrichten van tuinwerk.
Voorts behooren tot het gesticht oen
aantal woningen voor het personeel.
Naar wij verder vernemen, zal voor de
functie van directeur een psychiater (me
dicus) worden benoemd.
HET GOUDEN JUBILEUM DER
NEDERLANDSCHE ST. GREGORIUS-VEREENIGING
DE NEDERLANDSCHE KERK MUZIEK WEEK
DE GEVEL VAN HET OUDE GEBOOT,
Plechtige Hoogmis.
Gistermorgen werd om half 9 in de Ka
thedrale Kerk een plechtige Hoogmis op
gedragen door den Zeereerw. Heer A. Han
sen, lid van het Hoofdbestuur der Neder
landsche St. Gregorius-Vereeniging. Als
diaken fungeerde de Zeereerw. Hooggel.
Heer Dr. H. Frank, directeur van het Se
minarie Rijsenburg als subdiaken, rector
H. B. Lauwaert, secretaris der Federatie
van Liturgische Vereenigingen in Neder
land.
Door het koor der Kerk van de H. Ma
ria Brigida te Geldrop werden onder lei
ding van den heer J. Knaapen op devote
wijze de wisselende gezangen van den dag
gezongen. Het koor der kerk van de H. Leo-
nardus en Gezellen te Tilburg zong onder
leiding van den, heer M. Bonants de beken
de Missa Papae Marcelli van Palestrina.
Om 11 uur begon weer de recks van
kerkmuzikale voordrachten.
De eerste voordracht werd gehouden
door Dr. A. Ramselaar, kapelaan te Soest
en wel over het onderwerp
Palestrijnsche muziek.
Er wordt, aldus Dr. R., veel „ge-
schwarmt" met Palestrina, maar hoe wei
nig weet men van hem en van zijn stijl 1
Men spreekt van d e mis van Palestrina,
terwijl de goede man er drie-en-negentig
gecomponeerd heeft! Wat gaat er allemaal
niet voor Palestrijnsche muziek door, waar
aan Giovanni Pierluigi, geboren te Pales
trina, part noch deel heeft gehad.
Het is, volgens spr., een jammerlijk mis
verstand de compositie-techniek van Pales
trina te beschouwen als het ideaal voor
iedere liturgische musicale compositie. Yan
Palestrina's techniek valt ontzaglijk veel
te leeren, maar daarom is die techniek niet
de eenig goede.
Door die techniek te willen voorschrijven
aan menschen van drie en vier eeuwen .la
ter is aan de kerkmuziek enorme schade
aangericht. De grootste schade heeft de ver
keerde opvatting van Palestrijnsche muziek
aangebracht in de vorige eeuw door de Re
gensburgerschool, die over heel Europa en
Amerika zoo'n grooten invloed heeft uit
geoefend en nog uitoefent. Spreker
wil de verdienste der Regensbur
gerschool niet miskennen. Maar de lei
ders, met name Halier en Bellerman, heb
ben de fout begaan, die hun broeders-in-de-
kunst op het gebied der architectuur om
streeks denzelfden tijd begingen, n.l. dat
zij de redding der kerkelijke kunst zochten
in het nabouwen, nacomponeeren van oude
meesterwerken, dat zij de oude stijl be
schouwden als ideaal van alle kerkelijke
compositie, niet alleen den geestelijken
inhoud daarvan, maar ook den vorm, de
techniek.
De gevolgen zijn allerdroevigst geweest.
Daar men meende, dat met eenige oefening
ieder componeeren kon, ontstond die vloed
golf van missen, bundels, ja biblotheken
van lofstukken, die nu onze kerkelijke dien
sten ontsieren, die zooveel begaafde compo
nisten van de kerkmuziek hebben afge
wend cn die een gezonde herleving van de
kerkmuziek hebben tegen gehouden.
Gelukkig is er kentering
Onder de componisten heeft de Pales-
trina-stijd als alleen zaligmakende kerkstijl
vrijwel afgedaan en daardoor wordt de
hooge waarde en juiste bekentenis van de
muziek van Giovanni Pierluigi uit Pales
trina ook veel beter begrepen.
Spr. schetste herna de groote beteekenis
van Palestrina, wiens werk vóór allen aan
dacht en studie verdient.
Palestrina geeft de heerlijke samenvat
ting en apothese van al wat voor hem is
geweest. Zijn geniale geest bekommerde
zich als 't ware niet om de tedfniek en den
vorm; en toch buit hij de techniek tot de
fijnste mogelijkheden uit en verzorgt hij
den vorm tot de kleinst-e details.
