VERMIST!
De heeren v. Tol en Kuivenhoven
repliceeren.
De heer W i 1 m e r zegt, dat als va
cant ie-toeslag een eisch van rechtvaardig
heid was, deze moest worden ingewilligd
in alle omstandigheden. Het is wensche-
lijk, dat aan de arbeiders met lage loonen
•en toeslag wordt gegeven, opdat zij be-
Hoorlijk van hun vacantie kunnen genie
ten. Dat is wenschelijk, als de toestanden
het toelaten. Nu zijn de arbeidsvoorwaar
den voor alle arbeiders verminderd, ter
wijl die van de gemeente-werklieden de
zelfde zijn gebleven. Nu is spr. het niet
eens met de heer Eosman dat de ge
meente geen voorbeeld heeft te geven.
Doch de toestand der gemeentearbeiders
is te gunstig en de omstandigheden der
burgerij te ongunstig, om thans zulk een
toeslag toe te staan.
De heer Wilbrink vindt, dat de ar
beiders er toe moeten worden opgevoed
om iets weg te leggen voor iets extra.
Maar dat gebeurt allerminst, als de ge
meente zegt: wij zullen daar wel voor zor
gen. De gemeente zorgt voor vacantie, la
ten de arbeiders zelf ervoor zorgen dat zij
die vacantie goed besteden.
Wat de behandeling der kwestie in het
G. O. betreft, is ook spr. van meening, dat
eerst de raad zich moet uitspreken over
de al of niet wenschelijkheid van de in
voering van dien toeslag.
De motie van den heer Vallentgoed in
stemming gebracht, wordt verworpen met
19 tegen 11 stemmen.
Voor stemden de S. D. A. P. en de heer
Sytsma.
Musis.
18o. Voorstel in zake de beëindiging van
de ingebruikgeving van grond aan het
Plantsoen aan de Vereeniging „Musis Sa
crum", tevens preadvies op de desbetref
fende motie van den heer Eikerbout.
Bij dit punt komt in behandeling een
verzoek van de heer Eikerbout, een motie
van de heer Sytsma, beide om aanhou
ding.
Uit reverentie voor den heer Eikerbout
stelt de V o o r z. voor, dit punt aan te
houden.
De heer Huurman kan zich daarmee
niet vereenigen, daar de heer Eikerbout
zich eens verklaard heeft met het prae-
advies van B. en W.
De heer v. Eek is het met den heer
Huurman niet eens. Tenzij het dringende
zaken betreft, is spr. van meening, dat
men rekening moet houden met de afwe
zigheid van den voorsteller zelf.
De heer S y t s m a spreekt den wensch
uit, dat B. en W. in dien tusschentijd ge
volg geven aan de motie van spr. om eens
overleg te plegen met het bestuur van
Musis. De zaak wordt aangehouden.
Schoolbezuiniging.
19o. Voorstel inzake het aanbrengen van
verschillende veranderingen met betrekking
tot het Openbaar Lager Onderwijs.
Hierbij komt aan de orde het volgende
voorstel van den heer Systsma:
Ondergeteekende heeft de eer Uwen Baad
in overweging te geven in de voorstellen
aan het slot van het praeadvies onder
No. 153 der „Ingekomen Stukken" van B.
en W. de navolgende veranderingen aan
te brengen:
In punt II in plaats van „twee klassen"
te lezen: „twee op elkaar volgende klas
sen" en het cijfer 42 te veranderen in 36.
Punt III te doen luiden: „Over te gaan
tot het stichten van een openbare lagere
school voor eindonderwijs in het Haag-
wegkwartier en mitsdien te voldoen aan
het verzoek van de bewoners uit de om
geving van den Haagweg om aldaar een
openbare lagere school te stichten".
Verder komt in het begin vermelde
adres ter sprake.
De heer Sytsma spreekt er zijn te
leurstelling over uit, dat de raadsleden
zoo weinig tijd hebben gekregen om deze
toch zoo belangrijke zaak te bestudeeren.
