Uit de Rijnstreek. VOOR ONZE KINDEREN. ALPHEN AAN DEN RIJN. GEMEENTERAAD.. Wij krijgen een sproeiwagen. De brug in Aarlanderveen en de schoolkinderen. De vermake lijkheidsbelasting met vlag en wimpel erdoor. De raad dezer gemeente vergaderde gis teravond te 7 uur. Aanwezig alle leden. De voorz. opende de vergadering.met ge bed, waarna de voorz. mededeeling deed yan de ingek. stukken. Op de vraag van den heer Cocx, waarom geen arbeiders in het alg. armbestuur wer den benoemd, was een schrijven ingekomen van het Armbestuur, dat bij de benoeming üp geen stand wordt gelet. Verzoek van een commissie, bestaande uit de heeren P. den Ouden en J. W. Los, om een gemeentelijke bijdrage van 10.000 in den bouw van een schutsluis in den pol der Rijneveld. Van de pla'atselijke Middenstandsvereeni- gingen was een verzoek gekomen een sproeiwagen aan te schaffen. B. en W. stel len voor dit schrijven te behandelen bij de begrooting 1929. De heer ten Cate Brouwer wilde zoolang niet wachten. Spr. hoopte, dat de raad thans een ander inzicht heeft dan, vroeger. Over dit punt voerden ver schillende heeren het woord. De heer den Hertog zou gaarne een prae-advies van B. en W. zien op de volgende vergadering. De heer de Wolf wilde alleen een uitspraak van den Raad voor of tegen een brandspuit; dan kunnen B. en W. volgende vergadering met een voorstel komen. De heer den Ouden gaf den ernstigen raad te overwegen, wel ke onkosten aan de aanschaffing verbon den zijn, zooals de stalling van den wagen. De heer ten Cate Brouwer zeide, dat de stalling geen bezwaar behoeft te zijn. 's Winters kan de wagen in spr.'s zaak worden ondergobracht. Wat de kosten be treft, het ligt niet in de bedoeling van den Middenstand een moderne wagen. Voldoen de is een gebruikte sproeiwagen, waarvan de kosten niet hooger behoeven te zijn dan f 1000.Spr. noodigt B. en W. met be kwamen spoed uit zulk een sproeiwagen aan te schaffen, di'e de kom der gemeente zal besproeien. Verschillende heeren voerde-n hierover het woord. Het voorstel van den heer ten Cate Brouwer, thans te besluiten tot aan koop van een sproeiwagen, als boven be doeld, werd verworpen. Het voorstel van den heer den Hertogh, B. en W. uit te noodigen een volgende vergadering met voorstellen te komen, werd met alg. st. aangenomen. Een verzoek van de Muziekvereeniging „Excelsior" te Aarlanderveen een verlicht lokaal beschikbaar te stejlen in de Openb. School werd verwezen naar B. en W. om «4"vies. 1. Voorstel naar aanleiding vsn het Verzoek van A. Houtman en A. Stigter om het woonwagenterrein achteruit te brengen. B. en W. adviseeren afwijzend te beschik ken. Het terrein op eenigen afstand van den openbaren weg te brengen zou de controle bemoeilijken. Bovendien zouden bil de verplaatsing waschpkats en privaat niet meer op het terrein staarw wat on praktisch is. Tenslotte zou verplaatsing hooge kosten meebrengen, B. en W. merken aiog op, dat adressanten hun woningen zijn gaan bouwen, nadat het woonwagenterrein .was aangelegd. De heer Koren merkte op, dat de eerste onderteekenaar reeds1 lang daar woonde. De voorz. zeide toe, dat de „rechtstreek- sehe inkijk" op het terrein door een hek enz. zoo goed mogelijk zal worden verbe terd. Volgens advies van B. en W. werd af wijzend beschikt. 