TUTTEÏÏland^ BINNENLAND. 19e Jaargang. ZATERDAG 10 MAART 1928 No. 5819 Pe ABONNEMENTSPRIJS bedraag: bij vooruitbeteling Voor Leiden 19 cent pei weet I2.A0 pei kwartaal pij onze Agenten 20 cent pei week (2.<30 pei kwartaal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zordagsblad ts vooi de Abónné's ver krijgbaar tegen betaling van 5C CL per kwartaal, bij voor uitbetaling. Afzonderlijke oummerc 5 et., met Geïllustreerd Zondagsblad 9 ct. blad verschijnt eiken clap uitgezonderd Zon- en Feestdagen. Bureaux: RAPENBURG No. 10 LE!DEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 POSTEUS No. 11 OE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT J Gewone odverientién 30 een» per rtgel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bef r. dubbele var het tarief berekend 5 Kleine edverterdlèn, van ten hoogste 30 woorden, waariD betrekkingen worden aangeboden» of gevraagd, huur en itt huur. koop en verkoop f 0.50 Dit nummer bestaat uit VIER bladen waaronder een Geïllustreerd Zondagsblad. V Cultuur. Wij hebben deze week een verslag ge geven van een rede, door prof. dr. Barge gehouden op uitnoodiging van de afd. Leiden van het Ned. Indonesisch Verbond voor Jongeren-organisaties over Cultuur en uitwisseling van cultuur. Van deze in het Klein-Auditorium van de Leidsche Universiteit uitgesproken rede willen wij hier nog 'ns een citaat afdruk ken: „De hoogste zelfcultuur, de hoogste cul tuur in engeren zin, bestaat in het richten van ons zelf, in het richten, van ons leven naar wat wij erkennen als het hoogste doel; voor hen, die in God gelooven, is het hoogste doel God kennen, God bemin nen en Zijn wil volbrengen, terwijl ieder ander, wil hij menschwaardig handelen, zijn leven zal hebben te richten naar een doel, dat althans volgens zijn eigen sub jectieve overtuiging hieraan gelijkwaar dig is. Van hoe buitengewone bcteekenis deze zelfcultuur is, wordt men gewaar, wan neer men overdenkt, hoe daardoor mede de geheele cultuur in ruimeren zin wordi doordrongen, het geen spr. nader uitvoerig uiteenzette. Niet naar rijker en overvloediger produc tie, naar verfijnder techniek, naar verdere breideling der natuurkrachten, naar ver hoogde \olksgezondheid, naar nog meer positieve wetenschap, hoe voortreffelijk en noodzakelijk deze goederen ook mogen zijn, begeeren de cultuur-bezoekers. Waar naar men haakt, waarnaar men smacht, dat is naar een universeele, het leven in een vaste richting dwingende gedachte, waaraan men zich geven kan". 'fc Is goed, dat in onzen tijd van zooveel s c h ij n-cultuur, óók in Universiteitskrin gen, zóó duidelijk wordt gezegd, wat cultuur e i g e n 1 ij k is, waarin de ware cultuür bestaat. Prof. Barge heeft met het houden van deze rede, die door velen nog 'ns over- woge moge worden, een voortreffelijk werk gedaan. M°.n moet toch 'ns goed inzien, dat 'n eenvoudige kloosterbroeder op hooger cultureel kan staan dan een ge'eerde pro fessor; dat een gewoon arbeider een op hooger cultureel plan staand leven kan leiden dan een voornaam patroon. Dat kè.n; dat gebeurt ook f e i t e 1 ij k. Wij bedoelen hier cultuur in engeren zin, de z e 1 f-c u 11 u u r, die toch ten slotte do voornaamste is, waaraan ten slotte alle andero cultuur in dienende onderge schiktheid moet staan. 