JOANNES DOMINICUS JOSEPH AENGENENT 19e Jaargang. MAANDAG 30 JULI 1928 No. 5937 De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week 12.50 per kwartaal. Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal. Franco per post f2.05 per kwartaal, tiet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné'a ver krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd Zondagsblad 9 ct. HaBBBBBRBBOBBBBHOa Oit bfad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. II Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 s POSTBUS No. II DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT» Gowone advertentlên 3P cent per fO 'f.Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het 3 dnbbele van het tarief berekend. 3 Kleine advertentlên, van ten hoogste 80 woorden, waarin betrekkingen wDrden aangeboden of gevraagd, huur en ver huur, koop en verkoop f 0.50. DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOL1SCHEN STOEL BISSCHOP VAN HAARLEM ^AN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN VAN ONS BISDOM ZALIGHEID IN DEN HEER Zoo sta ik dan op dit oogenblik voor de eerste maal voor IJ, beminde medebroe ders in het H. Priesterschap en dierbare geloovigen van dit Bisdom, om U mijne kinderen als Uw door God. gegeven Vader een eerste vaderlijk woord toe te spreken. O, wat zou ik rni.i gelukkig gevoelen, in dien ik U allen op dit oogenblik persoonlijk kon zien, U mij do kiolven, die door een ondoorgrondelijk raadsbesluit van Gods Voorzienigheid aan mijne vaderlijke zor gen zijt toevertrouwd. Wat zou die aanblik mij geven moed en kracht om de verheven maar zrf&re taak. die door God op mijne schouders is gelegd, te beginnen. Want ik weet, met hoeveel vertrouwen en liefde gij mij in het gelaat zoudt zien. Dat weet Ik door de ontelbare, hartelijke bewijzen van belangstelling en genegenheid, die ik uit alle rangen en standen en uit alle streken Wan dit Bisdom mocht ontvangen sedert dien onvergetelijken dag, den feestdag der H.H. Apostelen Petrus en Paulus* waarop de Doorluchtige Gezant van Z.H. den Paus mij de tijding kwam brengen, dat ik voortaan Uw aller geestelijke Vader zou zijn. Wat hebben die ondubbelzinnige blij ken van liefde men in. die dagen vol van ontroering, waarin een heilige vreeze m:j met zoovele woorden gezegd, dat gij blijde aangreep, goed gedaanGij hebt- het mij waart, dat ik U door God tot Vader was gegeven. En ik behoef I niet te zeggen, hoe Uwe blijdschap voor mij was een le den tot groote vreugde en innige dank baarheid. Ik heb dan ootc den oneindig goeden God, die mij tot Uwe Vader wilde uitkiezen, van ganscher harte bedankt, dat Hij mij zulke kinderen heeft gegeven, zulke kinderen, die mij met zóóveel liefde wilden tegemoet treden Uit die bewijzen van kinderlijke aanhan kelijkheid bleek mij echter niet alleen Uw e genegenheid voor Uwen nieuwen geeste lijken Vader, maar daaruit sprak voer mij ook een geest van een heerlijk en een diep geloof, Want- kathloeken, die zóó hun gees telijken Herder begroeten, ads gij dat ge daan hebt, moeten wel bezield zijn met een geloof, dat dient geprezen en waarvoor God dient gedankt te worden. En ik heb daar om. den goeden God gedankt niet alleen omdat Hij mij gaf zulke liefdevolle kinde ren, maar ook omdat Hij mij heeft ge schonken een zoo verheven voorganger op den bisschoppeljjken stoel, Mgr. Augüsti- nus Josephus Gallier, zalige gedachtenis. Want die geest van geloof, die U bezielt en die mij zoo duidelijk werd vooral in de laatste weken, is U ingeplant door Den- gene, die vóór mij was Uw geestelijke Va der, door hem, wiens wapenspreuk ver meldde, dat