AAN MGR. TASKIN -JL MGR. TASKIN EN DE SEMINARIEKAPEL Als het seminarie het hart is van het bisdom, dan is de kapel het hart van het seminarie en het tabernakel het hart van de kapel. De kapel is de eerste vergader plaats, het omringende bekken, waarin het goddelijk loven wordt opgevangen en waarin het goddelijk licht stroomt en zich verzamelt, zooals het sprankelend en klaar, frisch en tintelend te voorschijn springt uit die bron van alle licht en le ven, die Jesus heet, verborgen in de diep ste geheimenis. Gods Voorzienigheid heeft op onze, door Zijne hand bereide aarde sommige uitver koren rust- en lustoorden geschikt, waar de zieke mensch de geknakte gezondheid in een zuivere natuur met nieuwe krach ten kan herstellen en waar de afgematte werker door eene verkwikkende rust tot nieuwen arbeid wordt gesterkt. Zijne goedheid heeft deze oorden niet enkel gemaakt tot plaatsen voor herstel van verloren kracht en geschokte gezond heid, doch Hij spreide er tegelijk eene bij zondere schoonheid over uit, als wilde zijne Goedheid ze tevens schikken tot plaatsen van omweerstaanbare aantrek kelijkheid. Niet alleen ademen wij er de serene, geneeskrachtige lucht in tot ver nieuwing van het bloed, maar de aan schouwing ook van de grootscne rust en liefelijke harmonie der natuurstukken verkwikt den geest, die zich weer omhoog heft en zijn energie terugvindt in opge togenheid. Naar deze voorzienige inrichting en goddelijke werkwijze heeft de jubileeren- de President de stille bidkapel van het seminarie, dit bekken van bovennatuur lijke gezondheid en kracht, gemaakt tot eene plaats van geestelijke schoonheid, waarin de uiterlijke aankleeding ook in overeenstemming is met de vruchtbaar heid der genaden, welke de ziel hier van Gods Goedheid ontvangt. Wat menschelijke zorgen ter stralende blankheid, ter harmonieuze aankleeding en ter keurige versiering van het huis des Heeren kunnen verrichten, is hier metterdaad aangewend. Wel mag de hoogeerwaarde Jubilaris de woorden van den psalmist herhalen: „Heer, ik bemin den luister van uw huis en dc woonstede Uwer Heerlijkheid." Hoe straalt altijd door deze woning Gods in bare nimmer verdoezelende pro perheid, alsof zij niet aan de wetten der aldaagsche besmetting onderworpen ware, terwijl toch minstens een halfdui.--.end be zoeken aan den goddelijken Heer des hui zes worden gebracht, iederen dag. En hoe zeer is het ook aan iederen bewoner van het seminarie bekend, dat wat buiten do kapel dient te blijven ook eerst voor het binnenkomen door den bezoeker moet worden afgelegd. De meest begenadigde kunstenaars werden te hulp geroepen, om de meubi leering van het altaar en het priesterkoor zoo waardig en zoo schoon te doen zijn als maar mogelijk was. Zoo verscheen de geelkoperen lezenaar als sierlijk midden stuk der kapel, een prachtstuk van edel smeedkunst, in ziin okheid, zijn strengheid van lijnen en gewogenheid van afmeting en vormen. Zoo werd het hoofd altaar versierd met de zes daarbij aan passende kandelaars, in hun rust en so berheid, in hun kracht en evenwichtigheid het oog verkwikkende en den geest stem mende tot ingetogenheid. Door diezelfde zorg en ijver voor het huis Jesus, die de oorsprong is van het bovennatuurlijk leven en dit door zijn liefdesacrament onderhoudt, voedt en wonderlijk doet uitgroeien, bésteedde de Jubilaris de jubilégave van zijn zilveren priesterfeest om de kapel te voorzien van een marmeren mozaïekvloer, waarop op geniale wijze het bovennatuurlijk leven der ziel in zinrijke zinnebeelden is neer- geschreven. Duizenden kleine marmeren steentjes van verschillende ingehouden kleuren verhalen hier den student in de wetenschap van het eeuwig leven, hoe de ziel haren aanvang neemt in de genade Gods, hoe zij er worstelend in vooruitgaat en hoe