Leidsche Courant | 1928 | 14 mei 1928 | pagina 8

4 X 100 M. estafette, 1ste serie: 1 !Pro
IPatria (Botterdam) 47 2/5 sec. (gediskwali
ficeerd). 2. V. L. (Den Haag) 47 3/5 sec.
B. Trekvogels (Den Haag). 2de serie: 1.
Haarlem 45 1/5 sec. 2. A.V. 1928 47 1/5 sec

B. A.A.C. I.

Beslissing: 1. Haarlem met Benz, Hin
kel, Van Wesenes en Van den Berge in 45
1/5 sec. 2. A.V. 1923 46 2/5 sec. 3. Trekvo
gels. 4. V. L.

Verspringen m. a. 1. H. de Boer (Te
IWerne) 6.93 M.; 2. A. van Welsenes (Haar
lem) 6.972 M.3. D. Nooy (Haarlem)
6.617, M.

Hoogspr. m. a.: 1. Kamstra. (V. en L.);
2. H. Thesing (idem) beiden 1.76 M.3. F.
Biihrman (Tc Werne) 1.71 M.

Hinkstapsprong: 1. J. Blankers (A.V.
1923) 14.38 M.; 2. S. van Musscher (Haar
lem) 14 M.3. G. Lamuree (Thor Gande-
Tak) 13.95 M

Polshoog: 1 en 2. A. v. d. Zee (Haarlem)
en P. Pasma (U.D.I. Arnhem) beiden met
8.40 M.3. G. Borkent. (Haarlem) 3.20 M.

Speerwerpen: 1. J. Knol (A.P.G.S.) 49.50
M.2. J.. van der Ley (Blauw-Wit) 48 20 M.;
8. S. Meerburg (U.S.V.) 46.65 M.

Discuswerpen: 1. J. Nollen (Philips Sp.
Y.) 35.80 M.2. G. Eeysker (Haarlem) 35.62
M.; 3. J. Selman (A.V. 1923) 34.96 M.

Kogelslingeren: 1. H. Kamerbeek (Phi
lips Spr. V.) 41.81 M.; 2. H. Jansen (A.A,

C.) 33.50 M.; 3. W. de Heus (Bato Zeist),
33.20 M.

Marathonloop: 1. P. van Leenen (D.O.S.
Botterdam) 2 uur 31 min. 30.5 sec.2. A.
Groeneweg (Pro Patria, Botterdam) 2 uur
83 min. 1.4 sec.; 3. T. Sprong (D.O.S., Bot
terdam) 2 uur 38 min. 1.5 sec. 4. J. Ver
meulen (D.O.S., Botterdam)5. J. de Pauw
(D.O.S., Botterdam); 6. L. v. d. Steen (A.V.
1923 Amsterdam); 7. J. van Egmond (A.A.
C. Amsterdam).

SCHAKEN.
Het landentournooi in Den Haag.

Het Nederlandse h team
gekozen.

Voor den landsnwedstrijd, welke door
den Wereldschaakbond ter gelegenheid
van zijn vierden verjaardag in de maand
Juli te 's-Gravenhage gehouden wordt,
heeft het bestuur van den N. S. B. de vol
gende spelers aangewezen: G. Kroone, dr.
A. G. Olland, W. A. T. Schelfhout, H.
.Weenink en W. F. Wertheim.

Door den N. S. B. zal later een team
van vijf spelers worden aangewezen om
deel te nemen aan een landentournooi te
"Wiesbaden, waartoe uitgenoodigd zijn:
Denemarken, Duitschland, Engeland, Ne
derland en Zwitserland.

POSTDUIVEN.

L. P. V. „De Luchtbode»".

Concours vanaf Noyon Frankrijk. De vo
gels werden om 7 uur met westen wind in
vrijheid gesteld en bereikten als volgt hun
hokken: A. Molenaar 1, 2; W. de Wolf 3,
4, 6. en 8; M. v. d. Steen 5, 11 en 16; W.
v. d. Steen 7; Chr. Volkers 9; D. v. d.
Blom 10; N. do Haas 12 en 14; C. v. d.
Linden 13 en 15.

