mgr. taskin en de h liturgie. het raadsel van konnersreuth Vragenbus. IJgr. taskin en de 8i ascetiek (t Met Jt Tolste recht ei.cbt de Kerk, waar onder hier zoowel de kerkelijke overheid ®cle het geloovige volk verstaan wordt, dat N priesters, geroepen om de hun toever- TOuwden in het streven naar de christelij ke volmaaktheid behulpzaam te wezen, zelf Pil theoretisch èn pracüsch daartoe volko men bevoegd zijn. Dit onderdeel der pries terlijke werkzaamheid wordt veelal verge- %ken met de totstandbrenging van een 'kunststuk. Zooalfc' nu iedere kunstenaar ««haast een helder begrip van de schoon heid seischen in 't algemeen en de bijzondere «ïgiBchen van dit of dat kunstwerk een juiste kennis moet bezitten van de onderscheiden «fcaterialeu en van hetgeen ermee te berei den is, van de hulpmiddelen die hem- ten •dienste staan of moeilijkheden die overwon nen dienen te worden, zoo moet ook de •'priester beschikken over een meer dan ge- i-wone kennis van het geestelijk leven. De wetenschap, welke deze theorie omvat, heet I met een aan lichaamsoefening ontleend vreemd woord de Ascetiek. DUr wordt ge loerd, waarin de christelijke volmaaktheid j bestaat en hoe in de onderscheiden staten dat ideaal het best belichaamd wordt. Naast de kennis van het doel wordt ook het materiaal: de menschelijke natuur, be- kschouwd, die, hoezeer ook aan alle men- lichen gemeen, toch zoo verschillend kan liezen van aanleg, temperament en dus van [Ontwikkelingsmogelijkheid. Eindelijk wordt gehandeld over de natuurlijke en bovenna middelen, die den mensch in het [•(Welbewust nastreven der volmaaktheid ter beschikking staan, en over de moeilijkheden (.die zich hier voordoen of althans kunnen Jvoordoen. Het is nu de groote verdienste .van onzen jubileerenden Praeses, dat hij jde noodzakelijkheid, om aan de Ascetiek leen grootere plaats in to ruimen in het stu- (jdieprogram, heeft ingezien en die plaats dan ook heeft gevonden, al ging het ge paard met een vermeerdering van de eigen lesuren. Zoo ergens dan vindt hij naast zijn meditaties hier gelegenheid om het zijn i etudenten telkens en telkens weer in te scherpen, dat men de volmaaktheid niet vanzelf bereikt, maar er zich een voortdu rend geweld voor moet aandoen, omdat nu eenmaal de harmonieuze opgang van den geheelen mensch naar zijn einddoel door de gevolgen der erfzonde belemmering on dervindt. Daarbij is hij do groote stuw kracht, houdt hij niet alleen vóór wat moet, maar zet tevens aan tot daadwerkelijke in spanning en doelbewusten toeleg, opdat de studenten zich niet alleen de theorie, maar ook de practijk van het geestelijk leven eigen maken. Zelf man van doorzetten, 1 stoeren, sterken wil en volhardende plichts betrachting, ligt de wilsvorming, de wilsver- 1 sterking zijner studenten hem na aan het [hart. Kieschheid weerhoudt ons om hier tot 'bijzonderheden af te dalen, maar de stu denten, voor wie de tucht wel eens moeilijk kan vallen en het herhaald inscherpen van gehoorzaamheid en zelfbeheersching verve lend, zij weten het, dat wat van hen ge vraagd wordt, door hun Praeses niet al leen van hen gevraagd wordt. Zoo, door woord en voorbeeld, heeft Prae ses Taskin ontzaglijk veel bijgedragen en ilaardoor den dank verdiend niet slechts der door hom gevormde priesters, maar jook van het geloovige volk in Haarlem s msdom. Want geen grooter zegen voor een jvolk dan dat zijn priesters inderdaad man nen zijn van beproefde deugd, echte