UIT HET VATICAAN. n! Voor Huis en Hof. STADSNIEUWS. 'Weede blad „de leidsche courant" zaterdag 21 juli 1928 Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome) et 375 Lis Jaren *s ^et n*e*' meer voorgeko- Tdat het te Rome zoo gloeiend heet lttf '-als in dezen, zomer. De stad lijkt wel jkt en iedereen die zich eenigszins de je kan veroorloven gaat naar zee of J de bergen. In hot Vaticaan hebben ter de gewone gebeurtenissen haar nor- li-verloop en voor den H. Vader is er I enkele dag dat hij geen audiëntie be- te geven. was een ontroerend oogenblik toen Vader bij de audiëntie der Armeen- bisschoppen de rede beantwoordde den Armeenschen patriarch Mgr. Pe- Paulus XIII Terzian en daarbij sprak ij achter de aanwezigen heel Armenië ieel het volk dat zooveel geleden had. nder gaarne zag hij de Armeniërs Vaderhuis, bij de fundamenten der ■k en met bijzonder welgevallen had hernieuwde belofte trouw gehoord. Paus was ook tevreden over de re der te Rome gehouden conferentie iet Armeensche episcopaat. De werk- ieden der conferentie waren zeer lijk, want het gold de inrichting der |de Armeensche kerk. En deze confe- zal thans heerlijke vruchten dragen D welzijn van heel het Armeensche volk. li et volkomen juist inzicht hadden de Ar- sche prelaten onmiddellijk ingezien dat enigste juiste plaats voor hun bijeen- ,t te Rome, in 't huis der vaders, was. ioo hadden zij niet alleen aan heel Ro- maar aan de heele wereld een schitte- voorbeld gegeven van onderwerping den H. Stoel. e blikken van allen die naar Rome zien, Wi daar, hoe zij niet alleen trouv den H. Stoel verknocht zijn, maar ook zij in broederlijke eenheid en met [arlijk apostolischen ijver er naar streef- ,n alle moeilijkheden uit den weg te rui en en de wegen voor eenheid te^ effenen. Zoo hebben de Armeensche bisschoppen ch hun voorgangers waardig getoond. De rnwezige studenten van het Armeensche /auselijke Priesterseminarie zijn in waar heid de kinderen van heiligen en martela- >n. De Goddelijke Voorzienigheid be- >hermt en bemint Armenië en heeft het r>o geschikt dat allen elkaar in Rome sa- éntreffen. Moge het uitgestrooide zaad de [te vruchten dragen. deze woorden gaf Z. H. den Aposto- ien zegen. H. ontving ook in plechtige audiëntie veer 500 vertegenwoordigers en ver- Bunwoordigstery van het Internationale t ïbedenverbond „Apostolaat des Gebeds". Pater Aloijsi-Massella, de directeur in talië, geleidde de H. Vader langs de rijen w* -aanwezigen. werd aan den H. Vader een al- en.im aangeboden, getiteld: „Thesaurus Spi nalis Apostolatus Orat-ionk 192S" waarin opgeteekend 'n totaal van *731.657.845 ge- H.H. Missen, Communiën, goede jerken tot intentie van Z. H. den Paus. op- ijd (dragen door de leden van 't Apostolaat. •R s gebeds, van Engeland, Ierland, Argen- lië, België, Canada, Nederland. Frank- k, Spanje Malta, Italië, Polen, China en Vereenigde Staten. Dok werden den H. Vader bloemen aan boden. H. hield een vaderlijke redevoering dankte de leden van het Apostolaat de: beds voor hunne gebeden en goede wer- et Apostolaat des gebeds is wel het vnaamste maar niet het eenigste Aposto- it dat de leden moeten uitoefenen, want moet bijkomen het apostolaat van het ede voorbeeld en het woord. De H. Vader zegende plechtig de aanwe- jen en met hen alle leden van het Apos- I laat. Dezer dagen had in het Vaticaan een '.uwe voorbereidende zitting van de H. ►ngregratie der Riten plaats ter beraad- tging over de heldhaftigheid der deug en van de eerbiedwaardige dienaresse *ods, Alice le Clerc stichteres van de con- egatie van O. L. Vrouw, in verband met ar eventueele zaligverklaring. Alice le Clerc ie in 1622 overleden. De H. Vader heeft Mgr. Isaias Pada- >alos titulair-hisschop van Grazianpolis l'*n assessor van de H. Congregatie van de Jostersche kerk op zijn herhaald verzoek an dit ambt ontheven en hem den titel an honorair-assessor