UIT HET VATICAAN.
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
VERMIST!
tweede blad
de leidsche courant
zaterdag 18 augustus 1928
Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome)
In de verschillende pauselijke Departe
menten is de vacantietijd begonnen en Kar
dinalen en andere kerkelijke Hoogwaardig
heidsbekleders verlaten om beurten de
Eeuwige Stad.
Zoodra de staatssecretaris kardinaal
Gasparri met verlof gaat, is dit een zeker
teeken. dat de grootste kanselarij ter we
reld hare werkzaamheden tot het hoogst
noodzakelijke beperkt; alleen het staats
secretariaat, dat de kerkelijke politiek leidt
met het ressort voor buitengewone kerke
lijke aangelegenheden, het eigenlijke De
partement van Buitenlandsche Zaken, kent
geen vacantie: het oog der kerk immers
moet voortdurend gevestigd blijven op de
gebeurtenissen, die zich in de groote wereld
afspelen.
Kardinaal van Rossum is naar Ierland
gegaan om als Eere-Voorzitter het eeuw
feest mee te vieren van de Congregatie der
Redemptoristen.
Kardinaal Sincero zal zich ook naar Ot
tawa begeven om Mgr. Cassulo, Apostolisch
Delegaat in Canada, te ontmoeten; daarna
is de Kardinaal de gast van Mgr. Gauthier,
Aartsbisschop van Montreal. Het doel van
de reis van Kardinaal Sincero is de m-
-wijding van het nieuwe klooster en van de
kerk van de Zusters van do Heilige Kamen
van Jezus en Maria te Montreal, een Con-
gregatie, waarvan Kardinaal Sincero de be
schermheer is. De Kardinaal zal daar ook
aan 125 Postulanten het kloosterkleed
schenken en talrijke novicen tot de H. Pro
fessie toelaten. Tevens zal de kardinaal een
visitatiereis ondernemen naar de kloosters
te Mons en Sachire.
Oorspronkelijk lag het in de bedoeling
van den kardinaal om ook een bezoek te
brengen aan de Vereenigde Staten, waar de
Ridders van den H. Gregorius, die onder
protectoraat van kardinaal Sincero staan,
een groote feestvergadering zullen houden,
maar ter elfder ure is dit plan gewijzigd,
daar de H. Stoel zelfs den schijn wilde ver
mijden, zich eenigsziny te mengen in de re
clame voor de verkiezingscampagne voor
het presidentschap van de Vereenigde Sta
ten, vooral daar er voor den candidaat der
democratische partij Adam Smith, een be
kende katholieke figuur in Amerika, een
groote propaganda wordt gemaakt. De aan
wezigheid van een curie-kardinaal zou al
licht tot allerlei overbodig commentaar
aanleiding kunnen geven.
IDe Maestro di Camera Mgr. Cacciadomi-
Inioni en de geheim Kamerheer Mgr. Mella
Arborio di Sant' Elia zijn op weg naar het
Eucharistisch Congres te Sydney. De be
trekking van Maestro di Camera wordt
/■hans waargenomen door Mgr. Migone, den
i vroegere particuliere secretaris van Paus'
Benedictus XV.
Bijna de geheel© pauselijke hofhouding
heeft Rome verlaten om na een jaar van
ingespannen arbeid enkele weken welver-
diende ru3t te genieten. Slechts één is er
Ï'die blijft, voor wien het nooit vacantie is,
en die voortdurend de verzengende zomer
zwoelte te dragen heeft, die nooit meer in
de gelegenheid zal zijn om te genieten van
de frissche lucht van zijn geliefd Alpenland,
/daar de politieke toestand, die in 1870 in
het leven geroepen is\ het hem onmogelijk
maakt, den drempel van het Vaticaan te
overschrijden.