De eerste vogel werd geconstateerd om
12.58.32, de laatste 2.56.48 uur.

DE OLYMPISCHE SPELEN.

Onze Olympische voetballers.

Enkele w ij z i g i n g e 11 in de ploeg.

De Technische Commissie heeft gisteren
lia den wedstrijd te Almelo de spelerslijst,
voor het Olympisch voetbaltournooi in dien
zin gewijzigd; dat Gehring inplaats van
Kuisch werd gekozen, terwijl Buitenweg
en v. d. Grient daarin definitief werden
opgenomen.

De eerelijst ziet er dus thans als volgt
uit: De Boer, v. Boxtel, Buitenweg, Denis,
Elfring, B. Freeze, Gehring, v. d. Griend,

ABDIJ VAN MONTE
CASSINO

Men is thans reeds begonnen met de
voorbereidingen voor het veertiende eeuw
feest der stichting van de beroemde abdij
en der afkondiging van den regel van den
H. Benedictus, welk feest in 1929 op den
Monte Cassino zal worden gevierd. Behal
ve alle plaatselijke autoriteiten heeft ook
de ministerraad zich reeds met deze fees
ten bezig gehouden, daar het vaststaat, dat
voor dit eeuwfeest geloovigen en kunst
vrienden uit de geheelo wereld op den
Monte Cassino zullen bijeenkomen. Behal
ve de grootsche kerkelijke plechtigheden
sal ook een tweetal tentoonstellingen wor
den gehouden, waarvan de een 'n histori
sche is, welke alle documenten en de ge-
iheele literatuur over de werkzaamheid van
de orde der Benedictijnen in de geheele we
reld bijeenbrengt. De tweede tentoonstel
ling zal alleen op den Monte-Cassino zelf
foetrekking hebben en dit overoude heilig
dom in geschiedenis en kunst, verheerlijken
Yoorts zal in een speciale afdeeling' wor
den getoond, wat de orde van den H. Be
nedictus voor heb welzijn der wereld met
betrekking tot het onderricht der bewoners
in den landbouw en in elk ambacht gepres
teerd heeft, in de eerste plaats natuurlijk
binnen Italië.

De abdij van den berg Cassino, was de
bakermat van de meeste kloosterorden in
het Westen. Een jongmensch uit het her
togdom Spoleto, Benedictus genaamd, en
uit een voornaam geslacht gesproten, had
zich ui<-. de wereld teruggetrokken en was
naar de onbebouwde streek van Subjaco,
in de nabijheid van Palestrino geweken,
om er de heilige Schriften te overdenken
en zijn leven aan liefdadige werken toe te
wijden. De grot welke Benedictus bewoon
de, werd weldra het middenpunt eener
christengemeente, welke zich uitsluitend
■bezighield met de bebouwing van den
grond, het lezen van de Evangeliën, en het
verrichten van stichtelijke werken. Door

v. ÏTeel, v. Kol, Kooïs, Tfrom, Massy, v. cf.
Meulen, v. Bun, Schipper, Schreurs,
Smeets, Tap, Vis, Weber en v. d. Zalm.

Het Nederlandsche hockey-elftal voor de
Spelen aangewezen.

Zaterdag is het Nederlandsch Olympisch
hockey-elftal, zooals het Donderdag a..s.
tegen Frankrijk in het veld komt, samen
gesteld.

Het ziet er als volgt uit (van rechts naar
links):

Doel: Katte.

Achter: de Waal en Tresling.

Midden: Ankerman, Duson en Brand.
Voor: Kop, Jannink, v. d. Bovaert, v. d.
Veen en Visser 't Hooft.

Uit de Landbouwwereld.

Een nieuwe Veeziekte.