Spr. had graag uitstel gevraagd, doch dat
gaat thans moeilijk. Met punt I tot het
opheffen van een openbare L. O. school
gaat spr. noodgedwongen mee, doch niet
met pimt II, wat betreft de onderwijzers
bezuiniging. Twee klassen bij een nemen
van 42 leerlingen is te veel en zeker, wan
neer dat niet opeenvolgende klassen zijn.
Spr. stelt dan ook als maximum 36 voor.
Ten derde gaat spr. niet mee met het
voorstel om niet over te gaan tot het
stichten van een school aan den Haagweg
Op het oogenblik maakt de openbare
school een tijdperk van malaise mee, doch
de tijden kunnen wel eens veranderen.
Wanneer er eens meer propaganda ge
maakt wordt voor de openbare school, zal
deze wel weer gaan bloeien. Spr. doet een
beroep op de gelijkstelling, om thans ook
eens aan de voorstanders van de openb.
school dit schoolgebouw aan den Haagweg
te gunnen.
De heer M e y n e n gaat met de voor
stellen van B. en W. mee, welke hij pre
fereert boven de voorstellen van het be
stuur van Volksonderwijs.
De voorstellen van B. en W. liggen
buiten het kader van de onderwijs-pacifi-
catie, zoodat men op dezo gelijkstelling
geen beroep kan doen. Men maakt thans
een algeheele frontverandering mee, ter
wijl de openbare school achteruitgaat,
gaat de bijz. school naar evenredigheid
vooruit. Daarmee houdt verband de uit-
huring aan boventallige onderwijzers. B.
en W. hebben niet den weg gevolg, welke
de plaatselijke schoolcommissie aangaf,
n.l. opheffing ineens van een openbare
school in September, doch zij hebben een
veel gelijdelijker weg gekozen, welke ook
spr. verkiest, daar men thans rustig den
gang van zaken kan nagaan. Opheffing
ineens van een school zou groote moei
lijkheden met zich brengen, hetgeen spr.
nader aantoont. Ook verwisseling van en
kele localen tusschen eenige scholen, zoo
als volksonderwijs wil, acht spr. niet aan
te bevelen. Tegen samenvoeging van twee
klassen onder één leerkracht ziet spr.
geen bezwaar. Daaronder behoeft het on
derwijs allerminst te lijden. Op twee scho
len achter de Zijlsingel heeft men wel drie
klassen gehad onder één leerkracht, wat
heel goed ging. De heer Sytsma wil het
leerlingen-maximum verlagen tot 36, doch
dat acht spr. geenszins noodig. Voor een
onderwijzer, die zijn klas beheerscht
maakt het weinig uit of hij 16, 18 of 21
leerlingen voor zich heeft. Neemt men het
voorstel-Sytsma aan, dan zou er al heel
weinig financieel voordeel voor de ge
meente uit de inkrimping ontstaan.
Wat de school aan den Haagweg be
treft, vindt spr. het verstandig eerst af
te wachten of de voorgestelde verbinding
met het Morschkwartier tot stand komt.
In dat geval is een school aan den Haag
weg omioodig. Spr. is het ten slotte eens
met het voorstel om twee klasse van de
Heerenstraat school over te brengen naar
de Paul Krugerstraat.
De heer Bosman juicht de voorge
stelde bezuiniging toe. Wel heeft hij den
tijd wel wat kort gevonden om zich te
orienteeren. Het spijt spr. dat er geen
overeenstemming is bereikt tusschen de
plaatselijke schoolcommissie en de school
commissie uit den raad, dat maakt het
voor spreker niet gemakkelijk om te be
sluiten, vooral daar er weinig cijfers ge
geven worden.
