Letteren en Kunst BINNENLAND. I hebt". S*°e* te Z^en* u er n'ets tegen tweede blad „de leidsche courant" VRIJDAG 6 APRIL 1928 MARIA EN JOHANNES door Sw. Voor mij liggen de reproducties van Toorop's kruiswegstaties. De schilder blijft in de gedachtenis der menschcn en die gedachtenis verdiept zich bij 't herden ken van 't drama op Golgotha, dat zoo dik wijls Toorops teekenstift heeft geïnspi reerd. In litteratuur en beeldende kunst zoekt, men onwillekeurig dezer dagen naai de verbeeldingen van Christus' lijden. Cf neen, men zoekt niet. Want men heeft die verbeeldingen maar voor 't grijpen. Eeuwenlang zijn de besten, de vertegen woordigers der Christelijke menschheid, er door ontroerd geweest en hebben hun eigen visie van het drama gegeven. Hun eigen visie; maar omdat zij geniaal waren, omdat zij het verstonden uitdrukking te geven aan wat in de zielen van duizenden leefde, spraken zij ondanks het persoon lijke, ook tot duizenden. Toorops staties, men weet het, zijn niet realistisch. Zij zijn gevat in strenge lijnen- symboliek. Geen oogenblik heeft do teeke naar er aan gedacht een dramatisch-rea- listische verbeelding te geven. Het was hem te doen om de liturgische idee. Wij bepalen ons tot. de Elfde Statie: Christus wordt aan het kruis genageld. I In het midden het kruis. Aan do flanken twee ladders; op elke ladder een Ro- meinsch soldaat, streng symmetrisch beide in dezelfde houding. Ter weerszijden van de eveneens streng symmetrisch getceken- de Christus-figuur de knielende gedaanten van Maria en Johannes. Het rhythme dei- lijnen van beider gewaad is vrijwel gelijk, fel' is symmetrie in de profielen der aan gezichten. Een kleine nuance, niet in de houding der armen, maar uitsluitend die der handen geeft het verschil dei* aandoe ningen te kennen. Maria bidt tot haar Zoon, Johannes is ontzet van smart. Alles is idee geworden, in de piramidaal rijzen de lijnen. En weldra klonken van het kruis do woorden Vrouw, zie Uw zoon Zoon, zie uw Moeder!" De woorden van den lijden de zijn woorden van liefde, woorden van vereeniging. Zij beiden werden geestelijk nauw ver bonden; de Moeder der Smarten en „de discipel dien Jesus liefhad". De schilder geeft een ideëele verbeelding van het oogenblik. De dichter weidt de ideëele verbeelding uit op andere wijze. We hebben een vers van Boutens, waar in hii beiden laat samenwonen in het huisje te Nazareth en steeds weer leven in dc herdenking van de droevige uren. ET Ik laat dat vers hier volgen: 3 Zij bleven sedert, naar Zijn woord, 3 Als wat van God bijeenbehoort: 5> Een tweedè moeder, een and're zoon iHij, stille derde in hart en woon. 3 En achter 't werk van iedre week Kwam lang en stil de sabbath: 't leek 3 Of weer het middaguur hun bracht 3 De sombre glorie van dien nacht, Die. met zijn purpren rouw omhing Huns Heeren naakte foltering. Weer traden zij zijn wanklen na De steilten op naar Golgotha, En in de rust der kleine kamer Trilden de slagen van den hamer. Dwars door de lage zoldering Stond hoog het hout waar Jezus hing. Dan waren ze één en rijk in 't leed Dat zich in zaligheid vergeet, En zonder dcelen dronk hun pijn Van lijf en bloed de medicijn: Als dauw doordringt der rozenhart, Zoo op hun saamgcbloeide smart Zuchtten zijn lippen de eigen toon: Zie, kind, uw moeder, vrouwe, uw zoon! Maar als de late middagzon Weer in hun oog haar klaarheid won. Dan dwaalden ze in den geest uiteen, En elk bezat den Heer alleen. Zij leende in avondliik gebed 'Aan 't oude huis te Nazareth, i En, na zijn leven, na zijn dood, jf Lag vreedzaam in haar lauwen schoot !Zijn jong gelaat in slaap zoo schoon, Tiaar kind, haar eerstgeboren zoon En ook Johannes' geest was ver: Zijn oogen vonden de avondster Niet hier, maar boven 't. bleekc bed Van 't wijde meer Genezareth. 