VERMIST! De heeren v. Tol en Kuivenhoven repliceeren. De heer W i 1 m e r zegt, dat als va cant ie-toeslag een eisch van rechtvaardig heid was, deze moest worden ingewilligd in alle omstandigheden. Het is wensche- lijk, dat aan de arbeiders met lage loonen •en toeslag wordt gegeven, opdat zij be- Hoorlijk van hun vacantie kunnen genie ten. Dat is wenschelijk, als de toestanden het toelaten. Nu zijn de arbeidsvoorwaar den voor alle arbeiders verminderd, ter wijl die van de gemeente-werklieden de zelfde zijn gebleven. Nu is spr. het niet eens met de heer Eosman dat de ge meente geen voorbeeld heeft te geven. Doch de toestand der gemeentearbeiders is te gunstig en de omstandigheden der burgerij te ongunstig, om thans zulk een toeslag toe te staan. De heer Wilbrink vindt, dat de ar beiders er toe moeten worden opgevoed om iets weg te leggen voor iets extra. Maar dat gebeurt allerminst, als de ge meente zegt: wij zullen daar wel voor zor gen. De gemeente zorgt voor vacantie, la ten de arbeiders zelf ervoor zorgen dat zij die vacantie goed besteden. Wat de behandeling der kwestie in het G. O. betreft, is ook spr. van meening, dat eerst de raad zich moet uitspreken over de al of niet wenschelijkheid van de in voering van dien toeslag. De motie van den heer Vallentgoed in stemming gebracht, wordt verworpen met 19 tegen 11 stemmen. Voor stemden de S. D. A. P. en de heer Sytsma. Musis. 18o. Voorstel in zake de beëindiging van de ingebruikgeving van grond aan het Plantsoen aan de Vereeniging „Musis Sa crum", tevens preadvies op de desbetref fende motie van den heer Eikerbout. Bij dit punt komt in behandeling een verzoek van de heer Eikerbout, een motie van de heer Sytsma, beide om aanhou ding. Uit reverentie voor den heer Eikerbout stelt de V o o r z. voor, dit punt aan te houden. De heer Huurman kan zich daarmee niet vereenigen, daar de heer Eikerbout zich eens verklaard heeft met het prae- advies van B. en W. De heer v. Eek is het met den heer Huurman niet eens. Tenzij het dringende zaken betreft, is spr. van meening, dat men rekening moet houden met de afwe zigheid van den voorsteller zelf. De heer S y t s m a spreekt den wensch uit, dat B. en W. in dien tusschentijd ge volg geven aan de motie van spr. om eens overleg te plegen met het bestuur van Musis. De zaak wordt aangehouden. Schoolbezuiniging. 19o. Voorstel inzake het aanbrengen van verschillende veranderingen met betrekking tot het Openbaar Lager Onderwijs. Hierbij komt aan de orde het volgende voorstel van den heer Systsma: Ondergeteekende heeft de eer Uwen Baad in overweging te geven in de voorstellen aan het slot van het praeadvies onder No. 153 der „Ingekomen Stukken" van B. en W. de navolgende veranderingen aan te brengen: In punt II in plaats van „twee klassen" te lezen: „twee op elkaar volgende klas sen" en het cijfer 42 te veranderen in 36. Punt III te doen luiden: „Over te gaan tot het stichten van een openbare lagere school voor eindonderwijs in het Haag- wegkwartier en mitsdien te voldoen aan het verzoek van de bewoners uit de om geving van den Haagweg om aldaar een openbare lagere school te stichten". Verder komt in het begin vermelde adres ter sprake. De heer Sytsma spreekt er zijn te leurstelling over uit, dat de raadsleden zoo weinig tijd hebben gekregen om deze toch zoo belangrijke zaak te bestudeeren. Spr. had graag uitstel gevraagd, doch dat gaat thans moeilijk. Met punt I tot het opheffen van een openbare L. O. school gaat spr. noodgedwongen mee, doch niet met pimt II, wat betreft de onderwijzers bezuiniging. Twee klassen bij een nemen van 42 leerlingen is te veel en zeker, wan neer dat niet opeenvolgende klassen zijn. Spr. stelt dan ook als maximum 36 voor. Ten derde