MODERNE
DICHTKUNST.
J VERMIST!
Uit de Omgeving
na TWEEDE BLAD
ERNEST MICHEL
door S.
Ernest Michel is Brabander. Hij is een
levendig, bijwijlen hevige natuur. Alles wat
hij doet is fel-impulsief. Schijnbaar beweegt
hij zich daardoor in tegenstellingen. Men
zou oppervlakkig den indruk kunnen krij
gen, dat hij een rusteloos heen en weer ge-
i slingerde is, die zich maar laat gaan op
Gods genade. Dit nu is een vergissing. In
de tegenstellingen, waarin hij zich beweegt,,
zit de lijn van het rusteloos zoeken om zich
zelf te vinden en zich te bevrijden van dat
wat hij voelt als een belemmering van de
ontplooiing zijner persoonlijkheid.
Eenige jaren geleden was hij als redac
teur verbonden aan het Eindhovensch Dag
blad. Voor zijn beweeglijke natuur was dit
op den duur een band, die hem knelde.
Schrijven? Goed. Maar dan ook over kunst
en zelf kunst produceeren. Maar schrijven
II over voor een dichter allerlei onbelangrijke
dingen, die evenwel tot de rubrieken van
I een dagblad behooren.dat hield hij op den
duur niet uit. Het zelfonderzoek kwam. En
de slotsom was: Ik moet mij zelf onder
tucht stellen. Ik moet alle maatschappelijk
idealisme ter zijde zetten, het leven verlie
zen, om het leven te winnen, onder hooger
I aspect.
„Und setzet Ihr nicht das Leben ein,
I Nie wird Euch das Leben gewonnen sein"
Het zal ruim drie jaren geleden zijn, dat
We hem ontmoetten, eenigszins stil en na-
denkelijk. Hij stond op het punt in een
klooster te gaan, maar dan ook bij een der
strengste orden, die zich laat denken: de
Trappisten. Dat was nu juist iets voor zijn
natuur: niet het wereldleven in zijn volle
consequentie, dan de consequentie van den
strengsten kloosterlijken staat. Vol energie
en wilskracht ging hij, maar zijn bewogen
geest was niet bestand tegen het zwijgza
me en physiek zoo zware leven der Trap-
I pisten. Hij werd ernstig ziek en moest het
klooster verlaten. Toen verbleef hij een
t poos te Parijs en te Rome, dichtend en
schrijvend en zich practisch verdiepend in
de VTeemde cultuur. Verleden jaar ontmoete
ten we hem weer, zeldzaam levendig van
geest en met drukke gesticulaties, tooneelen
uit het land van Mussolini niet beschrij
vend, maar plastisch uitbeeldend.
Sinds wijdt hij zich in Holland weer aan
journalistiek en letteren. Michel behoort
tot den kring van jongeren uit het Zuiden
des lands, die een paar jaar na den oorlog
van zich het eerst liet spreken, en waarvan
'Albert Kuyle en de beide Brunings typi
sche vertegenwoordigers waren. De eenza-
me dichtertrots der Tachtigers' zat ook hem
dwars, maar zij voelden tevens, dat zij hun
eigen hoogmoed en ijdelheid den nek moes-
ten breken, om buiten den lering van indi
vidualisme en zelfverzekerdheid, te treden.
Gebroken moest worden met wat nu weer
oude vormen en gedachten waren. Op di
recte wijze moest worden gesproken tot het
volk. Het katholiek dogma zou hun.richt
snoer zijn en zij wilden in hun verzen dit
gevoelig belijden. Zij wilden realiteitsmen-
schen zijn en de realiteit van hun eigen
zielsleven en der wereld niet verbloemen
achter onwaarachtige mooie woorden. Daar
door zijn zij soms rauw in hun uitingen, een
rauwheid waardoor ten slotte het mededoo-
gen vibreert. We denken hierbij aan Henry
Bruning:
de wereld angstwekkend van
lachelijkheid
en troosteloos ellendig van burgerlijke
zekerheid
getailleerde jassen en lakschoenen en
zijen sokken
èn de waanzinnige eenzaamheid van
Bembrandt..
üat alle grootheid vergeefsch is.
