Z. D. H. MGR.AUG USTIN US JOSEPH USf CALLIERt 13e Jaargang. DONDERDAG 3 MEI 1928 No. 5864 F— I I I ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bi] vooruitbetaling 'oer Leiden 18 cent pei week 13.50 per kwartaal, lij ome Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaal, ïanoo per post f2.95 per kwartaal a Eet Ge'fllnstreerd Zondagsblad Is vboi de Abonné's ver. at rijgbaar tegen betaling van 5C cu per kwartaal, bij voor- lai itbetaling. Afzonderlijk» nnmmere 5 ct., met Ge'fflnstreerd - ondagsblad 9 ct Olt blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen. II Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 s POSTBUS No. It DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGTl Gewone advertentlën 3P cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt hal r. dubbele van het tarief Berekend. s Kleine advertentlën, van ten hoogste 80 woorden, betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, hunr huur, koop en verkoop f 0.50. msm DEFILé IN DE KATHEDRAAL Van de gelegenheid die gisterenmiddag erd gegeven om in de Kathedraal te defi- eren langs het stoffelijk overschot van [gr. Callier, is door duizenden katholieken, towel uit Haarlem als uit andere steden ,n het diocees, gebruik gemaakt. Een onafzienbare file van mensehen had ich om twee uur bij de Kathedraal opge teld en voortdurend groeide de stroom g aan. Meer dan drie uur lang hebben de ,11 heinde en ver gekomen geloovigen in .fgebroken stoet rond de baar gedefi- erd. De bezoekers, die door de kleine poort m de Maria-kapel tot de Kathedraal wer- •n toegelaten, moesten queu maken op de eidsche Vaart, waar de politie maatrege- n had getroffen voor den goeden gang van iken. In de Kathedraal werd de orde gehand- lafd door de kerkmeesters, die zich bij de aar hadden opgesteld en door de orde- immisarissen, gerecruteerd uit het college n. an Armbestuur, Collectanten en studenten er hoogste klassen van het Seminarie Ha- iveld. Kaar schatting hebben zesduizend perso- en gisterenmiddag langs het stoffelijk erschot gedefileerd. DE PLECHTIGE METTEN. De Kathedraal-klokken lieten hun bron- in tonen over St. Bavo's veste galmen en epen de geloovigen op voor de Metten. Naar schatting had zich een 200-tal riesters, gekleed in superpli, in het hoog- c-or en den koor-omvang vereenigd, toen plechtigheid een aanvang nam. Z: D. H. Mgr. L. Schrijnen, bisschop van oermond, was op een bidstoel in het koor ézeten, terwijl de vertegenwoordiger van am en's bisschop, de HoogEerw. Heer Mgr. ai 'areisius Botsma. met de Kanunniken van et bisdom Haarlem, de HoogEerw. Heeren gr. H. J. M. Taskin, T. E. Ebbinkhuysen, D. J. Aengenent, G. C. van Noort, L. A. M. Westerwoudt, Mgr P Stroomer en P. Dessens, met den eere-kenunnik Mgr. A. Holiërhoek in de kanunnikenbanken had- en plaats genomen. Door een stoet van misdienaars en 01 riesters, onder wie de beide secretarissen an het bisdom, werd de agens bij deze lechtige Metten, de HoogEerw. Heer Mgr. r. P. J. Möllmann, Vicaris-Generaal van et bisdom, met zijn assistenten, den Hoog- islerw. Heer H. A. Th. van Dam, Deken van d -Gravenhage, en den ZeerEerw .Heer H. J. Sondaal, pastoor te Haarlem, naar et altaar geleid. Pastoor Th. M. Beukers uit Leiden in- meerde de Metten, die vervolgens op achtende wijze door de Schola Cantorum ai a,n de theologanten van Warmond, in eurtzang met de priesters in het koo'r wer- - en gezongen. De plechtigheid maakte in de weidsche bi eer der machtige Kathedraal een overwel- igenden indruk. Na de Metten werd de lijkkist nog even eopend om de geestelijkheid, die van bui de stad was gekomen, nog het stoffelijk verschot van Mgr. Callier te laten zien. DE LAUDEN. Hedenmorgen werden in de Kathedrale erk aan de verschillende allareu H.H. lissen van Requiem gelezen. Om 10 uur begonnen de Lauden. Reeds vroeg waren tal van belangstel- inden aanwezig zoodat, toen de plechtig- eden een aanvang namen, de Kathedrale erk overvol was. De Lauden, die werden gezongen door o Schola Cantorum van Warmond, wer en gecelebreerd door Z. D. H. Monseig- eur H. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Jtreeht, presbyter-assietens de Hoogeerw. eer Mgr. H. J. M. Taskin, vicaris capitu- iris van het Bisdom en president van het root-Seminarie Warmond, troondiakens e Hoogeerw. Hooggel. heer J. D. Aen- enent, professor van het Groot-Seminarie Varmond, er de Hoogeerw. heer P. L. lessens, deken van Leiden, diaken de loogeerw. heer Mgr. P. Stroomer, deken an Amsterdam, subdiaken de Hoogeerw. eer G. C. van Noort-, kanunnik en pastoor er St. Willibrordus buiten de Veste, te Amsterdam. DE PLECHTIGE H. MIS. Rij de plechtige H. Mis van Requiem, e eveneens door Z. D. H. Mgr. v. d. We tering werd gecelebreerd was er dezelfde assistentie. De Gregoriaansche Misgezangen werden Uitgevoerd door het zangkoor der Kathe drale kerk, onder leiding van den Weleerw. heer kapelaan Sprengers. Dp het Hoogaltaar hadden plaats geno men behalve Z. D. H. Mgr. v. d. Wetering, j lie Z. Ex. Mgr. L. Schioppa, Pauselijk Inter nuntius te 's Gravenhage en Z.Z. D.D. H.H. Mgr. Diepen, bisschop van den Bosch, Mgr. Schrijnen, bisschop van Roermond, Mgr. Hopmans, bisschop van Breda, Mgr. Bier- mans, titulair-bisschop van Gargara, van Mill-Hill (Engeland), de 'Hoogeerw. heer kanunnik Bootsma, als vertegenwoordiger Tan Z. D. H. Mgr. Heylen en het Hoog- waardigheer van de orde der Kruisheeren. mrg. W. A. v. Dinter, magister-generaal. Verder waren hier aanwezig de eere-ka- nunniken van het kapittel, de secretarissen der aanwezige bisschoppen, de Provincia len van Religieuze Oden, en tal van pries ters, broeders en zusters. In het schip van de kerk hadden op de voorste rijen en op stoelen in het midden pad de verschillende genoodigden plaats genomen. Uitgenoodigd waren om op de gereser veerde stoelen in de Kathedrale kerk plaats te nemen o.m. de Commissarissen der Koningin in de provincie Noord-Hol land, Zuid-Holland en Zeeland, de R. K. Ministers, de R. K. Minister van Staat, de R. K. leden van de Eerste en Tweede Ka mer der Staten-Generaal, het gemeentebe stuur .van Haarlem, de R. K. raadsleden van Haarlem de Rector van de R. K. Uni versiteit te Nijmegen, de R. K. professo ren van de andere Universiteiten, de hoofdbesturen van de R. K. Diocesane en charitatieve organisaties, dn besturen dev R. K. plaatselijke vereenigmgen, verder kennissen. Voorts werden de uitvaart plechtigheden bijgewoond door de Ministers Lambooy en Waszink, Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, Commissa ris der Koningin in Noord-Holland, C. P. Romme en Baron van Hugenpoth, leden van deh Raad van State, Prof. Dr. Keesom Jhr. L. van Fisenne en H. J. M. Borgholtz, leden van Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, Kolonel van Munnekrede, direc teur van de hoogere krijgsschool en voor zitter der R. K. Officierenvereeniging; Profa R. Welschen. de aalmoezeniers Kolo nel Evers, Majoor Noordman en de vloot- aalmoezenier J. Alink, Dr. Verhoeven, di recteur van het Centraal bureau voor on derwijs en opvoeding in den Haag, Dr. J. F. M. Sterck, het Eerste Kamerlid Prof. Dr. A. Steger, de Tweede Kamer-leden Van Dijk, Van Schaik, Hermans, Bulten, Van der Bilt, Loerakker, Deckers, Bo- mans en Van Rijzewijk; het volledig col lege van B. en W. met den gemeente-secre taris van Haarlem, de Katholieke Raads fractie van Haarlem, de heeren Struvcken, Boon en van Tetering, namens het hoofd bestuur van de R. K. Middenstandsver- eenigingen in 't bisdom Haarlem, H. G. de