mgr. taskin en de
h liturgie.
het raadsel van
konnersreuth
Vragenbus.
IJgr. taskin en de
8i ascetiek
(t
Met Jt Tolste recht ei.cbt de Kerk, waar
onder hier zoowel de kerkelijke overheid
®cle het geloovige volk verstaan wordt, dat
N priesters, geroepen om de hun toever-
TOuwden in het streven naar de christelij
ke volmaaktheid behulpzaam te wezen, zelf
Pil theoretisch èn pracüsch daartoe volko
men bevoegd zijn. Dit onderdeel der pries
terlijke werkzaamheid wordt veelal verge-
%ken met de totstandbrenging van een
'kunststuk. Zooalfc' nu iedere kunstenaar
««haast een helder begrip van de schoon
heid seischen in 't algemeen en de bijzondere
«ïgiBchen van dit of dat kunstwerk een juiste
kennis moet bezitten van de onderscheiden
«fcaterialeu en van hetgeen ermee te berei
den is, van de hulpmiddelen die hem- ten
•dienste staan of moeilijkheden die overwon
nen dienen te worden, zoo moet ook de
•'priester beschikken over een meer dan ge-
i-wone kennis van het geestelijk leven. De
wetenschap, welke deze theorie omvat, heet
I met een aan lichaamsoefening ontleend
vreemd woord de Ascetiek. DUr wordt ge
loerd, waarin de christelijke volmaaktheid
j bestaat en hoe in de onderscheiden staten
dat ideaal het best belichaamd wordt.
Naast de kennis van het doel wordt ook het
materiaal: de menschelijke natuur, be-
kschouwd, die, hoezeer ook aan alle men-
lichen gemeen, toch zoo verschillend kan
liezen van aanleg, temperament en dus van
[Ontwikkelingsmogelijkheid. Eindelijk wordt
gehandeld over de natuurlijke en bovenna
middelen, die den mensch in het
[•(Welbewust nastreven der volmaaktheid ter
beschikking staan, en over de moeilijkheden
(.die zich hier voordoen of althans kunnen
Jvoordoen. Het is nu de groote verdienste
.van onzen jubileerenden Praeses, dat hij
jde noodzakelijkheid, om aan de Ascetiek
leen grootere plaats in to ruimen in het stu-
(jdieprogram, heeft ingezien en die plaats
dan ook heeft gevonden, al ging het ge
paard met een vermeerdering van de eigen
lesuren. Zoo ergens dan vindt hij naast zijn
meditaties hier gelegenheid om het zijn
i etudenten telkens en telkens weer in te
scherpen, dat men de volmaaktheid niet
vanzelf bereikt, maar er zich een voortdu
rend geweld voor moet aandoen, omdat nu
eenmaal de harmonieuze opgang van den
geheelen mensch naar zijn einddoel door
de gevolgen der erfzonde belemmering on
dervindt. Daarbij is hij do groote stuw
kracht, houdt hij niet alleen vóór wat moet,
maar zet tevens aan tot daadwerkelijke in
spanning en doelbewusten toeleg, opdat de
studenten zich niet alleen de theorie, maar
ook de practijk van het geestelijk leven
eigen maken. Zelf man van doorzetten,
1 stoeren, sterken wil en volhardende plichts
betrachting, ligt de wilsvorming, de wilsver-
1 sterking zijner studenten hem na aan het
[hart. Kieschheid weerhoudt ons om hier tot
'bijzonderheden af te dalen, maar de stu
denten, voor wie de tucht wel eens moeilijk
kan vallen en het herhaald inscherpen van
gehoorzaamheid en zelfbeheersching verve
lend, zij weten het, dat wat van hen ge
vraagd wordt, door hun Praeses niet al
leen van hen gevraagd wordt.
Zoo, door woord en voorbeeld, heeft Prae
ses Taskin ontzaglijk veel bijgedragen en
ilaardoor den dank verdiend niet slechts
der door hom gevormde priesters, maar
jook van het geloovige volk in Haarlem s
msdom. Want geen grooter zegen voor een
jvolk dan dat zijn priesters inderdaad man
nen zijn van beproefde deugd, echte ka
rakters in een tijd, die daaraan zooveel be
hoefte heeft!
