Letteren en Kunst
BINNENLAND.
I hebt". S*°e* te Z^en* u er n'ets tegen
tweede blad
„de leidsche courant"
VRIJDAG 6 APRIL 1928
MARIA EN JOHANNES
door Sw.
Voor mij liggen de reproducties van
Toorop's kruiswegstaties. De schilder
blijft in de gedachtenis der menschcn en
die gedachtenis verdiept zich bij 't herden
ken van 't drama op Golgotha, dat zoo dik
wijls Toorops teekenstift heeft geïnspi
reerd. In litteratuur en beeldende kunst
zoekt, men onwillekeurig dezer dagen naai
de verbeeldingen van Christus' lijden. Cf
neen, men zoekt niet. Want men heeft
die verbeeldingen maar voor 't grijpen.
Eeuwenlang zijn de besten, de vertegen
woordigers der Christelijke menschheid,
er door ontroerd geweest en hebben hun
eigen visie van het drama gegeven. Hun
eigen visie; maar omdat zij geniaal waren,
omdat zij het verstonden uitdrukking te
geven aan wat in de zielen van duizenden
leefde, spraken zij ondanks het persoon
lijke, ook tot duizenden.
Toorops staties, men weet het, zijn niet
realistisch. Zij zijn gevat in strenge lijnen-
symboliek. Geen oogenblik heeft do teeke
naar er aan gedacht een dramatisch-rea-
listische verbeelding te geven. Het was
hem te doen om de liturgische idee.
Wij bepalen ons tot. de Elfde Statie:
Christus wordt aan het kruis genageld.
I In het midden het kruis. Aan do flanken
twee ladders; op elke ladder een Ro-
meinsch soldaat, streng symmetrisch beide
in dezelfde houding. Ter weerszijden van
de eveneens streng symmetrisch getceken-
de Christus-figuur de knielende gedaanten
van Maria en Johannes. Het rhythme dei-
lijnen van beider gewaad is vrijwel gelijk,
fel' is symmetrie in de profielen der aan
gezichten. Een kleine nuance, niet in de
houding der armen, maar uitsluitend die
der handen geeft het verschil dei* aandoe
ningen te kennen. Maria bidt tot haar
Zoon, Johannes is ontzet van smart. Alles
is idee geworden, in de piramidaal rijzen
de lijnen.
En weldra klonken van het kruis do
woorden Vrouw, zie Uw zoon Zoon, zie
uw Moeder!" De woorden van den lijden
de zijn woorden van liefde, woorden van
vereeniging.
Zij beiden werden geestelijk nauw ver
bonden; de Moeder der Smarten en „de
discipel dien Jesus liefhad".
De schilder geeft een ideëele verbeelding
van het oogenblik.
De dichter weidt de ideëele verbeelding
uit op andere wijze.
We hebben een vers van Boutens, waar
in hii beiden laat samenwonen in het huisje
te Nazareth en steeds weer leven in dc
herdenking van de droevige uren.
ET Ik laat dat vers hier volgen:
3 Zij bleven sedert, naar Zijn woord,
3 Als wat van God bijeenbehoort:
5> Een tweedè moeder, een and're zoon
iHij, stille derde in hart en woon.
3 En achter 't werk van iedre week
Kwam lang en stil de sabbath: 't leek
3 Of weer het middaguur hun bracht
3 De sombre glorie van dien nacht,
Die. met zijn purpren rouw omhing
Huns Heeren naakte foltering.
Weer traden zij zijn wanklen na
De steilten op naar Golgotha,
En in de rust der kleine kamer
Trilden de slagen van den hamer.
Dwars door de lage zoldering
Stond hoog het hout waar Jezus hing.
Dan waren ze één en rijk in 't leed
Dat zich in zaligheid vergeet,
En zonder dcelen dronk hun pijn
Van lijf en bloed de medicijn:
Als dauw doordringt der rozenhart,
Zoo op hun saamgcbloeide smart
Zuchtten zijn lippen de eigen toon:
Zie, kind, uw moeder, vrouwe, uw zoon!
Maar als de late middagzon
Weer in hun oog haar klaarheid won.
Dan dwaalden ze in den geest uiteen,
En elk bezat den Heer alleen.
Zij leende in avondliik gebed
'Aan 't oude huis te Nazareth,
i En, na zijn leven, na zijn dood,
jf Lag vreedzaam in haar lauwen schoot
!Zijn jong gelaat in slaap zoo schoon,
Tiaar kind, haar eerstgeboren zoon
En ook Johannes' geest was ver:
Zijn oogen vonden de avondster
Niet hier, maar boven 't. bleekc bed
Van 't wijde meer Genezareth.
