DE APOSTELEN PLUKKEN
KORENAREN OP SABBATH
Handwondjes
PUROL
BENOEMINGEN.
Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft benoemd tot kapelaan te Wagenin-
gen den Weleerw. heer H. A. A. Ninte-
man, tot kapelaan te Veenhuizen den
Weleerw. heer J. M. te Riele (neomist),
tot kapelaan te Breukelen den Weleerw.
heer L. S. ter Schure, tot kapelaan te
Munstersche Veld, den weleerw. heer Ch.
ten Velthuis, tot kapelaan te Ankeveen
den Weleerw. heer J. L. Smulders, tot as
sistent te Mariaparochie den Weleerw.
heer J. W. N. Delteijk, en tot assistent te
Irnsum den Weleerw. heer A. H. M. San
ders, de vier laatsten 22 Juli j.l. priester
gewijd.
De Bisschop van Haarlem over het
H. Hart-werk der schilden.
Het secretariaat, van het H. Hart, „Re-
gina Coeli" te Blocmendaal (N.-H.) mocht
het volgende eigenhandig schrijven ontvan
gen van Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent,
Bisschop van Haarlem:
Evenals onze Doorluchtige Voorganger,
verleenen Wij volgaarne Onzen Bisschop-
pelijkcn Zegen aan het werk, waarvoor gij
u met zooveel zorg beijvert, „het versprei
den der schilden van het H. Hart."
Het heeft ons bijzonder getroffen, dat
de tekst der toewijding aan het H. Hart
reeds in honderd vijftig talen is verspreid,
en dat dus de devotie tot Jezus' Allerhei
ligst Hart over geheel de wereld tot groe
ten bloei wordt gebracht.
Het is Ons een behoefte des harten, U
onze erkentelijkheid en waardeering te be
tuigen voor uwe werkzaamheid en ijver in
deze.
Gaarne beloven wij U, dat Wij niet zul
len nalaten, de rijkste zegeningen van het
Goddelijk Hart over dit schoone werk af
te smeeken.
(w.g.) f J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem.
Haarlem, 18 Aug. 1928.
74
Ja, het gaat slecht den laatsten tijd.
Vrienden, ge laat mij leelijk in den steek,
hoor. Ik heb waarlijk al mijn Boomsehe
vertrouwen op de Voorzienigheid noodig
om er den moed in te houden.
Het nieuwe Missiehuis begint vorm en
kleur te krijgen en' sommige mensehen vin
den dat al een heele prestatie, maar zij
vergeten dat ik er enorm veel geld voor
heb moeten leenen en voor de last van
rente en aflossing zit. Dat loopt in de dui
zenden. En denkt dan eens wat de dage-
lijksche uitgaven aan eten, drinken, brand,
licht enz. enz. enz.
Vrienden, denkt toch a.u.b. niet dat ik
er boven op ben, omdat het nieuwe huis
zijn voltooiing nadert. Neen, het ergsic
moet nog komen. Gelooft mij gerust, ik heb
nooit uw hulp zoo hard noodig gehad als nu.
Ik wou dat ik u allen hier eens voor mij
had staan, al was het maar voor een paar
minuten, en dat ik het u eens zeggen kon,
zoo, met uit mijn hart gegrepen woorden;
dat ik u eens mondeling duidelijk kon
maken hoe uiterst zwaar de zorgen, van
zoo'n stichting zijndat ik u eens kon aan-
toonen dat u waarlijk niet tot de rijken
behoeft te behooren om mee to helpen. Ja,
de rijken!! Wanneer krijgt men nu eens
een gift of een goede steun in de rug van
wat men de rijken noemt?
U staat verwonderd En toch is het
waar: geen twee op de honderd giften heb
ik tort nu toe gehad van wat men rijke
menschen zou kunnen noemen, maar ik heb
wel met ontroering giften ontvangen van
een arme weduwe-werkvrouw, een dienst
meisje e.d.
