Gem. Berichten. Buitenl. Berichten TWEEDE BLAD DE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 27 APRIL 1928 DE HOOVAARDIGE NARRIN. Naar Pater Abraham k Sancta Clara, door P. G. Hoeks. Onder het opschrift: „De Geestelijkheid èn de mode" vonden we in onze courant van Vrijdag 20 April 1.1. eenige aanhalin gen uit „Vrouwenadel", waaruit duidelijk bleek, dat er vele vrouwen gevonden wor den, die het met de uitspraken der geeste lijkheid over de huidige mode niet eens zijn, ja, die zich zelf over die uitspraken ergeren. Hoe zouden deze vrouwen zich geërgerd hebben, dachten we, als ze eens een paar honderd jaar vroeger geleefd hadden en onder het gehoor waren gekomen van den grooten hofprediker Pater Abraham k Sancta Clara, een kanselredenaar, die zijns gelijke niet had, en door zijn gloedvol woord oorzaak was, dat de kerken van Weenen te klein waren om de geloovigen te bevatten, die naar hem kwamen luiste ren om te hooren, hoe hij, zonder aanzien des persoonB en slechts geleid door bla- kenden zielenijver, de zonden en gebreken van zijn tijd waaronder ook hoovaardig- heid en modezucht op onbarmhartige wijze hekelde en geeselde. En als men zich nü al ergert over de woorden van onze geestelijken, dan zou men zich over dezen Pater dubbel geërgerd hebben, want zijn preeken en zijn geschriften v'oeien over van uitdrukkingen en woorden, die in onze ooren plat klinken en ook de keuzé zijner vergelijkingen zou ons evenmin be vallen. We moeten evenwel niet vergeten, dat hij leefde in de jaren 16441709 en dat er in dien tijd, vooral in Duitschland, een groote wansmaak heerschte op letter kundig gebied. Laten we nu even het oor leenen aan de zen boetprediker uit de 17de eeuw en hoo ren, wat hij ons te zeggen heeft over mode en hoovaardij, tevens bedenkende, dat hij schreef voor mepschen uit dien tijd. En zelf willen we er nog aan toevoegen, dat we het platste zooveel mogelijk vermeden of weggelaten hebben, zoodat er al heel weinig reden zal zijn zich over zijn geschrijf te ergeren. In de levensbeschrijvingen der Heiligen leest men van veel wonderwerken, die de almachtige God door de redelooze dieren heeft gewrocht, doch nooit wordt er meK. ding van gemaakt, dat iets dergelijks door een pauw gebeurd is. Waarom? Omd"at de pauw het symbool is der hoovaardij. „Hoo vaardij is een gruwel voor God en de men- schenDe hoovaardij wordt door God en de menschen gehaat!" 't Is intusschen een onloochenbare waar heid, dat de zonde van hoovaardij over de geheele wereld woedt, ja, menig mensch den strik der ijdelheid om zijn lichaam slaat en vooral vele dames met haar neus tusschen hemel en aarde doet hangen. Want wie wenscht hooger te stijgen dan een trotsche vrouw? Gaat je gang maar, trotsche zottinnen! Vergeet vooral niet om groot te schijnen, je laarsjes met hooge hakken aan te trekken! Siert je haarbundel met linten en strikken! Zet Veeren en pluimen op je hoed zoo groot als die van een tamboer-majoor! Denkt er echter wel aan, dat God de trotschen weer staat, aan den nederigen daarentegen zijn genade schenkt. Hebt ge er wel eens over gedacht, waar om de booze vijand in de gedaante van een slang in 't Paradijs aan Eva ver scheen? Waarom kwam de duivel niet bij haar als een kat, die ze kon aaien en strij ken of streelen Waarom niet als een klein schoothondje, waarop menige dame bijzon der verzot is? Waarom niet als een duif? Zoo'n diertje had op Eva's schouders kun nen gaan zitten, haar met zijn snavel in de ooren kunnen kittelen en met zijn lief gekir een of ander geheim hebben kunnen .vertellen, Waarom