binnenland. vermist! tweede blad DE LEIDSCHE COURANT MAANDAG 30 JULI 1928 WINKELSLUITING laatste advies middenstands- raad. pleidooi voor automaten. Geen uitzonderingen voor tentoonstellingen. De Middenstandsraad heeft op diens verzoek aan den minister van Arbeid, Han del en Nijverheid d.d. 28 Januari 1928 ad vies uitgebracht over het gewijzigd ont werp van wet tot regeling der winkelslui ting In verband met het vertrouwelijke karakter, is het advies eerst thans open baar gemaakt. In de eerste plaats wenscht de Baad m het advies zijn erkentelijkheid uit te spre ken dat blijkens vele in het ontwerp over eenkomstig zijn beschouwingen aange brachte wijzigingen volle aandacht aan zijn advies geschonken is en hij ook thans ge legenheid ontving tot verdere opmerkin gen alvorens de fedactie van het ontwerp definitief wordt vastgesteld. Waar het klaarblijkelijk de bedoeling van den minister was, dat deze opmerkin gen slechts de techniek van het ontwerp zullen betreffen, zal derhalve niet in prin- cipeele beschouwingen worden getreden. Hiermede rekening houdende zal de Raad zich derhalve niet verdiepen in de vraag, of de economische toestand van het winkelbedrijf zooals die thans is en zich voor dea eerstvolgenden tijd laat aanzien, zoodanig i*, dat het aanbeveling verdient nu een wettelijke regeling voor winkelslui ting te treffen. Evenmin zal de Raad een herhaling leveren van zijn betoog, of, en in dien niet, waarom er geen reden is tot het maken van uitzonderingen op de winkel sluiting voor enkele feestdagen, zoo deze op Zondag vallen. Ten aanzien van dit punt merkt de Raad alleen op, dat, waar in af wijking van zijn advies zelfs op een zoo hoogen feestdag als 25 December de win kels geopend zullen mogen zijn, zoo deze dag op Zondag valt, hij niet vermag in te zien, waarom de aanvankelijk voor 5 De cember gemaakte uitzondering thans wordt ingetrokken. Om dezelfde reden wijst de Raad er op, dat, waar eveneens in afwij king van zijn advies uitzonderingen op de algemeene regeling van Zondagssluiting voor banketwinkels e. d. worden toege staan, hij bezwaarlijk kan begrijpen, waar om voor fruitwinkels, vischwinkels en soortgelijke bedrijven de Zondagssluiting wel moet gelden. Enkele leden van den Raad stonden met het oog op het Jeit, dat uitzonderingen op de Zondagssluiting noo- dig zijn, welke uitzonderingen tot tal van onbillijkheden aanleiding zullen geven, zoo diè niet tot verdere bedrijven worden uit gebreid, wat weer nieuwe verwikkelingen tot gevolg heeft, er zelfs op, dat de Zon dagssluiting geheel uit de regeling wordt gelicht en derhalve slechts bepalingen ten aanzien der avondsluiting zullen worden getroffen. De artikelen van het ontwerp afzonder lijk geven den Raad o.m. tot de volgende opmerkingen aanleiding. Uitzonderingen op de wet in het algemeen (art. 3. De Raad beveelt aan achter „benzine" toe te voegen „en motorolie", zoodat dus ook voor deze waar de bepalingen ten aan zien van de winkelsluitihg niet komen te geiden. Uitzonderingen op de Zondags- algemeen (art. 3). De Raad vraagt zich af, of het werkelijk s Ministers bedoeling is, dat op 25 en 31 December banketwinkels e. d. tot 10 uur 's avonds geopend zullen mogen zijn, in dien deze dagen op Zondag vallen. Het ar tikel bepaalt zulks door in het eerste lid sub a ten aanzien van deze winkels de Zondagssluiting niet van toepassing te verklaren en door in het tweede lid sub d ook uitzondering op 'de avondsluiting toe te staan. Automaten toelaatbaar (art. 8). Blijkens de Memorie van Toelichting is het de bedoeling, dat