Buitenl. Berichten.
PARIJSCH LEVEN.
ONGELUKKEN.
Overweg-drama in Canada.
'Gisteren is te Quebec op een overweg
een auto, die ten gevolge van een plotse
ling defect niet uit den weg kon, door een
trein omvergereden. Vijf personen, van
wie twee kinderen, werden daarbij ge
dood; een persoon werd zwaar gewond.
Moeraskoorts op een schip.
Veertien man aangetast.
Op een met bananen geladen schip, dat
van de Canarische eilanden te Nantes is
aangekomen, is de bemanning van veer
tien koppen door moeraskoorts aangetast
Een der leden der bemanning is onder
weg overleden.
Werkloosheid op Cuba.
Vijftigduizend Jamaicaneh
broodeloos.
Naar wij in West-Indische bladen lezen,
zou de beperking der suikerproductie op
Cuba aldaar een groote werkloosheid in
het leven hebben geroepen. Men schat,
dat niet minder dan vijftigduizend Jamai-
canen, die op de suikerplantages werkten,
daardoor hun middel van bestaan hebben
verloren en aan de diepste ellende ten
prooi zijn. Het gouvernement van Jamaica
ziet geen kans deze menschen te hulp te
komen, daar op Jamaica eveneens weinig
werkgelegenheid is. Een deel der broode-
loozen trok naar Haiti, op een gerucht,
dat aldaar groote werken zouden worden
ondernomen, doch zagen zich ook hier te
leurgesteld
De toestand zou kritiek zijn. Volgens een
Engelsch rapport dreigen vele werkloozen
op Cuba van honger om te komen.
Flettner's rotorschip verkocht.
Op een teleurstelling
uitgeloopen.
Het eerste rotorschip van Flettner, de
„Buckau", voorheen een driemastschoener
dat na de eerste proefnemingen in „Baden-
Baden" werd omgedoopt, is thans naar de
Vereenigde Staten verkocht en wel aan de
Cape Navigation Corporation.
De groote verwachtingen, die men er
van had gekoesterd, zijn niet in vervulling
gegaan. Het schip bezat twee rotoren en
één motor van 160 P.K. De Amerikaansche
koopster schijnt evenwel aan de rotoren
geen waarde te hechten, daar zij voorne
mens moet zijn, ze van het schip te verwij
deren.
Sneeuw te Trebizonde.
Hittegolf in overig Turk ij e.
Voor de eerste maal in de geschiedenis
van Turkije heeft het te Trebizonde in de
maand Augustus gesneeuwd, waardoor
dood en verwoesting over de stad en haar
omgeving zijn gebracht. De bevolking snel
de naar de moskeeën, om tot Allah te bid
den op te houden met zijn toorn. De
sneeuw, die voor de bewoners een geheim
zinnig verschijnsel is, valt nog steeds.
Daarentegen zuchten Constantinopel' en
'Angora onder de hevigste hitte, die sinds
jaren is geregistreerd.
Moordenaar in stukken gereten.
Uit Görz wordt aan de bladen gemeld,
dat Dinsdag een misdadiger aldaar een
huis is binnengedrongen om te stelen en
een jongeman, die hij daar aantrof, heeft
gedood. Daarop drong hij een volgend huis
binnen, waar hij een oorlogsinvalide, die
hem in den weg kwam, eveneens met een
revolverschot doodde.
Daarop nam de moordenaar de vlucht,
achtervolgd door de politie, die spoedig
aanwezig was. Het kwam tot een vuurge
vecht tusschen de politie en den moorde
naar, dat zoolang duurde, tot een kogel 'n
dynamietpatroon, welke de moordenaar bij
zich droeg, deed ontploffen. De uitwerking
daarvan was ontzettend. De moordenaar
werd letterlijk in stukken gereten.
Amok-makend Chinees doodt 10 personen.
Uit Fairfield (Californië) wordt gemeld:
Een Chineesche arbeider, die amok maakte
heeft met een revolver tien personen dood
geschoten, waaronder een gezin van vijf
personen. Voorts heeft hij een persoon le
vensgevaarlijk gewond. De Chinees kon in
een gestolen auto ontsnappen. Hij wordt
door de politie nagezet.