't Was na den wondervollcn dag Die hem onwillig volgen zag Een nieuwen Meester die hem vond En riep, maar dien hij niet. verstond Vóór, zoetst verwijt, in de avond laat Hij naar zijn jong beschaamd gelaat De klaarheid zijner oogen hief En sprak: Johannes, 'k heb u lief! Zoo laat Boutens beiden hier op bizon- dere wijze in hun eigen herinnering leven, maar van die herinnerig is Hij het. middel punt, die het middelpunt der wereldge schiedenis is geworden. ALBRECHT DÜRER Onder de feesten, welke dit jaar in Duitschland zullen worden gevierd, be hoort ook dat ter herinnering van den 400sten sterfdag van een der grootste Duit- sche kunstenaars, van Albrecht Dürer, die 6 April 1528 te Neurenberg, zijn geboor testad, overleed. Om het werk van Dürer volkomen te begrijpen en te kunnen waardecren, moet men kennen den tijd, waarin hij leefde en werkte, terwijl hij, door zijn werk en vooral door zijn teekeningen, heb leven uit de dagen voor ons heeft genoteerd en bewaard. Evenals Leonardo was Dürer architect en mathematicus. Maar ondanks den invloed der Italia nen voelt men in zijn werk toch dadelijk het Duitsche sentiment., het naturalisme van het Noorden. Zijn figuren zijn anders, zijn kleuren niet van den geweldigen over vloed als die der Italianen. In zijn houtsneden en zijn etsen is hij zich zelf. Hij werkt hier niet op bestel ling, kon daarom de vastheid van zijn wil, zijn ideaal, zijn vaderland zijn „moraal trouw blijven. Hij blijft de zelfstandige kunstenaar, ondanks zijn bezoeken aan Italië, ondanks zijn reis door de Zuidelijke Nederlanden, waar hij de VJaamsche kunst zoo zeer be wonderde. Hij is dichter en schilder. In zijn werk is de dichterlijke vertelling. Hii kan van alles. Al de menschelijke ontroeringen geeft hij met groote meesterschap weer. In een enkele lijn soms komt. een brokje le ven tot uiting. Hij is nauwgezet en dan weer vol fantasie. Nu en dan vroolijk-geestig, dan weer van een diepen ernst-. Doch steeds weer ontdekt men den achtergrond van wat hem heeft ontroerd in het weergeven van het menschelijke en van de natuur. Als teekenaar aanschouwt hij het volks leven met het oog van den kunstenaar. Tel kens weer trekt het schilderachtige hem aan. Wilt ge een voorbeeld? Neem dan „de Doedelzakspeler". Dat is het type van het volk uit. die dagen. Dit grove gelaat-, met. rimpels doorgroefd, met de verwarde baard, de grove, knokige vingers, waarmede de doe delzak wordt vastgehouden, z'n typisch voor het ruwe mcnschcngeslacht uit dien tijd. De landsknecht met het breede, korte zwaard op zij, de tascli van leer aan den buikriem bevestigd, spreekt tot. u als een figuur uit de Middeleeuwen. Goetlie vond „De doedel zakspeler" buitengewoon. Men aanschouwc zijn „naar de markt gaande boeren" en men heeft te constatee- ren, dat hier weer de levende mensch „op hecterdaad" is betrapt. Zijn portretten zijn voornaam, zijn bijbel- sche tafercelen aangrijpend, juist door den grooten eenvoud der voorstelling. Waar ge ook ziet, het zijn menschen uit zijn dagen, die hier woyden afgebeeld. Albrecht. Dürer werd 21 Mei 1471 te Neurenberg geboren als de zoon van een armen goudsmid. Het was nummer drie en vijftien kinderen zouden nog volgen. Zijn vader stamde uit Gyoela in Hongarije. Toen deze veertig jaar was, trouwde hij met de dochter van zijn meester, een Neurenburger meisje. In 1514, even voor den dood van