I
binnenland.
heerlijke dagen in leuven
vermist!
TWEEDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1928
Jj poST-CHéQUE-EN GIRODIENST.
Ook overschrijvingen met Frankrijk.
if De directeur van den Postcheque- en
I 'Girodienst heeft ter kennis- van belangheb-
(T'ibenden gebracht, dat met ingang van 1
September 1928 overschrijvingen kunnen.
geschieden tusschen postrekeningen aan-
gehouden bij den Nederlandschen Post-
cheque- en Girodienst eenerzijds en die
aangehouden bij dezen dienst in Frankrijk
anderzijds.
Van genoemden datum af bestaat der
halve gelegenheid tot het doen uitvoeren
van overschrijvingen in het internationale
postgiroverkeer met België, Danzig, Dene
marken, Duitschland. Frankrijk, Honga
rije, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden
en Zwitserland.
i De aandacht wordt er op gevestigd, dat
Thedragen op de voor Frankrijk bestemde
lopdrachten moeten worden uitgedrukt in
S'francs dan wèl in Nederlandsche munt, in
j' welk geval de bedragen ten centraalgiro-
kantore in eerstgenoemde muntsoort wor-
den omgerekend.
Bij de omrekening van de bedragen van
'de voor het buitenland bestemde oversc'nrij-
5 Tingen gelden in het algemeen als rieht-
snoer de koersen van de Amsterdamsche
.beurs, vermeld in De Dagelijksche Beurs-
courant, met dien verstande evenwel, dat
'deze koersen worden verhoogd met een
fcoodanig bedrag als noodig is in verband
ft met de kosten van afrekening, met de be
etrokken administratiën.
RADIO-TELEFOONDIENST MET INDIe.
Openstelling binnen afzienbare» tijd?
m Ia tegenstelling met de eerste mededee-
betreffende het voor het publiek
wpenstellen van de radio-telefonischen
dienst HollandIndië, verneemt de ,.Msb."
thans, dat de mogelijkheid overwogen
fwordt, om reeds binnen zeer afzienbaren
tijd, dezen dienst open te stellen voor het
publiek. Men zou zich daarbij laten leiden
door de gedachte, dat het voor het publiek
tvan groot belang is', over een telefonische
yerbinding met onze Oost te beschikken,
pok al zou deze nog niet in alle opzichten
Volmaakt zijn,
BEVOLKINGSSTATISTIEK VAN
NEDERLAND.
Evenals vorige jaren heeft het Centraal
'OBureau voor de Statistiek een publicatie
[het licht doen zden betreffende bevolking
bevolkingsdichtheid van elke gemeente
Nederland, thans naar den toestand op
Januari 1928.
Aan deze uitgave is het volgende ont
doend
1 Volgens de volkstelling vaji 1 Januari
830 waren in ons land op dat tijdstip
roonachtig 1.278.046 mannen en 1.335.441
- \ouwen, in totaal 2.613.487 inwoners, ter-
•n y! bij de laatste volkstelling op 31 De-
■mber 1920 het aantal inwoners bedroeg
N565.314, n.L 3.410.262 mannen en 3.455.052
touwen.
Ook sedert de laatste volkstelling is de
®was der bevolking steeds blijven aan-
HP n\ zo°dat volgens de bevolkingsre
fters het Rijk op 1 Januari 1928 7.625.938
pa&V°ners telde, n.l. 3.787.913 mannen en
^B8.025 vrouwen.
De gemiddelde jaarlijksche toeneming
in 1 Januari 1830 tot 1 Uanuari 1928 was
10 pet.
De grootste toeneming werd bereikt in
23 toen ze 1.78 pet. was.
In de laatste jaren beweegt het toene-
ngs-percentage zich weer in dalende
ihting, hetgeen naast schommelingen in
t verschil tusschen het aantal gevestigde
vertrokken personen, voor een groot
el moet worden toegeschreven aan da-
ig van het geboortcijfer.
Bedroeg het geboortecijfer in 1921 27.7
r 1000 inwoners, sedert, dien is dit cijfer
»ds gedaald, zoodat het over 1927 nog
ichts bedroeg 23.1.