J. H. NIEKEL, Pr.
r
Er is een vanzelf-sprekend verband tus-
schen een Groot-Seminarie en de publieke
(eeredienst der Kerk.
Juist omdat de liturgie is de publieke
eercdienst der Kerk ,s zij zichtbaar, hoor
baar. Het stille bidden van den geloovige
Ijlt zijn devotieboek is geen liturgische
daad. De hturgio is het openlijk bidden
der Kerk, bidden met woorden en met ge
baren met den klank van orgel en men
schel,jko stem, met den luister van licht
en wierook en paramenten. Het is in woord
en in beeld brengen wat do geloovigen
overdenken m de stilte van hun ziel- het
,s ook, omgekeerd, deopwekking 'door
■uiterlijk ceremonieel tSTlnwcndige gods-
la Ea' omdat de waardigheid waarmede
Pdo bedienaars van het altaar hun gewijd
Ministerie uitoefenen zoo sterk beïnvloed
Pde intensiteit van het innerlijk gebedsle
«»en, moet die plicht om waardig op te tre
ilen den toekomstigen priesters in de ziel
•gebrand worden. Goed verzorgde paramen
ia, accurate uitvoering der gewijde mu
ziek, stemmige versiering van kerk en al
taar moeten hun van jongs-sf-aan echt ter
larie gaan. En vooral: omdat het dage-
h terugkeerende bijna onvermijdelijk
'leur tengevolge heeft, ook al is dit dage-
ijksche het heiligste, moet het voorbeeld
van overheden, die in houding en optre
de. onversleten ijver toonen voor den al-
v°"rdlcns'. hun zoo lang mogelijk bijblij-
siinVde H°6T-(het- da" Van groot belan«
zijn de H. Liturgie zoo statig en plechtig
fcaal ickï TT" in ecn Groot-Seminarie,
gekseekt moet worden de Spes Ec-
,1. aC' j m,CU"e geslachten van Asron,
tie hoop der Kerk
IIv\a"T«Jeer,iS iaar Priester-zijn heeft
d« Tasb?a er vier-er-dertig gewijd aan
^opvoeding der toekomstige priester-
C',*'"1".» twee-en-twintig op hct
dénTdaT1^"6 Presidant- Presi-
(tiiiK Hh d S'a- .Zeggen: die jaren
Vie weet niet met welk een voorbe.ld;
- rtüfbetheid de "ni' 1 urgische wet
£ndhaafd!C^lnneT1 <00r H"m "ordt ga-
Zijn zorg bracht binnen de sacrïstij een 1
paramentonweelde zoo rijk en overvloedig,
dat alléén het „quantum potes tantum
aude, quia major omni laude nee laudare
suffici8" van S. Thomas hiervoor voldoen
den grond kan geven. „Waag zooveel ge
kunt, omdat gij Hem, Die allen lof te bo
ven gaat, toch nooit genoeg kunt loven.".
(Lauda Sion).
Het gebeurde bij hem wel eens, dat de
zuinigheid aan den liturgische» ijver
den handschoen toewierp, maar in dat
duel zegevierde altijd de laatste.
Wij, die een tiental jaren geleden onder
de leerlingen zaten van dezen Praeses,
niet slechts in de leszaal, maar ook in
de kapel op Zaterdagmiddag, als Hij onder
ernstige en luimige aanmoediging de Mis
en Vespers van den Zondag liet zingen,
zingen en nog eens zingen, wij weten hoe
veel uithoudingsvermogen van Hem gevor
derd is, vóórdat het studcntencollcge net
ter en geoefender wist te zingen dan som
mige paroehiekoren, die hij ons zoo graag
ter vergelijking noemde, niet tot onze eer.
Wij weten hoeveel moeite het Hem ge
kost heeft om met zijn onvermoeide cn
geroutineerde rechterhand, die Pastoor
Beukers van Leiden is, een Schola Canto-
rum, een keurkorps van zangers te kwee-
ken, dat een model is voor het gehecle dio
cees.
