Uit de Rijnstreek.
VOOR ONZE KINDEREN.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
GEMEENTERAAD..
Wij krijgen een sproeiwagen.
De brug in Aarlanderveen en de
schoolkinderen. De vermake
lijkheidsbelasting met vlag en
wimpel erdoor.
De raad dezer gemeente vergaderde gis
teravond te 7 uur. Aanwezig alle leden.
De voorz. opende de vergadering.met ge
bed, waarna de voorz. mededeeling deed
yan de ingek. stukken.
Op de vraag van den heer Cocx, waarom
geen arbeiders in het alg. armbestuur wer
den benoemd, was een schrijven ingekomen
van het Armbestuur, dat bij de benoeming
üp geen stand wordt gelet.
Verzoek van een commissie, bestaande
uit de heeren P. den Ouden en J. W. Los,
om een gemeentelijke bijdrage van 10.000
in den bouw van een schutsluis in den pol
der Rijneveld.
Van de pla'atselijke Middenstandsvereeni-
gingen was een verzoek gekomen een
sproeiwagen aan te schaffen. B. en W. stel
len voor dit schrijven te behandelen bij de
begrooting 1929. De heer ten Cate Brouwer
wilde zoolang niet wachten. Spr. hoopte,
dat de raad thans een ander inzicht heeft
dan, vroeger. Over dit punt voerden ver
schillende heeren het woord. De heer den
Hertog zou gaarne een prae-advies van B.
en W. zien op de volgende vergadering.
De heer de Wolf wilde alleen een uitspraak
van den Raad voor of tegen een brandspuit;
dan kunnen B. en W. volgende vergadering
met een voorstel komen. De heer den Ouden
gaf den ernstigen raad te overwegen, wel
ke onkosten aan de aanschaffing verbon
den zijn, zooals de stalling van den wagen.
De heer ten Cate Brouwer zeide, dat de
stalling geen bezwaar behoeft te zijn.
's Winters kan de wagen in spr.'s zaak
worden ondergobracht. Wat de kosten be
treft, het ligt niet in de bedoeling van den
Middenstand een moderne wagen. Voldoen
de is een gebruikte sproeiwagen, waarvan
de kosten niet hooger behoeven te zijn dan
f 1000.Spr. noodigt B. en W. met be
kwamen spoed uit zulk een sproeiwagen
aan te schaffen, di'e de kom der gemeente
zal besproeien.
Verschillende heeren voerde-n hierover
het woord. Het voorstel van den heer ten
Cate Brouwer, thans te besluiten tot aan
koop van een sproeiwagen, als boven be
doeld, werd verworpen.
Het voorstel van den heer den Hertogh,
B. en W. uit te noodigen een volgende
vergadering met voorstellen te komen, werd
met alg. st. aangenomen.
Een verzoek van de Muziekvereeniging
„Excelsior" te Aarlanderveen een verlicht
lokaal beschikbaar te stejlen in de Openb.
School werd verwezen naar B. en W. om
«4"vies.
1. Voorstel naar aanleiding vsn het
Verzoek van A. Houtman en A. Stigter
om het woonwagenterrein achteruit te
brengen.
B. en W. adviseeren afwijzend te beschik
ken. Het terrein op eenigen afstand van
den openbaren weg te brengen zou de
controle bemoeilijken. Bovendien zouden bil
de verplaatsing waschpkats en privaat
niet meer op het terrein staarw wat on
praktisch is. Tenslotte zou verplaatsing
hooge kosten meebrengen, B. en W. merken
aiog op, dat adressanten hun woningen zijn
gaan bouwen, nadat het woonwagenterrein
.was aangelegd.
De heer Koren merkte op, dat de eerste
onderteekenaar reeds1 lang daar woonde.
De voorz. zeide toe, dat de „rechtstreek-
sehe inkijk" op het terrein door een hek
enz. zoo goed mogelijk zal worden verbe
terd.
Volgens advies van B. en W. werd af
wijzend beschikt.