(Van onzen correspondent).
De zonnige tuinen van de Cité Univer
sitaire, in dezen vacaotietijd gewoonlijk
eenzaam en verlaten, zijn sinds eenige
dagen vol bruischend en klaterend leven.
De afgevaardigden der studenten-organi
saties van negen en veertig verschillende
landen houden er hun congres en met hen
„de officieelen", zijn meegekomen nog tal
rijke anderen, meisjes en jongelui, die
soms ernstig de zittingen bijwonen, maar
liever in vroolijke groepen bijeen zitten,
levende bloemperken op de groene terras
sen. Het is een Babelsche spraakverwar
ring soms donkere Italianen of Zuid-
Amerikanen trachten zich verstaanbaar
te maken aan Noorsche blondines, Ame
rikaansche boys in charleston-broek en
met vierkante gesties maken het hof aan
levendige elegante Frangaises, Duitschera
redeneeren er met zware keelklank en
soms kom je hier en daar iemand tegen
met het Hollandsche rood-wit- en blauw
in zijn knoopsgat.
Afgevaardigd door de senaten der vijf
studentencorpsen van Leiden, Utrecht,
Groningen, Amsterdam en Delft, verte
genwoordigers de heeren Zaaier, Beerman
en Stutterheim uit Leiden en Kalis uit
Delft de Nederlandsche studenten, terwijl
mej. Lang uit Groningen de afgevaardigde
is van de Hollandsche meisjesstudenten.
Bij hen hebben zich nog eenige anderen
gevoegd, zoodat er een groep van een
tiental Nederlanders het groote congres
van de Internationale Studenten-Confede
ratie meemaakt.
Plechtig geopend in de Sorbonne, onder
voorzitterschap van oud-minister de Jou-
venel en in tegenwoordigheid van verte
genwoordigers van regeering en de stad
Parijs, werd onmiddellijk het groote d' el
van het Congres naar voren gebracht toe
nadering, vrede, samenwerking. Met echte
Fransche welsprekendheid ontwikkelde
Henri de Jouvenel het programma: we
moeten elkaar leeren begrijpen, elkanders
moeilijkheden inzien, ieder individualiteit
erkennen. Dit is de grondslag van het mo
derne nationalisme, niet het kleine, be
krompen egocentrische kringetje van vroe
ger, maar het breede, het imiverseele, rei
kend ver over de grenzen. En dat moet
niet angstig-bedeesd gestameld worden,
neen, het moet luid-op gezegd, geroepen,
geschreeuwd worden desnoods. De oude
Grieksche spreuk: „Ken je zelf" bevat
nog steeds waarheid, maar er naast moet
komen te staan een andere spreuk, even
voornaam: „Kent elkander!" Den mensch
kennen, de volkeren kennen, waaraan ze
lijden, wat ze denken, waarnaar ze ver
langen, dat is jullie taak. Wetenschap is
goed, noodzakelijk, maar dat andere is
absoluut noodig. Wij, menschen van vijf
tig jaar, wij hebben ons vergist; wij
dachten alleen aan het „Ken je zelf" en
het heeft ons gebracht: oorlog en dood.
Aan jullie om te werken voor vrede en
broederschap
Een donderende ovatie was het bewijs
van instemming der geheele vergadering.