't Was na den wondervollcn dag
Die hem onwillig volgen zag
Een nieuwen Meester die hem vond
En riep, maar dien hij niet. verstond
Vóór, zoetst verwijt, in de avond laat
Hij naar zijn jong beschaamd gelaat
De klaarheid zijner oogen hief
En sprak: Johannes, 'k heb u lief!
Zoo laat Boutens beiden hier op bizon-
dere wijze in hun eigen herinnering leven,
maar van die herinnerig is Hij het. middel
punt, die het middelpunt der wereldge
schiedenis is geworden.
ALBRECHT DÜRER
Onder de feesten, welke dit jaar in
Duitschland zullen worden gevierd, be
hoort ook dat ter herinnering van den
400sten sterfdag van een der grootste Duit-
sche kunstenaars, van Albrecht Dürer, die
6 April 1528 te Neurenberg, zijn geboor
testad, overleed.
Om het werk van Dürer volkomen te
begrijpen en te kunnen waardecren, moet
men kennen den tijd, waarin hij leefde en
werkte, terwijl hij, door zijn werk en
vooral door zijn teekeningen, heb leven
uit de dagen voor ons heeft genoteerd en
bewaard.
Evenals Leonardo was Dürer architect
en mathematicus.
Maar ondanks den invloed der Italia
nen voelt men in zijn werk toch dadelijk
het Duitsche sentiment., het naturalisme
van het Noorden. Zijn figuren zijn anders,
zijn kleuren niet van den geweldigen over
vloed als die der Italianen.
In zijn houtsneden en zijn etsen is hij
zich zelf. Hij werkt hier niet op bestel
ling, kon daarom de vastheid van zijn wil,
zijn ideaal, zijn vaderland zijn „moraal
trouw blijven.
Hij blijft de zelfstandige kunstenaar,
ondanks zijn bezoeken aan Italië, ondanks
zijn reis door de Zuidelijke Nederlanden,
waar hij de VJaamsche kunst zoo zeer be
wonderde.
Hij is dichter en schilder. In zijn werk
is de dichterlijke vertelling. Hii kan van
alles. Al de menschelijke ontroeringen
geeft hij met groote meesterschap weer.
In een enkele lijn soms komt. een brokje le
ven tot uiting. Hij is nauwgezet en dan weer
vol fantasie. Nu en dan vroolijk-geestig, dan
weer van een diepen ernst-. Doch steeds
weer ontdekt men den achtergrond van wat
hem heeft ontroerd in het weergeven van
het menschelijke en van de natuur.
Als teekenaar aanschouwt hij het volks
leven met het oog van den kunstenaar. Tel
kens weer trekt het schilderachtige hem
aan. Wilt ge een voorbeeld? Neem dan „de
Doedelzakspeler". Dat is het type van het
volk uit. die dagen. Dit grove gelaat-, met.
rimpels doorgroefd, met de verwarde baard,
de grove, knokige vingers, waarmede de doe
delzak wordt vastgehouden, z'n typisch voor
het ruwe mcnschcngeslacht uit dien tijd. De
landsknecht met het breede, korte zwaard
op zij, de tascli van leer aan den buikriem
bevestigd, spreekt tot. u als een figuur uit
de Middeleeuwen. Goetlie vond „De doedel
zakspeler" buitengewoon.
Men aanschouwc zijn „naar de markt
gaande boeren" en men heeft te constatee-
ren, dat hier weer de levende mensch „op
hecterdaad" is betrapt.
Zijn portretten zijn voornaam, zijn bijbel-
sche tafercelen aangrijpend, juist door den
grooten eenvoud der voorstelling. Waar ge
ook ziet, het zijn menschen uit zijn dagen,
die hier woyden afgebeeld.
Albrecht. Dürer werd 21 Mei 1471 te
Neurenberg geboren als de zoon van een
armen goudsmid. Het was nummer drie en
vijftien kinderen zouden nog volgen. Zijn
vader stamde uit Gyoela in Hongarije. Toen
deze veertig jaar was, trouwde hij met de
dochter van zijn meester, een Neurenburger
meisje. In 1514, even voor den dood van zijn
moeder, heeft. Dürer een portret van haar
gemaakt. Hier zien we een vrouw met een
verschrompeld gelaat-, wezenloos voor zich
heen starende. Dürer, die zijn moeder lief
had na den dood van zijn vader zorgde
hij voor haar en nam haar in zijn huis
Zelfportret von Dürer.
heeft- zeker niet zonder ontroering die trek
ken weergegeven, die spraken van armoede
en ontbering. In dit portret van zijn moeder
legde hij het menschelijke leed van den
ouderdom. Ze was zeer geloovig, zooals zijn
vader, die zijn leven lang hard heeft moeten
verken om de kost voor de zijnen te ver
dienen.
