Rl Oratoriumvereeniyino vroomUT dreesmann .Die Matthaus-Passion" Baby als wijsgeer ZONDAG I APRSL Voor do a.s. Communiefeesten Rozenkransen, Kerkboekjes, CommuRielijsijes en Beeldjes HOLLAND-AMERIKA LIJN. DINTELDIJK arr. 38 Maart Rott. te Seattle. MAASDAM, New Orleans n. Bott. pass. 29 Maart Ouessant- NOORDEBDIJK, Rotterd. n. Vancou ver, arr. 28 Maart te San Francisco. HOLLAND-BRITSCH-INDIE LIJN. HOOGKERK arr. 29 Maart v. Rott. te Hemburg. KIELDRECHT (uitr.) vertr. 29 Maart v. Suez. SOMMELSDIJK (thuisr.) vertr. 28 Maart v. Oran. VEENDIJK vertr. 28 Maart v. Rott. n. Hamburg. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. VLIELAND arr. 29 Maart v. Hamburg te Amsterdam. ROTTERDAMSCHE LLOYD. BUITENZORG (uitr.) vertr. 29 Maart v. ÏNSULINDE (thuisr,) pass. 28 Maart Perim. KOTA (uitr.) vertr. 28 Maart v. Genua. TJERIMAI (thuisr.) 29 Maart Ouessant gep.werd 30 Maart's midd. 12 u. te Rot terd. verwacht. ROTTERDAM-ZUID AMERIKA LIJN. ALCYONE (uitr.) 28 Maart Finisterre gep. ALDABI (uitr.) arr, 28 Maart te Buenos Ayres. ALGORAB (thuisr.) vertr. 28 Maart v. Victoria. DE DROOM. Somber-trieste herfstdag. De storm huil de en tierde rond tusschen de huizen. Door het venster van een dier huizen dringt een flauwe lichtschijn, die bij de snel invallende duisternis 'n roodachtigen gloed werpt op den natten straatweg. Onverstoorbaar kalm en onuitspreke lijk schoon ligt in die kamer een knaapje op de doodsbaar, zoo vreedzaam, alsof nog weer een ademtocht den vollen jongen boezem zal doen zwellen en de doorzichti ge neusvleugels doen trillen. De lange, dichte wimpers schijnen opgelicht te wor den en de schaduw op de wangen te ver- grooten. Maar neen, zij bewegen niet meer. Niets beweegt zich meer. Weer doet de storm het kleine huisje trillen en zingt een lied der wanhoop voor de moeder, die roerloos bij het bed knielt, de handen gevouwen, de oogen onafge wend op het. lijkje gevestigd. Ach, dat hij heenging Schreien kan zij niet. De lippen zijn vast op elkaar geperst, alsof zij zich nooit meer zullen openen tot spreken, alsof de diep ste smart haar werk heeft volbracht en wat vroeger leefde heeft doen stollen tot ijs. Neen, zij kon niet schreien. Daarvoor is haar smart te groot. Waarlijk, God be proeft haar wel zwaar Haar man is reeds zes jaar dood. Hij heeft haar een knaapje, frisch en krachtig heel zijn evenbeeld, achtergelaten. Dit kindeke heeft zij verzorgd en vertroeteld, zooals 'n moeder alleen dat kan. Zij wilde het opvoeden ter eere Gods, opdat een degelijk man er uit groeien zou, zoo dege lijk en braaf als zijn vader geweest was. God had het anders gewild. Heden knielt zij aan het doodsbed van den eenige, die haar trouw gebleven is in dit leven.... Ach 't Was of de smart in haar brak en heete tranen rolden over haar wangen. Zij snikte zeer heftig, niet wild, maar stil, heel stil, traan voor traan uitweenend, 'n we reld van overgroote stomme smart. Dat hij ook heenging en haar alleen liet in dit koude harde leven! En heel haar heftig opbruisend gemoed komt in opstand tegen Hem, die haar dat lijden overzond. Waaraan zij dit alles ver diende. Mocht zij dan iet aanspraak maken op een klein weinig geluk? En wie had zij nog, nu hij haar ontnomen was, haar eenige jongen, haar Frans? Was God tegonover haar niet onrechtvaardig? Heftige strijd woelde in die moeder. En telkens en telkens weer moest zij kijken naar het doodsbedje, met den kleinen lie ven doode, die nog scheen te glimlachen. Aan de hoekpunten brandden kaarsen, wier vlammen bogen en flikkerden in den binnendringenden wind, alsof ze zich kromden onder groote felle smart. De moedor keek en dieper woelde de smart in haar. Zij kon niet bidden. Eindelijk