Interessant hoe iemand zich tegen mij
beklaagt dat hij jaarlijks zeven a acht dui
zend gulden aan belasting moet betalen,
een vrijgezel van bij de tachtig jaar en mij
met een kwartje afscheept. Arme man
Ja, arme, arme man
Komt, vrienden, toont nu eens spoedig
dat u het goed met O. L. Heer en Zijn
Hoornsch Missiehuis meent. Zoo u weet
kunt u mede-stichter(es) worden door in
eens of bij gedeelten honderd gulden te
schenken. U kunt geld geven legen rente
gedurende uw leven. Verder is natuurlijk
iedere gift welkom.
FATHER LEFEBER,
Directeur.
Missiehuis, Hoorn. Postrek. 120937.
Er is natuurlijk niet één van mijn lezers
meer die nog een testament heeft waarin
„De stichting het Sint BonifaciuB-Missie-
hiris te Hoorn" niet voorkomt.
KERKELIJK LEVEN
De gemiddelde jaarlijksche in
komsten der protestantsche mis
sies bedragen 55 millioen dollars.
Londen. De jaarlijksche inkomsten der
protestantsche missies over de geheele
wereld over de jaren 1925, '26 en '27, be-
loopen een gemiddelde van 35.912.215.76
Van dit bedrag is 66 afkomstig uit ds
Vereenigde Staten en Canada, 20 uit
Groofc-Brittanje, 5 uit Scandinavië, 2
uit Australië en de rest in kleine percen
tages van andere landen.
Het is eigenaardig dat Zuid-Afrika, dat
toch als missieland wordt beschouwd, bij
na een half millioen dollars heeft ge
schonken. De Scandinavische landen, die
Denemarken, Noorwegen, Zweden en Fin
land omvatten hebben samen 2.844.469 dol
lars bijeengebracht. Men kan een opval
lend verschil constateeren tusschen Hol
land, dat 508.870 dollar bijbracht en Bel
gië dat slechts 2.968 dolars heeft geschon
ken. Deze cijfers geven duidelijk de be-
trekelijke protestantsche verhouding in
de beide landen weer.
Deze opbrengsten ten gunste der pro
testantsche missies vloeien niet voort uit
renten van reeds geplaatste fondsen. Men
moet het feit in aanmerking nemen dat
van de 37.000.000 die de U. S. A. en Ca-
nadoa. in 1926 bijeenbrachten, meer dan
„Als gij in het korenveld van uwen naas
te komt, moogt gij aren plukken, en met de
hand ze stuk wrijven; met de sikkel ech
ter moogt ge ze niet maaien", zegt het
Wetboek, dat gold voor de Joden (Deute-
ronomium 23 25).
Deze wet was natuurlijk ook bekend aan
de Apostelen van Christus, en ze hebben
dan ook overeenkomstig die toestemming
der wet gehandeld.
Daarover zijn ze ook niet aangevallen
door de farizeeërs, maar wel over het feit,
dat het op Sabbath gebeurde.
Na heb Paaachfeest te Jerusalem ge
vierd te hebben, was Jesus met de zijnen
wederom naar Galilea teruggekeerd.
Op eenen Sabbath nu wandelden zij
door een korenveld, en de Apostelen pluk
ten onder het wandelen van de korenaren
af, wreven die tusschen de handen stuk,
en stilden aldus hun honger.
Jesus en zijn volgelingen waren geen be
zitters van rijkdommen, en het blijkt hier
wel, dat ze nu juist geen overvloed van aage-
lijksch eten genoten, want de Evangelist
Mattheus, de vroegere rijke tollenaar, zegt
zelf, dat de Apostelen hongerig waren.
Jesus zelf was arm, geboren uit een
arme moeder, in het armoedigste plekje
van de wereld; en zijne volgelingen, de
Apostelen, hadden alles verlaten om Jesus
te volgen. Het heilig gezelschap moest dus
leven van de giften en gaven van degenen,
die hun goed gezind waren. Over die ga
ven was Judas aangesteld als de bewaar
der en verzorger.