De huidverzorging bij het vee laat in
vele stallen nog ie wenschen over. Toch is
bewezen, dat dieren, wier huid geregeld
wordt veizorgd, niet alleen gezonuer zijn,
minder vatbaar voor ziekte, maar ook een
grootere hoeveelheid melk produceeren.
Bovendien: een onzindelijke huid heeft
niet zelden tengevolge, dat het rund
wordt aangetast door schurft. En waar
deze ziekte is uitgebroken, kan men er
lang mee tobben. Zij is besmettelijk, .zoo
dat, wanneer één dier is aangetast, meer
dere runderen er mee behept kunnen wor
den, en de veehouder maandenlang opge
scheept kan zijn met jeukende, schurftige
koeien, wier huid onthaarde plekken en
korsten vertoonen. De schurft wordt ver
oorzaakt door een mijt, een diertje, waar
van we 3 soorten onderscheiden: twee le
ven op de huid van het dier, één in de
huid. De laatste soort is natuurlijk de on
aangenaamste, zij heet sarcoptesmijt of
graaf mijt, omdat zij in de huid gangen
graaft. Bij paarden, schapen en geiten
komt ze in ons land vaak voor, maar bij
runderen zeer Zelden. Iedere diersoort
heeft haar eigen sarcoptesmijt; gaat die
van het paard op het rund over, dan tiert
zij daar toch niet best, de ziekte woekert
niet licht voort. In de laatst' .aren heeft
men evenwel hier en daar o.j runderen
schurft geconstateerd, welke veroorzaakt
schijnt te zijn door een soort eigen graaf-
mijt. Een dierenarts vertelt in het „Algem.
Ned. Lbld.", dat hij sedert 1924 gevallen
daarnam in Haarlem, Schoten, Veisen.
Haarlemmermeer en Haarlemmerliede,
terwijl door een ander een geval werd ge
constateerd te Vlaardingen. Hoe kwam die
ziekte hier? Waarschijnlijk van over de
grenzen. In de cforlogsjaren brachten vluch
telingen uit Zuid-Europa schurftig vee
naar OostenrijkHongarije, en vandaar
zal de schurft verder zijn doorgedrongen.
Heeft men de ziekte op stal, dan zijn was-
schingen met groene zeep, soda- en creo-
lineoplossingen, om van de korsten af te
komen, de eerste maatregelen, en verder
isoleoring. Wordt de bestrijding niet ener
giek aangepakt, dan blijft het sukkelen.
Ten onzent zijn, evenmin als in Duitsch
land, wettelijk© maatregelen tegen deze
ziekte bij het rund voorgeschreven. Ware
dit wel zoo, zcoals het geval is bij paarden
en schapenschurft, dan waren we er, zegt
vermelde schrijver, misschien binnen eeni
ge jaren weer voor goed af. Een waarschu
wing tegen het aankoopen van vee met
verdachte verschijnselen mag niet achter
wege blijven. Consulteer, indien gij zefi
verdacht rund op stal hebt zoo spoedig
mogelijk een veearts!

Proefnemingen in den Pomologischen Tuin.

Vóór ons ligt het Verslag omtrent den
Pomol. Tmn te Tiel over 1927. Belangrijke
proefnemingen zijn in dit jaar aangevan
gen of voortgezet: bemestiugsproeven, cul-
tuurproeveu, selectieproeven, snoeiproe-
vcn e.a. Wij willen er nu en later wat van

gewelddadigheden en vervolgingen was Be
nedictus echter weldra verplicht Subjaco te
verlaten, dat te dicht bij Bome lag. Hij be
gaf zich verder in het gebied van Latium en
leidde zijn volgelingen op een der toppen
van het Appenijnsch gebergte, in de stad
Cassinurn, op eenige mijlen afstands van
Gaëta. De inwoners van Qassinum nog
aan den dienst der valsche goden ge
hecht, aanbaden weliswaar Apollo, maar
hadden een goede inborst. Zij ontvingen
dan ook de vluchtelingen hartelijk en nadat
zij kort tevoren zelf tot het Christendom
waren overgegaan, hielpen zij hen met den
bouw van een uitgestrekt klooster; Dit was
de oorsprong van de vermaarde Abdij Mon
te-Cassino, en het begin van de vermaarde
orde der Benedictijnen, welke Europa met
hare kloosters vervulde, en welke 40 pausen,
200 kardinalen, 50 patriarchen, 1600 aarts
bisschoppen, 4600 bisschoppen en 3600 heilig
verklaarde geestelijken voortbracht. De
snel toenemende voorspoed der Abdij van
Montè-Cassino werd echter meermalen door
rampen gestoord. In die streek van Europa
gelegen, welke het meest van den oorlog
en rooverijen te lijden had, heeft zij mede
door haar rijkdom en roem meer dan eenig
ander oord van Italië, vele rampen moeten
ondervinden. Het eerst werd zij geplun
derd door de Lombarden in 589, door cle
Saracenen in 884, vervolgens door de Noor
mannen en andere roofzieke volkeren, zoo
dat zij ten laatste uit zelfbehoud genood
zaakt was om zelf oorlog te voeren.