gaat spr. niet mee met het voorstel om niet over te gaan tot het stichten van een school aan den Haagweg Op het oogenblik maakt de openbare school een tijdperk van malaise mee, doch de tijden kunnen wel eens veranderen. Wanneer er eens meer propaganda ge maakt wordt voor de openbare school, zal deze wel weer gaan bloeien. Spr. doet een beroep op de gelijkstelling, om thans ook eens aan de voorstanders van de openb. school dit schoolgebouw aan den Haagweg te gunnen. De heer M e y n e n gaat met de voor stellen van B. en W. mee, welke hij pre fereert boven de voorstellen van het be stuur van Volksonderwijs. De voorstellen van B. en W. liggen buiten het kader van de onderwijs-pacifi- catie, zoodat men op dezo gelijkstelling geen beroep kan doen. Men maakt thans een algeheele frontverandering mee, ter wijl de openbare school achteruitgaat, gaat de bijz. school naar evenredigheid vooruit. Daarmee houdt verband de uit- huring aan boventallige onderwijzers. B. en W. hebben niet den weg gevolg, welke de plaatselijke schoolcommissie aangaf, n.l. opheffing ineens van een openbare school in September, doch zij hebben een veel gelijdelijker weg gekozen, welke ook spr. verkiest, daar men thans rustig den gang van zaken kan nagaan. Opheffing ineens van een school zou groote moei lijkheden met zich brengen, hetgeen spr. nader aantoont. Ook verwisseling van en kele localen tusschen eenige scholen, zoo als volksonderwijs wil, acht spr. niet aan te bevelen. Tegen samenvoeging van twee klassen onder één leerkracht ziet spr. geen bezwaar. Daaronder behoeft het on derwijs allerminst te lijden. Op twee scho len achter de Zijlsingel heeft men wel drie klassen gehad onder één leerkracht, wat heel goed ging. De heer Sytsma wil het leerlingen-maximum verlagen tot 36, doch dat acht spr. geenszins noodig. Voor een onderwijzer, die zijn klas beheerscht maakt het weinig uit of hij 16, 18 of 21 leerlingen voor zich heeft. Neemt men het voorstel-Sytsma aan, dan zou er al heel weinig financieel voordeel voor de ge meente uit de inkrimping ontstaan. Wat de school aan den Haagweg be treft, vindt spr. het verstandig eerst af te wachten of de voorgestelde verbinding met het Morschkwartier tot stand komt. In dat geval is een school aan den Haag weg omioodig. Spr. is het ten slotte eens met het voorstel om twee klasse van de Heerenstraat school over te brengen naar de Paul Krugerstraat. De heer Bosman juicht de voorge stelde bezuiniging toe. Wel heeft hij den tijd wel wat kort gevonden om zich te orienteeren. Het spijt spr. dat er geen overeenstemming is bereikt tusschen de plaatselijke schoolcommissie en de school commissie uit den raad, dat maakt het voor spreker niet gemakkelijk om te be sluiten, vooral daar er weinig cijfers ge geven worden. Het groote bezwaar tegen de voorstel len van B. en W. vindt spr. de samenvoe ging van verschillende klassen; dat ge looft spr. niet bevordelijk voor het on derwijs. Spr. zou er zich mee kunnen ver eenigen, als men brak met het systeem, om tweemaal in het jaar kinderen toe te laten. Dan kan men parallel-klassen vor men. Hij verzoekt den wethouder, dit idee eens te overwegen. Ook spr. meent, dat er aan den Haag weg geen behoefte is aan een Lagere school voor eindonderwijs, wel is er z.i. behoefte aan een U.L.O. school. Op de Christel, school aan het Noordeinde is wel 1/3 der leerlingen, dat er eigenlijk niet thuis hoort. De heer Verwey meent, dat het ad vies van de raadscommissie een compro mis is, waarbij hij zich tenslotte in de commissie heeft neergelegd. Zijn eigen meening is evenwel iets anders. Vooreerst heeft het spr. teleurgesteld, dat de orga nisaties van onderwijzers niet zijn ge hoord, terwijl ook spr. zich aansluit bij het