Hadden nu die Apostelen iets verkeerds
gedaan met het plukken der aren?
Wie onzer zou zoo kleingeestig willen
wezen?
Maar de farizeeën, de haters en vijanden
van Christus, waren, ook op het appèl;
waarschijnlijk hadden zij opdracht overal
Jesus te volgen, opdat het hun lukken
mocht Hem in een of andere overtreding
van de wet te betrappen, en Hem .m te
kunnen overleveren aan het gerecht. Dan
zou toch zeker wel daardoor alleen reeds
blijken, dat iemand, die door de rechtbank
veroordeeld worden moest wegens wet-
overtreding, de ware Messias niet kon
wezen.
Een der voornaamste wetten was zeker
wel de wet op de viering van den Sab
bath, en we zien, dat in hét leven van
Christus telkens door de Joden aanmer
king wordt, gemaakt op het overtreden van
die wet door Jesus. Speciaal op dat punt
hebben ze Hem wel vervolgd.
En nu ook hier; aanmerking maken op
het plukken zelf, kunnen ze niet.maar
het was Sabbath.
Ze wenden zich met hun schijnheilig ge
zicht tot Christus en zeggen„Zie, uw leer
lingen doen iets, wat op Sabbath niet ge
oorloofd is te doen".
Zeker werd door de wet verboden, om
op Sabbath slafelijken arbeid te verrich
ten, en zoo was het verboden, op Sabbath
te oogsten en te koken. Goed. Maar werd
hier dan geoogst, toen de Apostelen enkele
aren plukten? Werd hier dan soms ge
kookt, toen ze die aren tusschen hunne
vingeren fijn wreven? Of was hier sprake
van slafelijken arbeid?
De goddelijke Wetgever zelf heeft een
heel wat breedere opvatting, dan de men-
schelijke zifters, die overal venijn uit we
ten te zuigen; breeder, dan de peuterige
farizeeën, die in alles maar een wetsover
treding zien, daar ze veel te veel hangen
aan de letter van de wet, en den waren
geest missen.
De Sabbath is toch ingesteld ten bate
van den mensch, voor zijn welzijn; en niet
omgekeerd is de mensch voor den Sab
bath. Deze moet den mensch niet ten na
deel zijn naar ziel of licham, want dan
houdt de verplichting op.
Deze uitleg is die van Christus zelf in
zijn antwoord aan de farizeeën. Hij herin
nert hen aan een geschiedenis van Davkl,
een voorval, dat de Joden natuurlijk heel
goed kenden.
David, de held van Israël, kwam in groo-
te moeilijkheden en lijden, de voorbereiding
tot zijne verheffing. Zijn vriend Jonathas
had hem uit het oog verloren en was met
bloedend hart naar Gabaa teruggekeerd.
Van al de zijnen gescheiden, en verlaten,
ongewapend, zonder voedsel en zonder
huisvesting, geen oogenblik zeker van zijn
leven, had hij niets overgehouden, be
halve zijn vertrouwen op God en de be
wustheid zijner onschuld. Hij vluchtte voor
Saül in de rjehting van .Terusa'cm en kwam
te Nobe, oen kleine stad, nog geen uur van
Jerusalem verwijderd. Hier stond de ta
bernakel en woonde de hoogepriester Achi-
melech met vele priesters.
De hoogepriester wist niet wat hij er van
denken moest, toen hij David, onvergezeld
en ongewapend, bij den tabernakel ont
moette.
Nadat David hem een korte verklaring
had gegeven, vroeg deze den hoogepries
ter: „Als gij dan nu iéts bij de" hand hebt,
al zijn het. slechts vijf brooden, geef ze mij,
of wat ge ook vinden moogt".
Daar de hoogepriester geen brood had,
dan alleen het heilige brood, dat in de
tabernakel was, gaf hij dit aan Davicf, na
diens verklaring, dat hij „rein" was.