In onzen vorigen brief maakten wij
met enkele woorden melding van de
•boodschap dés Pausen aan het Chineesche
■bik
i f Om de groote beteekenis van dit histo-
Stri-h feit, dat een diepgaande strekking
heeft voor de positie van China en haar
ba jjtverhouding tot de andere groote mogend-
meden, laten we den officieelen tekst van
het Pauselijk schrijven hier volgen:
r Do kardinaal-staatssecretaris heeft, in-
Rjfcevolge de opdracht van Z. H. Paus' Pius
XI, aan den apoStolischen Delegaat in
China telegrafisch verzocht aan de Bis-
shoppen en Ordinarissen van China het
•lgende te willen mededeelen:
oogit" Boodschap van den H. Vader Paus Pius
aan de Eerwaarde Broeders en Hoog-
eerw. Ordinarissen van China, aan onze
beminde kinderen en geloovigen, en door
hen aan het groote en edele volk van China
De H. Vader, die met levendige belang
stelling den loop der gebeurtenissen in
China heeft gevolgd en nog volgt, en die
China niet alleen op voet van gelijkheid
maar ook met ware en zeer bijzondere sym
pathie heeft behandeld, door persoonlijk in
den Sint Pieter van Rome de eerste Chi
neesche Bisschoppen te wijden, verheugt
zich zeer en dankt den Allerhoogste voor
het einde van den burgeroorlog en drukt
den wensch uit dat in het land een vrede
moge heerschen, duurzaam en vruchtbaar,
gegrondvest op de beginselen van liefde en
rechtvaardigheid. Om tot dezen vrede te
geraken wenscht Zijne Heiligheid dat de
wettige verlangens en de rechten volledig
erkend worden van een volk, hetwelk het
talrijkste van de aarde is, van een volk
bekend door oude beschaving, dat tijdper
ken kende van luister en grootheid, en dat
een groote toekomst wacht, indien het blijft
binnen de perken der rechtvaardigheid en
der orde.
De H. Vader wil dat de Katholieke Mis
siën zouden medewerken tot den vrede, tot
het welzijn, den vooruitgang van China,
en gelijk Z. H. schreef op 15 Juni 1926 in een
brief aan de Ordinarissen van China: Ab
ipsis Pontificibus primordiis" herhaalt de
Paus- hier, dat de Katholieke Kerk belijdt,
leert en predikt eerbied en gehoorzaam
heid aan de wettige overheden, en dat zij
voor hare missionarissen en geloovigen de
vrijheid en veiligheid vraagt volgens het
algemeen recht.
Aan dezelfde Ordinarissen beveelt Z. H.
als aanvulling en vervolmaking van het mis
siewerk, het organiseeren en uitbreiden der
Katholieke Actie, opdat de geloovigen van
beiderlei geslacht en vooral de dierbare
jongelieden, door het gebed, door goede
woorden en goede werken mede arbeiden
aan den vrede, aan den socialen welstand en
de grootheid van hun vaderland. Ook moe
ten zij steeds beter de heilzame en heilige
beginselen van het Evangelie leeren kennen
en de bisschoppen en de priesters helpen in
de verspreiding van de Christelijke leer en
de individueele en maatschappelijke voor-
deelcn van de christelijke naastenliefde.
Z. H. eindelijk, de wenschen herhalend
voor den vrede en den voorspoed van Chi
na, en God den Almachtige smeekend ze
te verhooren, schenkt aan allen Zijn Vader
lijken en Apostolischen zegen.
Het vertrek van den Pauselijken kardi
naal-legaat naar het verre Australië was
een voorname gebeurtenis in de Romeinsche
'kerkelijke wereld.
Aan het station bevonden zich verschil
lende leden van het diplomatieke corps,
talrijke bisschoppen en prelaten, die den
kardinaal een voorspoedige reis wenschten.
Onder de aanwezigen bevind zier ook de
bijna 90-jarige professor Horatius Maruchi,
de bekende archeoloog. De Pauselijke
staatssecretaris was vertegenwoordigd door
Mgr. Pizzardo, substituut van deze Pause
lij fc»3 instelling.
De directie der Italiaansche spoorwegen
had een wagon eerste klas gereserveerd
voor den kardinaal en de Pauselijke Missie
In Napels werd de kardinaal ontvangen
door vertegenwoordigers van den Aartsbis
schop en door den stationschef. De Pause
lijke missie is direct aan boord gegaan van
de „Orama" die tegen den avond het anker
lichtte.
Aan boord bevond zich reeds Mgr. Ira-
storza, Aartsbisschop van Orihuela, officieel
delegaat van den koning van Spanje bij het
Eucharistisch Congres te Sydney. Deze
Prelaat wordt, vergezeld door twee secreta
rissen van de Órde van het H. Graf.
Het is zeer waarschijnlijk dat het a.s.
Consistorie dat nu reeds meerdere malen is
uitgesteld, tegen het einde van September
zal gehouden worden.