1 V Een wissel op.... De S. D. A. P. in de Tweede Kamer heeft medegewerkt, om het aardewerkwetje te verwerpen. En dèardoor honderden ar beiders in het Zuiden broodeloos gelaten „Het Volk" is daarmede wel ietwat ver legen, doch weet er zich, natuurlijk, uit te praten. Het blad schrijft o.m.: ,.Na deze beslissing vervolgen wij met frisschen moed onze propaganda, ook onder de katholieke arbeiders, wien wij duidelijk zuren maken, dat de nooden, waaronder zij gebukt gaan, het gevolg zijn van het maatschappelijk stelsel. Onder dat stelsel is het moge lijk, dat het onverstand van enkele personen de bedriïven, aan het hoofd waarvan zij gesteld zijn, verhindert zich te ontwikkelen, waardoor de le vensbelangen van duizenden arbeiders en hun gezinnen worden geschaad. Het is de Katho'ieke Staatspartij, die nog steeds dat stelsel mede helpt besten digen". Dat is nu geen wissel op de eeuwig heid die zeker uitbetaald zal wor den maar 't is er een op een toekomst daaraan men niets, heelemaal niets heeft Den arbeiders, die nu door een practische daad konden worden geholpen, zal in plaats van die hulp in de socialistische propaganda de socialistische toekomst staat worden voorgehouden 1 Daar zullen zij wel van kunnen eten! VOLKENBOND. DE RAAD BIJEEN. Het Hongaarsch-Rosmeensch Optanten- gescnil. E e'n bemiddelingsvoorstel van Ch a m b e r 1. a i n. Nadat Donderdagvond de besprekingen over het Hongaarsch-Roeineensch geschil waren afgebroken, omdat men het niet eens kon worden, bleek gistermorgen, dat de raadsleden in een geheime zitting tot eer.stemnugiieid waren gekomen. Chamberlain deed het denkbeeld aan de hand, dat twee neutrale reehteis door den voUenbondsraad zouden worden toe gevoegd aan het gemengde Rocmeensch- Hongaarsche arbitragehof van Parijs en dat clan de Roemeensche rechter eveneens weder zou zitting nemen. Aan dit nieuwe arbitragecollege zou dan de beslissing worden toevertrouwd om trent de vorueringen die de Hongaarsche optanten tegen Roemenië aanhangig heb ben gemaakt bij het Parijsche gemengde arbitragehof. Allev raadsleden verklaarden dit denk beeld van Chamberlain te aanvaarden; ook Hongarije verLlaarde zich bij monde van graaf Apponyi daarmee accoord, doch de Roemee :che minister Titulescoe wei gerde erop in te gaan, ondanks sterke aan drang van Chamberlain, Briand en Strese- mann. Er bleef niets anders over dan Roeme nië den tijd te geven tot nadenken. Der halve werd besloten, de kwestie uit te stel len tot de Juni-zittïng van den Raad en intusschen de oplossing van Chamberlain aan cle Roemeensche regecring aan te be velen. De Portugeescha leening. Uitstel tot Juni. Het financieele comité van den Volken bond heeft ten aanzien van het toestaan eer.er leening aan Portugal besloten de behandeling dezer kwestie uit te stellen tot de uni-zitting, daar cle Poitugeesche gedelegeerden de eischen van het finan cieele comité eerst aan hun regeering wil len voorleggen. De St. Gotthard-kwestie. Naar wij vernemen, zullen minister Bee- laerts van Blokland en zijn twee collega's heden hun rapport over de Hongaarsche wapensmokkelarij uitbrengen. ZWITSERLAND. Tegen de doodstraf. De nationale raad verwierp met 144 te gen 31 stemmen de opneming van de doodstraf in het nieuwe strafwetboek. RUSLAND. Radek voortvluchtig? Een t-ot nu toe niet bevestigd bericht uit- Warschau bevat de tijding, dat Radek uit zijn ballingsoord in den Oeral ontvlucht is. Aan de Poolsche grens zou hij echter her kend en onder bewaking naar Moskou ge voerd zijn. Arabië. Geen heilige oorlog der Wahabieten. Sjeik Hafiz Wahba, een vertegenwoordi ger van Bin Saoed, koning van den Hedsjas, spreekt het bericht uit Basra tegen dat Bin Saoed den heiligen oorlog verklaard zon hebben aan Irak, Koweit en Transjordanië. AMERIKA. Het alcoholverbod bedreigd? I Een inschrijving groot 3.000.000 is te j New-York geopend door de nationale Ame- rikaansche vereeniging tegen de Drooglcg- I ging. teneinde daaruit de kesten te bestrij den van een volksstemming over de vraag, of het verbod van