in de uren, waarop de winkels gesloten moeten zijn, ook geen verkoop in automaten zal toegestaan zijn. De Raad is van meening, dat deze verkoop toegelaten zou kunnen worden. Een dien overeenkomstige regeling in Zweden en Denemarken beantwoordt aldaar, naar de Raad vernam, aan de wenschen zoowel van de winkeliers als van het publiek. Eenige arbeid op Zondag of in de late avonduren wordt dusdoende noch van den winkelier noch van zijn personeel gevergd, terwijl het publiek, dat wenscht te koopen, ge baat wordt. Bij aanmaak van automaten in groote hoeveelheid, wordt de kostprijs dermate dat aanschaffing ook voor den kleinen winkelier voordeel zal opleveren; vrijwel ieder winkelier,, die zulks wenscht, zal zich een automaat kunnen aanschaffen. Onbillijke concurrentie door den grootwin kelier ten nadeele van den kleinen man ontstaat bijgevolg niet, indien het verbod om in automaten te verkoopen vei valt. Blijft dit verbod behouden, dan doet zich ook de moeilijkheid voor, dat de automaat telkens buiten werking moet worden ge steld. Op te merken is voorts, dat terwijl op Zondag een chocoladewinkel vier uur geopend kan zijn, verkoop van chocolade in automaten ook gedurende die vier uren verboden is, wat toch niet de bedoeling zijn mag. Ontheffing voor tentoonstellingen, fancy-fairs e.d. (art. 9). De Raad betreurt, dat de bevoegdheid aan B. en W. verleend, om voor tentoon stellingen, fancy-fairs e. d. ontheffing te verleenen van de verbodsbepalingen, niet beperkt is tot tentoonstellingen e.d. met weldadig doel. Het komt den Raad niet billijk voor, dat zooals in de practijk zal voorkomen op een tentoonstelling win kels maandenlang 's avonds geopend zijn, terwijl soortgelijke winkels in de stad zul len moeten sluiten. HET PARTIJPROGRAM. De R. K. Alg. Middenstandsbedrijfsraad. wordt gewenscht. De vorige maand hield de R. K. Alge meene Middenstandsbedrijfsraad een ver gadering, waarop o.m. werden besproken de praeadviezen aan de jongste Partij raadsvergadering der Staatspartij uitge bracht. Als resultaat van die besprekingen werd aan het Bestuur der Staatspartij na volgend adres verzonden: De laatste op 20 Juni 1928 gehouden al gemeene vergadering van den R. K. Alg. Middenstandsbedrijfsraad, waarop aanwe zig de werkgevers- en werknemersvertegen woordigers van alle aangesloten bedrijfs- raderi, heeft aan de hand van de bekende aan den Partijraad uitgebrachte vier prae adviezen breedvoerig en met den ernst welke deze materie verdient, gesproken over de taak voor den wetgever in den te- genwoordigen tijd weggelegd ten aanzien van de verhouding tusschen werkgever en werknemer. De algemeene vergadering bleek van ge voelen, dat in de eerste praeadviezen een basis kan worden gevonden, waarop een vorm van bedrijfsorganisatie ware op te bouwen. Zij schonk verder o.m. aandacht aan hetgeen in het Katholiek Staatspro- gram van 1922 onder VII sub 5 als wen- schelijk wordt uitgesproken, dat n.l. de Wet in aansluiting aan art. 194bis- der Grondwet de gelegenheid scheppe, dat bij het bedrijfsleven belanghebbende groepen hare verhoudingen zelf regelen, die rege lingen, alsmede de onmisbare wettelijke regelingen zelf uitvoeren of aan de uitvoe ring deelnemen, en deelnemen aan de be rechting der daaruit gerezen geschillen. - Met algemeene stemmen werd door de vergadering aan ons Bestuur opdracht ge geven Uw College dringend te verzoeken om ter uitvoering van hetgeen in het zoo juist aangehaalde gedeelte van het Program van 1922 bepaald is in het pro gram voor de komende legislatieve periode en ter