verleend. Tegelijkertijd werd bij schrijven van de uselijke Staatssecretarie mgr. Amleto ovanni Cicognani tot assessor van de Congregatie der Oostersche Kerk be hind. «der jaar heeft te Rome de jaarlijksche cessie plaats ter eere van de eerste mar den van Rome in het circus van Nero, nu het Campo Santo, het kerkhof der Mschers en Nederlanders ligt. *öór het vertrek der Processie hield °f- Maurechi voor de leden van het Col- s® Cultorum Martyrum een voordracht ®r de plaats waar de H. Petrus gekrui- ^erd. Volgens hem was 't het circus' Nero en niet de Janiculus, gelijk BRII eeuwen lang verkeerd werd gemeend. Daarna begon de processie. Het Allerhei ligste werd gedragen door Patriarch von Huyn. De processie trok over geheel het oude circus, hetwelk zich uitstrekte tot aan de poorten van het Vaticaan achter den St. Pieter. In de processie gingen mee de Armeensche bisschoppen, die te Rome hun conferentie hielden, alsmede Baron Mazza- lon, de vice-gouverneur van Rome, en vele prelaten en leden der Pauselijke hofhouding De toebereidselen voor een waardige herdenking van den 25sten verjaardag van het sterven van Paus Leo XIII hebben een aanvang genomen. Deze gedenkdag doet bij de katholieken van de geheele wereld de bewondering her leven voor Dengene die tegenover alle sociale dwalingen de alles herstellende leer van Christus plaatste; die aan de Kerk, met boozen opzet, uit het burgerlijk leven weggejaagd, weer den glans gaf van haar leeraarsambt en haar een nieuwen geeste lijken invloed verschafte. Hij, de groote Kerkvorst, die te midden van zelfzucht en van feilen klassenstrijd optrad als rechter en vredesstichter, door de volkswoelingen te leiden in- de heilzame veilige banen der Christelijke leer. Deze gedenkwaardige dag zal bijzonder gevierd worden op initiatief van de katho lieke actie, die aan Leo XIII zooveel te danken heeft. De Vereeniging van het H. Hart bereid een Teeks conferenties voor, den letterkun digen en socialen paus1 waardig, die de stu die van het Thomisme zoozeer bevorderd heeft en daardoor den weg baande voor den opbloei der wetenschap. Te Rome zal deze dag worden gevierd met medewerking van het Centrale Comité der Missieactie door een een kerkelijke plechtigheid in de kerk van St. Jan van La- terancn, waar het stoffelijke overschot rust van den roemrijken Paus en waar voor hem een monument is opgericht. Daar staat hij in zegenende houding, als de nieuwe bondstichter tusschen Kerk en volk, als de gene die den arbeider terugbracht tot Chris tus, de rechtvaardigheid en liefde weer met elkander verzoende. Het program der plechtigheid is nog niet definitief vastgesteld, maar men zal zorg dragen dat het een herdenking wordt-, den grooten Paus waardig. In het leven van den engelachtigen Aloy- sius wièns eeuwfeest verleden jaar overal werd gevierd, lezen we, dat hij gedurende de pest te Rome de arme zieken op zijne schouders' naar het hospitaal te Rome bracht, hetwelk nu nog de „Consolazione" genoemd wordt, naar de kerk van O. L. Vrouw van Troost, die er naast gelegen is en die bij het hospitaal behoorde. In het hospitaal zelf is thans een beeld geplaatst ter herinnering aan dit feit. Op initiatief van enkele leeken is in te genwoordigheid van verschillende genees- heeren, vertegenwoordigers- van alle scholen der hoofdstad, in den gevel van het hospj- taal een steen gemetseld ter herinnering aan den H. Aloysius, die zelf stierf aan de pest, na de pestlijders verzorgd te hebben. In de „Eogilo d'ordini della. Millitia" wor den normen voor den geestelijken bijstand voor de fascistische militie gepubliceerd. Daarin wordt o.m. gezegd dat met de zielzorg der legionairs Katholieke kape laans belast worden, voor elk legioen één. De leiding van de zielzorg bij de fascis tische militie is in handen van den Italiaan- schen legerbisschop, die volkomen gods dienstige