2. Voorstel naar aanleiding van het adres van Th. Cocx en anderen, houden de verzoek om alsnog een bijdrage in de kosten van den bouw eener brug over de Ringvaart van den polder Nieuwkoop te verleonen. B. en W. adviseeren hierop wederom af wijzend. Omtrent het thans ingekomen adres van Th. Oocx en anderen, deelen èn de wnd. gemeente-architect èn de Commissie van Bijstand voor de Openbare Werken, mede, dat geen reden gevonden wordt om het aanvankelijk ter zake ingenomen stand punt te wijzigen, onder opmerking dat de onderieekenaars van het adres, op enkele na, leveranciers zijn van de enkele land- houwers die in de omgeving van de brug Wonen. De heer Co.cx vroeg, wie of anders had den moeten onderteekenen dan de boeren en neringdoenden. De heer Veltman heeft, na onderzoek, zijn eerste meening gewij zigd. Spr. acht de brug inderdaad van be lang en zou het adres willen steunen. De neer v. Riet zeide, dat aan de bewoners aldaar wel iets toekomt, omdat zij versto- ken zijn van vele geriefelijkheden, die de gemeente biedt. De heer den Hertog zei de, dat heb al te veel opgevat wordt als £en particulier belang van een enkelen heer. Spr. zou de bijdrage willen verke nen. De heer den Ouden achtte het redelij ker, dat de bèwoners zelf een bijdrage ga- ven. De heer Ruiting zeide, dat de bewo ners inderdaad zullen bijdragen. Do voor zitter van een der sprekers hoorend dat e schoolkinderen eveneens veel last on- uenunden stelt daarna voor dat B. en de zaak nog eens zullen onderzoeken. 3- Voorstel tot het opnieuw vaststellen ran verordeningen ingevolge de Motor- en Rijwielwet, naar aanleiding van door de Ccdep. Staten gemaakte opmerkingen. Een dezer opmerkingen was dat de be bouwde kommen niet zoo uitgebreid mo- gea^ worden opgenomen als in de veror dening is vastgelegdde andere betreft de tiaximumsnelheid van 12 K.M. in enkele drukke straten (Hoofdstraat, v. Man- dersloostraat, Raadhuisstraat, 's Molenaars eu de Julianas:raat). Deze in de verordo- öinS opgenomen bepaling nu is, naar de lening van Gedeputeerde Staten in strijd aet de wet, aangezien een hunnerzijds in gesteld onderzoek uitwees dat niet gezegd kan worden dat op die met name genoem de wegen en wegsgedeelten in het alge meen een zeer groote verkeersdrukte heerscht, zooals in het aangehaald art. 7 der Motor- en Rijwielwet uitdrukkelijk wordt voorgeschreven voor het stellen van een dergelijke bepaling. Een bijzondere verordening op de maxi mumsnelheid wordt daarna voorgelegd, waarin de herziene bebouwde kom wordt aangegeven en het.verboden wordt op de volgende wegen voorzoover deze zijn gele gen binnen de bebouwde kómmen der ge meente, te rijden met een grootere snel heid dan 12 Kilometer per uur: le. den rijksstraatweg; 2e. den Lagen Rijndijk. 4. Voorstel tot vaststelling van een verordening op de heffing en invordering van een belasting op de tooneelvertoo- ningen en andere vermakelijkheden. Tegen de verordening werden destijds van verschillende zijden bezwaren geop perd. Sedert dien werd een adres ingezon den van verschillende sport- en tooneel- vereenigingen om niet tob invoering der verordening over te gaan. De nadere overweging van hun voor stel, in verband met de daartegen in den Raad gerezen bezwaren, heeft B. en \V. echter niet geleid tot het aanbrengen van wijziging daarin. De heer Ten Cate Brouwer wenschte uit art. 2 te schrappen bals, fancy-fairs, gym- nastiek-uitvoeringen, variété, spelen, voor drachten en lezingen, omdat deze onder werpen niet gerekend kunnen worden tot algemeene' vermakelijkheden. De heer v. Dijk ziet niet in, waarom. B. en W. verandering brengen in den bestaanden toestand. Het lijkt er op, den menschen een beetje onaangenaam te zijn, want be lastingobject zal het niet zijn. De voorz. zeide, dat een dergelijke ver ordening in tal van gemeenten bestaat. De veronderstelling, dat de bedoeling is den menschen onaangenaam le zijn, is na tuurlijk onjuist. Spr. zeide, dat het is een zuiver belasting-object, los van de politie en los van de bevoegdheid van den bur gemeester. Mocht blijken, dat zich onbil lijkheden voordoen, in art. 3 zijn tal van uitzonderingsgevallen toegelaten. Daarom vindt spr. geen aanleiding om het voorstel van den heer Ten