het zieleleven uitgroeit tot de al lerinnigste vereeniging met God door en in Jesus Christus, den verborgen Min naar van het tabernakel. Zelf is de hoog eerwaarde Jubilaris de uitdenker van dit waarlijk schitterend ontwerp, dat hij door hoogbegaafde kunstenaars deed uitvoe ren, zooals het nu in tienduizenden mar merblokjes, van allerlei kleur en tint, luide spreekt zoowel van zijn schoon heidszin als van zijn verheven zorg voor de heerlijkheid van het huis des Heeren. Dank daarom aan den Jubilaris op zijn veertigjarig feest, dat hij door zijne liefde voor het aanbiddelijk Sacrament en door zijne offervaardigheid in de opluistering van het kruis Gods de priesters van het bisdom met het voorbeeld heeft geleerd, hoe de ijver voor onze Godswoningen moet leven midden in het priesterhart. Den Jubilaris heil. J. H. VISSER, Pr. MGR. TASKIN ALS BOUWHEER Het Seminarie is ontegenzeggelijk het grootste gebouw in de gemeente Warmond. Dat het tegelijkertijd het schoonste gebouw is, zal niemand beweren. Integendeel, met zijn vele platte daken, met zijn eindelooze vensterreeksen, met uitbouwen aan alle kanten, slaat, het Groot-Seminarie van het Bisdom Haarlem geen schitterend figuur onder de Sominaria van de Nederlandsche Kerkprovincie: het Seminarie te Roermond wint het in stijlvollen ouderdom, dat te Hoeven iu kunstzinnige rangschikking en uitrusting der localen; Het Seminarie van het Aartsbisdom te Driebergen en dat van het Bisdom s-Hertogenbosch leenden zich veel beter voor een algeheele restauratie. En toch aarzel ik niet. om op den feest dag van onzen hoogvereerden Pra-eses een woord van oprecht-gemeend en lof te schrij ven om wat Hij gedaan heeft voor de gebou wen van het Seminarie. Het is tegenwoordig een algemeen-erken de waarheid, dat van de huiselijke omge ving een grooten invloed uitgaat op de karaktervorming. De uiterlijke kracht, die weer een voornaam middel is, om te komen tot innerlijke beheersching, wordt bevor derd door een ordelijke, smakelijke, zij het sobere, behuizing. Dat. heeft Praeses Taskin ingezien, vanaf den dag, dat hij, nog zoo jong, het hogost-verantwoordelijke ambt aanvaardde. En met de Hem eigene conse quentie heeft de Praeses dat inzicht in daden omgezet. De moeilijkheden waren niet gering. Het Seminarie bestaat nu honderd dertig jaar. Het begon in een buitenhuis, waarin een Fransclie kostschool was gevestigd geweest-, dat nog geen plaats bood voor twintig studenten. Telkens moesten de gebouwen worden uitgebreid, eerst volgens' vast plan, maar dit bleek tenslotte te klein van opzet, en zoo ontstonden do menigvuldige bijge bouwen. Het is niet te veel beweerd, wan neer men zegt., dat in het begin van deze eeuw de gebouwen niet meer voldeden aan redelijke eischen, die men volgens moderne begrippen van hygiëne en paedagogie aan een Seminarie stellen mag. Praeses Lans was reeds begonnen met het aanleggen van centrale verwarming, met afbraak van het totaal-vervallen oud kon nog volstaan worden met uitbreiding van het aantal studenten-kamers: er wer den er een veertig-tal bijgebouwd. Maar bepaald zorgelijk werd de toestand, toen de groote localiteiten van het Seminarie te klein gingen worden: in de kapel zaten de studenten opgepakt, in de leeszaal was niet ééne plaats meer open, in de eetzaal, slecht verlicht en geventileerd, werd de toe stand onhoudbaar. Monseigneur Callier roemrijker gedachtenis verordende, dat- ra dicale maatregelen moesten getroffen wor den: het Seminarie moest plaats bieden voor twee honderd studenten! Het is in die moeilijke omstandigheden, dat de Praeses zich toonde in zijn volle kracht als bouwheer. De Geestelijken van het bisdom, die natuurlijk alleen het Semi narie door en door kennen, beschouwden voor een groot deel de nieuwe opdracht, die aan den