Algemeen wordt thans aangenomen dat
Mgr. Eugen Pacelli, de Apostolische Nun
tius te Berlijn, tot de waardigheid van Kar
dinaal zal worden verheven.
Verwoesting van L o n d e> n.
De maand Augustus is nu eenmaal de va-
cantiemaand en dat pleegt zich telken jare
te weerspiegelen in het krantennieuws. Er
schijnt een soort geheime samenzwering te
bestaan tusschen de ongelukken en de
journalisten. Wat niet wegneemt, dat de
ongelukken zich niet altijd aan de afspraak
houden. De politiek echter houdt er zich
gewoonlijk wel aan. daar de politici zelf ook
wel eens graag „het schroeien van de zon
ontvluchten in 't boschaadje". Wie echter
rekening houdend met het karakter dezer
maand verwachten zou, dat dit overzicht
een geest van vredelievendheid zal ademen
en doortrokken zal zijn met den sfeer van
vacantie-genoegens, vergist zich. Er klinken
zelfs oorlogsklanken links en rechts van ons
en kibbelpartijen als in een slecht pension
op een regendag.
Zoo is van de week bijv. Londen grondig
verwoest, waarbij duizenden slachtoffers
zijn gevallen. De trotsche metropool is nog
slechts een rookende ruïne.
Gelukkig was het. niet „echt". De puin-
hoopen bestaan slechts theoretisch en de
dooden zijn slechts een papieren dood ge
storven.
De zaak is, dat deze week nachtelijke
luchtmanoeuvres boven Londen hebben
plaats gehad, waarbij het aan eerige ..for
maties" (zoo noemt men een stelletje vlieg
tuigen bij elkaar) gelukt is om door de ver
dediging heen te breken en ongevaarlijke
bommen te werpen op de voornaamste ge
bouwen. Als het „meenens" was geweest,
zou Londen thans een puinhoop geweest
zijn. Dat is een geruststellende gedachte
voor de Londenaars. Wel schrijven do kran
ten met groote koppen, dat het afweer
geschut en de verdedigende vliegtuigen
erin geslaagd zijn om het grootste gedeelte
der aanvallen af te weren, doch het klein
ste gedeelte kwam er toch maar door en dat
was precies genoeg om minstens 25.000 K.G.
bommen over Londen uit te strooien. Als
deze bommen eens niet theoretisch waren
geweest! Het lijkt ook haast onmogelijk
om zulk een luchtaanval af te weren. De
vliegers, die Londen verwoest hebben, ste
gen in den nacht op in Norfolk, klommen
door de wolken heen tot 6000 M. hoogte en
zoo, verborgen door een driedubbele wol
kenlaag, naderden zij de hoofdstad en gle
den plotseling omlaag. Doe daar maar eem'
wat tegen.
Kruiser-kabaai.— Terwijl Londen
zich aldus verheugt over het bedenkelijke
succes van de BriUche vliegers, maakt men
te Berlijn kabaal om één kruisertje. De vo
rige Duitsehe regeering had n.l. besloten
tot den bouw van eèn pantserkruiser, welke
dienst moest doen inde Oostzee. Dit besluit
was na heftige bestrijding van links in den
Rijksdag goedgekeurd.
De nieuwe Duitsehe regeering, hoewel
belangrijk linkscher dan het vorige kabinet
en hoewel onder leiding van een sociaal
democraat, die krachtens zijn „geloof" geen
kruisers mag laten bouwen, heeft dat be
sluit overgenomen. Zoo heelemaal zonder
erg, 't was immers toch vacantie. En boven
dien de verkiezingen waren achter den rug
cn de sociaal-democraten waren derhalve
glad vergeten, dat zij vóór de verkiezingen
zich met hand en tand verzet hadden tegen
den bouw van dien kruiser.
Onder den Kathol, rijkskanselier Marx
was dat besluit een uiting geweest van mi
litaristische neigingen, onder den socialis-
tisehen rijkskanselier Hermann Müller was
dat besluit heel gewoon. Doch de commu
nisten, die enfants terribles, sloegen alarm.
Een communistische interpellatie werd aan
gekondigd en den socialisten werd hun in
consequentie luidruchtig verweten. De so-
ci's zitten er nu wel een beetje mee in hun
maag. Straks zullen de communisten een
voorstel indienen om een volksstemming te
doen houden over dien pantserkruiser en
wat moeten ze dan doen? i
Hun regeering verloochenen of hun ver
kiezingsleuzen?