practische toepassing in dat tijd vak, op te nemen: de stichting van paritetisch samenge stelde bedrijfsorganen op wettelijken grondslag in de bedrijven, die daar voor in aanmerking komen, aan welke organen worde toegekend adviseeren- de, uitvoerende en rechtsprekende be voegdheid. Een nadere concrete formulecring van onze gedachte mcenen wij te mogen over laten aan uw Bestuur. Terwijl wij dit verzoek van den R. K. Algemeenen Middenstandsbedrijfsraad in uwe bijzondere aandacht aanbevelen, ver blijven wij inmiddels- enz. RECHT VOOR DEN AMBTENAAR. Een wetsontwerp ingediend. De burgerlijke rechter uitgesloten. Een wetsontwerp is ingediend tot rege ling van den rechtstoestand van ambtena ren. Aan de zeer uitvoerige memorie van toe lichting is het volgende ontleend: Eenerzijds schept het ontwerp de gele genheid alle ambtenarenzaken voor een specialen rechter te brengen; anderzijds regelt het de rechtspraak van dien rechter als een publiekrechterlijke. Zoo vaak een ambtenaar meent, dat een te zijnen aanzien genomen besluit, ver richte handeling of uitgesproken weigering strijdt met do ter zake toepasselijke wet telijke voorschriften, zal hij zich tot den ambtenarenrechter kunnen wc- en. In be ginsel staat steeds beroep op dien rechter open. De burgerlijke rechter wordt intusschen alleen uitgeschakeld, voor zoover de con flicten ambtenaren in publiekrechtelijke dienstbetrekking betreffen. Alle personen, wier relatie tot den Staat of een openbaar lichaam door de bepaling omtrent het ar beidscontract in het B. W. beheerscht wordt, blijven aan de rechtsmacht van den burgerlijken rechter onderworpen. In één opzicht is de rechtsmacht van den nieuwen ambtenaren-rechter beperkt. Reeds hebben de onderscheiden Pensioenwetten de rechtspraak in pensioenzaken geregeld. Voor zoover in deze geschillen een beroep op den rechter is toegelaten, wordt het voor den Centralen Raacl van Beroep ge bracht. Van de kennisneming van deze kwesties dient de nieuwe rechter zich der halve te onthouden. Ten behoeve van de rechtspraak in amb tenarenzaken maakt het ontwerp van de diensten van de Raden van Beroep en den Centralen Baad gebruik. Aan den laatsten Raad wordt eenvoudig de rechtspraak in hooger of eenig beroep opgedragen. Als in eersten aanleg oordeelende rechters schept het ontwerp de Ambtenarengerechten, die, overigens met de aangevoerde Raden van Beroep identiek, ten aanzien van de met den voorzitter in het gerecht zitting heb bende leden op andere wijze dan deze Ra den zijn samengesteld. Zij, die actief déel- nemen aan of die in dienst zijn van de ambtenarenbeweging, kunnen geen lid zijn. In het belang van de overheid zoowel als van den ambtenaar zelf dient er voor ge waakt te worden dat van den ambtenaar niet de geheele bezoldiging of het geheele pensioen executeeren. Daarom regelt het ontwerp de inhouding, het beslag en de korting op bezoldigingen en pensioenen. Inhouding van bezoldiging of pensioen kan alleen geschieden ten bate van open bare lichamen. Het ontwerp verklaard voorts inhouding altijd geoorloofd, als het tot betaling van bezoldiging of pensioen gehouden openbaar lichaam zelf een vorde ring op den ambtenaar of gewezen ambte naar heeft. Inhouding ten behoeve van een ander openbaar lichaam moet steeds op uitdrukkelijke wetsbepaling berusten. Dat op de militairen de bepalingen om trent de ambtenarenrechtspraak niet toe passelijk kunnen zijn, ligt in de rede. BENOEMING LID TWEEDE KAMER. Mevr. v. Itallie-v. Embden. Bij besluit van den wnd. Voorzitter van het Centraal Stembureau is benoemd ver- kir ard tot lid van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, in de plaats van inr. S. J. L. van Aalten (V.