Boer, voorzitter van den Dioc. Kath. On derwijzersbond in het bisdom Haarlem, C. de Bruyn, voorzitter van Ned. R. K. Werkliedenverbond W. van Haastert na mens den R. K. Boeren- en Tuindersbond, Von Frijtag Drabbe namens den hoofd- raad van de St. Vincentiusvereenigingen, L. H. van Rooyen, centraal president van den R. K. Volksbond, A. Ofner, secretaris van de R. K. Studentenvereenigingen, Mr. Leesberg, wethouder van Alkmaar, de heer Raaymakers, vertegenwoordiger van Ka tholieke Vereenigingen uit Haarlem, van de R. K. Journalistenvereeniging, van de Stille Omgang te Amsterdam en vele an deren. Z. Exc. Mgr. Prof. Dr. Mr. W. H. Nolens en Z.Exc. Jhr. Mr. Ruys.de Beeren- brouck hadden bericht van verhindering gezonden. LIJKREDE, UITGESPROKEN DOOR DEN HOOGEERW. HEER MGR. H. J. M. TASKIN. Na de H. Mis werd door den Hoogeerw. heer Mgr- H. J. M. Taskin de volgende lijkrede uitgesproken Ipse praecedet in spiritu et virtute Eliae, praeparare Deo plebem per- fectam. Luc. 1, 17. Wij staan hier geschaard rondom de lijkbaar van een groot man: groot was hij door het hooge ambt van bisschop, het welk hij gedurende bijna 25 jaren heeft bekleed; groot was hij ook door zijn op recht eerlijk onkreukbaar karakter; groot was linog veel meer door de wijze waar op hij de plichten van zijn verheven ambt heeft opgevat en vervuld, zoodat zijn veel jarig bestuur voor het Ilaarlemsche Bis dom een groote zegen is geweest, waarvan de vruchtbare nawerking nog lang zal ge voeld worden. Wel heeft hij, die zoo groot en. krachtig was in de uitoefening van zijn bestuur, ein delijk ook moeten bukken voor de macht van den dood. Vele telkens terugkeerende aanvallen waren noodig, vele telkens hevi ger aankomende slagen moest de dood toe brengen om dit sterke taaie gestel te sloo- pen. Maar zijn groote en krachtige geest bleef tot nagenoeg het laatste oogenblik onverlet. En het is die groote en krachti ge geest, die nu, na zijn verscheiden, nog tot ons spreekt, en zal blijven spreken ook nog langen tijd nad-t wij zijn eerbiedwaar dig stoffelijk omhulsel zullen hebben toe vertrouwd aan den schoot der aarde, waar uit het op den jongsten dag glorievol en verheerlijkt in verjeugdigde kracht zal verrijzen. Mgr. Aug. Jos. Callier was een man, een priester, een leeraar, een bisschop van bui tengewoon geestelijk postuur. Hij was een krachtfiguur zooals er in de tegenwoordige wereld met haar slappe beginselen helaas te weinig gevonden worden. In alle amb ten die hij gedurende de bijna 56 jaren van zijn priesterleven achtereenvolgens be kleedde: als kapelaan, als leeraar van Ha- geveld, als Vicaris Generaal van Mgr. Bot- temanne, maar vooral al diens opvolger op den bisschoppelijkea stoel van Haarlem, heeft hij een kracht ontplooit, die doet denken aan twee groote bijbelsche figuren: Elias en Joannes den Dooper. Elias: bij dien naam rijst voor onzen geest de krachtige figuur van den Thes- biet, den ijveraar, die was als een vuur, en wiens woorden brandden als een fakkel: quasi ignis, et verba eius quasi facula ardebant (Eccli 48, 3). In de dagen van Ach'ab en Jesabel stond Elias alleen als priester en profeet van den waren God te genover de 450 valsche profeten en afgods priesters van Baal. Aan zijn onverschrok ken. moed was liet te danken dat Israel's volk bewaard bleef voor den grinvel der afgoderij en den geheelen afval van Jahweh. De geest en de kracht van Elias, zod sprak de Aartsengel Gabriël tot Zacharias, zouden komen over diens grooten zoon Joannes den J)ooper. Inderdaad, in den Vooviooper van Christus vinden wij van den vurigen ijveraar Elias een waardig evenbeeld. Gestreng van levenswijze en teruggetrokken van,de wereld trad hij op als leeraar vore- v.uk. Als een machti ge bazuinstoot klonk zijn woord