Bruning schetst de wereld zooals zij is in
[1 haar armoede, welke getooid is- met de val-
sche steenen van leege vreugden en. de
schelle fantasmagorie en van kermisspecta-
I kei. En onder dat alles toch de bittere een-
zaamheid en verlatenheid van den moneen.
JJ Zoo dikwijls is doze poëzie niet anders dar
I FEUILLETON.
Naar het Duitsch van J. AKNEFELDT
Vertaald door Jac van Einden.
23)
i«3, Gabler bleef wachten. Zijn goede
voornemens waren verdwenen als sneeuw
?J Y?or zon voor den wil van dezen man,
o! ?ie e®?..biina demonische macht over hem
iï» ad. Hij ging met hem mee naar het cir-
cus en keerde met hem naar de Wil
^...strasze terug, waar gasten, meest
,eren adellijke families, een onge-
oorde luxueuse maaltijd wachtte. De
Hjb©1 V^oe^e a'3 een onuitputte-
.i.^p aandringen van Heufelder nam Otto
torn w fortuin was hem gunstig en
uiteen &ezelschap vroeg in den ochtend
hii il zooveel gewonnen, dat
tn Z1J?, scnnlden kon betalen en nog een
Ke«n,ls som «"«hield. Het was een
S«henk van den duivel!
hoofdstuk X.
dwiirfin^ T7aren er verloopen sinds de vet
s' Firma r Van ^en kanklooper Forberg. De
1 dien Vraupner en Zoon had den prijs,
loofd I°0r z?n ontdekking had uitge-
fi Partioi,r lenduizend mark verhoogd en
vennlajit «aar de groofe ha-
of hii 8ez°nden om te onderzoeken
II berg en ïptT01? had in8escheept. For-
[i bem t gelden de stukken ,wa-
een schreeuw om den mensch. Uiterlijke
kenmerken dezer verzen zijn het verwerpen
van het renaissancistische metrum en rijm,
met een viij laten stroomen van het diepere
rhythme.
Michel is voorzoover wij weten in zijn
eerste verzen inniger dan Bruning en Kuyle,
verzet zich dan nog niet zoo woest en
trotsch als later. In den eersten tijd was
het voor hem als voor meerdere jongeren
moeilijk, plaatsing te verwerven voor zijn
werk bij de toonaangevende tijdschriften.
De Nieuwe Gide, al sinds lang niet nieuw
meer, weigerde zijn bijdragen. De Nemesis
der litteratuurgeschiedenis vond er even
wel vermaak in, Kloos er in te laten loopen
evenzeer als deze indertijd door de Julia-
geschiedenis de redactie van De Gids te
pakken had gehad. In 1923 versoheen in de
Nieuwe Gids een gedicht Anneke", door
Richard Skoghemma. Men vindt op de eer
ste pagina netjes door den heer Kloos aan-
geteekend:
„De dichter van de volgende verzen is
een geboren Zweed, die Hollandsch geleerd
heeft en zich, zooals men ziet, op voor een
buitenlander voortreffelijke wijze, want niet
hoekerig en gewrongen, uit te drukken weet
in onze moedertaal".
De heer Kloos was er in geloopen, want
Richard Skoghemma was niemand anders
dan de heer Michel, die waarschijnlijk toen
Zweden nog nooit had gezien, maar een lis
tig middeltje verzon om plaats voor zijn
werk te verkrijgen. Het is geen gedicht va-n
breede vlucht maar er zit een zekere teer
heid in en daarbij -een directheid van uit
drukking, die niete te maken heeft met
oude beeldspraak.
Ik citeer uit II:
Laten wij hand in hand
Met spoedige voeten gaan,
de weiden door.
Jij dartele wilde meid,
laten we loopen tot we hijgen
lijk een kudde voortgedreven schapen.
Want liefde is onze herder
en zijn schepel werpt de kluit
vette aarde
waaruit wij geboren zijn.
Och, Anneke, laten we lachen
en groot liefdespel spelen
in Gods land.
En dit:
Ik kijk je alleen met grooto oogen aan,
omdat je zoo prachtig bent,
een appelboom, die bloeien gaat.
En dan droomt hij van de toekomst*.