-D.), die is overleden: mevrouw H. W. B. van Itallie, geboren v. Embden, te Leiden. uit de radio-wereld. Programma's voor Dinsdag 31 Juli. Hilversum, 1060 M. 12.302.00 Lunchmuziek door het Trio Groeneveld. 6.007.45 Dinerconcert door het omroep orkest onder leiding van Nico Treep. An nette Gardenier, zang. 8.0010.30 Concert door de Kon. Mil. Kapel (Grenadiers en Jagers, den Haag), onder leiding van le luit. Kapelmeester G. L. Boer. In de pauze Hongaarsche muziek op gramofoonplaten. 10.30 Persberichten. Huizen, 340.9 M N a 0 u u r 1S70 M. (Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen). 12.301.30 Lunchmuziek door het Trio „Winkels'. 6.00—7.00 Dinermuziek. Gramofoonplaten 7.458.15 Spr.: H. Vullinghs, rector te Haelen, namens de Ned. St. Gregorius- vereeniging: De zangmethode Ward. 8.15 K.R.O. Uitz. v. d. Joodscho Ver. „Betsalel", te A'dam. Orkest v. h. strijkje A.G.V. o. 1 v. den heer Frank. Kinder koor „Dc Joodsche Stem", o. L v. J. Hamel. Mej. H. Kruykemaker, piano. Abereantor I. E. Marokko. Spr. Dr. M. dc Hond: De Joodsche binnenkamer. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 10.50 Nieuwsberichten. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert (sopraan, bariton, viool). I.202 20 Orkestconcert. 4.20 Orkestconcert. 5.2C Lezing. 5.35 Kinderuurtjo. 6.20 Gramofoonmuziek. G.50 Nieuwsberichten. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Lezing. 7.35 Pianosonaten van Scarlatti. 7.45 Lezing: Etchings and drawings. 8.05 Variété en een schets. Dans-orkest en solisten. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezing: Avebury. 9.50 N ieuwsberichten. 9 55 Kamermuziek. Het Intime Trio (viool, cello, piano). II.0512.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i b", 1750 M. 12.50—2.10 Orkestconcert. Werken van Ganne en St. Saëns. 4.05—5.05 Trio-concert (piano, viool, cello). 9.0511.20 „Hamlet", van Thomas Langenberg, 469 M. 1.252.50 Orkestconcert. 6.20—7.15 Concert „Rozentijd". H. Munk, liedjes bij de luit, Isegliokapel. 8.35 Concert. Mannenkwartet „1896". M. G. V. „Concordia". M. G. V. „Eintracht". Kapel van het bereden Rijksweercorpa 15e Rogt. 11.00 Sluiten. Königswustcrhausen 1250 M. (Zeesen). 12.20—5 20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.50 Engelsche liederen. Daarna concert door het omroep-orkest. Schubert, Haydn, Wolf en Krenek. Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert. C.20 Walsconcert. 8.20 liet Russische Kleinkunst-Tooneel. Orkest en solisten. Daarna tot 11.20 Dans muziek en cabaret. 0MR0EP-0NTWIKKELING. In Radio-Expres lezen wij een artikel over do vraag: Wat hebben wij op omroepgebied te ver wachten van heruitzending der program ma's van het eene station ook door andere De technici van den omroep in de ver schillende landen schijnen daar algemeen nogal warm voor te loopen. We hebben pogingen meegemaakt om draadloos opge vangen programma's* uit Amerika en Australië hier in Europa door te geven; er zijn nationale avonden geweest, waarop het hoofdprogramma van één bepaald land heruitgezonden word door stations in an dere landen; ook hebben we proeven ge had met lijnoverbrengingen, waarbij Da ventry, Berlijn en Zeesen gelijktijdig een tc Frankfurt gespeelde opera weergaven; in Duitschland zien we verschillende zen ders vrij geregeld eenzelfde programme ge- 'wij noemen die voorbeelden niel omdat we dat allemaal gelijkwaardige gevallen vindon, maar eerder omdat zij