juist als een slang? Men geeft hiervoor verschillende rede nen op, maar ik voer mij ben van oordeel, dat de duivel enkel en alleen de gedaante van een slang heeft aangenomen, omdat de huid van zoo'n dier, als 't ineengerold is, veel weg heeft van een spiegel De dui vel wist heel goed, dat Eva, wanneer ze eerst haar eigen beeld in dien levenden spiegel had gezien, veel makkelijker dan anders zijn leugen zou gelooven, dat ze een godin zon worden. „Ho, hodacht Eva, „mijn man zal me nu voortaan niet meer eenvoudig: Evaatje of vrouw, maar heel deftig: mijn godin of goddelijke schat moeten noemen." Als de hoovaardigheid komt, zal de schande ook komen. Eva heeft zulks onder vonden en allen, die zich verhoovaardigen, fcullen vroeg of laat dezelfde ondervinding opdoen. Men verhaalt, dat er te Parijs eens een vrouw leefde, die niet weinig van 't hond je was gebeten. Haar grootste verdriet be stond hierin, dat ze ten naastenbij geen haren meer op 't hoofd had, daar deze ten gevolge van een ziekte waren uitgevallen. Bij gebrek aan eigen haren droeg ze bun dels en vlechten van vreemde haren en 't mooiste van de grap was, dat za zich op leze vreemde tooisels nog verhoovaardigde en meende, dat er geen knapper Sint-Nico- laaspop was dan zij. Op 'n keer nu gebeur de 't, dat, terwijl de juffer naar de kerk ging, er uit een huis, dat ze paseerde, een aap te voorschijr sprong, die het hoovaar- dig afgodsbeeld op de schouders ging zit ten en haar al de haarlokken, linten en strikken van 't hoofd trok, zoodat ze met haar kalen knikker tot spot van al de voor bijgangers strekte. Toen was het waarlijk zoo, dat waar de hoovaardij is. ook de schande zal komen. Er was een gravin, die ook verbazend hoog van zich zelf dacht. Ze meende, dat ze van een heel andere stof was dan de ge wone menschen en toen ze op zekeren dag m haar tuin wandelde, waar de knechts en meiden druk aan 't werk waren, ze: ze: „Jullie moet maar aan 't werken gewoon worden, kanalje, want in de andere wereld zal 't geen haar beter met jullie gaan en je zult daar ook moeten werken tegen de klippen aan." Een verstandige boerin, die dit hoorde, liet de trotsche madam eerst uitpreken en antwoordde haar daarop zeer beleefd: „Ja, mevrouw, dat zegt u wel. Ik geloof, dat de arme lui het hierna maals zeer druk zullen hebben, want ik denk, dat ze den heelen dag hout en stroo zullen moeten aandragen om sommige rij ken des te beter te doen zweeten, die hier op aarde de armen hebben geminacht en als honden behandeld hebben." Dat compliment, hoovaardige narrin, kunt ge in uw zak steken. Ge kunt er ove rigens deze woorden van den H. Augusti- nus bijdoen: „Behalve eenige geldelijke rijkdommen, zijn de arme lieden, die van de rijken een aalmoes vragen even goed als diegenen, van wie ze ondersteuning verlangen." Trotsche modepoppen, denkt er eens wel aan, wat gij geweest zijt, wat gij tegen woordig zijt. en wat ge over vijftig, zestig jaren zult zijn. Vooral, wanneer ik dit laatste overweeg, dan moet ik ijzen en be venOwie zal het mij zeggen, hoe me nige pronkzieke staatdame in den laat- sten dag des oordeels bij de bokken aan de linkerhand zal sta,an en hoe menige be delaarsvrouw zich zal mogen verheugen ter rechterzijde geplaatst te worden? Voorzeker velen zullen er zijn, die eens zullen wenschen om bij een eenvoudige boerin in den hemel te zitten, in plaats van bij een edelvrouW in de hel Dat was de taal van een Pater Abraham k Sancta Clara, die als hofprediker niet aarzelde den kanker der modezucht in de groote wereld niet alleen aan te tonnen, maar dien ook met scherpe wapenen durf de te bestrijden. Uit het bovenstaande kan men opmaken, dat hét met de toenmalige mode ook al niet in den haak was en dat hij zeker wel grondige reden heeft gehad die zoo geducht aan te vallen. Leiden, 25-4-'28. ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Ernstig auto-ongeval. Twee dooden en een zwaar gewonde. Naar een Eeuter-telegram uit Melbourne meldt, zijn de heer A. F. van Keulen uit Botterdam, kapitein van het Ned. s.s. „Almkerk" eri een ander persoon gedood, bij een-botsing van den auto, waarmede zij zich van Geelong naar Melbourne be gaven, met een motorlorrie. Een derde in zittende van den auto werd ernstig ge wond. Ernstige val. Gisterenmiddag is op het werk van het in aanbouw zijnd klooster der Paters Re demptoristen op den Nebo-berg bij Nijme gen, een werkman boven uit den toren ge vallen. Hij werd ernstig gewond opgeno men en bleek verschillende ribben te heb ben gebroken. Per brancard is hij naar het Canisius Ziekenhuis overgebracht. Slijpsteen uit elkaar gesprongen. In een reparatie-inrichting van een ga rage op den Amstel te Amsterdam, heeft een ernstig ongeval plaats gehad, dat iemand het leven heeft gekost. Er waren twee Oostenrijkers aan het werk; een hunner stond aan de draaibank en was be zig met slijpen; de ander deed andere werkzaamheden. Plotseling sprong met een knal de door middel van een electromotor voortgedreven amarilschijf uit elkaar met het gevolg, dat de stukken in het rond vlo gen. De man aan de draaibank kwam er goed af; zijn landgenoot echter werd door een der stukken steen aan het hoofd ge troffen en zakte in elkaar. Men kon niet anders dan de dood constateeren. Door een losgeschoten talie gedood. Gisterenmiddag waren eenige werklie den, die aan het werk warén aan de in aanbouw zijnde kerk op het Linnaeushof te Amsterdam bezig met het ophijschen van een talie. Onverwacht schoot deze los, waardoor een der mannen, een 51-jarig bouwvakarbeider in den rug werd getrof fen. Zwaar gewond werd hij per auto-bran card van den G. G. D. naar het L. Vrou we Gasthuis vervoerd; daar is hij spoedig overleden. Van schuld bij dit ongeval is niets kunnen blijken. Lijk opgehaald. Sedert 14 dagen werd bij den heer M. te Maastricht vermist de 21-jarige dienstbode M. A. P., afkomstig uit Echt. Woensdag middag werd haar lijk uit de Maas opge- visch nabij de stuw van Borgharen. DE BRAND TE ROSMALEN. Nadere bijzonderheden. Omtrent den brand, die gisteren een groote boerderij te Rosmalen in de asch legde, meldt de „Tel." nader: De brandweer kon de plaats van do ramp niet bereiken en stond machteloos, omdat er honderden meters in den omtrek geen water te krijgen was. De schade wordt geschat op ver over de 10.000, die voor een gering gedeelte door verzekering gedekt wordt. De boerderij werd bewoond door den landbouwer A. Gevers, met zijn gezin van acht personen. Het woonhuis was eigendom van mevr. de wed. Van Zinnicq Bergmann uit Vught, terwijl de schuur aan Gevers zelf toebehoorde. Het geld voor de pacht, die juist betaald moest worden, benevens eenig ander geld, totaal ongeveer ƒ200, is mede verbrand. Deze woning meet ongeveer 15 bij 9 Me ter. Door de felle hitte werd ook de nabij gelegen schuur van twintig bij vijf Meter, waarin landbouwmachines, haver, rogge, enz„ waren opgeslagen, door het vuur aan getast. Ook dit gebouw werd in asch gelegd De brandweer kon niets uitrichten, daar zij de plek des onheils,*die ver van het eigen lijke dorp gelegen is, niet kon bereiken, De gemeentepolitie uit NÏÏland en Geffen stelden alle