ka rakters in een tijd, die daaraan zooveel be hoefte heeft! J. H. NIEKEL, Pr. r Er is een vanzelf-sprekend verband tus- schen een Groot-Seminarie en de publieke (eeredienst der Kerk. Juist omdat de liturgie is de publieke eercdienst der Kerk ,s zij zichtbaar, hoor baar. Het stille bidden van den geloovige Ijlt zijn devotieboek is geen liturgische daad. De hturgio is het openlijk bidden der Kerk, bidden met woorden en met ge baren met den klank van orgel en men schel,jko stem, met den luister van licht en wierook en paramenten. Het is in woord en in beeld brengen wat do geloovigen overdenken m de stilte van hun ziel- het ,s ook, omgekeerd, deopwekking 'door ■uiterlijk ceremonieel tSTlnwcndige gods- la Ea' omdat de waardigheid waarmede Pdo bedienaars van het altaar hun gewijd Ministerie uitoefenen zoo sterk beïnvloed Pde intensiteit van het innerlijk gebedsle «»en, moet die plicht om waardig op te tre ilen den toekomstigen priesters in de ziel •gebrand worden. Goed verzorgde paramen ia, accurate uitvoering der gewijde mu ziek, stemmige versiering van kerk en al taar moeten hun van jongs-sf-aan echt ter larie gaan. En vooral: omdat het dage- h terugkeerende bijna onvermijdelijk 'leur tengevolge heeft, ook al is dit dage- ijksche het heiligste, moet het voorbeeld van overheden, die in houding en optre de. onversleten ijver toonen voor den al- v°"rdlcns'. hun zoo lang mogelijk bijblij- siinVde H°6T-(het- da" Van groot belan« zijn de H. Liturgie zoo statig en plechtig fcaal ickï TT" in ecn Groot-Seminarie, gekseekt moet worden de Spes Ec- ,1. aC' j m,CU"e geslachten van Asron, tie hoop der Kerk IIv\a"T«Jeer,iS iaar Priester-zijn heeft d« Tasb?a er vier-er-dertig gewijd aan ^opvoeding der toekomstige priester- C',*'"1".» twee-en-twintig op hct dénTdaT1^"6 Presidant- Presi- (tiiiK Hh d S'a- .Zeggen: die jaren Vie weet niet met welk een voorbe.ld; - rtüfbetheid de "ni' 1 urgische wet £ndhaafd!C^lnneT1 <00r H"m "ordt ga- Zijn zorg bracht binnen de sacrïstij een 1 paramentonweelde zoo rijk en overvloedig, dat alléén het „quantum potes tantum aude, quia major omni laude nee laudare suffici8" van S. Thomas hiervoor voldoen den grond kan geven. „Waag zooveel ge kunt, omdat gij Hem, Die allen lof te bo ven gaat, toch nooit genoeg kunt loven.". (Lauda Sion). Het gebeurde bij hem wel eens, dat de zuinigheid aan den liturgische» ijver den handschoen toewierp, maar in dat duel zegevierde altijd de laatste. Wij, die een tiental jaren geleden onder de leerlingen zaten van dezen Praeses, niet slechts in de leszaal, maar ook in de kapel op Zaterdagmiddag, als Hij onder ernstige en luimige aanmoediging de Mis en Vespers van den Zondag liet zingen, zingen en nog eens zingen, wij weten hoe veel uithoudingsvermogen van Hem gevor derd is, vóórdat het studcntencollcge net ter en geoefender wist te zingen dan som mige paroehiekoren, die hij ons zoo graag ter vergelijking noemde, niet tot onze eer. Wij weten hoeveel moeite het Hem ge kost heeft om met zijn onvermoeide cn geroutineerde rechterhand, die Pastoor Beukers van Leiden is, een Schola Canto- rum, een keurkorps van zangers te kwee- ken, dat een model is voor het gehecle dio cees. Zijn ernst en waardigheid heeft iederen morgen gelegenheid zich uit te vieren aan het altaar, als zijn „Introibo ad altare Dei, ad Deiun qui lactificat juventutem inearu' „Ik zal opgaan tot Gods altaar, tot God, Die mijne jeugd