Cate Brouwer over te nemen. Het voorstel-Ten Cate Bhouwer werd verworpen. Verder wenschte de heer Ten Cate Brouwer aan art. 3 toe te voegen, dat eveneens vrijgesteld zijn van belasting feestelijkheden, welke georganiseerd wor den door plaatselijke vereenigingen, die ten doel hebben den verjaardag van de Regeerende Vorsten te vieren. Deze aan vulling werd verworpen met de stemmen van de heeren ten Cate Brouwer, den Her tog en v. Dijk voor. De heer Ten Cate Brouwer stelde daar na voor alle feestelijkheden, welke op 31 Augustus vallen (mits deze dag niet op Zondag valt) vrij te stellen van belasting. Ook deze aanvulling werd eveneens ver worpen met de stemmen van de heeren Ten Cate Brouwer, den Hertog en v. Dijk voor. Een voorstel van den heer Ten Cate Brouwer de verordening op 1 Jan. 1929 te doen ingaan en aldus eenig uitstel van executie te verleenen werd verworpen met de stemmen van de heeren Veltman, Ten Cate Brouwer, de Wolf en den Hertog voor. De verordening werd daarna in stem ming gebracht en verworpen met 11 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren do Wolf, Ten Cate Brouwer, Bergshoef, Veltman, den Hertog en v. Dijk. 5. Voorstel om aan de Provincie een jaarlijksche bijdrage van 60Ö per K.M. te verleenen in de onderhoudskosten van den nieuw aan te leggen weg lang3 de Oostzijde van de Gouwe, van Gouda naar Gouwsluis. Volgens het wegenplan zal deze weg een kruinbreedte verkrijgen van 13 Meter, de verharding zal zijn een stofvrije gefun deerde verharding, ter breedte van 6 Me ter, terwijl vrij van den weg rijwielpaden komen ter breedte van 2.80 M. Het deel van den nieuw aan te leggen weg, dat binnen deze gemeente valt, heeft een lengte van ongeveer 3.7 K.M. B. en W. stellen voor de jaarlijksche bij drage te verleenen. De heeren den Hertog, Ruiting en v. Dijk meenden, dat het niet op den weg van de gemeente ligt een jaarlijksche bij drage te verleenen. De heer Bergshoef zou willen aanraden den berm te behouden, anders ligt de weg gevaarlijk langs een diep water. ,De voorz. zeide, dat B. en W. gunstig adviseerden, omdat de weg van groot Al- phensch belang is. Spr. meent, dat de Raad zich vroeger heeft uitgesproken, aan te dringen op spoedige totstandkoming van een weg langs het Jaagpad. Na nog eenige bespreking werd, op Voorstel van den heer v. Dijk besloten, het voorstel aan te houden. 6. Voorstel naar aanleiding van het adres van het Bestuur der Vereeniging „Alphens Zwembad", alhier, houdende verzoek om verhooging van bet renteloos voorschot en wijziging der oorspronkelijke voorwaarden. De raad besloot, ingevolge dit verzoek boven het bij raadsbesluit d.d. 23 October 1924, toegekend renteloos voorschot van 12.000 nog toe te kennen een renteloos voorschot van 4000, onder voorwaarde dat van dit totaalvoorscho tvan 16.000 jaarlijks moet worden afgelost een som van tenminste 500 II over de exploitaticjaren 1928 tot en met 1932 aan de Vereeniging Alphens Zwembad te Alphen aan den Rijn eene vaste jaarlijksche bijdrage in de exploita tiekosten van de zweminrichting Ie verlee nen van 1500, zulks in afwijking over deze jaren van het bepaalde sub 111 van het meergenoemde raadsbesluit van 23 Oo tober 1924. Het voorstel werd, na eenige discussie met 15—2 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Ten Cate Brouwer en Cocx. 7. Voorstel tot verhuur van de woning Hoofdstraat No. 258 aan M. Burger. Besloten wordt de woning te verhuren tegen 3 per week. S. Voorstel om aan de dienaren van politie A. Berger en H. de Groot te ver huren de thans door hèn bewoonde wonin gen. Dit voorstel wordt gedaan naar aanlei ding van een opmerking der Prov. Grif fie, dat de woningen der politie-agenten, die gemeente-eigendom zijn, niet mogen worden beschouwd als ambtswoningen. Een zuiver administratieve opmerking dus. Goedgekeurd. 