binnenland.
vermist!
tweede blad
DE LEIDSCHE COURANT
MAANDAG 30 JULI 1928
WINKELSLUITING
laatste advies middenstands-
raad.
pleidooi voor automaten. Geen
uitzonderingen voor tentoonstellingen.
De Middenstandsraad heeft op diens
verzoek aan den minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid d.d. 28 Januari 1928 ad
vies uitgebracht over het gewijzigd ont
werp van wet tot regeling der winkelslui
ting In verband met het vertrouwelijke
karakter, is het advies eerst thans open
baar gemaakt.
In de eerste plaats wenscht de Baad m
het advies zijn erkentelijkheid uit te spre
ken dat blijkens vele in het ontwerp over
eenkomstig zijn beschouwingen aange
brachte wijzigingen volle aandacht aan zijn
advies geschonken is en hij ook thans ge
legenheid ontving tot verdere opmerkin
gen alvorens de fedactie van het ontwerp
definitief wordt vastgesteld.
Waar het klaarblijkelijk de bedoeling
van den minister was, dat deze opmerkin
gen slechts de techniek van het ontwerp
zullen betreffen, zal derhalve niet in prin-
cipeele beschouwingen worden getreden.
Hiermede rekening houdende zal de
Raad zich derhalve niet verdiepen in de
vraag, of de economische toestand van het
winkelbedrijf zooals die thans is en zich
voor dea eerstvolgenden tijd laat aanzien,
zoodanig i*, dat het aanbeveling verdient
nu een wettelijke regeling voor winkelslui
ting te treffen. Evenmin zal de Raad een
herhaling leveren van zijn betoog, of, en in
dien niet, waarom er geen reden is tot het
maken van uitzonderingen op de winkel
sluiting voor enkele feestdagen, zoo deze
op Zondag vallen. Ten aanzien van dit punt
merkt de Raad alleen op, dat, waar in af
wijking van zijn advies zelfs op een zoo
hoogen feestdag als 25 December de win
kels geopend zullen mogen zijn, zoo deze
dag op Zondag valt, hij niet vermag in te
zien, waarom de aanvankelijk voor 5 De
cember gemaakte uitzondering thans wordt
ingetrokken. Om dezelfde reden wijst de
Raad er op, dat, waar eveneens in afwij
king van zijn advies uitzonderingen op de
algemeene regeling van Zondagssluiting
voor banketwinkels e. d. worden toege
staan, hij bezwaarlijk kan begrijpen, waar
om voor fruitwinkels, vischwinkels en
soortgelijke bedrijven de Zondagssluiting
wel moet gelden. Enkele leden van den
Raad stonden met het oog op het Jeit, dat
uitzonderingen op de Zondagssluiting noo-
dig zijn, welke uitzonderingen tot tal van
onbillijkheden aanleiding zullen geven, zoo
diè niet tot verdere bedrijven worden uit
gebreid, wat weer nieuwe verwikkelingen
tot gevolg heeft, er zelfs op, dat de Zon
dagssluiting geheel uit de regeling wordt
gelicht en derhalve slechts bepalingen ten
aanzien der avondsluiting zullen worden
getroffen.
De artikelen van het ontwerp afzonder
lijk geven den Raad o.m. tot de volgende
opmerkingen aanleiding.
Uitzonderingen op de wet in het
algemeen (art. 3.
De Raad beveelt aan achter „benzine"
toe te voegen „en motorolie", zoodat dus
ook voor deze waar de bepalingen ten aan
zien van de winkelsluitihg niet komen te
geiden.
Uitzonderingen op de Zondags-
algemeen (art. 3).
De Raad vraagt zich af, of het werkelijk
s Ministers bedoeling is, dat op 25 en 31
December banketwinkels e. d. tot 10 uur
's avonds geopend zullen mogen zijn, in
dien deze dagen op Zondag vallen. Het ar
tikel bepaalt zulks door in het eerste lid
sub a ten aanzien van deze winkels de
Zondagssluiting niet van toepassing te
verklaren en door in het tweede lid sub d
ook uitzondering op 'de avondsluiting toe
te staan.
Automaten toelaatbaar (art. 8).