Zijn ernst en waardigheid heeft iederen
morgen gelegenheid zich uit te vieren aan
het altaar, als zijn „Introibo ad altare Dei,
ad Deiun qui lactificat juventutem inearu'
„Ik zal opgaan tot Gods altaar, tot God,
Die mijne jeugd verblijdt", waarheid,
schoone waarheid is. Want alles wat
zweemt nar sleur, is vreemd in dezen
vei'grijsden celebrant, die met de accura
tesse van en neomist veertig jaren lang
zijn Morgenoffer opdraagt. Hij kent en
volgt op de nieuwste bepalingen der kerke
lijke Ceremonieelwet en wie van de activi
teit der Ritencongregatie iets meer af
weet begrijpt hoezeer dit pleit voor zijn on-
vermoeiden ijver en dus groote liefde voor
den eeredienst der Kerk.
Alles wat den Neomysten, die de eer
ste zes weken na hun priesterschap komen
doorbrengen op het Seminarie, tot uitrus
ting dient bij hun eersteling-offers moet af
zijn en rein en gaaf. Daarin ligt zijn laat
ste vermaning om ook inwendig altijd even
rein en gaaf te zijnaan het altaar heel
hun volgend priesterleven.
Het moge voor den HoogEerwaarden
Jubilaris een diepgevoelde voldoening zijn
als Hij op dezen, zijn Hoogtij-dag, zal proe
ven volop van de heerlijke vruchten zijner
liturgischen arbeid.
Zijn paramentengoud zal schitteren
naar we hopen in het zonlichtzijn ka
pel zal openbloeien als een zomertuinzijn
schola zal zingen met open monden en
open zielen, zijn zangkoor zal een feest-
Mis uitvoeren, uit piëteit door een dei-
leerlingen gecomponeerd voor hem om God
dank te zeggenzijn Bisschop zal naast
hem staan met koorkap, mijter en staf om
hem eer te doenzijn seminaristen, heel
zijn huis, zal instemmen met den Introitus:
„Gaudeamus omnes in Domino, Diern
festum celebrantes." Verheugen wij ons al
len in den Heer bij den jubel van dezen
feestdag.
Z. DE KORTE, Pr.
Morgen jubileert een Priester, aan wien
zeer vele Priesters in ons Bisdom hun op
leiding, hun vorming tot het Priesterschap
voor ecn zeer groot deel danken.
Bijna geheel zijn veertig-jarig priester
leven heeft Mgr. Taskin, de Praeses van het
Groot-Seminarie te Warmond, besteed aan
de opleiding der diocesane geestelijkheid.
Mgr. Henricus Josephus Maria Taskin is
te Haarlem geboren 4 Febr. 1865. Na zijn
studies op het Klein- en Groot-Seminarie
werd hij in 1888 priester gewijd. Korten tijd
daarna volgde zijn benoeming tot Kapelaan
te Overveen. In 1984 werd de hoogeerw.
Jubilaris benoemd tot leeraar aan het Se
minarie Hageveld, waar hem in 1896 het
gewichtig ambt vin. Sub-regent werd toe
vertrouwd. In 1906 volgde de aanwijzing
voor de hoogst belangrijke en verantwoor
delijke taak van President van het Groot
seminarie te Warmond.
Mgr. Gallier koos Praeses Taskin onder
zijn Raadslieden en benoemde hem tot Ka
nunnik van het Kathedraal Kapittel, in
welk hoogwaardig college de Jubilaris de
hoogste waardigheid, die van Proost, be
kleedt.
Na den dood van Z. D. H. Mgr. Gallier
heeft, zooals men weet, Mgr. Taskin, als-
Vicaris Capitularis, liet Bisdom beheerd
totdat er een nieuwe Bisschop was benoemd
Kerk en Staat hebben de verdiensten van
dezen Jubileerenden Priester willen eeren
door hooge onderscheidingen: Mgr. is Eerc-
Kamerheer van Z. H. den Paus en Officier
in de orde van Oranje Nassau.
Wij hebben gemeend, dc verdiensten van
dit priesterleven in een helder-schitterend
licht te moeten zetten; en, op ons eerste
verzoek, hebben wij een aantal daartoe bij
uitstek bevoegde personen onmiddellijk be
reid gevonden, de veelzijdige werkz... inlieid
van Mgr. Taskin in ons blad te schetsen.
Een eer en een voldoening is 't ons, dat
6- D. H. de Bisschop van Haarlem, Mgr.