2. Voorstel naar aanleiding van het
adres van Th. Cocx en anderen, houden
de verzoek om alsnog een bijdrage in de
kosten van den bouw eener brug over de
Ringvaart van den polder Nieuwkoop te
verleonen.
B. en W. adviseeren hierop wederom af
wijzend.
Omtrent het thans ingekomen adres van
Th. Oocx en anderen, deelen èn de wnd.
gemeente-architect èn de Commissie van
Bijstand voor de Openbare Werken, mede,
dat geen reden gevonden wordt om het
aanvankelijk ter zake ingenomen stand
punt te wijzigen, onder opmerking dat de
onderieekenaars van het adres, op enkele
na, leveranciers zijn van de enkele land-
houwers die in de omgeving van de brug
Wonen.
De heer Co.cx vroeg, wie of anders had
den moeten onderteekenen dan de boeren
en neringdoenden. De heer Veltman heeft,
na onderzoek, zijn eerste meening gewij
zigd. Spr. acht de brug inderdaad van be
lang en zou het adres willen steunen. De
neer v. Riet zeide, dat aan de bewoners
aldaar wel iets toekomt, omdat zij versto-
ken zijn van vele geriefelijkheden, die de
gemeente biedt. De heer den Hertog zei
de, dat heb al te veel opgevat wordt als
£en particulier belang van een enkelen
heer. Spr. zou de bijdrage willen verke
nen.
De heer den Ouden achtte het redelij
ker, dat de bèwoners zelf een bijdrage ga-
ven. De heer Ruiting zeide, dat de bewo
ners inderdaad zullen bijdragen. Do voor
zitter van een der sprekers hoorend dat
e schoolkinderen eveneens veel last on-
uenunden stelt daarna voor dat B. en
de zaak nog eens zullen onderzoeken.
3- Voorstel tot het opnieuw vaststellen
ran verordeningen ingevolge de Motor- en
Rijwielwet, naar aanleiding van door de
Ccdep. Staten gemaakte opmerkingen.
Een dezer opmerkingen was dat de be
bouwde kommen niet zoo uitgebreid mo-
gea^ worden opgenomen als in de veror
dening is vastgelegdde andere betreft de
tiaximumsnelheid van 12 K.M. in enkele
drukke straten (Hoofdstraat, v. Man-
dersloostraat, Raadhuisstraat, 's Molenaars
eu de Julianas:raat). Deze in de verordo-
öinS opgenomen bepaling nu is, naar de
lening van Gedeputeerde Staten in strijd
aet de wet, aangezien een hunnerzijds in
gesteld onderzoek uitwees dat niet gezegd
kan worden dat op die met name genoem
de wegen en wegsgedeelten in het alge
meen een zeer groote verkeersdrukte
heerscht, zooals in het aangehaald art. 7
der Motor- en Rijwielwet uitdrukkelijk
wordt voorgeschreven voor het stellen
van een dergelijke bepaling.
Een bijzondere verordening op de maxi
mumsnelheid wordt daarna voorgelegd,
waarin de herziene bebouwde kom wordt
aangegeven en het.verboden wordt op de
volgende wegen voorzoover deze zijn gele
gen binnen de bebouwde kómmen der ge
meente, te rijden met een grootere snel
heid dan 12 Kilometer per uur: le. den
rijksstraatweg; 2e. den Lagen Rijndijk.
4. Voorstel tot vaststelling van een
verordening op de heffing en invordering
van een belasting op de tooneelvertoo-
ningen en andere vermakelijkheden.
Tegen de verordening werden destijds
van verschillende zijden bezwaren geop
perd. Sedert dien werd een adres ingezon
den van verschillende sport- en tooneel-
vereenigingen om niet tob invoering der
verordening over te gaan.
De nadere overweging van hun voor
stel, in verband met de daartegen in den
Raad gerezen bezwaren, heeft B. en \V.
echter niet geleid tot het aanbrengen van
wijziging daarin.
