JOANNES DOMINICUS JOSEPH
AENGENENT
19e Jaargang.
MAANDAG 30 JULI 1928
No. 5937
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week 12.50 per kwartaal.
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal.
Franco per post f2.05 per kwartaal,
tiet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné'a ver
krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 ct.
HaBBBBBRBBOBBBBHOa
Oit bfad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. II
Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 s POSTBUS No. II
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT»
Gowone advertentlên 3P cent per fO
'f.Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het
3 dnbbele van het tarief berekend. 3
Kleine advertentlên, van ten hoogste 80 woorden, waarin
betrekkingen wDrden aangeboden of gevraagd, huur en ver
huur, koop en verkoop f 0.50.
DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOL1SCHEN STOEL
BISSCHOP VAN HAARLEM
^AN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN VAN ONS BISDOM
ZALIGHEID IN DEN HEER
Zoo sta ik dan op dit oogenblik voor de
eerste maal voor IJ, beminde medebroe
ders in het H. Priesterschap en dierbare
geloovigen van dit Bisdom, om U mijne
kinderen als Uw door God. gegeven Vader
een eerste vaderlijk woord toe te spreken.
O, wat zou ik rni.i gelukkig gevoelen, in
dien ik U allen op dit oogenblik persoonlijk
kon zien, U mij do kiolven, die door een
ondoorgrondelijk raadsbesluit van Gods
Voorzienigheid aan mijne vaderlijke zor
gen zijt toevertrouwd. Wat zou die aanblik
mij geven moed en kracht om de verheven
maar zrf&re taak. die door God op mijne
schouders is gelegd, te beginnen. Want ik
weet, met hoeveel vertrouwen en liefde gij
mij in het gelaat zoudt zien. Dat weet Ik
door de ontelbare, hartelijke bewijzen van
belangstelling en genegenheid, die ik uit
alle rangen en standen en uit alle streken
Wan dit Bisdom mocht ontvangen sedert
dien onvergetelijken dag, den feestdag der
H.H. Apostelen Petrus en Paulus* waarop
de Doorluchtige Gezant van Z.H. den
Paus mij de tijding kwam brengen, dat ik
voortaan Uw aller geestelijke Vader zou
zijn. Wat hebben die ondubbelzinnige blij
ken van liefde men in. die dagen vol van
ontroering, waarin een heilige vreeze m:j
met zoovele woorden gezegd, dat gij blijde
aangreep, goed gedaanGij hebt- het mij
waart, dat ik U door God tot Vader was
gegeven. En ik behoef I niet te zeggen,
hoe Uwe blijdschap voor mij was een le
den tot groote vreugde en innige dank
baarheid. Ik heb dan ootc den oneindig
goeden God, die mij tot Uwe Vader wilde
uitkiezen, van ganscher harte bedankt, dat
Hij mij zulke kinderen heeft gegeven,
zulke kinderen, die mij met zóóveel liefde
wilden tegemoet treden
Uit die bewijzen van kinderlijke aanhan
kelijkheid bleek mij echter niet alleen Uw e
genegenheid voor Uwen nieuwen geeste
lijken Vader, maar daaruit sprak voer mij
ook een geest van een heerlijk en een diep
geloof, Want- kathloeken, die zóó hun gees
telijken Herder begroeten, ads gij dat ge
daan hebt, moeten wel bezield zijn met een
geloof, dat dient geprezen en waarvoor God
dient gedankt te worden. En ik heb daar
om. den goeden God gedankt niet alleen
omdat Hij mij gaf zulke liefdevolle kinde
ren, maar ook omdat Hij mij heeft ge
schonken een zoo verheven voorganger op
den bisschoppeljjken stoel, Mgr. Augüsti-
nus Josephus Gallier, zalige gedachtenis.