Het aantal vrouwen op 1000 mannen, dat
i 1 Januari 1830 1045 ebdroeg, is geleide-
k afgenomen tot 1013 op 1 Januari 1928.
Naar groepen van gemeenten bedroeg op
mannen, in gemeenten met:
1 Januari 1928 het aantal vrouwen op 10.000
méér dan 100.000 inwoners 10.857
50.000 tot 100.000 inwoners 10.805
20.000 tot 50.000 inwoners 10.130
5.000 tot 20.000 inwoners 9.875
minder dan 5.000 inwoners 9.538
i
Hieruit blijkt, dat in de grootste steden
het overwicht der vrouwen het grootst is
en dat dit geleidelijk vermindert naarmate
de steden kleiner worden, terwijl in de
kleinste steden en op het platteland het
aantal mannen grooter is dan het aantal
vrouwen.
op 1 Januari 1830 1045 bedroeg, is geleide-
meenten, ais volgt verdeeld naar het aan
tal inwoners:
2S gemeenten
141 gemeenten
241 gemeenten
374 gemeenten
170 gemeenten
79 gemeenten
32 gemeenten
5 gemeenten
6 gemeenten
met
met
met
met
met
500 en
501 tot
1001 tot
2001 fot
5001 tot
met 10001 tot
met 20001 tot
met 50001 tot
met meer dan
mind. inw.
1000 inw.
2000 inw.
5000 inw.
10000 inw.
20000 inw.
50000 inw.
100000 inw.
100000 inw.
Op 31 December 1899 luidde deze indee
ling in dezelfde volgorde als volgt: 48, 190,
316, 364, 133, 46, 4 en 4.
Uit deze vergelijking blijkt dat het aan
tal miniatuurgemeenten aanmerkelijk is
verminderd en dat een bevolkingsconcen
tratie in de steden is waar te nemen.
Het aantal gemeenten, het inwonertal en
de dichtheid der bevolking per K.M.2 land,
van de verschillende provinciën op 1 Ja
nuari 1928 blijkt uit het volgende over
zicht:
'Aantal Bevolking Dichtheid
gemeenten op 1 Jan. der bev.
Provinciën. 1928 Aantal zielen
per K.M.2
land
Noord-Bra baart 162 837.158 168.3
Gelderland 112 805.662 160.3
Zuid-Holland 183 1.872.316 637.5
Noord-Holland 127 1.440.599 521.9
Zeeland 109 249.463 136.1
Utrecht 72 388.788 285.1
Friesland 43 402.788 125
Overijsel 59 493.770 147.2
Groningen 57 390.946 170.9
Drente 34 222.786 83.7
Limburg 121 521.662 237.8
Actie In de Sigarenindustrie.
De besprekingen. over
de loonen.
Woensdag zijn de besturen der patroons-
en werklieden-organisaties in de sigaren-
industrie opnieuw bijeen geweest. Ditmaal
golden, naar de „Msb." meldt, de bespre
kingen de loonen voor de sigarenmakers.
Het in de vorige vergadering gedane
verbeterde patroonsvoorstel werd door de
vertegenwoordigers der werklieden-organi
saties onaannemelijk verklaard.
Na onderling overleg deden deze bestu
ren een voorstel, inhoudende een verlaging
van de voor de sigarenmakers gevraagde
verhooging doch dit voorstel werd door
de patroonsbestuurders verworpen.
Toen kwamen, na breedvoerige bespre
kingen, de vertegenwoordigers der pa
troons-organisaties er toe een nieuw loon-
voorstel voor de sigarenmakers te doen,
doch ook dit voorstel werd door de ver
tegenwoordigers- der werklieden-organisa
ties afgewezen.
Daar de patroonsbesturen dit voorstel
als het aller-uiterste hadden verklaard, ver
klaarden de vertegenwoordigers van den
Ned. Bond en de Federatie na het on
aannemelijk ook over het laatste patroons-
voorstel zich bereid over de voorstellen
betreffende de andere groepen verder te
onderhandelen, terwijl de vortegenwoordi-
gers van den R. K. en Chr. Bondvoorstel-
den het geheel der voorstellen aan arbi
trage te onderwerpen.