Het N e 11 u n o-v erd r a g De
Skoepsjtina te Belgrado heeft de overeen
komsten van Nettuno thans goedgekeurd.
Met 158 stemmen. Juist de helft dus van
de 315 leden tellende Zuid-Slavische
volksvertegenwoordiging heeft aan deze
overeenkomsten met Italië haar goed
keuring gehecht Er waren in de
Skoepsjtina nog net voldoende leden aan
wezig om een besluit mogelijk te maken.
Dc Kroatische oppositie immers ontbrak,
maar ook de nog aan de parlementaire
werkzaamheden deelnemende groep der op
positie, de Servische boerenpartij, verliet
vóór de stemming de zittingzaal als een
protest tegen het voornemen der regeering
om in dit onvolledige parlement een beslis
sing door te zetten. In een heftige rede
had de leider dezer groep, Jovanowitsj, zich
tegen de goedkeuring verzet.
De voornaamste overeenkomsten betref
fen zekere Italiaansche industrieele on
dernemingen in Dalmatië, wier kapitaal on
danks de Zuid-Slavische wet, volgens welke
van geconcessioncerde ondernemingen de
helft der aandeelen in Zuid-Slavische han
den moet zijn, zuiver Italiaansch mag blij
ven, verder het handelsverkeer in Fiume
en eindelijk de visscherij langs de Dalma-
tijnsche kust. Alleen wat deze laatste be
treft doet Zuid-Slavië, door de gelijkgerech-
tigheid hier van Italiaansche en Zuid-Slavi
sche visschers te erkennen, een tegemoetko
ming van ©enige beteekenis.
Door deze goedkeuring kan thans verder
onderhandeld worden over de verlenging
van het Italiaansch—Joego-Slavisch vriend
schapsverdrag. Of de vriendschapsbanden
door deze goedkeuring door een halve
Skoepsjtina er zooveel hartelijker door zul-
lenn worden, mag worden betwijfeld.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
LIL
Wij hebben in ons leven reeds veel en
op velerlei wijzen zien zwaaien, bij gym
nastiek, bij te veel alcoholgebruik, bij af
scheid van een geliefde met trein of boot,
bij het verlaten van den militairen dienst,
doch dat was alles nog maar kinderspel bij
den reuzenzwaai, welke het S. D. A.
P.-sche raadslid Verwey. Maandag maakte
in den Leidschen Raad. Op het Olympisch
tournooi had hij zeker furore gemaakt. Dat
kwam zooEr waren door B. en W. ver
schillende voorstellen in den Raad ge
bracht. die betrekking hadden op het on
derwijs en tot ondergrond hadden te bezui
nigen. Deze voorstellen achten wij onzen
lezers bekend en ook het feit, dat ze de
verschillende instantiën, welke B. cn W.
hebben te adviseeren, behoorlijk en in al
len vorm hadden doorgemaakt. Het advies
ook van de Commissie van Bijstand voor
het Onderwijs, waarvan de heer Verweij
lid is, was van een eenstemmigheid, die
misschien bon verwonderen, doch ten slotte
geen enkele afwijkende meening behelsde.
Waar uit te coucludeeren was, dat, welke
meening de leden dan ook persoonlijk aan
vankelijk waren toegedaan, zij ten slotte
allen instemden met het advies, dat ac-
coord ging met de inzichten van B. en W.,
en ten slotte ook aanvaardde alle conse
quenties, die er uit zouden voortvloeien.
Wij moeten even zeggen dat van den be
ginne af, toen wij heb advies lazen, er een
tikje over verwonderd waren, kennende de
mentaliteit van links ten opzichte van het
ïpenbaar onderwijs, die voor een eroo*
deel ook is te vinden in de S. D. A. P., die
in alles, wat het openbaar onderwijs maar
eenigszins bedisselt, vooral als het komt
van rechts, ziet e«en nekken van de open
bare school. Doch, zooals tal van dingen en
cok menschen veranderlijk zijn, maakten
wij ons diets, dat de heer Verweij over be
zwaren was heengestapt, gezien het feit,
dat, door het inkorten van het getal boven
tallige onderwijzers aan de openbare
school, ook het bijzonder onderwijs daar
van den terugslag zou ondervinden, zoodat
dit vooruitzicht er hem toe 'gebracht had,
zich met het voorstel van B. cn W. te \er-
zoeneq.
