UIT HET VATICAAN. DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND VERMIST! tweede blad de leidsche courant zaterdag 18 augustus 1928 Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) In de verschillende pauselijke Departe menten is de vacantietijd begonnen en Kar dinalen en andere kerkelijke Hoogwaardig heidsbekleders verlaten om beurten de Eeuwige Stad. Zoodra de staatssecretaris kardinaal Gasparri met verlof gaat, is dit een zeker teeken. dat de grootste kanselarij ter we reld hare werkzaamheden tot het hoogst noodzakelijke beperkt; alleen het staats secretariaat, dat de kerkelijke politiek leidt met het ressort voor buitengewone kerke lijke aangelegenheden, het eigenlijke De partement van Buitenlandsche Zaken, kent geen vacantie: het oog der kerk immers moet voortdurend gevestigd blijven op de gebeurtenissen, die zich in de groote wereld afspelen. Kardinaal van Rossum is naar Ierland gegaan om als Eere-Voorzitter het eeuw feest mee te vieren van de Congregatie der Redemptoristen. Kardinaal Sincero zal zich ook naar Ot tawa begeven om Mgr. Cassulo, Apostolisch Delegaat in Canada, te ontmoeten; daarna is de Kardinaal de gast van Mgr. Gauthier, Aartsbisschop van Montreal. Het doel van de reis van Kardinaal Sincero is de m- -wijding van het nieuwe klooster en van de kerk van de Zusters van do Heilige Kamen van Jezus en Maria te Montreal, een Con- gregatie, waarvan Kardinaal Sincero de be schermheer is. De Kardinaal zal daar ook aan 125 Postulanten het kloosterkleed schenken en talrijke novicen tot de H. Pro fessie toelaten. Tevens zal de kardinaal een visitatiereis ondernemen naar de kloosters te Mons en Sachire. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling van den kardinaal om ook een bezoek te brengen aan de Vereenigde Staten, waar de Ridders van den H. Gregorius, die onder protectoraat van kardinaal Sincero staan, een groote feestvergadering zullen houden, maar ter elfder ure is dit plan gewijzigd, daar de H. Stoel zelfs den schijn wilde ver mijden, zich eenigsziny te mengen in de re clame voor de verkiezingscampagne voor het presidentschap van de Vereenigde Sta ten, vooral daar er voor den candidaat der democratische partij Adam Smith, een be kende katholieke figuur in Amerika, een groote propaganda wordt gemaakt. De aan wezigheid van een curie-kardinaal zou al licht tot allerlei overbodig commentaar aanleiding kunnen geven. IDe Maestro di Camera Mgr. Cacciadomi- Inioni en de geheim Kamerheer Mgr. Mella Arborio di Sant' Elia zijn op weg naar het Eucharistisch Congres te Sydney. De be trekking van Maestro di Camera wordt /■hans waargenomen door Mgr. Migone, den i vroegere particuliere secretaris van Paus' Benedictus XV. Bijna de geheel© pauselijke hofhouding heeft Rome verlaten om na een jaar van ingespannen arbeid enkele weken welver- diende ru3t te genieten. Slechts één is er Ï'die blijft, voor wien het nooit vacantie is, en die voortdurend de verzengende zomer zwoelte te dragen heeft, die nooit meer in de gelegenheid zal zijn om te genieten van de frissche lucht van zijn geliefd Alpenland, /daar de politieke toestand, die in 1870 in het leven geroepen is\ het hem onmogelijk maakt, den drempel van het Vaticaan te overschrijden. In onzen vorigen brief maakten wij met enkele woorden melding van de •boodschap dés Pausen aan het Chineesche ■bik i f Om de groote beteekenis van dit histo- Stri-h feit, dat een diepgaande strekking heeft voor de positie van China en haar ba jjtverhouding tot de andere groote mogend- meden, laten we den officieelen tekst van het Pauselijk schrijven hier volgen: r Do kardinaal-staatssecretaris heeft, in- Rjfcevolge de opdracht van Z. H. Paus' Pius