alcoholische dranken ge- ha n^hc.afd dient te blijven. Bij de opening van het congres zal Sena tor Mac Leed een voorstel indienen, dat de I strekking zal hebben in 1930 een volksstem ming te deen houden over cle vraag of het drankweerverbed gehandhaafd mnet blijven In het Canadeesche parlement zal een wetsontwerp worden ingediend, waarbij he* aan narticuriere ondernemingen verbaden zal zijn, alcoholische dranken in Canada in te voeren. Deze invoer zal alleen aan de regeering geoorloofd zijn; hierdoor hoop* men een einde te maken aan den smokkel- handel in sterken drank. De minister van financiën van de Ver- eenigde Sinten heeft ordes uitgevaardigd, de nachtelijke invallen en do huiszoekingen, die vaak op wilelkeurige wijze door de pro hibitie beambten werden verricht, te doen ophouden. TWEEDE KAMER. Wijziging Leerplichtwet en Lager Onderwijswet. Aan de orde was gisteren het wetsont werp betreffende den. zevenjarigen leer plicht. Algemeene beschouwingen. De heer A me nt (R.-K.) zegt, dat het ze vende leerjaar op het platteland dankbaar j kan worden aanvaard. Het lijkt spr. onnoo- dig uitvoerig te betoogen de noodzakelijk- heid van meer en beter lager onderwijs voor het platteland, waar het land- en tuin- bouwonderwijs niet voldoende tot zijn recht komt we'ens ;t onvoldoende voorbereidend onderwijs. De heer R u 11 e n (R.K.) bestrijdt de meening van den Minister, dat de vrijstel ling van het Te leerjaar voor de leerlingen die een lagere land- of tuinbouwschool be zoeken, aanleiding zal geven tot. overbevol king van de eerste lessen dier land- en tuinbouwscholen. Hij acht die vrijstelling, in tegenstelling met den heer Amcnt, juist gewenscht. Met tal van Duitsche citaten ook van socialistische schrijvers betoogt spr. dat kinderarbeid in den landbouw niet zoo verwerpelijk is. In kinderarbeid, vooral in het gezin, wordt gezien een geestelijke vorming. Een zes-jarige leerplicht is naar veler meeningen ruim lang; daarna kan aan een al-zijdige lichamelijke ontwikkeling zorg worden gewijd. De heer Z ij 1 S t r a (A.-R.) zegt, dat het volk wel met het zevende leerjaar kennis heeft gemaakt, maar nog niet met den ze venjarigen leerplicht, welks gevolgen voor het gezin nu eerst recht zullen worden ge- voe'd. Spr. ontwikkelt hierna zijn bezwa ren: ten eerste het prneirieele bezwaar, ten tweede de aansluiting bij het practi- sehe leven, ten derde de financieele gevol gen voor de gerre.■•ui Beter zou snr. het achten den z.:s arigrfc 'leerplicht te hebben en dat de kinderen daarna over zouden gaan naar een lagero land- of tuinbouw school, of lacrere vakschool. Ten aanzien van de financieele gevolgen voor de gemeenten zal het noodig zün, dat deze op ruime schaal daarin zullen worden tegemoet gekomen. De heer Bakker (C.-H.) betoogt, dat de heer Sering vandaag zal kunnen zeg gen: „dit is mijn dag". Want niettegen staande diens motie, we'bc lïetee'fde be oogt als het nu in behandeling ziinde wets ontwerp, door de Regeering werd afgewe zen. toont de Re peering zich thans tot over- 'eg be-eid, nu de financieele bezwaren zijn vervallen. Dit verheugt*6or., maar hij denkt hierbij aan de k'eïne s-ho'en tón plattelande die door de bezuinigin-rsbesluiten on onderwüs- arebied in zooveel slechter conditie zijn ge komen. D?a-door wordt ziin blijdschap tet een bedenke'iik laag peil teeruggebracht. Liever had hij gezien, dat do leerlingen- i schaal naar beneden ware gebracht. Ten aanzien van de gevolgen van den voorgestelden maatregel 'staat spr. niette min sceptisch. Men meet vrükomen van het vervloekte uniforme'isme, dat eroote steden en nlatteland over één kam scheert. Dat de minister