UIT HET VATICAAN.
ONDERWIJS.
STADSNIEUWS.
DERDE BLAD
DE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 16 JUNI 1928
Door Prof. ANDREAS RASETSCHNIG (Rome)
Telkens als ik naar den Sint Pieter ga,
dan zie ik met verwondering naar die
breede, imposante zuilenrijen, die daar zoo
grootsck en indrukwekkend geschaard
staan voor dat geweldige kerkgebouw,
't Zijn als renzenarmen die zich ten he-
jael heffen, die in breede omarming alle
volkeren der aarde, die biddend opgaan
naar die groote basiliek, in zich willen om
sluiten.
Uit alle oorden der wereld schrijden
thans duizenden pelgrims langs den slan
ken obelisk, die stil vermanend naar boven
ijst, met een zachten drang tot een stil
i vroom gebed. De felle Zuiderzon zet al
les in gouden gloed en de stemmen der
menschenmenigte vervagen in de wijdsche
stilte zoodat men niets hoort dan het rui-
schen van het water der twee fonteinen,
waarvan de millioenen waterdruppels
neervallen als de gebedenstroom voor
Gods aanschijn.
Geheel Italië leeft in groote spanning
omtrent het lot van den koenen Noordpool-
reiziger Nobile, omtrent wiens lot men
zich ernstig ongerust.maakt. Onder de
vele telegrammen en gelukwenschen die
den H. Vader op Zijn vérjaardag werden
toegezonden was er ook een van pater
Gianfranchesci, die zooals men weet, ge
neraal Nobile op zijn tocht naar de Noord
pool vergezelde. De pater is echter op het
laatste oogenblik niet opgestegen, doch
achtergebleven aan boord van het schip
„Cita di Milano" te Kingsbay, vanwaar
hij een telegram aan den H. Vader zond,
waarbij hij de hoop uitsprak dat generaal
Nobile en de bemanning nog behouden
Jouden terugkeeren.
Op 's Pausen verjaardag, die in stilte
werd gevierd, had de plechtige eerste
steenlegging plaats van 'n nieuw Pauselijk
seminarie. Verleden jaar werd op denzelf
den dag de eerste steen gelegd voor het
college voor Tsjecho-Slowakije, dat nu
reeds haar voltooiing nadert. Nu was het
de plechtige eerste steenlegging voor het
seminarie voor Ethiopië. Dit college werd
destijds reeds door Benedictus XV opge
richt, maar het gebouw waarin het was
ondergebracht, was spoedig reeds te klein,
zoodat een nieuw seminarie gebouwd
moest worden. Het komt te staan achter
het nieuw Pauselijk Vaticaansche semina
rie, naast de tuinen van het Vaticaan.
Iedereen weet, dat de H. Vader een groot
belang stelt in de seminaries voor de op
leiding van inlandsche geestelijken voor
de missiegebiedendaarom dan ook had
de II. Vader een verborgen hoekje van dé
Vaticaansche tuinen uitgekozen om, door
niemand opgemerkt, deze plechtigheid in
stilte te kunnen gadeslaan. Kardinaal Sin-
cero, secretaris van de Congregatie voofc
de Oostersche kerken, verrichtte de litur
gische plechtigheden. Vele Kardinalen
Ounsultoren die tot deze Congregatie he-
-i oor en, en talrijke hoogwaardigheidsbe-
kleeders woonden deze plechtigheden bij.
De Directeuren van het Oostersche In
stituut met hunne professoren en leerlin
gen werden door den H. Vader in plechti
ge audiëntie ontvangen.
