I binnenland. heerlijke dagen in leuven vermist! TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1928 Jj poST-CHéQUE-EN GIRODIENST. Ook overschrijvingen met Frankrijk. if De directeur van den Postcheque- en I 'Girodienst heeft ter kennis- van belangheb- (T'ibenden gebracht, dat met ingang van 1 September 1928 overschrijvingen kunnen. geschieden tusschen postrekeningen aan- gehouden bij den Nederlandschen Post- cheque- en Girodienst eenerzijds en die aangehouden bij dezen dienst in Frankrijk anderzijds. Van genoemden datum af bestaat der halve gelegenheid tot het doen uitvoeren van overschrijvingen in het internationale postgiroverkeer met België, Danzig, Dene marken, Duitschland. Frankrijk, Honga rije, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden en Zwitserland. i De aandacht wordt er op gevestigd, dat Thedragen op de voor Frankrijk bestemde lopdrachten moeten worden uitgedrukt in S'francs dan wèl in Nederlandsche munt, in j' welk geval de bedragen ten centraalgiro- kantore in eerstgenoemde muntsoort wor- den omgerekend. Bij de omrekening van de bedragen van 'de voor het buitenland bestemde oversc'nrij- 5 Tingen gelden in het algemeen als rieht- snoer de koersen van de Amsterdamsche .beurs, vermeld in De Dagelijksche Beurs- courant, met dien verstande evenwel, dat 'deze koersen worden verhoogd met een fcoodanig bedrag als noodig is in verband ft met de kosten van afrekening, met de be etrokken administratiën. RADIO-TELEFOONDIENST MET INDIe. Openstelling binnen afzienbare» tijd? m Ia tegenstelling met de eerste mededee- betreffende het voor het publiek wpenstellen van de radio-telefonischen dienst HollandIndië, verneemt de ,.Msb." thans, dat de mogelijkheid overwogen fwordt, om reeds binnen zeer afzienbaren tijd, dezen dienst open te stellen voor het publiek. Men zou zich daarbij laten leiden door de gedachte, dat het voor het publiek tvan groot belang is', over een telefonische yerbinding met onze Oost te beschikken, pok al zou deze nog niet in alle opzichten Volmaakt zijn, BEVOLKINGSSTATISTIEK VAN NEDERLAND. Evenals vorige jaren heeft het Centraal 'OBureau voor de Statistiek een publicatie [het licht doen zden betreffende bevolking bevolkingsdichtheid van elke gemeente Nederland, thans naar den toestand op Januari 1928. Aan deze uitgave is het volgende ont doend 1 Volgens de volkstelling vaji 1 Januari 830 waren in ons land op dat tijdstip roonachtig 1.278.046 mannen en 1.335.441 - \ouwen, in totaal 2.613.487 inwoners, ter- •n y! bij de laatste volkstelling op 31 De- ■mber 1920 het aantal inwoners bedroeg N565.314, n.L 3.410.262 mannen en 3.455.052 touwen. Ook sedert de laatste volkstelling is de ®was der bevolking steeds blijven aan- HP n\ zo°dat volgens de bevolkingsre fters het Rijk op 1 Januari 1928 7.625.938 pa&V°ners telde, n.l. 3.787.913 mannen en ^B8.025 vrouwen. De gemiddelde jaarlijksche toeneming in 1 Januari 1830 tot 1 Uanuari 1928 was 10 pet. De grootste toeneming werd bereikt in 23 toen ze 1.78 pet. was. In de laatste jaren beweegt het toene- ngs-percentage zich weer in dalende ihting, hetgeen naast schommelingen in t verschil tusschen het aantal gevestigde vertrokken personen, voor een groot el moet worden toegeschreven aan da- ig van het geboortcijfer. Bedroeg het geboortecijfer in 1921 27.7 r 1000 inwoners, sedert, dien is dit cijfer »ds gedaald, zoodat het over 1927 nog ichts bedroeg 23.1. Het aantal vrouwen op 1000 mannen, dat i 1 Januari 1830 1045 ebdroeg, is geleide- k afgenomen tot 1013 op 1 Januari 1928. Naar groepen van gemeenten bedroeg op mannen, in gemeenten met: 1 Januari 1928 het aantal vrouwen op 10.000 méér dan 100.000 inwoners 10.857 50.000 tot 100.000 inwoners 10.805 20.000 tot 50.000 inwoners 10.130 5.000 tot 20.000 inwoners 9.875 minder dan 5.000 inwoners 9.538 i Hieruit blijkt, dat in de grootste steden het overwicht der vrouwen het grootst is en dat dit geleidelijk vermindert naarmate de steden kleiner worden, terwijl in de kleinste steden en op het platteland het aantal mannen grooter is dan het aantal vrouwen. op 1 Januari 1830 1045 bedroeg, is geleide- meenten, ais volgt verdeeld naar het aan tal inwoners: 2S gemeenten 141 gemeenten 241 gemeenten 374 gemeenten 170 gemeenten 79 gemeenten 32 gemeenten 5 gemeenten 6 gemeenten met met met met met 500 en 501 tot 1001 tot 2001 fot 5001 tot met 10001 tot met 20001 tot met 50001 tot met meer dan mind. inw. 1000 inw. 2000 inw. 5000 inw. 10000 inw. 20000 inw. 50000 inw. 100000 inw. 100000 inw. Op 31 December 1899 luidde deze indee ling in dezelfde volgorde als volgt: 48, 190, 316, 364, 133, 46, 4 en 4. Uit deze vergelijking blijkt dat het aan tal miniatuurgemeenten aanmerkelijk is verminderd en dat een bevolkingsconcen tratie in de steden is waar te nemen. Het aantal gemeenten, het inwonertal en de dichtheid der bevolking per K.M.2 land, van de verschillende provinciën op 1 Ja nuari 1928 blijkt uit het volgende over zicht: 'Aantal Bevolking Dichtheid gemeenten op 1 Jan. der bev. Provinciën. 1928 Aantal zielen per K.M.2 land Noord-Bra baart 162 837.158 168.3 Gelderland 112 805.662 160.3 Zuid-Holland 183 1.872.316 637.5 Noord-Holland 127 1.440.599 521.9 Zeeland 109 249.463 136.1 Utrecht 72 388.788 285.1 Friesland 43 402.788 125 Overijsel 59 493.770 147.2 Groningen 57 390.946 170.9 Drente 34 222.786 83.7 Limburg 121 521.662 237.8 Actie In de Sigarenindustrie. De besprekingen. over de loonen. Woensdag zijn de besturen der patroons- en werklieden-organisaties in de sigaren- industrie opnieuw bijeen geweest. Ditmaal golden, naar de „Msb." meldt, de bespre kingen de loonen voor de sigarenmakers. Het in de vorige vergadering gedane verbeterde patroonsvoorstel werd door de vertegenwoordigers der werklieden-organi saties onaannemelijk verklaard. Na onderling overleg deden deze bestu ren een voorstel, inhoudende een verlaging van de voor de sigarenmakers gevraagde verhooging doch dit voorstel werd door de patroonsbestuurders verworpen. Toen kwamen, na breedvoerige bespre kingen, de vertegenwoordigers der pa troons-organisaties er toe een nieuw loon- voorstel voor de sigarenmakers te doen, doch ook dit voorstel werd door de ver tegenwoordigers- der werklieden-organisa ties afgewezen. Daar de patroonsbesturen dit voorstel als het aller-uiterste hadden verklaard, ver klaarden de vertegenwoordigers van den Ned. Bond en de Federatie na het on aannemelijk ook over het laatste patroons- voorstel zich bereid over de voorstellen betreffende de andere groepen verder te onderhandelen, terwijl de vortegenwoordi- gers van den R. K. en Chr. Bondvoorstel- den het geheel der voorstellen aan arbi trage te onderwerpen. De patroonsbesturen zullen binnen en kele- dagen