TUTTEÏÏland^
BINNENLAND.
19e Jaargang.
ZATERDAG 10 MAART 1928
No. 5819
Pe ABONNEMENTSPRIJS bedraag: bij vooruitbeteling
Voor Leiden 19 cent pei weet I2.A0 pei kwartaal
pij onze Agenten 20 cent pei week (2.<30 pei kwartaal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zordagsblad ts vooi de Abónné's ver
krijgbaar tegen betaling van 5C CL per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke oummerc 5 et., met Geïllustreerd
Zondagsblad 9 ct.
blad verschijnt eiken clap uitgezonderd Zon- en Feestdagen.
Bureaux: RAPENBURG No. 10 LE!DEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTEUS No. 11
OE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT J
Gewone odverientién 30 een» per rtgel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bef
r. dubbele var het tarief berekend 5
Kleine edverterdlèn, van ten hoogste 30 woorden, waariD
betrekkingen worden aangeboden» of gevraagd, huur en itt
huur. koop en verkoop f 0.50
Dit nummer bestaat uit VIER
bladen waaronder een
Geïllustreerd Zondagsblad.
V Cultuur.
Wij hebben deze week een verslag ge
geven van een rede, door prof. dr. Barge
gehouden op uitnoodiging van de afd.
Leiden van het Ned. Indonesisch Verbond
voor Jongeren-organisaties over Cultuur
en uitwisseling van cultuur.
Van deze in het Klein-Auditorium van
de Leidsche Universiteit uitgesproken rede
willen wij hier nog 'ns een citaat afdruk
ken:
„De hoogste zelfcultuur, de hoogste cul
tuur in engeren zin, bestaat in het richten
van ons zelf, in het richten, van ons leven
naar wat wij erkennen als het hoogste
doel; voor hen, die in God gelooven, is
het hoogste doel God kennen, God bemin
nen en Zijn wil volbrengen, terwijl ieder
ander, wil hij menschwaardig handelen,
zijn leven zal hebben te richten naar een
doel, dat althans volgens zijn eigen sub
jectieve overtuiging hieraan gelijkwaar
dig is.
Van hoe buitengewone bcteekenis deze
zelfcultuur is, wordt men gewaar, wan
neer men overdenkt, hoe daardoor mede
de geheele cultuur in ruimeren zin wordi
doordrongen, het geen spr. nader uitvoerig
uiteenzette.
Niet naar rijker en overvloediger produc
tie, naar verfijnder techniek, naar verdere
breideling der natuurkrachten, naar ver
hoogde \olksgezondheid, naar nog meer
positieve wetenschap, hoe voortreffelijk en
noodzakelijk deze goederen ook mogen
zijn, begeeren de cultuur-bezoekers. Waar
naar men haakt, waarnaar men smacht,
dat is naar een universeele, het leven in
een vaste richting dwingende gedachte,
waaraan men zich geven kan".
'fc Is goed, dat in onzen tijd van zooveel
s c h ij n-cultuur, óók in Universiteitskrin
gen, zóó duidelijk wordt gezegd, wat cultuur
e i g e n 1 ij k is, waarin de ware cultuür
bestaat.
Prof. Barge heeft met het houden van
deze rede, die door velen nog 'ns over-
woge moge worden, een voortreffelijk
werk gedaan.
M°.n moet toch 'ns goed inzien, dat 'n
eenvoudige kloosterbroeder op hooger
cultureel kan staan dan een ge'eerde pro
fessor; dat een gewoon arbeider een op
hooger cultureel plan staand leven kan
leiden dan een voornaam patroon. Dat
kè.n; dat gebeurt ook f e i t e 1 ij k. Wij
bedoelen hier cultuur in engeren zin, de
z e 1 f-c u 11 u u r, die toch ten slotte do
voornaamste is, waaraan ten slotte
alle andero cultuur in dienende onderge
schiktheid moet staan.
1 V Een wissel op....
De S. D. A. P. in de Tweede Kamer heeft
medegewerkt, om het aardewerkwetje te
verwerpen. En dèardoor honderden ar
beiders in het Zuiden broodeloos gelaten
„Het Volk" is daarmede wel ietwat ver
legen, doch weet er zich, natuurlijk, uit
te praten.