zijn moeder, heeft. Dürer een portret van haar gemaakt. Hier zien we een vrouw met een verschrompeld gelaat-, wezenloos voor zich heen starende. Dürer, die zijn moeder lief had na den dood van zijn vader zorgde hij voor haar en nam haar in zijn huis Zelfportret von Dürer. heeft- zeker niet zonder ontroering die trek ken weergegeven, die spraken van armoede en ontbering. In dit portret van zijn moeder legde hij het menschelijke leed van den ouderdom. Ze was zeer geloovig, zooals zijn vader, die zijn leven lang hard heeft moeten verken om de kost voor de zijnen te ver dienen. De jonge Dürer zou eerst goudsmid wor- den, maar voelde er weinig voor. Hij wilde schilder worden. Zoo heel gemakkelijk ging j dit niet, want papa Dürer wilde er niets i van weten. „Hét was zonde van den tijd", meende hij. Tenslotte kwam de jongen in dc leer bij Michael Wilgemut, die cv een schilderschool op na hield. De leertijd zou drie jaar zijn. ..In dien tijd gaf God mij vlijt, zoodat. ik heel wat loerde", zoo schreef Dürer, doch van de anderen in de werk plaatsen had hij heel wat te verduren. Toen hij 19 jaar oud was, ging hij ervan door, door zijn vader weggestuurd. De redenen worden niet opgegeven en het duurde vier jaar voor hij 't ouderlijk huis weer betrad. Nauwelijks te Neurenberg teruggekeerd gaat hij trouwen met juffrouw 'Agnes Frei. In de kunst van Dürer komt nu een ver andering. De invloed der Italianen laat zich gelden. De Rena; - i^gt de laatste resten van de got1u,Whè kunst op dc vlucht. Nog is hij niet in Italië geweest, maar tee keningen van de Italiaansche meesters heeft hij gezien en hij toekende ze na. Dan trekt hij over de Alpen naar Venetië. Het. geweldige landschap, dc bergen en dalen van Tyrol maken een machtigen indruk op hem. Dan ziet. hij dc Venetiaanscho school en hij merkt den grooten afstand tusschen de kunst, welke hij had geloerd en die van de Italiaansche meesters. Hij blijft de oorspronkelijke kunstenaar. hij was overigens toch te veel Duitscher om een Italiaansch kunstenaar te worden doch hij begint anclers te werken. Zijn eigen kunst, enzijn eigen groot heid openbaart hij in zijn teekeningen en houtsneden. Toen Dürer wilde zeggen, waarvoor de schilderkunst goed is, noemde hij twee din gen: „dat zij dc beeltenis van een mensch na zijn dood bewaart" de eeuwenoude roem van de beeldende kunst en dat zij in staat, is het „lijden des Heeren" steeds weer te geven. Zijn tafreelen van de „Passie" zijn van een ontroerende grootheid. Zijn personen hebben niets van hot senfcimenteele en toch wekken ze een geweldige aandoening. Elke overdrijving is vermeden. De eenvoud van de voorstelling treft. Dürer, die begrijpt, dat nog niet. alles in de houtsnee kan worden weergegeven, wordt etser. En zijn etsen omvatten alles. Heilige en wereldsche dingen. Een jaar daarna gaat hij weer naar Ita lië. Hij voelt zich hier de kunstenaar," die hier wordt vereerd met de liefde van een volk, dat voor ieder kunstenaar waardec- ring heeft en vooral vereering. Met dc Ita liaansche kunstenaars deelt hij die vcr- cering en het wordt hem bang te moede als hij aan zijn vaderland denkt, want in Italië „is hij een heer, terwijl hij thuis een para siet is", zooals hij aan zijn vriend Pirkhei- mer schrijft. Italië's invloed is merkbaar in zijn eerste groot e schilderijen. Hij komt in 1507 naar Neurenberg terug en gaat- weer aan het et sen, want het maken van schilderijen brengt hem niet genoeg geld op. Van 1507 tot 1521 legt hij zich voornamelijk toe op de graveerkunst. In het laatste jaar begint hij een groote reis