Het groote bezwaar tegen de voorstel
len van B. en W. vindt spr. de samenvoe
ging van verschillende klassen; dat ge
looft spr. niet bevordelijk voor het on
derwijs. Spr. zou er zich mee kunnen ver
eenigen, als men brak met het systeem,
om tweemaal in het jaar kinderen toe te
laten. Dan kan men parallel-klassen vor
men.
Hij verzoekt den wethouder, dit idee
eens te overwegen.
Ook spr. meent, dat er aan den Haag
weg geen behoefte is aan een Lagere
school voor eindonderwijs, wel is er z.i.
behoefte aan een U.L.O. school. Op de
Christel, school aan het Noordeinde is wel
1/3 der leerlingen, dat er eigenlijk niet
thuis hoort.
De heer Verwey meent, dat het ad
vies van de raadscommissie een compro
mis is, waarbij hij zich tenslotte in de
commissie heeft neergelegd. Zijn eigen
meening is evenwel iets anders. Vooreerst
heeft het spr. teleurgesteld, dat de orga
nisaties van onderwijzers niet zijn ge
hoord, terwijl ook spr. zich aansluit bij
het verwijt, dat de voorbereidingstijd zoo
kort geweest is. Spr. gaat daarop de ge
schiedenis van deze bezuiniging na. De
aanleiding was de hooge cijfers voor het
openbaar onderwijs. Spr. verklaart dan dat
de S. D. A. P. fractie eveneens van mee
ning is, dat hier bezuinigd moet worden.
Een andere kwestie is de manier waar
op. Wie zich uitspreekt voor de pacifica-
tie, heeft de consequenties daarvan te
aanvaarden en de consequentie is thans:
bezuining. Als middel wordt o. a. opge
geven: opheffing ineens van twee scho
len. Dat middel acht spr. te radicaal. Hoe
wel spr. principieel tegenstander is van
klassencombinatie, gaat hij desniettemin
met het voorstel van B. en W. mee, ge
dwongen door de overweging, dat het in
de gegeven omstandigheden nog de beste
oplossing is. Wat de opheffing der school
aan den Haagweg betreft, blijft sur. van
meening, dat deze school daar wel dege
lijk op z'n plaats is. Er is daar behoefte
aan, getuige de onderteekening van het
adres der buurtbewoners, waaruit bleek,
dat er niet minder dan 160 kinderen ge
plaatst zouden worden. Spr. adviseert ten
slotte aanneming van de voorstellen van
B. en W. mits deze wijziging wordt aange
bracht, dat de school aan de Haagweg
alsnog gebouwd zal worden en dat het
maximum aantal leerlingen in de gecom
bineerde klassen verlaagd zal worden.
Vervolgens stelt spr. ook nog deze restruc-
tie voor, dat met het combineeren der
klassen alleen dan begonnen zal worden,
als er op een school meer dan één over-
tallige onderwijzer is.
De heer van E s verklaart op de eer
ste plaats, dat het de rechterzijde niet
te doen is om het openbaar onderwijs te
nekken, zulks in verband met een uitdruk
king van den heer Sytsma. Tegenover de
verwachting van den heer Sytsma, gelooft
%pr. dat do openbare school steeds ach
teruit zal blijven gaan, omdat in die krin
gen een steeds toenemend gebrek aan
kinderen heerscht. Wat de Haagweg
school betreft, meent ook spr. dat men
eerst dient af te wachten of er een ver
binding met het "Morschkwartier komt.
Spr. bestrijdt de meening van den heer
Bosman dat er een U.L.O. school noodig
is. Dat er een derde van de leerlingen
aan de Christel. School aan het Noord-
einde is, dat er niet hoort, bewijst vol
gens spr. niets. Tegen het combineeren
van klassen heeft spr. geen bezwaar.
De heer V e r w e y dient thans een
voorstel in, om over te gaan tot bouwen
van een school aan den Haagweg.
Verder een voorstel om het maximum
leerling-aantal te brengen op 36 en tot het
combineeren niet over te gaan wanneer
er niet meer dan één boventallige onder
wijzer is.