De heer Ten Cate Brouwer wenschte uit
art. 2 te schrappen bals, fancy-fairs, gym-
nastiek-uitvoeringen, variété, spelen, voor
drachten en lezingen, omdat deze onder
werpen niet gerekend kunnen worden tot
algemeene' vermakelijkheden.
De heer v. Dijk ziet niet in, waarom. B. en
W. verandering brengen in den bestaanden
toestand. Het lijkt er op, den menschen
een beetje onaangenaam te zijn, want be
lastingobject zal het niet zijn.
De voorz. zeide, dat een dergelijke ver
ordening in tal van gemeenten bestaat.
De veronderstelling, dat de bedoeling is
den menschen onaangenaam le zijn, is na
tuurlijk onjuist. Spr. zeide, dat het is een
zuiver belasting-object, los van de politie
en los van de bevoegdheid van den bur
gemeester. Mocht blijken, dat zich onbil
lijkheden voordoen, in art. 3 zijn tal van
uitzonderingsgevallen toegelaten. Daarom
vindt spr. geen aanleiding om het voorstel
van den heer Ten Cate Brouwer over te
nemen. Het voorstel-Ten Cate Bhouwer
werd verworpen.
Verder wenschte de heer Ten Cate
Brouwer aan art. 3 toe te voegen, dat
eveneens vrijgesteld zijn van belasting
feestelijkheden, welke georganiseerd wor
den door plaatselijke vereenigingen, die
ten doel hebben den verjaardag van de
Regeerende Vorsten te vieren. Deze aan
vulling werd verworpen met de stemmen
van de heeren ten Cate Brouwer, den Her
tog en v. Dijk voor.
De heer Ten Cate Brouwer stelde daar
na voor alle feestelijkheden, welke op 31
Augustus vallen (mits deze dag niet op
Zondag valt) vrij te stellen van belasting.
Ook deze aanvulling werd eveneens ver
worpen met de stemmen van de heeren
Ten Cate Brouwer, den Hertog en v. Dijk
voor.
Een voorstel van den heer Ten Cate
Brouwer de verordening op 1 Jan. 1929 te
doen ingaan en aldus eenig uitstel van
executie te verleenen werd verworpen met
de stemmen van de heeren Veltman, Ten
Cate Brouwer, de Wolf en den Hertog
voor.
De verordening werd daarna in stem
ming gebracht en verworpen met 11 tegen
6 stemmen.
Tegen stemden de heeren do Wolf, Ten
Cate Brouwer, Bergshoef, Veltman, den
Hertog en v. Dijk.
5. Voorstel om aan de Provincie een
jaarlijksche bijdrage van 60Ö per K.M.
te verleenen in de onderhoudskosten
van den nieuw aan te leggen weg lang3
de Oostzijde van de Gouwe, van Gouda
naar Gouwsluis.
Volgens het wegenplan zal deze weg
een kruinbreedte verkrijgen van 13 Meter,
de verharding zal zijn een stofvrije gefun
deerde verharding, ter breedte van 6 Me
ter, terwijl vrij van den weg rijwielpaden
komen ter breedte van 2.80 M.
Het deel van den nieuw aan te leggen
weg, dat binnen deze gemeente valt, heeft
een lengte van ongeveer 3.7 K.M.
B. en W. stellen voor de jaarlijksche bij
drage te verleenen.
De heeren den Hertog, Ruiting en v.
Dijk meenden, dat het niet op den weg
van de gemeente ligt een jaarlijksche bij
drage te verleenen.
De heer Bergshoef zou willen aanraden
den berm te behouden, anders ligt de weg
gevaarlijk langs een diep water.
,De voorz. zeide, dat B. en W. gunstig
adviseerden, omdat de weg van groot Al-
phensch belang is. Spr. meent, dat de
Raad zich vroeger heeft uitgesproken, aan
te dringen op spoedige totstandkoming van
een weg langs het Jaagpad.
Na nog eenige bespreking werd, op
Voorstel van den heer v. Dijk besloten, het
voorstel aan te houden.
6. Voorstel naar aanleiding van het
adres van het Bestuur der Vereeniging
„Alphens Zwembad", alhier, houdende
verzoek om verhooging van bet renteloos
voorschot en wijziging der oorspronkelijke
voorwaarden.