Want die geest van geloof, die U bezielt en
die mij zoo duidelijk werd vooral in de
laatste weken, is U ingeplant door Den-
gene, die vóór mij was Uw geestelijke Va
der, door hem, wiens wapenspreuk ver
meldde, dat hij onwankelbaar was in het
geloof, en die U gedurende bijna 25 jaren
dien geest van geloof heeft ingeprent, zóó
dat het ook in U onwankelbaar is gewor
den. Nogmaals dank aan God, dat Hij aan
het Bisdom van Haarlem de genade en het
voorrecht schonk, gedurende een zoo lange
reeks van jaren zulk een leidsman le be
zitten
Wanneer ik dit alies overweeg, dan ma^
ik wel uitroepen; Wat beleven wij toch
een heerlijken tijd! Want is het niet om
te stemmen tot blijdschap en vreugde, is
het niet om te juichen, dit zulk een ge
loof het bezit is van U, mijne dierbare
kinderen, die voortaan aan mijne zorg znt
toevertrouwd. Ja ik gevoel in mij leven dié
zelfde vreugde, waarmede de Apostel l'au-
lus schreef aan de geloovigen van Ephese:
„Nu ik gehoord heb van Uw geloof, houd
ik niet op God te danken" (Eph. I, 15). En
al is het dan ook niet mogelijk U allen oo
dit oogenblik persoonlijk te zien, ik weet
dan toch, dat gij allen mij dezen morgen
hoort, en dat mijne woorden van dank vo,or
U^e genegenheid en van vreugde over
Uw heerlijk geloof U vandaag in de ooren
klipken.
Maar bij dit woord van dank en vreug
de mag ik het niet laten. Ik ben overtuigd,
dat gij allen op dit oogenblik van mij rng
verwacht een ander woord, een herderlijk
en vaderlijk woord van leering en opwek
king. Ik heb mij afgevraagd: wat zal het
eerste woord van dien aard zijn dat ik U,
geliefde kinderen, toespreek? Welnu, dat
eerste woord ontleen ik aan mijn gronten
Patroon, den heiligen Joannes den Evan
gelist,^ den Apostel der liefde, van wicn
wij bij den H. Hieronymus lezen, «lat hij
op zijn hoogen ouderdom, toen hij bi.na
niet meer kon spreken, telkens en telkens
wanneer hij zich naar de godsdienstige bij
eenkomsten der Christenen had laten bren
gen, deze woorden herhaalde „Kinderen,
bemint elkander." Toen dit de aanwezigen
begon te vervelen, vroegen zij hem: „Mees
ter, waarom herhaalt gij dit toch voortdu
rend?" En toen antwoordde hij: „omdat
het is het gebod des Heeren; en als dit
uitgevoerd wordt, is het voldoende.
Dat woord van mijn grooten heiligen Pa
troon, beminde geloovigen, is een w -ord
van bijzondere beteekenis voor onzen tijd.
Het gebod der naastenliefde is het gebod
van onze Goddelijken Zaligmaker Dij uit
stek. „nieraan zullen allen erkennen, zoo
verklaarde Hij uitdrukkelijk, dat. gij M:jne
leerlingen zijt, als gij elkander bef hebt
(Joes XIII 35). En daarom zeide ook de IT.
Paulus in zijn brief aan de Komemen:
„Hij, die zijn naaste liefheeft, heeft de wet
vervuld". (Rom. XIII, S). En daarom nader
ik thans voor de eersto maal tot I' met
het woord van den H. Joannes op de lip
pen: „Kinderen, bemint elkander", hebt
elkander lief. In dat woord ligt de oplos
sing van alle nooden en kwalen van den
tijd, waarin wij thans leven. Ir.dien •:*t ge
bod der naastenliefde in zijn volheid wordt
opgevolgd, dan zal zoowel in het sociale
als in het particuliere leven eou toestand
worden geboren, die aan de wereld als het
ware een heel ander aanschijn zal gever.
In het sociale leven. Ja, beminde geloo
vigen, alleen van de volledige crrulling
van het gebod der naastenliefde is de re
de in de maatschappelijke verhouding m 1°
verwachten. Ik weet het, allereerst moet
aan de eischen der strikte reciuvaardig
heid worden voldaan. Allereerst mrcien
de verschillende maatschappelijke klassen
wederzijds elkanders rechten weten te
waardeeren en in vervulling doen gaan.