De patroonsbesturen zullen binnen en
kele- dagen gevraagd is vóór of op
AVoensdag 29 dezer hun antwoord over
dit arbitrage-voorstel zenden.
Leuven, 21 Oogst 1928.
Eén groot voordeel van het logies in de
Naamsche Straat is, dat wij one dicht bij
de Sint Pieter, de hoofdkerk van Leuven,
bevinden en dus 's morgens niet wijd hoe
ven te loopen, om het voornaamste werk
van den dag te doen.
De Sint Pieter is een prachtige proeve
van gothiek uit het einde der vijftiende
eeuw en werd gebouwd naar plannen van
den bekwamen architect Sulpice van Vorst,
ofschoon de monumentale voorgevel te
danken is aan een anderen bouwmeester,
n.l. Gilles 'Stuerbout, die na den dood van
eerstgenoemde, maar vóór den definitie
ven afbouw der kerk ttadsarchitect van
„Loven" werd, zooals Leuven eertijds
heette.
De Sint Pieter heeft door een grooten
wereldoorlog helaas veel geleden, zooals
den lezer wel bekend zal zijn, maar men
is al geruimen tijd dapper bezig met gron
dig restaureeren, zoodat zij eenmaal haar
ouden luister herwinnen zal. Een slinger
van achtentwintig kapellen heeft zich
neergelegd rondom het hoogaltaar en
strekt zijn beide einden langs het noorder
en zuider zijschip uit tot aan den hoofdin
gang, die naar het Westen ligt, terwijl vele
kapellen gesierd zijn met schilderstukken
van Vlaamsche meesters oa. van, Thierry
Bouts, die hier vertegenwoordigd is door
twee paneelen: een Laatste Avondmaal en
de Marteling van Sint Erasmus. Na ons
gewone morgenwerk daar gedaan te heb
ben, klommen wij weer rustig door den
mooien dag, die glansde van zon en blauwe
lucht, naar den Keizersberg, om daar ons-
belgisch, d. w. z. sober ontbijt te nuttigen,
te luisteren naar Dom Paul de Vooght,
monnik der Abdij, die ons drie kwartier
interessant bezig hield met zijn lezing over
een uiterst moeilijk vraagstuk: het Latijn
als kerktaal, en dan een gemoedelijke les
in Gregoriaanschen zang te volgen van
Dom Suitbert Caron, die in de laatste jaren
zich in Holland eenige bekendheid heeft
verworven door cursussen in Gregoriaansch
welke hij al op verschillende plaatsen van
ons land met succes gehouden heeft. Dom
Suitbert was er voor, dat wij in de Con
ventsmis van tien uur de vaste stukken van
de H. Mis met de koormonnikken zouden
meezingen en wilde ons daarop voorberei
den door een zangrepetitie, die hij op han
dige wijze wist te geven.
De Conventsmis is voor mij en voor
wien eigenlijk niet? een der schoonste
momenten van den dag, als ik in een Be
nedictijner Abdij gelogeerd ben. Ja, het is
het hoogtepunt van dcfl dag, van het opus
divinum, het „goddelijk werk", zooals de
Benedictijnen hun 'liturgische dagtaak
noemen. Eerst reciteert men ter voorberei
ding de Terts en dan begint het plechtig
Misoffer, dat dezen keer van het Octaaf
van O. L. Vrouw Hemelvaart was. Hoe
glanzend klonk het ingangsgebed: Gau-
deamus omnes- in Domino! En ook de
overige gezangen, hoe was het allemaal af
en een lust, om te hooren. En ook de ru
brieken, hoe correct, ik zou haast willen
zeggen hoe galant en hoofsch en ridderlijk
werden ze alle uitgevoerd. De apologeti
sche waarde van dergelijke plechtigheden
kan, dunkt ons, moeilijk te hoog worden
aangeslagen. Wie zoo iets meemaakt, hij
zij Jood, ketter of heiden, moet toch wel
getroffen worden door de ontroering, die
er van onzen godsdienst uitgaat, en zal de
herinnering aan deze kennismaking als
een zoetheid heel zijn leven meedragen.