pogingen tot blusschen in het werk, maar alle moeite was vergeefsch. Ook de drie andere groote schuren, eveneens tot den nok gevuld met materiaal en land bouwgewassen en groote hoeveelheden chi- li-salpeter brandden weldra geheel af. De geheele brand heeft nog geen uur geduurd. Aan het reddingswerk namen ongeveer tweehonderd omwonende personen deel, doch het resultaat was helaas gering. Slechts enkele zagen en een hooimachine konden gered worden. De geheele inboedel is mede in vlammen opgegaan. De brand werd gistermorgen om onge veer 9 uur ontdekt, toen het gezin, met uit zondering van den vader en een dochter, die naar het land waren, aan tafel zat. De 21-jarige zoon, J. Gevers, hoorde plotse ling knetteren achter de deur naast hem in de woonkamer. Toen hij de deur opende, Bloegen de vla romen hem reeds uit den achter de woonkamer gelegen stal tege moet. Het gezin vluchtte in paniek de deur uit. In den stal bevonden zich drie groote kalveren, vijf varkens, ruim honderd en ze ventig kippen, acht konijnen en verder klein vee, benevens een groote hoeveelheid hooi, totaal ongeveer 4000 K.G. Buiten ge komen, werd onmiddellijk met behulp van de toesnellende buren, die op de luide kre ten der bewoners naar buiten snelden, ge tracht om het vuur aan te tasten. De vlam men sloegen echter met zulk een hevigheid uit, dat de woning in minder dan een kwar tier tot den grond was afgebrand. Heb totale complex, de terreinen inbe grepen, heeft een oppervlakte van circa 50 bij 30 Meter. Van de gebouwen is niets overgebleven dan enkele brokken muur. De brand is waarschijnlijk ontstaan door hooibroei, doch met zekerheid kan hierom trent nog niets gezegd worden, daar het vuur met groote snelheid om zich heen greep, zoodat het politie-onderzoek zeer be moeilijkt is. BRANDEN. Drie huizen afgebrand. Gisterenmorgen omstreeks 10 uur brak in Hurwenen brand uit in de woning van den heer Van Doorn. Het vuur greep snel om zich heen en spoedig stond ook de aan grenzende woning van den heer Korsten- broek in brand. Het vuur werd door den feilen wind aangewakkerd en de vonken sloegen over naar het op ongeveer vierhon derd meter afstand gelegen woonhuis va&i den heer Schouten, dat eveneens een prooi der vlammen werd. In een uur tijds waren de>. drie huizen geheel afgebrand. Persoonlijke crjgelukken kwamen niet voor; het vee werd gered. Een groot deel van den inboedel ging verloren. De oor zaak van den brand is onbekend. Verzeke ring dekt gedeeltelijk de schade. Twee boerderijen afgebrand. Gisteravond te ongeveer zes uur brak brand uit in de boerderij bewoond door den heer J. van der Kraats te Ede. In een oogenblik stonden de van rieten daken voorziene schuren en hooibergen in lichte laaie en deelden de vlammen zich mede aan de aangrenzende schuren en stallen van de boerderij van J. Pijper. Voordat de brandweer aanwezig was, lag de boer derij van v. d. Kraats geheel en die van Pijper grootendeels in de asch. Het vee kon worden gered. Toen de brandweer was aangerukt, waren ook spoedig de nog brandende en smeulende puinhoopen ge- bluscht. Omtrent de oorzaak tast men in het duister; verzekering dekt de schade. Brand bij het circus „Gleich". Woensdagavond omstreeks negen uur ontstond te Maastricht in een der woon wagens van het circus Gleich brand. De brandweer, die op het terrein aanwezig was kon direct ingrijpen, zoodat het vuur tot den wagen, welke door een chauffeur met vrouw en kind werd bewoond, beperkt bleef. Vrouw en kind kregen brandwon den aan handen en gelaat. Een driftige verloofde. Dezer dagen ontstond