^™füwT
LUCHTVAART.
Rechtzaken.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 16 JUNI 1928
(HOE MEN NOBILE TE
HULP KOMT
De hulp met vliegtuigen.
Het Italiaansche vliegtuig onder leiding
van kapitein Maddalena is te Vadsoe aan
gekomen.
Het door de Zweedsche regeering be
schikbaar gestelde groote vliegtuig Upp-
land om Nobile hulp te brengen, zou on-
dr leiding van luitenant Tornberg naar
Spitsbergen vertrekken.
Het heeft een volledige radioinstallatie
aa.n boord, waarmede zoowel op korte als
op lange golven kan worden geseind.
De Italiaansche marineattaché te Stock
holm, Quentin, heeft gisteren te Helsing-
fors met de Finsche regeering geconfereerd
in verband met het aanbod van Finland om
vliegtuigen beschikbaar te stellen ten
einde aan Nobile hulp te brengen.
De attaché heeft daarbij in het bijzonder
den wensch te kennen gegeven, dat de
vliegtuigen zich met de „Citta di Milano
in verbinding zullen stellen. De Finsche
generale staf heeft reeds getracht draad
loos verbinding met de „Citta di Milano"
te verkrijgen, tot nu toe echter zonder re
sultaat.
Moeilijkheden.
Kapitein Larsen bericht aan het Noor-
sche ministerie van landsverdediging dat
tengevolge van de zeer moeilijke ijs- en
weerstoestanden het onmogelijk is zoo ver
naar het Oosten door te dringen, dat hij
met zijn vliegtuigen daadwerkelijke hulp
kan verleenen.
Gisterenavond heeft hij honden met hun
geleiders in de Wahlenberbaai aan land
gezet om met levensmiddelen door liet
Noord-Oostland naar Kaap Platen, het Sco
resbayeiland en de Noordkaap te gaan en
den weg af te zoeken, welke door de drie
mannen, die onderweg zijn, is aangegeven.
Het stoomschip „Quest" met de Zweed
sche expeditie was gisteravond 140 mijl ten
Zuiden van het Beereneiland.
Amundsen per vliegtuig.
In een interview gaf Amundsen uitdruk
king aan zijn erkentelijkheid over de schit
terende wijze van handelen van de Fran-
sche autoriteiten, die hem een vliegtuig met
piloot ter beschikking hadden gesteld.
Amundsen zal met dit vliegtuig naar
Spitsbergen vliegen.
Hij zal trachten ook den luitenant-vlieger
Dietiichson mede te nemen, daar deze
laatste, naar hij zeide, te goed bekend is
in de Poolstreken om hem voorbij te gaan.
Hij had in dienzelfden zin aan de Fransche
autoriteiten getelegrafeerd.
De Russische ijsbreker.
Naar uit Moskou gemeld wordt, is de
Russische ijsbreker „Maligin" Donderdag
avond te Moermansk aangekomen. Hier
werd gebunkerd en kwam de vlieger Ba-
buschkn aan boord. Heden 16 Juni vertrekt
de ijsbreker naar het eiland Foyn, van
waar de vlieger Babuschkn zal opstijgen
om naar Nobile te zoeken.
Ook Fransche hulp.
Naar het Fransche ministerie van. mari
ne mededeelt, is besloten majoor Guilbaud,
die met zijn watervliegtuig een poging zou
doen om den Oceaan over te steken, ter
beschikking van de hulpexpeditie voor het
opsporen van Nobile en de zijnen te stel
len. Guilbaud zal zich heden, Zaterdag
naar Bergen begeven.
Mobile's positie.
De Nobile-groep wordt op het oogenblik
naar het Noord-Westen voortgedreven. Zij
is het Foyneiland gepasseerd en bevindt
zich volgens de laatste berichten 15 K.M.
ten Oosten van het Karei XII-eiland.
De Nobile-groep vroeg wapens en muni
tie, daar zij bezoek had gehad van ijsberen.
Geen geredden.
Het bericht uit Kingsbay, dat de „Hob
by" er in slaagde drie man van de beman
ning der „Italia", onder wie de Zweedsche
geleerde Malmgreen te redden, wordt hier
„de reinste onzin" genoemd.
De kans op redding voor de zeven
vermisten.