Of was het misschien meer een hukte
aan de geheele welsprekendheid? In ieder
geval: de zittingen van het Congres zijn
soms rumoeriger, dan het bestuur wel
wenschen zou en alle tact, alle beleid
van de leider wordt soms vereischt om
onaangename scènes te vermijden. Niet
gemakkelijk is dikwijls hun taak, voor
al niet in de eerste der vier Commissies,
waarin het Congres zich gesplitst heeft
en die de eindconclusies moeten opstellen
In die eerste commissie, de politieke, is
de groote kwestie, tot nu toe nog steeds
niet definitief opgelost, de al- of niet-toe-
lating der Duitsche studenten. De Gross-
deutschc Studentenschaft immers, het of-
ficieele door de Internationalie Studen
tenfederatie erkende lichaam, is onlangs
door Minister Becker in Pruisen ontbon
den; daarnaast heeft zich nu een meer
naar republikeinschen kant hellende Prui
sische, organisatie gevormd. Tusschen welk
van deze twee studenten-organisaties
moet het Congres nu kiezen: de zuiver
Pruisische en meer republikeinsche of de
meer imperialistische Grossdeutsche Stu
dentenschaft, die het overige Duitschland
vertegenwoordigt? Bovendien willen de
Duitsche studentenorgnisaties tegelijk de
Oostenrijksche vertegenwoordigen, die
ring hiervan niet opgevat kunnen worden
ontwikkeling bevinden. Zou een goedkeu
ring hiervan niet opgveat kunnen word n
als een erkenning door de Internationa'o
Federatie van het gerechtvakrdigde der
aansluiting, de „Anschluss" Duitschland-
Oostenrijk? Daarnaast staan de kwesties
tusschen Hongaren en Roemenen, bewee.-
de overvallen van Roemeensche studen
ten op Hongaarsche collega's in Zeven
burgen, de kwestie van de Croaten en
Serven, in één woord: de heele Balkan
heksenketel in het> klein. Geen wonder, dat
de leiders huiverig zijn die vraagstukken
behandeld te zien. En toch zal den een of
anderen dag klaarbaar gebracht moeten
worden. Te hopen is jhet, dat dan natio
naal chauvinisme en overdreven vader
landsliefde zulen moeten wijken voor ie
groote idee van Henri de Jouvenel:
„Leert elkander kennen! Kent elkander!"
In de .andere commisies worden meer
direct-practische onderwerpen behandeld:
de stichting vart een internationaal sa
natorium in Zwitserland, hulp aan de
Bulgaarsche studenten, door de aardbe
ving geteisterd, de verdere uitbreiding
van internationale studentenkaarten,
waardoor reizen tegen gereduceerd tarief
wordt mogelijk gemaakt en nog tal van
onderworpen, die reeds belangrijke re
sultaten ;heben opgeleverd.
En als je dan, vermoeid en met een
zwaren kop door al die discussies, de ver
gaderzalen ontvlucht, dan sta je plotseling
weer in de vroolijke, levenslustige bewe
ging van het onbezorgde studentenleven.
Argentijnen met vuurraide dassen en strco-
gele schoenen probeeren een paar Praag-
sche meisjes aan het verstand te brongen,
dat ze haar willen fotografe eren; Italia
nen met allerkoddigsto studentenpetten
lange, spitse kleppen en met aan het
uiteinde een bengelend goud kwan ?e,
waardoor ze gedwongen worden perma
nent scheel to kijken heffen een on
verstaanbaar krijgsgehuil aan, zoodra do
President van het Congres, hun land
genoot, Maltini zich maar even vertoont,
Buiten, voor het hek, wachten autocars
om Japaneezen en Hindoes, Polen en Bra
zilianen en Hollanders ook, rond te toe
ren lang de schoonheden van Parijs en
omstreken. En 's avonds kun je ze zien
gaan naar de theaters, sommigen in smo
king, andere in golf-costump, meestal on
der leiding van één, die liet Fransch wat.
meer machtig is dan zij zelf. En wat de
Franschman dikwijls niet zou durven, dat.
waagt met de grootste koelbloedigheid
die geïmproviseerende tolk. Of die ver
taling altijd zuiver is? Twijfel is geoorloofd
maar de bedoeling is in elk geval goed.
En dat vergeeft alles!
Parijs, Augustus 1928.
N.B. Naar aanleiding van incidenten
Zaterdag j.l. voorgevallen bij een stu
denten-voetbalwedstrijd tusschen Ita
lianen en Hongaren, hebben de Itaüaan-
sche studenten als protest het studen
tencongres verlaten. De Fransche bladen
zijn slecht te spreken over dit vertrek
en nog slechter over de ontvangst, welke
de secretaris-generaal der fascistische
partij den teruggekeerden studenten te
Rome bereid heeft. Men zie ons blad van
gisteren. De woorden van de Jouvenel
hebben dus wel resultaat gehad! ,Red.).