Hij oordeelde hier een geval van nood
aanwezig, en achtte zich dus gerechtigd
aldus over de toonbrooden te beschikken,
opdat David zijn honger zou kunnen stil
len.
Evengoed dus als de hoogepriester on
schuldig was bij het weggeven der toon
brooden aan David, evengoed waren de
Apostelen onschuldig, toen zij het onge
wijde koren plukten in het veld van een
ander, omdat zij, gelijk David, honger had
den.
Bovendien herinnert Christus de Joden
aan het werk, dat de priesters op den Sab
bath verrichten in den tempel, waar zij
zware diensten doen, en daarmee toch niet
komen in conflict met de Sabbathsrust.
Wij zouden dat in onzen tijd kunnen il-
lustreeren met het voorbeeld van een kos
ter, die op Zondag bijv., omdat er Maan
dags een uitvaart moet zijn, het altaar in
rouw gaat zetten; ook deze zal toch nie
mand verdenken van schending en onthei
liging van den Zondag. En waarom niet?
Omdat het nu eenmaal noodzakelijk is, dat
zulke bezigheden gebeuren.
Wij kunnen er ook hier weer op wijzen,
dat bekrompen uitleggers van een wet
of voorschrift, in den regel veel strenger
zijn, dan de liooge wetgever zelf.
Maar wat betreft de Apostelen, die den
Sabbath zouden hebben geschonden door
het plukken van korenaren, moet worden
in aanmerking genomen, dat zij, reizend en
trekkend met den Meester Christus, in
veel verhevener dienst waren dan de pries
ters in den tempel der Joden.
Er is echter nog iets anders.
De wet op de Sabbathrust is afkomstig
van God zelf; daarom is ook ieder mensch,
wie hij dan ook zij, er aan gehouden.
Hier was nu die allerhoogste Wetgever
zelf aanwezig, daar Christus zélf immers
God is. En daarop beroept zich Christus
dan ook, wanneer hij den Joden ten ant
woord geeft, „dat de Menschenzoon heer
is van den Sabbath". Als God kan Hij met
de wetten handelen zooals Hij dat wil; Hij
is aan de wet niet gebonden, en Hij kan
de wet veranderen, en zelfs ook uitzonde
ringen toestaan.
Geheel ten onrechte dus werden de
Apostelen beschuldigd van schennis der
wet, nu Christus zelï goedvond, dat zij da
graankorrels plukten.
En een,heel leelijk ding in de beschuldi
ging door de farizeeën was wel dit, dat zij
voortkwam uit haat en afgekeerdheid, en
uit zucht om te vitten op alles, wat door
en bij Christus gebeurde, omdat zij Hem
nu eenmaal niet konden verdragen.
Daarom herinnert Jesus hen aan het
woord van den profeet Osee: „Ik wil barm
hartigheid en geen offers", en zegt Hij:
als ge daaraan gedacht.had, zoudt ge geen
onschuldigen hebben veroordeeld.
Wij kunnen uit deze geschiedenis zeker
ook dit leeren, dat, bij alle beslistheid en
zekerheid van de wetten van God, er toch
een groote mate van aanpassing aan ver
schillende omstandigheden van personen
en tijden moet bestaan; dat er bij den
uitleg der wetten een flinke breedheid van
opvatting moet heerschen.
De wetten van God en de Kerk zijn
geen instrumenten om te dwingen, maar
om te werken ten bate van het welzijn
der menschen. Zoo gauw als dus het
welzijn der menschen in het gedrang zou
komen door een wet, spreekt het vanzelf
dat dan de wet niet in al haar strengheid
zal moeten worden gehandhaafd.