9. Voorstel aan den gemeentewerkman H. Simmerman te verhuren de woning Prins Hendrikstraat No. 74. De verhuring zal geschieden tegen ƒ4.50 per week. Goedgekeurd. 10. 'Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond aan de AarkadeBloemhof straat aan G. de Jeu q.q. alhier Het perceel is groot ongeveer 570 M2. De verkoopsprijs wordt voorgesteld op 3277.50. Goedgekeurd. 11. Voorstel van B. en W. tot het aan gaan van een geldleening. De loening zal groot zijn 174.900, en is benoodigd voor buitengewone werken (aanleg spoelterein en woonwagenkamp, grondaankoop enz.) en voor uitbreiding CORRESPONDENTIE. Johnny Langeveld, Leiden. Zoo Johnny, heb jij zoon schik met het prijsje? Dat doet me plezier. En heb jij je dank gebracht op deze wijze. Kom, dat zal ik eens laten hooren, anderen ten voor beeld. Johnny zingt: Lieve Oom Wim, "Wat hen ik verbazend blij De achtste prijs voor mij Ik bad het niet durven hopen, En nu behoef ik vooreerst geen post papier te koopen. Zoo'n prijs geeft mij weer moed Om voortaan mee te dingen met spoe>d; Doch dan is de beurt aan and're Neefjes, Nichtjes, Want ook zij komen met verhaaltjes en gedichtjes. Leve Oom Wim en de Kinderkrant, Hier eindig ik met dank en hand. Wat dunkt u Is dat niet mooi gezegd Tot den volgenden keer Johnny! Veel groetjes aan Mama. Tootje Brochen, Leiden. Zoo Tootje, vond jij het boek zoo mooi Dat doet me plezier. Het is ook mooi. Ik was blij voor joy, dat het Geluk jou goedgun stig was. Veel groeten aan alle hmsge- nooten. Hendrik Breuring, Leiden. Zeker mocht dat HendrikEen beetje hulp kwam zeker te pas, vooral voor een jonge tje van acht jaar. Ik ved voor nog zoo veel, dat Mijnheer op school over jou te vreden is. Je schrijft al haast zoo mooi als ik. Dag HendrikGroet wederkeerig va der, moeder, broers en zus. Jan P1 o U v i e r, L e i d e n. Ja Jan, No. 5 was wel een beetje moeilijk. En dat Jacques zelf zijn briefje geschreven heeft, vind ik erg flink van hem. Zoo hoort het ook voor een student van de 2de klas. En als dan Leo nog eens zoover is en Marie Thérèse en Pierre-ke komen opdagen, jon gen nog toe, wat zal dat 'n plezier zijn, hé Jan! Wis en zeker kim ik eens kijken! Groet wederkeerig vader en moeder van me en vergeet niet de broers en zusje in mijn plaats de hand te drukken. Dag Jan Dag Jacques, jij verdiende twee prijzen! A n n y v. V e 1 z e n, Leiden. Wel, lief Nichtje, heb jij „Theresia Roosje" zelf ge maakt? Laat mij dat eens hooren Als het „ja" is, laat ik het versje plaatsen en dan.... maak ik je mijn compliment! P i m V e r h u 1 s t,1L e i d e n. Ja Pim, ik had ook kunnen lijden, dat je tot de ge lukkigen behoord hadMaar wie kan het lot dwingenDenk maar, hierna be ter Wanneer maak je nog eens een ver haaltje Ik zal eens zien. Veel groeten aan vader en moeder en broertje. Dag Pim. Gerard en Theo Gründemann, L e i d e n. Ik was blij jelie beidjes te zien De raadsels waren ook gemakkelijk, voor al voor Theo waren ze al heel eenvoudig 1 En nu had eens een van jelie tweeën een prijsje moeten hebben Wat zou dat fijn geweest zijnToch blijven meedoen, hoor 1 Maak mij ook veel groeten aan vader, moe der, broertje en zusje. Dag jongens I Joosje Meuwese, Leiden. Ja Joosje, ik was ook verwonderd je te zien en ik hoop je voortaan altijd „te zien". Je hoopte in stilte een prijsje le winnen en ik hoopte, dat ik je met muziek en zang een prijsje had mogen uitreiken, maar je bent niet zoo gelukkig geweest als bij het oplossen van de raadsels in „Zonneland". Mank veel groetjes, ook van tante, aan vader en moeder en zusje en CorDag Joosje Joh&n de Graaf, Leiden. Mooi zooMet Juli verwacht ik dan de uitge werkte art. Dan ook zullen we