Admiraal Cagni is van meening, dat de
positie van de zeven mannen, die wegge
dreven zijn met de Italia, als zij maar heel
huids naar beneden kunnen komen, verre
van hopeloos is. De expeditie van de Stella
Polare onder den hertog van de Abruzzen,
waarmee Cagni ten tijde van de jongste
eeuwswisseling het Poolgebied bezocht,
heeft wel een heelen winter doorgebracht
onder de beschutting van tenten, die tnen
van de zeilen gemaakt had, toen de Stella
Polare in het ijs bekneld heeft gezeten, en
andeie expedities hebben soortgelijke erva
ringen opgedaan. Hoeveel te makkelijker
moet het niet voor het zevental van de
Italia zijn om zich beschutting te verschaf
fen, daar het de materialen maar voor het.
grijpen heeft.
In het huidige seizoen is de kou wel
verre van ondragelijk. In Juni zaten Cagni
en zijn makkers in do Teplitzbaai (eiland
Prins Rudolf. Frans Jozefland) half gekleed
buiten voor de tent zich te koesteren in de
zon. Mochten er gewonden zijn, dan is ge
vaar voor infectie in ieder geval buitenge
sloten en zijn de omstandigheden voor her
stel gunstig, op voorwaarde, dat men zich
tegen bevriezen weet te weren. Wat de le
vensmiddelen betreft kunnen de schipbreu
kelingen, zoo zij vuurwapens bezitten, be
halve van hetgeen, dat nog aan boord ge
weest moet zijn, ook leven van de jacht.
Een ijsbeer kan velen menschen wekenlang
tot voedsel strekken. Zoo'n beer is niet
moeilijk te bemachtigen, daar deze dieren
altijd trachten bij het kamp te komen en
uit zichzelf niet aanvallen. Hij levert 400
K.G. vleesch op, dat in dit klimaat uitste
kend bewaard kan worden. Voor den dorst
kan men het donkere ijs nemen, waar het
zout is uitgevroren. De Westwaartsche
drift van het ijs moet de schipbreukelingen
ten slotte, alle winden ten spijt, tot dicht
aan de kust van Spitsbergen brengen. De
vliegtuigen moeten de rest doen. Men be
hoeft volgens Cagni niet bang te zijn, dat
zij, als zij in de nabijheid komen, de schip
breukelingen niet zullen zien. Een donkere
streep op het ijs van slechts een meter
lengte is al Kilometers ver te zien. Cagni
herinnert zich een vergeten zwart mutsje,
dat in de sneeuw achtergebleven was en
dat mijlenver al te zien was. De vliegers
moeten de schipbreukelingen niet. alleen
levensmiddelen toewerpen, maar ook een
bus met een beschrijving van de route, die
zij dienen te volgen om hun redders te ont
moeten. Bij goed zicht kunnen de zon en
de bergen als richtingaanwijzers dienst
doen. Zoo'n wandeltocht over het drijf ijs is
geen kleinigheid. Men komt te staan voor
kanalen en voor hooge dijken". Als de ze-
«•ven mannen over opvouwbare booten be
schikken kunnen zij de kanalen gemakke
lijk overtrekken, anders moeten zij ze om
trekken, terwijl er ook wel eens bruggen
van versch gevormd ijs te vinden zijn. Voor
de „dijken", die bestaan uit opeengeperste
schotsen, is een houweel een nuttig hulp
middel.
Bevindt er zich in de buurt van een der
groepen open water, dan is dit door de
vliegers bij helder weer gemakkelijk te vin
den. daar de donkere plek, die dit vormt,
zich tegen den hemel afteekent en uit groo-
te verte te zien is.
Tot. zoover de Poolreiziger, die nogal op
timistisch is. Er is echter één ding, dat hij
niet genoemd heeft, maar waaraan hij. blij
kens zijn herhaaldelijk „mits het helder
weer is", wel gedacht heeft, en dat is de
mist, die 's zomers in het Poolgebied pleegt
te hcerschen en die ook nu reeds eenige
dagen het. opstijgen van de vliegers belem
mert. Verder gaat Cagni uit van de ver
onderstelling, dat de schipbreukelingen zich
op het aaneengesloten ijsgebied bevinden.
Drijven zij rond op een afgedreven ijsveld
of ijsschots dan is hun positie natuurlijk
verre van ongevaarlijk.
DE VLIEGTUIGRAMP BOVEN
KOPENHAGEN.
De dagbladen vragen verbod van vliegen
boven de stad.