langs de oevers van de Jordaan, wijzende aan de toestroomende menigten den weg naar het rijk Gods. Aan alle standen, zonder onder scheid te maken tusschen machtigen en geringen, zonder eenig aanzien des per- soons hield hij de plichten voor die zij te vervullen hadden,. Zelfs aan het wufte hof van Herodes, den viervorst, liet hij on verschrokken zijn non licet hoorenEn wanneer zij tot hem kwamen en vroegen van wien hij zijn zending had, gaf hij vrij moedig ten aptwoord: Ik ben de stem des roependen: bereidt den weg des Heeren. Niemand zal het betwisten, een derge lijke machtige figuur in den stijl van Elias, in den stijl van Joannes den Dooper was onze overledefi Bisschop. Streng was hij voor zich zeiven, afkeerig van een wereld- sche leefwijze, en van alle wereldsch ge doe, sober en verstorven in 't gebruik van voedsel, gewoon te vasten in den vorm van het kerkelijk gebod, iederen dag. Hoe weinig behoeften hij had voor zijn persoon, kwam vooral uit in zijn laatste ziekte; toen zijn hart reeds doodelijk geraakt was, kon hij niet dan met groote moeite er toe ge bracht worden zich een behoorlijke verple ging te laten welgevallen. In deze sobere en verstorven levenswijze, die als een pro test is tegen de weelde en genotzucht van den tegenwoordigen tijd, ligt een treffen de trek van gelijkenis met den Boetgezant? Van deze immers getuigde Christus in zijn onderricht voor de scharen, dat Joannes niet behoorde tot de in zachte kleeren uit- gedosten en weelderig levenden, die ver blijven in de paleizen der aanzienlijken. Nog een andere getuigenis gaf Jesus aangaande Joannes den Dooper: dat liij niet was als een onstandvastig riet her- en derwaarts gebogen door den wind. Even min was Mgr. Callier een riet heen en weer bewogen door den wind van de volks gunst, of van menschelijk opzicht, of van wisselende stemmingen. Zeeuw van af komst had hij de standvastigheid, die het kenmerk is van het Zeeuwsche volk, van zijn voorvaderen geërfd. Deze natuurlijke karakteraanleg was in hem gesublimeerd tot een heilige onverzettelijkheid van een Elias en van een Joannes den Dooper, zoo vaak hij zich geinspireerd voelde door het hooge verantwoordelijkheidsgevoel, het welk hij bezat als gezagvoerder op het schip van Haarlem s kerk. Als zoodanig was het zijn heilige en dure plicht zijn volk te bewaren en het behouden te brengen in de veilige haven des heils. Had hij op het kompas van zijn helder en scherpziend oor deel de goede richting verkend en in die richting koers genomen, dan stuurde hij, het roer met vaste hand omklemd hou dend, in de eenmaal gekozen richting voort zonder aarzelen, zonder weifelen, op geloovig vertrouwen op God. Zoo ooit iemand, dan heeft zeker hij gestand ge daan het devies wat hij schreef in zijn wa pen en als program van zijn* bisschoppelijk bestuur: In fide nihil haesitans. Ipse praecedet in spiritu et virtute Eliae praeparare Domino plebem perfec- tam. Zoo ging hij als een andere Joannes ons voor in den geest en in de kracht van Elias om voor den Heer te bereiden een volmaakt volk. Dit is het verheven levens doel, wat onze Bisschop zich gesteld had, wat in hem vleesch en bloed was gewor den, omdat God hem dit als zending had opgelegd door hem te plaatsen aan het hoofd der Haarlemsche Kerk: Voor den Heer een volmaakt volk te bereiden. Al zijn doorzettende kracht heeft hij met de zuiverste bedoelingen steeds daar op gericht. Zijn geheele bestuur beoogde niets anders dan degenen die hem waren toebetrouwd, te beschermen tegen het voortwoekerend ongeloof, het wild om zich heen grijpend zedenbederf. Hij vreesde niet daarbij den vinger te leggen op de wonden: wel pijnlijk soms, maar ter ge nezing. Hoe heeft hij tegen de ontkerste ning, waarmee hij zijn katholiek volk