KERKNIEUWS.
wijten. Een der bewoners zou uit wraak,
omdat met uilzetting werd bedreigd, den
toren in brand hebben gestoken.
Plichtsgetrouwheid met den dood betaald.
Toen de Woensehe sneltrein het station
Radkersburg in Stiermarken binnenreed,
bemerkte een wisselwachter, dat, hoewel
het sein op veilig stond, de wissel ver
keerd stond, zoodat de binnenrijdende
trein, die vol reizigers was, verongelukken
moest. De wissel wachter, die het groote
gevaar onmiddellijk inzag, waagde het op
het laatste oogenblilc den wissel om te
gooien. Hij kon zich echter niet tijdig
meer in veiligheid brengen en werd door
de locomotief gegrepen. De man was op
slag dood. De plichtsgetrouwe beambte
laat een weduwe met twee kinderen ach
ter.
D-trein ontspoord.
Zaterdagmiddag om twee uur is de loco
motief van den D-trein Friedrichshafen—
btuttgart bij het station Ummendag ont
spoord en gekanteld. Allo wagons van des
trein zijp in het spoor gebleven. Van de
reizigers zijn door den schok 15 licht ge
wond, de stoker is vrij ernstig gekwetst.
ANGSTIGE UREN OP DE
„JERVIS BAY".
Hoe blinde passagiers op het schip
huis hielden.
Hun cellen ondor water gezet.
Dezer dagen werd gemeld, dat do mui
terij was uitgebroken op het Australische
stoomschip „Jervis Bay". Zoo erg bleek
het wel niet te zijn, het waren slechts een
paar verstekelingen of z.g. „blinde" passa
giers, die het de bemanning flink lastig
hebben gemaakt.
Een onderzoek ingesteld, nadat het
schip uit Fremantle was vertrokken, wees
uit, dat zich acht blinde passagiers aan
boord bevonden, onder wie een halfbloed
uit Cuba. Zij begaven zich onder de pas
sagiers en sliepen in ledige huiten. Huil
werd medegedeeld, dat zij zich alleen op
het achterdek mochten begeven, maar al
spoedig werden zij ook op het promenade
dek aangetroffen, waar zij dansende da
mes lastig vielen. Na een gevecht met de
bemanning werden zij naar cellen ge
bracht, doch den volgenden dag wist de
Cubaan zijn boeien te verbreken, met be
hulp van een ijzeren staaf, die men per
ongeluk in zijn cel had achtergelaten, ter
wijl hij ook de sluiting van zijn cel wist
te forceeren.
Blijkbaar heeft hij ook zijn vrienden we
ten te bevrijden, want later zag men weer
vier blinde passagiers in de passagiers-
vertrekken, terwijl een vijfde lag te sla
pen in do hut van de stewardess. Toen
zij weer naar hun cellen werden gebracht,
begon de Cubaan amok te maken al spoe
dig geholpen door do anderen. Een ge
vecht volgde, leden der bemanning wa
penden zich en ook verscheidene passa
giers assisteerden. Ten slotte nam men
zijn toevlucht tot de brandspuit en inder
daad gelukte het daarmede den tegen
stand te breken, zoodat de mannen weer
konden worden opgesloten. De cellen wer
den toen gedeeltelijk onder water gezet.
De meeste passagiers waren toen ge
rustgesteld, slechts eenige vrouwen bleven
bang. Den volgenden morgen ,zag men
rook komen uit de celdeuren, terwijl door
de raampjes brandende stukken van kus
sens en dekens werden geworpen. Men liet
toen nog meer water in de cellen stroo
men, dat spoedig CO c.M. hoog stond.
Bovendien werd in het geheim een mi
crofoon opgesteld, waardoor men even-
tueele plannen kon afluisteren. Daardoor
werd ontdekt, dat de bandieten voorne
mens waren het schip in brand te steken.
Dit plan kon verijdeld worden doordat
men, zoodra rook werd gezien, opnieuw
water in de cellen liet stroomen. In hun
woede sloegen de opgeslotenen daarop al
het houtwerk stuk.