hij onwankelbaar was in het geloof, en die U gedurende bijna 25 jaren dien geest van geloof heeft ingeprent, zóó dat het ook in U onwankelbaar is gewor den. Nogmaals dank aan God, dat Hij aan het Bisdom van Haarlem de genade en het voorrecht schonk, gedurende een zoo lange reeks van jaren zulk een leidsman le be zitten Wanneer ik dit alies overweeg, dan ma^ ik wel uitroepen; Wat beleven wij toch een heerlijken tijd! Want is het niet om te stemmen tot blijdschap en vreugde, is het niet om te juichen, dit zulk een ge loof het bezit is van U, mijne dierbare kinderen, die voortaan aan mijne zorg znt toevertrouwd. Ja ik gevoel in mij leven dié zelfde vreugde, waarmede de Apostel l'au- lus schreef aan de geloovigen van Ephese: „Nu ik gehoord heb van Uw geloof, houd ik niet op God te danken" (Eph. I, 15). En al is het dan ook niet mogelijk U allen oo dit oogenblik persoonlijk te zien, ik weet dan toch, dat gij allen mij dezen morgen hoort, en dat mijne woorden van dank vo,or U^e genegenheid en van vreugde over Uw heerlijk geloof U vandaag in de ooren klipken. Maar bij dit woord van dank en vreug de mag ik het niet laten. Ik ben overtuigd, dat gij allen op dit oogenblik van mij rng verwacht een ander woord, een herderlijk en vaderlijk woord van leering en opwek king. Ik heb mij afgevraagd: wat zal het eerste woord van dien aard zijn dat ik U, geliefde kinderen, toespreek? Welnu, dat eerste woord ontleen ik aan mijn gronten Patroon, den heiligen Joannes den Evan gelist,^ den Apostel der liefde, van wicn wij bij den H. Hieronymus lezen, «lat hij op zijn hoogen ouderdom, toen hij bi.na niet meer kon spreken, telkens en telkens wanneer hij zich naar de godsdienstige bij eenkomsten der Christenen had laten bren gen, deze woorden herhaalde „Kinderen, bemint elkander." Toen dit de aanwezigen begon te vervelen, vroegen zij hem: „Mees ter, waarom herhaalt gij dit toch voortdu rend?" En toen antwoordde hij: „omdat het is het gebod des Heeren; en als dit uitgevoerd wordt, is het voldoende. Dat woord van mijn grooten heiligen Pa troon, beminde geloovigen, is een w -ord van bijzondere beteekenis voor onzen tijd. Het gebod der naastenliefde is het gebod van onze Goddelijken Zaligmaker Dij uit stek. „nieraan zullen allen erkennen, zoo verklaarde Hij uitdrukkelijk, dat. gij M:jne leerlingen zijt, als gij elkander bef hebt (Joes XIII 35). En daarom zeide ook de IT. Paulus in zijn brief aan de Komemen: „Hij, die zijn naaste liefheeft, heeft de wet vervuld". (Rom. XIII, S). En daarom nader ik thans voor de eersto maal tot I' met het woord van den H. Joannes op de lip pen: „Kinderen, bemint elkander", hebt elkander lief. In dat woord ligt de oplos sing van alle nooden en kwalen van den tijd, waarin wij thans leven. Ir.dien •:*t ge bod der naastenliefde in zijn volheid wordt opgevolgd, dan zal zoowel in het sociale als in het particuliere leven eou toestand worden geboren, die aan de wereld als het ware een heel ander aanschijn zal gever. In het sociale leven. Ja, beminde geloo vigen, alleen van de volledige crrulling van het gebod der naastenliefde is de re de in de maatschappelijke verhouding m 1° verwachten. Ik weet het, allereerst moet aan de eischen der strikte reciuvaardig heid worden voldaan. Allereerst mrcien de verschillende maatschappelijke klassen wederzijds elkanders rechten weten te waardeeren en in vervulling doen gaan. Maar het strikte recht alleen is niet in staat den geschokten maatscliappel'jken vrede te herstellen. De rechtvaardigheid is slechts de grondslag, het fundament waar op de maatschappij vel re nog moet. wor den