Buitenl. Berichten. VOOR ONZE KINDEREN. ONGELUKKEN. Mijnongeluk in Silezië. Drie slachtoffers. Uit Bunzlau wordt gemeld: Een ernstig mijnongeluk heeft gisteren plaats gehad in de naburige mijn Herschels-Waldau. Bij het stijgen van een liftkooi, die door een .arbeider in strend met de bepalingen voor het vervoer van hout werd gebruikt, raak te de kabel los, waardoor de kooi neer stortte. De mijnwerker werd hierdoor ern stig gewond De defecte kooi werd toen door de reddingsmanschappen, eveneens in strend met de voorschriften gebruikt om den gewonden arbeider naar boven te brengen, waarben do kooi opnieuw neer stortte. De gewonde arbeider en nog een mijnwerker werden daarbij gedood, terwijl een derde zoo zwaar werd gewond, dat men voor zijn leven vreest. Ernstig auto-ongeval in Duitschland. In de nabijheid van Breslau is de auto van een reiziger tegen een boom gere den. Hierdoor werden twee inzittenden o? slag gedood; twee anderen werden licht gewond. Zeven dagen over de ijsvelden. Avontuurlijko tocht van aviateurs. To Fort Burwell aan de Hudson-straat zijn twee manschappen van de Canadee- scha luchtmacht alsmede hun Eskimo-gids gearriveerd, die een bijster avontuurlijken tocht achter den rug hebben, nadat hun vliegtuig een noodlanding had moeten doen op een ijsveld zestig mijl buiten de Atlantische kust voor Labrador en daar bij onherstelbaar was beschadigd. Den eersten nacht brachten zij in ijzi ge koude bij hun vernield toestel door. Door het s'echte weer konden zij hun po sitie onvoldoende opnemen, zoodat zij pro beerden, denkend in de Ungava-baai te zijn, Oostwaarts land te bereiken. Na met hun noodrantsoen aan voedsel 24 uur lang over geweldige ijsbergen te zijn ge klommen, ontwaarden zij tot hun ontzet ting een eindelooze watervlakte voor zich Eerst toen begrepen zij verkeerd te zijn gegaan. Tegelijk zagen zij echter, dat naar bet Westen land zich uitstrekte. Zij na men daarop deze richting. Hun tocht duurde van dit oogenblik af niet minder dan zeven etmalenTenslot te bereikten zij de kust van Labrador bij een koude van 25 gr. Fahrenheit onder nul (57 graden F. vorst). Herhaaldelijk werden ijsschotsen benut als „vlotten" om over hooge ijsbergen heen te komen. Alle gerieflijkheden en overtollige kleeren wer den van lieverlede prijsgegeven om de te dra sen vracht maar te verlichten. Het CORRESPONDENTIE. Tante Cor, Leiden. Dank U ■wel, Tante voor dit leuke verhaaltje dat ik heel gaarne laat plaatsen. Zie vandaag eensl Dat is het eerste verhaal met „ver volgen". klink zoo! Maak eens een versje over „De LenteBij voorbaat mijn dank. Met hand en groet! Adriaan Waayer, Stompwijk. Je hebt groot gelijk gehad! Voor de Kerstverhaaltjes heb ik geen ruimte. Die blijven nog een tijdje rusten. Het' „ander- tje'' heb ik met genoegen gelezen en vindt de volgende week een plaats. Zie dan eens! Veel groetjes ook aan je vrien dinnetje Adriana van Kempen! Dag Adri! Bertus Mank, Leiden. Zoo Bertus, wat een mooi opstelletje heb jij gemaakt? Dat is voor een jongetje van jouw leeftijd heel goed. Dat heb je zeker naverteld? Mijnheer zal wel over jou in school tevreden zijn. Dag Bertus! Booie Kees, Loiden. Dat noom ik werken, Kees! Daar haal je opeens de schade in. Ja Neefje 1 Ik miste jou en daarom deed 't me zoo goed, toen ik jouw oolijke snuit weer om het hoekje zag kij ken. Lentezang; Droomen; Tournooi; Kleine Broer en De laatste rust. komen