Blijkens de Memorie van Toelichting is
het de bedoeling, dat in de uren, waarop
de winkels gesloten moeten zijn, ook geen
verkoop in automaten zal toegestaan zijn.
De Raad is van meening, dat deze verkoop
toegelaten zou kunnen worden. Een dien
overeenkomstige regeling in Zweden en
Denemarken beantwoordt aldaar, naar de
Raad vernam, aan de wenschen zoowel van
de winkeliers als van het publiek. Eenige
arbeid op Zondag of in de late avonduren
wordt dusdoende noch van den winkelier
noch van zijn personeel gevergd, terwijl
het publiek, dat wenscht te koopen, ge
baat wordt.
Bij aanmaak van automaten in groote
hoeveelheid, wordt de kostprijs dermate
dat aanschaffing ook voor den kleinen
winkelier voordeel zal opleveren; vrijwel
ieder winkelier,, die zulks wenscht, zal zich
een automaat kunnen aanschaffen.
Onbillijke concurrentie door den grootwin
kelier ten nadeele van den kleinen man
ontstaat bijgevolg niet, indien het verbod
om in automaten te verkoopen vei valt.
Blijft dit verbod behouden, dan doet zich
ook de moeilijkheid voor, dat de automaat
telkens buiten werking moet worden ge
steld. Op te merken is voorts, dat terwijl
op Zondag een chocoladewinkel vier uur
geopend kan zijn, verkoop van chocolade in
automaten ook gedurende die vier uren
verboden is, wat toch niet de bedoeling
zijn mag.
Ontheffing voor tentoonstellingen,
fancy-fairs e.d. (art. 9).
De Raad betreurt, dat de bevoegdheid
aan B. en W. verleend, om voor tentoon
stellingen, fancy-fairs e. d. ontheffing te
verleenen van de verbodsbepalingen, niet
beperkt is tot tentoonstellingen e.d. met
weldadig doel. Het komt den Raad niet
billijk voor, dat zooals in de practijk zal
voorkomen op een tentoonstelling win
kels maandenlang 's avonds geopend zijn,
terwijl soortgelijke winkels in de stad zul
len moeten sluiten.
HET PARTIJPROGRAM.
De R. K. Alg. Middenstandsbedrijfsraad.
wordt gewenscht.
De vorige maand hield de R. K. Alge
meene Middenstandsbedrijfsraad een ver
gadering, waarop o.m. werden besproken
de praeadviezen aan de jongste Partij
raadsvergadering der Staatspartij uitge
bracht. Als resultaat van die besprekingen
werd aan het Bestuur der Staatspartij na
volgend adres verzonden:
De laatste op 20 Juni 1928 gehouden al
gemeene vergadering van den R. K. Alg.
Middenstandsbedrijfsraad, waarop aanwe
zig de werkgevers- en werknemersvertegen
woordigers van alle aangesloten bedrijfs-
raderi, heeft aan de hand van de bekende
aan den Partijraad uitgebrachte vier prae
adviezen breedvoerig en met den ernst
welke deze materie verdient, gesproken
over de taak voor den wetgever in den te-
genwoordigen tijd weggelegd ten aanzien
van de verhouding tusschen werkgever en
werknemer.
De algemeene vergadering bleek van ge
voelen, dat in de eerste praeadviezen een
basis kan worden gevonden, waarop een
vorm van bedrijfsorganisatie ware op te
bouwen. Zij schonk verder o.m. aandacht
aan hetgeen in het Katholiek Staatspro-
gram van 1922 onder VII sub 5 als wen-
schelijk wordt uitgesproken, dat n.l. de
Wet in aansluiting aan art. 194bis- der
Grondwet de gelegenheid scheppe, dat bij
het bedrijfsleven belanghebbende groepen
hare verhoudingen zelf regelen, die rege
lingen, alsmede de onmisbare wettelijke
regelingen zelf uitvoeren of aan de uitvoe
ring deelnemen, en deelnemen aan de be
rechting der daaruit gerezen geschillen.
- Met algemeene stemmen werd door de
vergadering aan ons Bestuur opdracht ge
geven Uw College dringend te verzoeken
om ter uitvoering van hetgeen in het
zoo juist aangehaalde gedeelte van het
Program van 1922 bepaald is in het pro
gram voor de komende legislatieve periode
en ter practische toepassing in dat tijd
vak, op te nemen:
de stichting van paritetisch samenge
stelde bedrijfsorganen op wettelijken
grondslag in de bedrijven, die daar
voor in aanmerking komen, aan welke
organen worde toegekend adviseeren-
de, uitvoerende en rechtsprekende be
voegdheid.