De raad besloot, ingevolge dit verzoek
boven het bij raadsbesluit d.d. 23 October
1924, toegekend renteloos voorschot van
12.000 nog toe te kennen een renteloos
voorschot van 4000, onder voorwaarde
dat van dit totaalvoorscho tvan 16.000
jaarlijks moet worden afgelost een som
van tenminste 500
II over de exploitaticjaren 1928 tot en
met 1932 aan de Vereeniging Alphens
Zwembad te Alphen aan den Rijn eene
vaste jaarlijksche bijdrage in de exploita
tiekosten van de zweminrichting Ie verlee
nen van 1500, zulks in afwijking over
deze jaren van het bepaalde sub 111 van
het meergenoemde raadsbesluit van 23 Oo
tober 1924.
Het voorstel werd, na eenige discussie
met 15—2 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren Ten Cate Brouwer en
Cocx.
7. Voorstel tot verhuur van de woning
Hoofdstraat No. 258 aan M. Burger.
Besloten wordt de woning te verhuren
tegen 3 per week.
S. Voorstel om aan de dienaren van
politie A. Berger en H. de Groot te ver
huren de thans door hèn bewoonde wonin
gen.
Dit voorstel wordt gedaan naar aanlei
ding van een opmerking der Prov. Grif
fie, dat de woningen der politie-agenten,
die gemeente-eigendom zijn, niet mogen
worden beschouwd als ambtswoningen. Een
zuiver administratieve opmerking dus.
Goedgekeurd.
9. Voorstel aan den gemeentewerkman
H. Simmerman te verhuren de woning
Prins Hendrikstraat No. 74.
De verhuring zal geschieden tegen ƒ4.50
per week. Goedgekeurd.
10. 'Voorstel tot verkoop van een perceel
bouwgrond aan de AarkadeBloemhof
straat aan G. de Jeu q.q. alhier
Het perceel is groot ongeveer 570 M2.
De verkoopsprijs wordt voorgesteld op
3277.50. Goedgekeurd.
11. Voorstel van B. en W. tot het aan
gaan van een geldleening.
De loening zal groot zijn 174.900, en
is benoodigd voor buitengewone werken
(aanleg spoelterein en woonwagenkamp,
grondaankoop enz.) en voor uitbreiding
CORRESPONDENTIE.
Johnny Langeveld, Leiden.
Zoo Johnny, heb jij zoon schik met het
prijsje? Dat doet me plezier. En heb jij je
dank gebracht op deze wijze. Kom, dat zal
ik eens laten hooren, anderen ten voor
beeld. Johnny zingt:
Lieve Oom Wim,
"Wat hen ik verbazend blij
De achtste prijs voor mij
Ik bad het niet durven hopen,
En nu behoef ik vooreerst geen post
papier te koopen.
Zoo'n prijs geeft mij weer moed
Om voortaan mee te dingen met spoe>d;
Doch dan is de beurt aan and're Neefjes,
Nichtjes,
Want ook zij komen met verhaaltjes en
gedichtjes.
Leve Oom Wim en de Kinderkrant,
Hier eindig ik met dank en hand.
Wat dunkt u Is dat niet mooi gezegd
Tot den volgenden keer Johnny! Veel
groetjes aan Mama.
Tootje Brochen, Leiden. Zoo
Tootje, vond jij het boek zoo mooi Dat
doet me plezier. Het is ook mooi. Ik was
blij voor joy, dat het Geluk jou goedgun
stig was. Veel groeten aan alle hmsge-
nooten.
Hendrik Breuring, Leiden.
Zeker mocht dat HendrikEen beetje hulp
kwam zeker te pas, vooral voor een jonge
tje van acht jaar. Ik ved voor nog zoo
veel, dat Mijnheer op school over jou te
vreden is. Je schrijft al haast zoo mooi als
ik. Dag HendrikGroet wederkeerig va
der, moeder, broers en zus.