De heer W i 1 m e r constateert met vol
doening, dat de voorstellen in de commis
sie eenstemmig zijn aangenomen. Thans
laat echter de heer Verwey een ander ge
luid hooren dan in de commissie.
Hij is op 3 punten afgeweken van zijn
oorspronkelijke meening. Vooreerst: de
restrictie om niet tot combineeren over
te gaan dan wanneer er meer dan 1 over-
tallige leerkracht is. Waarom die restric
tie? De heer Verwey heeit geen enkel ar
gument aangevoerd.
Verder wil de heer Verwey het maxi
mum verlagen, hoewel hij ook daarvoor
weinig argumenten heeft gebruikt. Het
derde voorstel, n.l. bouw van de school
aan den Haagweg, begrijpt spr. heelemaal
niet. B. en W. stellen voor: wacht nog
even tot de verbinding tot stand komt.
Wie kan daar iets tegen hebben. De toe
stand kan zich daardoor totaal wijzigen.
De heer Baart;, Wanneer komt die
verbinding er?
De heer Wilmer: Volgens B. en W.
wordt daarmede alle spoed betracht.
De heer Verwey heeft voor de verande
ring van zijn zienswijze niet voldoende ar
gumenten aangevoerd.
De vergadering wordt daarop geschorst
tot 's avonds.
Avondzitting.
Te kwart over 8 wordt de zitting her
opend.
Aan het woord is thans wethouder B e i-
meringer, die een afwijkend standpunt
inneemt in het college van B. en W. De
achteruitgang van de openbare scholen
was aanleiding tot de onderhavige voor
stellen. Dat ouders, die niet-Christelijk
zijn, hun kinderen zenden naar een Chris
telijke school moet aansporing zijn voor de
openbare school, om te maken dat het on
derwijs daar evengoed is. Spr. brengt hul
de aan den wethouder van onderwijs voor
de onpartijdige wijze, waarop hij deze zaak
heeft aangepakt en geleid. Leiden was
vroeger bekend om zijn goed onderwijs
Eén voorstel acht spreker in strijd met de
belangen van het onderwijs en dat is de
combinatie van twee klassen. Het betoog
van den heer Meijnen heeft spr. niet ge
heel overtuigd. Spr. vertrouwt echter, dat
de wethouder van onderwijs, deze com
binatie weer zal opheffen, zoodra hij be
merkt, dat het onderwijs er door achteruit
gaat.
Wethouder T e p e keert zich evenals de
heer v. Es tegen eenige uitdrukkingen van
den heer Sijtsma, die sprak over het „nek
ken" van het openbaar onderwijs. Het is
menschelijk om na het sluiten van den
vrede na te kaarten over de casus belli,
doch laten wij humaan zijn nu de strijd om
do school is uitgestreden. Do voorstellen
van B. en W. geven totaal geen aanlei
ding om te spreken van „nekken" of ach
teruitstellen van het openbaar onderwijs.
Er is slechts één motief bij B. en W. en
dat is, dat de financiën der gemeente eon
onderzoek van de middelen om bij onder
wijs te bezuinigen alleszins wenschelijk
maken.
Den sprekers beantwoordend, zegt spr.,
dat de raadsstukken misschien eenige da
gen eerder den raadsleden hadden kunnen
bereiken, doch dat vindt zijn oorzaak
hierin, dat de zaak pas voor kort tot rijp
heid is kunnen worden gebracht. Omdat
de toestanden bij het lager onderwijs aan
allerlei schommelingen bloot staan, was
hot wenschelijk dez3 voorstellen nas in de
school vacantie ter sprake te brengen.
De heer Verwey had liever overleg ge
zien met de onderwijzers-organisaties. B.
en W. zijn evenwel van meening geweest,
dat het college voldoende adviseurs tot
zijn beschikking had, nl. de commissie uit
den raad, en de plaatselijke schoolcom
missie, waarin ook onderwijzers vertegen
woordigd zijn. Trouwens is deze zaak be
handeld in den Bond van Nederl. Onder
wijzers. Over de voorstellen zelf sprekend,
constateert de wethouder, dat niemand
ontkend heeft, dat bezuiniging noodig was
met het oog op de gemeentefinanciën.