De kapitein besloot toen draadloos as
sistentie te vragen van een oorlogsschip.
Den volgenden dag beperkten de blinde
passagiers zich ertoe onder elkaar te twis
ten. Een der mannen hoorde men dreigen:
„Ik zal je vermoorden, leelijke neger en ik
meen het". Een gevecht volgde, geduren
de hetwelk de Cubaan met zijn rug tegen
den muur zich tegen vier mannen verde
digde. Een Ier wist hem uit die netelige
situatie te redden. De verstekelingen wei
gerden aanvankelijk alle voedsel en wier
pen hun brood in zee. Den volgenden dag
Avas het rustig.
Zaterdagochtend kwam het marine-
vaartuig „Slavol" langszij, dat tien matro
zen aan boord zette, die de wacht over
namen. Den blinden passagiers werd
daarop verlof gegeven weer aan dek te
wandelen. Zij beweerden zeer zwak te
zijn, doch een, die voorgaf ziek te zijn,
bleek to simuleoren. Berichten over mui
terij van do bemanning zijn absoluut on
juist.
De acht mannen zijn gistermiddag doffr
den politierechter te Colombo veroordeeld
tot 5 1/2 maand gevangenisstraf, omdat zij
zich aan boord hebben verborgen, bij
voorduring weigerden bevelen op te vol
gen, brand hebben veroorzaakt en wanor
delijkheden hebben uit gelokt. Het ver
zoek, dat de mannen in Engeland zouden
worden gevonnist,' werd afgewezen.
PROEFNEMINGEN MET DEN
RAKETWAGEN.
Het snelheidsmonster vernield.
Uit Klein Burgwedel wordt gemeld:
Vóór de eerste rijproef met den Opel-
raketspoorwagen It. A. lv. 3, welke Zater
dag plaats vond, verklaarde Fritz von
Opel, dat hij van de idee om een sprong
in de wereldruimte te maken, afgezien
liad.
Den wagen liet men daarop onbemand
gaan. Onder g.oot lawaai en met hevige
rookontwikkeling vloog de It. A. K. 3
met een in do verte zichtbaren vuurgloed
naar het vastgestelde eindpunt.
In tegenstelling met de op den Avus-
baan gestarte lt.A.K. 2, waren bij de B.
A. K. 3 vier raketten schuin naar boven
gebracht.
Deze proefrit had plaats op spoorsta
ven.
Voor de tweede proefrit werd de R. A.
K. 3 met viervoudige lading aan raket
ten losgelaten, terwijl men er een kat
in zette om het effect, dat door den enor-
men luchtdruk e.d. veroorzaakt werd, op
een levend wezen te beproeven.
Na het startschot ontploften de raket
ten van de B. A. IC. 3 onder geweldige
rookontwikkeling en ontzettend gedruisck.
Bijna tegelijkertijd werd de R.A.K. 3 uit
de rails geworpen en uit het gezicht ge
slingerd. De wagen sloeg in splinters.
De tweede poging is mislukt en verdere
pogingen kunnen vooreerst niet genomen
worden. De afgelegde weg bij den eersten
rit bedroeg 5 K. M. Na den tweeden IC.M.
werden automatisch andere raketten ont
stoken. Bij de derde K.M. zette de rem-
raket zich in werking en de wagen liep ten
slotte goed uit.
Do eerste proef noemde von Opel ge
slaagd. Men stelde zonder voorbehoud
vast, dat de .eerste poging' volgens do ver
wachtingen verliep en dat do volgende
snelheden werden bereikt: Na 50 M. 70
K.M. per uur, na 250 M. 180 K.M. per uur
en na 500 M. 254 K.M. per uur.
Men vermoedt, dat de poging met een
sterkere lading, welke mislukte, aan de
sterke lading der raketten te wijlen is.
Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Een zeldzaam huwelijk.