verblijdt", waarheid, schoone waarheid is. Want alles wat zweemt nar sleur, is vreemd in dezen vei'grijsden celebrant, die met de accura tesse van en neomist veertig jaren lang zijn Morgenoffer opdraagt. Hij kent en volgt op de nieuwste bepalingen der kerke lijke Ceremonieelwet en wie van de activi teit der Ritencongregatie iets meer af weet begrijpt hoezeer dit pleit voor zijn on- vermoeiden ijver en dus groote liefde voor den eeredienst der Kerk. Alles wat den Neomysten, die de eer ste zes weken na hun priesterschap komen doorbrengen op het Seminarie, tot uitrus ting dient bij hun eersteling-offers moet af zijn en rein en gaaf. Daarin ligt zijn laat ste vermaning om ook inwendig altijd even rein en gaaf te zijnaan het altaar heel hun volgend priesterleven. Het moge voor den HoogEerwaarden Jubilaris een diepgevoelde voldoening zijn als Hij op dezen, zijn Hoogtij-dag, zal proe ven volop van de heerlijke vruchten zijner liturgischen arbeid. Zijn paramentengoud zal schitteren naar we hopen in het zonlichtzijn ka pel zal openbloeien als een zomertuinzijn schola zal zingen met open monden en open zielen, zijn zangkoor zal een feest- Mis uitvoeren, uit piëteit door een dei- leerlingen gecomponeerd voor hem om God dank te zeggenzijn Bisschop zal naast hem staan met koorkap, mijter en staf om hem eer te doenzijn seminaristen, heel zijn huis, zal instemmen met den Introitus: „Gaudeamus omnes in Domino, Diern festum celebrantes." Verheugen wij ons al len in den Heer bij den jubel van dezen feestdag. Z. DE KORTE, Pr. Morgen jubileert een Priester, aan wien zeer vele Priesters in ons Bisdom hun op leiding, hun vorming tot het Priesterschap voor ecn zeer groot deel danken. Bijna geheel zijn veertig-jarig priester leven heeft Mgr. Taskin, de Praeses van het Groot-Seminarie te Warmond, besteed aan de opleiding der diocesane geestelijkheid. Mgr. Henricus Josephus Maria Taskin is te Haarlem geboren 4 Febr. 1865. Na zijn studies op het Klein- en Groot-Seminarie werd hij in 1888 priester gewijd. Korten tijd daarna volgde zijn benoeming tot Kapelaan te Overveen. In 1984 werd de hoogeerw. Jubilaris benoemd tot leeraar aan het Se minarie Hageveld, waar hem in 1896 het gewichtig ambt vin. Sub-regent werd toe vertrouwd. In 1906 volgde de aanwijzing voor de hoogst belangrijke en verantwoor delijke taak van President van het Groot seminarie te Warmond. Mgr. Gallier koos Praeses Taskin onder zijn Raadslieden en benoemde hem tot Ka nunnik van het Kathedraal Kapittel, in welk hoogwaardig college de Jubilaris de hoogste waardigheid, die van Proost, be kleedt. Na den dood van Z. D. H. Mgr. Gallier heeft, zooals men weet, Mgr. Taskin, als- Vicaris Capitularis, liet Bisdom beheerd totdat er een nieuwe Bisschop was benoemd Kerk en Staat hebben de verdiensten van dezen Jubileerenden Priester willen eeren door hooge onderscheidingen: Mgr. is Eerc- Kamerheer van Z. H. den Paus en Officier in de orde van Oranje Nassau. Wij hebben gemeend, dc verdiensten van dit priesterleven in een helder-schitterend licht te moeten zetten; en, op ons eerste verzoek, hebben wij een aantal daartoe bij uitstek bevoegde personen onmiddellijk be reid gevonden, de veelzijdige werkz... inlieid van Mgr. Taskin in ons blad te schetsen. Een eer en een voldoening is 't ons, dat 6- D. H. de Bisschop van Haarlem, Mgr. J. D J. Aengenent, aan de samenstelling van dit feestnummer Zijn modewerking heeft willen verleenen, en met