Praeses gegeven was, als onmoge lijk. De vergrooting van leszaal en kapel de bouw van een nieuwe leszaal zouden het Seminarie maken tot een labyrinth, waarin niemand den weg zou vinden. De Praeses met zijn sterk plichtbesef deed het uiterste, om de opdracht te volvoeren. Een half jaar lang overwoog hij de zaak van alle kanten, men vond hem dikwijls studeerend gebogen over het grondplan van het huis, dan weer in conferentie met deskundigen; toen kwamen de architecten en het werk volk, meer dan een jaar werd er gebouwd, en nu bij gelegenheid van de priester- het Seminarie beschouwen. En daar komt dan nog dit bij: de lessen van den Praeses dringen telkens aan op de gehoorzaamheid als priesterlijke deugd, de verbouwing van het Seminarie was een schitterend voor beeld van onderwerping aan den wil van de Overheid. Een onderwerping, die niet schoorvoetend deed, wat nu eenmaal onver mijdelijk was, maar een onderwerping, die het heele groote talent ten volle in dienst stelde van de zaak, die de plicht ter volvoe ring oplegde. Praeses 1 Ik mag wel sluiten met een woord, van diepgevoelden dank voor uw leering en uw voorbeeld W. NOLÉT. MGR. TASKIN THEOLOGIE-PROFESSOR De meeste lezers van „De Leidsche Courant' zullen Mgr. Taskin wel kennen als President van het Groot-Seminarie te Warmond. Maar weinigen kennen hem wellicht in zijn kwaliteit van hoogleeraar in de moraal-theologie. En toch vervult onze jubilaris, naast zijn veelomvattend presidentschap, ook deze allerbelangrijk ste professorale functie reeds meer dan twintig jaren. Ook hij neemt zijn plaats in Als een schoone, welige akker, Mild bedeeld met 's Heeren zegen, Waar, bij dauw en koest'rend zonlicht, Vruchtbaar viel de malsche regen Waar de halmen diep zich buigen' Onder 't wicht der gouden aren, Zoo glanst, feesteling, Uw leven, 't Arbeidsveld, aan U gegeven, Van Uw veertig priesterjaren. Toonbeeld voor de schaapjes, die Gij Als hun herder hebt te weiden, Mocht Ge een breede, blanke kudde Naar den heiligen bergtop leiden. Wat al priesters aan het altaar Die Ge Uw kinderen moogt noemen j Die thans op Uw feestgetijde Dankbaar om U staan en blijde U met trots hun Vader roemen. Bronaar aller zegeningen, God, die 't willen geeft en 't werken Die met wijsheid siert Uw wijzen En met sterkte omgordt Uw sterken Blijf Uw gaven, vorst der herders, In Uw dienaar vorst'lijk loonen Wil hem, na 't arbeidzaam leven, De onverwelkbare eerkroon geven, Hem als trouwen herder kronen. LEIDEN P. L. DESSENS ste stuk van het Seminarie op de plaats, waar nu het huis van de Eerwaarde Zus ters staat, toen zijn voortvarende opvolger in 1906 zijn taak overnam. Het duurde niet lang, of we zagen als studenten den nieuwen Praeses op de gangen verschijnen, steeds druk confereerend met den toenmaligen oeconoom, prof. Castelein. En de resultaten van de conferenties merkten we, als Beu- gelsdijk dan op de gangen kwam, om hier een versterking aan te brengen, daar een muur uit te breken, waardoor licht en lucht hun intrede op de gangen konden doen. Maar toen bleek, hoe noodig het was, om ook den schilder aan het werk te zetten! En den behanger! De groote aula was, wat haar uiterlijke verschijning betreft, niet in overeenstemming met de waardigheid vah de theologische, wetenschap, we werkten nog altijd met heel ouderwetsche patent olie-lampen, in dat alles' moest voorzien wor den. En binnen den tijd van drie jaar was het huis keurig in de verf, de gangen waren betegeld, de groote leeszaal een model van een collegezaal, de verlichting electrisch. De praeses kon met voldoening op zijn werk neerzien. Maar reeds zag hij in het verschiet nieu we zorgen: het toenemend aantal studenten van het Klein-Seminarie maakte telkens nieuwe uitbreiding noodig. Aanvankelijk retraites de Geestelijkheid