De jonge Dürer zou eerst goudsmid wor-
den, maar voelde er weinig voor. Hij wilde
schilder worden. Zoo heel gemakkelijk ging
j dit niet, want papa Dürer wilde er niets
i van weten. „Hét was zonde van den tijd",
meende hij. Tenslotte kwam de jongen in
dc leer bij Michael Wilgemut, die cv een
schilderschool op na hield. De leertijd zou
drie jaar zijn. ..In dien tijd gaf God mij
vlijt, zoodat. ik heel wat loerde", zoo schreef
Dürer, doch van de anderen in de werk
plaatsen had hij heel wat te verduren. Toen
hij 19 jaar oud was, ging hij ervan door,
door zijn vader weggestuurd. De redenen
worden niet opgegeven en het duurde vier
jaar voor hij 't ouderlijk huis weer betrad.
Nauwelijks te Neurenberg teruggekeerd
gaat hij trouwen met juffrouw 'Agnes Frei.
In de kunst van Dürer komt nu een ver
andering. De invloed der Italianen laat zich
gelden. De Rena; - i^gt de laatste
resten van de got1u,Whè kunst op dc vlucht.
Nog is hij niet in Italië geweest, maar tee
keningen van de Italiaansche meesters
heeft hij gezien en hij toekende ze na. Dan
trekt hij over de Alpen naar Venetië. Het.
geweldige landschap, dc bergen en dalen
van Tyrol maken een machtigen indruk op
hem. Dan ziet. hij dc Venetiaanscho school
en hij merkt den grooten afstand tusschen
de kunst, welke hij had geloerd en die van
de Italiaansche meesters.
Hij blijft de oorspronkelijke kunstenaar.
hij was overigens toch te veel Duitscher
om een Italiaansch kunstenaar te worden
doch hij begint anclers te werken.
Zijn eigen kunst, enzijn eigen groot
heid openbaart hij in zijn teekeningen en
houtsneden.
Toen Dürer wilde zeggen, waarvoor de
schilderkunst goed is, noemde hij twee din
gen: „dat zij dc beeltenis van een mensch
na zijn dood bewaart" de eeuwenoude
roem van de beeldende kunst en dat zij
in staat, is het „lijden des Heeren" steeds
weer te geven.
Zijn tafreelen van de „Passie" zijn van
een ontroerende grootheid. Zijn personen
hebben niets van hot senfcimenteele en toch
wekken ze een geweldige aandoening. Elke
overdrijving is vermeden. De eenvoud van
de voorstelling treft.
Dürer, die begrijpt, dat nog niet. alles
in de houtsnee kan worden weergegeven,
wordt etser. En zijn etsen omvatten alles.
Heilige en wereldsche dingen.
Een jaar daarna gaat hij weer naar Ita
lië. Hij voelt zich hier de kunstenaar," die
hier wordt vereerd met de liefde van een
volk, dat voor ieder kunstenaar waardec-
ring heeft en vooral vereering. Met dc Ita
liaansche kunstenaars deelt hij die vcr-
cering en het wordt hem bang te moede als
hij aan zijn vaderland denkt, want in Italië
„is hij een heer, terwijl hij thuis een para
siet is", zooals hij aan zijn vriend Pirkhei-
mer schrijft.
Italië's invloed is merkbaar in zijn eerste
groot e schilderijen. Hij komt in 1507 naar
Neurenberg terug en gaat- weer aan het et
sen, want het maken van schilderijen brengt
hem niet genoeg geld op. Van 1507 tot
1521 legt hij zich voornamelijk toe op de
graveerkunst. In het laatste jaar begint hij
een groote reis naar de Zuidelijke Neder
landen, waar hij vooral wordt aangetrokken
door de gebroeders van Evck, wier altaar
stuk te Gent is opgesteld.
Teruggekeerd als een ernstig man, begin'
hij aan zijn portret-studies, waarvan „dc
vier apostelen", thans te Munchcn, wel dc
meest bekende zijn.
Van zijn paneelen moet zeker genoemd
worden: „Aanbidding der wijzen", welk
werk zich thans in het Uffizi-museum be
vindt.