gevraagd is vóór of op AVoensdag 29 dezer hun antwoord over dit arbitrage-voorstel zenden. Leuven, 21 Oogst 1928. Eén groot voordeel van het logies in de Naamsche Straat is, dat wij one dicht bij de Sint Pieter, de hoofdkerk van Leuven, bevinden en dus 's morgens niet wijd hoe ven te loopen, om het voornaamste werk van den dag te doen. De Sint Pieter is een prachtige proeve van gothiek uit het einde der vijftiende eeuw en werd gebouwd naar plannen van den bekwamen architect Sulpice van Vorst, ofschoon de monumentale voorgevel te danken is aan een anderen bouwmeester, n.l. Gilles 'Stuerbout, die na den dood van eerstgenoemde, maar vóór den definitie ven afbouw der kerk ttadsarchitect van „Loven" werd, zooals Leuven eertijds heette. De Sint Pieter heeft door een grooten wereldoorlog helaas veel geleden, zooals den lezer wel bekend zal zijn, maar men is al geruimen tijd dapper bezig met gron dig restaureeren, zoodat zij eenmaal haar ouden luister herwinnen zal. Een slinger van achtentwintig kapellen heeft zich neergelegd rondom het hoogaltaar en strekt zijn beide einden langs het noorder en zuider zijschip uit tot aan den hoofdin gang, die naar het Westen ligt, terwijl vele kapellen gesierd zijn met schilderstukken van Vlaamsche meesters oa. van, Thierry Bouts, die hier vertegenwoordigd is door twee paneelen: een Laatste Avondmaal en de Marteling van Sint Erasmus. Na ons gewone morgenwerk daar gedaan te heb ben, klommen wij weer rustig door den mooien dag, die glansde van zon en blauwe lucht, naar den Keizersberg, om daar ons- belgisch, d. w. z. sober ontbijt te nuttigen, te luisteren naar Dom Paul de Vooght, monnik der Abdij, die ons drie kwartier interessant bezig hield met zijn lezing over een uiterst moeilijk vraagstuk: het Latijn als kerktaal, en dan een gemoedelijke les in Gregoriaanschen zang te volgen van Dom Suitbert Caron, die in de laatste jaren zich in Holland eenige bekendheid heeft verworven door cursussen in Gregoriaansch welke hij al op verschillende plaatsen van ons land met succes gehouden heeft. Dom Suitbert was er voor, dat wij in de Con ventsmis van tien uur de vaste stukken van de H. Mis met de koormonnikken zouden meezingen en wilde ons daarop voorberei den door een zangrepetitie, die hij op han dige wijze wist te geven. De Conventsmis is voor mij en voor wien eigenlijk niet? een der schoonste momenten van den dag, als ik in een Be nedictijner Abdij gelogeerd ben. Ja, het is het hoogtepunt van dcfl dag, van het opus divinum, het „goddelijk werk", zooals de Benedictijnen hun 'liturgische dagtaak noemen. Eerst reciteert men ter voorberei ding de Terts en dan begint het plechtig Misoffer, dat dezen keer van het Octaaf van O. L. Vrouw Hemelvaart was. Hoe glanzend klonk het ingangsgebed: Gau- deamus omnes- in Domino! En ook de overige gezangen, hoe was het allemaal af en een lust, om te hooren. En ook de ru brieken, hoe correct, ik zou haast willen zeggen hoe galant en hoofsch en ridderlijk werden ze alle uitgevoerd. De apologeti sche waarde van dergelijke plechtigheden kan, dunkt ons, moeilijk te hoog worden aangeslagen. Wie zoo iets meemaakt, hij zij Jood, ketter of heiden, moet toch wel getroffen worden door de ontroering, die er van onzen godsdienst uitgaat, en zal de herinnering aan deze kennismaking als een zoetheid heel zijn leven meedragen. Om