J. D J. Aengenent, aan de samenstelling
van dit feestnummer Zijn modewerking
heeft willen verleenen, en met deze uitgave
Zijne instemming heeft willen betuigen.
Mogen wij ook onzerzijds een enkel woord
toevoegen aan wat hier zoo voortreffelijk
is gezegd "ift. om aan te vullen, innar
trit' iat ook wij ons gaarne willen aansluiten
bij het eerbetoon, gebracht aan dezen hoog
eerwaarden Jubilaris.
Bij mannen als Praeses-' Taskin moet,
dunkt ons», lof en hulde zoo spoedig den
schijn wekken van een door hem veraf
schuwde vleierij.
Doch dc Jubilaris zal ook erkennen, dat
er nu eenmaal omstandigheden in het leven
zijn, waarin blijdschap cn dankbaarheid
met het zwijgen mógen* worden opgelegd
waarin lof en hulde móeten opstijgen en
uitstralen; en dat ten slotte onder ons,
Katholieken, do oorsprong en het einddoel
van feestvreugde, en in 't bijzonder van de
feestvreugde op een Priesterjubi
leum, is: de algoede Schenker en de ab
solute Heer van «ille goede gaven
De hoogwaardige Jubilaris maakt aan
spraak op ons aller gebed een gebed,
om God te danken voor de zegeningen, die
Hij over Zijne Kerk en over ons heeft ge
bracht door dien Priester-Vormer bij
uitnemendheid, en om God te smeeken, dat
Hij nog vele jaren spare voor het Katho
lieke Nederland in het algemeen en het
Haarlemscho diocees in het bijzonder dezen
hooggeachten priester, met zijn degelijke
godsvrucht, energieken wil, diepe menschen-
kennis, grooto verstandelijke gaven, en met
zijn nog grootere nederigheid.
In den Hoogeerw. Heer Taskin bezit ons
bisdom een Priester-Vormer bij uitnemend
heid. Praeses' Taskin is een geboren opvoe
der. Hij doorschouwt de karakters dergé
nen, die zich willen voorbereiden voor het
Priesterschap en weet met ongemeene
vastheid hunnen aard en aanleg te bepalen.
Als opvoeder is Praeses Taskin een man
van groote gestrengheid, maar van een ge-
Van m'n Boekentafel.
Dc Christus, Zijn persoon en
Zijn werk, door G. v. Noort, pas
toor. Uitgave Apol. Ver. „Pe
trus Canisius" 's Bosch.
Voor de uitgave van deze elf apologe
tische voordrachten moeten wij pastoor
v. Noort dankbaar zijn.
De stof, die daarin wordt behandeld, is
van alles-overtreffende belangrijkheid
De persoon en het werk van den Chris
tus dieper to kennen, is een voorrecht
voor ieder overtuigd Christen. Eu dui
zenden zijn er, die zoeken en lasten en
twijfelend zichzelf afvragen, wat de Chris
tus is; de lezing cn overweging dezer
voordrachten kan, direct of indirect,
een zéér ingrijpenden invloed hebben op
hun levensrichting
En dc behandeling dezer belangrijke
stof treft door open klaarheid. Pastoor v.
Noort behoort tot die veelzijdige begaafde
priesters, wien men dubbele dagen zou toe
wenschcn: eon om te studeeron en hun
kennis te publiceoren en een om zich te ge
ven aan den pastoreelen arbeid! Pastoor
v. Noort heeft verscheidene dogmatische
werken geschreven, in de Latijusche taal,
die over Europa en daarbuiten zijn ver
spreid en worden bestudeerd; hij is een
geleerde van een internationale vermaard
heid. Maar zijn parochianen te Amster
dam en de in de hoofdstad arbeidende
geestelijkheid van wie velen in hem een
raadsman hebben bij kwesties van prnc-
tische zielzorg zouden er tegen protes
teeren, als men dezen,pastoor alleen voor
den wetenschap zou iJpeischen!
Wij moeten ons or over verblijden, als
iemand als- professor v. Noort, hoewel voor
hem evenmin als voor anderen de dagen
meer dan vier en twintig uren hebben, toch
tijd vindt, om naast de directe zielzorg
in een groote stadsparochie een boek uit
te geven als hier besprokene.