Men kan zich echter deerlijk vergissen
en dat bleek weer duidelijk toen de heor
Verweij ons vergastto op een oontrair
standpunt. Eerst heel mak en nog wat
stroef nam hij in eerste instantie een
kleine zwenking naar den kant van de pal-
staanders voor de openbare school, doch in
tweede termijn sprekende heeft hij zijn
houding in de Commissie geheel om hals
gebracht en op het forum van het debat
zijn zwaai volkomen genomen.
Wij hebben steeds voor dit Raadslid
respect gehad om de nuchterheid en vaak
bezadigdheid waarmede hij, goed spreker
als hij is, de dingen weet to zeggen en
hebben hem zeker een kracht voor zijn
partij gevonden. En wij gelooven nog dat
hij met zich zelve in strijd is gekomen, toen
hij, blijkbaar onder pressie van de partij,
een houding moest aannemen, die hem nu
door velen is aangerekend als een groote
fout, als een bewijs van gebrek aan zelf
standigheid, als een uitvloeisol van een
politieke inzinking, die zich eenmaal ern
stig kan wreken.
Heel wat kalmer wist de heer Verweij
zich in het woorden-gareel te spannen, dan
zijn partijgenoot Kooistra. Wat dezen be
woog op zoo ruwe wijze op het bijzonder
onderwijs te hakken, is ons niet duidelijk.
Hij zette kracht bij aan zijn betoog, door
te beweren, dat het den rechtschen man
nen ten doen is, het openbaar onderwijs te
nekken. Zoo min fraai als dit woord is,
zoo leelijk is, zulk een veronderstelling,
welke hij, zonder eenig bewijs, in den Raad
lanceert, met een stem die bedoeld was,
kracht bij te zetten, doch die geen enkele
schrik-trilling door de gelederen van
rechts joeg.
De pacificatie wil men aan de rechter
zijde eerlijk doorgevoerd hebben. Nu weten
wij wel dat bet gezicht van do vergelijken
de cijfers den linkschen niet bijster naar
zin is; dat men een vermindering van de
cijfers der' kinderen aan de openbare
school steeds ziet pareeren op de etatea
en een vermeerdering van het aantal kin
deren, die de bijzondere scholen bezoeken,
moet constateeren, doch deze wisseling
van verhoudingen is niet tegen te houden,
nóch met groote woorden, nóch met pro
paganda aan de linksche zijde. Het komt
ons voor, dat een omstandigheid geheel
ligt buiten den gezichtskring van do pal»
staanders, en, bedriegen wij ons niet, dan
zullen daardoor de cijfers nog wel andere
verhoudingen brengen. Wij doelen op heb
bloote feit dat bij de voorstanders van het
christelijk beginsel in het onderwijs ook,
Goddank, nog in ruime mate leeft het bo-
wustzijn, dat onder de eerste huwelijks-
plichten behoort de vorming van een ge
zin, terwijl, helaas, aan de overzijde dit be
sef niet meer zoo levendig is cn men zoo
gaarne concessiën doet aan theorieën, die
dé was van het goslacht aanmerkelijk scha
den. Sterker dan welke aanslag ook, op
het openbaar onderwijs ondernomen, zou
kunnen zijn, zal zich het vonnis door de
jaren allereerst voltrekken aan de scholen,
die nu al reeds zulks hiaten verloonen in
de verschillende klassenj zoodat opheffing
en samenkoppeling gebiedende eisch is.
Ons lijkt dan ook, alles wat men op
touw zet, om de reddende hand te reiken
aan het openbaar onderwijs, van weinig
waarde, zoolang men blind is voor de din
gen, die zoo voor de hand liggen.