Daartoe stonden twee wegen open, nl. op
heffing in eens van een of meer scholen,
en geleidelijke opheffing, waardoor ccmbi-
neeren van klassen noodzakelijk werd. Dat
combineeren is het groote struikelblok ge
bleken bij deze debatten. Er bestaat groot
verschil van gevoelen over deze dubbel-
klassen onder de verschillende onderwijs-
aptoriteiten, hetgeen spreker met citaten
aantoont. Er zijn er zelfs, die er enthou
siast over zijn. Spr. zal zelf geen stelling
nemen, doch is van oordeel, dat de raad
derhalve zonder al te groot gewetensbe
zwaar tot het combineeren van klassen te
besluiten. Wat het nalaten van de gele
genheid betreft, om tweemaal in het jaar
leerlingen aan te nemen, zegt spr., dat de
ouders daarop zeer prijs stellen. Wanneer
wij dat zonden doen, zou dat ook alweer
geleidelijk moeten geschieden. Wij kunnen
niet opeens alle September-scholen of alle
Maart-scholen afschaffen. ETpr. wil de zaak
langs geleidelijken weg wel eens overwo
gen.
Twee sprekers hebben amendementen
ingediend, waardoor zij met de eene hand
de bezuiniging wegnemen, welke zij met de
andere hebben gegeven. De voorstellen-
Sijtsma en Verwey zijn daarom voor spr.
totaal onaannemelijk. Wil men het maxi
mum op 36 stellen, dan kan men, slechts
1 overtollige onderwijzeres afdanken, an
ders 7 d 8. De heer Verwey wil slechts dan
combinatie toestaan, wanneer er meer
dan één overtallige onderwijzer is.
Spr. begrijpt de reden van deze beper
king niet. Zit daar een principieele reden
achter of wil de heer Verwey het doel wel,
doch het middel niet? De heer Sijtsma wil
het combineeren beperken tot twee opeen
volgende klassen. Spreker is er niet bang
voor, dat men de eerste in de zesde klasse
zou willen combineeren, dat zou gekken
werk zijn; doch men moet de gelegenheid
openstellen om twee heele kleine klassen,
die niet precies op elkaar volgen, te com
bineeren. Overigens zal spreker zich tegen
aanneming van dit gedeelte van het voor
stel Sijtsma niet sterk verzetten.
Spr. zet verder de geschiedenis van het
plan voor een school aan den Haagweg
uiteen. Oorspronkelijk waren B. en W. van
plan om daar een school te stichten. Tege
lijkertijd kwam bij B. en W. het plan op,
om een verbinding met het Morschkwar
tier tot stand te brengen. Het groote be
zwaar om de slecht bevolkte openb. scho
len in het Morsch-kwartier te bezoeken, is
de slechte verbinding. Komt die verbinding
er, dan vervalt dat bezwaar. Dan worden
beide kwartieren één geheel en kan vol
staan worden met de scholen in de Paul
Ivrugerstraat. In dat verband heeft spr.
erop aangedrongen om spoed te betrach
ten met de verbinding.
Het voorstel van B. en W. is dus niet:
afwijzend beschikken, doch: even afwach
ten totdat de verbinding er
komt die verbinding tot .1
geval eerder, dan dat I'
aan den Haagweg Haar a
De heer S ij t j ra a retdrf'
den. Hij heeft met „nekuS'^
dat dit nu direct zou t>
vreest, dat wij dien weg i'
meent, dat de gegrondheid 1
omtrent de late indiening i'
wezen is door de debatten
leen do hoeren Meijnen
bleken op de hoogte. Snr i,
dat verlaging van het loérliaZ
zoo grooten invloed on de h. I"
hebben. Verder tollen hier
financiën mee, maar ook de Ui1*
het onderwijs. Wat het comb^
klassen betreft, handhaaft
ning. Over zijn voorstel omtrap
wegschool, zegt spreker, dat h
zijn voorstel in to trekken, al8 hif?
kering krijgt, dat de IJv
er komt in de lente van het vnl
In verband met het voorn!'
dat slechts spreekt van een acl,
jneer aan den Haagweg, ten?