Dit werk, dat slechts tachtig cents kost,
móet in veler handen komen. Wij willen
even de titels noemen van de voordrach
ten: 1. Wat dunkt u van den Christus. 2.
Kennen wij met zekerheid de levensge
schiedenis van Christus! 3. Was Jezus van
Nazareth werkelijk Gods gezant! 4. Was
Jezus van Nazareth werkelijk God! 5. Het
mysterie van den God-mensch. 0. Christus
onze Middelaar. 7. Christus op het kruis. 8
De triomf van den Christus. 9. De voor
zieningen van den Christus voor de toe
komst. 10. Christus heeft zijn kerk onver
gankelijk en onbederfelijk gemaakt. 11. De
Kerk van Christus is geen andere dan do
katholieke Kerk.
't Is ons niet mogelijk, om, aan een of
andere passage in het werk de voorkeur
gevend, deze to citeeren; het slot van de
laatste voordracht echter willen wij hier
afdrukken
„De oude Moeder-kerk! O, hoe groot is
het geluk dergenen, die tot haar behooren;
hoe groot het voorrecht van ons, die zon
der moeitevol zoeken, zonder de angsten
en do offers, aan een overgang verbonden,
als kinderen in hare schoot werden opge
nomen.
Waardeeren we voldoende die onver
diende genade! Denken wc er genoeg aan,
dat zij evenals iedere gave Gods
haar eigenaardige verplichtingen en een
lioogere mate van verantwoordelijkheid
medebrengt!
Wie het voorrecht hooft Katholiek te
zijn, maar niet leeft overeenkomstig zijn
geloof, is daardoor alleen reeds een erger
nis voor zijn dwalende broeders. Hij bidt
dagelijks, misschien meermalen daags mot
den mond: „Laat toekomen uw rijk", maar
door zijn gedrag wordt hij anderen een
voorwendsel of een aanleiding om van het
rijk Gods verwijderd to blijven. Immcr3
niets verduistert zoozeer den luister der
ware kerk van Christus dan het onwaardi
ge levensgedrag barer kinderen".
Deze vermaning van diep-overwogon
ernst er is, zooals immer bij pastoor
v. Noort, geen enkel woord to veel of te
weinig bij inoge door ons allen worden
overwogen!
„Mexico, het land der tegenstel
lingen", door pater H. J. Moonen
C. S. S. E. Uitgave J. J. Romen
Zonen, Roermond.
Mexico, liet land der tegenstellingen,
aldus is de titel van een boekje van de
hand van pater P. J. Moonen C.s.s.R.
Een werkje, dat wij met genoegen en in
stemming hebben gelezen, omdat het
zoon juisten kijk geeft op dat wonder
lijke, rijke en toch zoo arme land, dat in
den laatsten tijd zoozeer dc aandacht
trekt. Het was de beroemde ontdekkings
reiziger. Alexander von Humboldt, die
land en voile van Mexico noemde als het
land der tegenstellingen. En jnderdaad,
hoe dikwijls wij ook berichten en versla
gen lezen uit dit land, toch blijven wij
strengheid, die door een onwrikbare eer
lijkheid wordt gedragen en opgeheven in
hot licht en de schittering van karakter
vastheid. Nooit zal Praeses Taskin iets van
zijn ondergeschikten eischen, wat Hij zelf
niet op nog véél volmaakter wijzo beleeft.
Nooit zal Hij zich bij zijn besluiten en be
slissingen laten leiden door andere dan
streng-zakelijke motieven.
Praeses Taskin is een overste, die arbeidt
en zorgt voor dc hem ondergeschikten, on-
vermoeit cn onophoudelijk; een man van
groote liofde voor allen, die zijn hulp in
roepen en zijn steun vragen. Hij is niet
iemand van ecn slechte oppervlakkig blin
kende vriendelijkheid, van een louter vor
melijke hoofschlieid, van een genadig noer-
buigende welwillendheid neen, in zijn
woorden en daden ligt, vast en diep als een
beginsel, een algeheele toewijding aan of
een oprechte belangstelling voor anderer
belangen. Hij openbaart zijn grootste goed
heid zóó ongekunsteld, dat het don Bellijn
wekt, alsof het zoo vanzelf spreekt, alsof
het zoo behoort.