nantoonen, dat bij heruitzendingen zeer uiteenloopen- de doeleinden kunnen voorzitten. In verband met de toenemende moeilijk, heid om voor het groot aantal omroepz.cn- ders golflengten te vinden, waarbij zij elkaar niet al te zeer storen, lijkt het een logisch beginsel, dat in het algemeen voor één programma niet méér dan één golfleng te wordt bezet. Als het niet do moeite waard is, door een station een eigen pro gramma te laten uitzenden, dan lijkt het ook niet de moeite waard, er een afzon derlijke golflengte voor op te offeren. Dit principe komt in botsing met do in Duitschland en Engeland heerschcnde op vatting. dat radiouitzendingen geschoeid moeten zijn op een leest, welke passend is voor den man met een kristelontvangertje. Die opvatting brengt mee, dat men een massa plaatselijke zenders noodig heeft, waarvoor het inderdaad niet zou loonen. ze alle oen volledig eigen programma te la ten geven. Het is misschien niet onaardig, er eens op to wijzen, hoe in ons land eigenlijk do radiocentrales voorzien in de behoeften, waarvoor men in het buitenland tal van zendcentra onderhoudt met hun kristalaon- hang. Geheel dezelfde rol kunnen do.radio- centrales niet vervullen, maar vergelijk baar is hun rol toch wel. En in verband met de sterke bezitting van den aether i» de radioccntrale een in vele opzichten meer verkieselijke oplossing, als do aangeslote nen maar mede bijdragen tot het onder houd van den omroep. Het buitenland heeft echter de radiodistributie, zooals wij die kennen, niet gewild. Gelukkig begint evenwel toch moer en meer het inzicht te rijpen, dat in het prin cipe: voor één programma ook maar één golflengte, een dwingende logica zit. Do buitenlandscho technici hopen daartoe te geraken door hetgeen do Duitschers den Gleichwellenrundfunk noemen. In dit sys teem moeten do plaatselijke zenders, die als regel alleen maar een programma van een hoofdzender mede uitzenden, allen op eenzelfde golflengte werken, voor zoo verre zij hetzelfde programma geven. Er zijn technische moeilijkheden aan verbonden, maar die schijnen voor het grootsto deel te zijn opgelost. Ook in Engeland zijn de toekomstplannen op dit stelsel gebouwd. Men wil daar komen tot een beperkt aan tal sterke districtzenders (als klein-Da- ventry), elk omringd door een krans van plaatselijke zenders voor de kristalmen- schen, waarbij al de tot één krans bohoo- rende zenders' op gelijke golflengte zoudon komen. Op die manier zou men do luis teraars beter bedienen met geringer aan tal golflengten. In dit systeem is natuurlijk de lijnver binding van een aantal zenders met één centrale klankzaal een hoogst gewichtig element. En met zulk een systeem van her uitzending of gelijktijdige uitzending kan o.i. ieder wel tevreden zijn. Dit is overigens bij verre na niet de eenige vorm van heruitzending, welke toe komst schijnt te hebben. De verder rei kende proeven met internationale pro gramma-uitwisseling hebben ook wel dege lijk een achtergrond, al zal die internatio nale uitwisseling altijd wel meer het karak ter behouden van een extra'tje. Ook hier bij is meer aan verre lijnovordrachten te denken dan aan heruitzending van het draadloos opgevangene. Bij dat laatste is wegens luchtstoringen e.d. te veel onze kers. Maar tusschen Warschau en Weenen bijv., verbonden door 800 K.M. luchtlijn, heeft al vrij geregeld uitwisseling van be langrijke programma-evenementen plaats. De toestand der telefoonlijnen daar in Oost-Europa schijnt heel gunstig te zijn, zoodat een oorgetuige ons verzekerde, dat op een dergelijke, door hem