in een woning aan den Amstelveenschen weg te Nieuwer Am- stel twist tusschen een jongeman en zijn meisje over het feit, dat het door de ouders van het meisje beter werd geoor deeld, dat de verhouding tusschen de jonge lieden werd verbroken. Daarbij wond de jongeman zich zoodanig op, dat hij een koffiepot van het vuur nam en zijn meisje naar het hoofd wierp, tengevolge waarvan laatstgenoemde ernstige brandwonden be kwam. Na het volvoeren van zijn daad nam de hardhandige verloofde de beenen door de keukendeur. Hij had het echter zooda nig op zijn zenuwen, dat hij pardoes in een achter de woning gelegen diepe sloot liep. Vóór men was toegesneld, had hij echter kans gezien zich op het droge te werken en verdween over de spoorlijn in den Buiten- dijkschen Buitenvoldertschen Polder. Voor den jongeman zal dit muisje vermoedelijk nog een staartje hebben. Een simulant. Te Bilthoven vervoegde zich bij een in woner een als heer gekleed persoon, die, voorgevende doofstof te zijn, een brief liet lezen, en een kaart, waarop het stempel voorkwam van den hoofdcommissaris van politie te Utrecht en waarin om ondersteu ning werd gevraagd. De Bilthovensche bewoner belde de politie te Utrecht op welke hem verzocht zich met de Biltsche politie onmiddellijk over het geval te ver staan. De „doofstomme" werd gearresteerd en bleek goed te kunnen praten. Het stempel van den hoofdcommissaris te Utrecht bleek bovendien valsch te zijn. Men leidde hem voor de Justitie, die vast stelde te doen te hebben met iemand uit Rotterdam, die verblijf hield in een volks logement te Utrecht. Brutale Inbraak. Te Soesterberg ia ingebroken bij den heer S. in de Banniügstraat. Na een ruit stuk te hebben gesneden, is men door het open schuiven van een raam doorgedrongen tot in de kamer. Vandaar heeft men een kast uit het huis gehaald en deze overgebracht naar een ettelijke meters verder gelegen in aanbouw zijnd pand, waar men de kast rustig heeft geledigd. De inbrekers, wier spoor men bijster is, hebben gouden en zil veren voorwerpen en eenig geld meegeno men. Diefstal van een koe uit de weide. De gemeente- en rijkspolitie van Ruinen heeft de hand gelegd op zekeren G. G. on der die gemeente, die in Pesse een kne uit de weide stal en op de veemarkt te Zwolle voor f 180 verkocht aan een Ruiner koop man. De dader heeft bekend. Vrouwenhandelaar. Door de politie te Enschedé is aange houden de caféhouder B., die verdacht wordt van vrouwenhandel en het plegen van een ernstig zedendelict. Hij is ter be schikking van de justie gesteld. Opsporing verzocht. In het Algemeen Politieblad wordt thans de opsporing verzocht van de beide perso nen, die, zich noemende Andrea Bruno en Mario Villani, het reisbureau Cook te Am sterdam met vervalschte chèques voor 48.400 hebben opgelicht. Signalement van Bruno: leeftijd onge veer 30 k 35 jaar, lengte 1.65 k 1.70 M., ten ger postuur, gladgeschoren gezicht, donker uiterlijk; kleeding: lichtgrijze overjas (zgn. demi-saison), grijs-bruinachtige gleufhoed. Bruno was in het bezit van een Italiaansch paspoort no. 1004 op 6 December 1927 af gegeven door het Italiaansch consulaat te Buenos-Ayres. Hij sprak met den kassier Duitsch en later bleek, dat hij vloeiend Fransch kon spreken, terwijl hij met den zich noemenden Vilani een gesprek in de Spaansche taal voerde. Signalement van Villani: leeftijd onge veer 46 jaar, lengte ongeveer 1.80 M., ge zet postuur, rond gezicht met mogelijk klei nen knelvel, donker uiterlijk, kleeding: bruinachtig grijs costuum, lichte gabardine overjas, zwarte bolhoed. Villani sprak