Mgr. Taskin behoort tot dio persoonlijk
heden, wie te kennen is een voorrecht, een
voordeel van hooge orde.
vreemd staan tegenover den gecompli-
ceerdcn toestand, waarin Mexico ver
keert. Wij kunnen er niet good wijs uit
worden. Het is een land van tegenstel
lingen. Naast tropische waaierpuimen
vindt men er de eikenwouden en do pijn-
boomen uit het Noorden, naast gloeiende
zandwoestijnen verheffen zich de blanke
toppen der sneeuwbergen.
Even gevarieerd als zijn natuur is het
volk van Mexico. Men kan er drie hoofd
groepen onderscheiden: de Indianen, af
stammelingen van de oorspronkelijke ras
sen, die bijna 40 van de bevolking uit
maken; do blanken, nazaten der Spaan-
sche kolonisten, die 20 van de bevol
king vormen en tenslotte de halfbloeds,
of mestiezen, die ruim 40 tellen.
Tegenstellingen vormen de honderd
duizend nrmo landarbeiders, die werken
op do bezittingen van de schatrijke groot
grondbezitters, evenals de duizenden ar
beiders, die in de mijnen en fabrieken
werken van de veelal buitenlandscho geld
magnaten.
Terwijl aan den eenen kant de natuur-
lijko rijkdom van het land fabelachtig is,
zijn de staatsfinanciën in een bijna ho-
peloozen toestand en drijft de gcheele
staatseconomie grootendeels op buiten-
landsch kapitaal. Het laatste is vooral
het gevolg van do politieke tegenstel
lingen en zwenkingon, welko de revolu
tie-helden en politieke avonturiers het
land hebben doen meemaken, een chaos,
welke culmineert in den thans vrij hefti-
gen godsdienstvervolging.
Ofschoon 90 pet. der bevolking Katho
liek is en diep godsdienstig, slaagt een
handjevol avonturiers- i een vervol
ging te ontketenen, welke weergaloos is
in do tegenwoordige geschiedenis.
Wnarlijk, Mexico is een land van te
genstellingen.
Om et i\ederlandsch publiek eenigs-
zins te orienteeren geeft deze brochure
een vlot overzicht van de ontwikkelings
geschiedenis van het religieuze vraagstuk
van den beginne af en behandelt daarna
vooral de hevige crisis, waarin behaalde
anti-godsdienstige Btrovingen ten slotte
haar bekroning hebben gevonden.
Do schrijver, die blijkt geeft, zijn on
derwerp uitnemend te beheerschen, is er
in geslaagd ons de paradoxale toestan
den in Moxico beter te doen begrijpen.
Wij kunnen niet anders doen, dan zijn
boekje, dat er ook uiterlijk mooi verzorgd
uitziet de uitgave is van de firma J.
J. Romen en Zonen te Roermond van
harte ter lezing aan te bevelen.
Onder dezen titel schreef dft Zeereerw.
Heer F. v. Dorp dezer dagen in „De Tijd"
een duidelijk, leerzaam artikel, dat wij
hier gaarne overdrukken.
Zoo luidt getrouw het opschrift boven ar
tikelen in niet-katholicke bladen, waarin
geschreven wordt over het gestigmatiseerde
meisje Theresia Neumann uit Konnersrouth
Het raadsel. Men erkent dus, dat allerlei
uitleggingen, welke men heeft aangevoerd,
het geval niet afdoende hebbon verklaard.
Men zoekt nog altijd, omdat de oplossing
niet gevonden is.
De wetenschap kan hier vrij haar gang
gaan en 't moet voor haar wel een zeer in
teressant geval zijn. En wat ons, Katholie
ken, betreft, we hebben geen roden om in
ons oordeel de wetenschap vooruit te loopon
en zeker niet, om haar to vreczen.
Ons geloof, onze leer is er niet mee ge
moeid, wat de wetenschap ook eenmaal als
zeker en vaststaand resultaat zal mededee-
len.
Opmerkelijk is dan ook, dat in niet-katho
licke bladen veel meer over dit geval ge
schreven wordt dan in katholieke.