verwijt, dat de voorbereidingstijd zoo kort geweest is. Spr. gaat daarop de ge schiedenis van deze bezuiniging na. De aanleiding was de hooge cijfers voor het openbaar onderwijs. Spr. verklaart dan dat de S. D. A. P. fractie eveneens van mee ning is, dat hier bezuinigd moet worden. Een andere kwestie is de manier waar op. Wie zich uitspreekt voor de pacifica- tie, heeft de consequenties daarvan te aanvaarden en de consequentie is thans: bezuining. Als middel wordt o. a. opge geven: opheffing ineens van twee scho len. Dat middel acht spr. te radicaal. Hoe wel spr. principieel tegenstander is van klassencombinatie, gaat hij desniettemin met het voorstel van B. en W. mee, ge dwongen door de overweging, dat het in de gegeven omstandigheden nog de beste oplossing is. Wat de opheffing der school aan den Haagweg betreft, blijft sur. van meening, dat deze school daar wel dege lijk op z'n plaats is. Er is daar behoefte aan, getuige de onderteekening van het adres der buurtbewoners, waaruit bleek, dat er niet minder dan 160 kinderen ge plaatst zouden worden. Spr. adviseert ten slotte aanneming van de voorstellen van B. en W. mits deze wijziging wordt aange bracht, dat de school aan de Haagweg alsnog gebouwd zal worden en dat het maximum aantal leerlingen in de gecom bineerde klassen verlaagd zal worden. Vervolgens stelt spr. ook nog deze restruc- tie voor, dat met het combineeren der klassen alleen dan begonnen zal worden, als er op een school meer dan één over- tallige onderwijzer is. De heer van E s verklaart op de eer ste plaats, dat het de rechterzijde niet te doen is om het openbaar onderwijs te nekken, zulks in verband met een uitdruk king van den heer Sytsma. Tegenover de verwachting van den heer Sytsma, gelooft %pr. dat do openbare school steeds ach teruit zal blijven gaan, omdat in die krin gen een steeds toenemend gebrek aan kinderen heerscht. Wat de Haagweg school betreft, meent ook spr. dat men eerst dient af te wachten of er een ver binding met het "Morschkwartier komt. Spr. bestrijdt de meening van den heer Bosman dat er een U.L.O. school noodig is. Dat er een derde van de leerlingen aan de Christel. School aan het Noord- einde is, dat er niet hoort, bewijst vol gens spr. niets. Tegen het combineeren van klassen heeft spr. geen bezwaar. De heer V e r w e y dient thans een voorstel in, om over te gaan tot bouwen van een school aan den Haagweg. Verder een voorstel om het maximum leerling-aantal te brengen op 36 en tot het combineeren niet over te gaan wanneer er niet meer dan één boventallige onder wijzer is. De heer W i 1 m e r constateert met vol doening, dat de voorstellen in de commis sie eenstemmig zijn aangenomen. Thans laat echter de heer Verwey een ander ge luid hooren dan in de commissie. Hij is op 3 punten afgeweken van zijn oorspronkelijke meening. Vooreerst: de restrictie om niet tot combineeren over te gaan dan wanneer er meer dan 1 over- tallige leerkracht is. Waarom die restric tie? De heer Verwey heeit geen enkel ar gument aangevoerd. Verder wil de heer Verwey het maxi mum verlagen, hoewel hij ook daarvoor weinig argumenten heeft gebruikt. Het derde voorstel, n.l. bouw van de school aan den Haagweg, begrijpt spr. heelemaal niet. B. en W. stellen voor: wacht nog even tot de verbinding tot stand komt. Wie kan daar iets tegen hebben. De toe stand kan zich daardoor totaal wijzigen. De heer Baart;, Wanneer komt die verbinding er? De heer Wilmer: Volgens B. en W. wordt daarmede alle spoed betracht. De heer Verwey heeft voor de verande ring van zijn zienswijze niet voldoende ar gumenten aangevoerd. De vergadering wordt daarop geschorst tot 's avonds. Avondzitting. Te kwart over 8 wordt de zitting her opend. Aan het woord is thans