Maar het strikte recht alleen is niet in
staat den geschokten maatscliappel'jken
vrede te herstellen. De rechtvaardigheid is
slechts de grondslag, het fundament waar
op de maatschappij vel re nog moet. wor
den opgetrokken. Jïistitia fundamentnm
regnorum. Bestaat die grondslag niet, dan
is een ordelijke opbouw van de maat
schappelijke samenleving onmogelijk. Maar
de grondslag is de bouw zelf nog niet. Bij
den bouw der maatschappelijke samenle
ving is de naastenliefde de allervoornaam
ste factor, die alles moet leiden tn beheer-
schen. Is zij niet de stuwkracht bij al ons
sociaal denken en handelen, dan zal de zoo
gewenschte vrede in de maatschappelijke
verhoudingen ver te zoeken zijn. De recht
vaardigheid alleen is dus onvoldoende.
Willen wij werkelijk trachten te bereiken
een maatschappij waarin wonen rechtvaar
digheid en vrede, j u s t i t i a et pax, dan
zullen wij ver over de grenzen der recht
vaardigheid moeten heengaan, wijl de
vrede alleen dan zal hécrschcn, wanneer
de naastenliefde zetelt op een troon, wel
ke rust op een fundament van rechtvaar
digheid. Is het niet ten hoogste merk
waardig, dat Paus Leo XIII zijn Encycliek
Rerum Novarum besluit met een vurige
aanmaning om toch vooral de naastenlief
de in beoefening te brengen In die ency
cliek had hij zich bezig gehouden met de
uiteenzetting der strikte rechtvaardig-
lieidseischen in de maatschappelijke sa
menleving. Maar gekomen aan het einde
van zijn betoog, verheft hij zijn stem om
aan de wereld luide te verklaren, dat daar
mede eigenlijk zoo weinig bereikt is en dat
de naastenliefde een veel grootere taak te
vervullen heeft, en om ons aan te sporen,
dat wij er vooral naar moeten streven om
en in onszelven èn in anderen, zoowel bij de
hoogere als bij de lagere standen, aan ie
kweeken de liefde, „de heersoheres en de
koningin der deugden". Want, zoo zegt hij:
„de gewenschte uitkomst in de maatschap
pelijke verhoudingen is voo ra 1 te verwach
Ion van 'n ruime uitstorting der
liefde die altijd, bereid is zich voor 't wel
zijn van anderen geheel te geven." En ge
heel en al in deze zelfde lijn schreef Paus
Benedictus XV in zijn brief v. '20 aan den
bisschop van Bergamo, dat de sociale ver
houdingen niet alleen moeten goregeM
worden volgens het strikte recht, maar
voel meer volgens de naastenliefde. De
vermaning van den Apostel Joannes om el-
ten Ier lief te hebben is dus bij uitstek ccn
vermaning voor onzen tijd.
Doch niet alleen in de sociale verhou
dingen, maar ook in <le vernoudingen Van
individu tot individu moet de naastenliefde
heerschen. En nu bedoel ik niet in dc al
lereerste plaats, dat wij verplicht zijn om
aan de armen aalmoezen uit te deelen,
Neen, veel meer heb ik het oog op den
plicht om in den omgang met onze even
naasten zachtmoedig en liefdevol le zijn.
O, wat zou de wereld herschapen worden in
een paradijs, wanneer de liefde heerschte,
zooals onze Goddelijke Meester dat bevo
len heeft, o.a. toen hij sprak: „Leert van
Mij, dat ik zachtmoedig van harte ben.
(Matth. XI, 29). En wat wordt de samen
leving van menschen met menschen dik
wijls een bron van pijniging en biacr zie-
lelijden, omdat de liefde ontbreekt. Ach,
indien wij ons onthielden van de zonden
van liefdeloosheid, die zoo dikwijls wor
den gepleegd door kwaad te denken van
anderen, door kwaad te spreken van onze
evennaasten, door bits en onvriendelijk ben
te bejegenen, door opvliegendheid en gram
storigheid bij het minste, wat ons onaan
genaam is, wat zouden wij het levensgeluk
van onze omgeving ten zeerste verhoogen.
En daarom smeek ik U met den Ap ,slcl
Joannes: Bemint elkander, streeft er
voortdurend naar om liefdevol voor el
kander te zijn, geen kwaad van Uwe even
naasten te denken, geen kwaad over hen
te spreken, hen met voorkomendheid te
behandelen, hun liefdediensten te bewij
zen, zooveel in Uw vermogen is, belang
stelling te toonen voor hunne nooden, hun
moeilijkheden des levens te verlichten door
hen met raad en daad bij te staanin éé.i
woord strêeft er naar om het leven van an
deren zooveel mogelijk le veraangenamen.