KERKELIJK LEVEN
niet alleen veel te weten te komen om
trent Noord-China en zoodoende iets bij te,
dragen voor de wetenschap maar vooral
om mede te helpen aan het aanboren van
nog onbekende hulpbronnen voor do eco
nomische welvaart van het land.
Er zijn geen expeditiereizen en onder
zoekingen voor den duur van eenige jaren
op touw gezet* Hot gaat hier om een on
derneming, die van zeer langen duur zal
zijn en waarvoor het zoo pas geopende mu
seum te Tientsin een belangrijk steun
punt zal zijn. Tot nu toe heeft Pater Licent
op zijn onderzpekingtochten een afstand
afgelegd van 35.000 K.M., wat ongeveer de
lengte van den equator is. Als het uit
kwam werd er gebruik gomaakt van den
spoorweg, meestal ging het echter te voet
of op rijdieren. Het gebeurde wol eens dat
Pater Licent een karavaan had van 83
kameelen of 30 muildieren bij zich Had.
Deze grootsche ondernoming waarmede
Pater Licent vasthoudt aan de traditie der
oude Jezuietenmissionarissen van China,
bewijst opnieuw, hoe de kerk naast alle
Missiearbeid en in de nauwste verbinding
met haar, tijd en kracht vindt, om de
wetenschap te dienen en Pater Licents
werk zal er toe bijdragen, om het Katho
licisme in hoog aanzien te brengen bij de
Heidensche geleerden van China.
Stoomvaartberichten.
Missie en Wetenschap.
"Wereldberoemd zijn de onderzoekings
tochten van den Duitschen geleerden Frei-
herr Von Richthofen in China. Nog Blechts
enkele tientallen jaren geleden kreeg hij
een vaardigen opvolger, in Pater Licent
S.J. Tn Mei van dit jaar waren de onder
zoekingen en het werk van den geleerden
Jezuieb geëindigd. Toen werd nl. het na
tuurhistorisch museum te Tientsin, dat
toebehoort aan de Hoogeschool der .Jezuïe
ten aldaar, plechtig geopend. Alle naties,
die in Tientsin vertegenwoordigd zijn, wa
ren aanwezig om den geleerden missiona
ris en onderzoeker te huldigen en zijn
werk te bewonderen. De natuur-histori-
sche verzamelingen van het nieuwe mu
seum „Iloarig Ho-Pai-IIoi" zijn de vrucht
van zijn 59-jarige expeditiereizen in Noord
China, Pater Licent's onderzoekingsreizen
zijn veruit de belangrijkste die ooit in
China ondernomen zijn. Behalve de naaste
omgeving bepalen zij zich tot het Noor
den van het Reuzenrijlc d.w.z. tot het
stroomgebied van de geel rivier in Zuid-
Mongolië en Oost-Tibet een gebied, dat
betrekkelijk nog slecht bekend is. Er zijn
onderzoekingen gedaan op allerlei gebied:
geographie, en geologie, zoölogie, botaniek
en palaeontologie waren de voornaamste
maar ook over volksleven en talen werd
een reeks waarnemingen gedaan; men be
steedde groote aandacht aan handel, in
dustrie en akkerbouw; het doel is immers
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
CHRISTIAAN HUIJGENS arr. 23 Aug.
v. Batavia te Amsterdam.
HALCYON LIJN.
STAD AMSTERDAM, Z. Amerika, naar
Rotterdam pass. 22 Aug. Ouessant.
STAD HAARLEM arr. 17 Aug. v. Buenos
Ayres te Rosario.
STAD VLAARDINGEN arr. 22 Aug. v.
Hamburg te B. Ayres.
HOLLAND-AFRIK A-LIJN
HEEMSKERK (thuisr.) arr. 22 Aug. te
Marseille.