Door Mgr. d Herbigny, bissöhop van
Ilium, werden de bezoekers aan Z. H.
voorgesteld. Bij deze audiëntie was ook
aanwezig Mr. MuÜa een jonge Turk, die
onlangs door den H. Vader tot. geheim
Kamerheer werd benoemd. De H. Vader
hield een gloedvolle toespraak, waarop hij
Zijne vreugde te kennen gaf over den
vooruitgang van dit Instituut dat hu al
reeds, dank zij de bereidwillige medewer
king der bisschoppen, meer dan 50 leden
telt. Na de studenten aangemoedigd te
hebben, om hunne studiën, al zijn die
moeilijk, met kracht door te zetten, en na
den wensch te hebben uitgesproken dat
nog meer bisschoppen studenten zouden
zenden, gat Z. H. aan allen zijn bijzonde
ren zegen.
Gelijk wij reeds in onzen vorigen brief
vermeld hebben, heeft Z. H. de Paus de
katholieke mannelijke en vrouwelijke stu
denten van de verschillende Universiteiten
van Rome in bijzondere audiëntie ontvan
gen bij gelegenheid der sluiting van hwj
sociale werkzaamheden gedurende l*t
academische jaar.
Na een rondgang door de zaal, wararbij
Z.H. allen tot den handkus liet, nam de
II. Vader plaats op den pausclijkcn troon,
en hield een merkwaardige toespraak
waaraan wij het volgende ontlcenen. Het
is feitelijk zoo gesteld, dat gij bij het zoe
ken naar waarheid slechts welwillendheid
moest ondervinden, omdat het ware en het
goede feitelijk de eenige dingen zijn, waar
voor alle wegen eh alle poorten geopend
moesten staan, en die overal welkom moes
ten zijn. Maar in werkelijkheid is het, zoo
als Manzoni het zoo juist uitdrukte: de
waarheid moet zich met veel omzichtig
heid vertoonen, nederig smeekend om
binnengelaten te worden, terwijl ze blij
moet zijn, nog niet buiten geworpen te
worden.
Terwijl de H. Vader zinspeelde op de
aanvallen, die de katholieke universiteits
studenten van de Fascistische organisaties
hadden moeten ondergaan gedurende den
laatsten tijd, gaf hij hun de verzekering
van zijn oprechte deelneming in al hun
lief en leed. Hun wederwaardigheden wa
ren voor Z. H. dubbel zwaar, wijl Hij niet
slechts mede leed met zijn kinderen, die
verdrukt werden, maar ook .wijl de H. Va-
der bedroefd was, omdat anderen die ook
zijn kinderen zijn hun broeders dit lijden
aandeden. Deze laatste smart was zelfs
zwaarder dan de eerste, want zij werd
niet verzacht door het hooge motief waar
om de Katholieke studenten hun lijden
dragen. In de Katholieke universiteitsstu
denten leeft werkelijk een hooger ideaal,
en zij lal en zich niet ter neerdrukken, wan
neer zij door wederwaardigheden getroffen
worden.
Zij moeten het zich tot een eer blijven
redenen om evenals de Apostelen om
Christus naam smaad en vervolging te mo
gen lijden.
Op 5 Juli zal de Kanselier der H. Room-
sche Kerk, kardinaal Andreas Früwirth
zijn diamanten Priesterfeest vieren.
Daar alle geestelijke colleges met 1 Juli
besloten worden en overal wegens de groo
te hitte vacantie gehouden wordt, heeft de
Duitsche kolonie te samen met de Oosten-
rijksche landgenooten het plan opgevat,
om het zeldzame priesterjubilé van den
Dominieanerkardinaal op 29 Juni in de
Nationale kerk van Santa Maria dell'Ani-
nia met een pontificale hoogmis plechtig
te herdenken.
Uit Mexico is alhier gearriveerd Mgr.
Leopoldo Ruiz y Flores, bisschop van Mi-
chocan, die door den H. Vader in langduri
ge audiëntie werd ontvangen. Bijzonder
heden over deze samenspraak van Z. H.
met den vertegenwoordiger van de ver
bannen bisschoppen zijn nog niet bekend,
maar niemand kan aannemeu dat deze
bisschop naar Rome zou zijn gekomen om
als regelaar op te treden bij de onderhan
delingen die tussehen het Vaticaan en de
regeering van Mexico zouden geopend
worden.. Volgens de uitlatingen van dezen
bisschop aan de journalisten is er geen
sprake van dat Calles genegen zou zijn.
om aan de katholieken vrijheid van gods
dienst te geven. Integendeel de kerkver
volging woedt nog steeds met onvermin
derde heftigheid voort.