Jan P1 o U v i e r, L e i d e n. Ja Jan,
No. 5 was wel een beetje moeilijk. En dat
Jacques zelf zijn briefje geschreven heeft,
vind ik erg flink van hem. Zoo hoort het
ook voor een student van de 2de klas. En
als dan Leo nog eens zoover is en Marie
Thérèse en Pierre-ke komen opdagen, jon
gen nog toe, wat zal dat 'n plezier zijn, hé
Jan! Wis en zeker kim ik eens kijken!
Groet wederkeerig vader en moeder van
me en vergeet niet de broers en zusje in
mijn plaats de hand te drukken. Dag Jan
Dag Jacques, jij verdiende twee prijzen!
A n n y v. V e 1 z e n, Leiden. Wel, lief
Nichtje, heb jij „Theresia Roosje" zelf ge
maakt? Laat mij dat eens hooren Als het
„ja" is, laat ik het versje plaatsen en
dan.... maak ik je mijn compliment!
P i m V e r h u 1 s t,1L e i d e n. Ja Pim,
ik had ook kunnen lijden, dat je tot de ge
lukkigen behoord hadMaar wie kan
het lot dwingenDenk maar, hierna be
ter Wanneer maak je nog eens een ver
haaltje Ik zal eens zien. Veel groeten aan
vader en moeder en broertje. Dag Pim.
Gerard en Theo Gründemann,
L e i d e n. Ik was blij jelie beidjes te zien
De raadsels waren ook gemakkelijk, voor
al voor Theo waren ze al heel eenvoudig 1
En nu had eens een van jelie tweeën een
prijsje moeten hebben Wat zou dat fijn
geweest zijnToch blijven meedoen, hoor 1
Maak mij ook veel groeten aan vader, moe
der, broertje en zusje. Dag jongens I
Joosje Meuwese, Leiden. Ja
Joosje, ik was ook verwonderd je te zien
en ik hoop je voortaan altijd „te zien". Je
hoopte in stilte een prijsje le winnen en
ik hoopte, dat ik je met muziek en zang
een prijsje had mogen uitreiken, maar je
bent niet zoo gelukkig geweest als bij het
oplossen van de raadsels in „Zonneland".
Mank veel groetjes, ook van tante, aan
vader en moeder en zusje en CorDag
Joosje
Joh&n de Graaf, Leiden. Mooi
zooMet Juli verwacht ik dan de uitge
werkte art. Dan ook zullen we wel over
wat meer plaats kunnen beschikken en zal
„Ons Hoekje" weer worden, wat jij je er
van voorstelt. „Joris op reis" zullen we de
volgende we^k ten tooneele brengen. Ook
„Mijn duiven" en alles wat van jou aan
wezig is, wordt successievelijk geplaatst.
Dag Johan. Met hand en groet en....
dank. Fortuna wasjou dezen keer niet
gustig gestemd.
De volgende week ga ik door met het
beantwoorden der brieven. En liggen er
nog een 50-tal verlangend op antwoord te
wachten. Tot ziens
Jelie liefhebbende
Oom WIM.
van Water- en Lichtbedrijven (130.000).
Het voorstel is de leening t.o sluiten bij
het Weduwen- en Wcezenfonds van Euro-
peesch burgerlijke ambtenaren in Neder-
landsch- Indië, gevestigd te 's-Gyavenhage
tegen den koers van 99 pet. en een rente
van 41/2 pet. »s jaars zonder provisie.
Goedgekeurd.
Rondvraag: De heer Ten Cate Brouwer
betuigde zijn leedwezen over de afwijzende
beschikking van den Minister op het adres
inzake den nieuwen weg van den Hoorn
naar Gouwsluis. Spr. verzocht voor deze
zaak de belangstelling wakker le honden.
Voorts wenschte spr. een waarschuwings
bord voor automobielen bij de Clir. School
in de Julianastraat.
De heer De Wolf deed zijn beklag dat
door de gemeente losse arbeiders worden
aangenomen tegen een willekeurig loon van
40, 45 en 50 ct. Aan den een werden de Chr
feestdagen'wel, aan den ander niet uitbe
taald. Spr. verzocht een uniforme rege
ling.