De vreedzame schuilplaats, tot overpein
zing en studie bestemd, werd alzoo met
vestingwerken omgeven; de kloosterbroe
ders leerden de wapens zoowel als de spa
de en de pen hanteeren en hun abten, die
de waardigheid van bisschoppen bezaten,
en wier hooge rang, benevens de uitge
strekte tot de leenroerige goederen der
Abdij bchoorende domeinen, hun den titel
van eerste baronnen van het Biik hadden
doen verkrijgen, waren niet minder de be
velhebbers der krijgslieden dan de opper
hoofden der geestelijke broeders. De mon
niken van Monte-Cassino moesten niet al
leen hun leven en goed, maar tevens de hei
lige overblijfselen der vroegere beschaving,
zoowel als de grondslagen der toekomstige,

mededeelen. Eerst Jets over de snoeiproe-
ven. Men vergeleek de uitkomsten van hel
al of niet snoeien bij het planten, en zette
de proef als volgt op: 1. Gewoon snoeien
der wortels plus niet snoeien der takken;
2. gewoon snoeien der wortels plus gewoon
snoeien der takken3. kort snoeien der
wortels plus niet snoeien der takken4.
kort snoeien der wortels plus gewoon
snoeien der takken. De proef werd toege
past op 4 soorten 1-jarige appelveredcling
op doucin, de conclusies luiden: a.) De
sterftekans is het kleinst bij gewoon
dus niet kort snoeien der wortels, b.)
Kort snoeien der wortels geeft meer ge
vaar van niet aanslaan en dit gevaar is
het grootst, wanneer tevens de takken niet
worden gesnoeid, c.) Procentisch komt de
grootste verdikking voor bij wortels ge
woon, en takken gewoon snoeien.

Voorts heeft men nagegaan, bij 4-jarige
onregelmatige peren-pyramiden, de resul
taten van: snoeien, toppen en niet snoeien
van het takgestel bij de planting. In het
le jaar was de verdikking het grootst bii
de ongesnoeide boomen, maar in het 2e
jaar 11a de planting waren de verschillen
reeds bijna opgeheven.

Bij jonge Goudreinetten, flink ontwik
kelde 1 jarige veredelingen, werd bij ver
schillende snoeibehandeling cle stamvor-
ming nagegaan: het overblijvende 1-jarige
hout gemeten op het midden. Er werd een
deel niet gesnoeid; gesnoeid op 3/4 lengte
idem op 2/2, idem op 1/2 en op 1/3 der leng
te. Het resultaat was, kort gezegd: dat de
inkorting op 3/4 der lengte de grootste
dikte-toename gaf. Op dezelfde wijze
werden jonge Bellefleurs behandeld, en bij
deze was de uitslag, dat inkorting op 2/3
der lengte de giootste dikte-toenaiiie gaf.
De kroonvorming werd gecontroleerd bij
onderveredeldc goudreinetten met 1-jarigs
kroon van 3 gesteltakkensnoeiïng als
voren, 't Besultaat was: a.) de dikte-toe
name van der stam en van de gesteltak
ken is het grootst bij inkorting op 3/4 der
lengte, ofschoon 2,3 daarmee niet veel ver
schil opleverde; b.) de gemiddelde schot
lengte was het grootst bij inkorting op 1/2
der lengte c.) de totale lengte was het
grootst bij. inkorting op 3/4 der lengte.

Wenken en mededeelingen.