deze uitgave Zijne instemming heeft willen betuigen. Mogen wij ook onzerzijds een enkel woord toevoegen aan wat hier zoo voortreffelijk is gezegd "ift. om aan te vullen, innar trit' iat ook wij ons gaarne willen aansluiten bij het eerbetoon, gebracht aan dezen hoog eerwaarden Jubilaris. Bij mannen als Praeses-' Taskin moet, dunkt ons», lof en hulde zoo spoedig den schijn wekken van een door hem veraf schuwde vleierij. Doch dc Jubilaris zal ook erkennen, dat er nu eenmaal omstandigheden in het leven zijn, waarin blijdschap cn dankbaarheid met het zwijgen mógen* worden opgelegd waarin lof en hulde móeten opstijgen en uitstralen; en dat ten slotte onder ons, Katholieken, do oorsprong en het einddoel van feestvreugde, en in 't bijzonder van de feestvreugde op een Priesterjubi leum, is: de algoede Schenker en de ab solute Heer van «ille goede gaven De hoogwaardige Jubilaris maakt aan spraak op ons aller gebed een gebed, om God te danken voor de zegeningen, die Hij over Zijne Kerk en over ons heeft ge bracht door dien Priester-Vormer bij uitnemendheid, en om God te smeeken, dat Hij nog vele jaren spare voor het Katho lieke Nederland in het algemeen en het Haarlemscho diocees in het bijzonder dezen hooggeachten priester, met zijn degelijke godsvrucht, energieken wil, diepe menschen- kennis, grooto verstandelijke gaven, en met zijn nog grootere nederigheid. In den Hoogeerw. Heer Taskin bezit ons bisdom een Priester-Vormer bij uitnemend heid. Praeses' Taskin is een geboren opvoe der. Hij doorschouwt de karakters dergé nen, die zich willen voorbereiden voor het Priesterschap en weet met ongemeene vastheid hunnen aard en aanleg te bepalen. Als opvoeder is Praeses Taskin een man van groote gestrengheid, maar van een ge- Van m'n Boekentafel. Dc Christus, Zijn persoon en Zijn werk, door G. v. Noort, pas toor. Uitgave Apol. Ver. „Pe trus Canisius" 's Bosch. Voor de uitgave van deze elf apologe tische voordrachten moeten wij pastoor v. Noort dankbaar zijn. De stof, die daarin wordt behandeld, is van alles-overtreffende belangrijkheid De persoon en het werk van den Chris tus dieper to kennen, is een voorrecht voor ieder overtuigd Christen. Eu dui zenden zijn er, die zoeken en lasten en twijfelend zichzelf afvragen, wat de Chris tus is; de lezing cn overweging dezer voordrachten kan, direct of indirect, een zéér ingrijpenden invloed hebben op hun levensrichting En dc behandeling dezer belangrijke stof treft door open klaarheid. Pastoor v. Noort behoort tot die veelzijdige begaafde priesters, wien men dubbele dagen zou toe wenschcn: eon om te studeeron en hun kennis te publiceoren en een om zich te ge ven aan den pastoreelen arbeid! Pastoor v. Noort heeft verscheidene dogmatische werken geschreven, in de Latijusche taal, die over Europa en daarbuiten zijn ver spreid en worden bestudeerd; hij is een geleerde van een internationale vermaard heid. Maar zijn parochianen te Amster dam en de in de hoofdstad arbeidende geestelijkheid van wie velen in hem een raadsman hebben bij kwesties van prnc- tische zielzorg zouden er tegen protes teeren, als men dezen,pastoor alleen voor den wetenschap zou iJpeischen! Wij moeten ons or over verblijden, als iemand als- professor v. Noort, hoewel voor hem evenmin als voor anderen de dagen meer dan vier en twintig uren hebben, toch tijd vindt, om naast de directe zielzorg in een groote stadsparochie een boek uit te geven als hier besprokene. Dit werk, dat slechts tachtig cents kost, móet in veler handen komen. Wij willen even de titels noemen van de voordrach ten: 1. Wat dunkt u van den Christus. 