Vandaar dat wij het de gewoonste zaak
van do wereld vinden, dat iemand, die er
te zwak voor is, niet behoeft te vasten
dat iemand, die alleen in staat is een heel
ernstige zieke' te verplegen, des Zon
dags niet mag wegloopen, om de H. Mis te
gaan bijwonen, en de zieke aan zijn lot
over te laten; dat men op Zondag gerust
de brandweer mag roepen, om een woning
tegen het vuur te beschermen, wanneer
dit zou dreigen.
Deze en dergelijke voorbeelden zijn zoo
duidelijk, dat niemand er twijfel over heb
ben zal; er kunnen zich echter ook wel
andere vragen voordoen, waarbij de op
lossing niet zoo eenvoudig is; dan wende
men zich tot hen, die ervaren kunnen wor
den geacht in den uitleg van de wetten
Gods en die der Kerk.
Ten slotte bewonderen we in Christus
hier bij deze gelegenheid wederom Zijn
tact, om de vijanden te wijzen op hun ver
keerd begrip, nl. zóó, dat zij, als ze maar
wilden, heel gemakkelijk hun verkeerde op
vatting konden prijsgeven, door zich te
onderwerpen aan Hem, die zich voor hen
verklaarde als de hoogste wetgever, ab
de Menschenzoon, aan wien zij met een
gerust hart zich konden toevertrouwen,
wat betreft hun Godsgeloof.
De koppen van velen echter waren te
hard, en de harten te vol van haat, om in
nederigheid Christus' volgelingen te wor
den.
32.000.000 van in lezen zijnde donateurs
afkomstig waren. Deze statistieken wor
den gepubliceerd door de „Revue Inter
nationale des Missions" en geven alleen
de inkomsten aan van die missiegenoot
schappen wier leden deel uitmaken van
de Internationale Missie Raad.
Een Chineesch bisschop organi
seert de katholieken tegen het
radicalisme.
Lyhsien (Chili, China). De Apostolisch
Vicaris van Lyhsien, een Chineesch in
lander, heeft, teneinde het radicalisme be
ter te kunnen bestrijden, de katholieken
georganiseerd voor de verbreiding der ka
tholieke dogma's. De Vicarius, de Hoog-
eerw. Heer Mgr. Melchior Soucn C. M.
heelt een genooteohs-p van katholieke ao-
tie opgericht, met plaatselijke afdeelingen
in de parochiën en een centrale organisa
tie die uit afgevaardigden van parochieële
takken bestaat.
Lyhsien, in het midden van het Zuid-
Oostelijk deel der provincie Chili, in
China, staat onder de leiding der Laza
risten. Er zijn ongeveer 25.000 katholieken
Zendbrief van Z. H. Paus Pius
XI aan de eerdbiedwaardige
broeders en Zeereerwaarde over
sten in China, aan zijn beminde
zonen, priesters en geloovigen,
en door hun bemiddeling aan
heel het groote en edele Chi-
r.eesche Volk.
„De Heilige Vader, die steeds met de
diepste belangstelling de gebeurtenissen
INGEZONDEN MEDEDEELING.
doen pijn bij den arbeid en leiden r
vaak tot verzwering of bloejk
vergiftiging. Reinig ze altijd dtfae-
lijk en behandel ze verder met
Doos 30-60-90 ct.
in China gadeslaat, en Die de eerte was
om China in volkomen gelijkheid van ziel
en met een groote oprechte sympathie te
beschouwen, wat hij bewezen heeft door
persoonlijk in de St. Pieter te Rome de
eerste Chineesche bisschoppen te wijden,
verheugd zich oprecht en brengt dank
aan den Allerhoogsten bij het beëindigen
der burgeroorlog; hij vleit zich met de
hoop dat een duurzamen vrede, die rijke
vruchten zoowel voor het binnen- als voor
het buitenland zal opleveren, en die ge
grondvest zal zijn op de beginselen van
christelijke liefde en rechtvaardigheid, zal
worden gegrondvest. Voor het sluiten van
een zoodanigen vrede heeft Z. H. het vol
ste vertrouwen, dat de wettige eischen en
rechten van een natie, die numeriek de
grootste der wereld is, een natie van oude
beschaving, dei grootheid en glans heeft
gekend, volkomen zulen worden erkend,
want, als deze natie zich op den weg van
recht en orde zal weten te handhaven, zal
ze zeker 'een groote toekomst bereiken.