Het blad schrijft o.m.:
,.Na deze beslissing vervolgen wij
met frisschen moed onze propaganda,
ook onder de katholieke arbeiders,
wien wij duidelijk zuren maken, dat de
nooden, waaronder zij gebukt gaan, het
gevolg zijn van het maatschappelijk
stelsel. Onder dat stelsel is het moge
lijk, dat het onverstand van enkele
personen de bedriïven, aan het hoofd
waarvan zij gesteld zijn, verhindert
zich te ontwikkelen, waardoor de le
vensbelangen van duizenden arbeiders
en hun gezinnen worden geschaad. Het
is de Katho'ieke Staatspartij, die nog
steeds dat stelsel mede helpt besten
digen".
Dat is nu geen wissel op de eeuwig
heid die zeker uitbetaald zal wor
den maar 't is er een op een toekomst
daaraan men niets, heelemaal niets heeft
Den arbeiders, die nu door een practische
daad konden worden geholpen, zal in
plaats van die hulp in de socialistische
propaganda de socialistische toekomst
staat worden voorgehouden 1 Daar zullen
zij wel van kunnen eten!
VOLKENBOND.
DE RAAD BIJEEN.
Het Hongaarsch-Rosmeensch Optanten-
gescnil.
E e'n bemiddelingsvoorstel
van Ch a m b e r 1. a i n.
Nadat Donderdagvond de besprekingen
over het Hongaarsch-Roeineensch geschil
waren afgebroken, omdat men het niet
eens kon worden, bleek gistermorgen, dat
de raadsleden in een geheime zitting tot
eer.stemnugiieid waren gekomen.
Chamberlain deed het denkbeeld aan
de hand, dat twee neutrale reehteis door
den voUenbondsraad zouden worden toe
gevoegd aan het gemengde Rocmeensch-
Hongaarsche arbitragehof van Parijs en
dat clan de Roemeensche rechter eveneens
weder zou zitting nemen.
Aan dit nieuwe arbitragecollege zou dan
de beslissing worden toevertrouwd om
trent de vorueringen die de Hongaarsche
optanten tegen Roemenië aanhangig heb
ben gemaakt bij het Parijsche gemengde
arbitragehof.
Allev raadsleden verklaarden dit denk
beeld van Chamberlain te aanvaarden;
ook Hongarije verLlaarde zich bij monde
van graaf Apponyi daarmee accoord, doch
de Roemee :che minister Titulescoe wei
gerde erop in te gaan, ondanks sterke aan
drang van Chamberlain, Briand en Strese-
mann.
Er bleef niets anders over dan Roeme
nië den tijd te geven tot nadenken. Der
halve werd besloten, de kwestie uit te stel
len tot de Juni-zittïng van den Raad en
intusschen de oplossing van Chamberlain
aan cle Roemeensche regecring aan te be
velen.
De Portugeescha leening.
Uitstel tot Juni.
Het financieele comité van den Volken
bond heeft ten aanzien van het toestaan
eer.er leening aan Portugal besloten de
behandeling dezer kwestie uit te stellen
tot de uni-zitting, daar cle Poitugeesche
gedelegeerden de eischen van het finan
cieele comité eerst aan hun regeering wil
len voorleggen.
De St. Gotthard-kwestie.
Naar wij vernemen, zullen minister Bee-
laerts van Blokland en zijn twee collega's
heden hun rapport over de Hongaarsche
wapensmokkelarij uitbrengen.
ZWITSERLAND.
Tegen de doodstraf.
De nationale raad verwierp met 144 te
gen 31 stemmen de opneming van de
doodstraf in het nieuwe strafwetboek.
RUSLAND.
Radek voortvluchtig?
Een t-ot nu toe niet bevestigd bericht uit-
Warschau bevat de tijding, dat Radek uit
zijn ballingsoord in den Oeral ontvlucht is.
Aan de Poolsche grens zou hij echter her
kend en onder bewaking naar Moskou ge
voerd zijn.
Arabië.
Geen heilige oorlog der Wahabieten.
Sjeik Hafiz Wahba, een vertegenwoordi
ger van Bin Saoed, koning van den Hedsjas,
spreekt het bericht uit Basra tegen dat Bin
Saoed den heiligen oorlog verklaard zon
hebben aan Irak, Koweit en Transjordanië.
AMERIKA.
Het alcoholverbod bedreigd?
I Een inschrijving groot 3.000.000 is te
j New-York geopend door de nationale Ame-
rikaansche vereeniging tegen de Drooglcg-
I ging. teneinde daaruit de kesten te bestrij
den van een volksstemming over de vraag,
of het verbod van alcoholische dranken ge-
ha n^hc.afd dient te blijven.