wethouder B e i- meringer, die een afwijkend standpunt inneemt in het college van B. en W. De achteruitgang van de openbare scholen was aanleiding tot de onderhavige voor stellen. Dat ouders, die niet-Christelijk zijn, hun kinderen zenden naar een Chris telijke school moet aansporing zijn voor de openbare school, om te maken dat het on derwijs daar evengoed is. Spr. brengt hul de aan den wethouder van onderwijs voor de onpartijdige wijze, waarop hij deze zaak heeft aangepakt en geleid. Leiden was vroeger bekend om zijn goed onderwijs Eén voorstel acht spreker in strijd met de belangen van het onderwijs en dat is de combinatie van twee klassen. Het betoog van den heer Meijnen heeft spr. niet ge heel overtuigd. Spr. vertrouwt echter, dat de wethouder van onderwijs, deze com binatie weer zal opheffen, zoodra hij be merkt, dat het onderwijs er door achteruit gaat. Wethouder T e p e keert zich evenals de heer v. Es tegen eenige uitdrukkingen van den heer Sijtsma, die sprak over het „nek ken" van het openbaar onderwijs. Het is menschelijk om na het sluiten van den vrede na te kaarten over de casus belli, doch laten wij humaan zijn nu de strijd om do school is uitgestreden. Do voorstellen van B. en W. geven totaal geen aanlei ding om te spreken van „nekken" of ach teruitstellen van het openbaar onderwijs. Er is slechts één motief bij B. en W. en dat is, dat de financiën der gemeente eon onderzoek van de middelen om bij onder wijs te bezuinigen alleszins wenschelijk maken. Den sprekers beantwoordend, zegt spr., dat de raadsstukken misschien eenige da gen eerder den raadsleden hadden kunnen bereiken, doch dat vindt zijn oorzaak hierin, dat de zaak pas voor kort tot rijp heid is kunnen worden gebracht. Omdat de toestanden bij het lager onderwijs aan allerlei schommelingen bloot staan, was hot wenschelijk dez3 voorstellen nas in de school vacantie ter sprake te brengen. De heer Verwey had liever overleg ge zien met de onderwijzers-organisaties. B. en W. zijn evenwel van meening geweest, dat het college voldoende adviseurs tot zijn beschikking had, nl. de commissie uit den raad, en de plaatselijke schoolcom missie, waarin ook onderwijzers vertegen woordigd zijn. Trouwens is deze zaak be handeld in den Bond van Nederl. Onder wijzers. Over de voorstellen zelf sprekend, constateert de wethouder, dat niemand ontkend heeft, dat bezuiniging noodig was met het oog op de gemeentefinanciën. Daartoe stonden twee wegen open, nl. op heffing in eens van een of meer scholen, en geleidelijke opheffing, waardoor ccmbi- neeren van klassen noodzakelijk werd. Dat combineeren is het groote struikelblok ge bleken bij deze debatten. Er bestaat groot verschil van gevoelen over deze dubbel- klassen onder de verschillende onderwijs- aptoriteiten, hetgeen spreker met citaten aantoont. Er zijn er zelfs, die er enthou siast over zijn. Spr. zal zelf geen stelling nemen, doch is van oordeel, dat de raad derhalve zonder al te groot gewetensbe zwaar tot het combineeren van klassen te besluiten. Wat het nalaten van de gele genheid betreft, om tweemaal in het jaar leerlingen aan te nemen, zegt spr., dat de ouders daarop zeer prijs stellen. Wanneer wij dat zonden doen, zou dat ook alweer geleidelijk moeten geschieden. Wij kunnen niet opeens alle September-scholen of alle Maart-scholen afschaffen. ETpr. wil de zaak langs geleidelijken weg wel eens overwo gen. Twee sprekers hebben amendementen ingediend, waardoor zij met de eene hand de bezuiniging wegnemen, welke zij met de andere hebben gegeven. De voorstellen- Sijtsma en Verwey zijn daarom voor spr. totaal onaannemelijk. Wil men het maxi mum op 36 stellen, dan kan men, slechts 1 overtollige onderwijzeres afdanken, an ders 7 d 8. De