2. Kennen wij met zekerheid de levensge schiedenis van Christus! 3. Was Jezus van Nazareth werkelijk Gods gezant! 4. Was Jezus van Nazareth werkelijk God! 5. Het mysterie van den God-mensch. 0. Christus onze Middelaar. 7. Christus op het kruis. 8 De triomf van den Christus. 9. De voor zieningen van den Christus voor de toe komst. 10. Christus heeft zijn kerk onver gankelijk en onbederfelijk gemaakt. 11. De Kerk van Christus is geen andere dan do katholieke Kerk. 't Is ons niet mogelijk, om, aan een of andere passage in het werk de voorkeur gevend, deze to citeeren; het slot van de laatste voordracht echter willen wij hier afdrukken „De oude Moeder-kerk! O, hoe groot is het geluk dergenen, die tot haar behooren; hoe groot het voorrecht van ons, die zon der moeitevol zoeken, zonder de angsten en do offers, aan een overgang verbonden, als kinderen in hare schoot werden opge nomen. Waardeeren we voldoende die onver diende genade! Denken wc er genoeg aan, dat zij evenals iedere gave Gods haar eigenaardige verplichtingen en een lioogere mate van verantwoordelijkheid medebrengt! Wie het voorrecht hooft Katholiek te zijn, maar niet leeft overeenkomstig zijn geloof, is daardoor alleen reeds een erger nis voor zijn dwalende broeders. Hij bidt dagelijks, misschien meermalen daags mot den mond: „Laat toekomen uw rijk", maar door zijn gedrag wordt hij anderen een voorwendsel of een aanleiding om van het rijk Gods verwijderd to blijven. Immcr3 niets verduistert zoozeer den luister der ware kerk van Christus dan het onwaardi ge levensgedrag barer kinderen". Deze vermaning van diep-overwogon ernst er is, zooals immer bij pastoor v. Noort, geen enkel woord to veel of te weinig bij inoge door ons allen worden overwogen! „Mexico, het land der tegenstel lingen", door pater H. J. Moonen C. S. S. E. Uitgave J. J. Romen Zonen, Roermond. Mexico, liet land der tegenstellingen, aldus is de titel van een boekje van de hand van pater P. J. Moonen C.s.s.R. Een werkje, dat wij met genoegen en in stemming hebben gelezen, omdat het zoon juisten kijk geeft op dat wonder lijke, rijke en toch zoo arme land, dat in den laatsten tijd zoozeer dc aandacht trekt. Het was de beroemde ontdekkings reiziger. Alexander von Humboldt, die land en voile van Mexico noemde als het land der tegenstellingen. En jnderdaad, hoe dikwijls wij ook berichten en versla gen lezen uit dit land, toch blijven wij strengheid, die door een onwrikbare eer lijkheid wordt gedragen en opgeheven in hot licht en de schittering van karakter vastheid. Nooit zal Praeses Taskin iets van zijn ondergeschikten eischen, wat Hij zelf niet op nog véél volmaakter wijzo beleeft. Nooit zal Hij zich bij zijn besluiten en be slissingen laten leiden door andere dan streng-zakelijke motieven. Praeses Taskin is een overste, die arbeidt en zorgt voor dc hem ondergeschikten, on- vermoeit cn onophoudelijk; een man van groote liofde voor allen, die zijn hulp in roepen en zijn steun vragen. Hij is niet iemand van ecn slechte oppervlakkig blin kende vriendelijkheid, van een louter vor melijke hoofschlieid, van een genadig noer- buigende welwillendheid neen, in zijn woorden en daden ligt, vast en diep als een beginsel, een algeheele toewijding aan of een oprechte belangstelling voor