Een nadere concrete formulecring van
onze gedachte mcenen wij te mogen over
laten aan uw Bestuur.
Terwijl wij dit verzoek van den R. K.
Algemeenen Middenstandsbedrijfsraad in
uwe bijzondere aandacht aanbevelen, ver
blijven wij inmiddels- enz.
RECHT VOOR DEN AMBTENAAR.
Een wetsontwerp ingediend.
De burgerlijke rechter
uitgesloten.
Een wetsontwerp is ingediend tot rege
ling van den rechtstoestand van ambtena
ren.
Aan de zeer uitvoerige memorie van toe
lichting is het volgende ontleend:
Eenerzijds schept het ontwerp de gele
genheid alle ambtenarenzaken voor een
specialen rechter te brengen; anderzijds
regelt het de rechtspraak van dien rechter
als een publiekrechterlijke.
Zoo vaak een ambtenaar meent, dat een
te zijnen aanzien genomen besluit, ver
richte handeling of uitgesproken weigering
strijdt met do ter zake toepasselijke wet
telijke voorschriften, zal hij zich tot den
ambtenarenrechter kunnen wc- en. In be
ginsel staat steeds beroep op dien rechter
open.
De burgerlijke rechter wordt intusschen
alleen uitgeschakeld, voor zoover de con
flicten ambtenaren in publiekrechtelijke
dienstbetrekking betreffen. Alle personen,
wier relatie tot den Staat of een openbaar
lichaam door de bepaling omtrent het ar
beidscontract in het B. W. beheerscht
wordt, blijven aan de rechtsmacht van den
burgerlijken rechter onderworpen. In één
opzicht is de rechtsmacht van den nieuwen
ambtenaren-rechter beperkt. Reeds hebben
de onderscheiden Pensioenwetten de
rechtspraak in pensioenzaken geregeld.
Voor zoover in deze geschillen een beroep
op den rechter is toegelaten, wordt het
voor den Centralen Raacl van Beroep ge
bracht. Van de kennisneming van deze
kwesties dient de nieuwe rechter zich der
halve te onthouden.
Ten behoeve van de rechtspraak in amb
tenarenzaken maakt het ontwerp van de
diensten van de Raden van Beroep en den
Centralen Baad gebruik. Aan den laatsten
Raad wordt eenvoudig de rechtspraak in
hooger of eenig beroep opgedragen. Als in
eersten aanleg oordeelende rechters schept
het ontwerp de Ambtenarengerechten, die,
overigens met de aangevoerde Raden van
Beroep identiek, ten aanzien van de met
den voorzitter in het gerecht zitting heb
bende leden op andere wijze dan deze Ra
den zijn samengesteld. Zij, die actief déel-
nemen aan of die in dienst zijn van de
ambtenarenbeweging, kunnen geen lid zijn.
In het belang van de overheid zoowel als
van den ambtenaar zelf dient er voor ge
waakt te worden dat van den ambtenaar
niet de geheele bezoldiging of het geheele
pensioen executeeren. Daarom regelt het
ontwerp de inhouding, het beslag en de
korting op bezoldigingen en pensioenen.
Inhouding van bezoldiging of pensioen
kan alleen geschieden ten bate van open
bare lichamen. Het ontwerp verklaard
voorts inhouding altijd geoorloofd, als het
tot betaling van bezoldiging of pensioen
gehouden openbaar lichaam zelf een vorde
ring op den ambtenaar of gewezen ambte
naar heeft. Inhouding ten behoeve van een
ander openbaar lichaam moet steeds op
uitdrukkelijke wetsbepaling berusten.
Dat op de militairen de bepalingen om
trent de ambtenarenrechtspraak niet toe
passelijk kunnen zijn, ligt in de rede.
BENOEMING LID TWEEDE KAMER.
Mevr. v. Itallie-v. Embden.
Bij besluit van den wnd. Voorzitter van
het Centraal Stembureau is benoemd ver-
kir ard tot lid van de Tweede Kamer der
Sta ten-Generaal, in de plaats van inr. S.