Sijtsma een school voor
wenschte, trekt de heer Sijtsmf"
deelte van zijn voorstel in, alduj
"VV. overlatend om de zaak nJ'
digheden te regelen. 1
De heer M e ij n e n verdedk.
de voorstellen van B. en IV. i?
maximum verlaagd wordt, blijft^
bezuinigingen zoo goed als nit
Spr. begrijpt het logisch verband
schen de noodzaak van hpynimm'
stellen van die eisrhen,
Yerwey doet. Dat neemt het Jaa(5.",
bezuiniging, weg.
Overigens merkt spr. op, dat er f
tijd gelegenheid moet rijn tusseh-
wethouder en het hoofd, der school'
overleggen over het. combineeren ri
sen. Waarom te willen -1'
klassen steeds op elkaar moeien r
Wat het bezoeken van niel-Ccr^
leerlingen van een Christelijke
treft, merkt spreker op, da! dit rj
wijls voorkomt. Men magitrriM
ouders in deze niet aan baén ki->
De heer Verwey ze^di! bijtij
opinie veranderd is sedert kimd*
van de commissie van onleuk»,
zich bij het combineeren
over de wijze van combineeten1$,
sproken, daartoe was geen gt
meer. Thans heeft spr. de gelegn",
had om daarop in details in te git-
neer de combinatie niet op de jéni
wordt uitgevoerd, dan krijgt het
wijs een gevoelige knauw, 8pr. h
nagaan, wat de invloed na nji voo:
len zal zijn op de gemeentóatóim
bezuiniging ten koste Ta het otót
wil hij niet.
Verder meent spr. dat het in. deu V\
de pacificatie ligt, dat de gemeen'
openbare school moet stichten, a\tt
groot gedeelte der ingezeten?:
wenscht. De gemeente moet ookt
ken tót den bouw van een Chtiiitl#
in het Morschkwartier, aïïe^.vrA
wettelijk bepaalde aantal piffl
wenscht, en daarmee wordt ook D
wacht op de verbinding.
.Spr. blijft het betreuren, dat er
overleg' is gepleegd met 'de onderv.
Georganiseerd overleg verkrijgt oveti
gerrecht, belanghebbenden moetent
gehoord.
De reden, waarom spr. voorsteltlï
combina tie over te gaan wanneer en
één overtollige onderwijzer is, is (fo
spr. in principe een felle tegensta
van combinatie. Alleen om erger
komen, wil spreker erin toestemHty,
het maar niet te erg wordt. Wotdn
amendementen niet aangenomen ii'
hij stemmen tegen de voorstellen
en W.
Spreker iB vóór bezuiniging, na
dat inhoudt dat men daarmee hel1
baar onderwijs gaat begraven, dut*
er niet aan meewerken.
De heer v. E s gelooft, dat h
Sijtsma bang is voor wraak n' r:
standers van het bijz. ondemj* V'™
zal er zich nooit toe leenen, 61
Veto
baar onderwijs achter te st&
keert ook spr. zich tegen
van het maximum, waan/ft"'/8 J110^0
lieid van verschillende p.^inaties
te vervallen. Het verwal spreker
de heer Verwey thans/«'n tot**®
geluid laat hooren als id deed in. e
missie. Hij had alle glegenheid o
FEUILLETON.
Naar het Duitsch van J. ABNEFELDT,
Vertaald door Jac van Emden.