opgetrokken. Jïistitia fundamentnm regnorum. Bestaat die grondslag niet, dan is een ordelijke opbouw van de maat schappelijke samenleving onmogelijk. Maar de grondslag is de bouw zelf nog niet. Bij den bouw der maatschappelijke samenle ving is de naastenliefde de allervoornaam ste factor, die alles moet leiden tn beheer- schen. Is zij niet de stuwkracht bij al ons sociaal denken en handelen, dan zal de zoo gewenschte vrede in de maatschappelijke verhoudingen ver te zoeken zijn. De recht vaardigheid alleen is dus onvoldoende. Willen wij werkelijk trachten te bereiken een maatschappij waarin wonen rechtvaar digheid en vrede, j u s t i t i a et pax, dan zullen wij ver over de grenzen der recht vaardigheid moeten heengaan, wijl de vrede alleen dan zal hécrschcn, wanneer de naastenliefde zetelt op een troon, wel ke rust op een fundament van rechtvaar digheid. Is het niet ten hoogste merk waardig, dat Paus Leo XIII zijn Encycliek Rerum Novarum besluit met een vurige aanmaning om toch vooral de naastenlief de in beoefening te brengen In die ency cliek had hij zich bezig gehouden met de uiteenzetting der strikte rechtvaardig- lieidseischen in de maatschappelijke sa menleving. Maar gekomen aan het einde van zijn betoog, verheft hij zijn stem om aan de wereld luide te verklaren, dat daar mede eigenlijk zoo weinig bereikt is en dat de naastenliefde een veel grootere taak te vervullen heeft, en om ons aan te sporen, dat wij er vooral naar moeten streven om en in onszelven èn in anderen, zoowel bij de hoogere als bij de lagere standen, aan ie kweeken de liefde, „de heersoheres en de koningin der deugden". Want, zoo zegt hij: „de gewenschte uitkomst in de maatschap pelijke verhoudingen is voo ra 1 te verwach Ion van 'n ruime uitstorting der liefde die altijd, bereid is zich voor 't wel zijn van anderen geheel te geven." En ge heel en al in deze zelfde lijn schreef Paus Benedictus XV in zijn brief v. '20 aan den bisschop van Bergamo, dat de sociale ver houdingen niet alleen moeten goregeM worden volgens het strikte recht, maar voel meer volgens de naastenliefde. De vermaning van den Apostel Joannes om el- ten Ier lief te hebben is dus bij uitstek ccn vermaning voor onzen tijd. Doch niet alleen in de sociale verhou dingen, maar ook in <le vernoudingen Van individu tot individu moet de naastenliefde heerschen. En nu bedoel ik niet in dc al lereerste plaats, dat wij verplicht zijn om aan de armen aalmoezen uit te deelen, Neen, veel meer heb ik het oog op den plicht om in den omgang met onze even naasten zachtmoedig en liefdevol le zijn. O, wat zou de wereld herschapen worden in een paradijs, wanneer de liefde heerschte, zooals onze Goddelijke Meester dat bevo len heeft, o.a. toen hij sprak: „Leert van Mij, dat ik zachtmoedig van harte ben. (Matth. XI, 29). En wat wordt de samen leving van menschen met menschen dik wijls een bron van pijniging en biacr zie- lelijden, omdat de liefde ontbreekt. Ach, indien wij ons onthielden van de zonden van liefdeloosheid, die zoo dikwijls wor den gepleegd door kwaad te denken van anderen, door kwaad te spreken van onze evennaasten, door bits en onvriendelijk ben te bejegenen, door opvliegendheid en gram storigheid bij het minste, wat ons onaan genaam is, wat zouden wij het levensgeluk van onze omgeving ten zeerste verhoogen. En daarom smeek ik U met den Ap ,slcl Joannes: Bemint elkander, streeft er voortdurend naar om liefdevol voor el kander te zijn, geen kwaad van Uwe even naasten te denken, geen kwaad over hen te spreken, hen met voorkomendheid te behandelen, hun liefdediensten te bewij zen, zooveel in Uw vermogen