wel over wat meer plaats kunnen beschikken en zal „Ons Hoekje" weer worden, wat jij je er van voorstelt. „Joris op reis" zullen we de volgende we^k ten tooneele brengen. Ook „Mijn duiven" en alles wat van jou aan wezig is, wordt successievelijk geplaatst. Dag Johan. Met hand en groet en.... dank. Fortuna wasjou dezen keer niet gustig gestemd. De volgende week ga ik door met het beantwoorden der brieven. En liggen er nog een 50-tal verlangend op antwoord te wachten. Tot ziens Jelie liefhebbende Oom WIM. van Water- en Lichtbedrijven (130.000). Het voorstel is de leening t.o sluiten bij het Weduwen- en Wcezenfonds van Euro- peesch burgerlijke ambtenaren in Neder- landsch- Indië, gevestigd te 's-Gyavenhage tegen den koers van 99 pet. en een rente van 41/2 pet. »s jaars zonder provisie. Goedgekeurd. Rondvraag: De heer Ten Cate Brouwer betuigde zijn leedwezen over de afwijzende beschikking van den Minister op het adres inzake den nieuwen weg van den Hoorn naar Gouwsluis. Spr. verzocht voor deze zaak de belangstelling wakker le honden. Voorts wenschte spr. een waarschuwings bord voor automobielen bij de Clir. School in de Julianastraat. De heer De Wolf deed zijn beklag dat door de gemeente losse arbeiders worden aangenomen tegen een willekeurig loon van 40, 45 en 50 ct. Aan den een werden de Chr feestdagen'wel, aan den ander niet uitbe taald. Spr. verzocht een uniforme rege ling. De hoer den Hertog wenschte het auto- rij-verbod in de Ridderbuurt op te heffen. De heer Ruiting wees op den toestand van den Lindenhovcweg. Nadat de voorz. verbetering had toege zegd, werd de vergadering te 11 uur geslo ten. Bietebomneus door Tante Lous. Er leefde eens heel lang geleden een heel klein mannetje, met een heelen dikken rooden neus. Die neus was bijna zoo dik en rond als een kogel en zoo rood als een biet. Daarom noemden de menschen hem dan ook „Bietebomneus"! Toen hij een kleine jongen was, werd hij altijd door an dere jongens uitgescholden en nagejouwd, zelfs zijn broertjes en zusjes lieten hem niet met rust, wat natuurlijk heel leelijk was. „Leelijke Bietebomneus, moet je zoo veel eten?" riepen ze als ze aan tafel za ten „je neus is al dik genoegEn dan trokken ze hem het bord voor zijn armen mismaakten neus weg, en dan deelden ze wat er op was. Zoo ging het heel dikwijls, want de ouders van Bietebomneus" had den elf kinderen, en er waren er altijd wel een paar waarop ze niet konden letten, omdat ze het zoo druk hadden met de an deren. En die stalen dan het eten van kleinen Bietebomneus, zoodat hij bijna al tijd honger had. Door het weinige voedsel wat hij kreeg, groeide hij slecht. Eerst was hij even groot geweest als zijn broertjes en zusjes op zijn leeftijd, maar langzamer hand groeide zij hem over het hoofd, en hij bleef klein, omdat hij geen eten genoeg kreeg. Toen hij zoo klein bleef, was zijn vader bang, dat hij een dwerg zou blijven. Kleine Bietebomneus zei niemendal, klik ken wou hij niet. Als zijn broertjes of zus jes hem kwaad deden, verklapte hij hen nooit, maar als ze arme kinderen plaag den of den hond sloegen, of de kat bij den staart trokken, dan nam hij het voor de stumperds op. Natuurlijk namen de kinde ren hem dat erg kwalijk. „Steek jij toch niet overal je leelijke bietebomneus in", riepen ze; „bemoei je niet met ons! We roepen je toch niet!" Bietebomneus was niet tegen zijn broertjes en zusjes opgewas sen en stilletjes liep hij dan weg. Achter hun huis was een schuurtje, het was er vuil en donker, dat was dan zijn schuilplaats. In den muur was een spleet en daardoor kwam dan een heldere gouden zonnestraal. Daar zat kleine „Bietebomneus" dan soms naar te kijken. Een spinneweb, dio voor de opening hing werd dan op eons er door verzilverd en als hij