De Heilige Vader verlangt dat de ka
tholieke missies hun medewerking zullen
verleenen tot den vrede, het welzijn en
den vooruitgang van China, en, zooals hij
reeds in zijn zendbrief van 15 Juni 1926
zeide: „Ab ipsis Pontificatus primordiis"
tot de oversten in China, en hij herhaalt
het trans, dat de katholieke kerk den eer
bied en de gehoorzaamheid aan ieder ge
zag van wettelijke constitutie toepast en
onderwijst; en voor haar missionarissen
en geloovigen slechts de vrijheid en de
veiligheid vraagt die de gewone wet waar
borgt.
Zijne Heiligheid draagt aan alle waar-
dighcidsbekleeders als essentieel deel der
evangelischen arbeid, de organisatie en
uitbreiding op van alle katholieke actie,
opdat alle katholieke geloovigen van bei
de seksen, doch vooral de jonge lieden,
door het gebed en de goede werken zul
len bijdragen tot den vrede, tot het so
ciaal welzijn en de grootheid van hun
Vaderland, en zich steeds zullen inspan
nen om den geest en de heilige beginse
len van het evangelie beter te doen ken
nen, en aldus hun bisschoppen en pries
ters zullen helpen aan de verbreiding van
het christelijke ideaal en de sociale en
individueele weldaden van het christen
dom.
Met herhaalde vurige wenschen voor
den vrede en de welvaart van China, en
met smeekbeden tot den Almachtigen
God om zijn gebeden te verhooren, geeft
hij zijn Vaderlijken en Apostolischen
Zegen".
Uit de Landbouwwereld.
Wormstekige vruchten.
Vele van de vruchten, die we van einde
Juni tot in 't laatst van Juli, tot Augustus
maand toe. als aangestoken appels aan of
onder den boom opmerken, vertoonen op 't
eerste gezicht weinig bijzonders. Alleen bij
nadere beschouwing zien we, dat op de
plaats, waar twee vruchten elkaar aanra
ken, of waar een blad er tegen rust, deze
aaneengehecht. zijn, en eenig wormmeel,
meestal bruinkorrelig, zichtbaar is. Bij on
derzoek van deze halfvolwassen vruchten
vinden we op de bovenbedoelde plekken
een klein gaatje, dat den toegang geeft tot
een gang, die naar het inwendige van de
vrucht voert. Bij doorsnijden der vrucht
vinden we er een bleekroode, eerst nog kort
en dik, later iets meer gestrekte larve in,
met bruinen kop en zoowel achterlijfs- als
borstpooten, dus een rupsje, het rupsje van
een vlindertje: Carpocapst pomonella. Hoe-
vele appels en peren aldus worden aange
tast, leeren ons de honderden vruchten, die
vóór den tijd afvallen en verloren zijn voor
de markt. Hoogstens kunnen ze nog eenig©
waarde hebben als varkensvoer. Zelfs voor
de jamfabricage, waarvoor men anders heel
wat kan gebruiken, hebben ze geen waarde.
De rups neemt nog in langen tijd niet den
popvorm aan. Zij blijft den heelen herfst en
winter over in haar spinsel; eerst in April
of Mei is het kleine lichtbruine ingehulde
pop geworden, de larvehuid eenvoudig
afstroopte. In den volgenden zomer, midden
of einde Juni eerst, komt uit deze pop de
kleine vlinder te voorschijn: een klein
grauw vlindertje met bruine uiteinden der
voorvleugels. Zij zitten veel en loopen vrij
snel. Ieder wijfje legt een 20-tal eitjes, doch
zelden meer dan één aan elke vrucht. Na 8
a 10 dagen komt uit het eitje weer een
rupsje, dat dadelijk met zijn voor den ooft-
teler schadelijke arbeid aanvangt. Wat is
er nu tegen te doen? Het beste is, de lar
ven te vangen en te vernietigen. In verband
met de levenswijze, met het zoeken van een
schuilhoek door de diertjes aan den stam
der boomen, is' dit betrekkelijk eenvoudig.