Buitenl. Weekoverzicht.
Het nieuws van de afgeloopon week is
niet zoo heel opwekkend. Het kan daarom
geen kwaad, eens even te glimlachen om
een verstoorde idylle van niemand min
der dan Primo de Rivera, den Spaanschen
dictator. De groote zware militair, die al
aardig naar de zestig loopt, had zich op
zijn ouden dag nog bijna in het huwelijks
bootje laten lokken.
Eenige maanden geleden kondigde h?j
plechtig zijn verloving aan met Senorita
de Ca.stellanos. Hij zou weldra gaan troy-
wen. De Spaansche bladen zijn onverbe
terlijke spotters en beweerden reeds, dat
Primo dan ook afstand zou doen van de
regeering, omdat hem dan de regeering
uit handen zou worden genomen. De Se-
Borita is inderdaad een forsclie verschij
ning! Iedereen maakte zich in Spanje
over deze late liefdes-idylle vroolijk, voor
al omdat de kranten van het portret van
Prinio's aangebedene slechts dc bovenste
helft mochten publiceeren. Het mensch
hoeft. n.l. vreeselijke dikke enkels en een
hrant, welke de stoutheid had begaan om
Primo s bruid ten voeten uit in de foto
pagina te zetten, werd geschorst.
Nu kan de in zijn hart goedige Primo
Teel verdragen, maar dat gegrinnik werd
hij ten langen leste moe en toen de Se-
Bonta op een goeden dag gezien werd in
oon lokaal, waar zij door heimelijke spe
culaties trachtte haar bruidschatje nog
ccn beetje te vergrooten, werd hij zoo
hoos, dat hij de ring en de cadeautjes te-
'ugstuurde. Uit was het
De heele onderneming kwam hem blijk-
aar toch wel een beetje hachelijk voor, en
aarom offerde hij op voorbeeld van den
ouden Brutus zijn liefde op het altaar des
vaderlands.
En nu maken de bla-den deze woordgpe-
u1©: de dictator heeft zijn verloving ver
broken, primo omdat zijn bruid specu
leerde, secundo omdat hij zelf wat af-
tandsch begint te worden, en r e v e r a (in
werkelijkheid) omdat hij er tóch van af
wilde.
O p h et P o o 1 ij s. Keeren wij na
deze tot ijs verkilde liefdeshistorie 'terug
tot het Poolijs, waar Nobile 'en de zijnen
al dagen lang wachten op redding.
Wij kunnen ons thans een vrij goed
beeld maken van de wijze, waarop de
ramp heeft plaats gehad. Door een plot
selinge ijzige stormwind werd de „Italia"
vlak bij Spitsbergen, dus dicht bij huis,
meegesleurd. Het zich op de romp afzet
tende ijs en de kracht van den wind druk
ten het gevaarte omlaag en het stootte
met geweld tegen een ijsberg aan. De
voorste gondel, waarin zich Nobile en 9
anderen bevonden werd losgerukt en
smakte op het ijs. Daarbij werden een
paar leden der bemanning gewond, onder
wie Nobile zelf. Het luchtschip, thans be
vrijd van het gewicht van den gondel,
schoot opnieuw de lucht in en dreef met
den storm mee naar het Oosten. Waar
heen? 't lis onbekend. De mannen uit de
voorste gondel hadden hun radio-zender
weten te redden en weldra klonken de
noodseinen door den aether. Zij werden ge
hoord en thans weet men, waar zij zich
bevinden. Doch de ijstoestanden zijn zoo
moeilijk en aan de voorbereiding van der
gelijke hulp-expedities schijnen zoo veel
bezwaren vast te zitten, dat de meeste toe
gezegde hulp nog moet vertrekken. Alleen
do „Hobby" en de „Braganza" zijn reeds
lang op zoek en een Russische ijsbreker is
ook op weg. Lang zullen Nobilo cn do zij
nen het wel niet kunnen uithouden, want
zij zijn geen ervaren Poolreizigers en heb
ben nagenoeg aan alles gebrek.