J. L. van Aalten (V.-D.), die is overleden:
mevrouw H. W. B. van Itallie, geboren v.
Embden, te Leiden.
uit de radio-wereld.
Programma's voor Dinsdag 31 Juli.
Hilversum, 1060 M.
12.302.00 Lunchmuziek door het Trio
Groeneveld.
6.007.45 Dinerconcert door het omroep
orkest onder leiding van Nico Treep. An
nette Gardenier, zang.
8.0010.30 Concert door de Kon. Mil.
Kapel (Grenadiers en Jagers, den Haag),
onder leiding van le luit. Kapelmeester G.
L. Boer. In de pauze Hongaarsche muziek
op gramofoonplaten.
10.30 Persberichten.
Huizen, 340.9 M N a 0 u u r 1S70 M.
(Uitsluitend K.R.O.-uitzendingen).
12.301.30 Lunchmuziek door het Trio
„Winkels'.
6.00—7.00 Dinermuziek. Gramofoonplaten
7.458.15 Spr.: H. Vullinghs, rector te
Haelen, namens de Ned. St. Gregorius-
vereeniging: De zangmethode Ward.
8.15 K.R.O. Uitz. v. d. Joodscho Ver.
„Betsalel", te A'dam. Orkest v. h. strijkje
A.G.V. o. 1 v. den heer Frank. Kinder
koor „Dc Joodsche Stem", o. L v. J. Hamel.
Mej. H. Kruykemaker, piano. Abereantor
I. E. Marokko. Spr. Dr. M. dc Hond: De
Joodsche binnenkamer.
Daventry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
10.50 Nieuwsberichten.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert (sopraan, bariton, viool).
I.202 20 Orkestconcert.
4.20 Orkestconcert.
5.2C Lezing.
5.35 Kinderuurtjo.
6.20 Gramofoonmuziek.
G.50 Nieuwsberichten.
7.05 Gramofoonmuziek.
7.20 Lezing.
7.35 Pianosonaten van Scarlatti.
7.45 Lezing: Etchings and drawings.
8.05 Variété en een schets. Dans-orkest
en solisten.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Lezing: Avebury.
9.50 N ieuwsberichten.
9 55 Kamermuziek. Het Intime Trio
(viool, cello, piano).
II.0512.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i b", 1750 M.
12.50—2.10 Orkestconcert. Werken van
Ganne en St. Saëns.
4.05—5.05 Trio-concert (piano, viool,
cello).
9.0511.20 „Hamlet", van Thomas
Langenberg, 469 M.
1.252.50 Orkestconcert.
6.20—7.15 Concert „Rozentijd". H. Munk,
liedjes bij de luit, Isegliokapel.
8.35 Concert. Mannenkwartet „1896". M.
G. V. „Concordia". M. G. V. „Eintracht".
Kapel van het bereden Rijksweercorpa 15e
Rogt. 11.00 Sluiten.
Königswustcrhausen 1250 M.
(Zeesen).
12.20—5 20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen.
8.50 Engelsche liederen. Daarna concert
door het omroep-orkest. Schubert, Haydn,
Wolf en Krenek.
Hamburg, 395 M.
5.20 Orkestconcert.
C.20 Walsconcert.
8.20 liet Russische Kleinkunst-Tooneel.
Orkest en solisten. Daarna tot 11.20 Dans
muziek en cabaret.
0MR0EP-0NTWIKKELING.
In Radio-Expres lezen wij een artikel
over do vraag:
Wat hebben wij op omroepgebied te ver
wachten van heruitzending der program
ma's van het eene station ook door andere
De technici van den omroep in de ver
schillende landen schijnen daar algemeen
nogal warm voor te loopen. We hebben
pogingen meegemaakt om draadloos opge
vangen programma's* uit Amerika en
Australië hier in Europa door te geven;
er zijn nationale avonden geweest, waarop
het hoofdprogramma van één bepaald land
heruitgezonden word door stations in an
dere landen; ook hebben we proeven ge
had met lijnoverbrengingen, waarbij Da
ventry, Berlijn en Zeesen gelijktijdig een
tc Frankfurt gespeelde opera weergaven;
in Duitschland zien we verschillende zen
ders vrij geregeld eenzelfde programme ge-
'wij noemen die voorbeelden niel omdat
we dat allemaal gelijkwaardige gevallen
vindon, maar eerder omdat zij nantoonen,
dat bij heruitzendingen zeer uiteenloopen-
de doeleinden kunnen voorzitten.