Wij zijgen op de knieën
en vouwen vroom de handen.
Maar bidden kunnen we niet
van groot geluk.
En de oogen drinken elkaar
zacht vuur van vreugde
een stom gebed van diepen dank.
Maar de droom wordt niet verwezenlijkt:
Anneke zeg je nu niets meer?
van uit dit bruine kistje?
Je witte gezichtje geeft niets meer
clan een lach, die niet van de aarde is.
Liefde moet groot, zijn,
grooter dan de dood.
En tenslotte:
Ach, waarom leggen ze bloemen op je
graf
Wat zal decs nacht een lammetje treurig
blaten.
wanneer het geen gras vindt.
Straks als het donker wordt
dan breng ik een mandje vol
want liefde moet grooter zijn
grooter dan de dood.
Van avond zal zij zeker zetten
de mooiste sterren voor mijn raam
niet. moeder?
Dan kan ik zeker zien
of liefde grooter is,
grooter dan de .dood.
Er^ is nu pas bij de Uitgeverij „Ois-
wijk" te Oisterwijk een bundel verzen uit
gekomen die een geheel ander karakter
draagt dan bovenstaande vrije verzen. De
bundel heet: ,,'t Mes". Hieruit leeren we
den dichter pas kennen zooals hij innerlijk
is. Men zal bemerken, dat hij sinds '23 aan
merkelijk is gegroeid. Daarover-een volgen
de maal.
ren als van den aardbodem verdwenen.
Ook Gustaaf Forberg, de oude Kum-
mer en Möhlfeld, door Gebeimrat Graup-
ner op de ruimste wijze met geld ge
steund, spaarden moeite noch kosten om
licht te krijgen in de duistere zaak. ZS
hadden een der bekwaamste detectives
van Berlijn in dienst genomen, maar ook
deze slaagde er niet in, het geheim te
onthullen.
Steeds kleiner werd het aantal van hen,
die geloofden aan het onvrijwillig verdwij
nen van den banklooper en vele menschen
schaamden zich niet-, zijn kinderen er van
te beschuldigen, dat ze in het complot
waren en alle rouw alle nasporingen voor
een sluw op touw gezette comedie te
houden, waarvoor men achtenswaardige
lieden, zooals de heeren Kummer, Mühl-
feld, den ouden Geheimrat Graupner en
den rentenier Gabler een rad voor de
oogen had weten te draaien.
De laatste was evenwel al afgevallen.
De rechercheurs, die in opdracht van /e
firma Graupner werkten, waren er al
spoedig achtergekomen, dat Gustaaf For
berg niet meer bij den voormaligen apo
theker kwam; ook had deze laatste zich
bij zijn laatste verhoor weliswaar zeer
voorzichtig, maar toch op een zoodanige
wijze uitgelaten, dat daaruit allerlei ge
volgtrekkingen gemaakt konden worden.
Men kwam er daardoor achter, dat For
berg zich vaak in geldverlegenheid had
bevonden en hoe langer hoe meer aan
den drank geraakt was.
Deze feiten vielen tot groot verdriet
van de kinderen niet te ontkennen; het
laatste niet, omdat bet door vrienden van
DE LEIDSCHE COURANT
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Wisselbeker burgerwacht. De Burger
wachten uit den Kring Rijnland Zuid, nl.
die te Voorschoten, Valkenburg en Kat
wijk, bezitten gezamenlijk een zilveren
wisselbeker, waarom ieder jaar geschoten
wordt in de maand Augustus. Deze wed
strijd zal dit jaar plaats hebben op Vrij
dag 24 Aug. des namiddags. In 1923 won
Valkenburg den beker met 411 punten,
max. 500 p., In 1924 Voorschoten met 437
p., in 1925 Katwijk met 444 p., in 1926
Voorschoten met 437 p. en in 1927 Katwijk
met 466 punten. Het belooft een spannen
de wedstrijd te worden. De beker is dus
thans in het bezit van de Katwijkschc Bur
gerwacht.