zijn handje in den lichtstraal hield, scheen het bloed helder door zijn nageltjes heen. Dat was een prach tig gezicht, brandend purperkleurig als een zonsondorgang. Hij genoot als hij zoo in zn eentje zat. Het vuil en de spinnewebben zag hij dan niet, hij moest dan aan allerlei mooie sprookjesachtige dingen denken. Maar steeds werd hij teerder en blecker, want er was niet veel frissche lucht in dat schuurtje. Zijn broers en zusjes wenTen groot en leerden een ambacht, maar kleine Bietebomneus, bleef tenger en zwak en had geen lust om te werken. Hij deed toch wel zijn best, hij trachtte zich steeds nuttiger te maken, hoewel zijn moeite nooit beloond werd, maar, hij klaagde nooit. (Slot volgt). (Voor de Grooten). Kweek el ingen-angst. „Kinderen, als 't boek uit is, krijgen jullie compositie". 'fc Was alsof ik een eleetrische schok kreeg. Stel je voor, dat was over veertien dagen. En dan zoowat 't hecle Oude Tes tament. Ik keek eens naar den Rector, of 'fc waarlijk meenens was. Ik heb Z.Eerw. zeker erg bang aangekeken, want de Rec tor vroeg: „Vindt ge dat zoo erg, Marie 1 Nee maar, dat moest er nu nog bij ko men, of ik 't erg vond. Zoo'n compositie ijskoud op je lijf, waar je nog in de ver ste niet aan gedacht had. Maar 't was toch heusch waar, we kregen compositie van 't Oude Testament, te beginnen blad zijde honderd vier en vijftig tot 't einde van 'fc boek. Nu maar elk vrij oogenblik met je neus in de Bijbel. Als je in de rij liep tusschen de lessen en vooral onder de uren van studie. Ik verzeker je, dat ik zelden met zooveel ijver Bijbel gestudeerd heb. Voor al één gedeelte wilde er maar niet in 't Was van de koningen van Juda en Israël. Als je daar een heelen tijd op gestudeerd had en je wilde dan eens probeeren of je 'fc kende, dan was 't net hutspot. De ko ningen van Juda, noemde je van Israël en die van Israël van Juda en een koning, die al lang dood was, noemde je de zoon van eentje die pas veel later kwam. 't Was om razend te worden, 's Avonds in bed probeerde je nog eens of 't niet ging en dan rammelde je 't natuurlijk nog meer door eltaar »n angstige clrtvpmon van Vo- ningen en oorlogen kreeg je Jiog op a© koop toe. We hadden dan ieder uurtje ieder mi nuutje, iedere seconde benut om de Bijbel er in te krijgen. En daar was dan de com positie-dag! 's Morgens bij do H. Commu nie was je reuze egoïstisch en je vroeg haast niets als voor je compositie. Aan fc ontbijt werd iedereen aangepord om „schietjes" te doen. Onder de les van Zus ter Aloysia kon je haaBt niet opletten en je bad maar den heelen tijd: „Ach, Onze Lieve Heertje, help me toch". Daar ging de bel. Nu zou 't komen. Met ijzige kalmte kwam do Rector binnen. Eerst nog gauw eens vurig gebeden. Eu toen zou 't komen. „Mijnheer zegt U 'fc tocli?" Wat Iaat, U ons lang wachten I". Maar de Rector wachtte eerst tot 'fc stu was en toen kwamen de vragen. Twintig achter elkaar, waarvan je op 't eerste ge zicht niets meende te kennen. Maar als je rustig begon te werken kwam jo tot de ontdekking, dat je er toch eigenlijk nog wel meer van wist dan je dacht. Eindelijk was 't gevreesde uur om en je had zoo goed en kwaad als 't ging de vragen be antwoord. Onder dc recreatie was 't na tuurlijk niets anders dan vergelijken. Nu eens merkte je, dat je iets goed had dan weer iets fout. In de Bijbel durfde je niet kijken, bang als je was te ontdekken, dat je zooveel fout had. Maar wat kwam dat er nu'nog op aan. 