bijgewoonde proef werkelijk geen vlekje kleefde. Voor de beroemde Wecnsche staats- opera is al overwogen, of deze niet weer aan steviger economische grondvesten, ware te helpen door in het groot aanslui tingen naar radiostations in het buiton land te exploiteeren. Dat is een interessant, gezichtspunt, dat door de ontwikkeling der internationale omroeptechniek wordt geopend. FEUILL ETON. Naar het Duitscli van J. ABNEFELDT Vertaald door Ju van Emden. De discussie duurde nog voort toen Gus- taaf Forberg het kantoor binnen kwam. o r de torberg, fluisterde Schmidt. Een plotseling stilte trad in, alle blikken wendden zich met een niet be paald welwillende nieuwsgierigheid naar den jongen man. Het scheen Gustaaf een verlossing toen de oude kassier, die hem als kind al gekend had, met uitgestrekte armen op hem toekwam en hem toe voegde Beste Gustaaf, ik bedoel mijnheer Forberg, bent u daar! Hebt u bericht van uw vader? Neen, meneer Kummer, antwoordde Forberg, de hand van den ouden man grij pend en die krachtig drukkend, ik kom juist informeeren, of u hier iets naders weet. We hebben helaas niets van hem ge hoord, en Kummer barstte in tranen uit. Maar u u gelooft toch niet. Ik zou eerder aan mijzelf twijfelen, dan aan uw vader, viel Kummer hem inde Tede- IT n*et meer 'fc leven, anders zou hij hier zijn. Dat zegt moeder ook! antwoorde de jonge man diep ontroerd, en ik vrees dat de arme vrouw het niet overleeft. Maar we mogen niet dadelijk het ergste vreezen. Kan ik de heeren Graupner Bpre- ken? Ik zal u bij ze brengen. Kummer ging met hem naar het privé-kantoor. Hoe denken de heeren Graupnor er over? vroeg Gustaaf aan zijn geleider. Kummer bleef het antwoord op deze vraag schuldig en opende na even geklopt te hebben de deur van het privé-kantoor. De jonge Forberg, kondigde hij aan. Beide patroons haden den zoon van hun banklooper vroeger wel bij hun vaders thuis gezien, maar sedert jaren was ieder contact tusschen hen verbroken. De ontvangst, welke den jongen man ten deel viel, was zóó ijskoud, dat het niet moeilijk was te concludeeren, dat de beide heeren tegenover zijn vader en misschien ook tegenover hem de somberste verden king koesterden. Al was het geldelijk ver lies aanzienlijk, toch zou dit bij him in de millioenen loopend vermogen niet zulk een gewicht in de schaal hebben gelegd, dat zij daardoor het medelijden zouden vergeten, indien zij geloofd hadden, dat de banklooper een ongeluk overkomen was. U vindt ons in de grootste opwinding meneer, begon Julius Graupner. Uw vader is met een belangrijk be drag niet teruggekomen; afgezien van het verlies, had onze naam gevaar kunnen loopen. Het was zeker niet zijn schuld, ant woorde Gustaaf, zich met moeite beheer- schend. Julius Graupner haalde de schouders op en zijn neef voegde erbij: Hoe ver klaart u het gebeurde dan, meneer? Ik denk, dat mijn vader een ongeluk overkomen is, of dat hij het slachtoffer van een misdaad geworden is. Gelooft u, dat vader zich in de een of andere obscure gelegenheid heeft laten lokken? vroeg Graupner. Neen, was het antwoord, dat zonder aarzelen gegeven werd, in zulke lokalen zou mijn vader nooit binnengaan en ze ker niet, wanneer hij geld van anderen bij zich had. Maar alleen wanneer men dit aan neemt, is het mogelijk, dat er van een mis daad sprake is, vervolgde dc ander met onbarmhartige logica. U zult moeten toegeven, dat men in Berlijn niet iemand op klaarlichten dag in een drukke straat aanvallen en berooven kan, bovendien zijn alle verdachte plaatsen doorzocht, dus als u niet wilt aannemen, dat