Zaterdag j. 1. had op de rujks-
schietbanen de wedstrijd plaats om den
wisselbeker, vorig jaar beschikbaar ge
steld door de Oegstgeester Burgerwacht
en het eerste jaar, 1927 gewonnen door
Rijnsburg. Er moest geschoten worden op
schijf Burgtrwacht, telling 1—10, 2e series
van 5 schoten voorafgegaan door eén.
proefschot. De wedstrijd werd begunstigd
door mooi weer. Te 2.15 uur had de loting
voor de volgorde plaats waarna de com
mandant van Oegstgeest, de heer Pelten-
burg, den wedstrijd met een kort woord
opende. Aan dezen wedstrijd word deelge
nomen door vijftallen van de Burgerwacht
te Oegstgeest, Voorschoten, Valkenburg,
Rijnsburg en Leiden.
De volgende wedstrijden werden be
haald: No. 1 Rijnsburg met 470 punten
(max. 500 p.), No. 2 Oegstgeest met 465
punten, no. 3 Leiden met 442 punten, no. 4
Katwijk met 429 punten, no. 5 Voorschoten
met 428 punten, no. 6 Valkenburg met 396
punten. Het was een prachtige animeeren-
de wedstrijd. Na den wedstrijd kwamen de
deelnemers in de Cantine bijeen, waar de
Commandant van Oegstgeest in welgeko
zen woorden wees op de goede harmonie,
den goeden geest, die onder de verschil
lende Burgerwachten heersc'nt.
Uit volle borst werd hierna het Wien
Neerlandsch Bloed gezongen. De Voorz.
der Rijnsburgsche Burgerwacht, do heer
Grimbergen, dankte voor het gesprokene,
waarna de beker aan Rijnsburg werd over
handigd.
LISSE.
Geboren Cornelia, 'dochter van T.
G. Kersbergen en N. Bijkerk Margare-
tha Helena, dochter van A. C. Schalk en
C. M. Faas Neeltje Jacoba, dochter van
A. van Groen en A. de Wilt Adriana
Maria, dochter van L. C. v. d. Vlugt en M.
Oostdam.
Overleden Cornelia Maria Dekker
oud 76 jaar.
Gehuwd: R. Kranier en G. de Regt.
warmond.
Plechtige H. Mis door Mgr. H. J. M. Taskin
Dank aan de parochie.
De Hoogmis werd gisterenmorgen opge
dragen door den hoogeerwaarden heer
mgr. H. J. M. Taskin, Protonotarius Apos-
tolicus. Het altaar was met eenige bloem
stukken feestelijk versierd. Mgr. werd aan
de kerkdeur door misdienaars afgehaald
en schreed onder het zingen van het Wel
komstlied naar het Altaar. Zijnhoogeerw.
werd bij het opdragen van het H. Misoffer
geassisteerd door den zeereerw. heer A.
Oudejans, pastoor der parochie, cn door
den zeereerw. hooggel. heer C. Niekel, pro
fessor aan het Groot-Seminarie.
Na het Evangelie beklom mgr. Taskin
den kansel om een woord van dank te
spreken voor de belangstelling bij de vie
ring van zijn jubileum ondervonden.
Mgr. had tot tekst gekozen II Cor. III,
5: „En onze geschiktheid is uit God, die
ons bekwaam gemaakt heeft om bediena
ren te zijn van een Nieuw Verbond".
Wat ik eigenlijk had moeten doen laatst
leden Dinsdagavond, zeide spreker, maar,
wat ik toen wegens de overweldigende ge
voelens die mijn ziel bestormden onmoge-
hun vader bevestigd werd en het eerste
niet, omdat ze zelf gevolgen daarvan on
dervonden. Er bevond zich in het bureau,
waarin, zooals ze wisten, hun vader zijn
geld placht te bewaren, slechts een ge
ring bedrag en geen aanwijzing over de
een of andere belegging. Daarentegen
waren met het eind van het kwartaal ver
scheidene rekeningen, gekomen; het bleek,
dat er nog een hypotheek op het huis
rustte, waarvan de vervallen rente be
taald moest worden, kortom, de finantieele
toestand was verre van schitterend. De
jonge Forberg en zijn zuster gaven zich
de grootste moeite, ten minste deze ramp
voor de wereld verborgen to houden, daar
ze wel begrepen, dat ze hiermee het wan\
trouwen tegen hun vader slechts nieuw
voedsel zouden geven, maar ze konden
toch niet voorkomen, dat eenige geruch
ten openbaar werden. Bij alle moeilijkhe
den, die ze te doorworstelen hadden, kwa
men nu ook nog geldzorgen, die ze tot nu
toe niet in hun leven gekend hadden, en
de ondervinding, dat niet ieder, die wer
ken kan, altijd in staat is het spook van
gebrek te weren.