en juridische discipline uitoefent. Hij bepaalt de normen voor de godsdienst oefeningen en de zielzorg. De benoeming der kapelaans heeft plaats- in gemeenschappelijk overleg met 't opper bevel der militie, door den Italiaanschen legerbisschop. De kapelaans bekleeden den rang van een „centurione". De militaire kapelaan is hij zijn intrede in de fascistische partij van contributie ontheven. Hij krijgt geen soldij wanneer er vrede is, alleen in geval van een gewapend conflict krijgt hij dezelfde uitkeering, als de officieren van hun rang bij mobilisatie. Zou er een geschil ontstaan tusschen een kapelaan en de militaire autoriteiten, dan wordt terstond rapport uitgebracht aan het militair opperbevel dat in overleg met den legerbisschop de noodige straffen oplegt. De opperbevelhebber kan op voorstel van den legerbisschop kapelaans benoemen en ook ontslag geven, wanneer zij 55 jaren oud geworden zijn of zieh aan eenige overtre ding hebben schuldig gemaakt- Wat de kleeding der militaire kapelaans betreft, wordt bepaald, dat zij den te Rome gebruikelijken langen toog dragen en, dat slechte op den kraag, het gestichte gouden teeken van de fascistengarde worde aange bracht. Het is hetzelfde embleem dat de officieren der militie dragen. De rangteeke- nen van een kapelaan worden aan den hoed en op den linkermouw van den toog aangebracht. Zij bestaan in een drietal gou den strepen, welke om den hoed en om den mouw worden gedragen. Dieven van een wandelaar. xlviii. Incognito is een mooi en aantrekkelijk ofsch gebaar, dat een groote mate van Oheid van handelen geeft en den officiee- persoon ontlast van tal van dingen die kette en positie eischen. Dat rich omrin- i met een incognito geeft ruimer bewe- vrijer genieten en bovenal meer rusti- t zich vermeien in dc dingen van den d ag het wonder dat ook zoo'n incognito ïls itrok bij het gaan door het groote wan- Ipark des levens, het bosch aan ervavin- r,ik» den ^eg, geplaveid met de dagc- lijksche wisselingen des levens. En in deze gestalte is het meer aanlokkelijk met de oogen open te gaan, te zien, te constatee- ren en dan zonder schroom zijn ervaringen, zijn conclusies daar neer te pennen, onder den zoo alledaagschen naam „Wandelaar". Dan ontkomt hij er wel nietaan,dat men zijn brieven kapittelt, zijn betoog ontleedt en toetst, ja zelfs te licht bevindt, doch dat gaat en gelukkig langs hem heen en rechtstreeks kan men met hem den degen niet kruisen. Voor den Wandelaar is het al een groot genoegen te weten dat men rijn brieven de moeite van het lezen waard achti daardoor wordt- hij gesterkt in zijn bedoeling, iets goeds- te stichten bij tijd en wijle en de geesten zoo nu en dan eens in een bepaalde denkrichting te stuwen, opdat, bij de legio oppervlakkigheid die in onze dagen het menschdom bezielt, bij het af takelen van den ouden, goeden geest, eenig licht op den kandelaar blijve ontstoken, waarbij het zoeken naar verloren dingen wat vergemakkelijkt wordt en dan in een sfeer van gepaste, onderhoudende logica, die het alleen tracht te vinden in den on derhoudenden trant van een eenvoudigen brief. De Wandelaar releveert alleen de feiten, legt bloot wat herziening behoeft en heeft den ernstigen wil te helpen restauree- ren het vervallen gebouw van de christelij ke moraal, dat door de stormvlagen der veranderde tijden en inzichten zoo deerlijk wordt 'gehavend. Dat dit pogen wel eens- wordt becritiseert, wie zal het laken; van critiek toch druipt het leven; dat er ten opzichte van het verhandelde conclusies worden getrokken is te begrijpen. Doch dan zij men redelijk! Door een bijzonder toeval waren wij in de gelegenheid in een klein gezelschap den laatsten brief te-hooren capittelen. Hij was veel te zwartgallig, veel te donker getee- kend, ja zelfs meende men dat het met de jeugd nog niet zoo erg is gesteld en dat den schrijver spoken