Geen wonder, dat drie van hen niet heb
ben willen wachten en zich op eigen gele
genheid op weg hebben begeven om to
trachten over bet ijs land te bereiken.
Volgens een op het oogenblik, dat wij
dit schrijven, nog niet bevestigd bericht,
zouden deze drie gevonden zijn. Voorloo-
pig doen wij het beste, achter dit bericht
een groot vraagtecken to plaatsen.
Nog meer vraagteelccns.
Vorige week Zaterdag heeft de Volken
bondsraad te Genève zijn zes dagen lange
zitting gesloten. De Raad heeft drie groo
te kwesties „afgedaan". Vooreerst het.
Poolsch-Litausch-gesehil, dat al tweemaal
„voor" is geweest. De Raad constateerde,
dat partijen liet nog steeds niet met el
kaar eens zijn geworden en dat zij het dus
in de komende maanden nog maar eens
moetqn probeeren. Vervolgens heeft er na
mens' den Volkenbondsraad een onder
zoek plaats gehad naar de befaamde wa
pensmokkelarij, in Hongarije, de St.-
Gotthard-affaire.
De commissie constateerde,dat wat
bekend was in orde bevonden werd en
wat niet in orde was, niet kon worden
uitgevischt. Daarmede was ook deze zaak
afgedaan. Ten slotte kwam het geschil
tussehen Hongarije en Roemenië op do
proppen. De zaak komt in het kort hier
op neer. Roemenië heeft een stuk van
Hongarije gekregen na den oorlog. In dat
stak leven vele Hongaren, wat aanleiding
geeft tot veel geharrewar.
Hierin heeft het vredesverdrag voor
zien, door een scheidsgerecht in te stellen,
waarin zitting hebben: een Hongaar, een
Roemeen en een Zweedsche neutrale voor
zitter.
Toen Roemenië het evenwel op een keer
niet eens was met Hongarije, riep het
eenvoudig zijn rechter terug uit het
scheidsgerecht, zoodat dit machteloos was.
Volgens het vredesverdrag moet in zoo'n
geval de Volkenbondsraad een nieuwen
scheidsrechter aanstellen. Hongarije wend
de zich derhalve tot den raad met het ver
zoek om het vredesverdrag te willen uit
voeren. De Raad is evenwel een politiek
lichaam, dat liever goede vrienden blijft
met allemal en het allerliefst met de
vriendjes van de vroegere geallieerden.
Zoodoende stelde Chamberlain een com
promis voor, dat Hongarije niet bevredig
de, daarna nog een compromis, dat Roe
menië niet wilde aanvaarden en bij het
einde .van deze jongste zitting luidde de
eindconclusie: Zien jullie nu verder maar,
dat je eruit komt.
Wat zijn dus de resultaten van de jong
ste zitting van den Volkenbondsraad?
Vraagteeken, vraagteeken, vraagteeken.
De groote coalitie. Het Duit
sche kabinet-Marx is deze week afgetre
den. Dit ministerie berustte op een coa
litie van Centrum, Duitsche Volkspartij,
Beiersche Volkspartij en Duitsch-nationa-
len. Reeds vóór dè verkiezingen was deze
coalitie vrijwel onmogelijk geworden door
de onderlinge meeningsverschillen van de
War vormende partijen. Het resultaat
der verkiezingen gaf haar geheel en al
den doodsteek. De Duitsch-nationalen
kwamen zoo gehavend riit den verkiezings
strijd, dat er van een voortzetting der re
geering met hen geen sprake kon zijn.