(voor bessentelers). Prof dr. Th. Bemy
te Bonn heeft een brochure in het licht ge
geven, waarin hij verslag geeft van een
aantal proeven, door hem genomen, bedoe
lende den invloed na te gaan van de ver
schillende kalimeststoffen op meerdere cul
tuurgewassen. O.a. nam hij een proef met
roode bessen, waarvan het resultaat voor
telers van belang is. De foto's in de brochu
re, welke werden geniaakt in October, ge
ven het volgende te zien: 1. Kaligebrek
heeft ten gevolge, dat het blad vroegtijdig
afsterft en afvalt. 2. De met zwavelzure
kali bemeste planten vertoonden in begin
October nog frisch blad, terwijl de scheut-
groei zeer sterk was. 3. Het ontijdig af
sterven der bladen kan niet alleen door
gebrek aan kali worden veroorzaakt, doch
tevens door bemesting met chloriden. 4.
Wènschelijk is, de roode bessen uitsluitend
te bemesten met gezuiverde kalizouten, en
wel met patentkali en zwavelzure kali. Ook
chloorkalium behoort tot de gezuiverde
kalizouten, maar deze meststof wende men
hier toch liever niet aan, omdat nadeel dan
niet buitengesloten schijnt, tengevolge van
het betrekkelijk hooge gehalte aan Na-. Cl.

Weet gij?

-Weet gij, dat- fijngemalen kainiet een
uitnemend middel is ter verdelging van
verschillende onkruidendat echter ter
verkrijging van uitstekende resultaten de
juiste tijd van uitstrooiing in acht geno
men moet worden? Weet gij, dat. bij de
meeste onkruiden die juiste tijd valt tu«-
6chen het vei schijnen van het 2e en het 5e
blad? Weet gij, dat op het dauwnatte
graan (zonder klaver als ondervrucht) of
na regen de kainiet moet worden uitge
strooid, als men zonneschijn kan verwach-

achter de muren van hun klooster, voor de
woeste horden beveiligen. De voorschriften
hunner instelling verplichtten hen even
zeertotwerkzaamheden van het verstand
als-tot lichamelijke bezigheden, zoodat zij
zich, na het land beploegd en den wijnstok
gesnoeid te hebben in hunne cellen met de
studie der gewijde en ongewijde letteren
moesten onledig houden. Terwijl alzoo de
woeste volksstammen als Gothen, Franken,
Italianen, •Sarracenen en Noormannen de
beschaving in bloed smoorden, werd deze
door de Benedictijnen in de stilte hunner
kloosters wederom ontstoken. Zij verzamel
den de overblijfsels der beschaafde maat
schappij, welke in een algemeene verwoes
ting was ten gronde gegaan, en bewaarden
de bronnen der letteren, kunsten en weten
schappen, Terwijl monumenten en bibliothe
ken overal door staal en vuur verdwenen,
deden de monniken van Monte-Cassino hun
klooster met beeldhouw-, schilder- en mo-
zaikwerken versieren, en vermenigvuldig
den zij door overschrijven de werken van
wijsgeeren, geschiedschrijvers en dichters
der oudheid. Toen de storm wederom be
gon te bedaren en men op het herstel van
zoovele rampen bedacht was, vond men de
bouwstoffen en de geschriften der oudheid
bijna uitsluitend in de kloosters terug. De
Abdij van Monte-Cassino bleef tot op onze
dagen het heilig oord der letteren; de ge
loovigen van alle landen stelden zich met
haar in verbinding en bij twistvragen riep
de geletterde wereld hare beslissingen in.

Als gewijde plaats, zoowel door de her
innering aan zoo vele christelijke deugden,
liefdadige werken, gevechten en belegerin
gen en letterkundigen arbeid, als door het
aandenken der doorluchtige mannen, die
haar, van Totila koning der Gothen, af, be
zocht hebben, verdient de Abdij van Monte-
Cassino bovendien nog een bijzondere be
langstelling door haar monumentalen
bouwtrant en de vele kunstvoorwerpen,
welke zij bevat. Het gebouw, dat tenge
volge van verwoestingen, aardbevingen en
bliksemvuur meermalen vernieuwd is, biedt
geen bepaalden bouwstijl, doch dit neemt
geenszins weg, dat de grootste evenredig
heid der onderdeden aan het monument
iets stevigs en waardigs bijzetten. De front-

fehdat de hoeveelheid varieert tusschen
600 en 1200 K.G. per Hectare Weet gij,
dat de fijngemalen kainiet tijdig in uw be
zit moet- zijn, en vóór 't gebruik droog be
waard dient te worden? Weet gij, dat kai
niet, ter bestrijding van het onkruid aan
gewend, tevens bemestend werkt, en dus
nimmer verloren is, ook niet wanneer bij
het uitblijven van den verwachten zonne
schijn de bestrijdingsproef mocht misluk
ken B—r.