Over -het afschuwelijk vliegtuigongeluk,
dat Woensdagmiddag boven het drukste
gedeelte van Kopenhagen is gebeurd, ver
nemen we uit die stad nog het volgende:
Een marinewatervliegt iig was van het
militaire etablissement, opgestegen met
tweo jonge adelborsten om manoeuvres
uit te voeren boven de Sond. Op den te
rugweg werd koers gezet naar de stad,
en wel naar het gedeelte, dat zich uit
strekt langs de kust. Toeschouwers, die
het toestel gadesloegen, zagen het toe
stel verdwijnen in een donkere wolk om
het na enkele oogenblikken weer te voor
schijnt te zien komer, echter onderste bo
ven gekeerd met de pontons naar om
hoog.
Toen het vliegtuig uit de wolk kwam
zag men de inzittenden er uit vallen: een
voor een vielen drie donkere voorwerpen
naar beneden, terwijl de motor van het
toestel voortdreunde en dit met een ra
zende vaart, zonder piloot, nog een kilo
meter ver door de lucl.t schoot, rakeligs
boven de daken van het villakwartier, om
ten slotte terecht te komen in een smalle
laan, waar het te pietter viel zonder
dat er wonder boven wonder, iemand door
geraakt werd.
Van de ongelukkige inzittenden viel er
een midden op het plaveisel van de hoofd
straat, de tweede op het pannendak van
een woonhuis en de derde op een fa
brieksgebouw. De lijken waren zoo ver
minkt, dat ze niet geidentificeerd konden
worden.
Dit is nu de tweede keer -van dit jaar,
dat er een militair vliegtuig in het ge
bouwde gedeelte van de hoofdstad neer
valt en de dagbladen dringen weer een
stemmig aan op een absoluut verbod om
boven de stad te vliegen.
De St. Pieterspenning in het Bisdom
Haarlem.
Naar „St. Bavo" meldt, ontving de
Hoogeerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin. Vi
caris C'apiLularis van het diocees Haarlem
het volgend schrijven van Z.Em. Kardinaal
Gasparri:
Hoogeerwaarde Heer.
Geen ongewoon of nieuw bewijs van ge
loof en toewijding hebt gij zoo juist, uit
naam ook van dab Diocees, gegeven, toen
gij den St. Pieterspenning ten bedrage van
19.000 aan den H. Vader met godvruch
tige bedoeling hebt gezonden.
Het is geenszins onbekend, hoeveel en
hoe groote nooden den H. Stoel bezwaren
om over de heele wereld de katholieke zaak
te bevorderen. Daarom moge de ondersteu
ning, die alle goedgeloovigen aan den
Plaatsbekleeder van Christus geven, strek
ken tot bevordering van het geloof en
vermeerdering van deu Christelijken gods
dienst.
Daarom smeekt Z. H. over u en al de
uwen, onder dankzegging, den rijksten ze
gen van God af, waarvan tot onderpand
strekke de Pauselijke Zegen, welke Hij aan
U en aan al de gevers gaarne in den Heer
verleent.
Van deze gelegenheid maak ik gebruik,
mijn gevoelens van hoogachting jegens U
uit te spreken, en U mijn toegenegenheid
te bevestigen.
P. Card. GASPARRI.
Waarschuwing.
„St.-Bavo" bevat het volgende schrijven
van Mgr. H. J. M. Taskin vicaris kapïtu-
laar van het bisdom Haarlem:
„Bij de Congregatie voor de Oostersche
Kerk zijn meermalen klachten ingekomen,
dat personen, die zich Oosterlingen noe
men of ook wel onder een valschen naam
doen voorkomen, alsof zij tot de Ooster
sche geestelijkheid behooren, gelden inza
melen of Misintenties vragen.
Om de3 te gemakkelijker de menschen
te kunnen bedriegen, vertoonen zij val-
sche bewijsstukken en soms ook fotogra-
phieën.
De H. Congregatie voor de Oostersche
Kerk verklaart en waarschuwt, dat zij
aan niemand verlof heeft gegeven om te
bedelen om Misintenties te vragen, eu
verzoekt den Bisschoppen opnieuw, drin
gend toe te zien, dat de Pastoors, de re-
ligieuse Oversten en ook de geloovigen
aan personen, die zich als Oostersche prles
ters aandienen, geen aalmoezen zullen ge
ven, hen niet zullen ontvangen en nog
veel minder Misintenties zullen toever
trouwen.