kwart over elf zou het bij de Benedic tinessen van Sint Geertrui in de Mechel- sche straat gezamenlijke vergadering wezen, d. w. z. zoowel voor de dames-deel neemsters, die daar allen gelogeerd zijn, als voor de heeren-deelnemers. die deels op den Keizersberg deels in de stad zijn ge huisvest. Als- spreker zou daar optreden de ons totaal onbekende Eerw. heer De Kesel uit Gent met een verhandeling over de Liturgie der Stervenden. Maar een verstandig mensch moet van tijd tot tijd zijn ijver weten te menageeren, anders houdt hij het physiek en psychisch niet vol en zou hij van het goede teveel krijgen. En daarom besloten wij den tijd, die ons restte vóór het middagmaal, rustig in de abdij door te brengen en te vullen met een beetje leeswerk. Een maaltijd in een Benedictijner-abdij is altijd een aangename bezigheid. Lezer, u lacht natuurlijk en verdenkt mij van culinaire strevingen. Maar ten onrechte, want een benedictijnsch maal is 'n sobere plechtigheid. Neen, wij bedoelen dit: on der zoo'n middagmaal heb je een mooie gelegenheid om je gedachten over ver schillende dingen te laten gaan. Alles gaat in zoo'n refter even ordelijk. Vooreerst het liturgisch tafelgebed, dat een aparte, een zekere effen stemming in je teweeg brengt. Dare begint de voorlezer vanuit zijn to rentje rechttonig (recto tono) zijn lectuur uit de H. Schriftuur of een heiligen leven. Een oogenblik is alles nog stil, iedereen is bewegingloos en luistert. Maar na een of twee minuten geeft de Abt een zachten tik en de dienbroeders beginnen gezwind, maar toch bijna geruischloos de spijzen binnen te brengen en te verdeelen. Aan alles wordt gedacht en niemand komt iets te kort, al wordt er geen woord ge sproken. Ik heb een gunstige plaats, tegen den muur, en kan de heele refter overzien. En wij verbazen ons weer, zooals reeds zoo vaak, hoe in zulk een groote communiteit ieder zijn plicht doet, gaarne en vriendelijk, jaar in, jaar uit, zonder een wanklank te laten hooren. Waar vindt men dat buiten het Katholieke kloosterleven? Frederik van Eeden heeft het geprobeerd in Bussum en Kees Boeke in Bilthoven en nog zoovele anderen elders, maar 't werd immer een fiasco. Zooiets kan de katho lieke Kerk alleen, omdat Zij alleen be schikt over een-legio van bovennatuurlijke en tegelijk let daar ook op, a.u.b. fijn- zielkundige middelen, 't Ik jammer, dat de beperkte ruimte van een krantenartikel niet toelaat op dit laatste wat dieper in te gaan. Na een gepaste recreatie, die wandelend werd doorgebracht in den heerlijken hof der abdij, vanwaaruit men een fijnen blik heeft over heel Lovensteê, gingen wij tegen drie uur naar het klooster van Sint Geer trui, om Pastoor van Beukering uit Rot terdam te hooren praten „over de manier van Mishooren". Wat deze man uit de praktijk vertelt over liturgische kwesties, is altijd waard, om aangehoord te worden. Vooreerst is hij als geen ander in Neder land thuis in de liturgische beweging, waarvan hij tot de allereerste pioniers .alweer in ons land, bedoel ik gerekend moet worden en beoefent hij in zijn kerk te Delfshaven de Liturgie op een wijze, die van heinde en ver de aandacht trekt. Maar bovendien heeft pastoor van Beukering een aangename voordracht over zich, die sterk boeit. Zoo langs zijn neusweg weet hij met welluidende stem en op eenvoudige manier allerhande punten, die