't Was nu gemaakt en veranderen kon je 'fc niet meer. In de eerstvolgende les zou je je punten wel hooren en je hoopte maar, dat 'e niet al le bar zou zijn. Lïtta. Stadstuintje. Midden tusschen stajige deftige hui zen lag 't tuintje, 't Leek 'n klein stukje land, verdwaald geraakt tusschen 'fc muffig drukke van Amsterdam. En 'fc scheen aan de huizen 'n tikje vroolijkheid te geven en de eentonigheid van de ra menrijen af te breken, 't Tuintje was al tijd stil en verlaten. Slechts 'n enkele keer als de meid b.v. wat uit 'b berghok moest halen knarste 't kiezel en dan ke ken de boterbloempjes en madeliefjes dc rustverstoordster zóó lang na, totdat zij achter de groene keukendeur was ver dwenen. In de verte klonk 't geratel van karren en trams dof tot hen door. Maar in 'fc tuintje zelf heerschte de stilte van 't „Stadstuintjes-leven". Drie vier uur per dag keek de zon eens heel even op 't groene plekje neer, om dan weer haastig achter de groote schutting te verdwijnen. Maar die paar uurtjes dat 't tuintje vroolijke zonnetin- teling genoot, lachtten en stoeiden do madeliefjes met de grassprietjes en knik ten en praatten met hun grootste vrien din „de Zon". En dan vertelde de zon aan de „tuinbe- woonsters" wonderlijke verhalen uit haar geboorteland ,,'t groene blije veld". En dan verlangden ze wel eens even naar dat vrije zonnige land maar dan knikte de zon hen zóó bemoedigend toe, dat zij heur verdriet al gauw vergaten. Zoo leef den en voorde 't stadsluintje haar een tonig bestaan voort, tot op zekeren mor gen iets vreeselijk gebeurde. Er kwamen veel mannen in 't anders zoo stille „bloe- mendomeintjo". De schutting werd afge broken, hout en steenen aangebracht en drie maanden later had 't stille stads tuintje plaats gemaakt voor 'n drukke kwartjesbazar. Josephine Schermer—Voèst, Oudenbosch. De Muizenkoning en z'n Zoontje. Door La Brousilleur. De muizenkoning was boos, vreeselijk boos. Daar had z'n jongste zoontje, Prins Dribbelpoot", z'n scepter, dat was een lu cifer, gebroken. Ja, had die jongen nu maar de stukken laten liggen, maar neen de stukken waren weg en bleven weg. An ders had de hofsraid hem misschien nog kunnen maken. Maar waar was ons jong ste Prins Dribbelpoot nu gebleven? Wel die zat achter de troon van spek en sui ker waarop z'n vader zat en lachte in z'n vuustje dat papa hem niet kon vinden. Vinden jullie dat niet aardig, zijn slimme vader kon hem, Dribbelpoot, niet vinden. Terwijl Dribbelpoot daar zoo zat begon hij vreeselijken honger te krijgen, maar hoe wat eten te vinden zonder zich te verraden. Wacht daar zat een stuk sui ker los onder aan de troon. Heel eventjes geproefd, heerlijk was dat, nu nog een stukje en dan nog een stukje. En Prinsje Dribbelpoot merkte maar niet dat er een groot gat vormde. Totdat opeens, met een hevigen klap de troon instorttte en werd de muizenkoning bedolven onder zijden spek en suiker. Hevige paniek heerschte er in de troonzaal en slechts met moeite kon de niuizenlijfwacht hun dierbaren vorst redden. Direct werden naar allo oorden des rijks boden gezonden om den vermeiden dader op te zoeken, die dezen aanslag had gepleegd, maar zonder suc ces. De dader was nergens le vinden. Tot opeens, de koning zat weer op z'n troon, 's majesteits sigaar viel, en een lijfwacht zich haastte, hem op te rapen. Wat zag hij? Hij zag iemand achter den troon van Z. M. zitten. Direct werd een achtervol ging ingesteld op den vermetelen indrin ger. Een salvo van erwten werd op hem afgeschoten. Maar ze schonen hem niet te deren. Hij liep van den eenen zaal naar den anderen, maar daar stond in de deur post een muizensoldaat, die hem on zijt vervolgers ziende, zijn geweer op hem aanlegde en schoot. De vervolgde muis stortte neer, de erwt was in de kop ge drongen. Toen de koning bij het muisje kwam, zag hij dat het Prins Dribbelpoot was en_ van schrik stortte ook hij dood neer. Sindsdien bestaan er geen muizen koningen meer, want met die twee was het gehate koningsgeslacht uitgestorven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 7