Naar aanleiding van deze waarschuwing
vermanen wij dringend onze priesters, re-
ligieusen en geloovigen, dat zij personen,
die beweren Oostersche priesters te zijn,
niet zullen ontvangen, geen aalmoezen
zullen geven en zeker geen Misintenties,
daar de gevers zelf in geweten verplicht
blijven voor het lezen der H.H. Missen te
zorgen.
Het spreekt vanzelf, dat de Oostersche
priesters niet zullen toegelaten worden tot
het lezen der H. Mis."
De Vicaris Kapitulaar,
12 Juni 1928 H. J. M. TASKIN.
Nationale Bedevaart naar Lourdes.
Aan de groote 34ste Nationale Bede
vaart naar Lourdes, welke van 31 Juli tot
9 Augustus a.s. onder leiding van de Ver-
eeniging tob samenstelling van Nederland-
sche Bedevaarten wordt gehouden, zal ook
deelnemen Z. Exc. Monseigneur L. Schiop-
pa, Apostolisch Internuntius, Aartsbis
schop van Justinianopel.
Men verzoekt ons de aandacht er op te
vestigen, dat voor de deelname aan deze
nationale bedevaart de inschrijvingster
mijn tot 20 Joni a.s. is verschoven, wijl
door de noodzakelijkheid om vier treinen
te doen loopen nog eenige plaatsen be
schikbaar zijn gekomen.
Ook na 20 Juni zullen nog inschrijvin
gen kunnen worden aangenomen, tot urter-
lijk 30 Juni, voorzoover alsdan nog plaat
sen beschikbaar zijn, doch dan moet de
aanmelding uitsluitend geschieden bij dc
Administratie V. N. B. te Venlo (Begij
negang 15).
Vóór 20 Juni kunnen de aanmeldingen
nog over de correspondenten van V. X. E.
loopen.
De groote deelname uit alle streken en
uit alle kringen van katholiek Nederland,
de circa 250 zieken die deze bcdeva irt
vergezellen en haar tot een échte Lourd-
sche bedevaart maken, de hooge pa
tronage van Z.Exc. den Internuntius,
dit alles zal de 34e Nationale Bedevaart
naar Lourdes tot een zeer bijzondere ge
beurtenis stempelen. Deelnemers moe
ten zich dus zoodra mogelijk nog aanmel
den.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Een handel waaraan verdiend kan
worden.
D. v. d. H., een dikke, bolwangige Jon
gen uit Hazerswoude, die bloots
hoofds, maar met een winterjas aan, van
Hazerswoude naar het Korte Voorhout
was gekomen en die zeide koopman van
beroep te zijn, moest voor den Haagsclicn
Politierichtei terechtstaan wegens den
eigenaardigen handel dien hij blijkbaar
dreef. Het bleek dat het jongmensch cr
een gewoonte van maakte bloemen en
heesters enz. weg te nemen van kweeke-
rijen en daarin handel te drijven. Althans
dergelijke dingen bleek hij wel eens te
doen. Hij beweerde, dat hij in het geval,
waarvoor hij terecht stond, 's morgens om
half zes de struiken had weggehaald,
maar de bedoeling had gehad, deze latei-
te betalen.
„Ik deed het wel eens vaker", zei hij
vanmorgen, „maar ik heb „mot" met zijn
zoon gehad, Edelachtbare en daarom, be
grijpt u
„Heb je dat dan wel eens vaker bij de
zen tuinder gedaan, zoo weggehaald en
later betaald
„Neen Edelachtbare."
En die pioenrozen dan, waarvoor Je
over 14 dagen zult moeten terecht staan",
vroeg mr. Rijke.
Die had-ie dan eerlijk gestolen, bekende
hij.
„Je handel bestond dus uit het verkoo-
pen van gestolen goed?"
„Neen Edelachtbare, twee maal heb ik
het maar gedaan, zoo waar ik het leven
heb", klonk het plechtig uit den mond des
dikken verdachte.
Zes weken eischte de officier van Jus
titie.
„Ben je getrouwd vroeg de politie
rechter.
„Nee Edelachtbare, maar ik moet hard
werken voor mijn vader", klonk het.
Tot 30 boete veroordeelde mr. Klomp
hem.
De veroordeelde deed afstand van hoo-
gor beroep.
De dienstweigeraar.