Om kwart over elf zou het bij de Benedic
tinessen van Sint Geertrui in de Mechel-
sche straat gezamenlijke vergadering
wezen, d. w. z. zoowel voor de dames-deel
neemsters, die daar allen gelogeerd zijn,
als voor de heeren-deelnemers. die deels op
den Keizersberg deels in de stad zijn ge
huisvest. Als- spreker zou daar optreden
de ons totaal onbekende Eerw. heer De
Kesel uit Gent met een verhandeling over
de Liturgie der Stervenden. Maar een
verstandig mensch moet van tijd tot tijd
zijn ijver weten te menageeren, anders
houdt hij het physiek en psychisch niet vol
en zou hij van het goede teveel krijgen. En
daarom besloten wij den tijd, die ons restte
vóór het middagmaal, rustig in de abdij
door te brengen en te vullen met een beetje
leeswerk.
Een maaltijd in een Benedictijner-abdij
is altijd een aangename bezigheid. Lezer,
u lacht natuurlijk en verdenkt mij van
culinaire strevingen. Maar ten onrechte,
want een benedictijnsch maal is 'n sobere
plechtigheid. Neen, wij bedoelen dit: on
der zoo'n middagmaal heb je een mooie
gelegenheid om je gedachten over ver
schillende dingen te laten gaan. Alles gaat
in zoo'n refter even ordelijk. Vooreerst het
liturgisch tafelgebed, dat een aparte, een
zekere effen stemming in je teweeg brengt.
Dare begint de voorlezer vanuit zijn to
rentje rechttonig (recto tono) zijn lectuur
uit de H. Schriftuur of een heiligen
leven. Een oogenblik is alles nog stil,
iedereen is bewegingloos en luistert. Maar
na een of twee minuten geeft de Abt een
zachten tik en de dienbroeders beginnen
gezwind, maar toch bijna geruischloos de
spijzen binnen te brengen en te verdeelen.
Aan alles wordt gedacht en niemand komt
iets te kort, al wordt er geen woord ge
sproken. Ik heb een gunstige plaats,
tegen den muur, en kan de heele refter
overzien. En wij verbazen ons weer, zooals
reeds zoo vaak, hoe in zulk een groote
communiteit ieder zijn plicht doet, gaarne
en vriendelijk, jaar in, jaar uit, zonder een
wanklank te laten hooren. Waar vindt men
dat buiten het Katholieke kloosterleven?
Frederik van Eeden heeft het geprobeerd
in Bussum en Kees Boeke in Bilthoven en
nog zoovele anderen elders, maar 't werd
immer een fiasco. Zooiets kan de katho
lieke Kerk alleen, omdat Zij alleen be
schikt over een-legio van bovennatuurlijke
en tegelijk let daar ook op, a.u.b. fijn-
zielkundige middelen, 't Ik jammer, dat de
beperkte ruimte van een krantenartikel
niet toelaat op dit laatste wat dieper in
te gaan.
Na een gepaste recreatie, die wandelend
werd doorgebracht in den heerlijken hof
der abdij, vanwaaruit men een fijnen blik
heeft over heel Lovensteê, gingen wij tegen
drie uur naar het klooster van Sint Geer
trui, om Pastoor van Beukering uit Rot
terdam te hooren praten „over de manier
van Mishooren". Wat deze man uit de
praktijk vertelt over liturgische kwesties,
is altijd waard, om aangehoord te worden.
Vooreerst is hij als geen ander in Neder
land thuis in de liturgische beweging,
waarvan hij tot de allereerste pioniers
.alweer in ons land, bedoel ik gerekend
moet worden en beoefent hij in zijn kerk te
Delfshaven de Liturgie op een wijze, die
van heinde en ver de aandacht trekt. Maar
bovendien heeft pastoor van Beukering een
aangename voordracht over zich, die sterk
boeit. Zoo langs zijn neusweg weet hij met
welluidende stem en op eenvoudige manier
allerhande punten, die den openbaren eere-
dienst raken, uitnemend te belichten. Zoo
nu en dan komt er een geestig grapje bij
te pas, soms ook weet hij zijn lezing te
mengen met een druppeltje satyre, waar
schijnlijk om met zoo'n beetje specerij zijn
woorden beter te conserveeren en te doen
onthouden, waarin hij wonderwel slaagt,
want wij herinneren ons nu nog opmerkin
gen, welke wij hem jaren geleden hebben
hooren ten beste geven. Zoo vanmiddag
weer. Wij hebben dezen pastoor met zijn
breed, rustig, ja, om in de taal van dit land
te blijven, gezapig postuur, maar helderen
en vieven en vluggen geest zóó praktisch
hooren spreken over de H. Mis, dat het
ons lang heugen zal.