MELISKERK (uitr.) vertr. 22 Aug. van
Port Soedan naar Mombaasa.
SUMATRA (thuisr.) arr. 20 Aug. te Dar
es-Salaam. "fi
HOLLAND-AMERKA-LIJN
BURGERDIJK arr. 22 Aug. v,. L. \!.uore
te Norfolk.
EDAM arr. 23 Aug. v. New Orleane te
Rotterdam.
ROTTERDAM, Rott. n. New-York, vertr
23 Aug. v.m. 2 u. v. Southampton.
SPAARNDAM, Rott. n. New-Orleons,
vertr. 22 Aug. y. Coruna,
HOLLAND-AUSTRALIë-LIJN.
ARENDSKERK (uitr.) ara 23 Aug. te
Melbourne.
SOMARINDA' (uitr.) vertr. 23 Aug. van
Antwerpen.
HOLLAND-OOST-AZIë-LIJN
OLDEKERK (uitr.) arr. 22 Aug. te Port
Said.
ROTTERDAMSCHE LL0YD.
BANDOENG (thuisr.) vertr. 22 Aug. v.
Gibraltar.
DJEMBER (thuisr.) arr. 23 'Aug. te Lon
den.
TAPANOELI (thuisr.) vertr. 21 'Aug. v.
Singapore.
Wat een Missionaris op
Sumatra overkwam
Aan het Koloniaal Missie-Tijdschrift van
de Indische Missie Vereeniging ontleenen
we wat pater fr. Valentinus O. M. Cap.
te Padang verhaalt over de wijze, waarop
bestuursambtenaren meenen te' mogen op
treden tegenover den missionaris, die voor
dienstwerk, dus ambtelijk, door de Batak-
landen reist.
In de tweede helft van April maakte P.
Raateland de gewone halfjaarlijksche reis.'
naar Tapanoeli. Op dien tocht worden dan
zooveel mogelijk alle katholieken opgezocht.
Het is immers maar een zeer schaarsche
gelegenheid. En daarbij: is de pastoor er
dan maar alleen voor de Europeanen? Waar
katholieken zijn van anderen landaard zal
hij natuurlijk niet nalaten ook deze te
bezoeken, en te doen wat hem als zielszor-
sagii ger een plicht is. Op den 15den April nu
was P. Raateland, te Taroetoeng in de Ba-
taklanden. Het is daar een tamelijk flinke
Europeesche gemeente, vooral door de
aanwezigheid van een groote militaire be
zetting. Na aldaar zijn dienstwerk te heb
ben gedaan, ging de pastoor nog naar een
in de buurt liggende Bataksche kampong.
Daar woonde een katholieke Batakker, die
dus ook bezocht moest worden. P. Raate
land ging er heen in gezelschap van een
anderen Batakker, die eigenlijk te Sibolga
woonachtig was, maar vandaar naar Ta
roetoeng was gekomen om den pastoor te
ontmoeten en nu zich aanbood als gids en
als ^lk, wat gaarne werd aanvaard. Im
mers p. j8 Batak-taal natuurlijk
ï0f o1.et machtig. Z. E. ging dus- pp reis naar
i C! ip«mo on. Waar we het op alle plaatsen
ue Batak-landen ondervinden, dat de
li^il ons komen om nadere in-
ingen te vragen over het katholiek
r'0f, was het ook hier te verwachten.
bef gebeurde ook. Had nu P. B. daar
J®g moeten blijven? Had hij nu dien man
schi Z1,Q moeten overlaten, omdat mis-
I en an^ere Bataks ook zouden komen
J maa.r^en^ we die katholieken
dipn t ten ^00Pen> omdat ons bezoek aan
de Bata^P0DS katholiseerenden onder
di9 aan Z0U °Pwekkcn, en dat bezoek
zijn? zending niet aangenaam zou
j «oJ?"8 6r <Jus hcen-en be-
1 Hsr\Par°iC Vaar al spoedig
op?eTrkt' Wat bliift nu
«en duï ltl f00n kampong! Er kwa-
I ran doö i?' d'e wel graag eens
juist da u t l Wllden h°°ren, ®at
Katholieken leeren over be-
paalde punten van den godsdienst. Uit der
gelijke samenspraken blijkt telkens weer
opnieuw, hoe eenzijdig de katholieke leer
■wordt bezien, n.l. van protestantsch-anti-
papistisch standpunt. Dan zijn we natuur
lijk daarom alleen al blij eens- juiste in
lichtingen te-, kunnen geven en den laster
ten opzichte van de Kerk te kunnen te
genspreken.