met Bruno zooals reeds werd gezegd, Spaansch. Verder wordt ook de opsporing verzocht van den persoon, die bij de Amsterdam- sche Bank te Utrecht zich op een crediet- brief aan de order van J. F. Trowler het restant van 5300 dollar liet uitbetalen, na dat hij eerst op dienzelfden brief bij de Rott. Bankvereeniging reeds 2000 dollar had opgenomen. Uit een nader ingesteld onderzoek is ge bleken, dat de werkelijke eigenaar van d?n credietbrief dezen tusschen 7 en 11 De cember te Parijs is kwijtgeraakt te zamen met zijn paspoort. Op den credietbrief was toen nog een bedrag van 7300 dollar aan wezig. Signalement van den aanbieder to Utrecht: circa 41 jaar, lang 1.65 M., gave witte tanden, donker haar, kortgeknipte snor, donker colbertcostuum met bruine pull-over, bruinen of grijzen vilten hoed. De Commissaris van Rijkspolitie te Am sterdam verzoekt aanhouding en voorge leiding van dezen persoon, die in het be zit is van een paspoort der Vereenigde Staten van Noord-Amerilca no. 464369 d.d. 8 October 1927 afgegeven te Washington ten name van John Francis Trowler, 66 jaar, vice-president der firma W. B. Grace Co., New-York, wonende te Parijs, Rue Nicolo. executoriale verkooping. In een klein perceel aan de Wilhclrnina- straat te Haarlem zou de inboedel van een werklooze wegens belastingschuld verkocht worden. Den deurwaarder en zijn helpers werd slechts door het open raam toegang verleend. Er was een stuk karton aange bracht met het opschrift: „Wie hier koopt, is misdadig". Het rapaljaansche raadslid Oversteegen spoorde de vele nieuwsgierigen aan, niets te koopen. Het gevolg was, dat voor ver scheidene artikelen, als stoelen en derge lijke slechts 2 cent tot een kwartje geboden werd Alleen een spiegel bracht 4 op. Het slot van het liedje was, dat de belasting dienst voor den Staat zoo goed als alle ar tikelen opkocht en toen was het bedrag (belasting plus vervolgingskosten) van on geveer 40 nog niet bij elkaar 1 Politie zorgde, dat de executoriale ver koop zonder wanordelijkheden verliep. De „dichters" te Utrecht. De Stichtsche vroedschap heeft zich omgevormd tot een kring van.dichters. Er zou een beslissing moeten vallen over een zeer lyrisch vraagstuk: het vellen van een boom, die hinderlijk zou zijn voor een bewoner in de Bankstraat. Dit ver zoek had de betrokkene, zooals wij reeds eerder meldden, op rijm bij B. en W. in gediend. B. en W. bleken door deze lyri sche ontboezeming van den adressant zóó getroffen, dat zij naar men zich herin nert een praeadvies lieten opstellen, waarin eveneens in bloemrijke taal een afwijzende beslissing werd voorgesteld. Gistermiddag echter heeft de gemeen teraad tot verrassing en verwondering der publieke tribune, deze rijmelarij een uur lang voortgezet. De heer Frijda besteeg als eerste dichter den Olympps tot het voordragen van o.m .onderstaande verzen, aldus de „Tel.", Mijnheer de raadspresident, De dichtkunst van het college is ongekend, Deez' wijs van ajiresseeren is ons naar den zin En uw antwoord kostelijk, van het eind tot het begin. Factor bepalen, nu voortaan op rijm, Dankbaar natuurlijk, ook onze Jan Sijm, En hadde vriend Ploeg met z'n opcenten! gewacht, De arbeidloozen hadden hem zeker een ovatie gebracht! Maar alle gekheid eens op zijde, Waarom adressant langer doen lijden? Immers aan zijn beê wordt toch niet vol daan, Of denken B. en W. rijmelaar, loop naar do maan? Als tweede kunstenaar zong de heer v. d. Veen: Tc Ga met 't advies geheel accoord, 'k Verspilde hier geen enkel woord. Was daartoe thans geen reden? Tk denk dat u wel duidelijk