be dreigd zag, als een ware Boetgezant in zijn vastenmandementen, in zijn synodale voor schriften, en in het van den kansel gespro ken woord, zijn waarschuwende stem ver heven. Niet alleen afwerend maar ook rich ting gevend en opbouwend waren zijne vermaningen en raadgevingen. Breed van omvang en beteekenis is het goede wat door zijn stuwkracht tot stand kwam. Ik noem hier zijn zorgen voor het oprichten van nieuwe parochies in buitengewoon groot getal, zijn zorgen voor het uitbreiden der Seminaries, zijn bemoeiingen ten gun ste van de katholieke dagbladpers, zijn bevorderen van het katholieke vereeni- gingsleven, zijn belangstelling voor het oplossen der socialo vraagstukken, zijn bijzondere bezorgdheid voor het jeugd werk, zijn hervorming van het katechismus onderricht, en nog zooveel meer wat aan deze vluchtige en daarom onvolledige op somming behoort te worden toegevoegd. Al deze maatregelen droegen het merk van zijn kracht: met kracht voerde hij ze door zonder aanzien van personen en zonder zich door moeilijkheden to laten tegen houden. Veel moest hij natuurlijk aan zijn priesters overlaten een bisschop kan nu eenmaal niet alles zelf doen maar tel kens opnieuw vermaande hij zijn onderhoo- rige geestelijken, dat zij in het doorvoeren van een krachtig bestuur aan zijne zijde zouden staan, en waar het noodig was evenals 'hun bisschop onverschrokken het non licet zouden laten hooren. Zelf bezield met den geest van Elias en van Joannes den Dooper, poogde hij voortdurend de zen geest ook in zijn priesters over te gie ten om zoo met vereende krachten samen werkend voor den Heer te bereiden een godsdienstig en zooveel mogelijk volmaakt Christenvolk. Zietdaar wat het levensideaal van on zen overleden bisschop geweest is, en hoe hij dit met zijn buitengewoon krachtig bestuur getracht heeft te bereiken.. Met dit ideaal voor oogen heeft hij gearbeid, daar voor heeft hij gestreden, daarvoor heeft hij geleden, daarvoor heeft hij gebeden dag in dag uit nu bijna 25 jaren lang. O, hoe gaarne hadden wij met hem den komenden Octobermaand, in deze door hem gebouwde en ter zijner eer door ons voltooide kathe draal, zijn zilveren bisschopsfeest gevierd. Die dag zou een schoone gelegenheid ge weest zijn om hem openlijk en plechtig blijk te geven van onze liefde en dankbaar heid voor alles wat hij in zijn vaderlijke bezorgdheid voor ons gedaan heeft. -Nu heeft de dood die blijde verwachting ver- nitigd. Maar onze plicht van dankbaarheid is daarmee niet te niet gedaan. In plaats van de juichende en jubelende hulde die wij hem zouden gebracht hebben op den 28sten October komt nu de stille en bid dende hulde hem gebracht bij zijn uit vaart. Zoo heeft God het beschikt, en wij aanvaarden deze beschikking in nederige berusting. Bidden wij voor hem dat - God hem beloone voor al het goede, wat hij voor ons gedaan heeft. Bidden wij voor de rust zijner ziel. Zij die in overheid gesteld zijn, zegt de H. Geest (Sap. 6, 6), zullen een zeer strenge rekenschap moeten afleggen: want niet alleen voor zich zeiven, maar ook voor allen, die aan hunne zorgen waren toevertrouwd, hebben zij te verantwoor den. Bovendien, welk kind van Adam is zonder fouten, zelfs al heeft de olie der bisschoppelijke zalving over het hoofd ge vloeid. Daarom is ons aller plicht, hem on ze dankbaarheid en liefde te blijven too- nen, niet slechts door zijn aandenken en eere te houden en zijn vermaningen en voorschriften op te volgen, maar door een hartelijk en vurig gebed voor de rust zij ner ziel. God die onder de Apostolische priesters uwen dienaar Augustinus Josefus de bischoppelijke waardigheid met zooveel kracht hebt laten bekleeden geef, bidden wij, dat hij voor .