De dankbaarheid, die gij voor dit alles van
hen zult ondervinden, zal Uw eigen leven
zooveel mogelijk gelukkiger maken; terwijl
bovendien het leven uwer medemenschen
zoo zonnig wordt ten gevolge van de
warme liefdestralen, die van U uitgaan.
Kinderen, bemint elkanderDat liefde-
gebod, gij weet het, strekt zich niet alleen
uit tot degenen, met wicn wij verbonden
zijn door de banden des geloofs, maar ook
lot degenen, die niet tot de Kerk behoo-
ren. En dan denk ik allereerst aan de an
dersdenkende medeburgers in ons vader
land, die met ons normen. ..één natie, één
volk. Het heeft mij zoo diep getroffen,
dat ik vooral in de laatste weken sinds
mijn benoeming van zoo velen hunner en
uit de meest verschillende kringen zoo har
telijke. en duidelijke blijken van belang
stelling en sympathie mocht ontvangen. Ik
dank er den goeden God voor, Die hun
zoo edele gevoelens instortte; want van
Hem komen alle goede gaven. En laat het
voor ons een aansporing zijn om nooit te
vergeten, dat zij, bij alles, wat hen van ons
scheidt, kinderen zijn van een en denzelf
den Vader in den hemel, dat ook zij zijn
onze broeders en zustersen laat het ons
steeds een vreugde zijn, in liefde en vre
de met hen to leven en samen te werken
voor de gemeenschappelijke belangen.
Beminde Geloovigen, dat mijn eerste
woord tot U was een opwekking tot liefde,
vond zijn oorzaak niet alleen in het feit,
dat mijn groote Patroonheilige is de
Apostel der liefde, maar ook in de omstan
digheid, die ik daar straks met zooveel
vreugde vermeldde, namelijk dat Uw ge
loof gebleken is zoo krachtig en diep ge
worteld te zijn. Daar is zulk een innig ver
band tusschen het geloof en de liefde. De
II. Paulus herinnert daaraan in zijn twee
den brief aan de Thessalonicensen, als hij
zegt, dat, nu hun geloof grootelijks was
aangewassen, ook de liefde van eenieder
tot elkander overvloedig was geworden. (2
Thess. I., 3.) Ik mag dus hopen, dat mijn
opwekking tot het beoefenen van onder
linge liefde heerlijke vruchten zal dragen,
omdat de bodem zoo ontvankelijk is.
Alvorens te eindigen zij liet mij vergund,
U nog één ding te vragen, n.l. blijft voor mij
bidden. Ik gevoel mij zoo innig overtuigd,
dat ik, gezien mijne zwakke -krachten, Uw
gebed zoo zeer noodig heb om de plichten,
aan mijn hoogheilig ambt- verbonden, naar
behooren te vervullen. Ik zal van mijn kant
voor U blijven bidden, opdat wij, door el
kander geholpen, eenmaal door Gods ge
nade gezamenlijk mogen komen tot de
eeuwige zaligheid ,awratoe God ons geroe
pen heeft.
En zal dit ons herderlijk schrijven in al
le kerken van Ons Bisdom en in alle ka
pellen, waarover een Rector is aangesteld,
worden voorgelezen op den negenden Zon
dag na Pinksteren.
Gegeven te Haarlem, den 25en Juli 1925.
J. D. J. AENGENENT
'issehop van Haarlem.
Op last van Z.D. Hoogwaardigheid:
J. M. v. d. TUIJN,
Secretaris.
ANTI-OORLOGSVERDRAG
RUSLAND EN HET PACT.
Na de plechtige onderteekening van het
Kellogg-pact te Parijs, als tweede etappe in
den ontwikkelingsgang van het anti-oorlog-
verdrag, waarop dan de derde etappe, die
der ratificatie, moet volgen, zal moeten blij
ken, wie van de overige mogendheden zal
toetreden.
an groot belang in deze geheel© kwes
tie is natuurlijk de houding van Rusland.
Wat zal Rusland doen, wat zullen de ande
re mogendheden ten opzichte van Rusland
doen?
De „Manch. Guard." wijdt een artikel
aan dit probleem en meent, dat dc Sovjet-
regeering het pact zal teekenen, zoo zij
daartoe uitgenoodigd wordt. Een weigoring
zou in elk geval geheel in strijd zijn met
de houding door Rusland te Genève inder
tijd aangenomen.