Het groote verkiezingssucces was voor
de sociaal-democraten en op grond v
den uitslag der verkiezingen was de vor
ming van een linksche regeering noodzake
lijk en behoorde de leiding van deze aan
de sociaal-democraten, de verreweg sterk
ste-fractie in den Rijksdag, te worden op
gedragen. De rijkspresident heeft dan ook
aan een sociaal-democraat de vorming
eener regeering opgedragen, hetgeen in
Duitschland in dezen vorm geschiedt, dat
een socialist benoemd wordt tot Rijkskan
selier.
Deze socialist ie Hermann Mülïer. Hij fs
reeds eenigen tijd aan den gang met zijn
kabinetsformatie op den grondslag van de
groote coalitie, d.w.z samengaan van so
cialisten, Democraten, Centrum en Duit
sche Volkspartij. Dorh het schijnt hem
niet. al te zeer t® gelukken. De Duitsche
Volkspartij is nogal halstarrig. Deze partij
wil n.l. wel meedoen, ais men in Pruisen
de groote coalitie ook invoert. Daar re-
geeren nJ. socialist»,democraten en cen
trum zonder de Dmtsche Volkspartij en de
socialisten willen daar voorloopig de D.
Volkspartij er buiten houden.
Duitsche crisissen duren gewoonlijk nog
al lang, zoodat men zich alvast op een
langdurige sedis vacatio kan voorberei
den.
ONDERWIJS VOOR ZWAKZINNIGEN.
EEN R. K. INTERNAAT.
Hoe het is tot stand gekomen.
Alweer een Katholieke instelliug. Alweer
dus een bewijs, dat er onder de Katholie
ken heerscht dat charitatieve plichtsgevoel
die christelijke liefde, die ook op sociaal
gebied weldaden op weldaden doet stape
len en steeds uitziet naar nieuwe ge
zichtspunten om de wereld blijvend met
steeds meer weldaden te verrijken.
Nu is het een Roomsch Katholiek inter
naat voor zwakzinnige kinderen te 's Gra-
venhage.
Over de eerste-steen-lcgging van dat in
ternaat, dat verrijzen zal aan de Lange
Beestenmarkt 4 in dc Prinsengracht, heb
ben wij deze weck reeds een en ander me
degedeeld en wij achten het nuttig iets
meer nog daarvan te vertellen.
Op initiatief van het schoolbestuur en
den pastoor van de St. Josephparochio te
Den Haag, werd in 'December 1923 een
dagschool voor buitengewoon lager onder
wijs begonnen op het Hofwijckplein. Be
gonnen werd daar met 23 leerlingen,
waarna werd aangekocht hot perceel Prin
sengracht no. 10, waar reeds spoedig acht
klassen werden gegeven. Er was een speel
plaats, een gymnastieklokaal, een lokaal
voor handenarbeid, een onderwijzerskamér,
spreekkamer cn badkamer.
Dczo R. K. dagschool voor buitengewoon
lager onderwija, stond onder bescherming
van den H. Joannes Baptist de la Salie.
De school, waar zoowel jongens als meis
jes onderwezen worden, groeide uit tot een
aantal leerlingen van 156 met negen on
derwijzers en onderwijzeressen en teokc-
nend voor het serieuze leerplan voor deze
zwakzinnige kinderen een leerkracht
speciaal belaat met pianospelen trr bege
leiding van het gymnastiekonderwijs.
Toen dit onderwijs zich aldus uitbreid
de, vatte de ZccrEerw. heer Pastoor Jan
sen van de St. Josephkerk uit den Haag,
het denkbeeld op om van dczo dagschool
een R.' K. Internaat te maken. Hij stelde
zich daarvoor in verbinding met den Zecr-
eerw. heer Rector van den Burg, directeur
van de R. K. Kweekschool voor meisjes te
Bergen, die dit plan aanstonds enthou
siast begroette cn al zijn werkkracht cn
invloed heeft aangewend om dit plan tc
doen slagen.
En het is geslaagd.