De hoer den Hertog wenschte het auto-
rij-verbod in de Ridderbuurt op te heffen.
De heer Ruiting wees op den toestand van
den Lindenhovcweg.
Nadat de voorz. verbetering had toege
zegd, werd de vergadering te 11 uur geslo
ten.
Bietebomneus
door Tante Lous.
Er leefde eens heel lang geleden een heel
klein mannetje, met een heelen dikken
rooden neus. Die neus was bijna zoo dik
en rond als een kogel en zoo rood als een
biet. Daarom noemden de menschen hem
dan ook „Bietebomneus"! Toen hij een
kleine jongen was, werd hij altijd door an
dere jongens uitgescholden en nagejouwd,
zelfs zijn broertjes en zusjes lieten hem
niet met rust, wat natuurlijk heel leelijk
was. „Leelijke Bietebomneus, moet je zoo
veel eten?" riepen ze als ze aan tafel za
ten „je neus is al dik genoegEn dan
trokken ze hem het bord voor zijn armen
mismaakten neus weg, en dan deelden ze
wat er op was. Zoo ging het heel dikwijls,
want de ouders van Bietebomneus" had
den elf kinderen, en er waren er altijd wel
een paar waarop ze niet konden letten,
omdat ze het zoo druk hadden met de an
deren. En die stalen dan het eten van
kleinen Bietebomneus, zoodat hij bijna al
tijd honger had. Door het weinige voedsel
wat hij kreeg, groeide hij slecht. Eerst was
hij even groot geweest als zijn broertjes
en zusjes op zijn leeftijd, maar langzamer
hand groeide zij hem over het hoofd, en hij
bleef klein, omdat hij geen eten genoeg
kreeg. Toen hij zoo klein bleef, was zijn
vader bang, dat hij een dwerg zou blijven.
Kleine Bietebomneus zei niemendal, klik
ken wou hij niet. Als zijn broertjes of zus
jes hem kwaad deden, verklapte hij hen
nooit, maar als ze arme kinderen plaag
den of den hond sloegen, of de kat bij den
staart trokken, dan nam hij het voor de
stumperds op. Natuurlijk namen de kinde
ren hem dat erg kwalijk. „Steek jij toch
niet overal je leelijke bietebomneus in",
riepen ze; „bemoei je niet met ons! We
roepen je toch niet!" Bietebomneus was
niet tegen zijn broertjes en zusjes opgewas
sen en stilletjes liep hij dan weg. Achter
hun huis was een schuurtje, het was er vuil
en donker, dat was dan zijn schuilplaats.
In den muur was een spleet en daardoor
kwam dan een heldere gouden zonnestraal.
Daar zat kleine „Bietebomneus" dan soms
naar te kijken. Een spinneweb, dio voor de
opening hing werd dan op eons er door
verzilverd en als hij zijn handje in den
lichtstraal hield, scheen het bloed helder
door zijn nageltjes heen. Dat was een prach
tig gezicht, brandend purperkleurig als een
zonsondorgang. Hij genoot als hij zoo in
zn eentje zat. Het vuil en de spinnewebben
zag hij dan niet, hij moest dan aan allerlei
mooie sprookjesachtige dingen denken.
Maar steeds werd hij teerder en blecker,
want er was niet veel frissche lucht in dat
schuurtje. Zijn broers en zusjes wenTen
groot en leerden een ambacht, maar kleine
Bietebomneus, bleef tenger en zwak en had
geen lust om te werken. Hij deed toch wel
zijn best, hij trachtte zich steeds nuttiger
te maken, hoewel zijn moeite nooit beloond
werd, maar, hij klaagde nooit.
(Slot volgt).
(Voor de Grooten).
Kweek el ingen-angst.
„Kinderen, als 't boek uit is, krijgen
jullie compositie".