Zou een Russisch© onderteekening van
eenige practische beteekenis zijn, zoo
vraagt de „M G." dan. De Russen, niette
genstaande zij steeds den mond vol heb
ben van oorlog, zijn zelf allerminst bogee-
rig een oorlog te ontketenen, meent hot
blad. Zij zouden in staat zijn een inval te
keeren, maar zij zijn een groote mogendheid
alleen in negatieven zin. Waarschijnlijk is
hun leger in alle opzichten zwakker dan
het Poolsche. En het moet betwijfeld wor
den of hun industrie den druk ook zelfs
maar van een korte oorlogscampagne zou
kunnen verduren.
Niettemin bestaat het gevaar van oorlog
tusschen Rusland en Polen, zij het in de
toekomst. En dit gevaar dreigt méér van
de zijde van Polen dan van Rusland. Het
is slechts acht jaar geleden dat Polen Rus
land zonder provocatie aanviel. Het an
nexeerde groote gedeelten van Rusland en
het onderdrukt nog steeds de Wit-Russi-
sche cn Ockrajiensche bevolking van die
territoria. Polen wordt geregeerd door een
dictator, die Rusland altijd gehaat heeft,
die nog droomt van een Oost^Slavische fe
deratie onder Poolsche hegemonie, on
wiens taal en gedragingen zelfs zijn land-
genooten eraan doen twijfelen of hii re'
heel verantwoordelijk daarvoor te stel
len is.
Indien Rusland het pact teekende, zoo
concludeert de „M. G.", zou Polen do
agressie van '20 niet kunnen herhalen zon
der het pact te schenden en het zou geen
zedelijk recht hebben op steun van de
groote mogendheden. Rusland's ondertee
kening zou in ieder geval een zekeren mo-
rcelen druk leggen zoowel op Moskou als
op Warschau, maar specieal op Warschau,
waar die druk noodiger is.
Van groot belang zou een toetreding
van Rusland ook zijn in verband met de
legende, dat de Westersehe mogendheden
niets beter te doen hebben dan samen te
zweren, voor een oorlog tegen de Sovjet-
Unie.
DUITSCHLAND.
Schietpartij te Essen.
Tusschen Hitlerianen en
communisten.
Vrijdagavond tegen elf uur kwam het te
Essen in de Steclerstraat tot een groote
schietpartij tusschen Hitlerianen en com
munisten, waarbij ongeveer twintig schoten
werden gewisseld.
Vier personen liepen buik-, been- of
armsehotwonden op en moesten naar het
ziekenhuis worden vervoerd. Ook voorbij
gangers en politie-agenten liepen door
steenworpen kwetsuren op.
Enkele daders zijn bekend. Er werd on
middellijk een onderzoek ingesteld.
OOSTENRIJK.
P. Michael Andréen. t
Een veelbewogen leven.
De Weensche correspondent van de
„Msb." schrijft:
In het college der paters Jcsuieten in
Ivalksburg, niet ver van Weencn, is dezer
dagen pator Michael Andréen gestorven.
Een zachte, kalme dood heeft een einde ge
maakt aan een veel bewogen menschenle-
ven.
De overledene werd geboren in het jaar
1868 te Moskou; zijn ouders behoorden tot
de voornaamsten der stad en lieten hun
zoon een zeer gesoigneerde opvoeding ge
ven.
Na zijn universitaire studiën niet succes
te hebben gedaan, trad hij in diplomatie-
ken dienst. Zijn eerste aanstelling kreeg
hij in Petersburg bij het ministerie van
buitenlandsche zaken, om dan bij het Rus
sische gezantschap in Tokio onder Iswolsky
werkzaam te zijn; vervolgens ging hij naar
Munchen en Stockholm. Daarna ging hij
als gezant naar Rio de Janeiro; doch ver
liet de diplomatie, daar Iswolski, die in-
tusschen tot minister was geavanceerd,
hem den post niet gaf, welken hij had ge-
wenscht.
Omgeven van de grootheid en het geluk
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Het voornaamste nieuws.
BUITENLAND.
/^LaTtussen en het Anti-oorlogspact.