Na het koffiedrinken om vijf uur, wat
heusch een gezellig moment geeft, kregen
wij óók in het Sint Geertruiklooster
weer eens pater Dr. Reijpens S.J. te hoo
ren over een uiterst belangrijk onderwerp
als „Kerkelijke Kunst", maar wij haasten
ons te verklaren, dat de geleerde priester
dezen middag, in tegenstelling met giste-
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Zaterdag 25 Augustus,
Hilversum, 1071 M.
12.302.Lunchmuziek door het Tno
Courtel.
2.4.Aansluiting van het Theater
Tu8chinsky te Amsterdam. Concert door
het theater-orkest o.l.v. Max Tak. Optre
den van solisten. „The ramblers", dans-or-
kest o.l.v. Theo Uden Masman.
4.5.30 Aansluiting va.n het Kurhaus te
Scheveningen. Dansmuziek door Jack Ray
monds' orchestre en Casanova et ses Ar
gentines.
6.7.45 Concert door het Omroep-or-
kest o.l.v. Nico Treep. Paul Pul, bariton.
Egb. Veen a.d. vleugel. Tot slot een ope
rette-programma.
8.— 9de VARA-zomer-avondprogramma.
Huizen, 340,9 M. (N a 6 u u r 1870 M.)
(Uitsluitend K. R. O.-uitzcndingeu).
12.301.30 Lunchmuziek door het Trio
„Winkels".
5.307.Gramofoonmuziek.
7.46—8.15 Spr.: Dr. A. C. Hoffman uit
Gouda: De heksenwaag te Oudewater.
8.15 Concert. Mevr. Dido Zuidberg, Jkvr.
Strick v. Linschoten, zang. Het K.R.O.-or-
kest o.l.v. M. v. d. Ende.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
1.20—2.20 A. Brown's kwintet.
3.50 Orkestconcert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.50 Nieuwsber.
7.15 Muziek.
7.20 Omroep-besprelring.
7.35 De liederen van Moussorgsky voor
sopraan.
7.50 Lezing: Are you in your element.
8.05 Ida Chrispi: Liedjes.
8.20 Concert.
9.35 Mr. Thornton Wilder leest voor uit
zijn stuk „Leviathan".
9.50 Nieuwsber.
10.10 „Djinn and bitters", vroolijke sce
nes van Seyler. Muziek van Milton en Pep-
„R a d i o-P a r i s", 1750 M.
12.502.10 Gramofoonmuziek.
5.055.50 Dansmuziek. r
8.50—11.20 Concert. Orkest o. 1. v. Hr.
Renauld. Vocale en instrumentale solisten.
Langenberg, 469 M.
12.30—1.10 Mechanische muziek.
1.252.50 Orkestconcert-
6.20—7.15 Concert. Dubbelkwartet „Beet
hoven".
8.05—9.05 Hermann Löns-viering. Cause
rie en liedjes bij de luit.
9.10 Vroolijke avond. Daarna tot 1.20
Dansmuziek.
Königswusterhausen, 1250 M.
(Z e e a e n).
12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen.
8.35 „Dee Humor liegt auf der Strasse",
causerie. Daarna concert op twee piano's.
10.5012.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M.
5.20 Orkestconcert. Operette's.
6.20 Orkestconcert.
8.20 Urwerk, blaasbalg en motor, mecha
nische muziek. Daarna dansmuziek tot
11.20.
Brussel, 509 M.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Orkestconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.50 Concert voor cello en piano.
9.20—10.35 Concert in het Kurhaus
Ostende.
ren, bizonder goed op dreef was, zoodat
we op 't laatst nog spijt hadden, dat hij
zich weer nauwkeurig aan de veertig mi
nuten hield.