Onder zijn gravures nemen „Sint Joris"',
„Hieronymus in de cel" en „de ridder en de
dood" een eerste plaats is.
Den Gden April 1528 is Dürer, nauwelijks
57 jaar. gestorven.
J. S.
In Memoriam
Christiaan Marie Jansen f
In de „N". Haarl. Crt. schrijft de lieer
P. J. M. v. Tetering uit Haarlem o.m.:
„Noordwijkerhout i - voor hem het begin
geweest van het einde....
Daar was, dank zij zijn activiteit, weel
een nieuwe afdeeling van onzen Dioccsancn
Bond opgericht en nu zou een Vervolg-
Propaganda-vcrgadering plaats hebben, na
dat „onze Chris' den geheelen dag in de
weer was geweest nvt huisbezoek om de
Middenstanders te overreden des avonds
haar de vergadering te komen.
Daar belde hij mij in den laten namid
dag uit Noordwijkerhout op of ik er dps
avonds zou kunnen komen spreken; want
hij gevoelde zich beroerd, hij kon niet
meerHoewel ik mijnerzijds, indien Iïet
maar eenigszins mogelijk was, hem steeds
ten dienste en tor wille was, dien avond
kon ik, helaas, niet vrijmaken....
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Zaterdag 7 April.
Hilversu m, 10G0 M.
12.00 Politieberichten.
12.802.00 Lunchmuziek door het Tria
non-Trio.
8.50 Italiaansche les.
4.305.15 Frahsehe les.
5.15—6.00 Duitsclie les.
6.00 Uurslag.
6.00—7.15 Concert door het Omrocp-or-
kest.
7ol5—7.45 .Tuinbouwprantje (Ned. Tuin-
bouwraad), door den heer W. Balk.
7.45 Politieberichten.
10.30 Persberichten.
8.10 VAR A-avond.
H U i z e n 340.9 M. (n a fi uur 1950 M.).
12.201.30 K. R. O. Lunclunuziek door
het Trio „Winkels".
3.004.00 Kinderuurtje K. R. O. Do da
mes Rie Mulder en Janny Leeflang en de
hoer Jac. Sucrink.
5.006.00 K. R. O. Dincrmitzick.
6.006.30 K. R. O. Literair halfuurtje.
Spr. Herman de Man: Styn St-reuvels
„Werkmcnschen" en „De drie Koningen
nan de Kust".
6.6307.00 K. R. O. Dinermuziek.
7.007.30 K. R. O. Cursus Hollandsch
door D. G. G. v. Ringelestcin.
7.30S.00 K. R. O. Spr. Mr. F. Vorstman
uit Haarlem: De inrichting van Onzen
•Staat: De Rijksfinanciën (2de deel) en
„Rechtspraak" (le deel).
8.00 Opera- en concert-avond. K. R. O.
Het Trio del Fino en het K*. R. O.-orkest o.
v. M. v. d. Ede. Spr. Dr. J. Teulings uit
Haaren. „De list van Pierrot", opcra-eomi-
que in 1 bedrijf door het Trio del Fino en
het K. R. O.-orkest o. 1. v. M. v. d. Endc.
10.30 Persberichten.
Davcntry, 1600 M.
10.35 Kerkdienst.
I.202.20 Het Oarlton-Oetet.
3.50 Concert door dc militaire kapel, en
solisten.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Het Gershom Parkington Kwintet.
6.50 Nieuwsberichten.
7.10 (Vervolg) Kwintet.
7.20 Muziekpraatje.
7.35 Moderne Franselie pianomuziek.
7.45 Causerie.
8.05 George Robey en „Bits and Pieces".
8.20 Engelsclic opera-comique.
9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Paascbgebruiken, causerie.
9.50 Nieuwsberichten.
9.55 Vaudeville. De dansband en solisten.
10.5012.20 Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i 1 7 5 0 M.
19.5011.00 Concert.
12.502.10 Klassieke trio's en vocale
kwartetten.
4.055.05 Dp Homonyme Jazz.
8.50—11.20 Galnconcert.
Langenberg, 469 M.
12.251.50 Orkestconcert.
5.055.50 Concert door R. Grünwals, cï-
t hervirtuoos.
5.506.20 Klokkengelui (Dom in Keulen).
7.208.20 „Stemmen der tijd" (4). „Sport"
voordracht en declamatie.
8.20 Concert. Wiltoner a capella-koor.
K n i g s w n t e r h n u s e n, 1250 M.