Interessante opmerkingen maakte spr.
over het rhythme van Palestrina. Het
rhythme wordi maar al te vaak bij Pales
trina zóó genomen als het zeker niet
moet zijn. Dat vooral is het, wat vele uit
voeringen absoluut ongenietbaar maakt.
Het rhythme van Palestrina is los, uiter
mate beweeglijk in zijn tempi, vrij in do
opeenvolging van twee- en drieledige voe-
j ten, daardoor licht geaccentueerd. Iedere
stem heeft haar eigen rhyhme, wat een
wonderlijk spel geeft van elkaar kruisende,
lichte en zware tijden.
Palestrina is niet alleen het hoogtepunt
der meerstemige koormuziek, hij heeft ook
een der hoogste toppen bereikt van de ware
geestelijke, kerkelijke muziek. Dat geeft
hem de eerste plaats ook onder de andere
polyphone meesters, zelfs boven Vittoria.
Aan het slot van zijn voordracht drong
spr. er op aan, dat Palestrina meer zou
worden gezongen. Voor den directeur geeft
Palestrina eigenaardige moeilijkheden,
maar voor de zangers is Palestrina zeker
niet moeilijker dan Gregoriaansch. Voor
sterkere koren is Palestrina zingen niet
iets onbereiksbaars. En waarom altijd „Pa
pae Morcelli?" Zooveel andere Missen zjjn
even mooi, zoo niet mooier, daarbij meest
veel gemakkelijker en zelden gehoord.
Het zingen van Palestrina, zoo besluit
spr., geeft een schoonheid, die nooit ver
moeit. een schoonheid, die werkelijk ver
edelt, een bron van hooge vreugde, van
liefde voor den goddelijken eeredienst, van
liefde voor het gebed.
Op de rede volgde een'dankbaar applaus
Tentoonstelling van kerkelijke
neumen-handschriften.
Ter gelegenheid van de Kerkmuziekweek
wordt in de Universiteitsbiblotheck aan de
Wittevrouwenstraat een tentoonstelling ge
houden van handschriften, incunabelen en
belangrijke muziek-theoretische werken, die
voor dc kennis van het kerkelijk neumen-
schrift van belang zijn. Men krijgt op deze
tentoonstelling, dio wij heden bezochten,
voor wat de handschriften en incunabelen
betreft, een wel niet volledig, maar toch
interessant overzicht van do ontwikkeling
van dit schrift.
Tot de merkwaardigste handschriften
behoort het Antiphonale de Wocte, een
werk, dat door Dom G. L. Sergcnt Ó.S.B.
het kostbaarste van Nederland op muziek
gebied werd genoemd. Het is uit. de 12de
eeuw. Weinig minder belangrijk is het
,Liber Sequentiarum", dat gebruikt moet
zijn in de Utrechtschc kerk van Sinte Ma-
rie, van welk gebouw in het begin van dc
vorige eeuw de laatste resten verdwenen
zijn. Het is een groot geluk, dat dit hand
schrift behouden is gebleven. Immers, hoe
roekeloos men vroeger met dc handschrif
ten is omgesprongen (begrijpelijk natuur
lijk, maar voor de wetenschap vaak fataal)
bewijst het feit, dat hier eenige willekeu
rige boeken zijn neergelegd, waarvan schut
bladen en omslagen bestaan uit het koste
lijkst perkament, waarop prachtig-regelma-
tig, groot notenschrift. Denkelijk zijn het
bladen uit groote muziekboeken, waaruit
het. koor gezamenlijk zong.
Zeer fraai is voorts een Missale van pl.m.
1450, volgens de kalender oen echt
Utrethtsch handschrift, rijk versierd. Een
Utrechtsch missaal, een incunabel uit 1515,
met handgekleurde blokdrukken, en een
tweede uit 1540, mogen eveneens genoemd
worden.
Yeel fijner en eleganter echter doet toch
aan de Zwolsche Vulgaat die er ter verge
lijking ligt, met zijn prachtige, miniaturen.
Een eerste merkwaardigheid is tenslotte
een gedrukt spel van Macropedius (Lang-
veld), een bekend Utrechtsch latinist, dat
getiteld is „Adamus". Het dateert uit 1552
en bevat ettelijke stukken muziek, weshal
ve het geldt voor de eerste muziekdruk in
Nederland, te Utrecht gedrukt.
Alles te saam een kleine, doch interes
sante expositie. lederen dag van 15 uur
tijdons de Kerkmuziekweek iv zij geopend.
De heer A. Brom fr. amanuensis, heeft zich
bereid verklaard de bezoekers van voor
lichting te dienen.
(Vervolg in het lete blad).
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Donderdag 30 Aug.