anderer belangen. Hij openbaart zijn grootste goed heid zóó ongekunsteld, dat het don Bellijn wekt, alsof het zoo vanzelf spreekt, alsof het zoo behoort. Mgr. Taskin behoort tot dio persoonlijk heden, wie te kennen is een voorrecht, een voordeel van hooge orde. vreemd staan tegenover den gecompli- ceerdcn toestand, waarin Mexico ver keert. Wij kunnen er niet good wijs uit worden. Het is een land van tegenstel lingen. Naast tropische waaierpuimen vindt men er de eikenwouden en do pijn- boomen uit het Noorden, naast gloeiende zandwoestijnen verheffen zich de blanke toppen der sneeuwbergen. Even gevarieerd als zijn natuur is het volk van Mexico. Men kan er drie hoofd groepen onderscheiden: de Indianen, af stammelingen van de oorspronkelijke ras sen, die bijna 40 van de bevolking uit maken; do blanken, nazaten der Spaan- sche kolonisten, die 20 van de bevol king vormen en tenslotte de halfbloeds, of mestiezen, die ruim 40 tellen. Tegenstellingen vormen de honderd duizend nrmo landarbeiders, die werken op do bezittingen van de schatrijke groot grondbezitters, evenals de duizenden ar beiders, die in de mijnen en fabrieken werken van de veelal buitenlandscho geld magnaten. Terwijl aan den eenen kant de natuur- lijko rijkdom van het land fabelachtig is, zijn de staatsfinanciën in een bijna ho- peloozen toestand en drijft de gcheele staatseconomie grootendeels op buiten- landsch kapitaal. Het laatste is vooral het gevolg van do politieke tegenstel lingen en zwenkingon, welko de revolu tie-helden en politieke avonturiers het land hebben doen meemaken, een chaos, welke culmineert in den thans vrij hefti- gen godsdienstvervolging. Ofschoon 90 pet. der bevolking Katho liek is en diep godsdienstig, slaagt een handjevol avonturiers- i een vervol ging te ontketenen, welke weergaloos is in do tegenwoordige geschiedenis. Wnarlijk, Mexico is een land van te genstellingen. Om et i\ederlandsch publiek eenigs- zins te orienteeren geeft deze brochure een vlot overzicht van de ontwikkelings geschiedenis van het religieuze vraagstuk van den beginne af en behandelt daarna vooral de hevige crisis, waarin behaalde anti-godsdienstige Btrovingen ten slotte haar bekroning hebben gevonden. Do schrijver, die blijkt geeft, zijn on derwerp uitnemend te beheerschen, is er in geslaagd ons de paradoxale toestan den in Moxico beter te doen begrijpen. Wij kunnen niet anders doen, dan zijn boekje, dat er ook uiterlijk mooi verzorgd uitziet de uitgave is van de firma J. J. Romen en Zonen te Roermond van harte ter lezing aan te bevelen. Onder dezen titel schreef dft Zeereerw. Heer F. v. Dorp dezer dagen in „De Tijd" een duidelijk, leerzaam artikel, dat wij hier gaarne overdrukken. Zoo luidt getrouw het opschrift boven ar tikelen in niet-katholicke bladen, waarin geschreven wordt over het gestigmatiseerde meisje Theresia Neumann uit Konnersrouth Het raadsel. Men erkent dus, dat allerlei uitleggingen, welke men heeft aangevoerd, het geval niet afdoende hebbon verklaard. Men zoekt nog altijd, omdat de oplossing niet gevonden is. De wetenschap kan hier vrij haar gang gaan en 't moet voor haar wel een zeer in teressant geval zijn. En wat ons, Katholie ken, betreft, we hebben geen roden om in ons oordeel de wetenschap vooruit te loopon en zeker niet, om haar to vreczen. Ons geloof, onze leer is er niet mee ge moeid, wat de wetenschap ook eenmaal als zeker en vaststaand resultaat zal mededee- len. Opmerkelijk