Zaterdag is te Boom bij Antwerpen het
huwelijk ingezegend van de drieling-zus
ters Josefien, Filomena en Maria Boey-
naems. Heel Boom was in vlaggen tooi en
nam deel aan de viering van deze voorze
ker zeer zeldzame gebeurtenis.
PLOTSELINGE GENEZING TE
LOURDES.
Mejuffrouw H. uit Maastricht van
tuberculose genezen.
Men meldt ons uit Maastricht, d.d. 25
Juni:
Bij den penningmeester der achtste
Limburgsche Bédevaart naar Lourdes is
van den leider een telegram ontvangen, af
gegeven te zes uur namiddag, van den vol
genden inhoud:
„Meld onmiddellijk familie Heufschen,
Tafelslraat-, Maastricht, plotselinge gene
zing dochter.
Twaalf doktoren hebben haar genees
kundig onderzocht en vonden niet meer de
geringste afwijking."
Mejuffr. H., was lijdeaxl aan tuberculose
in de buikholte en in de beeneïi.
UITVAART KANUNNIK H. J. ZONDAG.
Ondev veel belangstelling heeft gisteren
morgen te Vogelenzang de plechtige uit
vaart en begrafenis plaats gehad van den
hoogeerw. heer H. J Zondag, in leven pas
toor aldaar, oud-deken van Noordwijk en
kanunnik van het Haarlemsche Kathedrale
Kapittel.
Zondagavond werden om kwart over ze
ven de Metten gezongen.
Agens was Mgr. M. P. J. Möllmann; dia
ken de vlootaalmoezenicr J. Alink, oud-ka
pelaan der parochie; sub-diaken kapelaan
W. Nijssen, oud-kapelaan der parochie; ce-
remoniarius kapelaan J. Schmidt (deservi-
tor); cantores reetor Jansen Schmidt van
het St. Bavo-Gesticht te Noordwijkerhout
en kapelaan van Gastelen uit Sassenheim.
Van de kanunniken waren aanwezig:
Mgr. H. J. M. Taskin, Vicaris-Capitularis;
regent Th. Ebbinkhuijsen van het Klein
seminarie ,Hageveld" te Heemstede, Deken
Dessens, Plebaan L. A. A. M. Westerwoudt.
Onder de geestelijken merkten wij nog
o.m. op: Mgr. Holiërhoek, dr. Vlaar, van
het Lyceum te Overveen; pastoor Verde-
gaal, zoon der parochie; pastoor Hafken-
seheid, oud-kapelaan der parochie; Rector
Kleintjes vart OegstgeestLecraar Vis van
„Hageveld"; Deken Borsboom van Noord-
wijk; pastoor. IJzermans van Heemstede;
pastoor Thomann en zijn' kapelaans van
Lisse; Pastoor Wassen van Bennebroek;
Rector Kok en Pater Buschman, assistent.
Gistermorgen werd de plechtige Requiem
mis, na de Lauden, opgedragen.
De H. Mis van Requiem werd opgedra
gen door Mgr. Ii. J. M. Taskin, Vicarius
Capitularis, met assistentie van de pas
toors H. Verdegaal, diaken en H. J. M.
Ilalkf nseheidt subdiaken. Als cantores fun
geerden rector J. J. M. Jansen Schmidt van
hob St. Bavogesticht te Noordwijkerhout en
kapelaan W. C. van Gastelen. Ceremo-
niaris was kapelaan J. Schmidt.
Aanwezig was het geheele Hoogwaardig
Kapittel van het Bisdom, mgr. dr. A. Hen-
sen, mgr. de Gruyter, Deken Rengs, velen
der bovengenoemde en nog andere eerw.
hceren geestelijken.
Na de H. Mïb werd de lijkrede gehou
den door den hoogeerw. heer kanunnik G.
C. van Noort.
We staan hier, aldus spr., bij de lijkbaar
van een man, wiens afsterven meer dan een
jaar lang door ons allen voorzien en ver
wacht werd, maar dat toch allen vervult
met oprechten rouw, omdat we beseffen, dit
zijn heengaan in ons hart een plaats open
laat, die niet meer zal worden ingevuld.