Juliana was, nadat ze door baar examen
gekomen was, een betrekking als leerares
aan een particuliere hoogere burgerschool
voor meisjes tegen den lsten October toe
gezegd, maar acht dagen te voren schreef
de directrice dat ze baar belofte moest
intrekken; haar voorwendsel was door
zichtig genoeg, de eigenlijke reden was
dat de dames vreesde, door het aanstel
len van de dochter van een voortvluchti-
gen dief haar instituut bij de ouders van
baar leerlingen ia discrediefc to brengen.
lijk had kunnen doen, mag ik thans doen,
daartoe in staat gesteld door de welwil
lendheid van uw geestelijken herder.
Gij zijt hier samengekomen om nog eens
met mij, en ik ben hier gekomen om nog
eens met U, God te bedanken, voor den -
gen, in het Priesterschap mij gegeven, en
voor de zegeningen, geduronde veertig ja
ren over mij uitgestort. Voorzeker, ik kon
het daartoe niet beter treffen dan de dag
van heden, want de Misliturgie van dezen
Zondag geeft overvloed van stof, en o
kerkelijke gebeden van vandaag zijn als 't
ware geschreven om mij en u erop le wij
zen, hoe groot mijn plicht van dankbuar-
heid moet zijn voor het priesterschap cn
hoe groot uw dankbaarheid moet zijn voor
de genadegaven, door God aan u door
middel van de priesters geschonken.
In het Epistel lezen wij bij St. Paulus:
„al onze genoegzaamheid i6 uit God". Wij
zijn uit onszelve niet in staat ook maar
een goede gedachte te vormen, en, wan
neer die goede gedachte in een goede daad
wordt omgezet, dan is dat het werk van
Gods genade. In de eerste Oratie bidden
wij: „God, door wiens genade de geloovi-
gen u waardig en loffelijk dienen" dus
wanneer wij God dienen, zooals Hij het
verlangt, waardig en trouw, dan komt dat
niet van ons maar van Gods genade. Daar
om is er alle reden God te danken, omdat
hij gedurende veertig jaren mij de genade
heeft gegeven op „waardige en loffelijke
wijze te dienen" dat is niet van mij, niet
mijn werk, maar Gods genade. En de kerk
bidt verder: „dat wij zonder te struikelen
tot de beloofde goederen snellen" dat
Gods genade over mij moge blijven neder
dalen.
Dat is wat mij betreft, zeide mgr. Maar
ook voor u, beminde geloovigen, zijn tref
fende wóórden in de liturgie van dezen
dag te vinden. De voorstelling van het
Priesterschap is een weldaad van den goe
den God en deze instelling is een bron van
velerlei zegeningen voor de menschen. In
het Epistel lezen wij, dat de Israëlieten
hun oogen moesten dekken voor Mozes'
aangezicht wegens de glorie, die van zijn
aangezicht afstraalde, hoeveel te meer
dus, vervolgt de H. Paulus, is dan de Be
diening der rechtvaardiging in heerlijkheid
overvloedig. Wij leven, zei spr., onder die
veel grooter glorie van het Priesterschap.
De Priester heeft de taak bemiddelaar te
zijn tusschen God en de menschen. De
priester moet de gramschap Gods verbid
den, zooals in het Offertorium wordt ver
haald, en Gods zegeningen over het volk
afsmeken door gebeden en offeranden.
In het Evangelie vinden wij op de eer
ste plaats een zaligspreking van de Apos
telen en in het tweede gedeelte een onder
richting aan den Phariseeër over naasten
liefde.