Bij de opening van het congres zal Sena
tor Mac Leed een voorstel indienen, dat de
I strekking zal hebben in 1930 een volksstem
ming te deen houden over cle vraag of het
drankweerverbed gehandhaafd mnet blijven
In het Canadeesche parlement zal een
wetsontwerp worden ingediend, waarbij he*
aan narticuriere ondernemingen verbaden
zal zijn, alcoholische dranken in Canada in
te voeren. Deze invoer zal alleen aan de
regeering geoorloofd zijn; hierdoor hoop*
men een einde te maken aan den smokkel-
handel in sterken drank.
De minister van financiën van de Ver-
eenigde Sinten heeft ordes uitgevaardigd,
de nachtelijke invallen en do huiszoekingen,
die vaak op wilelkeurige wijze door de pro
hibitie beambten werden verricht, te doen
ophouden.
TWEEDE KAMER.
Wijziging Leerplichtwet en
Lager Onderwijswet.
Aan de orde was gisteren het wetsont
werp betreffende den. zevenjarigen leer
plicht.
Algemeene beschouwingen.
De heer A me nt (R.-K.) zegt, dat het ze
vende leerjaar op het platteland dankbaar
j kan worden aanvaard. Het lijkt spr. onnoo-
dig uitvoerig te betoogen de noodzakelijk-
heid van meer en beter lager onderwijs
voor het platteland, waar het land- en tuin-
bouwonderwijs niet voldoende tot zijn recht
komt we'ens ;t onvoldoende voorbereidend
onderwijs.
De heer R u 11 e n (R.K.) bestrijdt de
meening van den Minister, dat de vrijstel
ling van het Te leerjaar voor de leerlingen
die een lagere land- of tuinbouwschool be
zoeken, aanleiding zal geven tot. overbevol
king van de eerste lessen dier land- en
tuinbouwscholen. Hij acht die vrijstelling,
in tegenstelling met den heer Amcnt, juist
gewenscht. Met tal van Duitsche citaten
ook van socialistische schrijvers betoogt
spr. dat kinderarbeid in den landbouw niet
zoo verwerpelijk is. In kinderarbeid, vooral
in het gezin, wordt gezien een geestelijke
vorming. Een zes-jarige leerplicht is naar
veler meeningen ruim lang; daarna kan aan
een al-zijdige lichamelijke ontwikkeling zorg
worden gewijd.
De heer Z ij 1 S t r a (A.-R.) zegt, dat het
volk wel met het zevende leerjaar kennis
heeft gemaakt, maar nog niet met den ze
venjarigen leerplicht, welks gevolgen voor
het gezin nu eerst recht zullen worden ge-
voe'd. Spr. ontwikkelt hierna zijn bezwa
ren: ten eerste het prneirieele bezwaar,
ten tweede de aansluiting bij het practi-
sehe leven, ten derde de financieele gevol
gen voor de gerre.■•ui Beter zou snr. het
achten den z.:s arigrfc 'leerplicht te hebben
en dat de kinderen daarna over zouden
gaan naar een lagero land- of tuinbouw
school, of lacrere vakschool. Ten aanzien van
de financieele gevolgen voor de gemeenten
zal het noodig zün, dat deze op ruime
schaal daarin zullen worden tegemoet
gekomen.
De heer Bakker (C.-H.) betoogt, dat
de heer Sering vandaag zal kunnen zeg
gen: „dit is mijn dag". Want niettegen
staande diens motie, we'bc lïetee'fde be
oogt als het nu in behandeling ziinde wets
ontwerp, door de Regeering werd afgewe
zen. toont de Re peering zich thans tot over-
'eg be-eid, nu de financieele bezwaren zijn
vervallen.
Dit verheugt*6or., maar hij denkt hierbij
aan de k'eïne s-ho'en tón plattelande die
door de bezuinigin-rsbesluiten on onderwüs-
arebied in zooveel slechter conditie zijn ge
komen. D?a-door wordt ziin blijdschap tet
een bedenke'iik laag peil teeruggebracht.
Liever had hij gezien, dat do leerlingen-
i schaal naar beneden ware gebracht.
Ten aanzien van de gevolgen van den
voorgestelden maatregel 'staat spr. niette
min sceptisch. Men meet vrükomen van het
vervloekte uniforme'isme, dat eroote steden
en nlatteland over één kam scheert.