Ook hier te Sipoholon kwamen er dus
nog al eenige menschen tot den pastoor om
eens kennis te maken en te praten. Gerui-
men tijd sprak hij met hen. Maar toen
bleek het dat die menschen zeer vérgaande
plannen hadden. Ze spraken er over daar
een school te stichten voor de katholieke
missie. Dat was natuurlijk een onderwerp,
waarover -de pastoor niet maar zoo aan
stonds beslissen kon. Immers daarover
mag eerst nog wel eens rustig worden na
gedacht. Nu zijn er geen wetsbepalingen,
die dat aan de katholieke missie zouden
beletten. Evenzeer was de pastoor ervan
overtuigd, dat er zeer ernstige consequen
ties aan vast zaten, zoodat daarover al
niet veel kon worden gezegd en nog min
der toegezegd. Toch wilden de menschen,
dat de pastoor mee zou gaan om dan vast
de plaats te zien, waar eventueel later die
school zou kunnen worden gevestigd. Wat
natuurlijk ook moeilijk kon worden gewei
gerd. Na een paar uren verliet pastoor
Raateland Sipoholon. Vrij onschuldig was
heel z'n gedrag daar. De menschen hadden
geheel op eigen verantwoording met den pas
toor gesproken over hun wenschen, waarop
de pastoor niets anders heeft toegezegd
dan dat er zeker een pastoor komen zou,
wanneer de regeering het toestond.
Reeds den volgenden morgen was te
Taroetoeng bij de bestuursambtenaren be
kend, wat er te Sipoholon was gebeurd.
Blijkbaar waren er geweest die meenden
die euveldaad van den pastoor te moeten
aanbrengen. Nu bestond heel de misdaad
hierin dat de pastoor een katholieken Ba
takker bezocht, van welke gelegenheid de
menschen gebruik maakten om over hun
wenschen en plannen te spreken.
's Maandags in den voormiddag werd P.
Baateland door een looper van het kantoor
ontboden bij den controleur B. B. Zonder
eenig vermoeden met welk doel of om wel
ke reden hij daar verschijnen moest, be
gaf P. E. zich daarheen. Toen begon de
ondervraging, zeer veel gelijkend op een
gerechtelijk onderzoek. Z.Ed. Gestr. wil
de graag zien een officieel stuk, waaruit
blijken kon, dat P. R. ambtenaar was. dus
werkelijk in dienst reizende. Evenzoo had
die pastoor kunnen vragen: laat me uw
aanstelling zien, ojdat. ik wete in hoever
u rnjj ter, verantwoording kunt roepen.
Dan deelde de controleur mede, dat hem
bericht was: P. Raateland bracht een be
zoek aan Sipoholon. Hem was overigens
al bekend, dat de pastoor er een katho
lieken Batakker had bezocht. Natuurlijk
gaf de pastoor dat alles' grif toe, nog altijd
zich niet bewust, dat er eenige fout in zou
kunnen schuilen. Maar u hield daar ook
een vergadering, merkte de controleur op.
P. R. maakte toen duidelijk, dat, terwijl hij
bij dien katholiek was, er ook andere per
sonen binnenkwamen. Ze spraken samen.
.,Ook over godsdienst?" vroeg de contro
leur. Sommige personen vroegen eenige in
lichtingen over den katholieken godsdienst,
dio ik niet weigerde en ook niet mocht
weigeren, antwoordde de pastoor. Natuur
lijk zeer terecht. P. R. had verder kunnen
gaan en zegen: Zou ik niet mogen trachten
op te lossen de moeilijkheden, waarin die
menschen zitten? Zou ik niet mogen weg
nemen de lastering die onder de menschen
verspreid is?