voor don geest zweven, ja zelfs-, dat hij de jeugd niets gunt. Een heel requisitoir, gespeend van alle clementie. Wij hebben ons toen sterk ver baasd over de mentaliteit van meerderen, die plompverloren ontkennen dat er aan de jeugd nog wel het een en ander mankeert en goed te maken valt. Doch die eigen blindheid rechtvaardigt nog niet, om hem, die wil helpen steunen elke actie, onderno men tot heil van de jeugd, te diskwalifisee- ren. Schrijver dezes, is een doodgewone leek, die een jarenlange ondervinding heeft op politiek-, sociaal- en charitatief terrein en zijn oogen nogal open hield. Hij is als zoodanig geen eenling, doch daar loopen er nog talrijke door het leven, die, als- zij hun ervaringen benutten voor de goede room- sche zaak, heel wat- nut konden 6tichtcn. En daar heeft onze tijd zoo'n behoefte aan en hun dit voor oogen te houden is enkel en alleen het streven in onze brieven. Dat men onzen laatsten brief door een zoo be slagen bril heeft gelezen in den bovenbe doelden kring, is wel teekenend en verraadt een groote mate van kortzichtigheid. Im mers, wij staan niet alleen met onze be schouwingen, want slechts twee dagen eer der ging er op de Ilanzevergadering, van uit meerdere vadermonden een in mineur gestemde kreet op, wat er van de midden- standsjeugd toch in de toekomst wel terecht moet komen. En men voelde het daar: vree- ze, bange vreeze hebben die gezinshoofden daar geuit voor het toekomstig lot van hun en anderer kinderen. Waardoor een ern stig tekort aan de buiten-huiselijke jeugd- verzorging werd geconstateerd. Daar wer den sterke termen gebruikt en duidelijke verklaringen gegeven omtrent het funest.' van den toestand. Dat was niet de klacht- van den vader die zijn kinderen niet meer kan in de hand houden, maar het was meer het constatceren van het gemis- van een aanvulling, die, de jeugd, zoodra zij buiten de deur treedt, opvangt en de mede-ver zorging ter hand neemt. En juist in de kringen van den middenstand ontbreekt nog zooveel te dien opzichte. Er is wel „wat", doch ter vergadering kon men het hooren, het is niet „dat". En te begrijpen was het dat men in het innig verlangen, de middenst-andsjeugd een even goede verzor ging te geven, als in den arbeidsstand ge schiedt, het verlangen uitsprak, een instel ling te bezitten van den breeden opzet als de Delftsche congregatie, die, reeds ruim 75 jaren bestaande, aan stand en land zoo veel ijverige werkers op allerlei roomsch vereenigingsterrein heeft geleverd. En wij kunnen dit verlangen ten volle begrijpen, want het devies: „Filios tuos ego salvabo: Ik zal uw zonen behoeden", is daar uitge groeid tot een krachtigen steun aan het- godsdienstig leven, dat daar bloeit en tot krachtige daden inspireert. Dat er iets moet gedaan worden tot heil van onze jeugd, staat- als paal boven water en behoeft geen nader betoog. Doch wij vragen ons af, zal er met praten wel een stap nader worden getreden tot het- doel? Zullen we weer een heele lappendeken van wenschen en verlangens aaneenrijgen met den draad va-n nuttelooze vertogen? Zullen we de jeugd nog langer laten hongeren naar een band, die bindt aan orde en rustig beschouwen van het nut- voor de toekomst. Want men geeft wel af op de jeugd, men vervult de lucht met jeremiaden over alles en nog wat. doch de handen uit de mouw steken, daden stellen, offers brengen, dat laat men zoo gemakkelijk aan anderen over; men acht er zich af. als men heeft ge constateerd wat er aan ontbreekt. En ter wijl men delibereert, gaat de jeugd steeds verder van honk af; terwijl men consta teert zakken er weer eenigen in de put. Wanneer men aan onze jonge middenstan ders geeft een eigen home, een plaats, waar in zij zich onder leiding kunnen uitleven, in allerlei vermaken en de beoefening van sport, muziek, tooneel en daaraan verbindt de onmisbare verzorging der geestelijke be