Wetenscha ipel. Berichten.

De werking der Westinghouse-rem.

Bij de vele spoorweg-ongevallen der
laatste jaren en in het. bijzonder bij het
laatste treinongeval bij Zandvoort is bij het
publiek nog eens te meer de aandacht ge
vestigd op de z.g. Westinghouse-rem.

Hoe de trein door den machinist tot
stilstand wordt gebracht en ook welke wer
king geschiedt, zoo men aan de z.g. nood
rem trekt, is weer eens een kwestie van
acute interesse geworden. Wij laten daar
om hieronder een insider aan het woord.

De Westinghouse-rem (in 1866 uitgevon
den door den 20-jarigen Amerikaan Wes-
tinghouse) is een remtoestel, hetwelk den
trein aanstonds doet stilstaan door de
kracht van samengeperste lucht.

De samengeperste lucht wordt toegelaten
in een gesloten ruimte (remcylinder) achter
een beweegbaren zuiger (remzuiger). Deze
zuiger is door middel van stangen verbon
den met de remblokken, die op deze wijze
(door de kracht van samengeperste lucht)
tegen de- wielen worden aangedrukt. Onder
elk rijtuig bevindt, zich een luchtketel, hulp-
rescrvoii genoemd, hetwelk dient om een
bepaalde reserve-voorraad samengeperste
lucht te bewaren (bestemd voor den rem
cylinder).

Om de rem in werking te brengen is het
voldoende dat de samengeperste lucht uit
het hulpreservoir in den remcylinder
stroomt; dan slaan de remblokken tegen
de wielen. Om de rem weder los te maken
heeft men dan slechts de verbinding van
hulpreservoir en remcylinder te verbreken
en de lucht uit den remcylinder te laten
wegstroomen naar buiten. Door spiraal-
veren komen dan èn remzuiger èn rem
blokken weer op hun gewone plaats.

Zoolang dus het hulpreservoir met sa
mengeperste lucht is gevuld, is de rem voor
het gebruik gereed.

Na iedere remming gaat er, dus samen
geperste lucht uit het hulpreservoir ver
loren. Deze moet dus telkens opnieuw wor
den aangevuld in het hulpreservoir. Om de
lucht in het hulpreservoir op de noodige
spanning te houden is het hulpreservoir
verbonden met een leiding, die de noodige
lucht aanvoert. Deze leiding loopt langs
den geheelen trein en wordt daarom de
„treinleiding" genoemd. Zij begint op de
locomotief, bestaat onder elk voertuig uit
een ijzeren pijp en tusschen twee voertui
gen uit twee aan elkaar gekoppelde caout-
chouc-slangen.

De samengeperste lucht bekomt de
treinleiding uit het zoogenaamde hoofdre
servoir, een grooteren luchtketel onder aan
de locomotief bevestigd.

Dit hoofdreservoir wordt met lucht ge
vuld en voortdurend op spanning gehouden
door een sboomluchtpomp, d.i. een lucht-
perspomp, gedreven door stroom uit de lo
comotief.

De reminrichting onder elk voertuig be
sbaat dus uit: de pijp der treinleiding, die
de lucht aanvoert; het hoofdreservoir, dat
de lucht bewaart; en den remcylinder, die
de lucht verbruikt. De uit de treinleiding
aangevoerde lucht moet dus in drie rich
tingen gebracht kunnen worden:

zoolang er niet geremd wordt; van trein
leiding naar het hulpreservoir;

om te remmen: van hulpreservoir naar
remcylinder;