In verband met de toenemende moeilijk,
heid om voor het groot aantal omroepz.cn-
ders golflengten te vinden, waarbij zij
elkaar niet al te zeer storen, lijkt het een
logisch beginsel, dat in het algemeen voor
één programma niet méér dan één golfleng
te wordt bezet. Als het niet do moeite
waard is, door een station een eigen pro
gramma te laten uitzenden, dan lijkt het
ook niet de moeite waard, er een afzon
derlijke golflengte voor op te offeren.
Dit principe komt in botsing met do in
Duitschland en Engeland heerschcnde op
vatting. dat radiouitzendingen geschoeid
moeten zijn op een leest, welke passend is
voor den man met een kristelontvangertje.
Die opvatting brengt mee, dat men een
massa plaatselijke zenders noodig heeft,
waarvoor het inderdaad niet zou loonen. ze
alle oen volledig eigen programma te la
ten geven.
Het is misschien niet onaardig, er eens
op to wijzen, hoe in ons land eigenlijk do
radiocentrales voorzien in de behoeften,
waarvoor men in het buitenland tal van
zendcentra onderhoudt met hun kristalaon-
hang. Geheel dezelfde rol kunnen do.radio-
centrales niet vervullen, maar vergelijk
baar is hun rol toch wel. En in verband
met de sterke bezitting van den aether i»
de radioccntrale een in vele opzichten meer
verkieselijke oplossing, als do aangeslote
nen maar mede bijdragen tot het onder
houd van den omroep. Het buitenland
heeft echter de radiodistributie, zooals wij
die kennen, niet gewild.
Gelukkig begint evenwel toch moer en
meer het inzicht te rijpen, dat in het prin
cipe: voor één programma ook maar één
golflengte, een dwingende logica zit. Do
buitenlandscho technici hopen daartoe te
geraken door hetgeen do Duitschers den
Gleichwellenrundfunk noemen. In dit sys
teem moeten do plaatselijke zenders, die
als regel alleen maar een programma van
een hoofdzender mede uitzenden, allen op
eenzelfde golflengte werken, voor zoo verre
zij hetzelfde programma geven. Er zijn
technische moeilijkheden aan verbonden,
maar die schijnen voor het grootsto deel
te zijn opgelost. Ook in Engeland zijn de
toekomstplannen op dit stelsel gebouwd.
Men wil daar komen tot een beperkt aan
tal sterke districtzenders (als klein-Da-
ventry), elk omringd door een krans van
plaatselijke zenders voor de kristalmen-
schen, waarbij al de tot één krans bohoo-
rende zenders' op gelijke golflengte zoudon
komen. Op die manier zou men do luis
teraars beter bedienen met geringer aan
tal golflengten.
In dit systeem is natuurlijk de lijnver
binding van een aantal zenders met één
centrale klankzaal een hoogst gewichtig
element. En met zulk een systeem van her
uitzending of gelijktijdige uitzending kan
o.i. ieder wel tevreden zijn.
Dit is overigens bij verre na niet de
eenige vorm van heruitzending, welke toe
komst schijnt te hebben. De verder rei
kende proeven met internationale pro
gramma-uitwisseling hebben ook wel dege
lijk een achtergrond, al zal die internatio
nale uitwisseling altijd wel meer het karak
ter behouden van een extra'tje. Ook hier
bij is meer aan verre lijnovordrachten te
denken dan aan heruitzending van het
draadloos opgevangene. Bij dat laatste is
wegens luchtstoringen e.d. te veel onze
kers. Maar tusschen Warschau en Weenen
bijv., verbonden door 800 K.M. luchtlijn,
heeft al vrij geregeld uitwisseling van be
langrijke programma-evenementen plaats.
De toestand der telefoonlijnen daar in
Oost-Europa schijnt heel gunstig te zijn,
zoodat een oorgetuige ons verzekerde, dat
op een dergelijke, door hem bijgewoonde
proef werkelijk geen vlekje kleefde.