De heer controleur zag in dat alles pro
paganda. Stellig zal de betere kennis van
het katholicisme wel propagandistisch wer
ken, maar men houde dan goed in het oog
dat die meerdere kennis niet wordt aange
bracht, omdat wij ze naloopen, maar omdat
ze ons zoeken. En dan geloof ik, dat geen
bestuursambtenaar ons zal kunnen belet
ten te doen wat onze plicht is. Daarvoor
staat onze zending te hoog, vèr huiten en
boven de beoordeeling van welken bestuurs
ambtenaar dan ook.
Ook was den controleur iets ter oore ge
komen over de plannen tot stichting van
een schobl, welke school dan een katholie
ke moest zijn. Hierin was naar de meening
van den controleur de pastoor ook een
heel eind buiten z'n boekje gegaan. ,,En
u ging met die menschen mee om een eind-
weegs buiten den kampong een stuk grond
te gaan zien, waar ze dan die school zou
den willen vestigen?" Dat vond de heer
controleur toch wel propaganda. Waar die
heele zaak uitging van de Bataks zelf, zij
den pastoor lastig vielen met die kwestie,
waarover P. R. toch geen beslissing nemen
kon, is het heelemaal onjuist den pastoor
verboden propaganda aan te wrijven. En
dat niet alleen, maar hem voor zulk een
opgeschroefde zaak met veel aplomb ter
verantwoording te roepen.'
Enfin, dit verhoor liep ten einde, en P.
Raateland stond alweer klaar om zijn reis
te vervolgen. Opnieuw verscheen de con
troleur bij den pastoor, nu om dezen te ha
len voor een vernieuwd onderzoek ten kan
tore van den assistent-resident van Taroe
toeng. Blijkbaar achtte deze de zaak van
zulk een groot belang, dat hij niet kon
goedvinden, dat de ondergeschikte contro
leur die kwestie alleen had afgehandeld.
Persoonlijk zou de A. R. het den pastoor
nog wel eens duidelijk maken, waaraan
zich te houden. Opnieuw stond, dus P. R.
voor de vierschaar. Dezelfde vragen kwa
men weer terug. Ook stelde de A. R. er
belang in te weten, of de pastoor niet ge
komen was met een speciale opdracht tot
propaganda. Natuurlijk was dat niet het
geval. Sprekende over het geval, dat de
pastoor aan vragende Bataks antwoord
had gegeven, achtte de A. R. dat een nogal
ernstig feit. Toen vroeg P. R. wat dan te
doen, wanneer hij komende in de huisge
zin (een Europeesch), waar de eene partij
katholiek is en de andere niet. Moet de
pastoor dan geen antwoord geven, als
soms die niet-katholieke partij om inlich
tingen vraagt? Het antwoord hebben we
nog niet. Op de vraag, hoever zijn dienst
werk zich uitstrekte, antwoordde P. R.:'
tot alle katholieken van Tapanoelie. Ook
natuurlijk tot de katholieke Bataks, wan
neer er soms zulke zijn. En dan maakte
P. R. er nog eens op attent, dat het doel
van zijn reis naar Sipoholon alleen maar
was geweest zulk een katholieken Batak
ker te bezoeken. Nu echter kwam er een
antwoord van den heer assistent-resident,
dat werkelijk de moeite waard is te ont
houden. Z.Ed. Gestr. gaf toe, dat dit fei
telijk in orde was, dat de letter van de
wet volkomen het recht gaf ook katholie
ke Bataks' te bezoeken, maar hij achtte dat
tegen den geest van de wet. Volgens deze
wetgeleerde dus zou werkelijk de vrijheid
van godsdienst in de grondwet vastgelegd
allee/i maar zijn gegeven aan de Europea
nen, niet aan de Bataks. Of misschien ook
nog wel voor andere groepen, maar vol
gens deze wetsinterpretatie toch zeker
niet voor de Bataks. Volgens den geest van
de wet immers mag een katholieke gees
telijke katholieke Bataks niet bezoeken om
ze in de gelegenheid te stellen hun gods
dienstige plichten te volbrengen. Gingen
nu die katholieke Bataks maar uit hun land
dan zou misschien die vrijheid wel weer
zijn terug te winnen. Dat doen ze natuur
lijk zoo maar niet. Welnu, zegt deze am-
tenaar, geroepen om de wet te doen eer
biedigen, blijft de Batakker in zijn eigen
land, dan mag hij zijn Katholiek geloof
niet belijden, dan wil de wet dat hij door
zijn eigen geestelijken, n.l. de katholieke
priesters' wordt in den steek gelaten. In
derdaad een zeer merkwaardige opvatting
over gewaarborgde vrijheid van godsdienst.