Dat de minister geen vrrstelling van het
zeverde leerjaar wil voor de leerlingen van
la~ere land- en tuinbouwscholen, kon snr.
billijken, gezien het nog geringe aantal van
die scholen.
Gaarne zou snr. zien, dat de minister de
toezegging zou willen geven, dat vóór 1930
voorsteden zul'en worden gedaan tot veria-
ring van het aantal leerhngen per kbsse.
Dan wordt dit wetsontwerp voor snr. meer
canneme1i:k. Zit zou daarmee een groot na
tionaal belang dienen.
De heer Van Voorst t ot Voorst
(R.K) betoogt, dat de kleine landbouwers
er niet kunnen komen als niet het heele ge-
7,in meewerkt. Daarom zal het voor die ge-
7-innen een economisch bezwaar zijn, als de
leerplicht voor de kinderen tot het 14de
jaar wordt verlengd. Spr. heeft destijds
voorgesteld van het 7de leerjaar vrij te ste'-
len, de kinderen, die een lagere land-
of tuinbouwschool bezoeken. Do minister
van Onderwijs vce'de ook daarvoor, maar
heeft tegenover de bezwaren van zijn
ambtgenoot van Binnenl. Zaken en Land
bouw het hazenpad gekozen. De vrees van
den ministe-, dat men kinderen naar zoo'n
lanji- of tuinbouwschool zal zenden, om
het 7de leeerjaar te ontgaan, deeH spr.
niet. Bovendien bestaat die vrijstelling wel
voor leerlingen die een school voor han
dels- of nijverheidsonderwijs bezoeken.
Hieruit volgt oek. dat het lager land- en
tuinbouwonr,erwijs wettelijk zal moeten
worden geregeld. Intusschen hoopt snr.
dat het zevende leerjaar een behoorlijke
overgang zal worden voor de lagere land
en tuinbouwschool en niet op algemeen
I vormend onderwiis zal worden ingesteld
Want anders zul'en misschien vele ouders
1 ervan terugschrikken hun kindoren na 7
jaar neg naar een land- of tuinbouwschool
te zenden. Wortd dus dit zevende leerjaar
niet op de praktijk ingericht, dat zal spr.
vermoedelijk zijn stem niet aan dit wets
ontwerp kunnen geven.
De heer Loerakker (R.K.) zegt. dat
herhaaldelijk de klacht wordt vernomen,
dat de kinderen na het verlaten der la
gere school het onderwijs aan de lagere
land- en tuinbouwscholen niet kunnen vol
gen. Spr. ontkent ten stelligste, dat het
land- en tuinbouwbedrijf en het kind zelf
voor zijn practischo vorming behccrte
heeft aan kinderarbeid, tenzij in enkele
weken van het. jaar. Maar daarin is voor
zien. Wil men rekening houden met de
werkelijke belangen van het kind, dan
dient men geen achterdeurtje o~en te hou
den om aan den nu voorgestelclen zeven
jarigen leerplicht te ontkomen. Een groot
deel der kinderen, die de platte'andsscho-
len bezoeken, komen niet in den land- of
tuinbouw terecht; zij gaan later naar de
steden of industrie-centra en zullen het dan
a's een achterste'ling gevoelen als zij min
der vormend onderwijs hebben gehad dan
de lee-lingcn van de scho'en in de steden.
Voor het kind ten plattelande is de 7-ja-
rige leerplicht van het groctste belang.
De heer S u r i n g (R.K.) heeft met groo-
te voMoening de indiening van dit wets
ontwerp begreet, dat vrij zeker zal worden
aangenomen. Liever had spr. een vroege-
ren datum dan 1 Juli 1928 gezien voor de
invoering van den 7-jarigen leerplicht. Dat
er nog tegenstanders van dit ontwerp zijn,
kan spr. zich niet begrijpen. Dit ontwerp
heeft met bet principe van den leerplicht
immers niets te maken. Men kan twisten
over de vraag, of in nlaats van dit ontwerp
niet beter voorgesteld had kunnen worden
een verbetering van de leerlingenschaal,
maar spr. kiest het eerste, omdat daarvan
veel meer leerlingen zullen nrofiteeren.
Verlaging van het aantal leerlingen zou
immers s'echts aan acht percent van het
totaal der leerlingen ten gce^'e komen. Bo
vendien verdient de nu voorgestelde maat
regel de voorkeur, omdat zonder wetteliike
bepaling geeen enkel gemeente- of school
bestuur den 7-jarigon leerplicht zou kun
nen in'voeren.