20)
Nu, stelt u hem dat eens voor en
wacht eens af, wat hij ervan zegt, ant
woordde de oude vrouw. Ik brand mijn
vingers niet meer, hij heeft me al genoeg
afgesnauwd, toen ik er een woordje over
liet vallen stil, daar komt hij aan;
laat het niet. merken, dat ik er met u over
gesproken heb.
Ze liep door een andere deur haastig
de kamer uit.
Otto bleef in een zeer onbehaaglijke
stemming achter. Aurelia had goed gera
den, dat hij alleen was gekomen omdat hij
geld noodig had. Alleen had ze er geen
idee vanen haar vader nog minder...
tot wat voor een bedrag zijn schulden wa
ren opgeloopen. Toch was hij gekomen
met de bedoeling zijn vader eerlijk alles
op te biechten en den belofte af te leg
gen, dat hij van nu af aan solide en zui
nig zou leven, een belofte waarmee het
hem op dat oogenblik inderdaar ernst was
Overigens hield hij zijn vader na de er
fenis van zijn oudoom voor heel rijk en
schreef hij het slechts aan een gril en aan
schrielheid too, dat Giibler in het oude
huis op het Nicolaikirchhof bleef wonen.
Wat hij van zijn zuster en de oude Lore
had gehoord, had hem tot de overtuiging
gebracht dat het oogenblik voor een be
kentenis als de zijne al heel slecht geko
zen was.
Ik zal het wel tot een beter moment
moeten uitstellen om met de heele ge
schiedenis voor den dag te komen, als ik
er wat wil uitslaan, zuchtte hij. Mis
schien is de stemming over een paar dagen
wat beter. Nu de oude half -ziek schijnt te
zijn, moet ik hem niet prikkelen.
Gabler kwam binnen. Hij was blijkbaar
uit geweest, want zjjn kleeren waren nat
van de regen.
Zoo, ben je er nog, zei bij, zijn zoon
verstrooid aankijkend.
Ik wikle niet weggaan zonder u even
goedendag te zeggen, antwoordde Otto.
Toen zijn vader hem geen antwoord gaf,
maar alleen fijntjes glimlachte, ging hij
voort:
U bent zonder overjas in den regen
uit geweest; dat had u toch niet moeten
doen, u moet werkelijk meer op uw ge
zondheid letten.
Nu begon Gabler harop te lachen en hij
zei op veel vriendelijker toon:
Wat haal je je nu in je hoofd, jongen;
ga je je nu bezorgd maken om mijn ge
zondheid? Dat heb je vroeger toch ook
nooit gedaan? Maar ik vind het toch aar
dig van je.
U ziet er werkelijk betrokken nit, voelt
u zich niet goed? begon Otto voorzichtig,
maar zijn vader bulderde nu onmiddellijk:
Nonsens, ik ben zoo gezond als een
visch, haal je geen muizenissen in het
hoofd; die oude Lore is natuurlijk aan
het kletsen geweest
O neen, vader, maar
ba Zwijg maar, ik ;weet het bestt viel
Gabler hem in de rede, dat mensch
heeft zich in haar hoofd gehaald dat ik
ziek ben, omdat ik een paar maal haar
eten heb laten staan, toen het niet goed
klaargemaakt, was. En omdat ik op een
nacht ben opgestaan om een klapperende
deur dicht te maken, ben ik opeens een
slaapwandelaar geworden.
Maar vader
Maar nu stampvoette Gabler en zei:
Zwijg zeg ik je, wil er niets over hooren,
evenmin als over Forberg. Onthoud, dat
nu maar eens en vooral: over die twee
dingen wordt in mijn huis niet gesproken.
Goed, dan zullen we tot een ander
onderwerp overgaan, dat u hopelijk aan
genamer zal zijn, zei Otto, die besloten
had, de koe nu maar bij de horens te vat
ten. Ik heb geld noodig, vader!