den openbaren eere- dienst raken, uitnemend te belichten. Zoo nu en dan komt er een geestig grapje bij te pas, soms ook weet hij zijn lezing te mengen met een druppeltje satyre, waar schijnlijk om met zoo'n beetje specerij zijn woorden beter te conserveeren en te doen onthouden, waarin hij wonderwel slaagt, want wij herinneren ons nu nog opmerkin gen, welke wij hem jaren geleden hebben hooren ten beste geven. Zoo vanmiddag weer. Wij hebben dezen pastoor met zijn breed, rustig, ja, om in de taal van dit land te blijven, gezapig postuur, maar helderen en vieven en vluggen geest zóó praktisch hooren spreken over de H. Mis, dat het ons lang heugen zal. Na het koffiedrinken om vijf uur, wat heusch een gezellig moment geeft, kregen wij óók in het Sint Geertruiklooster weer eens pater Dr. Reijpens S.J. te hoo ren over een uiterst belangrijk onderwerp als „Kerkelijke Kunst", maar wij haasten ons te verklaren, dat de geleerde priester dezen middag, in tegenstelling met giste- UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 25 Augustus, Hilversum, 1071 M. 12.302.Lunchmuziek door het Tno Courtel. 2.4.Aansluiting van het Theater Tu8chinsky te Amsterdam. Concert door het theater-orkest o.l.v. Max Tak. Optre den van solisten. „The ramblers", dans-or- kest o.l.v. Theo Uden Masman. 4.5.30 Aansluiting va.n het Kurhaus te Scheveningen. Dansmuziek door Jack Ray monds' orchestre en Casanova et ses Ar gentines. 6.7.45 Concert door het Omroep-or- kest o.l.v. Nico Treep. Paul Pul, bariton. Egb. Veen a.d. vleugel. Tot slot een ope rette-programma. 8.— 9de VARA-zomer-avondprogramma. Huizen, 340,9 M. (N a 6 u u r 1870 M.) (Uitsluitend K. R. O.-uitzcndingeu). 12.301.30 Lunchmuziek door het Trio „Winkels". 5.307.Gramofoonmuziek. 7.46—8.15 Spr.: Dr. A. C. Hoffman uit Gouda: De heksenwaag te Oudewater. 8.15 Concert. Mevr. Dido Zuidberg, Jkvr. Strick v. Linschoten, zang. Het K.R.O.-or- kest o.l.v. M. v. d. Ende. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 1.20—2.20 A. Brown's kwintet. 3.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.50 Nieuwsber. 7.15 Muziek. 7.20 Omroep-besprelring. 7.35 De liederen van Moussorgsky voor sopraan. 7.50 Lezing: Are you in your element. 8.05 Ida Chrispi: Liedjes. 8.20 Concert. 9.35 Mr. Thornton Wilder leest voor uit zijn stuk „Leviathan". 9.50 Nieuwsber. 10.10 „Djinn and bitters", vroolijke sce nes van Seyler. Muziek van Milton en Pep- „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 12.502.10 Gramofoonmuziek. 5.055.50 Dansmuziek. r 8.50—11.20 Concert. Orkest o. 1. v. Hr. Renauld. Vocale en instrumentale solisten. Langenberg, 469 M. 12.30—1.10 Mechanische muziek. 1.252.50 Orkestconcert- 6.20—7.15 Concert. Dubbelkwartet „Beet hoven". 8.05—9.05 Hermann Löns-viering. Cause rie en liedjes bij de luit. 9.10 Vroolijke avond. Daarna tot 1.20 Dansmuziek. Königswusterhausen, 1250 M. (Z e e a e n). 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.35 „Dee Humor liegt auf der Strasse", causerie. Daarna concert op twee piano's. 10.5012.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert. Operette's. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Urwerk, blaasbalg en motor, mecha nische muziek. Daarna dansmuziek tot 11.20. Brussel, 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Orkestconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Concert voor cello en piano. 