Het zou weinig strooken met het karak
ter van den overledene, zoo ik beproefde
om hier een plechtige lijkrede te houden.
Geen plechtige rede, maar een eenvoudig
woord van waardeering en van dankbare
herdenking.
„Leert van mij, omdat ik zachtmoedig en
nederig van harte ben". Dat zijn de woor
den van Christus onzen Heer en we zijn
zoo gewoon die woorden te hooren en te ne
men als reine waarheid, dat het haast een
soort van profanatie lijkt ze te leggen in
den mond van een inensch, zelfs een voor-
bceldigen mensch.
„Leert van mij, omdat ik zachtmoedig
van harte ben". Was niét bescheidenheid,
zachtheid, vredelievendheid de voornaam
ste grondtrek van zijn karakter? Bijna vijf
tig jaren heb ik hem gekend, gedurende een
lange reeks van jaren van zeer nabij ge
kend. En als ge me vraagt, hebt gij den
overledene ooit in drift gezien, hebt ge ooit
harde hartstochtelijke woorden uit zijn
mond gehoord, dan kan ik zonder aarzelen
antwoorden: neen, nooit.
Pastoor Zondag was de goedheid in per
soon. Niet zóó, alsof hij alles van zijn kant
liet gaan, niet zóó, dat hij voor zijn over
tuiging of voor zijn plicht niet opkwam,
maar zóó, dat hij altoos meegaande was,
waar hij het maar even wezen mocht.
„Leert van mij,-omdat ik ootmoedig van
harte ben". Niemand is zacht, die hoog
hartig is of die zichzelven zoekt. Is er
iemand onder u allen, die door den over
ledene ooit uit de hoogte behandeld werd?
Wien hij zijn meerderheid of zijn waardig
heid ooit wilde laten gevoelen? Zeker, gij
zult zijn priesterlijk gezag en zedelijk over
wicht beide gevoeld hebben, te dieper ge
voeld hebben, naarmate ge nader met
liem in aanraking kwaamt; maar dan was
dat zijns ondanks en zóó, dat het niet neer
drukte, maar vertrouwen inboezemde en
opbeurde.
Zichzelven niet zoeken, zijn eigen eer
niet en zijn eigen belang niet, dat is het
echte kenmerk van een nederige.
Hij heeft over zijn zorgen en kommer ge
zwegen, zelfs tegenover zijn best en mee5t
vertrouwde vrienden.
In het voorjaar 1023 begreep hij, dat het
einde langzamerhand naderde en dat hij
voor zijn parochie weinig of niets meer zou
kunnen doen. Maar toen reeds ook dadelijk
bij hem de gedachte, dat hij dan ook niet.
langer in zijn pastorie blijven mocht, dat hij
geen lastpost voor zijn parochie worden
mocht.
En nu, 't is vandaag de feestdag van St.
Adalbert, metgezel van den'H. Willibrordus,
een der roemrijkste apostelen in ons vader
land.
Van den H. Adalbert zingt de Kerk: „In
den geest van ootmoedigheid was hij wel
behaaglijk aan den Heer en werd opgeno
men ten hemel". Zouden we dat. woord in
zijn geheel, niet'enkel voor het eerste, maar
ook voor het l&atste gedeelte reeds mogen
toepassen op onze dierbare overledene? We
hopen het, ik durf gerust zeggen: 'we ver
trouwen het. Maar we weten het toch niet.
Moge het gebed en de offers uwer liefde
allereerst zijne ziel, maar met haar ook de
zielen van al degenen, onder wie hij ge
werkt heeft, geleiden voor het aanschijn
van God in den hemel, die in eeuwigheid is
de vreugde en 'het geluk en de zaligheid
zijner uitverkorenen.
De absoute werd verricht door Mgr. H.