naar de Zuidelijke Neder landen, waar hij vooral wordt aangetrokken door de gebroeders van Evck, wier altaar stuk te Gent is opgesteld. Teruggekeerd als een ernstig man, begin' hij aan zijn portret-studies, waarvan „dc vier apostelen", thans te Munchcn, wel dc meest bekende zijn. Van zijn paneelen moet zeker genoemd worden: „Aanbidding der wijzen", welk werk zich thans in het Uffizi-museum be vindt. Onder zijn gravures nemen „Sint Joris"', „Hieronymus in de cel" en „de ridder en de dood" een eerste plaats is. Den Gden April 1528 is Dürer, nauwelijks 57 jaar. gestorven. J. S. In Memoriam Christiaan Marie Jansen f In de „N". Haarl. Crt. schrijft de lieer P. J. M. v. Tetering uit Haarlem o.m.: „Noordwijkerhout i - voor hem het begin geweest van het einde.... Daar was, dank zij zijn activiteit, weel een nieuwe afdeeling van onzen Dioccsancn Bond opgericht en nu zou een Vervolg- Propaganda-vcrgadering plaats hebben, na dat „onze Chris' den geheelen dag in de weer was geweest nvt huisbezoek om de Middenstanders te overreden des avonds haar de vergadering te komen. Daar belde hij mij in den laten namid dag uit Noordwijkerhout op of ik er dps avonds zou kunnen komen spreken; want hij gevoelde zich beroerd, hij kon niet meerHoewel ik mijnerzijds, indien Iïet maar eenigszins mogelijk was, hem steeds ten dienste en tor wille was, dien avond kon ik, helaas, niet vrijmaken.... UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 7 April. Hilversu m, 10G0 M. 12.00 Politieberichten. 12.802.00 Lunchmuziek door het Tria non-Trio. 8.50 Italiaansche les. 4.305.15 Frahsehe les. 5.15—6.00 Duitsclie les. 6.00 Uurslag. 6.00—7.15 Concert door het Omrocp-or- kest. 7ol5—7.45 .Tuinbouwprantje (Ned. Tuin- bouwraad), door den heer W. Balk. 7.45 Politieberichten. 10.30 Persberichten. 8.10 VAR A-avond. H U i z e n 340.9 M. (n a fi uur 1950 M.). 12.201.30 K. R. O. Lunclunuziek door het Trio „Winkels". 3.004.00 Kinderuurtje K. R. O. Do da mes Rie Mulder en Janny Leeflang en de hoer Jac. Sucrink. 5.006.00 K. R. O. Dincrmitzick. 6.006.30 K. R. O. Literair halfuurtje. Spr. Herman de Man: Styn St-reuvels „Werkmcnschen" en „De drie Koningen nan de Kust". 6.6307.00 K. R. O. Dinermuziek. 7.007.30 K. R. O. Cursus Hollandsch door D. G. G. v. Ringelestcin. 7.30S.00 K. R. O. Spr. Mr. F. Vorstman uit Haarlem: De inrichting van Onzen •Staat: De Rijksfinanciën (2de deel) en „Rechtspraak" (le deel). 8.00 Opera- en concert-avond. K. R. O. Het Trio del Fino en het K*. R. O.-orkest o. v. M. v. d. Ede. Spr. Dr. J. Teulings uit Haaren. „De list van Pierrot", opcra-eomi- que in 1 bedrijf door het Trio del Fino en het K. R. O.-orkest o. 1. v. M. v. d. Endc. 10.30 Persberichten. Davcntry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. I.202.20 Het Oarlton-Oetet. 3.50 Concert door dc militaire kapel, en solisten. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Het Gershom Parkington Kwintet. 6.50 Nieuwsberichten. 7.10 (Vervolg) Kwintet. 7.20 Muziekpraatje. 7.35 Moderne Franselie pianomuziek. 7.45 Causerie. 8.05 George Robey en „Bits and Pieces". 8.20 Engelsclic opera-comique. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Paascbgebruiken, causerie. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Vaudeville. De dansband en solisten. 10.5012.20 Dansmuziek. „R a d i o-P a r i 1 7 5 0 M. 19.5011.00 Concert. 12.502.10 Klassieke trio's en vocale kwartetten. 4.055.05 Dp Homonyme Jazz. 8.50—11.20 Galnconcert. Langenberg, 469 M. 12.251.50 Orkestconcert. 5.055.50 Concert door R. Grünwals, cï- t hervirtuoos. 5.506.20 Klokkengelui (Dom in Keulen). 