heer Verwey wil slechts dan combinatie toestaan, wanneer er meer dan één overtallige onderwijzer is. Spr. begrijpt de reden van deze beper king niet. Zit daar een principieele reden achter of wil de heer Verwey het doel wel, doch het middel niet? De heer Sijtsma wil het combineeren beperken tot twee opeen volgende klassen. Spreker is er niet bang voor, dat men de eerste in de zesde klasse zou willen combineeren, dat zou gekken werk zijn; doch men moet de gelegenheid openstellen om twee heele kleine klassen, die niet precies op elkaar volgen, te com bineeren. Overigens zal spreker zich tegen aanneming van dit gedeelte van het voor stel Sijtsma niet sterk verzetten. Spr. zet verder de geschiedenis van het plan voor een school aan den Haagweg uiteen. Oorspronkelijk waren B. en W. van plan om daar een school te stichten. Tege lijkertijd kwam bij B. en W. het plan op, om een verbinding met het Morschkwar tier tot stand te brengen. Het groote be zwaar om de slecht bevolkte openb. scho len in het Morsch-kwartier te bezoeken, is de slechte verbinding. Komt die verbinding er, dan vervalt dat bezwaar. Dan worden beide kwartieren één geheel en kan vol staan worden met de scholen in de Paul Ivrugerstraat. In dat verband heeft spr. erop aangedrongen om spoed te betrach ten met de verbinding. Het voorstel van B. en W. is dus niet: afwijzend beschikken, doch: even afwach ten totdat de verbinding er komt die verbinding tot .1 geval eerder, dan dat I' aan den Haagweg Haar a De heer S ij t j ra a retdrf' den. Hij heeft met „nekuS'^ dat dit nu direct zou t> vreest, dat wij dien weg i' meent, dat de gegrondheid 1 omtrent de late indiening i' wezen is door de debatten leen do hoeren Meijnen bleken op de hoogte. Snr i, dat verlaging van het loérliaZ zoo grooten invloed on de h. I" hebben. Verder tollen hier financiën mee, maar ook de Ui1* het onderwijs. Wat het comb^ klassen betreft, handhaaft ning. Over zijn voorstel omtrap wegschool, zegt spreker, dat h zijn voorstel in to trekken, al8 hif? kering krijgt, dat de IJv er komt in de lente van het vnl In verband met het voorn!' dat slechts spreekt van een acl, jneer aan den Haagweg, ten? Sijtsma een school voor wenschte, trekt de heer Sijtsmf" deelte van zijn voorstel in, alduj "VV. overlatend om de zaak nJ' digheden te regelen. 1 De heer M e ij n e n verdedk. de voorstellen van B. en IV. i? maximum verlaagd wordt, blijft^ bezuinigingen zoo goed als nit Spr. begrijpt het logisch verband schen de noodzaak van hpynimm' stellen van die eisrhen, Yerwey doet. Dat neemt het Jaa(5.", bezuiniging, weg. Overigens merkt spr. op, dat er f tijd gelegenheid moet rijn tusseh- wethouder en het hoofd, der school' overleggen over het. combineeren ri sen. Waarom te willen -1' klassen steeds op elkaar moeien r Wat het bezoeken van niel-Ccr^ leerlingen van een Christelijke treft, merkt spreker op, da! dit rj wijls voorkomt. Men magitrriM ouders in deze niet aan baén ki-> De heer Verwey ze^di! bijtij opinie veranderd is sedert kimd* van de commissie van onleuk», zich bij het combineeren over de wijze van combineeten1$, sproken, daartoe was geen gt meer. Thans heeft spr. de gelegn", had om daarop in details in te git- neer de combinatie niet op de jéni wordt uitgevoerd, dan krijgt het wijs een gevoelige knauw, 8pr. h nagaan, wat de invloed na nji voo: len zal zijn op de gemeentóatóim bezuiniging ten koste Ta het otót wil hij niet. Verder meent spr. dat het in. deu V\ de pacificatie ligt, dat de gemeen' openbare school moet stichten, a\tt groot gedeelte der ingezeten?: wenscht. De gemeente moet ookt ken tót den bouw van een Chtiiitl# in het Morschkwartier, aïïe^.vrA wettelijk bepaalde aantal piffl wenscht, en daarmee wordt ook D