van het Bisdom den nieuwbouw bekeken heeft, is er maar één roep: het uiterlijk aanzicht van het Seminarie mag onder den nieuwbouw gele den hebben (dat was onvermijdelijk), de inrichting van binnen is er beter en prak tischer door geworden. Niet aan een ieder valt het te beurt, om door een schitterenden nieuwbouw zijn eigen idee over de inrichting van een huis in steen te verwezenlijken. Ook niet aan Monseigneur Taskin. Maar door de ver bouwing van het Seminarie te Warmond heeft de Praeses een monument gesticht, dat in lengte van dagen zal getuigen voor zijn praktischen zin. En meer dan dat! Wie het voorrecht heeft, den Jubilaris van heden gehad te hebben als leidsman van zijn jeugd, en wie dan daarenboven nog jarenlang met Hem is omgegaan, weet. dat Mgr. Taskin is' een man van bovennatuurlijke levensopvatting: hij hield ons voor, dat we dat zijn moesten, en hij gaf een schitterend voorbeeld van wat hij leerde. Met onverbiddelijke conse quentie werkt hij aan op het bovennatuur lijk doel; wat hij deed als Praeses, het had alles ten doel, om de aan zijn zorgen toever trouwde jongelingen tot degelijke priesters te vormen. In dat licht moeten we ook zijn voortdurende zorg voor de gebouwen van in het professoren-college. En ook die plaats is voornamer en gewichtiger dan alle andere. Immers de moraal-theologie of zede- kundige godgeleerdheid is dat deel van de wetenschappelijke Seminarie-opleiding waarin de toekomstige priesters, geduren de vier volle jaren, worden ingewijd in de groote beginselen en, derzelver toepassin gen, waardoor 's menschen zedelijke ver houdingen, welke uit de goddelijke en ker kelijke wetten voortvloeien, tot in haar kleinste bizonderheden worden geregeld. De kennis hiervan is voor de toekomstige priesters, die allereerst worden gevormd tot zielzorgers, van het allergrootste be lang, omdat zij daardoor in staat worden gesteld, om de zielen der hun toever trouwden te leiden, om hun gewetens t-e vormen, om het goed en kwaad te be- oordeelen, om de deugd aan te prijzen en de zonde af te keuren. Voortdurend, we kunnen wel zeggen eiken dag, wordt de zielzorger voor dit oordeel gesteld en komt hij met het geweten van anderen in allernauwst contact; en van z ij n uit spraak zal het afhangen, of het geweten van de hem toevertrouwde juist of on juist gevormd wordt, of het. gedrag zijner parochianen zedelijk goed ol slecht geleid wordt, óf de menschen weten wat- goed en wat kwaad is, wat zij mo.(.n laten, om hun einddoel de n r-* heid, te bereiken en God wel^V^'fSR' zijn. Bevallig Iedereen zal wel begrijpen ontzaggelijke verantwoordelijkheid111 op dengene, die de toekomstig. Met 't v gers daarin moet onderwijlen en «der hiel Die zware en werantwoordelijke t. t '1» het ge reeds meer dan twintig jaar on ,l„ Tie j.rieste ders van Mgr. Taskin. En de hor,^"rouwden priesters, door hem in deze ja„ ':e i olmaa vormd, kunnen het getuigen, met vi\ theore' groote voorzichtigheid, gepaard aan f®en beV0' teugewone belezenheid en diepe eerlijke w schap, professor Taskin zijn bela** '6^11 me moraal-theologische college's heeft ^kunststuk ven. Behalve een bekwaam best ee] was onze Praeses ook een eminent j ^eidseiscl Hij kent de methode, om de aandacht***8011.6'11 V zijn toehoorders voortdurend gegünkennis m te houden, en tevens de bdan2>at«iale vraagstukken en die zijn er ^en 1S' v klaar en helder voor te dragen, zóó ^enst? 61 degenen, die zijn vierjarigen cursus Een t*10D moraal-theologie gevolgd hebben, leen voldoende wetenschappelijk oQ(j^4 zijn, maar ook de noodige voorzicbtir< bezitten, om als bekwame zielzorgen* moeielijke taak in het practische pr^"j leven te aanvaarden. jriester ■won© ke ■wetenscl met een [vreemd jleerd, w, Is het wonder, dat vele priesteiu midden in het moeilijke