J. M. Taskin, Vicarius Capitularis.
Pater W. Stolte O.E.S.A. f
Zondagmorgen om vijf uur is de Wel-
eerw. Pater W. Stolte O.E.S.A., kapelaan
der St. Rita-kerk te Amsterdam, die reeds
geruimen tijd lijdende was aan een maag
ziekte, overleden, op 49-jarigen leeftijd.
Pater Stolte werd den Tden Augustus
187S te Amsterdam geboren. Hij trad reeds
vroeg in de orde van den H. Augustinus en
werd na volbrachte studie in 1902 priester
gewijd. Nadat hij eenige jaren als kapelaan
werkzaam was geweest, te Nieuwendam,
werd hij naar Utrecht geplaatst, waar
eenige jaren later, tot pastoor werd be
noemd van de nieuwe St. Rita-kerk aldaar.
Na een reeks van jaren van harden ar
beid vertrok pater Stolte naar Eindhoven,
waar hij als assistent werkzaam was.
Twee jaar geleden werd hij tenslotte be
noemd tot kapelaan van de St. Rita-kerk
te Amsterdam.
Gouden jubileum der Priesters van het
H. Hart.
Zondag is te Leyenbroek-Sittard in het
Missiehuis het vijftig-jarig beslaansfeest
van de Congregatie cler Priesters van het
H. Hart van Jezus gevierd.
Nadat Zaterdag Z. D. H. Mgr. Lorenzo
Schioppa, Pauselijk Intcrnutius Den Haag
in genoemd klooster arriveerde, hebben
Zondag nog tal van geestelijke autoriteiten,
waaronder eenige abten en prelaten, van
hunne belangstelling doen blijken.
Zondagmorgen te half tien heeft Z. D. H.
Mgr. Schioppa in de nieuwe „Christus Ko-
ning"-kerk eene pontificale Hoogmis gecele
breerd, waarbij assisteerden Pater Dicken-
baum cn Pater Wetzels van het Missiehuis,
resp. als Diaken en Sub-diaken.
De feestelijke dag werd met een plechtig
lof besloten.
ROELOFARENDSVEEN ALS
TUI NBOU W-CENTRUM
Het tuinbouwbedrijf, dat in Nederland,
met zijn vruchtbaren en vochthoudenden
bodem en zijn mild klimaat, zoo'n gunstige
plaats inneemt, zoodat een zeer groot aan
tal klein-bedrijven zelfstandig kunnen wor
den gedreven, is ongetwijfeld voor ons land
een groote zegen.
Van niet te onderschatten sociale betee-
kenis immers moet een bedrijfstak worden
geacht, die aan een groot aantal voor-
eigen-rekening-werkende menschen met
hun gezinnen op een betrekkelijk kleine
oppervlakte grond hun dagelijks brood
weet te verzekeren.
Uit maatschappelijk oogpunt gezien
staat op de eerste plaats vast, dat,
waar de bodem op de meest intensieve
wijze wordt bearbeid, in den regel een
maximum van opbrengst wordt verkre
gen; en op de tweede plaats, dat alle bij
het bedrijf betrokken personen het groot
ste belang hebben bij een zekere mate van
vrijheid en een stabiele orde in onze sa
menleving.
Het tuinbouwcentrum Roclofarendsveen
waar wij thans een artikel aan wijden,
is een streek van groentencultuur, die in
de laatste jaren belangrijk in omvang cn
activiteit is toegenomen. Van de talrijke
hindernissen en moeilijkheden, welke daar
door taaie volharding en samenwerking
zijn overwonnen eer tot stand kwam wat
thans is bereikt, zouden boekdoelen te
schrijven zijn. Vele van onze lezers zullen
zich nog wel de belangwekkende artike
len over „het veilingwezen te Roelofarends
veen" herinneren, die in 1926 in dit blad
verschenen.
Do talrijke en .uiterst ingewikkelde
moeilijkheden bij den afzet voor de Veen-
sche producten zijn aan de lezers eenigs-
zins bekend.
Waarom veelzijdigheid in producten?