stond zij op en begaf zich te rusten, 'n Buurman zou bij den kleine wa ken. De slaap ontfermde zich over de zwaar beproefde moeder. Toen zond God haar een droom over. Zij was oud geworden. Haar haar was sneeuwwit. Voor haar stond haar zoon, haar eenige Frans, opgegroeid tot een sterke jongeling. Maar zijn trekken waren verhard en in zijn oogen woedde een on rustig vuur. Moeder, moeder, o, was ik nooit ge boren Maar mijn jongen, riep zij smartvol uit, wat is er toch? Wat ziet ge er uit? Wat is u overkomen? Mij, niets, antwoordde Frans gedach teloos. Maar na een tijdje wierp hij zich han denwringend aan hare voeten. Moeder, kunt u mij vergeven? Maar kind, wat zou ik u vergeven? En dan schreeuwde hij met ruwe angst- stem: Ziet u dan niet dat er bloed aan m'n handen kleeft? Verslagen heb ik hem, vermoord. Vermoord daar, daar hij wierp een zak geld van zich, die rinke lend op den vloer viel. Ontslagen, als sinds 'n maand, zon der werk, zonder middelen hoe zou ik u en mij van het noodige kunnen voorzien 1 Ach, had ik slechts den moed gehad het u te zeggenAls we maar eenmaal uit deze ellende waren. Iets beginnen, zelf verdie nen, rijk worden ja die rijken ver vloekt. Hel en duivel, daar daar Koortsgloed lichte in zijn oogen. Zijn handen krampten tot vuisten. Moeder Moeder Zij had zich hoog opgericht. Haar lip pen beefden slechts een woord stiet zij uit. Weg! En nu jaagt u me weg, nu? Wie is dan de schuld van al mijn ellende? klonk het haar, als de stem van haar geweten tegen. Wie heeft voor mijn verkeerde jon gensstreken de oogen gesloten: de luiheid in me gekweekt? Wie heeft ieder van mijn verlangens en wenschen vervuld? Vloek u zelfVloek vooral uw dwaze lief de wat uit mij geworden is, heeft u zelf van mij gemaakt. De moeder zag zich verplaatst in een groote zaal. Om haar heen veel menschen, fluisterend. Haar veel beteekenend aan ziend. Voor haar, achter 'n lange tafel, mannen in zwart gewaad, met witten bqf. Links, op zij, op 'n bank in elkaar gedo ken, een arme zondaar haar Frans. De "mannen in het zwart stonden op, ontblootten de hoofden. Een van hen, 'n eerbiedwaardige gestalte, las iets voor. 't Was het oordeel. Het luidde: den dood door het zwaard. Zij ontwaakte. Gelukkig maar gedroomd Maar wat was dat voor een droom? Zij veegde zich het angst wzeet van het voorhoofd. O, Frans, mijn jongen, mijn kind Zij sprong op. Haar blik viel op het kruisbeeld aan den wand. Zij knielde neer. Nu ja nu viel haar het begin weer in: „Onze Vader, Die in do hemelen zijt. Uw wil geschiede op aarde, als in den he mel Weer knielde de moeder voor 't doods bedje. En weer hield ze de handen ge vouwen en de oogen onafgebroken gericht op dat lieve gezichtje. Voor haar brand den twee kaarsen, klaar en vriendelijk. Zij schreide niet, zij klaagde niet, zij bad En dan vervalt zij in stille berusting. On- willekuerig sloten zich haar oogen Toen was het haar, alsof de hertel zich opende. Een helle lichtschijn straalde haar tegen, waaraan haar oogen zich eerst gewennen moesten. En dan ziet zij de Moeder Gods op een gouden majestueuzen troon, 't Jezus- kindje op den arm. Om Haar heen veel lichtende gestalten met gelukstralende oogen. Daar komen van terzijde vele klei ne Engeltjes. Zij zingen lieflijke liederen. Eenigen dragen leliën in de hand. En in haar midden welk heerlijk beeld Daar zag zij haar Frans, haar lieve kleine har telijke jongen. Hij trad voor den troon der Madonna, steeg de trappen op en gaf dc Moeder Gods zijn lelie. Maria echter breid de haar mantel uit en trok het kind liefde vol naar zich toe. Zij stond op. Dc Moeder Gods had haar liefderijk toegeknikt en zij had van Haar half geopende lippen 'n