Zalig zijn de oogen, die zien, wat gij ziet,
zegt Jezus. Manr dezelfde zaligspreking
geldt ook ons, die leven nadat de t.veede
Persoon der Allcrh. Drievuldigheid op
aarde is neergedaald. En de leer, door
Christus gebracht, en de genaden, door
Christus geschonken, vallen ons ten deel
door middel van den priester.
In het tweede gedeelte van het Evange
lie wordt ons geleerd de deugd van naas
tenliefde in het verhaal van den barrahar-
tigen Samaritaan. Ook de taak van den
priester is het den zondaar te redden, den
ongelukkige, die gevallen is in handen van
den duivel, en de wonden te heelen, door
de zonden in de ziel geslagen.
Is het dan niet een plicht,4 die op ons
allen rust, God te danken voor de instel
ling van het H. Priesterschap?
Mgr. besloot met te zeggen, dat hij deze
H. Mis zal opdragen uit dai. i -id
voor allen in deze parochie, opdat het
hun naar ziel en lichaam moge goed gaan.
Mgr. dankte allen voor de belangstelling
bij zijn jubileum en voor den arbeid, die de
feestviering heeft gekost. Op de eerste
plaats dankte hij den herder dor parochie,
die wel de groote stoot gegeven heeft, dan
het hoofd van het burgerlijk bestuur, en
verder al degenen, die hebben medege
werkt door versiering, muziek, zang, on
derricht der kinderen of anderszins. Ik ga
nu het H. Misoffer opdragen, zeide zijn
hoogecrw., dankt met 'mij God en bidt, op
dat een rijke zegen naar ziel en lichaam
over ons moge nederdalen.
Alle pogingen om een andere aanstelling
of zelfs particuliere lessen te krijgen, mis
lukten om dezelfde reden; ten slotte bleef
niets anders over, dan gebruik te maken
van vaardigheid in het handwerken, om
althans iets te verdienen.
Met haar broer ging het evenzoo. Hij
bad uitzicht gehad bij wijze van proef een
jaar aan een gymnasium onderwijs te kun
nen geven, maar nu was er plotseling ner
gens een plaats voor hem open en oven-
min kon hij privaatlessen krijgen.
Alfred Mühlfeld bevond zich sedert
eenige dagen niet meer in Berlijn; hij was
voor eenige maanden aan de rechtbank
van een kleine stad in Silezië toegevoegd
en had zich daaraan niet kunnen ont
trekken, wilde hij niet een jongeren col
lega een grooten voorsprong geven.
Met een bloedend hart had hij afscheid
van Juliano genomen, beiden wisten heel
goed, dat deze scheiding geen toeval was,
maar dat de overplaatsing van Mühlfeld
do bedoeling had, hem voor goed van Ju-
lina te scheiden. De assessor had zijn
ouders in kennis gesteld van zijn verlo
ving en van do omstandigheden, waar
onder deze had plaats gevonden.
Daarop was zijn vader, rechter Mühl
feld, naar Berlijn gekomen om hem, zoo-
als hij het uitdrukte, van zijn krankzin
nigen daad terug tes houden. Ondank
de smeekbeden van zijn zoon, had hij per-
timént geweigerd, Juliana te ontmoeten.
Daarentegen had hij aan de kwaadwil
lige praatjes omtrent haar vader, haar
broer en haar zelf een gewilig oor ge
leend. Zeer onaangenaam getroffen was
hij d<m ook door het feit, dat zijn zoon!
MAANDAG 20 AUGUSTU5 1928
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's vopr Dinsdag 21 Aug.
Hilversum, 1071 M.
12.302.00 Lunchmuziek door het Trio
Courtel.
0.007.45 Concert door het Oraroep-or»
kest o. 1. v. Nico Trcep. G. E. de Boer, ac-
cordeonvirtuoos.
8.15 Radiotoonoel. Studio-opvoering door
het Nieuwe Nederlandsche Tooneel van
„De Violicrs", tragie-comedie in 4 acten
van Willem Schürmann. Tusschen de be
drijven entre'actmuziek.
10.Persberichten.
Huizen, 340,9 M. (N a 6 u u r 1370 M.)
(Uitsluitend K. R. O.-uil zendingen).
12.30—1.30 Lunchmuziek door het Trio
Winkels.