De groentenkweekers van Roclofarends
veen bepaalden zich voorheen tot een klein
aantal speciale cultures, die dan ook
op een hoog peil van volmaaktheid ston
den. Niet dus, zooals in de omgeving van
Leiden, waar men peen, kropsla, spinazie,
radijs, uien, keukenbieten, prei, selderie,
komkommers, tomaten, aardbeien, vroege
aardappelen, andijvie enz. teelt.
Oorspronkelijk waren het slechts enkele
producten nl. erwten (doperwten en peu
len) boonen en augurken van wier oogst
het bestaan van den Veenschen tuinder
geheel afhankelijk was, doch in den laat-
sten 20 jaar is daar heel wat wijziging
ingekomen. Een ver doorgevoerde specia
liseering in den groententeelt levert in den
tegenwoordigen tijd voor den tuinbouw
meer nadeelen dan voordeelen op.
Het bedrijf wordt o.a. te zeer afhanke
lijk van een bepaald afzet-gebiedbelem
mering van invoer, wijziging in het wel
vaartspeil, concentratie bij den inkoop le
veren niet te berekenen gevaren op voor
den welstand van den tuinder. De werk
zaamheden in liét bedrijf zelf zijn dikwijls
onregelmatig en oneconomisch over het
jaar verdeeld, over het algemeen wordt er
in de drie zomermaanden bovenmatig lang
gewerkt, zoodat de werklieden maar en
kele uren rust hebben in een geheele week;
de bodem wordt op eenzijdige wijze uitge
put, waardoor belangrijke hoeveelheden
plantenvoedsel, geschikt voor andere
groentengewassen, nutteloos verloren
gaan. De kans voor het optreden van plan
tenziekten, met belangrijk schadelijke ge
volgen, is zeer groot, terwijl tenslotte de
uitbreiding voor den tuinbouw met hoog
opgevoerde speciale cultures steeds een
uitbreiding vraagt van de hoeveelheid be-
teelbaren grond.
Uitbreiding en combinatie met andere
cultures maken de tuinder minder afhan
kelijk van een bepaald afzetgebied, ver
minderen ziin risico en maken het moge
lijk, dat de bedrijven kleiner kunnen zijn,
zonder dat de inkomsten verminderen.
Het mag echter niet over het hoofd wor
den gezien, dat de tuinbouw zóó uitge
oefend een zeer ingewikkeld vak is, dat
naast theoretische kennis veel practische
ervaring eischt voor het welslagen. Niet
iedere tuinder is in staat zijn teelt met
andere cultures uit te breiden. Dit neemt
echter niet weg, dat men er in Roelof
arendsveen, met behulp vooral van vak
kundige voorlichting en tuinbouw-onder-
wijs in geslaagd is, vele belangrijke wijzi
gingen en verbeteringen aan te brengen.
De aardbeien in mooie doosjes!
Van steeds groote beteekenis wordt in
de laatste jaren de teelt van vroege aard
beien, die hoofdzakelijk onder platglas
worden goteelt. In het afgeloopen seizoen
werd er voor circa 150.000 aan vroege
aardbeien omgezet.
Een eigenaardigheid die men voorname
lijk in Roelofarendsveen aantreft zijn de
doosjes van 11/2 ons inhoud. Zoo'n verpak
king beschermt de vruchten op hun reis
naar den consument tegen allerlei bescha
digingen en ongewenschte indrukken. Tij
dens de^ oogst ziet men dagelijks auto
vrachten vol geladen met dergelijke, in
kratten verpakte, doosjes naar Schiphol
vervoeren om vandaar per vliegtuig in
zeer korten tijd hun bestemming in het
buitenland bereiken.
Ook te Leiden ziet men in dien tijd deze
origineele doosjes in de etalages der fruit
winkels. Sommige winkeliers zijn daar ech
ter van meening, dat het in 't belang van
de Veensche aardbei zou zijn indien de
doosjes wat sierlijker vervaardigd waren,
want hoewel de verpakking practisch en
nuttig is, het grauw bruine doosje zelf is
leelijk en onoogelijk.