de volgende week aan de beurt. Elke week één versje, dat vind je zeker wel goed? Dag Kees! Laat jo dichtaar maar vloeien; ik zal wel zorgen, dat het gcolaatst wordt al gaat hetook.langzaam. Nu heb ik nog iets heel bijzonders mee te deelen, aan alle Neefjes en Nichtjes, die ons Kerstnummer hielpen vullen. Met het oog op de ruimte, die ons voorloopig toebedeeld wordt en met het oog op den tijd, die zachtkens voorbij gaat, hebben we besloten alle Kerstverhaaltjes en versjes te bewaren tot het volgend Kerst feest en nu' te plaatsen wat actuee'e- is en meer passend is in den tijd van het jaar, waarin we leven. Ik geloof ook, dat het beter is voor Ons Hoekje, al zag ik liever voor jullie de Kerstnummers eerst ge plaatst. Wat er aan te doen? Wie maakt nu iets oVer De Lente; Het Voorjaar; Pa- schen; Paaschvacantie; De Vasten; De Vogels in 't voorjaar; De Ooievaar ie go- komen, enz. Wie? Ik wacht af! De volgende week ga ik door met liet beantwoorden der brieven en vragen. Jullie liefhebbende, Oom Wim. EEN SPRO°",r GROOT EN KLEIN door Gom Wim. VII. Tino en Izo zijn alleen en wachten. Zi' durven niet te spreken, bang onbe- Schc en te zijn, te midden van die onge kende weelde en onbekende hoffelijkheid. Ze kijken el'een rond en hun Hikke-" dwalen van 't eene kostbare meubelstuk naar 't andere. Nooit voor dezen zag bei- voedsel was in een minimum van tijd op geteerd, dank zij vooral den formidabelen eetlust van den EsLimo-gids. Gelukkig wisten de mannen ten slcte een walrus te schieten, die in rauwen staat werd veror berd Land werd bereikt b'j Nachvak in La brador, echter nog zoover benoorden deze plaats, dat de arme kerels bij al hun uit- putting nog een vollen dag mcesren loo- pen, zonder een menschelijk wezen te zien. Eindelijk ontmoetten zij een Eski mojager met zijn vrouw op een honden- slede, die hen over de laatste kilometers meenamen. Eskimo's waren het ook, clie hen ten slotte van Nachvak naar Fort Burwell brachten, waar zij „koud, uitge hongerd en lichtelijk bevroren, maar toch gelukkig", aankwamen. Sneeuw te Londen. Gistermorgen vroeg is overal in Londen en in de voorsteden van Londen sneeuw gevallen. Inbrekers aan het werk. Een meisje neergeschoten. In een huis van vijf verdiepingen te Pantin in het Noorden van Parijs werd een dezer nachten ingebroken. De heer Fedelle, die met vrouw en kinderen gelijkvloers woont, hoorde des nachts om één uur gerucht in de gang en ging op onderzoek uit. Hij ontmoette een tweetal jongemannen, dat uit den keldet kwam. Zij sprongen op hem toe en sloe gen hem neer. Mevrouw Fedelle schoot, luid om hulp roepend, toe en trachtte, den inbrekers te be'etten, het huis te verlaten. Zij kreeg echter een slag op het hoofd en een schot in den schouder en viel neer. Juist toen de dieven door de voordeur ontsnapten, kwam Madelinod, de 15-jarige dochter, aan. Zij zag haar ouders bewus teloos liggen, snelde de deur uit, de in brekers achterna en haalde ze een dertig meter van het huis in. Eén van hen greep ze in zijn kraag, waarop de andere haar, een kogel door het hoofd joeg. Alles was binnen een minuut gebeurd. Toen de ander bewoners van het huis, on der wie de zoon, verschenen, waren de misdadigers verdwenen. De toestand van mevrouw Fedelle, die naar het ziekenhuis is vervoerd, is ernstig. De politie gelooft, dat de inbrekers den kelder van den heer Fedelle overdag waren binnengedrongen, in de hoop zich 's