-eeuwig in hun zalig gezel schap worde opgenomen door Christus O. H, Amen. DE ABSOLUTIES. Daarop volgden de vijf absoluties, waar van de eerste werd verricht door den Hoogeerw. heer Vicaris-Generaal Mgr. M. I'. J. Möllmann, de tweede door Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, de derde door Z. D. IJ. P. A. W. Hopmans, de vierde door Z. D. H. Mgr. L. J. A. Schrijnen, de vijfde cn de laatste door den celebrant Mgr. H. v. d Wetering. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het voornaamste nieuws. BUITENLAND. De Rijnvaart ligt in Duitschland geheel stil. Revolutionnair complot in Portugal. Echec der Noordelijken in Sjansi. De „Italia" is van Stolp naar Spitsber gen vertrokken (Telegrammen). BINNENLAND. De plechtige uitvaart en begrafenis van het stoffelijk overschot van Z. D. H. Mgr. A. J. Callier (Eerste blad). De besprekingen tusschen Minister v. d. Vegte en de omroeporganisaties tot het leggen van een basis voor een nationalen omroep, hebben geen resultaat gehad (Binn. 1ste blad). De heer L. de Vries (Chr. Hist.), lid der Eerste Kamer, overleden. Het wrak van de „Callisto" gevonden; omtrent het lot der bemanning niets meer waargenomen. (Gem. Ber., 2de blad). Bij een gasverstikking te Hilversum is een vrouw met haar kindje omgekorr.t.i (Gem. Ber., 2de blad). De omvang der veenbranden wordt steeds grooter (Gem. Ber., 2de blad). De 9e partij van de schaakmatch Euwe- Bogoljubow remise geworden (Sport, 2do blad). De Nederlandsche Davis Cup-ploeg te gen Ierland samengesteld (Sport, 2de blad). DE PLECHTIGE BEGRAFENIS. Hierna werd de stoet geformeerd. Achter den lijkwagen volgden twintig rijtuigen, waarin de volgende personen waren gezeten: le rijtuig: mgr. Möllmann, vicaris-gene raal, de heer Julien Callier, de bissch. secretarissen v. d. Tuyn en Pichot. 2e rijtuig: do vicaris capitularis mgr. H. J. M. Taskin en de hoogeerw. kanunniken Bootsma, Ebbinkhuysen en Westerwoudt. 3e rijtuig: de hoogeerw. kanunnikken Aengenent-, Dessens, Stroomer en v. Noort. 4e rijtuig: do hoogeerw;- eere-kanunnik- ken Holiërhoek en dr. Beysens; de Provin ciaal der Franciscanen, de Prov. der Do minicanen. 5e rijtuig: de Provincialen der Augustij nen, Capucijnen, Carmelieten en Jezuïeten. 6e rijtuig: de Provincialen der Redemp toristen, der Priesters van het H. Hart, van de Missionarissen van het H. Hart en van de Paters der H.H. Harten. 7e rijtuig: de Prov. der Passionisten, deken v. Dam, pastoor de Voghel, dr. Proot. 8e rijtuig: de zcereerw. dekens Helle gers, v. Heeswijk, Jansen en v. d. Aa. 9e rijtuig: de zeereerw. dekens Schraag, W. Wijtenburg (Hoorn), P. Wijtenburg (Gouda), Guilonard. 10e rijtuig: de zeereerw. dekens Hollen- berg, Lucassen, Maat, Jonckbloedt. 11e rijtuig: de zeereerw. dekens Bors- boom, Rengs, v. d. Cammen en past. Son daal. 12e rijtuig: provisor KL Seminarie past. IJzermans, provisor Gr. Seminarie past. dr. Vlaming, prof. P. Groenen cn prof. J. Visser. 13e rijtuig: dc zeereerw. hoeren pastoors Schrandt, Wenzel, Revnenberg en van de Pavoord t. 14e rijtuig: de zeereerw. hoeren pastoor Dessing, en rectoren Speet, Dankelraan en Bekkers. 15e rijtuig: de zeereerw. heeren rector v. d. Heuvel, v. d. Burg, econoom Briige- man, subregent Henning. 16e rijtuig: de zeereerwaarde heeren rectoren Aalberse, de Wolf, Kok, Dr. Ha- 17e rijtuig: de weleerw. kapelaans Kei zer, Bangert, Sprenger (kapelaans der Kathedraal). 18e rijtuig: de heeren Jos Cuypers, Jan Stuyt, Bruning en Bomert. 19e rijtuig: De heeren kerkmeesters der Kathedraal Jacobs, Nieuwenhuis, Heslen- feld en Wentink. 20e rijtuig: de heeren H. Strak van Sehijndel, J. Strak van Schijndcl, G. Hoo- geveen en W. Bloem. Achter dezen stoet sloten zich vervol- yens verschillenrde particuliere rijtuigen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1