zielzomi £r ,1, staan, heel dikwijls bij hun vroegeS ^teriai raal-professor om raad en oplossing .;t6Chouwd allerlei ingewikkelde vraagstukken kuchen g practische leven bij hem komen aanwezen v, pen? En ofschoon Mgr. reeda órerbeietóftwikk èn met zijn omvangrijk .presidentschap .gehande mot zijn vele moraal-theologische studiënrlijki en college's, toch weet hij immer nog tfpelbewi te vinden, om deze vragers schriftelijk jbeschil. mondeling te helpen en zijn hooggewt-die ziel deerd oordeel te geven. Zelfs vond liij ^voordoe vaak een oogenblikje tijd, om in theolopvan on sche tijdschriften (o.a. in de Jfj(;de non Kath. Stemmen") in zeer moeilijke gerijeen £rc len of moderne vraagstukken zijn g«L, dieprog hebbende meening te laten hoorei!, dan 00 Ongetwijfeld durven we zeggen.Mm* paard jubilaris vandaag met volle wit bfljfo lesuren mag terugzien op dit allerbela!^ 0(1j medita derdeel van zijn hoogst vruchlW.^rh ^uden terarbeid. Zijn twee-en-twintigjari^», Bcberp soraat in de moraal-theologie tp vanzei: Groot-Seminarie vormt een zegenrijke ren<^ 8 riode in zijn belangrijk priesterlr eeama waaraan zeer vele priesters vandaag t Seaeel groote dankbaarheid zullen denken i *ie waaraan zij zeker een dankbare bede n uerVi!» hun uod-professor zullen hebben rerb den. maar En óók de géloovigen, die zowed Un hun priesters te danken hebben, mqvs vandaag wel hun gebed met de bede k °?r" priesters vereenigen; want dat zij zl^ stpere voortreffelijke zieleleiders bezitten, hobb |3ef»-ac zij voor een niet gering gedeelte te sterki ken aan hem, die op zoon eminente die priesters heeft gevormd tot bekvji^jj70'n zielzorgers. dentej Moge Mgr. Taskin nog vele n T zegenrijk professoraat voortzetten, van de Haarlemscne Kerkl lencl Warmond. der De Katholieke bevolking®^ Warmond bij het feest J Qen Mgr. Taskin Qen raktf hoeft Voor de Katholieken van Warmoci vooral voor de bewoners van het SenÉw alhier staat het jaar 1928 wel in ht' *M( ken der feesten. Nog zijn wij onder den indruk wn jubel en de feestvreugde ter gelegd?;:' van de benoeming van Mgr. Aengeneif Bisschop van Haarlem, en zie weifel scb het feest te Warmond en beieren it^' eer ken met feestelijken klank en rij J weer opwaarts naar het Seminan»*101110 eer gelukwenschen aan te bieden ïJ((i ou* bae zer meest geachte en geëerdeif^6^®111 uit nu aan Mgr. Taskin, die heden^h veertig- da- jarig Priesterfeest viert. dei Het zal wel geen verwofltóng •wekken, j-,a, dat dit feest, ook buiten it muren van nc^ 8C^ Seminarie, luiden weerklink vindt *e- en het meest bij de Katholieken van ar' en mond. En met reden. pV( Immers zij toch zijn er lier op datujc hunne gemeente is gelegen het Groot- uit minarie, de groote katholieke Centra 'ivrr die voortdurend als :t ware geesten] es stroom levert om de Roomsche energie opde hoogtespanning te houden bij bet ha ®®n liek volk van ons diocees, de krachygWe geestelijke voedingsbron, onimsbauvc voor de groei en bloei van het godsdiennMc leven in ons Bisdom. Kortom d®> B 0 0 school waar onze aanstaande Priesters gelijk worden gevormd in wetenschap zi deugd om later in onze steden en or] zich te gaan wijden aan het ziele ei zoovele duizenden. En nu op dezen dag de Praeses \au- Seminarie Zijn feest viert> nu vieren Katholieke inwoners van Warmon feest mee, steken de vlaggen uit en den Jubilaris in met feestbetoon en ziek, met eerewacht en een schare i ve bruidjes. j Zoo willen zij heden weer too alleen hoe zij medeleven met e i 1 heugelijke gebeurtenissen die^voo op het Seminarie, doch vooral zij achten en vereeren Priester en zij bidden tot God, zoo nuttig leven van dezen -J11 1 .iieDh nog spare en hem het voorrecht scüe^ eens zijn Gouden Priesterfees beleven. Drs. H. WAI/ENKA®']

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 6