Het ligt ook trouwens voor de hand. Wij
immers hebben dit geval niet noodig als eon
bewijs- voor de waarheid van onze leer, doch
niet-katholiëken hebben alle reden, om ecn
natuurlijke verklaring aan te voeren, of ten
minste een bovennatuurlijke factor uit te
sluiten.
Tot dusverre hebben we zelf niet éón
woord over dit geval geschreven. We laten
het onderzoek gaarne en vol vertrouwen
over aan de mannen der wetenschap en
weten, dat het oordeel der kerkelijke auto
riteiten niet strijdig zal zijn met het vast
staande resultaat der wetenschap.
Al willen we echter niet oordeelend over
dit geval schrijven, toch hebben twee vragen
ons voortdurend beziggehouden.
De eerste ie deze: wordt cr werkelijk
bedrog gepleegd!
Mij dunkt: dezo vraag is toch zeer go-
makkelijk te beantwoorden. Do weg im
mers om allo bedrog te voorkomen, is zeer
gemakkelijk. Hier heeft zelfs de weten
schap niet eens een taak te vervullen. Het
is slechts do vraag, of vertrouwbare perso
nen hot meisje gedurende eenigen. tijd goed
observeeren. Nu dit inderdaad gebeurd-h'
en gebleken is, dat cr geen sprake van is,
dat het meisje ecnige spijs of drank tot zich
neemt, is de veronderstelling van bedrog
voor ons uitgesloten. Aan bedrog denken we
dan ook geen oogonblik en aanvaarden de
feiten, zooals ze vermeld worden.
Trouwens, daar hebbon zich to veel men-
schen met het meisjo bezig gehouden, om
nog aan bedrog te denken.
Die dan ook nog aan bedrog denken, ko
men tot belacholijko veronderstellingen,
zooalH b.v. dr. Wolfgang Weisl. die het voor
mogelijk houdt, dat Theresia, half slapend
of in een toestand van slaapwandelen, door
iemand stelselmatig wordt gevoed.
Men zou op laatst nog wonderen gaan
aannemen om het wonder te looohononl
Eon andere vraag oohtor, welke voor ons
meer beteekenis heoft, is deze: hebben we
hier te doen mot ecn hysterisch meisjo en
kunnen de verschillende foiten als hysteri
sche vorschijnselen worden verklaard!
Het sproekt van zelf, dat hier do weten
schap haar taak te vervullen heoft. Maar
dan valt het op, dat mannen van gezag hier
in hun oordeel zoo ver verschillen. Do een
vindt heelmaal geen grond om het meisje
voor hysterisch te houden, terwijl een an
der alles tot hysterie herloidt.
Zeker, we nemen gaarne aan, dat dc we
tenschap op dit gebied voor zeer eigenaar
dige gevallen komt to staan, welko tot
grooto voorzichtigheid aanmanen bij do bc-
oordoeling van dit geval. Maar men is toch
geneigd te vragen, of dit geval inderdaad
zulk een groot „raadsel" is, dat het zóó
groot verschil van meening bij de bcooideo-
ling begrijpelijk maakt.
orschilt inderdaad zoo zeer bij do man-
nen-van-het-vak do opvatting, wat hyste
risch verschijnsel is of kan zijn en wat niet
Wordt ook het sproken van een doodo
taal, welke nooit werd aangeloerd we
veronderstellen, dat het feit juist is be
trokken binnen do opvatting van hysterische
vorschijnselen!
Wij zullen wel oppassen, dat we niet zeg
gen of ook maar ccnigszins suggerecren, dat
w© hier met ecn bovennatuurlijk geval in
doen hebben. Met vertrouwen kunnen wo
de uitspraak van 't kerkolijk gezag als1
dezo ooit gegeven wordt afwachten.
Doch wel mogen we zoggen, dat do ver
klaringen, welko sommige voorstanders van
een bloot-natuurlijke opvatting geven, ons
geenszins voldoon, om niot to zoggen: ons
belachelijk voorkomen.
Zoo geeft thans weer de gonoemdo dr.
Weist in de „Neuo Freio Presse" zijn be
schouwingen over Thoroso Neumann. Wo
hebben zo niet gclcz.cn, maar do „N. R.