De getrokken aardbei blijft toch steeds
een luxe lekkernij, die daarom dan ook
een meer passende verpakking verdient.
Een klein doosje aardbeien in April wordt
aangeschaft voor 'n zieke, bij 'n bijzondere
gelegenheid, om cadeau te geven, zooals
men koopt een doos bonbons, chocolade,
biscuit of geconfijte vruchten. Een chic
doosje met deksel cn een sprekende recla
me oefent, dat is bekend, 'n gunstigen in
vloed uit op den smaak van het publiek en
noodigt uit tot koopen.
Waar voor den burger in de meeste ge
vallen alle aardbeien gewone aardbeien
zijn, is dit voor de kweekers niet zoo. Hij
onderscheidt deze vruchten naar gelang
van hun eigenschappen in verschillende
soorten, waarvan er voornamelijk twee in
den Veen worden gekweekt ld. de „Laxton
Xoblc" en de „Deutsch E-.ern".
De eerste een mooi gekleurde rond ge
vulde vrucht van voortreffelijke kwaliteit,
die in het jaar 1688 in cultuur kwam, be
hoort- helaas tot de verdwijnende soort;
niet omdat deze vrucht haar aantrekke
lijkheid voor den kweeker heeft verloren,
maar omdat de planten in de laatste jaren
voortdurend hebben te lijden van het z.g.
„stengelaaltje". Ock in 't Westland was de
Laxton jarenlang de aardbei voor vroege
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Wees een magneet,
Trek de Aandacht.
Maak er een eind aan - laat hardlijvigheid U
niet vroegtijdig oud maken en U van Uw jeugd
berooven. Heldere oogen, een frissche teint, een
veerkrachtige tred en een gezond uiterlijk trek
ken tegenwoordig ieders aandaekt Het is zoo
gemakkelijk hoofdpijn en slechte spijsvertering,
puistjes en een ongezonde |felaatskl|ur en vele
andere ongerfiakken en plji
patie veroqrzaakl zijn. te
hinderpalen uit
CARTER'S
LINE
r consti-
m deze
vanavond
VEg PILLEN
Morgen zult
Jervinden. dat
e ingewanden
ctioneeren. Gc
;elucht voelen,
dag met
frisslhen ifcoed beginnen.
Bedewc, cfct zij volgens
doktersrecept zijn samengesteld/en door oud en
jong kunnen worden gebruikteZe zijn klein en
met een suikerlaagje bedekt, dus gemakkelijk tc
slikken en bevatten geen giftige stoffen. Het is
een zuiver plantaardig middel, dat de natuur op
wetenschappelijke wijze te hulp komt. Vraag
„Carter's"- met bovenstaand merk Bij Apolh.
en Drog., In roode kokertjes van 75 ct. en f 2.25.
Import. Fa. B. Meindersma, Den Haag.sn
CARTEL'S IITT^ RBETS
cultuur. Een 20 jaar terug bestond over 't
algemeen de gewoonte jaarlijks nieuwe
aardbeienplanten te koopen in Boskoop of
Aalsmeer, en 't is wel opmerkelijk, dat
toen de gezondheid niets to wenschen
overliet. Nadat men echter plantgoed van
eigen planten of uit dezelfde omgeving
ging gebruiken, breidde de ziekte zich zoo
danig uit, dat een rendabele cultuur niefc
meer mogelijk was. In 1902 kwam de ver
scheidenheid „Deutsch Evern", een vrucht
van lichtroode kleur en puntig model, die
de laatste jaren de voornaamste vroege
aardbei is, welke aan de markt komt. Dat
neemt echter niet weg, dat er nog steeds
verschillende kweekers in de Veen zijn die
de Laxton blijven telen in de hoop nog
eenmaal in staat te zijn de aaltjesziekto
te ktmnen bestrijden, wat intusschen niet
denkbeeldig is.
Bloemen.