7.208.20 „Stemmen der tijd" (4). „Sport" voordracht en declamatie. 8.20 Concert. Wiltoner a capella-koor. K n i g s w n t e r h n u s e n, 1250 M. (Zees c n). II.10f.20 Lezingen. 4.205.20 Orkestconcert.. 5.207.05 Lezingen. 7.25 Her-uitzending van München. „Os- tern", van Strindberg. 8.5511.20 Symphonieconcert uit Mün chen. Hamburg, 395 M. 4.20 Baeh-concert in de St. George-kerlc. 5.20 Vroolijk concert. 7.20 „Lucifer", gedicht, van K. Wagenfeld. 10.0511.20 Het Ralhje-kwartet. Brussel, 50.DM. 5.-206.20 Dansmuziek. 8.3510.35 Galaconcert. FEUILLETON. i HET HUIS OM DENHOEK Uit het Engelsch van: Louis Tracy. (Nadruk verboden). 33) Ziezoo, mijnheer Walker, zei hij kort, I wees nu zoogoed, mij nauwkeurig te j| vertellen wat er vanmiddag in Elmdale I voorviel. Ongelukkig genoeg had de heer Dobb c\en bezoeker met het pijnlijke zitvlak een j eikenhouten stoel aangeboden met vrij 1 harde zitting. t Als U het goedvindt, mijnheer, ik I denkehik clenk dat ik beter kan I beginnen over den morgen. I Wat scheelt er aan? Is die stoel niet» gemakkelijk? E Mijnheer Dobb was lid van de Jury in V - "ttonby; had een hekel aan zenuwach- I jige getuigen en Walker was blijkbaar I heel slccht op zijn gemak. I Om u de waarheid te zeggen, raijn- jeer, het doet me een beetje pijn om op I k'atuurlijk, neem dezen gemakkelijken I stoel- at gebeurde er 's morgens, wat u 1 wit 'k Weten moefc? 1 VI- 1 Mas c*00r ^en hai"dep stool pijn- 1 ij' herinnerd aan Armathwaite, maar hij I /,°rS ervoor zijn venijnige tong in be- 1 dwang te houden. Hij vertelde de omstandigheden, waar onder Armathwaite, een volslagen vreem deling, zooals hij zelf had gezegd, de Gran ge had gehuurd en beschreef het vreemde gedrag van de familie Jackson. Hij was angstvallig nauwgezet in zijn verhaal wat betreft de aanleiding tot en zijn bezoek zelf op dien dag, maar deed het voorko men, alsof er een vechtpartij had plaats gehad tusschen hem en Armahtwaite. Mijnheer Dobb luisterde zwijgend. Aan het slot keek hij zijn verteller met een eigenaardig doordringenden blik aan. O, ronduit gezegd, veronderstel ik dus, dat deze man, Armathwaite, u vierkant de deur uitsmeet. Neen, mijnheer. Dat nu juist niet. Maar ik kon niet vechten in tegenwoordig heid van miss Meg. Misschien is er een verklaring moge lijk, die nieuw voor u zal zijn, zei de nota ris. U weet zeker niet dat mevrouw Gart tegenwoordig mevrouw Ogilve.v heet? Allemachtig! riep Walker, terwijl hij zichzelf bijna vergat, dat is de naam, die Tom Bland probeerde te noemen, maar hij kon er niet goed utikomen. Waarschijnlijk. Maar ziet U niet, welk verband er kan zijn tusschen dit feit en wat er vandaag gebeurd is? Mevrouw Garth schijnt korten tijd na zijn dood her trouwd te zijn en miss Meg kan in de ver onderstelling zijn geweest, dat U haar wilde hoonen en kweller», door te zinspelen op een vroegere tragedie. Dc aanwezig heid van die mijnheer Armathwaite, die hier volkomen onbekend is, versterkt mij in mijn voorstelling van de feiten. Hij kan wel door het tweede huwelijk een neef zijn. Het is heel begrijpelijk dat mevrouw Ogilvey. zooals mevrouw Garth nu heet, niet w ilde, dat de familie uit haar tweede huwelijk te weten kwam hoe haar eerste echtgenoot stierf. Het feit, dat mr. Ar mathwaite de Grange heeft gehuurd, kan heel goed een toevalligheid zijn. Is het niet mogelijk, mijnheer, dat U een ernstige flater beging, door U zelf aan miss Gart.li op te dringen en met geweld eert onaan gename herinnering op te halen? Walker's roodc gezicht- verbleekte. Daar heb ik geen oogenblik aan gedacht