9.20—10.35 Concert in het Kurhaus Ostende. ren, bizonder goed op dreef was, zoodat we op 't laatst nog spijt hadden, dat hij zich weer nauwkeurig aan de veertig mi nuten hield. Het programma vermeldde na de lezing van Dr. Reijpens een wandelvoordracht door het Bcnedictinessenklooster van Sint feuilleton. :R iet Duitsch van J. ARNEFELDT BrtaaJd door Jac van Emden. en Otto poogden vergeefs, het ra- meisje te kalmeeren, haar woorden- pi was niet te stuiten. Gabler kon l wo»rd uitbrengen. De ontzetting [ju1 z.1iQ..ton£ verlamd te hebben. Ein- I cum1 za°ht en met onzekere stem: I til toch, Aurelia, arm kind, wat wind toch op lil.8 een wonJer? riep ze uit, L. pUstaaf Forberg niet op een penjke manier beleedigd? Ik wil on- TO naar hem toe, ik wil hem op ■m-, ?en ver£iïfenis vragen en ik zal Iken 3n' V°0r hij 26 heeffc *e" ïLb?aru?0U nu maar laten, waar- C ar koeltie!- - Ik heb je dat een man zich ■en tf Lkeen kan zetten! Bo- benink ™or dergelijke dingen blaar ngeen hij gaat vandaag «ka t. en om vandaar uit naar Tr- te vertrekken. Eenl™"," haaSt is or bÜ' F naar k ZW ".u ook Gabl". - al* hem toeging, zou je alles be- pèegen w. dat. JllUane i* n°oil 1 J® tijd af! e" Z1) 'B bli haar broer' Moet ik hem op reis laten gaan, moet de zee ons scheiden Ik zal hem wel gaan opzoeken, be sliste Gabler, ik was zijn vaders beste vriend, het is niet meer dan natuurlijk, dat ik zijn kinderen nu ga opzoeken om hun mijn mededeeling te betuigen en mijn hulp aan te bieden. De jonge Forberg zal misschien wel een bijdrage voor zijn reis- op mij, kind, ik zal alles weer voor je in op mij, kind, ik zal ales weer voor je in orde brengen. Lore, geef me dadelijk mijn jas en hoed en mijn parapluie. Hij was plotseling zeer spraakzaam ge worden en liep bedrijvig van de huiska mer naar zijn slaapkamer heen en weer. Blijf jij bij Aurelia, Otto, laat haar niet alleen, verordende hij, maar zijn doch ter wees dit verlangen driftig van de hand. Ik wil alleen zijn! Ik kan nu niemand om me heen velen Otto was maar al te blij aldus van zijn functie van trooster af te komen; hij ging tegelijk met zijn vader de deur uit. Juliane en Gustaaf waren nog maar pas thuis, toen er een auto voor de deur stilhield en Gabler binnentrad. Met een gelaat vol deelneming en uitgebreide ar men liep hij op hen toe en zei met ver stikte stem: Beste kinderen, als de beste en oudste vriend van jullie vader wil ik de eerste zijn die met jullie treurt; ik heb dadelijk een taxi genomen toen ik van Otto het vreeselijke Zachtjes, meneer Gabler, viel Ju- liane hem in de rede, onze arme moe der weet er nog niets van. Gabler knikte begrijpend en wilde op zachter en toon voortgaan, maar Gustaaf was hem voor: Qns verdriet is op dit oogenblik nauwelijks grooter dan sedert weken het geval is geweest. Het zijn al leen de bijomstandigheden, die de zaak zoo gruwelijk maken. Dat onze vader het slachtoffer van een misdaad was gewor den; daarvan waren wij van den aanvang af overtuigd. Daar was ik óók van overtuigd. In den laatsten tijd schijnt die over tuiging toch wel wat aan het wankelen te zijn geraakt, kon Juliane niet nalaten te zeggen. Ik? riep Gabler diep gekrenkt, o, ik weet wat je bedoelt! Maar Gustaaf, waar om heb je mijn onverstandige, geexalteer- de dochter haar ondoordachte uitingen zoo zwaar