Voor de beroemde Wecnsche staats-
opera is al overwogen, of deze niet weer
aan steviger economische grondvesten,
ware te helpen door in het groot aanslui
tingen naar radiostations in het buiton
land te exploiteeren.
Dat is een interessant, gezichtspunt, dat
door de ontwikkeling der internationale
omroeptechniek wordt geopend.
FEUILL ETON.
Naar het Duitscli van J. ABNEFELDT
Vertaald door Ju van Emden.
De discussie duurde nog voort toen Gus-
taaf Forberg het kantoor binnen kwam.
o r de torberg, fluisterde
Schmidt. Een plotseling stilte trad in, alle
blikken wendden zich met een niet be
paald welwillende nieuwsgierigheid naar
den jongen man. Het scheen Gustaaf een
verlossing toen de oude kassier, die hem
als kind al gekend had, met uitgestrekte
armen op hem toekwam en hem toe
voegde
Beste Gustaaf, ik bedoel mijnheer
Forberg, bent u daar! Hebt u bericht van
uw vader?
Neen, meneer Kummer, antwoordde
Forberg, de hand van den ouden man grij
pend en die krachtig drukkend, ik kom
juist informeeren, of u hier iets naders
weet.
We hebben helaas niets van hem ge
hoord, en Kummer barstte in tranen uit.
Maar u u gelooft toch niet.
Ik zou eerder aan mijzelf twijfelen,
dan aan uw vader, viel Kummer hem inde
Tede- IT n*et meer 'fc leven, anders
zou hij hier zijn.
Dat zegt moeder ook! antwoorde de
jonge man diep ontroerd, en ik vrees
dat de arme vrouw het niet overleeft.
Maar we mogen niet dadelijk het ergste
vreezen. Kan ik de heeren Graupner Bpre-
ken?
Ik zal u bij ze brengen. Kummer ging
met hem naar het privé-kantoor.
Hoe denken de heeren Graupnor er
over? vroeg Gustaaf aan zijn geleider.
Kummer bleef het antwoord op deze
vraag schuldig en opende na even geklopt
te hebben de deur van het privé-kantoor.
De jonge Forberg, kondigde hij aan.
Beide patroons haden den zoon van hun
banklooper vroeger wel bij hun vaders
thuis gezien, maar sedert jaren was ieder
contact tusschen hen verbroken.
De ontvangst, welke den jongen man
ten deel viel, was zóó ijskoud, dat het niet
moeilijk was te concludeeren, dat de beide
heeren tegenover zijn vader en misschien
ook tegenover hem de somberste verden
king koesterden. Al was het geldelijk ver
lies aanzienlijk, toch zou dit bij him in de
millioenen loopend vermogen niet zulk
een gewicht in de schaal hebben gelegd,
dat zij daardoor het medelijden zouden
vergeten, indien zij geloofd hadden, dat
de banklooper een ongeluk overkomen
was.
U vindt ons in de grootste opwinding
meneer, begon Julius Graupner.
Uw vader is met een belangrijk be
drag niet teruggekomen; afgezien van het
verlies, had onze naam gevaar kunnen
loopen.
Het was zeker niet zijn schuld, ant
woorde Gustaaf, zich met moeite beheer-
schend.
Julius Graupner haalde de schouders
op en zijn neef voegde erbij: Hoe ver
klaart u het gebeurde dan, meneer?
Ik denk, dat mijn vader een ongeluk
overkomen is, of dat hij het slachtoffer
van een misdaad geworden is.
Gelooft u, dat vader zich in de een
of andere obscure gelegenheid heeft laten
lokken? vroeg Graupner.
Neen, was het antwoord, dat zonder
aarzelen gegeven werd, in zulke lokalen
zou mijn vader nooit binnengaan en ze
ker niet, wanneer hij geld van anderen bij
zich had.
Maar alleen wanneer men dit aan
neemt, is het mogelijk, dat er van een mis
daad sprake is, vervolgde dc ander met
onbarmhartige logica. U zult moeten
toegeven, dat men in Berlijn niet iemand
op klaarlichten dag in een drukke straat
aanvallen en berooven kan, bovendien zijn
alle verdachte plaatsen doorzocht, dus als
u niet wilt aannemen, dat hij de hand aan
zich zelf geslagen
O neen, dat zou mijn vader nooit ge
daan hebben en bovendiendan zou hij
uw geld toch niet meegenomen hebben!