6.007.00 Gramofoonmuziek.
8.15 Concert in Loon op Zand. De Kon.
Harmonie Sophia's Vereeniging. Dir. P. J.
van Abeelen. Het mannenkoor „Echo dor
Duinen", Dir. J. D. E. v. d. Heuvel. C. Dan-
kers, saxophone, C. v. d Nieuwenhuis, cla
rinet, A. Dankers, alt-saxophone. C. Dan-
kors, tenor-saxophono en M. v. d. Hoven,
baritonlsaxophone. Spr.: J. D. E. van don
Heuvel: Loon op Zand en zijn industrieën.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Fauto Bonino's sextet en V. S.
Turn huil, alt.
1.202.20 Orkestconcert.
4.20 Orkesttconcort.
5.20 Voorlezing van PJroza.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.50 Nieuwsberichten.
7.05 Gramofoonmuziek.
7.20 Lezing: Londoners country.
7.35 De lioderon van Moussorgsky voor
sopraan.
7.50 Oude Volksmuziek. Salon-orkest van
J. Farrington, bas.
8.50 De Wireless Singers. S. Eaton,
viool.
9.35 Lezing: Housing.
9.50 Nieuwsberichten.
10.10 „The locked Chest", 1-acter van
Masefield.
10.5012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i b", 1750 M.
12.502.10 Orkestconcert.
12.502.10 Orkestconcert.
4.055.05 Orkestconcert.
9.0511.20 Concert. Orkest en Hr. Doyen
piano. Daarna „Louise de Charpentior",
radio-tooneel.
Langenberg, 469 M.
12.301.10 Mechanische muziek.
1.252.50 De Wiener Schwalben-Schram
meln. Concert.
6.20—77.15 Orkestconcert.
8.35 Concert. „G'schichten aus den Ber
gen", Orkest en solisten. Zang, muziek, ra
dio-tooneel.
Königswusterhausen, 1250 M.
(Z e e s e n).
12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen.
8.50 Concert. Ouverture's. Het omroep
orkest o. 1. v. Bruno SeidlerWinkler.
Hamburg, 395 M.
4.35 Guitaarconcert en liedjes bij de luit.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Orkestconcert.
8.20 „Der saturnische Liebhaber", tragi-
comedie in 3 acten van R. Walter. Daar
na tot 11.20 Cabaret.
Brussel, 509 M.
5.20 Gramofoonmuziek.
5.50 Orkestconcert.
6.50 Orkestconcert.
8.20 Concert in do dierentuin Antwor-
pen.
10.35 Sluiten.
zoo ijverig aan de nasporingen van den
banklooper had deelgenomen cn overal
zoo positief diens onschuld verdedigde,
dat hij zich daardoor al onaangenaamhe
den op de hals had gehaald.
Met goedheid en met toorn trachtte hij
zijn zoon te pressen, zijn verbintenis met
Juliane, die hem slechts nadeel en schade
kon brengen, to verbreken. De assessor
antwoordde eenvoudig, dat dit hem on-
mogolijk was, dat hij van Juliane hield
en zij van hem en dat hij zijn woord had
gegeven.
Alle pogingen van den vader om zijn
zoon tot andere gedachten te brengen,
bleven vruchteloos. Ze kwamen niet tot
overeenstemming, maar het kwam toch
ook niet tot een breuk tusschen hen: hun
wederzijd8che groote genegenheid voor
kwam dit laatste.
Maar do vader zocht en vond een uit
weg. Met bohulp van invloedrijke rcclaties
in Berlijn wist hij hem uit deze stad weg
te werken. Enkele dagen na het onder
houd met zijn vader kreeg Alfred een
brief met opdracht om een rechter in
Löwcnburg in Silezie die njet ziektever
lof was, te gaan vervangen en zich on-
middelijk naar zijn nieuwe standplaats to
begeven.
Twee dagen later was hij vertrokken
en Juliane bleef achter in een troosteleo-
zer eenzaamheid dan tevoren. Haar broer
was het grootste deel van dcu dag in de
stad en als hij van zijn vruchtelooze toch
ten terugkwam, was hij diep terneergesla
gen en stilgewoonlijk trok hij zich dadc
lijk op zijn kamertje terug.
(Wordt verroljd).