aangerekend. Ondoordachtzaam? Ja, ondoordachzaame herhaalde Gabler met nadruk, terwijl hij Gustaaf's hand greep. Als je wist wat een be rouw ze heeft, hoe ze door verdriet en verlangen naar jou wordt verteerd, dan zou je niet meer boos op haar zijm Dat ben ik ook niet! Bravo! Dat is mooi, dat is nobel van je! riep Gabler zonder te letten op den onverschilligen toon, waarop Gustaaf ge sproken had. Je vergeeft haar dus en je vindt goed, dat ze bij je komt en je om vergiffenis vraagt. O neen, dat niet, meneer Gabler. Ze heeft het al willen doen, ik heb" haar met geweld tegengehouden. Gustaaf, liefde vergeeft alles, zet nu de kroon op je goedheid en ga met me mee. Neen, meneer Gabler, zei Gustaaf be slist, en voor Julia was dit een .verade ming. Ze was bang geweest dat haar broer zich zwak zou toonen. Ik wensch uw dochter niet weer te zien. Maar je hebt me toch zelf gezegd dat je niet meer boos op haar bent! Dat ben ik ook niet. Ik kon haar zelfs vergeven, maar ik ben tot de ont dekking gekomen dat ik nooit van haar gehouden heb op de manier, waarop de man houden moet van de vrouw, waarmee hij trouwt. Dat is niets dan inbeelding; dat komt allemaal weer terecht; je bent nu opgewonden, hernam Gabler. Ja. En ik heb bovendien op het oogenblik wel wat anders aan mijn hoofd dan redenaties over liefde, zei Dr. For berg voor zijn doen ongewoon scherp. Dat is zoo, ik heb van Otto gehoord dat je op het punt staat, naar Amerika te vertrekken, zei Gabler. Hij was slim genoeg om te begrijpen dat hij over Aurelia nu niet verder moest doorpraten. Een woordje, mijn jongen. Hij nam Gustaaf terzijde en bood hem een voorschot aan voor zijn reiskosten. Ik weet dat mijn arme vriend geen schatten heeft nagelaten en dat jullie veel zorgen hebt. Dat zal nu gauw genoeg ver anderen, maar voor het oogenblik zijn je middelen waarschijnlijk niet voldoende, dus neem het aan, drong Gabler aan. Ik kom er het eerst voor in aanmerking en met de terugbetaling hoef je je niet te haasten. Maar Dr. Forberg wees het aanbod zeer beslist van de ha-nd. Wel wist hij nog niet, ;waar hij het geld voor de reis van daan moest halen, maar hij zou liever hun laatste stoel hebben verpand, dan Gabler's schuldenaar te wordenzijn heele ziel kwam daartegen in opstand. Het is een stijfkop en toch heb ik het zoo goed met hem voor. Met deze woorden wendde Gabler zich nu tot Ju liane, maar dan blijft mij niets anders over dan hem een voorspoedige reis te wenschen en te maken dat ik wegkom. Wees jij niet zoo eigenzinnig, Juliane; als je broer weg is en je hebt raad en hulp noodig, dan weet je waar ik woon. Wil je me dat beloven? Hij liefkoosde de hand van het jonge meisje, maar ze antwoordde slechts met een kort „dank u", dat voor velerlei uit leggingen vatbaar was. Met nog telkens herhaalde betuigingen van zijn deelneming en van zijn bereid willigheid om te helpen, nam Gabler af scheid om plaats te maken voor een an der be7.oek, dat korten tijd daarna kwam: dat van Geheimrat Graupner met zijn kleindochter. Met een uitroep van verrassing snelden broer en zuster hun tegemoet. Als Mohammed niet tot den berg komt, dan moet de berg wel tot Moham med komen, zei de oude heer, terwijl hij de kamer binnentrad. De tijding die ik van mijn zoon heb gekregen is anders wel geschikt om bergen te verzetten. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5