XI, aan den apoStolischen Delegaat in China telegrafisch verzocht aan de Bis- shoppen en Ordinarissen van China het •lgende te willen mededeelen: oogit" Boodschap van den H. Vader Paus Pius aan de Eerwaarde Broeders en Hoog- eerw. Ordinarissen van China, aan onze beminde kinderen en geloovigen, en door hen aan het groote en edele volk van China De H. Vader, die met levendige belang stelling den loop der gebeurtenissen in China heeft gevolgd en nog volgt, en die China niet alleen op voet van gelijkheid maar ook met ware en zeer bijzondere sym pathie heeft behandeld, door persoonlijk in den Sint Pieter van Rome de eerste Chi neesche Bisschoppen te wijden, verheugt zich zeer en dankt den Allerhoogste voor het einde van den burgeroorlog en drukt den wensch uit dat in het land een vrede moge heerschen, duurzaam en vruchtbaar, gegrondvest op de beginselen van liefde en rechtvaardigheid. Om tot dezen vrede te geraken wenscht Zijne Heiligheid dat de wettige verlangens en de rechten volledig erkend worden van een volk, hetwelk het talrijkste van de aarde is, van een volk bekend door oude beschaving, dat tijdper ken kende van luister en grootheid, en dat een groote toekomst wacht, indien het blijft binnen de perken der rechtvaardigheid en der orde. De H. Vader wil dat de Katholieke Mis siën zouden medewerken tot den vrede, tot het welzijn, den vooruitgang van China, en gelijk Z. H. schreef op 15 Juni 1926 in een brief aan de Ordinarissen van China: Ab ipsis Pontificibus primordiis" herhaalt de Paus- hier, dat de Katholieke Kerk belijdt, leert en predikt eerbied en gehoorzaam heid aan de wettige overheden, en dat zij voor hare missionarissen en geloovigen de vrijheid en veiligheid vraagt volgens het algemeen recht. Aan dezelfde Ordinarissen beveelt Z. H. als aanvulling en vervolmaking van het mis siewerk, het organiseeren en uitbreiden der Katholieke Actie, opdat de geloovigen van beiderlei geslacht en vooral de dierbare jongelieden, door het gebed, door goede woorden en goede werken mede arbeiden aan den vrede, aan den socialen welstand en de grootheid van hun vaderland. Ook moe ten zij steeds beter de heilzame en heilige beginselen van het Evangelie leeren kennen en de bisschoppen en de priesters helpen in de verspreiding van de Christelijke leer en de individueele en maatschappelijke voor- deelcn van de christelijke naastenliefde. Z. H. eindelijk, de wenschen herhalend voor den vrede en den voorspoed van Chi na, en God den Almachtige smeekend ze te verhooren, schenkt aan allen Zijn Vader lijken en Apostolischen zegen. Het vertrek van den Pauselijken kardi naal-legaat naar het verre Australië was een voorname gebeurtenis in de Romeinsche 'kerkelijke wereld. Aan het station bevonden zich verschil lende leden van het diplomatieke corps, talrijke bisschoppen en prelaten, die den kardinaal een voorspoedige reis wenschten. Onder de aanwezigen bevind zier ook de bijna 90-jarige professor Horatius Maruchi, de bekende archeoloog. De Pauselijke staatssecretaris was vertegenwoordigd door Mgr. Pizzardo, substituut van deze Pause lij fc»3 instelling. De directie der Italiaansche spoorwegen had een wagon eerste klas gereserveerd voor den kardinaal en de Pauselijke Missie In Napels werd de kardinaal ontvangen door vertegenwoordigers van den Aartsbis schop en door den stationschef. De Pause lijke missie is direct aan boord gegaan van de „Orama" die tegen den avond het anker lichtte. Aan boord bevond zich reeds Mgr. Ira- storza, Aartsbisschop van Orihuela, officieel delegaat van den koning van Spanje bij het Eucharistisch Congres te Sydney. Deze Prelaat wordt, vergezeld door twee secreta rissen van de Órde van het H. Graf. Het