De cultuur van bloembollen en snijbloe
men begint ook langzamerhand van groote
beteekenis te worden. In den afgeloopen
winter werden ongeveer 11.000.000 bloem
bollen in bloei getrokken, wat nog niet
zoo'n kleinigheid is, terwijl eenige rozen-
kassen voor de snijbloementeelt nog een
andere richting uitwijzen. Worden fruit en
groenten daar ter plaatse geveild en ver
kocht, met de snijbloemen gaat dat nog
niet, deze gaan ter veiling te Aalsmeer of
Amsterdam.
Teelt onder glas.
De meeste cultuurverandering gaat ge
paard met de teelt onder glas. Voor aard
beien bezigt men gewoon plat glas, nl.
platte verplaatsbare bakken, bedekt
met Óénruitersandere groentensoorteu
kweekt men in de kas. Kassen en waren
huizen ziet men dan ook bij tientallen ver
rijzen. Den afgeloopen winter kwamen er
ongeveer een 60 bij, waarvan verscheidene
met belangrijke afmetingen.
Peulen en doperwten door vorst
beschadigd.
De peulen en doperwten, die in 't voor
jaar natuurlijk nog met groote hoeveelhe
den worden gekweekt, hebben dit jaar
zoo ernstig geleden van de late nachtvor
sten, dat de eerste snede zoo goed als ver
nietigd werd. Hoewel de prijzen tamelijk
zijn, blijven de aanvoeren ver beneden heb
middelmatige.
Het laat zich wel aanzien, dat de teelfc
van deze koude grondproducten in de
naaste toekomst, door uitbreiding van den
glascultuur, meer en meer zal worden inge
krompen.
Bestrijding van ziekten.
De tuinders moeten in een plaats,
waar een groote massa planten met
dezelfde eigenschappen en weerstandsver
mogen worden gekweekt, voortdurend de
grootste aandacht schenken aan de vele
gevaren voor plantenziekten. Op dit ge
bied staat men te Roelofarendsveen onge
twijfeld op een hoo'g peil. Zaaizaad en
plantgoed worden volgens de regelen van
de tuinbouwwetenschap bij zeer veel tuin
ders ontsmet, terwijl diverse gevaarlijke
parasieten met sproeiwerktuigen en zelfs
gifgassen worden achtervolgd.
Roelofarendsveen vooruit!
En zoo kunnen wij met vreugd consta-
teeren, dat Roelofarendsveen als tuinbouw;
centrum een onverstoorbare vooruitgang
tegemoet gaat. Een opleving voor liet plat
teland, dat tijden van achteruitgang heeft
gekend, is dan ook voor de geheele bevol
king een zeer bemoedigend feit. Een
bloeiende tuinbouwstreek beteekent do
ontwikkeling van dc kleine en midden-ste
den, die in vele behoeften van het platte
land voorzien en op hun beurt weer moge
lijkheden leveren voor de vestiging van in
dustrie.
In economisch opzicht is een looneride
tuinbouw voor onze welvaart van nóg
veel grootere beteekenis dan de landbouw,
wat gemakkelijk met eenige cijfers is aan
te toonen.
Volgens de landbouw-boekhoudbureaux
te Groningen, waar toch zeker goed ge
boerd wordt, was verleden jaar de gemid
delde jaaropbrengst 411.per H.A., ter
wijl dit voor den tuinbouw (de grootere ex
tensieve bedrijven er onder gerekend)
1342 per H.A. was. Voor een intensievcn
tuinbouw, zooals te Roelofarendsveen, is
dit bedrag veel hooger.
Zij die het bevolkingsvraagstuk bestu-
deeren mogen deze gegevens wel eens na
der onderzoeken; wellicht dat men dan j
met den R. K. Land- en Tuinbouwbond de
mistoestanden, die den tuinbouw zoozeer
belemmeren, zooals het pachtstelsel cn de
grondpolitiek, zal helpen opruimen, op
dat een steeds grooter aantal zelfstandige
tuinbouwers een matig bestaan zullen kun
nen verwerven. M.