Bij de plechtigheid der eerste steenleg
ging, die deze week plaats had, zijn erdoor
verschillende vooraanstaande personen
woorden gezegd, die wij om het belang op
de eerste plaats van de kinderen, die voor
dit onderwijs in aanmerking komen cn in
het belang van het Internaat, gaarne hier
neerschrijven.
Het eerst sprak bij deze plechtigheid de
Zeereerw. heer Pastoor Beysens, in wiens
den Haag, die de eerste steenlegging voor
zulk een Internaat een zeldzamo plechtig
heid vond, die nog bijna nimmer in het
bisdom Haarlem was voorgevallen. Do
ZeerEerw. Deken zeide zich te verheugen
over de gre-cé beteekenis van deze school,
al zullen er vele moeilijkheden moeten
worden overwonnen. Hij feliciteerde den
Zereerw. heer Pastoor Beysensv in wiens
parochie het nieuwe Internaat zal verrijzen,
met de nieuwe Congregatie van Zusters,
die zich daarmede in diens parochie komt
vestigen. Hij feliciteerde het schoolbestuur
met het gelukkige initiatief tot dit onder
wijs en bracht dank aan Pastoor Jansen
en Bector v. d. Burg en tevens aan de Con
gregatie der Ursulinen voor de bereidwil
lige medewerking, om te eindigen met de
beste wenschen onder den zegen van den
H. Antonius en met den zegen van het
H. Hart.
Namens Pastoor Jansen, die wegens on
gesteldheid verhinderd was. sprak de heer
"Wesseling, die de voorgeschiedenis der
school schetste en dank bracht aan allen.
In dien dank betrok spr. ook Prof.
Poelje voor de medewerking van het ge
meentebestuur.
Prof. Poelje, chef van de afdeeling on
derwijs sprak zijn voldoening uit over deze
6tichting, die zonder steun van de gemeen
te zulk een groot en goed werk zal voort
gaan te volbrengen. Spr. geeft de verzeke
ring dat het gemeentebestuur de ontwikke
ling met belangstelling zal volgen met den
natuurlijken wensch, dat het aantal leer
lingen zoo klein mogelijk zal behoeven te
zijn. Maar voor de kinderen, die dit onder
wijs noodig hebben, zal dit internaat dan
ook van groot nut zijn en hij spreekt dan
ook de hoop uit, dat deze school moge
bloeien.
Nadat het hoofd der school de heer Th.
Willems, benevens Pastoor Beysens nog
eenige woorden van dank hadden geuit
was het woord ten laatste aan den Zeer
eerw. heer Rector G. P. J. van der Burg,
die wees op hetgeen voor het internaat
het eerste werd vereischt n.L de zoo noo-
dige sympathie, die volgens spr. nog ging
boven financieelen steun, al was ook dit
laatste zeer noodzakelijk.
Spr. dankte de geestelijkheid der stad!,
met aan het hoofd den Zeereerw. Deken,
voor dezen arbeid voor de kinderen, die
zoo bijzondere zorg noodig hebben.
Spr. dankte allen, die aan de totstand
koming van dit internaat hadden medege
werkt en wees er tenslotte op, hoe de pas
overleden Bisschop Mgr. A. J. Callier, dit
plan met enthousiasme begroette cn zijn
bisschoppelijken steun toezegde.
Tenslotte vermelden wij, dat het nieuwe
internaat, dat gebouwd wordt door den
architect Jan Mol onder de leiding zal ko
men te staan'der Eerw. Zusters Ursulinen.
Het schoolgeld zal bedragen 300 per jaar
terwijl er in het internaat, zelf ruimte is
voor 100 kindoren. Voor kinderen, even
tueel uit den Haag en omgeving zal do
gelegenheid bestaan 's Zondags thuis tc
kunnen vertoeven.
Voor dit internaat, kan men nu reeds
kinderen opgeven bij den Zeereerw. heer
Rector G. P. J. van der Burg te Bergen
(N.-H.), den heer P. C'. Wesseling, Secre
taris van de R. K. Schoolvereeniging van
de parochie St. Joseph, Geestbrugweg 59
Rijswijk, en bij den heer Th. H. H. Willems
hoofd der R. K. School voor buitengewoon
lager onderwijs, Hclenastraat 15 den Haag.