Had ik het niet gedacht! Ik heb al
lang afgewacht, of je er mee voor den dag
zou komen; een lange inleiding heb je er
vandaag niet bij gemaakt, moet ik zeggen.
Otto kon niet uitmaken, of zijn vader in
scherts sprak of boos was.
Waarom zou ik? U weet toch dadelijk
waar ik naar toe wil.
En je vindt zeker dat de vTaag, waar
je al dat geld laat, ook wel achterwege kan
blijven, bromde Gabler.
Zeer juist, dat heeft inderda-ad geen
zin, antwoordde de zoon met onverstoor
bare kalmte; het leven is duur en veel
geld krijg ik van u niet, vader.
O, dank je! Ik kan je wel zeggen, dat
ik zelf en Aurelia die toch voor haar
snorrepijperijen aardig wat aan kan en
de heele huishouding in een maand niet
half zooveel verbruiken als jij, Otto; dat
kan niet zoo langer.
Zal ook niet gebeuren. Heb nog maar
een klein beetje geduld; dan verdien ik
zooveel geld dat ik u ervan nog kan ge
ven!
Als je daar dan maar eens mee zou
willen beginnen!
Kom mij eens opzoeken op mijn ate
lier en bekijk de schilderijen eens, die ik
daar heb staan: een Noorsche fjord, een
Zweedsch sneeuwlandschap en een
Deensch strandgezicht: alles wat Scandi
navisch is, is nu immers in de mode.
Waarom begin je aan drie dingen té*-
gelijk; waarom maak je er niet eerst een
behoorlijk af?
Ja, kijk eens, vadertje, dat begrijpt u
niet, liet is nu eenmaal geen pillendraaien,
zei Otto met een air van meerderjarigheid
om te schilderen moet je in de stem
ming zijn en die heb je niet altijd voor
hetzelfde schilderij.
En vaak voor geen enkel, merkte Ga
bler met een venijnig lachje op.
Ook dat komt voor, gaf Otto onom
wonden toe, en bovendien moet ik mijn
geest af en toe opfrisschen, ik moet in
vroolijk gezelschap zijn, moet een schouw
burg of een concert bezoeken en zoo voort
Ja, beste vader, als u gewild had dat ik
kampjes thuis zou blijven zitten, dan had
u mij geen kunstenaar moeten laten wor
den.
Maar ik wil dat je een kunstenaar
wordt, dat is mijn vreugde en trots! riep
hij, terwijl zijn kleine oogjes schitterden,
daarvoorHij zweeg plotseling, maar
zijn zoon voltooide den zin; tr-. Daarvoor
schuift u af en toe ook al, "wilt u
ik weet ook wel dat er met u e
valt. Als men in goed gezelschap veit
kan men zich niet laten kennen.
Dat moet je ook niet, r°
oude Gablerzijn zwak voor zijn
zijn ijdelheid hadden het alweer
schraapzucht gewonnen.
Hoeveel moet je hebben!
Als u mij, toen ik nog J
vroeg, hoeveel worst ik 'J
altijd: Hoe meer hoe liever,
het daarop houden. «..u
Hoe meer hoe beter dus.
viel weer in den klaagtoon. -
als ik zou toegeven, zou ik al ia*
neerd zijn. ,g
Kom nou vader. TT
wel een oude kous met Sj-ld> a f
oom bijelkaar gegraaid hee
ven schatten moeten toen oo
daglicht zien, schertste Ol o.
tijd streek hij een lucifer aan o
kaarsen aan te steken, die op
wreven commode in blinken
koperen luchters stonden.
Wacht, ik r.«l u taMW
een van de kandelaars °Pne
Komt niets van m, je bbjft
bent, antwoordde Gabler, na
kandelaar uit de hand en &111® i
de aangrenzende kamer, w
deur zorgvuldig achter zie s
Otto moest inwendig lachen,
dige voorzorg. Ik wect Pjj®?
oude ijzeren kist van oomlief itu
die opengaat!.
'(Wordt
vervolg