belofte van zalig heid gelezen. Stille glimlach verklaarde haar trekken. Met vrede in het hart nam die moeder afscheid van haar kind en het doodsbedje verlatend bad zij luid: „Uw wil geschiede op aarde als in den hemel." ANNY BERKVENS-HULSMANS Averbode's Weekbl. HL ANECDOTEN Automatisch. Amsterdammer: Als je bij ons met een steen door de ruiten van een politie bureau gooit, komt er een agent naar bui ten Hagenaar: Bij ons is 't juist anders om, als je bij ons in de hotels den kellner door de ruiten paar buiten gooit, komt er een agent binnen'. A.rt§Stvallig. Een echtpaar wandelt door een dicht bosch. Voor 'n paar honderd jaar huisde hier een gevaarlijke rooversbende, merkte de man aan. Opvoeden is toch niet gemakkelijk, oor deelde baby, toen hij weer eens getuige was geweest van een opvoedkundige practijk, die maar al te veel voorkomt en toch abso luut verkeerd is, nl. het bang maken van de kinderen met den boeman, weerwolf en an dere gelijksoortige schrikaanjagende we zens. Pas op, zegt vader of moeder tegen den kleinen dreumes, als je niet zoet bent, komt de boeman en neemt je mee. En het helpt, de kleine is zoet; maar daaruit volgt niet, dat het middel goed is, waarmee men het kind zoet gemaakt heeft, het doel hei ligt nu eenmaal de middelen niet. En waarom dat blijkbaar zoo goed wer kend middel niet deugt? Als men zich even indenkt het zieleleven van het kleine kind, iets dat voor den opvoeder toch eigenlijk noodzakelijk is, dan ziet men van zelf het antwoord op deze vraag. Wie of wat die boeman precies is, weet het kind niet en is voor hem ook van geen belang. In ieder geval is die man een vreeselijk mensch, omdat zijn bezigheid bestaat in het meene men van kinderenj die niet zoet zijn. Waar hij hen heenbrengt en wat hij dan met hem doet is ook weer een kwestie van minder belang, waar het kind zich niet mee op houdt. Feit is, dat die leelijke man hen weg kan nemen uit dat gezellige huis, weg van vader en moeder, weg van al de lieve din gen, waarmee het zoo vertrouwd is, weg naar het vreemde, het onbekende. Op deze wijze denkt het kind over den boeman; voor hem is het geen verzonnen wezen, maar een geheimzinnig echt be staand persoon, die heel zijn jeugdig leven vergallen kan. Bijv. het bang zijn van kin deren in het donker komt op rekening van den boeman. Overdag heeft moeder ge dreigd met dien man. En al denkt moeder na enkele oogenblikken in het geheel niet meer aan den boeman, zoo is het niet met het kind. Wanneer het dus 's avonds alleen in het donker is, dan kan die boeman hem wel eens stil, zonder dat moeder het merkt komen halen, want zijn geweten zegt hem, dat hij na den middag zoo heel erg zoet niet geweest is. Vandaar zijn vrees om al leen in het donker t-e zijn. Men moet hier niet to licht over denken, die angst kan zeer verderfelijk zijn voor het zenuwstel* Een kind is nu eenmaal in de I mate suggestibel, dat wil zeggen, buiten® woon onderuevig aan den invloed van at deren; de afwezigheid van een controle rend verstand en gebrek aan eigen standigheid, zooals dat bij kleine kindert voorkomt, begunstigen de suggestie. Aje kan het kind van alles laten zeggen, men de vragen maar suggestief ma* Vraagt men bijv. had Frans geen scheutjj z'n broek, dan suggoreert men het kind,^ Frans werkelijk een gescheurde broek en het antwoord zal bevestigend zijn. daar dat men dikwijls zoo weinig kan trouwen op het fetuigenis van kinderen Het nadeel aan de suggestie verboni is derhalve, dat men bij het kind angst anciere onaangename gevoelens te vo schijn kan roepen; door o.a. een groot m baar te maken bij alle kleine ongevallen men oorzaak, dat het kind die kleine gelukjes zeer hoog gaat schatten, gaat