is dan ook, dat in niet-katho licke bladen veel meer over dit geval ge schreven wordt dan in katholieke. Het ligt ook trouwens voor de hand. Wij immers hebben dit geval niet noodig als eon bewijs- voor de waarheid van onze leer, doch niet-katholiëken hebben alle reden, om ecn natuurlijke verklaring aan te voeren, of ten minste een bovennatuurlijke factor uit te sluiten. Tot dusverre hebben we zelf niet éón woord over dit geval geschreven. We laten het onderzoek gaarne en vol vertrouwen over aan de mannen der wetenschap en weten, dat het oordeel der kerkelijke auto riteiten niet strijdig zal zijn met het vast staande resultaat der wetenschap. Al willen we echter niet oordeelend over dit geval schrijven, toch hebben twee vragen ons voortdurend beziggehouden. De eerste ie deze: wordt cr werkelijk bedrog gepleegd! Mij dunkt: dezo vraag is toch zeer go- makkelijk te beantwoorden. Do weg im mers om allo bedrog te voorkomen, is zeer gemakkelijk. Hier heeft zelfs de weten schap niet eens een taak te vervullen. Het is slechts do vraag, of vertrouwbare perso nen hot meisje gedurende eenigen. tijd goed observeeren. Nu dit inderdaad gebeurd-h' en gebleken is, dat cr geen sprake van is, dat het meisje ecnige spijs of drank tot zich neemt, is de veronderstelling van bedrog voor ons uitgesloten. Aan bedrog denken we dan ook geen oogonblik en aanvaarden de feiten, zooals ze vermeld worden. Trouwens, daar hebbon zich to veel men- schen met het meisjo bezig gehouden, om nog aan bedrog te denken. Die dan ook nog aan bedrog denken, ko men tot belacholijko veronderstellingen, zooalH b.v. dr. Wolfgang Weisl. die het voor mogelijk houdt, dat Theresia, half slapend of in een toestand van slaapwandelen, door iemand stelselmatig wordt gevoed. Men zou op laatst nog wonderen gaan aannemen om het wonder te looohononl Eon andere vraag oohtor, welke voor ons meer beteekenis heoft, is deze: hebben we hier te doen mot ecn hysterisch meisjo en kunnen de verschillende foiten als hysteri sche vorschijnselen worden verklaard! Het sproekt van zelf, dat hier do weten schap haar taak te vervullen heoft. Maar dan valt het op, dat mannen van gezag hier in hun oordeel zoo ver verschillen. Do een vindt heelmaal geen grond om het meisje voor hysterisch te houden, terwijl een an der alles tot hysterie herloidt. Zeker, we nemen gaarne aan, dat dc we tenschap op dit gebied voor zeer eigenaar dige gevallen komt to staan, welko tot grooto voorzichtigheid aanmanen bij do bc- oordoeling van dit geval. Maar men is toch geneigd te vragen, of dit geval inderdaad zulk een groot „raadsel" is, dat het zóó groot verschil van meening bij de bcooideo- ling begrijpelijk maakt. orschilt inderdaad zoo zeer bij do man- nen-van-het-vak do opvatting, wat hyste risch verschijnsel is of kan zijn en wat niet Wordt ook het sproken van een doodo taal, welke nooit werd aangeloerd we veronderstellen, dat het feit juist is be trokken binnen do opvatting van hysterische vorschijnselen! Wij zullen wel oppassen, dat we niet zeg gen of ook maar ccnigszins suggerecren, dat w© hier met ecn bovennatuurlijk geval in doen hebben. Met vertrouwen kunnen wo de uitspraak van 't kerkolijk gezag als1 dezo ooit gegeven wordt afwachten. Doch wel mogen we zoggen, dat do ver klaringen, welko sommige voorstanders van een bloot-natuurlijke opvatting geven, ons geenszins voldoon, om niot to zoggen: ons belachelijk voorkomen. Zoo geeft