Bela Kun over de Oostenrijksche grens
gezet.
Nobile c.s. zijn in Denemarken aangeko
men. Zappi heeft verslag uitgebracht aan
Malmgren's moeder. (Buitoni. Berichten, 2c
blad).
Zware ontploffing te Lodz. (Buitenl. Be
richten, 2e blad).
BINNENLAND.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp Ingediend, houdende regeling betref
fende den rechtstoestand van ambtenaren.
(2de blad).
Dc Olympische Spelen plechtig geopend
en de wedstrijden begonnen. (1ste en 2do
blad).
OMGEVING.
Een doodclijk auto-ongeluk te Voorscho
ten.
dezer wereld vond hij echter nergens do
rust, dio hij zocht, trachtte hij vergeefs
het ware geluk en don waren vredo te vin
den. Veel lijden en slagen van het. nood
lot lieten hem den weg naar de Katholieke
Kerk vinden.
Na den wereldoorlog studoerdo hij als
Russisch vluchtoling to Innsbruck godge
leerdheid en werd daar, in weerwil van
zijn betrekkelijk hoogen leeftijd.in de So
ciëteit van Jezus opgenomen. De laatste
levensjaren bracht hij door in het klooster
van S. Canisius in Wecnen, waar hij door
zijn groote kennis der verschillende landei
en vooral van Rusland met lieol veel suc
ces werkzaam was aan het tijdschrift:
Eucharistische Völkcrbund. Met groote
spanning volgden do vele lezers het inte
ressant verhaal van zijn levensloop. Lang
zaam kwam echter het einde. Hij voelde
het naderen van den dood, dien hij als
een redder begroette.
Vorige week Zondag om 9 uur heeft een
beroerte een einde gemaakt aan zijn werk
zaam leven. Moge God hem het loon voor
zijn werken geven.
Bela Kun over de Oostenrijksche grens
gezet.
Naar wij vernemen, is do voormalige
Hongaarsche volkscommissaris Bela Kun,
die Zaterdag zijn straf, waartoe de rocht-
bank te Wecncn hom veroordeeld had, had
uitgezeten, nog in den loop van den nacht
met den D-trein Weencn—Hamburg naar
Passau gebracht. Vandaar gaat do reis
per vliegtuig naar Berlijn, waar hem op
nieuw ccn vliegtuig wacht, dat den Hou-
gaarschen communistenleider naar Moskou
zal brengen. In den Hamburgsclicn D-trcin
was voor Bela Kun en de hem vergezel
lende vier politie-beambten een coupé
tweede klasse gereserveerd.
JOEGO-SLAVIË.
Italiaansch-Joego-Slavische betrel^kingen.
V riendschapsverdrag
stilzwijgend verlengd?
Vrijdag is dc termijn verloopcn voor de
eventueele verlenging van het indertijd
tusschen Italië en Joego-Slavic gesloten
vriendschapsverdrag. Zooals bekend had de
Italiaansche regeering wegens de binncn-
landsch-politieko moeilijkheden in Joego-
Slavië zich in principe bereid verklaard
niet aan bedoelden termijn va9t te hou
den.
Algemeen wordt aangenomen, dat stil
zwijgend een verlenging van het verdrag
tusschen do beide regeeringen overeenge
komen is. Op een gunstiger tijdstip zal de
aangelegenheid opnieuw ccn onderwerp
van bespreking uitmaken.
Een nieuw kabinet.
Korosetsj, het hoofd van dc Slowcen-
sche volkspartij, is cr eindelijk in geslaagd
een ministerie te vormen dat steunen zal
op de coalitie van radicalen, democraten,
volkspartij en mohamedancn. Do premier
behoudt het departement van binncnland-
sche zaken, dat hij ook in het kabinet
Voekitsjewitsj beheerde, Marinkowitsj
blijft minister van buitenlandsche zaken,
generaal Hadzitsj minister van oorlog. Fi
nanciën gaat over op Nicolaas Soebotitsj,
thans eerste onder-voorzitter van de
Slcoepsjtina, radicaal.
BULGARIJE
Griekc.h-Bulgaarsch grensincident.
Bulgaarsch sergeant gedood.
Vrijdagavond is een sergeant van een
Bulgaarschen grenspost, die den naelitelij-
1 ken dienst in twee naburige posten wild-