De heer Leeustra (A.R:) betoogt, dat
het voor den Minister niet noodig was mi
thars ree^s met dit voorstel te kernen. De
toestand de- rijksfinanciën mo«re verbeterd
zijn, maar die van de gemeentelijke finan
ciën is précair.
Het bezwaar, dat er zonder het 7de leer-
iaar een hiaat bestaat in de aansluiting aan
het vakonderwijs acht spr. sterk overdre
ven.
Voor de kleine scholen zal dit ontwerp
niets dan ellende brengen en reeds daar
om mag die ontwerp z.i. niet worden aan
genomen.
Mej. W esterman (V.B.) juicht de in
diening van dit wetsontwerp toe, al had zij
liever gezien, dat de 7-jarige leerplicht nog
vroeger dan 1 Juli a.s. werd ingevoerd.
Spr. voortgaande, wi:st er op dat het ze
vende leerjaar practisch onderwijs zal moe
ten brengen naast een herhaling van het
geleerde.
Een scheme cont-ole op ieder leerplich
tig kind, drt van de lagere school wordt
afgenomen, is noodig. Het spreekt vanze'f,
dat snr. vóór het ontwerp zal stemmen.
De heer Gerhard (S.D.A.P.) is door
dit wetsontwerp niet ove-bluft; na de ver
werping van het initiatief-ontwem-Albarda
met medewerking van mei. Westerman
was dit voorstel te wachten. Spr. had
ook natuurlijk liever een vroegeren datum
gezien, doch wanneer men niet kan krijgen
wat men gaarne heeft, meet men tevre
den zrn met hetgeen gebeden wordt.
De heer Kersten (Staatk. Ger.) ver-
k'aart zich 'n prinrinieel tegenstander van
den leerplicht en dus ook van een verzwa
ring daarvan.
De heer L i n g b e e 1c fH. G. S.) is tegen
stander van den leer dicht cn voelt al'er-
rrinst, dat het belang van ons volk is ge
diend door een zevende lecrjaa-, al is hij op
zichze'f voorstander van goed onderwij?
1 Een zeverde schooljaar, waarin herhaald
j wordt wat te voren is gc'cerd. kan toch
niet het middel zijn, de kinderen geschikt
te maken voor het leven?
Da heer Van Ranpard (V.B.) wijst
er op, dat de orders, die hun kinderen naar
lagere land- cf tuinbouwscholen zenden, dit
deen met de bedoeling om ze den volledi-
gen our si* s te laten volgen. Daarom be
treurt 8-*?. het in hooge mate. dat de minis
ter niet is overgegaan een wijziging van art.
7 der Leerplichtwet voor te ste'len, waar
door de leerlingen van die lage-e- land- en
tuinbouwscholen vrijgesteld worden van het
I 7de leerjaar.
j De heer K e te l a a r (V.D.) 7egt, dat men
in het debat, klanken heeft gehoord uit een
lang verleden.
De invoering van den 7-jarigen leerplicht
is noodig en zal er komen.
Maar snr. he&t ook wel op liét «ririt eland
rondgekeken en heeft gezien, dat de arbei-
i ders op 50-iarigen leeft ;:d krem 7.ün gewor
den deer den arbeid. Een enkel kind weet
zich wel te ontwikkelen en is e- boven vit
gegroeid, getuige de heer Loerakker, die
zelf op het land heeft gewerkt, maar het is
onverantwoordelijk de jonge kinderen op
het platteland te laten werken.
Hst voornaamste nieuws.
BUITENLAND.
Het Hongaarsch-Roomeensche geschil
in den Volkenbondsraad.
De Zwitscrsche nationale raad heeft
zich tegen de doodstraf uitgesproken.
BINNENLAND.
Het zevende leerjaar in de Tweede Ka-
De Kath. fractie niet eensterr.ir.ig (1ste
blad).
Ce Eerste Kamer over de belangen van
het onderwijs (3de blad).
De heer Kersten (St. Ger.): Zijn die
kinderen daar minder om?
De heeer Ketelaar: Ja zeker, zijn zij
dat.
De heer Kersten sorak van slavenketenen
maar die ziin er nan den anderen kant, waar
men jonge kinderen wil laten werken.
De heer T i 1 a n u s (C.-H.) zal den heer
Zijlstra niet volgen, waar deze principioele
bezwaren tegen het wetsontwerp opperde.