Crt." van 31 Juli j.l. zogt ervan:
„Hij bespreekt het wonder der gowiohts-
toeneming bij nagonocg algeheel ontbreken
van voedselgebruik. Want sedert Septem
ber van het vorigo jaar neemt Therese do
hostie zelfs zonder het theelepeltje wator
dat zij daar bij kroeg, en zij voelt zich er
voel beter bij. Zij ziet er zolfB, zooals wij
reedB meldden, voel beter uit cn is zwaar
der geworden. Dr. Wcisl acht hot niet kun
nen eten en drinken van Thereto een ge
woon hysterisch verschijnsel, zooals hij ook
haro andero ziokte- en gonozings-verschijn-
solcn tot hystorie terugbrengt. Wat nu dit
wonder der gowichtstooneming zonder eten
aangaat hij gelooft niet aan bewust be
drog van de zijde van Therese en nog min
der aan allerlei fantastiiche „vorklaringen"
als zou Therese van „astraio materie" le
ven of haar voedsel op magnetische wijzo
aan do personen in haar omgeving onttrek
ken. Wel houdt hij het voor mogelijk, dat
Therese, half slapend of in toestand van
slaapwandelen, door iemand stelselmatig
wordt gevoed. Maar het eigenlijke wonder
it' voor hem niet dat van do voeding maar
ligt in do ethhehe beteekenis van het geval,
n.l. dat een mensch zijn gansch^ ziel, zijn
ganscho lovensenorgio op dat ééne doel al
leen: vereeniging mot God, kan conccntroo-
ren en dat hij dit doel tijdens zijn leven'
bereikt"
Wie zou in zulk een beschouwing ook
maar eenigo bovrediging vindon!
Hoe ontbreekt hier in een wirwar van
gelanceorde veronderstellingen de voorzich
tige stem van den wotenschappelijken on
derzoeker. Is het niet-oten en -drinken ge
durende zóó langen tijd oen „gewoon" hys
terisch verschijnsel!
En is als verklaring van de gewichtston-
neming do veronderstelling niet gewaagd,
dat het meisje „half slapend of in oen toe
stand van slaapwandelen" door icraand(?)
„stelselmatig gevoed wordt! Verwerpt men
niet op laatst hot „wonder van do voeding"
om een ander „wonder" n.l. <lio uitgedachte
„concentratie op dat ééne doel alleen" aan
te nemen! Men scharrelt inderdaad met
„wonderen" om het „raadsel" op te lofsen'!
Wc wachten dus maar een meer weten
schappelijk onderzoek af. Het verontrust
ons niot, al zou ton slotte het geval van
Konnersrouth bedrog of vcrschijnsolen van
een hysterisch meisjo blijken. Maar zoolang
het geval daar onopgelost alv een „raadsel
ligt, heeft dr waarheid recht op ecn werke
lijk wetenschappelijk onderzoek, dat zich
vrij weet to honden van belacholijko veron-
derstellingcn.
V raag. Welke is do mooiste en kortste
weg per auto van Stompwijk naar Nieuw
Borgvliet! Hoeveel K.M.?
Antwoord. .Stompwijk, Zoctormoor,
Hillogerfberg, Rotterdam, Oharlois, Klaas
waal, Middclsluis, Numanijdorp, Willem
stad, Helwijk. Dinteloord, Steenbergen,
Klutsdorp, Halsteren, Bergen op Zoom,
Nieuw Borgvliet. Afstand 95 K.M.
Vraag. Welke is do kortste weg van
Leiden naar Waalwijk? nooveel K.M.?
Antwoord. Leiden, Hazerswoude, Bos
koop, Gouda, Haastrecht, Schoonhoven,
Niouwpoort Goudriaan, 8chelluincn, Gorin-
chem, Woudrichem, Rijswijk, Giescn, Neer
Amstol, Eothcn, Drongolen, Waalwijk. Af
stand 75 K.M.
Vraag. Welke is do kortste weg van
Leiden naar Deventer en hoeveel K.M,
Antwoord: Leiden, Alphen. Woerden,
Utrecht, Amersfoort, Voorthuizen, Milligoq,
Apeldoorn, Teuge, Deventer. Afstand 13£