(Zees c n).
II.10f.20 Lezingen.
4.205.20 Orkestconcert..
5.207.05 Lezingen.
7.25 Her-uitzending van München. „Os-
tern", van Strindberg.
8.5511.20 Symphonieconcert uit Mün
chen.
Hamburg, 395 M.
4.20 Baeh-concert in de St. George-kerlc.
5.20 Vroolijk concert.
7.20 „Lucifer", gedicht, van K. Wagenfeld.
10.0511.20 Het Ralhje-kwartet.
Brussel, 50.DM.
5.-206.20 Dansmuziek.
8.3510.35 Galaconcert.
FEUILLETON.
i HET HUIS OM DENHOEK
Uit het Engelsch van:
Louis Tracy.
(Nadruk verboden).
33)
Ziezoo, mijnheer Walker, zei hij kort,
I wees nu zoogoed, mij nauwkeurig te
j| vertellen wat er vanmiddag in Elmdale
I voorviel.
Ongelukkig genoeg had de heer Dobb
c\en bezoeker met het pijnlijke zitvlak een
j eikenhouten stoel aangeboden met vrij
1 harde zitting.
t Als U het goedvindt, mijnheer, ik
I denkehik clenk dat ik beter kan
I beginnen over den morgen.
I Wat scheelt er aan? Is die stoel niet»
gemakkelijk?
E Mijnheer Dobb was lid van de Jury in
V - "ttonby; had een hekel aan zenuwach-
I jige getuigen en Walker was blijkbaar
I heel slccht op zijn gemak.
I Om u de waarheid te zeggen, raijn-
jeer, het doet me een beetje pijn om op
I k'atuurlijk, neem dezen gemakkelijken
I stoel- at gebeurde er 's morgens, wat u
1 wit 'k Weten moefc?
1 VI- 1 Mas c*00r ^en hai"dep stool pijn-
1 ij' herinnerd aan Armathwaite, maar hij
I /,°rS ervoor zijn venijnige tong in be-
1 dwang te houden.
Hij vertelde de omstandigheden, waar
onder Armathwaite, een volslagen vreem
deling, zooals hij zelf had gezegd, de Gran
ge had gehuurd en beschreef het vreemde
gedrag van de familie Jackson. Hij was
angstvallig nauwgezet in zijn verhaal wat
betreft de aanleiding tot en zijn bezoek
zelf op dien dag, maar deed het voorko
men, alsof er een vechtpartij had plaats
gehad tusschen hem en Armahtwaite.
Mijnheer Dobb luisterde zwijgend. Aan
het slot keek hij zijn verteller met een
eigenaardig doordringenden blik aan.
O, ronduit gezegd, veronderstel ik dus,
dat deze man, Armathwaite, u vierkant
de deur uitsmeet.
Neen, mijnheer. Dat nu juist niet.
Maar ik kon niet vechten in tegenwoordig
heid van miss Meg.
Misschien is er een verklaring moge
lijk, die nieuw voor u zal zijn, zei de nota
ris. U weet zeker niet dat mevrouw
Gart tegenwoordig mevrouw Ogilve.v heet?
Allemachtig! riep Walker, terwijl hij
zichzelf bijna vergat, dat is de naam,
die Tom Bland probeerde te noemen, maar
hij kon er niet goed utikomen.
Waarschijnlijk. Maar ziet U niet, welk
verband er kan zijn tusschen dit feit en
wat er vandaag gebeurd is? Mevrouw
Garth schijnt korten tijd na zijn dood her
trouwd te zijn en miss Meg kan in de ver
onderstelling zijn geweest, dat U haar
wilde hoonen en kweller», door te zinspelen
op een vroegere tragedie. Dc aanwezig
heid van die mijnheer Armathwaite, die
hier volkomen onbekend is, versterkt mij
in mijn voorstelling van de feiten. Hij kan
wel door het tweede huwelijk een neef
zijn. Het is heel begrijpelijk dat mevrouw
Ogilvey. zooals mevrouw Garth nu heet,
niet w ilde, dat de familie uit haar tweede
huwelijk te weten kwam hoe haar eerste
echtgenoot stierf. Het feit, dat mr. Ar
mathwaite de Grange heeft gehuurd, kan
heel goed een toevalligheid zijn. Is het
niet mogelijk, mijnheer, dat U een ernstige
flater beging, door U zelf aan miss Gart.li
op te dringen en met geweld eert onaan
gename herinnering op te halen?
Walker's roodc gezicht- verbleekte.