ve langen om beklaagd te worden en op t manier kleinzeerig wordt. Toch heeft suggestie ook een groot voordeel en i dat men alle mogelijke kleine smarten i pijnen kan wegsuggereeren; als de cjrei mes bijv. valt en zich een weinig bczeei heeft, zegt moeder: kom maar hier, moedt zal er een koekje op leggen, dan is de pij] weg; en de pijn gaat daardoor werkelijl weg. Het hangt dus van de opvoeders af o! de suggestie ten nadeele of ten voordei van het kind zal gebruikt worden. Als het kind ouder wordt en dus zij verstand meer gaat gebruiken vermindert de suggestibiliteit. Geheel en al dwijnt ze niet. Ook volwassen menschel zijn min of meer ontvankelijk voor sugge» tieve invloeden. Ze behoeven niet t lachen met het kind, dat geen pijn mee voelt, omdat moeder er een koekje op ge legd heeft b:ij hen verdwijnt de pijn dii wijls al door de aanwezigheid van e« dokter, vooral als het een bekende dokte is. .Onder al de geneesmiddelen, waarovt een dokter te beschikken heeft, is de su; gestie een van de grootste. P. H. GERZ. O.F.M Hemel, als er maar geen van overge bleven isriep de vrouw verschrikt. Waakzaamheid. Ja, wij hadden een verschrikkelijk in- spannenden dienst. Ieder oogenblik moes ten we uitvallen van de onvermoeide be zetting vreezen, en wij waren dan ook zoo waakzaam, dat we dag en nacht bij de ka nonnen sliepen. Fijne manieren. Vader A.: Wat leert je zoon al zoo op de boogeschool? Vader B.: (trotsch): Wel, man, hij kan tegenwoordig om geld vragen op 'n manier, dat het me een eer lijkt het hem te geven. Een goocheme. Waar zou ik toch mijn bril gelaten hebben Heb je er al naar gezocht? Neen, ik moet 'm eerst hebben, al ders zie ik 'm toch niet liggen! Afgetroefd. Hij:' Maar zou u dan niet kunne leeren van me te houden 1 Zij: Van leeren houden? Neen, wer kelijk niet. Hij: Dat vreesde ik wel. U. ben oo te oud om te leeren Een werklooze vuurvreter. Een aalmoesje mevrouw, ik ben eei werklooze vuurvreter. Wat wilt ge, anthraciet of eierkolen Een wenk. Wat 11 CUL gp-~WUw—v uui crem KK>0 klok? Ja, dat is een erfstuk. We noemen den bezoeker. Gek. Waarom? Wijl ze niet wil gaan. Mei hel oog eg een goede plaats is plaatsbespreking zeer gewenscul. 's avonds half in de Sïa d s Het kost neigen isreeies ;]P Gehoorzaal Het lijden en sterven van onzen Heer en Heiland Jesus Christus ien »an een Tekstboekje dringend aanbevelen teneinde het geheele werk goed te kunnen velgen. Introductie a f 1.65, f 1.10 en f0.66 (allet inbegrepen) en Tekstboekjes a f0.25 ii Boekhandel DIEBEN, Maarsmanssteeg en 's avonds aan de zaal. Flaatspespreking eveneens in Boekhandel groote collectie en speciale Reclameprijzen van In Religieuze Beelden hébben wij een groote en ruime keuze Gtt&HHMBBBEIEB ATTENTIE!! Profiteert van onze spec. „Paasch Aanbiedingen" Ziet vooral onze Etalage NAAIMACHINES. L^ftsche Naaimachinehandel levert le kJ» machines met prima garantie. Hans^ f40.Universum f45. Frister'e Rosmên f Xaomann f GO.üritzner fjO.Gritzner Luxe f65.jjnlaadmachinos f 97.50. Oude raaobines worden ingeruild. JanYoeaéneteeg 60. DRIE EN EEN KLEINTJE Engelenbrug. lasso, Zondags v opend beste "Jralaafsche liec-rc molièrs Ö.75*. fictsschoj J f 4.— velleej""0 werkscj 5.—. ijzer-'irk0 m n: 4.75, M. iioollaaizrii vana A50; 14020 LAG RUNDVLEESCH. IafppWi per 15 ons 56 a 70 ct, i rosbief per 5 /ons 80 ct.. rollade v tl rib oe/^Pjpns 70 ct. H. r EYEF-SBERGEIL OosMciP"X- g 68, Wassenaar. Telf. lOtflib opens;, r slachthuis. 8 uur: verkoop v groote I partij versch var- vgrir.oedeliik goed- otj, 10 cu 50 cl. pot pond.' YJBT.IND 10310b 1 Heeft U deze week „Oe ^rsctische Huisvrouw" onivanc sn?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 10