thans weer de gonoemdo dr. Weist in de „Neuo Freio Presse" zijn be schouwingen over Thoroso Neumann. Wo hebben zo niet gclcz.cn, maar do „N. R. Crt." van 31 Juli j.l. zogt ervan: „Hij bespreekt het wonder der gowiohts- toeneming bij nagonocg algeheel ontbreken van voedselgebruik. Want sedert Septem ber van het vorigo jaar neemt Therese do hostie zelfs zonder het theelepeltje wator dat zij daar bij kroeg, en zij voelt zich er voel beter bij. Zij ziet er zolfB, zooals wij reedB meldden, voel beter uit cn is zwaar der geworden. Dr. Wcisl acht hot niet kun nen eten en drinken van Thereto een ge woon hysterisch verschijnsel, zooals hij ook haro andero ziokte- en gonozings-verschijn- solcn tot hystorie terugbrengt. Wat nu dit wonder der gowichtstooneming zonder eten aangaat hij gelooft niet aan bewust be drog van de zijde van Therese en nog min der aan allerlei fantastiiche „vorklaringen" als zou Therese van „astraio materie" le ven of haar voedsel op magnetische wijzo aan do personen in haar omgeving onttrek ken. Wel houdt hij het voor mogelijk, dat Therese, half slapend of in toestand van slaapwandelen, door iemand stelselmatig wordt gevoed. Maar het eigenlijke wonder it' voor hem niet dat van do voeding maar ligt in do ethhehe beteekenis van het geval, n.l. dat een mensch zijn gansch^ ziel, zijn ganscho lovensenorgio op dat ééne doel al leen: vereeniging mot God, kan conccntroo- ren en dat hij dit doel tijdens zijn leven' bereikt" Wie zou in zulk een beschouwing ook maar eenigo bovrediging vindon! Hoe ontbreekt hier in een wirwar van gelanceorde veronderstellingen de voorzich tige stem van den wotenschappelijken on derzoeker. Is het niet-oten en -drinken ge durende zóó langen tijd oen „gewoon" hys terisch verschijnsel! En is als verklaring van de gewichtston- neming do veronderstelling niet gewaagd, dat het meisje „half slapend of in oen toe stand van slaapwandelen" door icraand(?) „stelselmatig gevoed wordt! Verwerpt men niet op laatst hot „wonder van do voeding" om een ander „wonder" n.l. <lio uitgedachte „concentratie op dat ééne doel alleen" aan te nemen! Men scharrelt inderdaad met „wonderen" om het „raadsel" op te lofsen'! Wc wachten dus maar een meer weten schappelijk onderzoek af. Het verontrust ons niot, al zou ton slotte het geval van Konnersrouth bedrog of vcrschijnsolen van een hysterisch meisjo blijken. Maar zoolang het geval daar onopgelost alv een „raadsel ligt, heeft dr waarheid recht op ecn werke lijk wetenschappelijk onderzoek, dat zich vrij weet to honden van belacholijko veron- derstellingcn. V raag. Welke is do mooiste en kortste weg per auto van Stompwijk naar Nieuw Borgvliet! Hoeveel K.M.? Antwoord. .Stompwijk, Zoctormoor, Hillogerfberg, Rotterdam, Oharlois, Klaas waal, Middclsluis, Numanijdorp, Willem stad, Helwijk. Dinteloord, Steenbergen, Klutsdorp, Halsteren, Bergen op Zoom, Nieuw Borgvliet. Afstand 95 K.M. Vraag. Welke is do kortste weg van Leiden naar Waalwijk? nooveel K.M.? Antwoord. Leiden, Hazerswoude, Bos koop, Gouda, Haastrecht, Schoonhoven, Niouwpoort Goudriaan, 8chelluincn, Gorin- chem, Woudrichem, Rijswijk, Giescn, Neer Amstol, Eothcn, Drongolen, Waalwijk. Af stand 75 K.M. Vraag. Welke is do kortste weg van Leiden naar Deventer en hoeveel K.M, Antwoord: Leiden, Alphen. Woerden, Utrecht, Amersfoort, Voorthuizen, Milligoq, Apeldoorn, Teuge, Deventer. Afstand 13£

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7