Het programma vermeldde na de lezing
van Dr. Reijpens een wandelvoordracht
door het Bcnedictinessenklooster van Sint
feuilleton.
:R
iet Duitsch van J. ARNEFELDT
BrtaaJd door Jac van Emden.
en Otto poogden vergeefs, het ra-
meisje te kalmeeren, haar woorden-
pi was niet te stuiten. Gabler kon
l wo»rd uitbrengen. De ontzetting
[ju1 z.1iQ..ton£ verlamd te hebben. Ein-
I cum1 za°ht en met onzekere stem:
I til toch, Aurelia, arm kind, wat wind
toch op
lil.8 een wonJer? riep ze uit,
L. pUstaaf Forberg niet op een
penjke manier beleedigd? Ik wil on-
TO naar hem toe, ik wil hem op
■m-, ?en ver£iïfenis vragen en ik zal
Iken 3n' V°0r hij 26 heeffc *e"
ïLb?aru?0U nu maar laten, waar-
C ar koeltie!- - Ik heb je
dat een man zich
■en tf Lkeen kan zetten! Bo-
benink ™or dergelijke dingen
blaar ngeen hij gaat vandaag
«ka t. en om vandaar uit naar
Tr- te vertrekken.
Eenl™"," haaSt is or bÜ'
F naar k ZW ".u ook Gabl". - al*
hem toeging, zou je alles be-
pèegen w. dat. JllUane i* n°oil
1 J® tijd af! e" Z1) 'B bli haar broer'
Moet ik hem op reis laten gaan,
moet de zee ons scheiden
Ik zal hem wel gaan opzoeken, be
sliste Gabler, ik was zijn vaders beste
vriend, het is niet meer dan natuurlijk,
dat ik zijn kinderen nu ga opzoeken om
hun mijn mededeeling te betuigen en mijn
hulp aan te bieden. De jonge Forberg zal
misschien wel een bijdrage voor zijn reis-
op mij, kind, ik zal alles weer voor je in
op mij, kind, ik zal ales weer voor je in
orde brengen. Lore, geef me dadelijk mijn
jas en hoed en mijn parapluie.
Hij was plotseling zeer spraakzaam ge
worden en liep bedrijvig van de huiska
mer naar zijn slaapkamer heen en weer.
Blijf jij bij Aurelia, Otto, laat haar
niet alleen, verordende hij, maar zijn doch
ter wees dit verlangen driftig van de
hand. Ik wil alleen zijn! Ik kan nu
niemand om me heen velen
Otto was maar al te blij aldus van zijn
functie van trooster af te komen; hij ging
tegelijk met zijn vader de deur uit.
Juliane en Gustaaf waren nog maar
pas thuis, toen er een auto voor de deur
stilhield en Gabler binnentrad. Met een
gelaat vol deelneming en uitgebreide ar
men liep hij op hen toe en zei met ver
stikte stem: Beste kinderen, als de
beste en oudste vriend van jullie vader
wil ik de eerste zijn die met jullie treurt;
ik heb dadelijk een taxi genomen toen ik
van Otto het vreeselijke
Zachtjes, meneer Gabler, viel Ju-
liane hem in de rede, onze arme moe
der weet er nog niets van.
Gabler knikte begrijpend en wilde op
zachter en toon voortgaan, maar Gustaaf
was hem voor: Qns verdriet is op dit
oogenblik nauwelijks grooter dan sedert
weken het geval is geweest. Het zijn al
leen de bijomstandigheden, die de zaak
zoo gruwelijk maken. Dat onze vader het
slachtoffer van een misdaad was gewor
den; daarvan waren wij van den aanvang
af overtuigd.
Daar was ik óók van overtuigd.
In den laatsten tijd schijnt die over
tuiging toch wel wat aan het wankelen
te zijn geraakt, kon Juliane niet nalaten
te zeggen.
Ik? riep Gabler diep gekrenkt, o, ik
weet wat je bedoelt! Maar Gustaaf, waar
om heb je mijn onverstandige, geexalteer-
de dochter haar ondoordachte uitingen
zoo zwaar aangerekend.