is zeer waarschijnlijk dat het a.s. Consistorie dat nu reeds meerdere malen is uitgesteld, tegen het einde van September zal gehouden worden. Algemeen wordt thans aangenomen dat Mgr. Eugen Pacelli, de Apostolische Nun tius te Berlijn, tot de waardigheid van Kar dinaal zal worden verheven. Verwoesting van L o n d e> n. De maand Augustus is nu eenmaal de va- cantiemaand en dat pleegt zich telken jare te weerspiegelen in het krantennieuws. Er schijnt een soort geheime samenzwering te bestaan tusschen de ongelukken en de journalisten. Wat niet wegneemt, dat de ongelukken zich niet altijd aan de afspraak houden. De politiek echter houdt er zich gewoonlijk wel aan. daar de politici zelf ook wel eens graag „het schroeien van de zon ontvluchten in 't boschaadje". Wie echter rekening houdend met het karakter dezer maand verwachten zou, dat dit overzicht een geest van vredelievendheid zal ademen en doortrokken zal zijn met den sfeer van vacantie-genoegens, vergist zich. Er klinken zelfs oorlogsklanken links en rechts van ons en kibbelpartijen als in een slecht pension op een regendag. Zoo is van de week bijv. Londen grondig verwoest, waarbij duizenden slachtoffers zijn gevallen. De trotsche metropool is nog slechts een rookende ruïne. Gelukkig was het. niet „echt". De puin- hoopen bestaan slechts theoretisch en de dooden zijn slechts een papieren dood ge storven. De zaak is, dat deze week nachtelijke luchtmanoeuvres boven Londen hebben plaats gehad, waarbij het aan eerige ..for maties" (zoo noemt men een stelletje vlieg tuigen bij elkaar) gelukt is om door de ver dediging heen te breken en ongevaarlijke bommen te werpen op de voornaamste ge bouwen. Als het „meenens" was geweest, zou Londen thans een puinhoop geweest zijn. Dat is een geruststellende gedachte voor de Londenaars. Wel schrijven do kran ten met groote koppen, dat het afweer geschut en de verdedigende vliegtuigen erin geslaagd zijn om het grootste gedeelte der aanvallen af te weren, doch het klein ste gedeelte kwam er toch maar door en dat was precies genoeg om minstens 25.000 K.G. bommen over Londen uit te strooien. Als deze bommen eens niet theoretisch waren geweest! Het lijkt ook haast onmogelijk om zulk een luchtaanval af te weren. De vliegers, die Londen verwoest hebben, ste gen in den nacht op in Norfolk, klommen door de wolken heen tot 6000 M. hoogte en zoo, verborgen door een driedubbele wol kenlaag, naderden zij de hoofdstad en gle den plotseling omlaag. Doe daar maar eem' wat tegen. Kruiser-kabaai.— Terwijl Londen zich aldus verheugt over het bedenkelijke succes van de BriUche vliegers, maakt men te Berlijn kabaal om één kruisertje. De vo rige Duitsehe regeering had n.l. besloten tot den bouw van eèn pantserkruiser, welke dienst moest doen inde Oostzee. Dit besluit was na heftige bestrijding van links in den Rijksdag goedgekeurd. De nieuwe Duitsehe regeering, hoewel belangrijk linkscher dan het vorige kabinet en hoewel onder leiding van een sociaal democraat, die krachtens zijn „geloof" geen kruisers mag laten bouwen, heeft dat be sluit overgenomen. Zoo heelemaal zonder erg, 't was immers toch vacantie. En boven dien de verkiezingen waren achter den rug cn de sociaal-democraten waren derhalve glad vergeten, dat zij vóór de verkiezingen zich met hand en tand verzet hadden tegen den bouw van dien kruiser. Onder den Kathol, rijkskanselier Marx was dat besluit een uiting geweest van mi litaristische neigingen, onder den socialis- tisehen rijkskanselier Hermann Müller was dat besluit heel gewoon. Doch de commu nisten, die enfants terribles, sloegen alarm. Een communistische interpellatie werd aan gekondigd en den socialisten werd hun in consequentie