Wanneer toch de stam glad gekrabd wordt,
d.w.z. wanneer deze van mos en sohors-
schilfers wordt ontdaan, en de dikke takken
eveneens, dan is daar geen gelegenheid om
te overwinteren. Nu moet de ooftteler plaat
selijk schuilplaatsen aanleggen Het eenvou
digste gaat dit, door een strooband om den
stam te legen. Daarin zijn zooveel holletjes
en gaatjes en verholen plekjes, dat de rup
sen, wanneer ze deze hebben bereikt, zich
wel tweemaal bedenken vóór ze op hoop
van betere gelegenheid, den tocht over het
gladde deel van den stam voortzetten. In
tegendeel: ze spinnen zich een kamertje en
wachten rustig de komende tijden af. Be
halve deze larven zijn er meer insecten, die
in zoodanig banden een schuilhoek voor den
winter zoeken en vinden, waaronder ook
nuttige. Tegen het voorjaar neemt men de
vangbanden weg, onderzoekt den inhoud en
scheidt de nuttige van de schadelijke insec
ten, de eerste worden natuurlijk gespaard,
de laatste met de stroobaaden verbrand.
Wenken en mededeelingen.
Het Peperboompje is een lage, vertakte
heester, in ons land zeer zeldzaam, maar
in de Graafschap Zutphen, en later ook in
Limburg bij Wijlre, is het vrij overvloedig
gevonden. Ook als sierplant treft men het
aan, omdat het vroeg bloeit, dikwijls reeda
in Februari. De bloem is een welriekend
rose-gekleurd bloemdek. Uit de bloemen
ontwikkelen zich sappige, roode bessen
welke zeer vergiftig zijn; hoenders dient
men er dus van af te houden, indien men
het boompje niet wil verwijderen. De
haarkleur erft in den regel bij rundvee zoo
over, dat de afstammelingen van gelijk ge
kleurde dieren dezelfde kleur hebben. Bij
dieren van ongelijke kleur heeft geen kleur-
vermenging plaats, maar de jongen krijgen
de kleur van een der ouders. Bij veel
hoenders begint het ruien reeds in den zo.
mer, terwijl 't bij andere soorten eerst inj
den herfst begint en soms' geheel achter.j
wege blijft. Dit laatste komt zelden voor etg
is dan ook een gevolg van een abnormalej
toestand, dus' een ziekte-verschijnsel. Hel
meer of minder vroeg beginnen van den rui
schijnt niet afhankelijk te zijn van ouder
dom, voeder of verpleging in 't algemeen
maar is een individueel verschijnsel. Som
mige boenders schijnen er aanleg voor t
hebben, andere niet. Een berekenend hoen
derfokker ziet wel graag, dat de hoendei
vroeg met ruien beginnen. Er is dan kan
dat ze nog in den herfst den gewone
zwaktetoestand, door het ruien veroorzaak
te boven komen, en dan zich doen kenne
als goede winterlegsters. Van laat ruiend
kippen zal men in den regel geen dure wii
tereieren genieten.
Wist gij dit?