Ondoordachtzaam?
Ja, ondoordachzaame herhaalde
Gabler met nadruk, terwijl hij Gustaaf's
hand greep. Als je wist wat een be
rouw ze heeft, hoe ze door verdriet en
verlangen naar jou wordt verteerd, dan
zou je niet meer boos op haar zijm
Dat ben ik ook niet!
Bravo! Dat is mooi, dat is nobel van
je! riep Gabler zonder te letten op den
onverschilligen toon, waarop Gustaaf ge
sproken had. Je vergeeft haar dus en
je vindt goed, dat ze bij je komt en je
om vergiffenis vraagt.
O neen, dat niet, meneer Gabler.
Ze heeft het al willen doen, ik heb"
haar met geweld tegengehouden.
Gustaaf, liefde vergeeft alles, zet nu de
kroon op je goedheid en ga met me mee.
Neen, meneer Gabler, zei Gustaaf be
slist, en voor Julia was dit een .verade
ming. Ze was bang geweest dat haar broer
zich zwak zou toonen.
Ik wensch uw dochter niet weer te
zien.
Maar je hebt me toch zelf gezegd
dat je niet meer boos op haar bent!
Dat ben ik ook niet. Ik kon haar
zelfs vergeven, maar ik ben tot de ont
dekking gekomen dat ik nooit van haar
gehouden heb op de manier, waarop de
man houden moet van de vrouw, waarmee
hij trouwt.
Dat is niets dan inbeelding; dat
komt allemaal weer terecht; je bent nu
opgewonden, hernam Gabler.
Ja. En ik heb bovendien op het
oogenblik wel wat anders aan mijn hoofd
dan redenaties over liefde, zei Dr. For
berg voor zijn doen ongewoon scherp.
Dat is zoo, ik heb van Otto gehoord
dat je op het punt staat, naar Amerika
te vertrekken, zei Gabler. Hij was slim
genoeg om te begrijpen dat hij over
Aurelia nu niet verder moest doorpraten.
Een woordje, mijn jongen.
Hij nam Gustaaf terzijde en bood hem
een voorschot aan voor zijn reiskosten.
Ik weet dat mijn arme vriend geen
schatten heeft nagelaten en dat jullie veel
zorgen hebt. Dat zal nu gauw genoeg ver
anderen, maar voor het oogenblik zijn je
middelen waarschijnlijk niet voldoende,
dus neem het aan, drong Gabler aan.
Ik kom er het eerst voor in aanmerking
en met de terugbetaling hoef je je niet
te haasten.
Maar Dr. Forberg wees het aanbod zeer
beslist van de ha-nd. Wel wist hij nog
niet, ;waar hij het geld voor de reis van
daan moest halen, maar hij zou liever hun
laatste stoel hebben verpand, dan
Gabler's schuldenaar te wordenzijn heele
ziel kwam daartegen in opstand.
Het is een stijfkop en toch heb ik
het zoo goed met hem voor. Met deze
woorden wendde Gabler zich nu tot Ju
liane, maar dan blijft mij niets anders
over dan hem een voorspoedige reis te
wenschen en te maken dat ik wegkom.
Wees jij niet zoo eigenzinnig, Juliane;
als je broer weg is en je hebt raad en
hulp noodig, dan weet je waar ik woon.
Wil je me dat beloven?
Hij liefkoosde de hand van het jonge
meisje, maar ze antwoordde slechts met
een kort „dank u", dat voor velerlei uit
leggingen vatbaar was.
Met nog telkens herhaalde betuigingen
van zijn deelneming en van zijn bereid
willigheid om te helpen, nam Gabler af
scheid om plaats te maken voor een an
der be7.oek, dat korten tijd daarna kwam:
dat van Geheimrat Graupner met zijn
kleindochter.
Met een uitroep van verrassing snelden
broer en zuster hun tegemoet.
Als Mohammed niet tot den berg
komt, dan moet de berg wel tot Moham
med komen, zei de oude heer, terwijl hij
de kamer binnentrad. De tijding die ik
van mijn zoon heb gekregen is anders wel
geschikt om bergen te verzetten.
(Wordt vervolgd).