luidruchtig verweten. De so- ci's zitten er nu wel een beetje mee in hun maag. Straks zullen de communisten een voorstel indienen om een volksstemming te doen houden over dien pantserkruiser en wat moeten ze dan doen? i Hun regeering verloochenen of hun ver kiezingsleuzen? Het N e 11 u n o-v erd r a g De Skoepsjtina te Belgrado heeft de overeen komsten van Nettuno thans goedgekeurd. Met 158 stemmen. Juist de helft dus van de 315 leden tellende Zuid-Slavische volksvertegenwoordiging heeft aan deze overeenkomsten met Italië haar goed keuring gehecht Er waren in de Skoepsjtina nog net voldoende leden aan wezig om een besluit mogelijk te maken. Dc Kroatische oppositie immers ontbrak, maar ook de nog aan de parlementaire werkzaamheden deelnemende groep der op positie, de Servische boerenpartij, verliet vóór de stemming de zittingzaal als een protest tegen het voornemen der regeering om in dit onvolledige parlement een beslis sing door te zetten. In een heftige rede had de leider dezer groep, Jovanowitsj, zich tegen de goedkeuring verzet. De voornaamste overeenkomsten betref fen zekere Italiaansche industrieele on dernemingen in Dalmatië, wier kapitaal on danks de Zuid-Slavische wet, volgens welke van geconcessioncerde ondernemingen de helft der aandeelen in Zuid-Slavische han den moet zijn, zuiver Italiaansch mag blij ven, verder het handelsverkeer in Fiume en eindelijk de visscherij langs de Dalma- tijnsche kust. Alleen wat deze laatste be treft doet Zuid-Slavië, door de gelijkgerech- tigheid hier van Italiaansche en Zuid-Slavi sche visschers te erkennen, een tegemoetko ming van ©enige beteekenis. Door deze goedkeuring kan thans verder onderhandeld worden over de verlenging van het Italiaansch—Joego-Slavisch vriend schapsverdrag. Of de vriendschapsbanden door deze goedkeuring door een halve Skoepsjtina er zooveel hartelijker door zul- lenn worden, mag worden betwijfeld. BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. LIL Wij hebben in ons leven reeds veel en op velerlei wijzen zien zwaaien, bij gym nastiek, bij te veel alcoholgebruik, bij af scheid van een geliefde met trein of boot, bij het verlaten van den militairen dienst, doch dat was alles nog maar kinderspel bij den reuzenzwaai, welke het S. D. A. P.-sche raadslid Verwey. Maandag maakte in den Leidschen Raad. Op het Olympisch tournooi had hij zeker furore gemaakt. Dat kwam zooEr waren door B. en W. ver schillende voorstellen in den Raad ge bracht. die betrekking hadden op het on derwijs en tot ondergrond hadden te bezui nigen. Deze voorstellen achten wij onzen lezers bekend en ook het feit, dat ze de verschillende instantiën, welke B. cn W. hebben te adviseeren, behoorlijk en in al len vorm hadden doorgemaakt. Het advies ook van de Commissie van Bijstand voor het Onderwijs, waarvan de heer Verweij lid is, was van een eenstemmigheid, die misschien bon verwonderen, doch ten slotte geen enkele afwijkende meening behelsde. Waar uit te coucludeeren was, dat, welke meening de leden dan ook persoonlijk aan vankelijk waren toegedaan, zij ten slotte allen instemden met het advies, dat ac- coord ging met de inzichten van B. en W., en ten slotte ook aanvaardde alle conse quenties, die er uit zouden voortvloeien. Wij moeten even zeggen dat van den be ginne af, toen wij heb advies lazen, er een tikje over verwonderd waren, kennende de mentaliteit van links ten opzichte van het ïpenbaar onderwijs, die voor een eroo* deel ook is te vinden in de S. D. A. P., die in alles, wat het openbaar onderwijs maar eenigszins bedisselt, vooral als het komt van rechts, ziet e«en nekken van de open bare school. Doch, zooals tal van dingen en cok menschen veranderlijk