is, belang stelling te toonen voor hunne nooden, hun moeilijkheden des levens te verlichten door hen met raad en daad bij te staanin éé.i woord strêeft er naar om het leven van an deren zooveel mogelijk le veraangenamen. De dankbaarheid, die gij voor dit alles van hen zult ondervinden, zal Uw eigen leven zooveel mogelijk gelukkiger maken; terwijl bovendien het leven uwer medemenschen zoo zonnig wordt ten gevolge van de warme liefdestralen, die van U uitgaan. Kinderen, bemint elkanderDat liefde- gebod, gij weet het, strekt zich niet alleen uit tot degenen, met wicn wij verbonden zijn door de banden des geloofs, maar ook lot degenen, die niet tot de Kerk behoo- ren. En dan denk ik allereerst aan de an dersdenkende medeburgers in ons vader land, die met ons normen. ..één natie, één volk. Het heeft mij zoo diep getroffen, dat ik vooral in de laatste weken sinds mijn benoeming van zoo velen hunner en uit de meest verschillende kringen zoo har telijke. en duidelijke blijken van belang stelling en sympathie mocht ontvangen. Ik dank er den goeden God voor, Die hun zoo edele gevoelens instortte; want van Hem komen alle goede gaven. En laat het voor ons een aansporing zijn om nooit te vergeten, dat zij, bij alles, wat hen van ons scheidt, kinderen zijn van een en denzelf den Vader in den hemel, dat ook zij zijn onze broeders en zustersen laat het ons steeds een vreugde zijn, in liefde en vre de met hen to leven en samen te werken voor de gemeenschappelijke belangen. Beminde Geloovigen, dat mijn eerste woord tot U was een opwekking tot liefde, vond zijn oorzaak niet alleen in het feit, dat mijn groote Patroonheilige is de Apostel der liefde, maar ook in de omstan digheid, die ik daar straks met zooveel vreugde vermeldde, namelijk dat Uw ge loof gebleken is zoo krachtig en diep ge worteld te zijn. Daar is zulk een innig ver band tusschen het geloof en de liefde. De II. Paulus herinnert daaraan in zijn twee den brief aan de Thessalonicensen, als hij zegt, dat, nu hun geloof grootelijks was aangewassen, ook de liefde van eenieder tot elkander overvloedig was geworden. (2 Thess. I., 3.) Ik mag dus hopen, dat mijn opwekking tot het beoefenen van onder linge liefde heerlijke vruchten zal dragen, omdat de bodem zoo ontvankelijk is. Alvorens te eindigen zij liet mij vergund, U nog één ding te vragen, n.l. blijft voor mij bidden. Ik gevoel mij zoo innig overtuigd, dat ik, gezien mijne zwakke -krachten, Uw gebed zoo zeer noodig heb om de plichten, aan mijn hoogheilig ambt- verbonden, naar behooren te vervullen. Ik zal van mijn kant voor U blijven bidden, opdat wij, door el kander geholpen, eenmaal door Gods ge nade gezamenlijk mogen komen tot de eeuwige zaligheid ,awratoe God ons geroe pen heeft. En zal dit ons herderlijk schrijven in al le kerken van Ons Bisdom en in alle ka pellen, waarover een Rector is aangesteld, worden voorgelezen op den negenden Zon dag na Pinksteren. Gegeven te Haarlem, den 25en Juli 1925. J. D. J. AENGENENT 'issehop van Haarlem. Op last van Z.D. Hoogwaardigheid: J. M. v. d. TUIJN, Secretaris. ANTI-OORLOGSVERDRAG RUSLAND EN HET PACT. Na de plechtige onderteekening van het Kellogg-pact te Parijs, als tweede etappe in den ontwikkelingsgang van het anti-oorlog- verdrag, waarop dan de derde etappe, die der ratificatie, moet volgen, zal moeten blij ken, wie van de overige mogendheden zal toetreden. an groot belang in deze geheel© kwes tie is natuurlijk de houding van Rusland. Wat zal Rusland doen, wat zullen de ande re mogendheden ten opzichte van Rusland doen? De „Manch. Guard." wijdt een artikel aan dit probleem en meent, dat