Niet alleen, dat het jongmensch, zooals
hij den ambtenaar ter secretarie van A 1-
pben a. d. Rijn verklaard had, prln-
cipieele bezwaren tegen den dienstplicht
had, maar zelfs had' hij geweigerd voor
den keuringsraad te verschijnen, wat toch
voor heel veel dienstweigeraars wel als
een gang naar Canossa moet zijn, maar
wart. de meesten van deze lief-adealisti-
sche jongelui, die weten wat ze kunnen
en moeten doen en laten, toch nog wel we
tende, dat het een zuivere administratie
ve overtreding is die zij dan begaan, toch
nog wel maken.
Maar deze jonge, teergevoelige tim
merman wat zal hij de spijkers met
zachte tikjes het hout indrijven die
overigens, blijkens zijn antwoorden a#n
den Haagschen politierechter geen on-
syinpatliieken indruk maakte, kon zelfs
dezen gang naar het keuringslokaal niet
met. zijn principes overeenbrengen, zefde
hij. Hij vond, dat hij daarmee maar net
militarisme in de hand werkte.
„U erkent het feit?" vroeg mr. Klomp.
„Ja mijnheer, maar ik begnjp niet goed,
dat het Btrafbaar is, dat moest niet ge
straft worden. Ik steun het militarisme
als ik er heen ga", vond de jonge timmer
man.
„U steunt niets door er heen te gaan",
wees mr. Klomp hem op vaderlijke wijze
terecht, ,,'t Is dwaas van je om dat te
meenen. Een ander kan morgen wel zeg
gen: ik wil uit principe altijd op het mid
den van de straat loopen, of ik wel op de
steentjes loopen, of links houden."
Mr. Rijke bladerde ondertusschen in
een Schuurman en Jordens deeltje en
mompelde al iets van „minstens een half
jaar gevangenis". Maar de misdaad van
den jongen bleek nog niet van dien om
vang te zijn, zoodat hij er thans met een
geldboete van 25 afkwam.
De vraag van mr. Klomp of hij in hoo-
ger beroeji wilde gaan, drong niet dade
lijk tot hem door. Het kostte eenige mi
nuten tijd en een muasa woorden van mr.
Klomp, voordat hij het begreep. En toen
zei hij opgelucht: „Nee, ik ga niet ver
der". „Vad."
De gaslucht.
Te Winterswijk en Zutphen.
De rechtbank te Zutphen wees gisteren
vonnis in twee zaken betreffende gascor-
ruptie. Zoo tegen den directeur van de
gasfabriek te Winterswijk wegens het als
ambtenaar een gift aannemen, wetende dat
zij hem gedaan werd, teneinde hem te be
wegen om, zonder daardoor in strijd met
zijn plicht te handolen, in zijn bediening
iets to doen. Het vonnis was 200 boete
of een maand hechtenis. De eisch luidde
400 boete of een maand hechtenis.
Verder werd de directeur van de gasfa
briek te Zutphen, ter zake als voren, ver
oordeeld tot 200 boete of een maand
hechtenis, conform den eisch.
De moord te Kerkrade.
Doodstraf geëischt.
Men zal zich herinneren, dat op 4 Jan.
j.l. nabij Kerkrade (even over de Duitsche
grens) zekere Lijnen vermoord is. A'ls ver
dachten werden toen aangehouden de
vrouw van L. en de kostganger N.
Hun zaak diende Woensdag en Donder
dag j.l. voor het Schwurgericht te Aken.
N. werd wegens moord tot de doodstraf
veroordeeld, terwijl de vrouw wegens mede
plichtigheid tien jaar tuchthuisstraf kreeg.
De eisch voor beiden luidde doodstraf.
Ergerlijke mishandeling van een
Hongaarsch kind.
Voor het Gerechtshof te Arnhem stond
in hooger beroep een vrouw terecht, ter
zake van mishandeling van haar pleegkind,
voor welk misdrijf zij door de Rechtbank
te Almelo was veroordeeld tot vier maan
den gevangenisstraf.
Verdachte is van dit vonnis in appèl ge
komen.
Als eerste getuige werd gehoord de dok
ter, die het slachtoffer J. S., een Hongaar-
schen jongen, heeft onderzocht, drie dagen
na de mishandeling. De dokter heeft over
het geheele lichaam van den jongen krab-
en knijpwonden geconstateerd, zoowel op
armen en den rug, als op de beenen. Op de
rechterhand vertoonde zich een bijtwond.