Deze kunnen hier buiten beschouwing blij
ven. Het gaat hier thans slechts om Ho ver
vroeging van een maatregel, die anders
automatisch in 1930 zou plaats vinden.
Hoewel snr, liever een verlaging van het
aantal leer'ingen ger klasse vooron had zien
gaan, zal hij niet tegen dit wetsontwerp
step'men.
Mej. Groeneweg (S.D.A.P.) bepleit de
noodzakelijkheid van 7 jaar algemeen vor
mend onderwijs.
Men make ven het 7de leerjaar geen
poppekasterijHet moeten voor de meis
jes gezellige uren worden.
Den heer Bra at (Platei.) duizelt he*
hoofd als hij deze zaak nauwkeurig beknkt.
Dit ontwerp kest 3 1 '2 miPioen aan den
Staat. Er moeten 70.000 kinderen meer naar
school, er moeten 1750 onderwijzers meer
komen; 525 scholen moeten er worden ge
bouwd en '3 gemeenten staan al aan den
rand van failliet
Spr. wijst er op, dat volgens den minis
ter de bezwaren van dit wetsontwerp voor
bet platteland ernstiger zu'len zijn dan voor
do steden, maar waarom heft de minister
die dan niet op? De wet moet toch voor
ieder gelijk werken.
De heer Yan Wijnbergen (R.-K.) her
innert er aan, dat de invoering van den ze
venjarigen leerplicht destijds is uitgesteld
tot 1930 en hij had liever gezien, dat daar
aan was vastgehouden. Nu de regeering
echter meent, dat de financiën een vroegere
invoering toelaten, trekt spr. daaruit de
conclusie, dat de regeering nu ook zich niet.
op financieele gronden jneer zal kunnen
onttrekken aan de zorg voor het buitenge
woon lager onderwijs.
Spr is overtuigd, dat de 6-jarige grond-
8cii< o? het op den duur zal winnen, zoodat
spr. er ernstig tegen waarschuwen moet,
dat bet onderwijs van de zes jaren niet zal
worden verdeeld over zeven jaren. Het 7e
leerjaar moet, gelijk de heer Tilanus zei,
dienstbaar worden gemaakt aan de behoef
ten der praetijk.
De heer Van der Sluys (S.D.A.P.)
wijst er op, dat de lagere land- en tuinbouw
scholen meestal primitief zijn ingericht.
Daarom is spr. er niet voor om de leer
lingen vrij te stellen van het 7de leerjaar.
Do Minister van Onderwijs,
Kunsten en Weten schappen, de
heer Waszink, wijst er op, dat het
hier een zeer eenvoudige zaak betreft, zoo
flat hij niet zal ingaan op de principieole
beschouwingen, welke over den leerplicht
als zoodanig zijn gehouden.
D.at de heer Zijlstra cn de zijnen zijn van
oordeel, dat iren de ouders vrij moet laten
bij cle opvoeding van hun kinderen. Maar
in dc toepassing van dit beginsel verschilt
spr. met den heer Zijlstra. Als het in het
belang der kinderen is, dief anders op straat
zwerven zonder goed onderwijs te ontvan-'
gen, verbiest spr. een beperking van die
vrjheid der ouders boven algeheele vrijla
ting.
Spr. geeft toe, dat, als tegelijk met dit.
ontwerp een voorstel had kunnen worden
ingediend tct verlaging van den leerlingon-
schaal, een zeer groote dienst aan het onder
wijs zou zijn bewezen. Doch dit was niet
moge'ijk. Intusschen zal, zoo spoedig dit fi
nancieel mcgelijk zal ziin, daarvoor een
nader voorstel worden gedaan. Hij moest de
voorkeur geven aan een vervroeging van
de invoering van den 7-jarigen leerplicht,
we'ko aan het Rijk 3 1 '2 millioen zal kosten.
Spr. geeft toe, dat voor enkele kleine
scholen dit ontwerp' bezwarerfd kan zijn.
Maar men vergete niet, dat ve!c eenmans-
scholen door dit ontwerp tweemans-scholen
/.uilen worden.
Wat dc gemeenten betreft, vele zullen
door dit ontwerp in beter conditie komen,
n.l. zij die boventallige onderwijzers hebben,
waarvoor zij voortaan vergoeding zullen
hijgen. Gemeenten, die in dit opzicht zich
geen uitgaven hebben getroost, voor deze
is de meerdere uitgave een straf.
Het is niet do bedoeling om van het 7e
leerjaar een soort vakschool te maken; het