gevel, welke zich over een lengte van 525
voet uitstrekt, maakt 'n geweldigen indruk,
welke nog versterkt, wordt door haar hoo
ge ligging op de kruin van een berg, en in
de woeste eenzaamheid der Appenijnen.
Wanneer men de met bronzen platen be-
kleede poort doorgaat, welke tot de zeld
zame kunstgewrochten der 11e en 12e eeuw
behoort, en waarop in zilveren letters de
namen aangeteekend staan van de kastee-
len en goederen, welke de abdij bezeten
heeft, komt men in den binnensten omtrek,
waar alles van het gewelf tot den vloer uit
marmer, graniet, albast, lazuursteen, ame-
tist, verguld brons en schilderwerk bestaat.
Het oog waart rond op een menigte taferee-
len, welke hun hooge waarde niet enkel
verkregen hebben door him oudheid en keu
rige uitvoering, maar ook doordat de voor
stellingen ervan als het ware bladen vor
men uit de geschiedenis van Monte Cassino

Eenige tafereelen stellen de wonderwer
ken voor van den H. Benedictus, andere
de hoofdbedrijven uit het leven van den
oudsten zoon van Karei Martel, van Loning
Carloman, die het koninklijk purper met
den tabbaard van een Benedictijn verwis
selde, en in de abdij gestorven is, ook an
dere koningen, vorsten, hertogen, graven
en verdere voorname persoonlijkheden, die
eveneens het kloosterleven boven den luis
ter der wereld verkozen, op het oogenblik
hunner inldeeding.

Alle kunsten hebben het hunne er toe
bijgedragen, om hulde te brengen aan den
stichter der abdij. Overal op den Monte
Cassino wordt zijn afbeeldsel aangetroffen.
Beeds aan den voet van den berg wordt in
de kapel van Crocella een afdruksel van
de dij van den heilige vertoond, en wat
verderop ziet men op een punt, il Ginocehio
genaamd, en door een kruis aangeduid, het
afdruksel zijner knie. Een diep gewelf,
waardoor men in het klooster komt, wordt
met zorg onderhouden, omdat het, naar
men zegt, eén gedeelte vormde van de door
den H. Benedictus bewoonde grot.. Een ko
lossaal standbeeld is Hem ter eere voor den
ingang van het gebouw geplaatst, terwijl
door het penseel zijn gelaatstrekken op vele
muren staan afgebeeld. Een onderaardsche
kerk, il Tugurio genaamd, is gesticht en

om dé rem Weer los te maKett: uit
remcylinder naar buiten.

Om deze verbinding naar verkiezing
stand te kunnen brengen en weder te vf
breken dient een driewegsklep of z.g. trip)
klep. De bripleklep is ingeschakeld in
pijp, die het hulpreservoir verbindt m,
den rem-cylinder. Deze tripleklep beeta:
in hoofdzaak uit een zuigertje met daan;
bevestigd een schuifje. Naar gelang dit 1
gertje met schuifje naar boven of naar fc
neden gedreven wordt (door samengeperr
lucht) ontstaan de verschillende verbindi
gen.

Elke sitlating van lucht uit de treink
ding heeft? het aanslaan van de rem teng
vol ge.

De Westinghouse-rem is dus een aui
matische rem, d.w.z. een rem, die bij ong
vallen, zooals bij afbreking van den trei
beschadiging, bij ontsporing, enz. vanzt
in werking komt. Immers om lucht uit 1
treinleiding te laten ontsnappen, beho»
slechts, om van erger beschadiging nj
te spreken, een der luohtkoppelingen lost
troken te worden; de treinleiding loq
dan leeg en de rem loopt vast.

Daardoor begrijpen wij ook, hoe hetj
gelijk is, dat men in elk voertuig vand(
geheelen trein kan remmen. Hierdoor b
hoeft slechts bij elk voertuig een uitlijj
kraan aan de treinleiding gemaakt te t,
den, die men b.v. door een koord of ijs
draad van uit elk compartiment kan
trekken. Het openen van dezen kraan,
z.g. „Trekken aan de noodrem", doet li
uit. de treinleiding ontsnappen; de zui
tjes in alle tripleklepen van den gehee
trein dalen dientengevolge en de gehe
trein wordt geremd.

Om de rem te lossen moet, zooals we
zien hebben, de lucht in de herstellei
treinleiding weder aangevuld worden.