Verd. ontkende het haar ten laste ge
legde.
De Advocaat-Generaal mr. Luyken Glaa-
horst achtte heb ten laste gelegde bewezen
en eischte bevestiging van het vonnis.
FEUILLETON.
HET HUISJE IN T RAVIJN
Uit het Engelsch
door
Headon HilL
28)
HOOFDSTUK XVIII.
Detective werk.
Hector ging op een draf naar het post
kantoortje in het dorp, achter de Abbey
en verzond een heele serie code-telegram
men aan verschillende leden van de redac
tie van de Lynx. Het langste was dat aan
den hoofdredacteur en het gaf Hector een
heerlijk gevoel van opluchting, dat hij weer
volkomen onbevangen tegenover Laurence
Wraxall stond. Hij moest vrij lang op de
antwoord-telegrammen wachten en toen
deze hem verzekerden dat al het mogelijke
zou worden gedaan, richtte hij zijn schre
den naar de groeven. Hij had zoo goed en
kwaad dit ging in het dorp geluncht, fn
den tijd dat hij op de telegrammen wacht
te, zoodat hij niet eerst weer naar huis
hoefde. Toen hij bij de groeven aankwam,
zag hij John Budge al in de poort staan,
met een vriendelijken griins on zijn ge
zicht.
Kom binnen mijnheer, zei hij, bijna
hartelijk. Ik had U al verwacht. Ik hoop
dat U niet weer een van Uw Japansche
kunstjes op me zult probeevcn vandaag.
Neen Budge, we vechten nu aan den
zelfden kant, zooals je wel zult hebben ge
hoord, antwoordde Hector en zijn intuïtie
deed hem zijn hand uitsteken. De reus John
Budge greep zijn hand en bekrachtigde
een vriendschap die ze zeer noodig zouden
hebben in de komende dagen.
Hector keek vol belangstelling om zich
heen, toen Budge, nadat hij de poort ge
sloten had, hem voorging naar zijn kan
toor, langs een groep kleinere gebouwen,
die voor het meerendeel onbewoond wa
ren, ofschoon hij bij enkele een glimp op
ving van stoere gestalten die lagen te sla
pen in ruwe kooien, terwijl hier en daar
iemand zat te rooken of bezig was zijn
potje te koken.
We hebben een échte marmerhandel
ook, maar op kleine schaal, verklaarde
Budge, die de belangstelling van den an
der opmerkte. De echter arbeiders zijn
nu daar beneden aan het werk. Die man
nen daar behooren tot den nachtploeg, zij
zorgen voor hetgeen hier 's nachts wordt
aangevoerd. Ze mogen niet uit de keeten
overdag, als meu zou zien dat ze niets de
den, zou dit argwaan kunnen opwekken.
Bijna zoo erg als in een gevangenis,
was Hectors opmerking.
Niet wanneer U bedenkt wat ze be
taald krijgen voor hun werk, zei Budge,
terwijl hij een stoel voor zijn gast aansleep- j
te en zelf op tafel ging zitten. Nu mijn
heer Yeldham, ging hij voort ik ben
heelemaal in het vertrouwen van zijn lord
schap en in zijn telefoongesprek vertelde
hij mij over Uwe vermoedens aangaande
Bessie Calloway. - Voor U aan het werk
gaat, zal ik u iets vertellen, dat ik nog aan
niemand verteld heb, omdat ik bang was
haai moeder ongerust te maken en oo?;
omdat het lijkt dat het onmogelijk met I
Bessie in verband kan staan, omdat haar
beste kleeren allemaal weg waren. En de
opzichter vertelde hoe hij gehoord had van
dien kreet vlak na middernacht. Ik heb
de heele baai afgezocht mijnheer, maar ik
heb geen spoor van haar gevonden. Mis
schien staat die kreet in geen enkel ver
band met het arme kind, maar ik dacht
dat U het toch behoorde te weten nu U
ons komt helpen naar dien schurk te zoe
ken, die zijn Lordschap's plannen in de
war dreigt te sturen.
Hector nam zijn pijp, stak deze aan en
rookte een tijd zwijgend.
Vertel me eens Budge, zei hij einde
lijk, was U ook van meening dat ik de
oorzaak was van Bessie's verdwijnen?