zijn, maakten wij ons diets, dat de heer Verweij over be zwaren was heengestapt, gezien het feit, dat, door het inkorten van het getal boven tallige onderwijzers aan de openbare school, ook het bijzonder onderwijs daar van den terugslag zou ondervinden, zoodat dit vooruitzicht er hem toe 'gebracht had, zich met het voorstel van B. cn W. te \er- zoeneq. Men kan zich echter deerlijk vergissen en dat bleek weer duidelijk toen de heor Verweij ons vergastto op een oontrair standpunt. Eerst heel mak en nog wat stroef nam hij in eerste instantie een kleine zwenking naar den kant van de pal- staanders voor de openbare school, doch in tweede termijn sprekende heeft hij zijn houding in de Commissie geheel om hals gebracht en op het forum van het debat zijn zwaai volkomen genomen. Wij hebben steeds voor dit Raadslid respect gehad om de nuchterheid en vaak bezadigdheid waarmede hij, goed spreker als hij is, de dingen weet to zeggen en hebben hem zeker een kracht voor zijn partij gevonden. En wij gelooven nog dat hij met zich zelve in strijd is gekomen, toen hij, blijkbaar onder pressie van de partij, een houding moest aannemen, die hem nu door velen is aangerekend als een groote fout, als een bewijs van gebrek aan zelf standigheid, als een uitvloeisol van een politieke inzinking, die zich eenmaal ern stig kan wreken. Heel wat kalmer wist de heer Verweij zich in het woorden-gareel te spannen, dan zijn partijgenoot Kooistra. Wat dezen be woog op zoo ruwe wijze op het bijzonder onderwijs te hakken, is ons niet duidelijk. Hij zette kracht bij aan zijn betoog, door te beweren, dat het den rechtschen man nen ten doen is, het openbaar onderwijs te nekken. Zoo min fraai als dit woord is, zoo leelijk is, zulk een veronderstelling, welke hij, zonder eenig bewijs, in den Raad lanceert, met een stem die bedoeld was, kracht bij te zetten, doch die geen enkele schrik-trilling door de gelederen van rechts joeg. De pacificatie wil men aan de rechter zijde eerlijk doorgevoerd hebben. Nu weten wij wel dat bet gezicht van do vergelijken de cijfers den linkschen niet bijster naar zin is; dat men een vermindering van de cijfers der' kinderen aan de openbare school steeds ziet pareeren op de etatea en een vermeerdering van het aantal kin deren, die de bijzondere scholen bezoeken, moet constateeren, doch deze wisseling van verhoudingen is niet tegen te houden, nóch met groote woorden, nóch met pro paganda aan de linksche zijde. Het komt ons voor, dat een omstandigheid geheel ligt buiten den gezichtskring van do pal» staanders, en, bedriegen wij ons niet, dan zullen daardoor de cijfers nog wel andere verhoudingen brengen. Wij doelen op heb bloote feit dat bij de voorstanders van het christelijk beginsel in het onderwijs ook, Goddank, nog in ruime mate leeft het bo- wustzijn, dat onder de eerste huwelijks- plichten behoort de vorming van een ge zin, terwijl, helaas, aan de overzijde dit be sef niet meer zoo levendig is cn men zoo gaarne concessiën doet aan theorieën, die dé was van het goslacht aanmerkelijk scha den. Sterker dan welke aanslag ook, op het openbaar onderwijs ondernomen, zou kunnen zijn, zal zich het vonnis door de jaren allereerst voltrekken aan de scholen, die nu al reeds zulks hiaten verloonen in de verschillende klassenj zoodat opheffing en samenkoppeling gebiedende eisch is. Ons lijkt dan ook, alles wat men op touw zet, om de reddende hand te reiken aan het openbaar onderwijs, van weinig waarde, zoolang men blind is voor de din gen, die zoo voor de hand liggen. Overigens waren de redmiddelen, welke men uit het arsenaal uitwierp, van zeer mager gehalte. Daar heb je bijvoorbeeld dat van de samenvoeging der klassent 'fc is