wacht op de verbinding. .Spr. blijft het betreuren, dat er overleg' is gepleegd met 'de onderv. Georganiseerd overleg verkrijgt oveti gerrecht, belanghebbenden moetent gehoord. De reden, waarom spr. voorsteltlï combina tie over te gaan wanneer en één overtollige onderwijzer is, is (fo spr. in principe een felle tegensta van combinatie. Alleen om erger komen, wil spreker erin toestemHty, het maar niet te erg wordt. Wotdn amendementen niet aangenomen ii' hij stemmen tegen de voorstellen en W. Spreker iB vóór bezuiniging, na dat inhoudt dat men daarmee hel1 baar onderwijs gaat begraven, dut* er niet aan meewerken. De heer v. E s gelooft, dat h Sijtsma bang is voor wraak n' r: standers van het bijz. ondemj* V'™ zal er zich nooit toe leenen, 61 Veto baar onderwijs achter te st& keert ook spr. zich tegen van het maximum, waan/ft"'/8 J110^0 lieid van verschillende p.^inaties te vervallen. Het verwal spreker de heer Verwey thans/«'n tot**® geluid laat hooren als id deed in. e missie. Hij had alle glegenheid o FEUILLETON. Naar het Duitsch van J. ABNEFELDT, Vertaald door Jac van Emden. 20) Nu, stelt u hem dat eens voor en wacht eens af, wat hij ervan zegt, ant woordde de oude vrouw. Ik brand mijn vingers niet meer, hij heeft me al genoeg afgesnauwd, toen ik er een woordje over liet vallen stil, daar komt hij aan; laat het niet. merken, dat ik er met u over gesproken heb. Ze liep door een andere deur haastig de kamer uit. Otto bleef in een zeer onbehaaglijke stemming achter. Aurelia had goed gera den, dat hij alleen was gekomen omdat hij geld noodig had. Alleen had ze er geen idee vanen haar vader nog minder... tot wat voor een bedrag zijn schulden wa ren opgeloopen. Toch was hij gekomen met de bedoeling zijn vader eerlijk alles op te biechten en den belofte af te leg gen, dat hij van nu af aan solide en zui nig zou leven, een belofte waarmee het hem op dat oogenblik inderdaar ernst was Overigens hield hij zijn vader na de er fenis van zijn oudoom voor heel rijk en schreef hij het slechts aan een gril en aan schrielheid too, dat Giibler in het oude huis op het Nicolaikirchhof bleef wonen. Wat hij van zijn zuster en de oude Lore had gehoord, had hem tot de overtuiging gebracht dat het oogenblik voor een be kentenis als de zijne al heel slecht geko zen was. Ik zal het wel tot een beter moment moeten uitstellen om met de heele ge schiedenis voor den dag te komen, als ik er wat wil uitslaan, zuchtte hij. Mis schien is de stemming over een paar dagen wat beter. Nu de oude half -ziek schijnt te zijn, moet ik hem niet prikkelen. Gabler kwam binnen. Hij was blijkbaar uit geweest, want zjjn kleeren waren nat van de regen. Zoo, ben je er nog, zei bij, zijn zoon verstrooid aankijkend. Ik wikle niet weggaan zonder u even goedendag te zeggen, antwoordde Otto. Toen zijn vader hem geen antwoord gaf, maar alleen fijntjes glimlachte, ging hij voort: U bent zonder overjas in den regen uit geweest; dat had u toch niet moeten doen, u moet werkelijk meer op uw ge zondheid letten. Nu begon Gabler harop te lachen en hij zei op veel vriendelijker toon: Wat haal je je nu in je hoofd, jongen; ga je je nu bezorgd maken om mijn ge zondheid? Dat heb je vroeger toch ook nooit gedaan? Maar ik vind het toch aar dig van je. U ziet er werkelijk betrokken nit, voelt u zich niet goed? begon Otto voorzichtig, maar zijn vader bulderde nu onmiddellijk: Nonsens, ik ben zoo gezond als een visch, haal je geen muizenissen in het hoofd; die oude Lore is natuurlijk aan het kletsen geweest O neen, vader, maar ba Zwijg maar, ik ;weet het bestt viel Gabler hem in de rede, dat mensch heeft zich in haar hoofd gehaald dat ik ziek ben, omdat ik een paar maal haar eten heb laten staan, toen het niet goed