nachts een weg to banen naar den „aangrenzenden kelder, welke onder een café ligt., waarvan zij de kas hadden wil len plunderen. Verduistering bij de Saarmijnen. Naar uit Saaibrücken wordt gemeld, is de Fransche mijndirectie te SaarbrucLen groote verduisteringen op het spoor geko men. De Fransche bediende, die de boekhou der oog iets mooiers en edelers en voorna- mers. Hier spraken uit ade lijnen en vor men, de verfijning van de kunst, en <re blik van den kunstenaar. Hier staan divans met dons gevoerd en gebloemde zijde en versierd met gebor duurde vogels en kapellen en dieren ve'.er soort; daar liggen kussens te kust en te keur waarin de ranke en slanke lichaam pjes der Nymphen en Fcetjes wegduiken en liggen als op bedjes van rozeblaadjes zoo zacht. Stoelen met gouden pooten en tafels met zilveren bladen en vazen vol geurige soortige bloemen, trekken zeker de aan dacht dier twee kleine mannen it de on derwereld en waar ze hun blikken ook w-enden, overal heerseht 'n weelde, dio aan 't fabelachtige grenst. Het is een lusthof, een waar paleis voor de Boschfeè, voor de koningin 'van dit woud. Maar stil, op den achtergrond, waar een troon van goud zich verheft, en haar zetel met het koninklijk wapen, wachtdaar wordt een zijden gordijn op zij geschoven en daar staat zij in haar volle schoonheid, de koningin van 't woud. Als op een wenk buigen èn Tino en Izo driemaal zich neder tot don vloer en dan klinkt het uit den mond van de Boschfee: Wccst welkom, gij mannen uit het land onder de aarde; woest welkom als de brenger van Konings groet; weést welkom in ons midden, waar geluk slechts heerseht en liefde en gezondheid en Komt nader en gaat zitten hier aan mijn voet. Uw zending is volbracht. Mijn plicht volgt nu. Ik zal me gelukkig rekenen iets te mogen doen voor de gezondheid van Uw Heer en Meester; ik zal u wijzen den weg en ik zal u geven den raad van mijn hart en zoo zult g:j slagen, eer morgen avond de zonne is ondergegaan achter de bergen, die begrenzen dit woud. Hoe zal ik, als de vertrouweling mijns Meesters, U danken, gezegende Vorstin van dit gozeger.de oord, waar alles spreekt van vrede en liefde en rust, hoe zal ik U danken voor Uw gouden woorden, die zoo veel schoone beloften inhouden voor Ko nings heil en Konings herstel Wat ik voor Uw koning doen ga, dat zou ik doen voor ieder van U, want Uw volk en het mijne, is van één en dezelfde stam, uit het Sprookjesland, ontsproten. Uw dank pleit voor Uw gouden hart en is als een weerglans van het hart van Uw Vorst, die ik huldigen zal als een held van een roemrijk geslacht» Edele Vorstin, hoe zoudqn Uw gouden woorden als zoete melodieën in de ooren klinken van den zieken Vorst uit ons land, ware het hem gegeven hier neer te zitten aan Uw voelen, waar ik, zijn d enaar s'echts, het buitengewone voorrecht heb nu mijn dank te mogen stamelen en mijn bede te mogen uittstorten in zijn naam voor Uw heil. en Uw standvastig geluk! Waar dienaren spreken in zulke to nen, daar moet het gced zijn te luisteren naar de muziek van den Koning, en daar om noodig ik U uit, om vanavond het „Welkomstfeest" mee te maken, dat ik ter eere van Uw vorst en i r eere van zijn dienaar, geven zal. Kan ik op uw tegen woordigheid rekenen? INGEZONDEN MEPEDEELING. ding hield, heeft groote bedragen, die op rekening van de mijnen geplaatst moes ten worden, voor zichzelf gebruikt. De rente werd echter regelmatig