Overigens waren de redmiddelen, welke
men uit het arsenaal uitwierp, van zeer
mager gehalte. Daar heb je bijvoorbeeld
dat van de samenvoeging der klassent 'fc
is meer dan kortzichtig. Wordt dit systeem
ook niet reeds toegepast op tal van andere
scholen, ook bijzondere, en kan ook niet
gewezen worden op succesvolle toepassing
van dien maatregel? Dit heeft het voor,
dab den kinderen gelegenheid wordt gege
ven, het mondeling gegeven schriftelijk te
verwerkqn, wat op zich zelf vaak een niet,
te onderschatten voordeel is. Een degelijk
en krachtig onderwijzer zal langs dien weg
zeker veel kunnen bereiken. Al is heb dan
niet als regel toe te passen, in de gevallen*
zooals die zich thans voordoen bij het
openbaar onderwijs hier ter stede, is het
een oplossing, die zeer zeker, zonder echa-
FEUILLET0N.
jrger.
aff^aar het Duitsch van J. ARNEFELDT
J\Vertaald door Jac van Emden.
stra$)
met overgaan van de schel schrikte Heu-
Ider uit zijn gepeins op; hij kwam half
vereind en herkende de stem van Otto
l-bler, die dadelijk daarna door den
Bcht werd binnengelaten. Deze draaide
schakelaar om, waarop heb electrische
*t in twee antieke lampen, die op den
koorsteen stonden, aanflitste en de weel-
frge, smaakvolle inrichting bescheen.
Po knecht had, onhoorbaar loopend over
i.dikke tapijten, de gordijnen voor het
den tuin uitziende venster gesloten en
ls ^en weer weggegaan. Heufelder, die
zÜn gemakkelijke, liggende houding
j®d aangenomen, reikte zijn bezoeker loom
blanke, smalle, nerveus-bevende hand
7-oi, terwijl hij naar de fauteuil wees:
j— Maak het je makkelijk, Giibler en
fuseer me, dat ik blijf liggen; ik ben
[•8 in mijn. siesta.
Neem me niet kwalijk als ik stoor,
Otto, die tegenover den schilder
een ze^er© bevangenheid van zich
dtsoBJkon zetten, ik....
{°tter Geen complimenten, jonge vriend, ik
•nden m° n0ojt storen, ^at moest jc wel
:Pe jm' Wle mii komt opzoeken moet mij
r.T Z0°als ik ben. Steek een pijp op,
Mvttf reS naar een KeP°Bjst koperen
jpor,6 een v°Bedig rookgarnituur
sandelhouten tabakspot.
Ik zal liever een cigaret opsteken,
gaf Otto ten antwoord en voegde de daad
bij het woord, terwijl Heufelder een zware
rookwolk uit zijn pijp blies cn met een
licht schouderophalen zei:
Acchacum son godt, ofschoon ik het
bijna als vandalisme beschouw, deze tabak
voor sigaretten te gebruiken. Ik ben bang
dat je ook room in de koffie zult nemen,
dien Heinrich zoo aanstonds zal binnen
brengen. Otto, jongen, je hebt nog veel te
leeren
U zult in mij een ijverig adept vin
den, antwoordde, de jonge schilder, en hij
wachtte zich er wel voor om iets anders
dan suiker in zijn koffie te doen, die juist
door den knecht in kleine kopjes van bij
na doorzichtig porcelein op een zilveren
blad werd binnengebracht, ofschoon het
kannetje room, dat er naast stond, hem
erg aanlokkelijk scheen.
Zoo, nu nog een absynth zei Heufel
der, nadat hij zijn koffie langzaam zwij
gend had opgeslurpt, en dan zal ik je ge
hoor verleenen.
Je jeugdig gelaat is nog al te zeer de
spiegel van je ziel, dan dat ik niet reeds
zou hebben geizen, dat je me een confi
dentie te doen hebt.
Dat hebt n goed gezien, antwoordde
de jonge sphilder met neergeslagen oogen,
ik ben juist daarom zoo vroeg gekomen
Wel? Wat is het? Ik hoop, dat het
geen liefdesgeschiedenis is; daarin zou ik
je moeilijk raad kunnen geven, want ik heb
de routine niet meer.
Otto schudde het hoofd.
Het is het is een geldkwestie, stot
terde hij, ik kan u liet geld, dat ik n
schuldig ben, nog niet in zijn geheel beta
len.
Dat is groot nieuws, zei Heufelder
vroolijk lachend. Dacht je soms dat ik
dat van te voren niet wist? Je bent zeker
bij je vader geweest?
Otto knikte alleen maar.
En de goeie man was bard als een
bikkel!
Hij heeft me wel wat gegeven, maar
lang niet genoeg en hij meent bovendien
nog, dat hij erg royaal is geweest. Hij heeft
er geen idee van wat het leven kost, als je
een behoorlijken stand moet ophouden.