geen vrrstelling van het zeverde leerjaar wil voor de leerlingen van la~ere land- en tuinbouwscholen, kon snr. billijken, gezien het nog geringe aantal van die scholen. Gaarne zou snr. zien, dat de minister de toezegging zou willen geven, dat vóór 1930 voorsteden zul'en worden gedaan tot veria- ring van het aantal leerhngen per kbsse. Dan wordt dit wetsontwerp voor snr. meer canneme1i:k. Zit zou daarmee een groot na tionaal belang dienen. De heer Van Voorst t ot Voorst (R.K) betoogt, dat de kleine landbouwers er niet kunnen komen als niet het heele ge- 7,in meewerkt. Daarom zal het voor die ge- 7-innen een economisch bezwaar zijn, als de leerplicht voor de kinderen tot het 14de jaar wordt verlengd. Spr. heeft destijds voorgesteld van het 7de leerjaar vrij te ste'- len, de kinderen, die een lagere land- of tuinbouwschool bezoeken. Do minister van Onderwijs vce'de ook daarvoor, maar heeft tegenover de bezwaren van zijn ambtgenoot van Binnenl. Zaken en Land bouw het hazenpad gekozen. De vrees van den ministe-, dat men kinderen naar zoo'n lanji- of tuinbouwschool zal zenden, om het 7de leeerjaar te ontgaan, deeH spr. niet. Bovendien bestaat die vrijstelling wel voor leerlingen die een school voor han dels- of nijverheidsonderwijs bezoeken. Hieruit volgt oek. dat het lager land- en tuinbouwonr,erwijs wettelijk zal moeten worden geregeld. Intusschen hoopt snr. dat het zevende leerjaar een behoorlijke overgang zal worden voor de lagere land en tuinbouwschool en niet op algemeen I vormend onderwiis zal worden ingesteld Want anders zul'en misschien vele ouders 1 ervan terugschrikken hun kindoren na 7 jaar neg naar een land- of tuinbouwschool te zenden. Wortd dus dit zevende leerjaar niet op de praktijk ingericht, dat zal spr. vermoedelijk zijn stem niet aan dit wets ontwerp kunnen geven. De heer Loerakker (R.K.) zegt. dat herhaaldelijk de klacht wordt vernomen, dat de kinderen na het verlaten der la gere school het onderwijs aan de lagere land- en tuinbouwscholen niet kunnen vol gen. Spr. ontkent ten stelligste, dat het land- en tuinbouwbedrijf en het kind zelf voor zijn practischo vorming behccrte heeft aan kinderarbeid, tenzij in enkele weken van het. jaar. Maar daarin is voor zien. Wil men rekening houden met de werkelijke belangen van het kind, dan dient men geen achterdeurtje o~en te hou den om aan den nu voorgestelclen zeven jarigen leerplicht te ontkomen. Een groot deel der kinderen, die de platte'andsscho- len bezoeken, komen niet in den land- of tuinbouw terecht; zij gaan later naar de steden of industrie-centra en zullen het dan a's een achterste'ling gevoelen als zij min der vormend onderwijs hebben gehad dan de lee-lingcn van de scho'en in de steden. Voor het kind ten plattelande is de 7-ja- rige leerplicht van het groctste belang. De heer S u r i n g (R.K.) heeft met groo- te voMoening de indiening van dit wets ontwerp begreet, dat vrij zeker zal worden aangenomen. Liever had spr. een vroege- ren datum dan 1 Juli 1928 gezien voor de invoering van den 7-jarigen leerplicht. Dat er nog tegenstanders van dit ontwerp zijn, kan spr. zich niet begrijpen. Dit ontwerp heeft met bet principe van den leerplicht immers niets te maken. Men kan twisten over de vraag, of in nlaats van dit ontwerp niet beter voorgesteld had kunnen worden een verbetering van de leerlingenschaal, maar spr. kiest het eerste, omdat daarvan veel meer leerlingen zullen nrofiteeren. Verlaging van het aantal leerlingen zou immers s'echts aan acht percent van het totaal der leerlingen ten gce^'e komen. Bo vendien verdient de nu voorgestelde maat regel de voorkeur, omdat zonder wetteliike bepaling