Daar heb ik geen oogenblik aan gedacht
stotterde hij.
Ilct dunkt mij een zeer steekhouden
de theorie, eindigde Dobb, terwijl hij op
stond, waarmee hij te kennen gaf dat. hij
het gesprek als afgeloopen beschouwde.
U overrompelde me bijna, toen u mr
vanmiddag uit mijn bureau riep. maar in
dien tusehentijcl heb ik eens kalm over do
zaak nagedacht en kwam tot dc conclusie,
dat u zich in Elmdale, wat men zoo noemt,
met een doodc rnusch heeft blij gemaakt.
Walker stond ook op. Hij realiseerde,
zich. dat hij met een kluitje in het riet
werd gestuurd en voelde zich diep ge
krenkt
Terw ijl hij met zijn gebalde vuist op ta
fel sloeg, riep hij hartstochtelijk uit:
Wacht u maar! U zult met een paar dagen
wel zien, mijnheer Dobb,* wie zich hier ver
gist. Wanneer ik ongelijk heb, zal ik zoete
broodjes bakken, maar nu zal ik het zeker
niet doen, dank u! Ik kwam bij U met de
beste bedoelingen voor alle partijen
Windt u zich niet op, als 't u blieft,
zei de notaris met koude waardigheid.
Hoe kunt U goede bedoelingen hebben als
U vroegere narigheden oprakelt en laster
praatjes rondstrooit?
U heeft mijn bedoeling heelemaal
niet begrepen, mijnheer Dobb, protesteer
de Walker. Ik dacht dat U, als vriend
van dc familie Garth, miss Meg een klei
nen wenk kon geven niet over haar over
leden vader te spreken, alsof hij hier met
den volgenden trein zal arrivceren.
dat is alles.
Dat is niet alles. Als dat zoo was, zou
uw gedrag begrijpelijk zijn, ja, zelfs prij
zenswaardig. Wat U echter hebt laten
doorschemeren, komt hierop neer, dat. mr.
Stephen Garth leeft en dat er een onbe
kende persoon op liet kerkhof in Bellerby
ligt begraven.
Aldus in het nauw gedreven, raakte
Walker heelemaal van streek.
Ik ben natuurlijk niet in staat
met u te redetwisten, mijnheer, zei hij.
En ik ben niet van plan het met U
te doen, klonk hot hooghartig terug. Op
dat oogenblik kwam het dienstmeisje bin
nen met een telegram.
Excusseert U me een oogenblik, zei
mr. Dobb, tenzij U wilt weggaan, voeg
de hij er langzaam en veelbeteekenend
aan toe.
Walker beet zich op de lippen, maar
hield zich in omdat het meisje in do ka
mer was.
Ik kan nog wel een paar minuten
wachten, zei hij bedaard.
Dobb opende het. telegram en las het
en liet was duidelijk te zien, dat de in
houd hem niet. slechts ve.rbaasde, maar
ook deed ontstellen.
Het telegram luiddel
Heb reden aan te nemen dat
heer onder den naam Robert Ar
mathwaite in of nabij Nuttonby
verblijf houdt. Informeer voorzich
tig en telegrafeer resultaat.
SIGMATIC.
„Sigmatic" was het ode adres van een
afdceling van het Ministerie voor Indië,
waar dc oudste zoon van mijnheer Dobb
een verantwoordelijke positie bekleedde.
Die woorden „onder den naam van"' wa
ren nogal dubbelzinnig! Bovendien het
feit dat een regeeringsdepartement be
lang in dien man stelde, en dat geen gif
bruik werd gemaakt van de gewone iiB
lichting.sdicnst, gaf te denken!
In ieder geval zon hij niet onverstandig
zijn, James Walker al te nonchalant te
behandelen.
Ik zal dit telegram dadelijk beant
woorden, als de jongen er nog is, zei hij
vriendelijk. Als U niet al te veel haai t
heeft, mijnheer Walker, gaat U dan weer
zitten. Ik zal een karaf sherry laten bren
gen en wat eigaretten. Bedient U zich
zelf ondertusschen, wilt U?
Hij ging dn kamer uit. James Walker
grijnsde en stak zijn handen ia zijn broek
zakken.
Dat telegram heelt de oude Dobb
een toontje lager doen zingen. Ik zou wel
eens willen weten wat er in staat. Ik
verwed er mijn hoofd onder dat het ove.
de Garths gaat. Hou je taai, Jimmy jn
bent aan de winnende band jongen!
(Wordt vervolgd).