langen, dan hebt gij de jeugd, dan wordt de straat lediger, doch het beleven van het roomsche ideaal wordt- voller; dan worden elders vaak verderfelijke banden losgebon den, doch hier gaat gebonden worden een jonge ziel, met idealen aan wat goed en edel is. Want de jeugd is niet zooals men haar vaak afschildert cn waartoe ook veelal redenen zijn. Als in dat jonge, tot rijpheid komende leven, vol idealisme, openbreekt de kracht van den wil, dan kan die zich ze ker ten kwade keeren, doch, als men in de nog jonge jaren deze ziel heeft gevormd, dat verstand toornend heeft geleid, dan zal de volle rijkdom van een getraind geloofs leven, van een,weten en willen ten goede ons schenken jonge menschen van karakter, van deugd en van energie. Zij zullen durven te leven, niet naar de wereld, doch naar dc groote en onvervreemdbare richtlijnen, door geloof en zeden aangegeven. Dan zal de vrede in vele huisgezinnen intreden en talrijke ouderzorgen verlicht worden. Dan zal de jeugd, ook die van den middenstand, fier het hoofd heffen, vrij en frank gaande langs de gevaren van het leven, zich be wust van het hooger doel, waartoe de mensch is geschapen. En in zijn geest zal een licht zijn ontstoken, dat te onderschei den en te toetsen weet, wat als goed en kwaad op den levensweg ligt en waarvan hij het eerste zal kiezen als een kostelijk bezit. WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. 1e helft Augustus. Winterspinazie en veldsla worden thans gezaaid op de bedden, die leeg zijn gekomen, waarop b.v. erwten en peulen gestaan hebben. Voor dat men zaait, wordt het land eerst diep omgespit en goed vochtig gemaakt, indien het te veel is uit gedroogd. Het zaad voor winterspinazie moet rond zijn, dus niet zooals men in 't voorjaar gebruikt-, dan neemt men scherp zaad. Zaai niot te dik, en komt de groente nog dik op, dun ze dan wat uit. Ge krijgt dan groote bladeren. Veldsla kan wel wat dikker gezaaid worden; overigens is de be handeling nagenoeg dezelfde. De grond moet goed vochtig zijn, bij droog weer slaat men hem plat met een platte schop. Wij herinneren nog voor velen, die dit niet weten, dat spinazie kan overwinteren en dan in 't voorjaar weer begint te groeien. Daar zijn nog zeer velen ook, die meenen dat spinazie alleen een voorjaarsgroente is. 't Is anders; men kan bij gunstig weer, den heelen herfst door spinazie telen, en dit is van belang, omdat zij een bij uitstek gezonde groente is en aan vele patiënten wordt voorgeschreven. Dezen behoeven dus niet hun. toevlucht tot blikgroenten te nemen. Op den kouden grond kan men nu nog wel eens wortelen zaaien, maar langer moet men niet wachten. Bij een mooien nazomer kan men ze zelfs nog in 't laatst van October en in November nog plukken. Is de nazomer niet- gunstig, dan blijven ze wellicht voor t gebruik te klein. In dat geval laat men ze staan en bedekt ze gedurende den wint-cr met stroo, nog lx>ter met bladeren. Is de winter voorbij, dan ontdekt men ze, waarna ze weer gaan groeien. Dan heeft men vroeg in 't voorjaar al worteltjes van den kouden grond. Wie een bak heeft, zaaie nu in den bak, men kan dan als het koud wordt, de ramen op leggen, en over 2, 3 maanden nog jonge worteltjes eten. Einde Juli, begin Augustus- begint de pluk der stokboonen. Men plukke ze bij warm weer om den anderen dag. Snijboonen toch mogen niet hard zijn, wat ze nu spoedig worden en waardoor ze hun malschheid verliezen. Heeft men er op een oogenblik veel van, dan kan. men ze in een koelen kelder lang bewaren, t Is echter eiseh, dat men ze goed uit elkaar legt. Eenigszins anders in het met suiker- of spercieboontjes. Deze heeft men het liefst, als er boontjes in beginnen te komen; het plukken op tijd komt er dus niet zoozeer op aan. Voor den inmaak gebruikt men evenwel de jonge, die moet men dus pluk ken als er nog geen boontjes inzitten. 