stotterde hij. Ilct dunkt mij een zeer steekhouden de theorie, eindigde Dobb, terwijl hij op stond, waarmee hij te kennen gaf dat. hij het gesprek als afgeloopen beschouwde. U overrompelde me bijna, toen u mr vanmiddag uit mijn bureau riep. maar in dien tusehentijcl heb ik eens kalm over do zaak nagedacht en kwam tot dc conclusie, dat u zich in Elmdale, wat men zoo noemt, met een doodc rnusch heeft blij gemaakt. Walker stond ook op. Hij realiseerde, zich. dat hij met een kluitje in het riet werd gestuurd en voelde zich diep ge krenkt Terw ijl hij met zijn gebalde vuist op ta fel sloeg, riep hij hartstochtelijk uit: Wacht u maar! U zult met een paar dagen wel zien, mijnheer Dobb,* wie zich hier ver gist. Wanneer ik ongelijk heb, zal ik zoete broodjes bakken, maar nu zal ik het zeker niet doen, dank u! Ik kwam bij U met de beste bedoelingen voor alle partijen Windt u zich niet op, als 't u blieft, zei de notaris met koude waardigheid. Hoe kunt U goede bedoelingen hebben als U vroegere narigheden oprakelt en laster praatjes rondstrooit? U heeft mijn bedoeling heelemaal niet begrepen, mijnheer Dobb, protesteer de Walker. Ik dacht dat U, als vriend van dc familie Garth, miss Meg een klei nen wenk kon geven niet over haar over leden vader te spreken, alsof hij hier met den volgenden trein zal arrivceren. dat is alles. Dat is niet alles. Als dat zoo was, zou uw gedrag begrijpelijk zijn, ja, zelfs prij zenswaardig. Wat U echter hebt laten doorschemeren, komt hierop neer, dat. mr. Stephen Garth leeft en dat er een onbe kende persoon op liet kerkhof in Bellerby ligt begraven. Aldus in het nauw gedreven, raakte Walker heelemaal van streek. Ik ben natuurlijk niet in staat met u te redetwisten, mijnheer, zei hij. En ik ben niet van plan het met U te doen, klonk hot hooghartig terug. Op dat oogenblik kwam het dienstmeisje bin nen met een telegram. Excusseert U me een oogenblik, zei mr. Dobb, tenzij U wilt weggaan, voeg de hij er langzaam en veelbeteekenend aan toe. Walker beet zich op de lippen, maar hield zich in omdat het meisje in do ka mer was. Ik kan nog wel een paar minuten wachten, zei hij bedaard. Dobb opende het. telegram en las het en liet was duidelijk te zien, dat de in houd hem niet. slechts ve.rbaasde, maar ook deed ontstellen. Het telegram luiddel Heb reden aan te nemen dat heer onder den naam Robert Ar mathwaite in of nabij Nuttonby verblijf houdt. Informeer voorzich tig en telegrafeer resultaat. SIGMATIC. „Sigmatic" was het ode adres van een afdceling van het Ministerie voor Indië, waar dc oudste zoon van mijnheer Dobb een verantwoordelijke positie bekleedde. Die woorden „onder den naam van"' wa ren nogal dubbelzinnig! Bovendien het feit dat een regeeringsdepartement be lang in dien man stelde, en dat geen gif bruik werd gemaakt van de gewone iiB lichting.sdicnst, gaf te denken! In ieder geval zon hij niet onverstandig zijn, James Walker al te nonchalant te behandelen. Ik zal dit telegram dadelijk beant woorden, als de jongen er nog is, zei hij vriendelijk. Als U niet al te veel haai t heeft, mijnheer Walker, gaat U dan weer zitten. Ik zal een karaf sherry laten bren gen en wat eigaretten. Bedient U zich zelf ondertusschen, wilt U? Hij ging dn kamer uit. James Walker grijnsde en stak zijn handen ia zijn broek zakken. Dat telegram heelt de oude Dobb een toontje lager doen zingen. Ik zou wel eens willen weten wat er in staat. Ik verwed er mijn hoofd onder dat het ove. de Garths gaat. Hou je taai, Jimmy jn bent aan de winnende band jongen! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5