'fc Was alsof ik een eleetrische schok
kreeg. Stel je voor, dat was over veertien
dagen. En dan zoowat 't hecle Oude Tes
tament. Ik keek eens naar den Rector, of
'fc waarlijk meenens was. Ik heb Z.Eerw.
zeker erg bang aangekeken, want de Rec
tor vroeg:
„Vindt ge dat zoo erg, Marie 1
Nee maar, dat moest er nu nog bij ko
men, of ik 't erg vond. Zoo'n compositie
ijskoud op je lijf, waar je nog in de ver
ste niet aan gedacht had. Maar 't was
toch heusch waar, we kregen compositie
van 't Oude Testament, te beginnen blad
zijde honderd vier en vijftig tot 't einde
van 'fc boek.
Nu maar elk vrij oogenblik met je neus
in de Bijbel. Als je in de rij liep tusschen
de lessen en vooral onder de uren van
studie. Ik verzeker je, dat ik zelden met
zooveel ijver Bijbel gestudeerd heb. Voor
al één gedeelte wilde er maar niet in 't
Was van de koningen van Juda en Israël.
Als je daar een heelen tijd op gestudeerd
had en je wilde dan eens probeeren of je
'fc kende, dan was 't net hutspot. De ko
ningen van Juda, noemde je van Israël en
die van Israël van Juda en een koning,
die al lang dood was, noemde je de zoon
van eentje die pas veel later kwam. 't
Was om razend te worden, 's Avonds in
bed probeerde je nog eens of 't niet ging
en dan rammelde je 't natuurlijk nog meer
door eltaar »n angstige clrtvpmon van Vo-
ningen en oorlogen kreeg je Jiog op a©
koop toe.
We hadden dan ieder uurtje ieder mi
nuutje, iedere seconde benut om de Bijbel
er in te krijgen. En daar was dan de com
positie-dag! 's Morgens bij do H. Commu
nie was je reuze egoïstisch en je vroeg
haast niets als voor je compositie. Aan fc
ontbijt werd iedereen aangepord om
„schietjes" te doen. Onder de les van Zus
ter Aloysia kon je haaBt niet opletten en
je bad maar den heelen tijd: „Ach, Onze
Lieve Heertje, help me toch".
Daar ging de bel. Nu zou 't komen. Met
ijzige kalmte kwam do Rector binnen.
Eerst nog gauw eens vurig gebeden. Eu
toen zou 't komen.
„Mijnheer zegt U 'fc tocli?" Wat Iaat,
U ons lang wachten I".
Maar de Rector wachtte eerst tot 'fc stu
was en toen kwamen de vragen. Twintig
achter elkaar, waarvan je op 't eerste ge
zicht niets meende te kennen. Maar als je
rustig begon te werken kwam jo tot de
ontdekking, dat je er toch eigenlijk nog
wel meer van wist dan je dacht. Eindelijk
was 't gevreesde uur om en je had zoo
goed en kwaad als 't ging de vragen be
antwoord. Onder dc recreatie was 't na
tuurlijk niets anders dan vergelijken. Nu
eens merkte je, dat je iets goed had dan
weer iets fout. In de Bijbel durfde je niet
kijken, bang als je was te ontdekken, dat
je zooveel fout had. Maar wat kwam dat
er nu'nog op aan. 't Was nu gemaakt en
veranderen kon je 'fc niet meer. In de
eerstvolgende les zou je je punten wel
hooren en je hoopte maar, dat 'e niet al
le bar zou zijn.
Lïtta.
Stadstuintje.
Midden tusschen stajige deftige hui
zen lag 't tuintje, 't Leek 'n klein stukje
land, verdwaald geraakt tusschen 'fc
muffig drukke van Amsterdam. En 'fc
scheen aan de huizen 'n tikje vroolijkheid
te geven en de eentonigheid van de ra
menrijen af te breken, 't Tuintje was al
tijd stil en verlaten. Slechts 'n enkele
keer als de meid b.v. wat uit 'b berghok
moest halen knarste 't kiezel en dan ke
ken de boterbloempjes en madeliefjes dc
rustverstoordster zóó lang na, totdat zij
achter de groene keukendeur was ver
dwenen.