meer dan kortzichtig. Wordt dit systeem ook niet reeds toegepast op tal van andere scholen, ook bijzondere, en kan ook niet gewezen worden op succesvolle toepassing van dien maatregel? Dit heeft het voor, dab den kinderen gelegenheid wordt gege ven, het mondeling gegeven schriftelijk te verwerkqn, wat op zich zelf vaak een niet, te onderschatten voordeel is. Een degelijk en krachtig onderwijzer zal langs dien weg zeker veel kunnen bereiken. Al is heb dan niet als regel toe te passen, in de gevallen* zooals die zich thans voordoen bij het openbaar onderwijs hier ter stede, is het een oplossing, die zeer zeker, zonder echa- FEUILLET0N. jrger. aff^aar het Duitsch van J. ARNEFELDT J\Vertaald door Jac van Emden. stra$) met overgaan van de schel schrikte Heu- Ider uit zijn gepeins op; hij kwam half vereind en herkende de stem van Otto l-bler, die dadelijk daarna door den Bcht werd binnengelaten. Deze draaide schakelaar om, waarop heb electrische *t in twee antieke lampen, die op den koorsteen stonden, aanflitste en de weel- frge, smaakvolle inrichting bescheen. Po knecht had, onhoorbaar loopend over i.dikke tapijten, de gordijnen voor het den tuin uitziende venster gesloten en ls ^en weer weggegaan. Heufelder, die zÜn gemakkelijke, liggende houding j®d aangenomen, reikte zijn bezoeker loom blanke, smalle, nerveus-bevende hand 7-oi, terwijl hij naar de fauteuil wees: j— Maak het je makkelijk, Giibler en fuseer me, dat ik blijf liggen; ik ben [•8 in mijn. siesta. Neem me niet kwalijk als ik stoor, Otto, die tegenover den schilder een ze^er© bevangenheid van zich dtsoBJkon zetten, ik.... {°tter Geen complimenten, jonge vriend, ik •nden m° n0ojt storen, ^at moest jc wel :Pe jm' Wle mii komt opzoeken moet mij r.T Z0°als ik ben. Steek een pijp op, Mvttf reS naar een KeP°Bjst koperen jpor,6 een v°Bedig rookgarnituur sandelhouten tabakspot. Ik zal liever een cigaret opsteken, gaf Otto ten antwoord en voegde de daad bij het woord, terwijl Heufelder een zware rookwolk uit zijn pijp blies cn met een licht schouderophalen zei: Acchacum son godt, ofschoon ik het bijna als vandalisme beschouw, deze tabak voor sigaretten te gebruiken. Ik ben bang dat je ook room in de koffie zult nemen, dien Heinrich zoo aanstonds zal binnen brengen. Otto, jongen, je hebt nog veel te leeren U zult in mij een ijverig adept vin den, antwoordde, de jonge schilder, en hij wachtte zich er wel voor om iets anders dan suiker in zijn koffie te doen, die juist door den knecht in kleine kopjes van bij na doorzichtig porcelein op een zilveren blad werd binnengebracht, ofschoon het kannetje room, dat er naast stond, hem erg aanlokkelijk scheen. Zoo, nu nog een absynth zei Heufel der, nadat hij zijn koffie langzaam zwij gend had opgeslurpt, en dan zal ik je ge hoor verleenen. Je jeugdig gelaat is nog al te zeer de spiegel van je ziel, dan dat ik niet reeds zou hebben geizen, dat je me een confi dentie te doen hebt. Dat hebt n goed gezien, antwoordde de jonge sphilder met neergeslagen oogen, ik ben juist daarom zoo vroeg gekomen Wel? Wat is het? Ik hoop, dat het geen liefdesgeschiedenis is; daarin zou ik je moeilijk raad kunnen geven, want ik heb de routine niet meer. Otto schudde het hoofd. Het is het is een geldkwestie, stot terde hij, ik kan u liet geld, dat ik n schuldig ben, nog niet in zijn geheel beta len. Dat is groot nieuws, zei Heufelder vroolijk lachend. Dacht je soms dat ik dat van te voren niet wist? Je bent zeker bij je vader geweest? Otto knikte alleen maar. En de goeie man was bard als een bikkel! Hij heeft me wel wat gegeven, maar lang niet genoeg en hij meent bovendien nog, dat hij erg royaal is geweest. Hij heeft er geen idee van wat het