'k Wil hier nog iets zeggen over het zaadwinnen van meloenen en kom kommers. Het zaad in do meloen aan wezig zet men eenige dagen in water. De vruchtbare zaden zakken naar beneden, de looze blijven drijven, zoodat men het goede gemakkelijk herkent. Men laat het water wegloopen en laat het goede zaad op een bakje in de zon drogen, tot de pitten goed hard zijn geworden. Gedurende den winter bewaart men het zaad op een droge plaats, b.v. in doosjes, waarin gaatjes gemaakt zijn dm de lucht toe te laten. Wat 't zaad- winnen betreft-, worden de komkommers eveneens behandeld. De komkommers late men echter zoolang liggen, tot zij bijna tot rotting overgaan. Dan snijdt men ze open en neemt er het zaad uit. In den bloemhof. Op verschillende tijden worden de rozen van stek gestoken, deze tijd is zeer aan te bevelen. Men neemt hout dat uitgebloeid is, de stek wordt in een schuinsche richting langs een oog ge sneden, in zuivere aarde gestoken en in de volle zon geplaatst-. Na 2 a 3 weken ma ken de stekken reeds worteltjes, waarna ze in een klein potje opgepot en in den winter vorstvrij gehouden worden. Ook steekt men ze wel in October of November onder glas in wit- zand. de eerste manier is echter beter, omdat de plantjes dan in het voorjaar niet door het oppotten te lijden hebben, als bij de tweede manier moet ge schieden. Alle soorten rozen laten zich ge makkelijk van stek kweeken, sommige ech ter zullen van stek niet zoo goed bloeien, voor deze is het beter ze te occulecren of te veredelen. U wilt a.s. voorjaar Cine raria's in bloei hebben of ongeveer Mei op een perk zetten. Dan moeten ze nu ge zaaid worden. Dadelijk na het zaaien in de schaduw en bedekken met een glasruit. Na het opkomen de ruit er af. De plantjes worden zoodra ze groot genoeg zijn elk afzonderlijk in een klein potje gezet en na eenigen tijd in grootere potten overge plant. Een goede grond voer Cineraria's is: vergane bladaarde met paardemest of met oude koemest vermengd. De grond moet vast aangedrukt worden, daardoor blijven de planten lager en stemmiger bij het groeien. Laat de planten zoo lang mogelijk buiten blijven Gelijkt het weer naar vorst dan kan men er een mat voor zetten. On geveer November gaan do planten naar binnen en worden zoo koud mogelijk be waard. Vorstvrij houden is reeds genoeg. Nauw verwant aan de Cineraria's zijn de Calceolari"'s Haar behandeling is onge veer de? .e, zij worden nu ook gezaaid. Daar het zaad echter wat fijner is, moet men geen aarde over 't zaad strooien, maar het slechts met de hand wat- aandrukken. Ze worden ook eerst in kleine potjes gezet, later in grootere. Zijn de plantjes niet te groot, dan kan men ze wel in kleine potjes laten overwinteren en ze in 't voorjaar ver planten. HET EUCHARISTISCH TRIDUUM VOOR ZIEKEN. Het comité, dat het Eucharistisch Tri duüm voor ziekon heeft georganiseerd, heeft deze week haar voorloopige eind- vergadering gehouden. We behoeven niet meer te herhalen dat het Triduum schitte rend is geslaagd. Dat weet heel Katholiek Leiden en omgeving. Intusschen hebben sommigen zioh afgevraagd: Zullen de kos ten wel gedekt zijn, gezien de schitteren de versiering in de kerk, het vervoer met zieken-auto s, het verstrekken van verver- schingen enz. aan de zieken, en nog veel meer, wat veel geld kost. Het Comité kan, gelukkig, allen gerust stellen. t>&nk zij de vele milde bijdragen, heeft het Comité geen tekort, kon het aan al zijn verplichtingen voldoen Wij kunnen verder, tot veler verheuge nis mededeelen, dat mede op zeer drin gend verzoek van velen door het Comité is besloten, het volgend jaar, weer een Eucharistisch zicken-t-riduum te houden in de St. Josephskerk. Het Comité blijft sa mengesteld als nu het dagelijksch be stuur bestaat uit de heeren H. Simonis, voorzitter; Th. v. Ovost, secretaris; G. Ka- gie, penningmeester en pastoor Leusen. Wij laten hier volgen