hij de hand aan zich zelf geslagen O neen, dat zou mijn vader nooit ge daan hebben en bovendiendan zou hij uw geld toch niet meegenomen hebben! Volkomen juist ;u ziet dus zelf, er rest maar één veronderstelling: uw vader is er van door. Om u van uw eigendom te berooven viel Forberg hem verontwaardigd in de rede. U zegt het, antwoorde Eduard Graup ner op ijskouden toon. En u denkt het! U legt mij met ge raffineerde wreedheid deze woorden in den mond! riep Gustaaf Forberg, trillend van smart eq verontwaardiging. U beschuldigt een man, die u en uw vaders jarenlang trouw en eerlijk gediend heeft, van de brutaalste schending van ver trouwen, van den meest onteerenden dief stal, zonder daarvoor ook maar eenig hou vast te hebben! Mijn houvast is juist het brutale feit, dat niet te loochenen is, viel Julius Graup ner hom in de rode, maar Forberg sprak in toenemende opwinding verder: U ontziet zich niet, uw wantrouwen ook uit te strekken tot mijn arme moeder en ons; u hebt toegelaten, dat de politie een inval gedaan heeft in ons huis. U hebt er geen oogenblik aan gedacht, dat dat de ongelukkige vrouw, aan wie op deze de licate wijze het verdwijnen van haar echt genoot meegedeeld werd, wel eens het le ven had kunnen kosten Wij hadden aan andere dingen le denken, antwoordde Graupner koud, of schoon hij voelde dat Forberg gelijk had. Zeker, aan uw ellendigen Mammon, die u meer waard is dan menschenlevens en menschelijk geluk. Het is heel gemakkelijk om verach telijk over den Mammon te spreken, wan neer men zelf het verlies niet behoeft te lijden, antwoorde de bankier scherp. Weet u, hoeveel uw vader bij zich had? De commissaris van politie sprak van van 300.000 Mark, zeide Forberg een wei nig kalmer. 200.000 Mark in contant en 65.000 Mark in aandeelen van do Nationale Bank, die hij daar tegen recipissen afge haald heeft, mengde de kassier zich in het gesprek. Gustaaf Forberg draaide zich snel om: Heeft hij die aandeelen werkelijk afge haald 1 Zeker. We hebben de verklaring van de bedienden van de Nationale Bank. Dan bewijst dat toch dat mijn vader niet met het geld gevlucht kan zijn! De drie heeren keken elkaar verrast aan. Het zou toch de grootste dwaasheid geweest zijn om deze effecten mede te ne men, die hij niet zou kunnen verzilveren daar dit noodzakelijkerwijs tot zijn ont dekking zou moeten lijden. Het was toch veel eenvoudiger geweest, als hij de reci pissen vernietigd had en zich met de 200.000 Mark contant uit de voeten zou nebben gemaakt. Je hebt volkomen gelijk, Gustaaf, riep Kummer en hij keek de beide pa troons aan. In zijn verwachting dat hij op hun gezichten instemming zou lezen, werd hij echter bitter teleurgesteld. U bezit voor een letterkundige een opvallende zakenkennis en een groote dia- lektiek, zeide Julius Graupner op spotten- den toon en zijn neef voegde er aan tee: Men zou uw bewijs haast spitsvoudig kunnen noemen. Forberg werd doodsbleek, zijn adem ging hijgend, zijn band omklemde do leu ning van de stool, waarachter hij stond. Meer nog dan de woorden hield de uit drukking van de gezichten tegenover hem een doodelijk© beleediging in. Een oogen blik heerschte een diepzwijgen in het ver trek de stilte, die den storm vooraf gaat, teen barstte Forberg uit: Dat is onwaardig, dat is onmensche- lijk van u! het is niet genoeg, dat u mijn mijn vader meedoogenloos verdacht maakt, u ontziet u ook niet, mij aan de el lendigste intriges te beschuldigen; dat zonden uw beide vaders nooit gedaan heb ben. (Woed» «tmlIgi).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5