klaargemaakt, was. En omdat ik op een nacht ben opgestaan om een klapperende deur dicht te maken, ben ik opeens een slaapwandelaar geworden. Maar vader Maar nu stampvoette Gabler en zei: Zwijg zeg ik je, wil er niets over hooren, evenmin als over Forberg. Onthoud, dat nu maar eens en vooral: over die twee dingen wordt in mijn huis niet gesproken. Goed, dan zullen we tot een ander onderwerp overgaan, dat u hopelijk aan genamer zal zijn, zei Otto, die besloten had, de koe nu maar bij de horens te vat ten. Ik heb geld noodig, vader! Had ik het niet gedacht! Ik heb al lang afgewacht, of je er mee voor den dag zou komen; een lange inleiding heb je er vandaag niet bij gemaakt, moet ik zeggen. Otto kon niet uitmaken, of zijn vader in scherts sprak of boos was. Waarom zou ik? U weet toch dadelijk waar ik naar toe wil. En je vindt zeker dat de vTaag, waar je al dat geld laat, ook wel achterwege kan blijven, bromde Gabler. Zeer juist, dat heeft inderda-ad geen zin, antwoordde de zoon met onverstoor bare kalmte; het leven is duur en veel geld krijg ik van u niet, vader. O, dank je! Ik kan je wel zeggen, dat ik zelf en Aurelia die toch voor haar snorrepijperijen aardig wat aan kan en de heele huishouding in een maand niet half zooveel verbruiken als jij, Otto; dat kan niet zoo langer. Zal ook niet gebeuren. Heb nog maar een klein beetje geduld; dan verdien ik zooveel geld dat ik u ervan nog kan ge ven! Als je daar dan maar eens mee zou willen beginnen! Kom mij eens opzoeken op mijn ate lier en bekijk de schilderijen eens, die ik daar heb staan: een Noorsche fjord, een Zweedsch sneeuwlandschap en een Deensch strandgezicht: alles wat Scandi navisch is, is nu immers in de mode. Waarom begin je aan drie dingen té*- gelijk; waarom maak je er niet eerst een behoorlijk af? Ja, kijk eens, vadertje, dat begrijpt u niet, liet is nu eenmaal geen pillendraaien, zei Otto met een air van meerderjarigheid om te schilderen moet je in de stem ming zijn en die heb je niet altijd voor hetzelfde schilderij. En vaak voor geen enkel, merkte Ga bler met een venijnig lachje op. Ook dat komt voor, gaf Otto onom wonden toe, en bovendien moet ik mijn geest af en toe opfrisschen, ik moet in vroolijk gezelschap zijn, moet een schouw burg of een concert bezoeken en zoo voort Ja, beste vader, als u gewild had dat ik kampjes thuis zou blijven zitten, dan had u mij geen kunstenaar moeten laten wor den. Maar ik wil dat je een kunstenaar wordt, dat is mijn vreugde en trots! riep hij, terwijl zijn kleine oogjes schitterden, daarvoorHij zweeg plotseling, maar zijn zoon voltooide den zin; tr-. Daarvoor schuift u af en toe ook al, "wilt u ik weet ook wel dat er met u e valt. Als men in goed gezelschap veit kan men zich niet laten kennen. Dat moet je ook niet, r° oude Gablerzijn zwak voor zijn zijn ijdelheid hadden het alweer schraapzucht gewonnen. Hoeveel moet je hebben! Als u mij, toen ik nog J vroeg, hoeveel worst ik 'J altijd: Hoe meer hoe liever, het daarop houden. «..u Hoe meer hoe beter dus. viel weer in den klaagtoon. - als ik zou toegeven, zou ik al ia* neerd zijn. ,g Kom nou vader. TT wel een oude kous met Sj-ld> a f oom bijelkaar gegraaid hee ven schatten moeten toen oo daglicht zien, schertste Ol o. tijd streek hij een lucifer aan o kaarsen aan te steken, die op wreven commode in blinken koperen luchters stonden. Wacht, ik r.«l u taMW een van de kandelaars °Pne Komt niets van m, je bbjft bent, antwoordde Gabler, na kandelaar uit de hand en &111® i de aangrenzende kamer, w deur zorgvuldig achter zie s Otto moest inwendig lachen, dige voorzorg. Ik wect Pjj®? oude ijzeren kist van oomlief itu die opengaat!. '(Wordt vervolg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 10