Volkomen juist ;u ziet dus zelf, er
rest maar één veronderstelling: uw vader
is er van door.
Om u van uw eigendom te berooven
viel Forberg hem verontwaardigd in de
rede.
U zegt het, antwoorde Eduard Graup
ner op ijskouden toon.
En u denkt het! U legt mij met ge
raffineerde wreedheid deze woorden in
den mond! riep Gustaaf Forberg, trillend
van smart eq verontwaardiging.
U beschuldigt een man, die u en uw
vaders jarenlang trouw en eerlijk gediend
heeft, van de brutaalste schending van ver
trouwen, van den meest onteerenden dief
stal, zonder daarvoor ook maar eenig hou
vast te hebben!
Mijn houvast is juist het brutale feit,
dat niet te loochenen is, viel Julius Graup
ner hom in de rode, maar Forberg sprak
in toenemende opwinding verder:
U ontziet zich niet, uw wantrouwen
ook uit te strekken tot mijn arme moeder
en ons; u hebt toegelaten, dat de politie
een inval gedaan heeft in ons huis. U hebt
er geen oogenblik aan gedacht, dat dat
de ongelukkige vrouw, aan wie op deze de
licate wijze het verdwijnen van haar echt
genoot meegedeeld werd, wel eens het le
ven had kunnen kosten
Wij hadden aan andere dingen le
denken, antwoordde Graupner koud, of
schoon hij voelde dat Forberg gelijk had.
Zeker, aan uw ellendigen Mammon,
die u meer waard is dan menschenlevens
en menschelijk geluk.
Het is heel gemakkelijk om verach
telijk over den Mammon te spreken, wan
neer men zelf het verlies niet behoeft te
lijden, antwoorde de bankier scherp.
Weet u, hoeveel uw vader bij zich had?
De commissaris van politie sprak van
van 300.000 Mark, zeide Forberg een wei
nig kalmer.
200.000 Mark in contant en 65.000
Mark in aandeelen van do Nationale
Bank, die hij daar tegen recipissen afge
haald heeft, mengde de kassier zich in het
gesprek.
Gustaaf Forberg draaide zich snel om:
Heeft hij die aandeelen werkelijk afge
haald 1
Zeker. We hebben de verklaring van
de bedienden van de Nationale Bank.
Dan bewijst dat toch dat mijn vader
niet met het geld gevlucht kan zijn!
De drie heeren keken elkaar verrast
aan.
Het zou toch de grootste dwaasheid
geweest zijn om deze effecten mede te ne
men, die hij niet zou kunnen verzilveren
daar dit noodzakelijkerwijs tot zijn ont
dekking zou moeten lijden. Het was toch
veel eenvoudiger geweest, als hij de reci
pissen vernietigd had en zich met de
200.000 Mark contant uit de voeten zou
nebben gemaakt.
Je hebt volkomen gelijk, Gustaaf,
riep Kummer en hij keek de beide pa
troons aan. In zijn verwachting dat hij op
hun gezichten instemming zou lezen, werd
hij echter bitter teleurgesteld.
U bezit voor een letterkundige een
opvallende zakenkennis en een groote dia-
lektiek, zeide Julius Graupner op spotten-
den toon en zijn neef voegde er aan tee:
Men zou uw bewijs haast spitsvoudig
kunnen noemen.
Forberg werd doodsbleek, zijn adem
ging hijgend, zijn band omklemde do leu
ning van de stool, waarachter hij stond.
Meer nog dan de woorden hield de uit
drukking van de gezichten tegenover hem
een doodelijk© beleediging in. Een oogen
blik heerschte een diepzwijgen in het ver
trek de stilte, die den storm vooraf
gaat, teen barstte Forberg uit:
Dat is onwaardig, dat is onmensche-
lijk van u! het is niet genoeg, dat u mijn
mijn vader meedoogenloos verdacht
maakt, u ontziet u ook niet, mij aan de el
lendigste intriges te beschuldigen; dat
zonden uw beide vaders nooit gedaan heb
ben.
(Woed» «tmlIgi).