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
XLIV.
Toen wij eenigen tijd geleden een brief
wijdden aan wat des middenstands is, had
den wij niet gedacht, dat ons zoo spoedig
de gelegenheid zou worden geboden, om
onzo inzichten te toetsen aan de werkelijk
heid. We hadden wel zoo eens uit den
mond van menschcn, die onzen vorigen brief
bespraken, geboord, dat wij niets anders
waren dan een optimist in het kwadraat,
die nog- geloofde aan een organisatorische
mentaliteit van den middenstander en den
ernstigen wil zich te versterken tegen tie
aanvallen van buitenaf. En inderdaad, als
we zoo eens dieper ingaan op de dingen,
die zich op de vergadering van do Hanzo
op 6 Juni hebben afgespeeld, als wij aan
het daar gesprokene den toets der critiok
aanleggen, dan moeten wij eerlijk erkennen
dat ons vertrouwen in den middenstand
aanmerkelijk is geschokt; dat wij tot tic
conclusie moeten komen, dat na lange ja
ren arbeids in die richting, er nog tal van
middenstanders zijn, .-die tittel noch jota
van hun organisatie begrijpen; die nog
maar steeds met den blinddoek^ voor de
oogon rondscharrelen zonder zich te gc-
waardigen een stap to zotten op den wc&
die tot het licht leidt, waarop do noodza
kelijkheid van organisccrcn in brandende
letters is te lezen. Want, als men, na wat
vooraf is gegaan in de jaren van liet be
staan, nu nog hoort verkondigen, dat men
te vergeefs heeft gezocht naar het goed
recht, het nut van bostaan, dan getuigt dit
toch, op z'n zachtst gesproken, van een
kortzichtigheid, een stramheid, die de
perken van het redelijke ver te buiten
gaat
Dat men zooiets zegt in een vergade
ring, die is bijeengeroepen om te komen
tot dieper besef van de noodzakelijkheid,
van aaneensluiten in dichte rijen, waarin
men is geroepen een zieke to curceren,
die onvermijdelijk, bij te lang wachten
den dood brengt, dat men daar spreekt
van zulke dingen, is niet alleen diep treu
rig, doch in hoogo mato ontmoedigend
voor een Bestuur en Adviseur en ook ten
deele beklemmend voor den ijver, die d©
getrouwen er toe bracht, do vaan omhoog
te houden en er een vermaak in tc schep
pen, medé te werken met elke poging om
het bestaan van de Hanze, zoo productief
mogelijk te maken. Zeker, het was de be
doeling van de vragenlijst, door het Be
stuur uitgezonden, om de inzichten der
leden te leeren kennen, om, op- of aanmer
kingen te vergaren, doch ook is het de be
doeling geweest, om opbouwende critiek te
vernemen. Want juist door al deze dingen
zou een sfeer worden geschapen, waarin
door onderling overleg de werkelijkheid
zou kunnen worden getoetst aan wat nu
is, aan wat de negatie van de massa er van
hoeft gemaakt; aan wat het gevolg zal zijn
van een voortsukkelen in dezen tred, die
tot steeds meerdere aftakeling voert. En
hoeveel antwoorden hoorden wij, die er op
waren ingesteld iets op te bouwen, te ver
stevigen het kwijnend voortslepen van een
slapende organisatie?