dc Sovjet- regeering het pact zal teekenen, zoo zij daartoe uitgenoodigd wordt. Een weigoring zou in elk geval geheel in strijd zijn met de houding door Rusland te Genève inder tijd aangenomen. Zou een Russisch© onderteekening van eenige practische beteekenis zijn, zoo vraagt de „M G." dan. De Russen, niette genstaande zij steeds den mond vol heb ben van oorlog, zijn zelf allerminst bogee- rig een oorlog te ontketenen, meent hot blad. Zij zouden in staat zijn een inval te keeren, maar zij zijn een groote mogendheid alleen in negatieven zin. Waarschijnlijk is hun leger in alle opzichten zwakker dan het Poolsche. En het moet betwijfeld wor den of hun industrie den druk ook zelfs maar van een korte oorlogscampagne zou kunnen verduren. Niettemin bestaat het gevaar van oorlog tusschen Rusland en Polen, zij het in de toekomst. En dit gevaar dreigt méér van de zijde van Polen dan van Rusland. Het is slechts acht jaar geleden dat Polen Rus land zonder provocatie aanviel. Het an nexeerde groote gedeelten van Rusland en het onderdrukt nog steeds de Wit-Russi- sche cn Ockrajiensche bevolking van die territoria. Polen wordt geregeerd door een dictator, die Rusland altijd gehaat heeft, die nog droomt van een Oost^Slavische fe deratie onder Poolsche hegemonie, on wiens taal en gedragingen zelfs zijn land- genooten eraan doen twijfelen of hii re' heel verantwoordelijk daarvoor te stel len is. Indien Rusland het pact teekende, zoo concludeert de „M. G.", zou Polen do agressie van '20 niet kunnen herhalen zon der het pact te schenden en het zou geen zedelijk recht hebben op steun van de groote mogendheden. Rusland's ondertee kening zou in ieder geval een zekeren mo- rcelen druk leggen zoowel op Moskou als op Warschau, maar specieal op Warschau, waar die druk noodiger is. Van groot belang zou een toetreding van Rusland ook zijn in verband met de legende, dat de Westersehe mogendheden niets beter te doen hebben dan samen te zweren, voor een oorlog tegen de Sovjet- Unie. DUITSCHLAND. Schietpartij te Essen. Tusschen Hitlerianen en communisten. Vrijdagavond tegen elf uur kwam het te Essen in de Steclerstraat tot een groote schietpartij tusschen Hitlerianen en com munisten, waarbij ongeveer twintig schoten werden gewisseld. Vier personen liepen buik-, been- of armsehotwonden op en moesten naar het ziekenhuis worden vervoerd. Ook voorbij gangers en politie-agenten liepen door steenworpen kwetsuren op. Enkele daders zijn bekend. Er werd on middellijk een onderzoek ingesteld. OOSTENRIJK. P. Michael Andréen. t Een veelbewogen leven. De Weensche correspondent van de „Msb." schrijft: In het college der paters Jcsuieten in Ivalksburg, niet ver van Weencn, is dezer dagen pator Michael Andréen gestorven. Een zachte, kalme dood heeft een einde ge maakt aan een veel bewogen menschenle- ven. De overledene werd geboren in het jaar 1868 te Moskou; zijn ouders behoorden tot de voornaamsten der stad en lieten hun zoon een zeer gesoigneerde opvoeding ge ven. Na zijn universitaire studiën niet succes te hebben gedaan, trad hij in diplomatie- ken dienst. Zijn eerste aanstelling kreeg hij in Petersburg bij het ministerie van buitenlandsche zaken, om dan bij het Rus sische gezantschap in Tokio onder Iswolsky werkzaam te zijn; vervolgens ging hij naar Munchen en Stockholm. Daarna ging hij als gezant naar Rio de Janeiro; doch ver liet de diplomatie, daar Iswolski, die in- tusschen tot minister was geavanceerd, hem den post niet gaf, welken hij had ge- wenscht. Omgeven van de grootheid en het geluk Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het voornaamste nieuws. BUITENLAND. /^LaTtussen en het Anti-oorlogspact. Bela Kun over de Oostenrijksche grens gezet. Nobile c.s. zijn in Denemarken aangeko men. Zappi heeft verslag uitgebracht aan Malmgren's moeder. (Buitoni. Berichten, 2c blad). Zware ontploffing te Lodz. (Buitenl. Be richten, 2e blad). BINNENLAND. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp Ingediend, houdende regeling betref fende den rechtstoestand van ambtenaren. (2de blad). Dc Olympische Spelen plechtig geopend en de wedstrijden begonnen. (1ste en 2do blad). OMGEVING. Een doodclijk auto-ongeluk te Voorscho ten. dezer wereld vond hij echter nergens do rust, dio hij zocht, trachtte hij vergeefs het ware geluk en don waren vredo te vin den. Veel lijden en slagen van het. nood lot lieten hem den weg naar de Katholieke Kerk vinden. Na den wereldoorlog studoerdo hij als Russisch vluchtoling to Innsbruck godge leerdheid en werd daar, in weerwil van zijn betrekkelijk hoogen leeftijd.in de So ciëteit van Jezus opgenomen. De laatste levensjaren bracht hij door in het klooster van S. Canisius in Wecnen, waar hij door zijn groote kennis der verschillende landei en vooral van Rusland met lieol veel suc ces werkzaam was aan het tijdschrift: Eucharistische Völkcrbund. Met groote spanning volgden do vele lezers het inte ressant verhaal van zijn levensloop. Lang zaam kwam echter het einde. Hij voelde het naderen van den dood, dien hij als een redder begroette. Vorige week Zondag om 9 uur heeft een beroerte een einde gemaakt aan zijn werk zaam leven. Moge God hem het loon voor zijn werken geven. Bela Kun over de Oostenrijksche grens gezet. Naar wij vernemen, is do voormalige Hongaarsche volkscommissaris Bela Kun, die Zaterdag zijn straf, waartoe de rocht- bank te Wecncn hom veroordeeld had, had uitgezeten, nog in den loop van den nacht met den D-trein Weencn—Hamburg naar Passau gebracht. Vandaar gaat do reis per vliegtuig naar Berlijn, waar hem op nieuw ccn vliegtuig wacht, dat den Hou- gaarschen communistenleider naar Moskou zal brengen. In den Hamburgsclicn D-trcin was voor Bela Kun en de hem vergezel lende vier politie-beambten een coupé tweede klasse gereserveerd. JOEGO-SLAVIË. Italiaansch-Joego-Slavische betrel^kingen. V riendschapsverdrag stilzwijgend verlengd? Vrijdag is dc termijn verloopcn voor de eventueele verlenging van het indertijd tusschen Italië en Joego-Slavic gesloten vriendschapsverdrag. Zooals bekend had de Italiaansche regeering wegens de binncn- landsch-politieko moeilijkheden in Joego- Slavië zich in principe bereid verklaard niet aan bedoelden termijn va9t te hou den. Algemeen wordt aangenomen, dat stil zwijgend een verlenging van het verdrag tusschen do beide regeeringen overeenge komen is. Op een gunstiger tijdstip zal de aangelegenheid opnieuw ccn onderwerp van bespreking uitmaken. Een nieuw kabinet. Korosetsj, het hoofd van dc Slowcen- sche volkspartij, is cr eindelijk in geslaagd een ministerie te vormen dat steunen zal op de coalitie van radicalen, democraten, volkspartij en mohamedancn. Do premier behoudt het departement van binncnland- sche zaken, dat hij ook in het kabinet Voekitsjewitsj beheerde, Marinkowitsj blijft minister van buitenlandsche zaken, generaal Hadzitsj minister van oorlog. Fi nanciën gaat over op Nicolaas Soebotitsj, thans eerste onder-voorzitter van de Slcoepsjtina, radicaal. BULGARIJE Griekc.h-Bulgaarsch grensincident. Bulgaarsch sergeant gedood. Vrijdagavond is een sergeant van een Bulgaarschen grenspost, die den naelitelij- 1 ken dienst in twee naburige posten wild-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1