leven kost, als je een behoorlijken stand moet ophouden. Heufelder bekeek den onhandigen jon gen, die zich alle mogelijke moeite gaf, hem in voorkomen en optreden na te boot sen met een lachje, dat het midden hield tusschen kwaadaardige sarcasme en goedi ge ironie en vroeg: En hoeveel heeft je eerwaarde pipa dan wel afgeschoven? Duizend mark, en hij zei erbij, dat ik daar eenige maanden mee moest toeko men, antwoordde Otto kleintjes. Alle respect, die man moest minister van financiën worden, hernam Heufelder lachend, en dat is natuurlijk op geen stukken na voldoende. Praat me toch niet van dat bagatel! Het is een speelschuld en die moet toch binnen vierentwintig pur betaald worden, zei Otto neerslachtig. Ook zoo'n antidiluviale opvatting, zei de schilder verachtelijk. Ik was van plan mijn vader alles eer lijk op te biechten, maar er waren dingen gebeurd, die dat onmogelijk maakten; mijn vader.... Wees zoo goed, mij buiten je familie zaken te laten: ik bemoei me nooit met mijn eigen familie en het maakt me ner veus, dergelijke dingen aan te hooren. Overigens mag je blij zijn, dat het niet tot een bekentenis is gekomen. Van al je schulden was je toch niet afgekomen en je zou alleen maar een belofte gedaan heb ben, die je den volgenden dag toch weer zou hebben gebroken, zei Heufelder op een toon van meerderheid en goedig voeg de hij eraan toe: Overigens heb je geen speelschuld bij me. Jawel I Pardon; je moet goed onderscheiden; ik heb je geld geleend om te spelen, maar aan mij heb je niets verloren. U is erg edelmoedig, zei Otto, maar mag ik u een deel afbetalen? en hij maakte een beweging, alsof hij zijn porte feuille voor den dag wilde halen. Laat dat, laat. dat, jonge vriend, zei Heufelder, je zult wel dringender ver plichtingen hebben. Zeker, maar Nu juist, misschien heeft de ouwe den volgenden keer een betere bui in middels Inmiddels? viel Otto hem nieuwsgie rig in de rede. Inmiddels laat je de menschen er voor opdraaien, die je geplukt hebben. Wie maar zoo af en toe speelt, betaalt al tijd het gelag, maar wie op zijn tijd re vanche weet te nemen, komt op zijn poot jes terecht. Je zult de heeren, van wie je verloren hebt, vanavond hier weer ont moeten. Dat zou ik liever niet, stamelde de jonge schilder in groote verlegenheid, ik had me eigenlijk voorgenomen Niet meer te spelen! viel Heufelder hem in de rede, dat doen we allemaal* als we voor het eerst een flinken duit heb ben verloren! Kerel, als je een kruideniers natuur hebt, wordt dan huisschilder, maar geen artist. De kunstenaar heeft opwek king, emotie noodig, hij inoet snel wisse* lende indrukken opdoen en die kan hij al leen in liet spel vinden. Dns het is afge sproken, vanavond koiu je terug. Otto keek weifelend, bijna hulpeloos om zich heen. Juist sloeg de klok, die op den schoorsteen stond en Heufelder zei: het. is hoog tijd om me te gaan kleeden, ik heb een afspraak met een vriend in cir cus Schumann. Dan zal ik u niet langer ophouden, zei Gabler en maakte aanstalten om weg te gaan, maar Heufelder hield hem tegen en zei: Eigenlijk laat ik je zoo niet gaan. Gaat met me mee naar het circus en dan mee terug hierheen. Wacht maar even, ik ben dadelijk weer terug; bekijk in dien tijd de Rembrandta maar eens! Hij legde een map met etsen voor Otto neer en terwijl hij de melodie van het Champagnolied uit „Don Juan" neuriede^ ging hij naar zijn kleedkamer, die met zijn slaapkamer, de huiskamer waar Otto op hem wachten zou de eetkamer cn dn kamer van zijn huisknecht ineenliep. Doof een binnenplaats van dit deel der woning gescheiden, lag aan de andere zijde de „ka mer van Blauwbaard" het atelier. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5