De antwoorden waren allen in algemee-
nen zin gesteld; geen enkele was er waar
aan men positief houvast had; die een
handwijzer plaatste op den weg, die leidt
naar een meer bloeiend leven, een moer
en beter saamhoorig optrekken voor de
belangen, die elke middenstander met zijn
natuurgenoot gemeen hoeft. En, nu moge
men bij de mondelinge bespreking van al
die vragen al oreeren en decreteeren tal
van enormiteiten die langs de zaak heen
gaan, daarmede komt men er niet! Eerst
zullen velen hun hand in eigen boezem
moeten steken en een mea culpa slaan,
over de laksheid, waarmede zij, reeds ja
ren, hun lidmaatschap hebben beleefd,
want juist dat wroeten in eigen vcreeni-
gingsingewanden, die injectie in de vitale
deelen van het corpus, dat slappe voedsel
toegediend met trage zorgzaamheid, heeft
er toe geleid de Hanze oen skeletachtig
uitzicht te geven, waarbij de bleekheid
van de materie een hopeloos verval doet
voorzien.
En daaraan staan ook schuldig die ve
len die doen alsof voor hen vereenigen uit
den booze is; die buiten den hof staan, de
rnenschen, die wel tot den stand behooren,
doch slechts profiteeren van de voordee-
len, die door anderen in stage werklust
langs den weg der organisatie worden ver
kregen; cn ze houden de hand op om ook
die voordeelen te ontvangen; doch er een
voet voor te verzetten, er een cent aan te
offeren, daaraan denken zij niet; in een
dolce far nienfce laten zij al de actie langs
zich heen gaan encrifciseeren niet
weinig!
Dat alles moet nu toch zoo langzamer
hand uit zijn; eindelijk dienen de handen
ineen geslagen en alle vooroordeel de kop
ingedrukt.
Zeker er zijn nog tal van vraagpunten
die eens duchtig dienen bekeken; er ko
men nog velerlei inzichten in botsing, die
naar een uitgangspunt dienen geleid; er
zullen wat offertjes van persoon, inzicht en
critiek dienen te worden gebracht. Doch,
den bergtop bereiken, vraagt moeite en
inspanning; en, de middenstandsorganisa
tie te brengen op de hoogte waarop zij
krachtig zal kunnen functioneeren en het
terrein van actie beheerschen, zal niet
gaan zonder inspanning. Een groote richt
lijn trekke men. voor den opbouw van de
vokvereenigingen, die zoo noodig zijn en
zoo groot nut kunnen stichten. Immers,
daar vinden de vakgenooten elkaar, één in
het verzorgen van gemeenschappelijke be
langen. Daar zal ccn contact worden ver
kregen wat uitgaat naar elkanders steu
nende en voorlichtende werkzaamheid.
Dengenen, die dc waarde van een vakver-
ceniging niet zoo hoog aanslaan, willen wij
j toch wel zeggen, dat ze oen ding van groo
te waarde bestrijden op gronden, die in
geen enkel opzicht houdbaar zijn. 't Is lou
ter kortzichtigheid, die niet weet uit te
zien naar datgene in andere kringen roods
door de vakorganisatie is verkregen. Via.
de standsorganisatie worde elke actie ge
leid, omdat die weer achter zich heeft ccn
groote schade van leden, wier getal be
hoort. te imponecrcn en waarvan de hoe
grootheid van beteckencnde kracht zal
zijn bij een te voeren actie.
Dat winkeliers een eigen organisatie
moeten stichten in de Hanze, is op geen
enkele redelijke grond te verdedigen, en
ook niet op andere overwegingen te suggc-
reoren. Zeker, er zijn gemeenschappelijke
belangen, doch die raken over het alge
meen niet. het vak als zoodanig. Het zijn
meestal dingen, die in een speciaal bijeen
te roepen vergadering hun beslag kunnen
krijgen. Qua vakbelangen, loopen de be
langen van de winkeliers zoo verre uiteen,
dat het zich niet wel laat verstaan, dat
men meent, dat die in gezamenlijke vcr-
ceniging kunnen behartigd worden.
Laat men den ouden, beproefden weg
blijven bewandelen, zich spiegelen aan an
deren en niet wijzer willen zijn dan de uit
ervaring vrjs geworden ouderen, die geen
utopie najagen, doch zich houden aan dc
werkelijkheid.
Ook ten opzichte van de bestuurstaak