Die bijvulling geschiedt oogenblikkel
door het. hoofdreservoir waarin n.I.
luchtvoorraad groot genoeg is om oogi
blikkelijk de spanning in do geheele tre
leiding zooveel te verhoogen als noodig
om de rem te lossen.

'b Lossen van de rem door herstel s
de luchtdruk in de treinleiding geschil
uitsluitend vanaf de locomotief door midi
van 'n kraan waarmede de machinist 1
wegstroomen van de lucht uit 't hoo
rservoir in de treinleiding beheerscht. Bi
kraan ia tevens zoo ingericht dat zij o
voor het uitlaten van de lucht uit de tri
leiding dient. Dit is de z.g. „remkraan",
dus een dubbele functie kan verricht
n.I. de rem lossen en de rem aanzetten,

De reminrichting. boven verklaard, is
van de gewone Westinghouse-rem
'meest gebruikt).

Tegenwoordig heeft men vooral i
lange goederentreinen en aan sneltreiner
snelwerkende Westinghpuse-rem, waard
veel sneller kan geremd worden.

Het verschil bestaat alleen hierin,
haar werking zieh bij het plotseling
volle kracht remmen sneller van het bi
naar 't einde van den trein voortplant,
dab bij de gewone Westinghouse-rem
schiedt. Deze versnelde werking wordt v
kregen doordat de triple-kleppen var d
sneltrein zoo zijn ingericht, dat. zij bïjA
plotseling remmen niet alleen de lucht
heb hulpreservoir, maar ook de lucht
de treinleiding zelf in den remcylinder
ten stroomen. Dit nu geschiedt op t
plaatsen tegelijk; niet alleen zooals bij
gewone Westinghouse-rem door de rc
kraan („evenwichtsremkraan") van 1!
machinist, maar ook door de trïpleklepp
zelf ontsnapt de lucht uit de treinleidi
Dit geschiedt alleen wanneer er plotseli
met snelle kracht, geremd wordt. Bij gevt
matig remmen werkt de snelrem-trip
rem precies op dezelfde wijze als de
wone tripleklep.

prachtig versierd, om Zijn stoffelijk 01
schot bij te zetten, terwijl een gedeelte
gebouwen, dat men als een overblijfsel 1
de oorspronkelijk© abdij beschouwt, i
voorwerp is van bijzondere vereering,
bekend staat onder den naam van den
ren en de vertrekken van St. Bcnediel
In een zaal met schilderijen van Baph
Guide, Guerchin, Dominiquin, Anibal C
racho en andere grooto meesters leest 0
het volgende opschrift in het Latijn: t
venstc gedeelte van den alouden to
waarin d© H. Benedictus, door hemeki
gezichten begunstigd, gedurende zijn lei
verblijf hield, en waar men voorheen
feestdagen engelen-tonen hoorde en
hemelsche geuren kon genieten, terwijl!
bovennatuurlijk licht verscheen". De zus
van den II. Benedictus, de H. Scholast!
en zijn moeder de H. Abondantia, die i
in zijn eenzaamheid bij hem gevoegd hl
den, ziet men eveneens veelvuldig ui(|
beeld.

De abdij van Monte Cassino bezit J
heden ten dage kostbar© schatten in hi
archieven. Zij bestaan uit charters, dip
ma's, privilegiën en bullen, alle oorsproni
lijke stukken, afkomstig van keizers, I
ningen, pausen, prinsen en hertogen; I
bijzoder fraai uitgewerkt© handschril
van de vroegste tijden, uit eenige meesll
stukken van de geduldige pen der kloosi
lingen, en uit tallooze brieven, geschrei
door personen van verschillend© klaesj
tijdvakken en landen, zoowel door paw
als door Turksche keizers.

Op een kwartier afstand van het kb
ter van St. Benedictus stond het klei
klooster van Albonetta, dat in de 10e ee1
door een uit het Heilig Land teruggekocj
pelgrim werd gesticht. Het was ook dal
dat de H. Ignatius van Loyola in 1538
grondslagen van zijn orde legde. Zoo
door een zonderlingen samenloop de h;
Cassino de bakermat va-n twee der
roemdste geestelijke orden, de BenedK
nen en de Jezuiten.