Er is een Rijkscommissie voor de Ontwa
tering, waarvan Voorzitter is de heer L G
J. Kakebeeke te 's Gravenhage en Secret»!
ris de heer Mr. D. G. W. Spitzen, Hoofd
commies bij de Directie v. d. Landbouw tl'
's Gravenhage. Er is een Centrale Con 3
missie voor Ruilverkaveling, Voorzitter
heer Mr. Dr. L. N. Deckers te 's Gravenhap
Secret. Ir. J. P. van Lonkhuijzen te Arnhe:
Er zijn voor de keuringen van hengste*
van Bijkswege drie Rijkscommissiën, bijgt 8
staan door een Commissie van veeartsen t
algemeen Voorz. de heer S. C. Goosze*
Den Haag, Secret, de Heer L. J. A. Meen R
hoek, Dep. van Binnenl. Zaken, Den Haat 3
De le Commissie is voor de keuring vat 1
tuigpaarden, de 2e voor die van trekpaaii
den, de 3e voor de keuring van paarden va:
andere typen. Van de Commissie van ve;
artsen is de heer D. H. Goossen te 's GrJ
venhage Voorzitter. Aan een 11-tal Provj; h
ciale Regelingscommissiën in elke Pt:
vincie één— is opgedragen: a. het behelp
over en de uitbetaling van de gelden, vo: 1
premiën en bijdragen bestemd; b. het fa 6
noemen van één of meer Provinciale lei
ringscommissiën voor de toekenning r, j
premiën en bijdragen.
d
1J
Stoomvaartberichten. d
f
ADONIS, arr. 19 Aug.
-«-no£f
Carthagiij je
ALKMAAR (uitr.) vertr. 17 Aug. v -A
Mollendo.
PLUTO arr. 20 Aug. v .Amst. te Div
zig. vo
HAARLEM (thuisr.) vertr. 18 Aug. to on
Tocopilla. zu
IRIS arr. 20 Aug. v. Danzig te Ams(<
ou
dam.
ORPHEUS Amst. n. Kopenhagen pa '>e
20 Aug. Holten au. -B'
POLLUX arr. 20 Aug. v. Vaane ;<Je
Constanza.
TRITON arr. 18 Aug. v. La Plata
Nantes.
VULCANUS verrt. 20 Aug v. Livorno Sp
ICON. H0LL. LL0YD.
DRECHTERLAND (thuisr.) vertr. {tp
Aug. v. B. Ayres n. Paranagua.
EEMLAND (uitr.) vertr. 20 Aug. n01
Pernambuco.
ORANIA (uitr.) vertr .20 Aug. v. I
sabon.
KON. PAKETV. MAATSCHAPPIJ.
GEN. VAN GEEN vertr. 21 Aug. m
Rotterd. n. Batavia.
HAL0Y0N LIJN.
STAD AMSTERDAM, La Plata
Rott. pass. 21 Aug. Finesterre.
HOLLAND—AFRIKA-LIJN.
GIEKERK (uitr.) arr. 19 Aug. te Si® 1
HEEMSKERK (thuisr.) arr. 19 Aug!"
Genua.
BANDFONTEIN, Amst. n. Antwerjr jj
pass. 21 Aug. Vlissingen. Ln].
RIETFONTEIN vertr. 20 Aug. v. lrlppf
n. Bremen. L s
HOLLAND—AM ER IK A-LI JN.
Rott.
».Jj
vha.
ijn]
EDAM? New Orleans v. Rott. *fcd
20 Aug. v. Santander. ftftg
GROOTENDIJK arr. 20 Aug. v. fait
te Antwerpen. *ree
van
HOLLAND-OOST-AZIE-LIJN. voor
OOSTKERK (thuisr.) vertr. 2
Penang.
Duit
Eur<
HOLLAND—BR ITSCH-INDIE-LIJ^ Rr<
ALKAID (uitr.) pass. 20 Aug. n hanc
sant. oogp
BILDERDIJK (thuisr.) arr. 20 A# de fa
Madras.
ROTTERDAMSCHE LL0YD. laats
KOTA RADJA (uitr.) vertr. 21 A«l. De
Suez. P?r
ttlSSC
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA-iWen.
ALPHACCA (uitr.) arr. 20 Aug- «J™
Ayres. XanS
SIRRAH (uitr.) arr. 20 Aug. te
bon. L p
TITOEBONDO (thuisr.) vertr. f 1
van Port Said.
Inde