In de verte klonk 't geratel van karren
en trams dof tot hen door. Maar in 'fc
tuintje zelf heerschte de stilte van 't
„Stadstuintjes-leven".
Drie vier uur per dag keek de zon
eens heel even op 't groene plekje neer,
om dan weer haastig achter de groote
schutting te verdwijnen. Maar die paar
uurtjes dat 't tuintje vroolijke zonnetin-
teling genoot, lachtten en stoeiden do
madeliefjes met de grassprietjes en knik
ten en praatten met hun grootste vrien
din „de Zon".
En dan vertelde de zon aan de „tuinbe-
woonsters" wonderlijke verhalen uit haar
geboorteland ,,'t groene blije veld". En
dan verlangden ze wel eens even naar
dat vrije zonnige land maar dan knikte
de zon hen zóó bemoedigend toe, dat zij
heur verdriet al gauw vergaten. Zoo leef
den en voorde 't stadsluintje haar een
tonig bestaan voort, tot op zekeren mor
gen iets vreeselijk gebeurde. Er kwamen
veel mannen in 't anders zoo stille „bloe-
mendomeintjo". De schutting werd afge
broken, hout en steenen aangebracht en
drie maanden later had 't stille stads
tuintje plaats gemaakt voor 'n drukke
kwartjesbazar.
Josephine Schermer—Voèst,
Oudenbosch.
De Muizenkoning en z'n Zoontje.
Door La Brousilleur.
De muizenkoning was boos, vreeselijk
boos. Daar had z'n jongste zoontje, Prins
Dribbelpoot", z'n scepter, dat was een lu
cifer, gebroken. Ja, had die jongen nu
maar de stukken laten liggen, maar neen
de stukken waren weg en bleven weg. An
ders had de hofsraid hem misschien nog
kunnen maken. Maar waar was ons jong
ste Prins Dribbelpoot nu gebleven? Wel
die zat achter de troon van spek en sui
ker waarop z'n vader zat en lachte in z'n
vuustje dat papa hem niet kon vinden.
Vinden jullie dat niet aardig, zijn slimme
vader kon hem, Dribbelpoot, niet vinden.
Terwijl Dribbelpoot daar zoo zat begon
hij vreeselijken honger te krijgen, maar
hoe wat eten te vinden zonder zich te
verraden. Wacht daar zat een stuk sui
ker los onder aan de troon. Heel eventjes
geproefd, heerlijk was dat, nu nog een
stukje en dan nog een stukje. En Prinsje
Dribbelpoot merkte maar niet dat er een
groot gat vormde. Totdat opeens, met een
hevigen klap de troon instorttte en werd
de muizenkoning bedolven onder zijden
spek en suiker. Hevige paniek heerschte
er in de troonzaal en slechts met moeite
kon de niuizenlijfwacht hun dierbaren
vorst redden. Direct werden naar allo
oorden des rijks boden gezonden om den
vermeiden dader op te zoeken, die dezen
aanslag had gepleegd, maar zonder suc
ces. De dader was nergens le vinden. Tot
opeens, de koning zat weer op z'n troon,
's majesteits sigaar viel, en een lijfwacht
zich haastte, hem op te rapen. Wat zag
hij? Hij zag iemand achter den troon van
Z. M. zitten. Direct werd een achtervol
ging ingesteld op den vermetelen indrin
ger. Een salvo van erwten werd op hem
afgeschoten. Maar ze schonen hem niet
te deren. Hij liep van den eenen zaal naar
den anderen, maar daar stond in de deur
post een muizensoldaat, die hem on zijt
vervolgers ziende, zijn geweer op hem
aanlegde en schoot. De vervolgde muis
stortte neer, de erwt was in de kop ge
drongen. Toen de koning bij het muisje
kwam, zag hij dat het Prins Dribbelpoot
was en_ van schrik stortte ook hij dood
neer. Sindsdien bestaan er geen muizen
koningen meer, want met die twee was
het gehate koningsgeslacht uitgestorven.