Neen mijnheer Yeldham, was het
antwoord van Budge, maar ik had wel
vermoedens tegen dien anderen huurder,
die glibberige pad. Hij was in bed vóór
Bessie naar boven ging en hij kwam pas
beneden nadat haar moeder ontdekt had
dat het meisje er niet was. En sedert dien
tijd heeft hij het huis nauwelijks verlaten.
Iemand kan niet op twee plaatsen gelijk
zijn. U" begrijpt wat ik bedoel?
Ja, ik begrijp wat U bedoelt, zei Her
tor nadenkend. Maar als ze nu eens een
afspraak hadden gehad, als ze beide eens
uit huis waren geslopen, alleen of samen
on de man alleen zou zijn teruggekomen,
Jan zou dat de verklaring kunnen zijn van
ien kreet.
Maar niet van het feit dat haar Zon-
lagsche kleeren weg zijn, mijnheer. Ze zou
lie toch niet aantrekken voor een ontmoe
ting aan het strand een meter of wat van
hun huis? hield Budge voL
Misschien niet, stemde Hector toe,
ofschoon hij aan een andere verklaring
dacht voor het feit dat haar Zondagsche
kleeren vermist werden, een verklaring,
die hij voorloopig vobr zich hield.
Heeft u gehoord wat Jem Carter gis
terenavond heeft uitgehaald? vroeg Hector
plotseling van onderwerp veranderend.
Ldrd Purbeck heeft het me verteld mijn
heer. Mijn handen jeukten om dien kwa
jongen eens een flink pak ransel te geven.
Het is geen onaardige jongen maar hij ia
stapelgek op Bessie. Hoe hij het in vredes
naam in zijn hoofd heeft gehaald dat Lady
Madge U bedoelde, is mij een raadsel.
Wilt U hem spreken, mijnheer?
Ja en liefst alleen, zei Hector. Ik
denk dat ik meer uit hem zal krijgen als
U er niet bij is, Budge. U heeft soms iets
in uw optreden dat niet heel geruststellend
is voor een jonge man die iets op zijn kerf
stok heeft.
De zwaar gebouwde opzichter sprong
van de tafel en glimlachte grimmig.
Ik ben niet zoo kwaad als ik er uit
zie, maar deze onderneming zou nooit heb
ben kunnen gelukken zonder discipline. Ik
zal U naar hem toebrengen en U met hem
alleen laten. Maar weest U voorzichtig. Hij
weet niet dat hij verdacht wordt op u ge
schoten te hebben. Hij is slecht gehumeurd
en somber en kon U wel eens te lijf willen
gaan.
Ga maar voor, zei Hector, ik ben
niet bang voor mijnheer Jem.
Ze liepen naar den ingang van dm troe
ven een meter of acht achter h< K.itoor.
Deze ingang bestond uit een ruw getim
merd afdak over een scherp hellende tun
nel die, verder op, zich spiraalsgewijs alp
een reusachtige kurkedraaier nu eens naar
boven dan naar beneden slingerde. Hier en
daar wierpen olielampen een somber
schijnsel en nu en dan passeerden ze don-
kero, spelonkachtige openingen, die, zoo
als Budge uitlegde, voerden tot diep onder
de heuvels.
Plotseling stonden ze voor een zware
houten deur cn na een oogenblik aarzelen
stootte Budge deze deur open. Hij stond
op den drempel van een geriefelijk inge
richte kamer, verlicht door olielampen aan
den muur. Om een groote tafel stonden
stoelen en een divan. Een prachtig tapijt
lag op den grond en de rotswanden waren
met gele zijde bespannen.
Dit is de kamer van Lord Purbeck en
daarachter is een slaapkamer, zei Budge.
Als er een boot aankomt, dirigeert hij den
boel altijd zelf en brengt dan een groot deel
van zijn tijd hier door.
Hier hadden we U ook willen brengen
en hier zouden we U vastgehouden hebben
tot de laatsto vracht verzonden was. Ik
dacht zoo dat het wel goed zou wezen als
U hier met Jem Carter praatte; U zou
licm al voor drie kwart klein hebben als
hij U in de kamer van Lord Purbeck zag.
Hector vond dit idee uitstekend en Budgo
ging heen om den zondaar op te halen.
Een oogenblik later stond hij in de deur,
besluiteloos, alsof hij half geneigd was
weer terug te gaan. Maar John Budge
drukte hem naar binnen en sloot de deur
met een slag.
(Wordt vervolgd).