Heufelder bekeek den onhandigen jon
gen, die zich alle mogelijke moeite gaf,
hem in voorkomen en optreden na te boot
sen met een lachje, dat het midden hield
tusschen kwaadaardige sarcasme en goedi
ge ironie en vroeg:
En hoeveel heeft je eerwaarde pipa
dan wel afgeschoven?
Duizend mark, en hij zei erbij, dat ik
daar eenige maanden mee moest toeko
men, antwoordde Otto kleintjes.
Alle respect, die man moest minister
van financiën worden, hernam Heufelder
lachend, en dat is natuurlijk op geen
stukken na voldoende.
Praat me toch niet van dat bagatel!
Het is een speelschuld en die moet
toch binnen vierentwintig pur betaald
worden, zei Otto neerslachtig.
Ook zoo'n antidiluviale opvatting, zei
de schilder verachtelijk.
Ik was van plan mijn vader alles eer
lijk op te biechten, maar er waren dingen
gebeurd, die dat onmogelijk maakten; mijn
vader....
Wees zoo goed, mij buiten je familie
zaken te laten: ik bemoei me nooit met
mijn eigen familie en het maakt me ner
veus, dergelijke dingen aan te hooren.
Overigens mag je blij zijn, dat het niet tot
een bekentenis is gekomen. Van al je
schulden was je toch niet afgekomen en je
zou alleen maar een belofte gedaan heb
ben, die je den volgenden dag toch weer
zou hebben gebroken, zei Heufelder op
een toon van meerderheid en goedig voeg
de hij eraan toe: Overigens heb je geen
speelschuld bij me.
Jawel I
Pardon; je moet goed onderscheiden;
ik heb je geld geleend om te spelen, maar
aan mij heb je niets verloren.
U is erg edelmoedig, zei Otto,
maar mag ik u een deel afbetalen? en hij
maakte een beweging, alsof hij zijn porte
feuille voor den dag wilde halen.
Laat dat, laat. dat, jonge vriend, zei
Heufelder, je zult wel dringender ver
plichtingen hebben.
Zeker, maar
Nu juist, misschien heeft de ouwe
den volgenden keer een betere bui in
middels
Inmiddels? viel Otto hem nieuwsgie
rig in de rede.
Inmiddels laat je de menschen er
voor opdraaien, die je geplukt hebben.
Wie maar zoo af en toe speelt, betaalt al
tijd het gelag, maar wie op zijn tijd re
vanche weet te nemen, komt op zijn poot
jes terecht. Je zult de heeren, van wie
je verloren hebt, vanavond hier weer ont
moeten.
Dat zou ik liever niet, stamelde de
jonge schilder in groote verlegenheid,
ik had me eigenlijk voorgenomen
Niet meer te spelen! viel Heufelder
hem in de rede, dat doen we allemaal*
als we voor het eerst een flinken duit heb
ben verloren! Kerel, als je een kruideniers
natuur hebt, wordt dan huisschilder, maar
geen artist. De kunstenaar heeft opwek
king, emotie noodig, hij inoet snel wisse*
lende indrukken opdoen en die kan hij al
leen in liet spel vinden. Dns het is afge
sproken, vanavond koiu je terug.
Otto keek weifelend, bijna hulpeloos om
zich heen. Juist sloeg de klok, die op den
schoorsteen stond en Heufelder zei: het.
is hoog tijd om me te gaan kleeden, ik
heb een afspraak met een vriend in cir
cus Schumann.
Dan zal ik u niet langer ophouden,
zei Gabler en maakte aanstalten om weg
te gaan, maar Heufelder hield hem tegen
en zei:
Eigenlijk laat ik je zoo niet gaan.
Gaat met me mee naar het circus en dan
mee terug hierheen. Wacht maar even, ik
ben dadelijk weer terug; bekijk in dien
tijd de Rembrandta maar eens!
Hij legde een map met etsen voor Otto
neer en terwijl hij de melodie van het
Champagnolied uit „Don Juan" neuriede^
ging hij naar zijn kleedkamer, die met zijn
slaapkamer, de huiskamer waar Otto op
hem wachten zou de eetkamer cn dn
kamer van zijn huisknecht ineenliep. Doof
een binnenplaats van dit deel der woning
gescheiden, lag aan de andere zijde de „ka
mer van Blauwbaard" het atelier.
(Wordt vervolgd).