geeen enkel gemeente- of school bestuur den 7-jarigon leerplicht zou kun nen in'voeren. De heer Leeustra (A.R:) betoogt, dat het voor den Minister niet noodig was mi thars ree^s met dit voorstel te kernen. De toestand de- rijksfinanciën mo«re verbeterd zijn, maar die van de gemeentelijke finan ciën is précair. Het bezwaar, dat er zonder het 7de leer- iaar een hiaat bestaat in de aansluiting aan het vakonderwijs acht spr. sterk overdre ven. Voor de kleine scholen zal dit ontwerp niets dan ellende brengen en reeds daar om mag die ontwerp z.i. niet worden aan genomen. Mej. W esterman (V.B.) juicht de in diening van dit wetsontwerp toe, al had zij liever gezien, dat de 7-jarige leerplicht nog vroeger dan 1 Juli a.s. werd ingevoerd. Spr. voortgaande, wi:st er op dat het ze vende leerjaar practisch onderwijs zal moe ten brengen naast een herhaling van het geleerde. Een scheme cont-ole op ieder leerplich tig kind, drt van de lagere school wordt afgenomen, is noodig. Het spreekt vanze'f, dat snr. vóór het ontwerp zal stemmen. De heer Gerhard (S.D.A.P.) is door dit wetsontwerp niet ove-bluft; na de ver werping van het initiatief-ontwem-Albarda met medewerking van mei. Westerman was dit voorstel te wachten. Spr. had ook natuurlijk liever een vroegeren datum gezien, doch wanneer men niet kan krijgen wat men gaarne heeft, meet men tevre den zrn met hetgeen gebeden wordt. De heer Kersten (Staatk. Ger.) ver- k'aart zich 'n prinrinieel tegenstander van den leerplicht en dus ook van een verzwa ring daarvan. De heer L i n g b e e 1c fH. G. S.) is tegen stander van den leer dicht cn voelt al'er- rrinst, dat het belang van ons volk is ge diend door een zevende lecrjaa-, al is hij op zichze'f voorstander van goed onderwij? 1 Een zeverde schooljaar, waarin herhaald j wordt wat te voren is gc'cerd. kan toch niet het middel zijn, de kinderen geschikt te maken voor het leven? Da heer Van Ranpard (V.B.) wijst er op, dat de orders, die hun kinderen naar lagere land- cf tuinbouwscholen zenden, dit deen met de bedoeling om ze den volledi- gen our si* s te laten volgen. Daarom be treurt 8-*?. het in hooge mate. dat de minis ter niet is overgegaan een wijziging van art. 7 der Leerplichtwet voor te ste'len, waar door de leerlingen van die lage-e- land- en tuinbouwscholen vrijgesteld worden van het I 7de leerjaar. j De heer K e te l a a r (V.D.) 7egt, dat men in het debat, klanken heeft gehoord uit een lang verleden. De invoering van den 7-jarigen leerplicht is noodig en zal er komen. Maar snr. he&t ook wel op liét «ririt eland rondgekeken en heeft gezien, dat de arbei- i ders op 50-iarigen leeft ;:d krem 7.ün gewor den deer den arbeid. Een enkel kind weet zich wel te ontwikkelen en is e- boven vit gegroeid, getuige de heer Loerakker, die zelf op het land heeft gewerkt, maar het is onverantwoordelijk de jonge kinderen op het platteland te laten werken. Hst voornaamste nieuws. BUITENLAND. Het Hongaarsch-Roomeensche geschil in den Volkenbondsraad. De Zwitscrsche nationale raad heeft zich tegen de doodstraf uitgesproken. BINNENLAND. Het zevende leerjaar in de Tweede Ka- De Kath. fractie niet eensterr.ir.ig (1ste blad). Ce Eerste Kamer over de belangen van het onderwijs (3de blad). De heer Kersten (St. Ger.): Zijn die kinderen daar minder om? De heeer Ketelaar: Ja zeker, zijn zij dat. De heer Kersten sorak van slavenketenen maar die ziin er nan den anderen kant, waar men jonge kinderen wil laten werken. De heer T i 1 a n u s (C.