En een wetsinterpretatie, die wij niet en
niemand kan aanvaarden. Wanneer in
landers, hetzij Batakker of wie dan ooi
overgaan tot het katholiek geloof, dan
heeft de katholieke priester volgens de
staatswetten het recht, in dienst reizende,
ook deze te bezoeken en er de godsdienst
oefeningen te doen die in de kerk gebrui
kelijk zijn. En we zouden wel eens graag
willen weten, wat de hoogere superieuren
van dezen A. R. wetgeleerde zullen zeggen.
Want zulk een opvatting van de wet is
toch wel wat al te gek. Zou deze uitleg
aanvaard moeten worden, dan zou toch
waarlijk art. 173 geen waarde hebben door
de tyrannie van art. 177.
De A. R. vestigde er nog, geheel overbo
dig overigens, de aandacht op, dat het
hier een politieke kwestie geldt. En hij
meende er den pastoor aan te moeten her
inneren, dat deze als Hollander toch moest
medewerken de rust in het land te helpen
'bewaren. Wel zeker, er altijd maar op ha
meren, dat we ruBt niot verstoren moeten.
Daarover zullen we nu toch niets meer
zeggen.
Die opmerking kan ook don zin hebben,
dat wij eigenlijk de rustverstoorders' zijn.
Dan protesteeron we. Do ondervinding
heeft al lang uitgewezen, dat de vrees
daarvoor geen zin hoeft. In al de streken,
waar dubbele zending is, is van die verbre
king van de rust heusch niets opgemerkt.
Daarmee kome men ons niet meer lastig
vallen.
Eindelijk oen nog eenigszins1 vermake
lijk geval. Aan het eind van zijn verhoor
gekomen, verzekerde de A. R. den pastoor
nog. dat de resident van Tapanoeli van het
gebeurdo zou worden op de hoogte gesteld.
Op het oogenblik vertoefde deze op Java.
De resident zou wel eens gaan naar den
Apostolischen Vicaris van Batavia. En do
Apost. Vic. zou dan wel maatregelen ne
men, dat zulk optreden van die Padang-
sche pastoors voortaan uit zou zijn. Prach
tig, Men moet weten, dat kerkrechtelijk
de Apost. Vic. van Batavia buiten do za
ken van de Padangsche Prefectuur staat.
Wat zou die bestuursambtenaar met dat
bezoek bot gevangen hebben. Mij dunkt,
dat de ambtenaren, die toch zoo herhaal-
Jelijk met de kerkelijke hoofden hebben to
maken, wel op de hoogte mochten zijn van
de kerkelijke organisatie. Maar ik ver
moed, dat de resident in deze wel wijzer
zal zijn geweest.
Ziedaar e^>a kort relaas van het gebeur
de in den all'erlaatsten tijd. Waar de re
geering niet door overleg is te brengen tot
erkenning van het recht in deze van do
katholieke zaak, moge zij door publiciteit
van haar misvattingen tot andere gedach
ten worden gebracht, dan worde een on-
derzoek ingesteld door het Opperbestuur
van Nederland. Dan hebben we nog hoop,
dat ten slotte de vrijheid yan godsdienst
ook gelde voor de Bataks.
1 3-3