eenige van de vele brieven, die pastoor Leusen en het Comité van dankbare zieken hebben ontvangen. (Plaatsnaam en onderteekening zijn weg gelaten). Zeereerw. Heer! Daar ik geen gelegenheid gehad heb, om U te bedanken, voor die drie mooie dagen, bij U in de kerk doorgebracht, kan ik het niet nalaten, om U even schriftelijk te bedanken. Ik kan het niemand vertellen, wat ik in die dagen genoten heb, en hoe gelukkig ik geweest ben, vooral omdat ik in zoo'n langen tijd niet in de kerk was ge weest-. En zoo een dag als Vrijdag vergeet ik nooit meer. Ik wil wel weten, dat ik die dagen gelachen en gehuild heb, vooral toen de bruidjes hun bloemen aan ons bed brachten. Dat was erg aandoenlijk. Nu, Eerw., nogmaals mijn hartelijken dank aan U, en aan allen, die er toe hebben bijgedra gen, of aan geholpen hebben. Ik zal U en hen in mijn gebeden herdenken. ZeerEerw. Pastoor! Bij dezen wil ik U var. harte vriendelijk bedanken voor die overgroot© heerlijke da gen, welke wij naast God aan U te danken hebben. O, wat zijn dat heerlijke dagen ge weest, gewoon niet om uit te spreken. Ui kunt begrijpen, Pastoor, in zooveel jaren heb ik geen Lof en geen Hoogmis kunnen bijwonen, hoe heerlijk deze dagen voor mij geweest zijn, zoo troostvol dat-, hoe graag ik ook genezen zou willen zijn, het bij mij niet opkwam, om het O. L. Heer te vragen, maar, dat ik alleen altijd maar kon vragen, om kracht en sterkte, dat ik toch maar al les geduldig zal kunnen dragen. Velen met mij hebben zich die dagen overgelukkig ge- voeld. Daarom, Heer Pastoor, kon ik niet nalaten, U van harte mijn dank te betui gen, dat ik door U zulke heerlijke dagen! heb mogen genieten. Ik hoop, dat de goede God U er overvloedig voor zal mogen zege nen en ook allen die ons zoo liefelijk heb ben geholpen. Met de meeste hoogachting en vriende lijk groetend ZeerEerw. Heer Pastoor Door deze breng ik U mijn hartelijken dank voor de heerlijke cn schoone dagen, mijn dochtertje bereid. Het kind hoeft dio drie dagen zoo genoten, is zoo overgelukkig geweest, dat het niet onder woorden to brengen is en het zich met geen pen laat beschrijven. Ondanks haar groote vermoeid heid zag ze weer met verlangen naar den volgenden dag uit, en had zij gewild, dat dio dagen nooit een einde hadden genomen. Wat een heerlijke en schoone gedachte heeft U bezield, toon ge besloot, een tri duum voor zieken te houden, en wat- een geluk is het geweest voor zoovele zieken en gezonden dat U die gedachte ten uitvoer heeft gebracht. Ik dank U hartelijk voor dc vele zorgen! en opofferingen, die het U gekost zal heb ben, dit triduum zoo schitterend te doen! slagen. Maar Uw moeite is rijk beloond ge worden toen er zooveel zieken aan Uw op roep gehoor gaven, dit triduum bij te wo- wonen, en wat gelukkig moet ge U niet ge voeld hebben, toen ge zoovele blijde en ge- lkkige gezichten om U heen zag. Wat schoon cn schitterend was Uw kerk ver sierd cn alles zoo prachtig geregeld. Hoo gelukkig en thuis voelden de zieken zich daardoor in Uw kerk en wat jaipmer von den zij het- wanneer ze de kerk weer moes ten verlaten; ze hadden er wel altijd willen blijven. Doch ook de gezonden hadden he kel de kerk te verlaten, zoodat na iedero godsdienstoefening de menschen als 't waro gedwongen moesten worden de kerk te ver laten. De dagen van het triduum zijn voor mijn dochtertje en mij onvergetelijk schoone en heerlijke dagen geweest, waaraan wij met dankbare en blijde herinnering terug zullen denken. Met verlangen zien wij nu al uib naar het volgende triduum. Wij hebben met blijdschap vernomen dat U het vol gend jaar wederom een triduum voor zie ken zult houden, en hopen en bidden, dat wij hierin niet teleurgesteld zullen worden. U hartelijk dankende ook uit naam va*i mijn dochtertje voor de gelukkige dagen van het triduum, verblijf ik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5