-H.) zal den heer Zijlstra niet volgen, waar deze principioele bezwaren tegen het wetsontwerp opperde. Deze kunnen hier buiten beschouwing blij ven. Het gaat hier thans slechts om Ho ver vroeging van een maatregel, die anders automatisch in 1930 zou plaats vinden. Hoewel snr, liever een verlaging van het aantal leer'ingen ger klasse vooron had zien gaan, zal hij niet tegen dit wetsontwerp step'men. Mej. Groeneweg (S.D.A.P.) bepleit de noodzakelijkheid van 7 jaar algemeen vor mend onderwijs. Men make ven het 7de leerjaar geen poppekasterijHet moeten voor de meis jes gezellige uren worden. Den heer Bra at (Platei.) duizelt he* hoofd als hij deze zaak nauwkeurig beknkt. Dit ontwerp kest 3 1 '2 miPioen aan den Staat. Er moeten 70.000 kinderen meer naar school, er moeten 1750 onderwijzers meer komen; 525 scholen moeten er worden ge bouwd en '3 gemeenten staan al aan den rand van failliet Spr. wijst er op, dat volgens den minis ter de bezwaren van dit wetsontwerp voor bet platteland ernstiger zu'len zijn dan voor do steden, maar waarom heft de minister die dan niet op? De wet moet toch voor ieder gelijk werken. De heer Yan Wijnbergen (R.-K.) her innert er aan, dat de invoering van den ze venjarigen leerplicht destijds is uitgesteld tot 1930 en hij had liever gezien, dat daar aan was vastgehouden. Nu de regeering echter meent, dat de financiën een vroegere invoering toelaten, trekt spr. daaruit de conclusie, dat de regeering nu ook zich niet. op financieele gronden jneer zal kunnen onttrekken aan de zorg voor het buitenge woon lager onderwijs. Spr is overtuigd, dat de 6-jarige grond- 8cii< o? het op den duur zal winnen, zoodat spr. er ernstig tegen waarschuwen moet, dat bet onderwijs van de zes jaren niet zal worden verdeeld over zeven jaren. Het 7e leerjaar moet, gelijk de heer Tilanus zei, dienstbaar worden gemaakt aan de behoef ten der praetijk. De heer Van der Sluys (S.D.A.P.) wijst er op, dat de lagere land- en tuinbouw scholen meestal primitief zijn ingericht. Daarom is spr. er niet voor om de leer lingen vrij te stellen van het 7de leerjaar. Do Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, de heer Waszink, wijst er op, dat het hier een zeer eenvoudige zaak betreft, zoo flat hij niet zal ingaan op de principieole beschouwingen, welke over den leerplicht als zoodanig zijn gehouden. D.at de heer Zijlstra cn de zijnen zijn van oordeel, dat iren de ouders vrij moet laten bij cle opvoeding van hun kinderen. Maar in dc toepassing van dit beginsel verschilt spr. met den heer Zijlstra. Als het in het belang der kinderen is, dief anders op straat zwerven zonder goed onderwijs te ontvan-' gen, verbiest spr. een beperking van die vrjheid der ouders boven algeheele vrijla ting. Spr. geeft toe, dat, als tegelijk met dit. ontwerp een voorstel had kunnen worden ingediend tct verlaging van den leerlingon- schaal, een zeer groote dienst aan het onder wijs zou zijn bewezen. Doch dit was niet moge'ijk. Intusschen zal, zoo spoedig dit fi nancieel mcgelijk zal ziin, daarvoor een nader voorstel worden gedaan. Hij moest de voorkeur geven aan een vervroeging van de invoering van den 7-jarigen leerplicht, we'ko aan het Rijk 3 1 '2 millioen zal kosten. Spr. geeft toe, dat voor enkele kleine scholen dit ontwerp' bezwarerfd kan zijn. Maar men vergete niet, dat ve!c eenmans- scholen door dit ontwerp tweemans-scholen /.uilen worden. Wat dc gemeenten betreft, vele zullen door dit ontwerp in beter conditie komen, n.l. zij die boventallige onderwijzers hebben, waarvoor zij voortaan vergoeding zullen hijgen. Gemeenten, die in dit opzicht zich geen uitgaven hebben getroost, voor deze is de meerdere uitgave een straf. Het is niet do bedoeling om van het 7e leerjaar een soort vakschool te maken; het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 1