merkt Dat dichfersvuur aanstekelijk werkt. Het kon hier niet vermeden. Ik las in rijm uw letterschrift 'fc Stond voor mijn geest in steen gegrift., Het ging bij mij beklijven. Die boom, waardoor Van Campen klaagt, Die mag niet worden doorgezaagd, Maar moet per-se daar blijven. De heer Lustig vroeg daarop: Mijnheer de president, wat gaan we nu beginnen, Zal poëzie voortaan het proza hier verdringen? Welk stout bestaan, juist nu, wijl alles vraagt om geld, 't Belastingfactorspook ons, vroede zielen, kwelt' Nadat ook hij op rijm zijn meening be treffende het onderwerp ten beste had ge geven, besloot hij ten slotte: Van Alkmaar, is gezegd, kwam eertijds de victorie, Maar dichtkunst in den Raaddat is thans Utrechts glorie. Voor den meester-dichter Smulders was vervolgens de zware taak wegeelegd, al deze lyriek te beantwoorden. Wat hem echter wonderwel afging, getuige slechts deze aanhef: Tk heb hier, en tijdens het debat, Een en ander op 't papier geklad. En, zonder dat ik heb zitten suffen, Zie eeen kans de dichters te overbluffen. Ze hebben thuis, en na gezet studeeren, Hun gedichten voor vrouwlief kunnen declamee'ren He sta er voor, zóó, plompverloren En ben niet als dichter uitverkoren. Eindelijk besloot dr. Fockema 'Andreae met dit slotrefrein: Verlangt nu iemand nog het woord? Zoo neen, gaat ieder met ons voorstel dan accoord? Zoo ja, dan is dit constateer ik thans aldus besloten, En, naar 'k hoop, heeft niemand zich Aan dit lyrisch intermezzo gestooten. ONGELUKKEN. DE AARDBEVING IN GRIEKENLAND. De aardbevingen duren voort. De nood der slachtoffers. De aardbeving, die Korinthe zoo zwaar geteisterd heeft, duurt volgens de laatste berichten nog steeds voort. Zooals meer met aardbevingen het geval is, heeft ook deze tot een verhoogde vulkanische wer king van den bodem geleid. Bij Soessaki, in den omtrek van Korinthe, is volgens de United Press een ernstige vulkanische uitbarsting geschied, die de aardbeving, welke de laatste huizen te Korinthe ver nield heeft, vergezelde. Ook de vulkaan van Missolunghi, ten N. van de golf van Patras is sinds Maandag in werking. De krater schijnt onder het zeeoppervlak verdwenen te zijn, daar er hooge waterzuilen onder sterke ontploffingen in de lucht geslingerd worden. Ook deze uitbarstingen vergezel len een geregeld aanhoudende aardbeving. Gelijk reeds gemeld is bij de jongste aardschokken ook de streek van Lamia, die tob dusver verschoond gebleven was, getroffen. Voorts zijn ook de eilanden Sy- ros (Cyeladen) en Lesbos door de aardbe ving geraakt. De aardbeving heeft van Dinsdag op Woensdagnacht ook Athene getroffen. Om half drie werd een sterke schok gevoeld, die weliswaar geen schade veroorzaakt heeft, maar die de toch reeds angstige be volking tot een overhaaste vlucht uit haar huizen bewoog. Vooral te Piraeus, waar de schokken harder aankwamen dan te Athe ne, heerscht groote vrees en ongerustheid, die nog vermeerderd is, doordat de vloed in de haven meer dan een halven meter bo ven het hoogwatermerk opliep, wat aanlei ding gaf tot een algemeene vlucht uit het havenkwartier, daar men vreesde, dat de stad in de golven zou verzinken. Onder de bevolking te Korinthe wordt groote ellende geleden. De Grieksche fi nanciën, al zijn zij het laatste jaar verbe terd, zijn niet van dien aard, dat de regee ring ruimschoots steun kan bieden. Intus schen heeft do ministeraad Dinsdag al voorloopig 5 miljoen drachmen beschik baar gesteld en doen de ministeries van oorlog, marine en binnenlandsche zaken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5