Hilversum, 1060 M.
12.30—2.00 Lunchmuziek door het Trio
F. Courtel.
6.00—7.45 Concert door het Trio Verhoy
8^)09.00 Orgelconcert door A. Alt, in
de Ned. Herv. Kerk te Bolsward.
9.059.50 Solistenconcert. Marion Car-
ley, piano. Willem Durieux, cello.
9.5011.00 Populair concert door het
Omroep-orkest o. 1. v. Nico Treep.
10.15 Persber.
Huizen, 340,9 M. Na 6 uur 1870 M.)
^Uitsluitend K. H. O.-uit.'.ondingen).
12.301.45 Concert.
5.307.00 Concert.
7.308.00 Spr.: G. Keyzer: De Pensioen
wet voor Burgerlijke ambtenaren.
8.00—9.30 Concert.
9.30 Orgelconcert.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
10.50 Nieuwsber.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert (alt, tonor, piano).
12.202.20 Gramofoonmuziek.
3.20 Vesper van de Westminster Abbey.
4.05 Voorlezing/
4.20 Orgelconcert van Mme. Tussaud's
cinema.
4.50 Dansmuziek.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Landbouwber.
6.40 Muziek.
6.50 Nieuwsber.
7.05 Dansmuziok.
7.20 Koorzang en causerie.
7.35 Do cellosonaten van Beethoven.
7.50 Concert.
9.35 Lozing: The way of the world.
9.50 Nieuwsber.
10.10 Chariot's uurtje. Vroolijko zang en
muziek.
11.1012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s", 17 5 0 M.
12.20 Protest causerie.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
8.5011.20 Het kwartet „Radio-Paris"
en causerie.
Langenborg 469 M.
12.301.10 Mcchamischo muziek.
1.252.50 Tuinconcert. Philharm. Or
kest.
6.20—7.15 Cello-concert.
8.35 Robert Koppel-avond. Werag-or-
kest en declamaties. Daarna tot 12.20
dansmuziek.
Königswusterhausen, 1250 M.
(Z e e s e n).
12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen.
8.30 ,,Die blaue Mazur", operette in 3
acten van F. Léhar.
10.5012.50 Dansmuziek.
H a ra b u rg, 396 M.
4.35 Russische liederen.
6.20 Orkestconcert.
8.20 Concert in do St. Georgskerk.
Werken van Bach.
9.35 Concert. Werken van Mozart en
Beethoven. Daarna tot 11.20 Cabaret.
B r u s 8 e 1, 509 M.
5.20 Trioconcert.
6.50 Orkestconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.50 Concert in Spa.
10.35 Sluiten.
ONGELUKKEN.
Auto te water.
Een wielrijder verdronken.
Gisteravond omstreeks acht uur is een
luxe auto met drie hoeren en twee dames,
de families Weber uit Den Haag en Hen
driks uit Rotterdam door onbekende
oorzaak te Delft tegen de leuning van de
Haagpoortbrug gereden. Do leuning brak
af en verdween met de auto in de diepte.
De auto kwam onder water te zitten in
de vaargeul. Eon wielrijder geraakte mede
te water. Met groote moeite werden de
passagiers- uit de auto gered waarbij eenige
hunner snijwonden opliepen. Do wielrijder,
volgens op hem bevonden papieren, de 29-
jarige de Ram uit Rotterdam, verdronk.
Zijn lijk werd spoedig gevonden en is naar
het Gasthuis vervoerd.
De gewonden werden verbonden door de
doctoren De Vries en Bult. Een der da
mes, die een zenuwtoeval kreeg werd naar
het gasthuis vervoerd cn daar ter verple
ging opgenomen.
De zwaar beschadigde auto werd later
met behulp van een kraanwagen, wegge
sleept.
Auto te water.
Vijf menschen te water, twee
zwaar gewond.
Te Delft is gistermorgen omstreeks half
tien de heer N. van der Lek, wonende
Crooswijkscheweg te Rotterdam, op den
Oostsingel, tengevolge van de gladheid
van den weg met zijn auto geslipt, doordat
hij plotseling moest stoppen voor twee jon
gens, die op den weg stoeiden. De auto
draaide een slag om, kwam tegen een boom
terecht en reed in het Provinciaal kanaal.
De heer v. d. Lek sneed bij een poging om
zich te bevrijden een polsader door; hij
had ook een diepo hoofdwonde bekomen.
Zijn broeder, die naast hem zat, liep een
diepe beenwond op. Drie kinderen, die
achter in de uato onder water zaten, wer
den met yeel moeite gered door den heer A'.
Brouwer, Zij haddon geon ernstig loteel