door hem betaald. Men weet niet zeker, hoeveel er verduisterd is; doch naar verluidt beloopt 'iet bedrag ongeveer 320.000 francs Men heeft reeds met zekerheid vastgesteld, dat een bedrag van 90.000 francs niet verant woord is. De schuldige moet reeds Maan dag gevangen genomen zijn. Een kinderdorp in Palestina. In het dal Emiek in Palestina bestaat een dorp, dat den officieolcn naam Kfar Jeladin d.i. kinderdorp draagt. Deze plaats is uitsluitend voor kinderen be stemd en door kinderen bewoond. In het dorpje van hoogstens 3000 inwoners zijn er s'echts drie volwassenen, een paeda- goog, een economist en een arts, alle an dere „burgers" van dit plaatsje zijn kin deren van 5 tot 16 jaar. Zij zijn afkomstig uit Rusland, Oekraine, Polen, Roemenië en Klein-Azië. Hun ouders hebben bij pogroms en re voluties den dood gevonden. Het actieve kiesrecht begint met zes jaar, het pas sieve met 10, alle politeke rechten inbe grepen. De „burgers" kiezen telken jare uit hun midden een gemeenteraad die uit zeven leden bestaat welke alle gemeente zaken moeten „regelen". Een banknotenregen. Tijdens een hevigen stormwind kwam dezer dagen een groot aantal banknoten \an 100 schilling op het kerkplein te Rot- tenmann ncergeregend. Verschillende voorbijgangers wisten bankbiljetten te pakken te krijgen. In to taal werd er een bedrag van 1800 shil ling bij de betrokken overheden gedepo neerd. Later meldde zich een zakenman aan, die kon bewijzen, dat de bankbiljetten hem toebehoorden. Ik zou meer dan ondankbaar zijn, als ik Uw vriendelijk en voor mij vereerend aanbod niet aanvaardde, maar groote en machtige Vorstinne van het rijk der Nym phen en Feeën, hoe zal ik, uw onwaardi ge dienaar, voor zooveel eer U kunnen be danken? Genoeg Tinol genoeg! Uw toestem ming verblijdt me zeer en ik zal onmiddel lijk mijn bevelen geven tot het bereiden van een feest dat waardig is den vertegen woordiger van den koning der kabouters onzen vriend en weldoener in de on derwereld te worden gegeven. En met dat zij dit zei, drukt ze op een onzichtbaar knopje en daar komen als op donzen voetjes nader twee kleine Feeën en vragen met bedeesde stemmetjes; wat haar Gebiederesje wenscht. Gaat en roept op alle Nymphen en Feeën, groot en klein, die aangewzen zijn om mij en mijn gasten te vermaken! Dat elk op zijn post zij en het worde een feest van zeldzame schoonheid. Gaat! (Wordt vervolgd). De Geest van het Kasteel door Ellen. (Slot.) Toen de baron 's avonds naar bed ging, meende bij het groote groene gordijn te zien bewegen. „Gekheid", bromde hij, „ik zoek ik natuurlijk overal wat achter, maar prettig voel ik me niet zoo alleen." Het go- kras van een uil buiten deed hem schrik ken. Toon viel er ecu stilte, do baron bleef liggen klaar wakker, het licht brandde en toch was de stilte dreigend. Plotseling ging het lich uit. „God sta me bij", bad >'e ba ron, hij wist wat nu komen zou. En het kwam, wit en vaag, onhoorbaar naar het bed geslopen. De baron kroeg een govoel, alsof hij zou stikken; do hand, waarin hij onder het dek z'n revolver hield scheen verlamd. Het spook boog zich naar hem over. „O, God, hij zal me worgen", dacht de oude man. Een doek werd op z'n gezicht gelegd.. Chloroform. Langzaam gleed hot bewustzijn van de kasteelheer weg en het spook wachtte over het bed gebogen. Toen gleed een witte hand onder liet kussen en nam de portefeuille. Het spook draaide zich om en grijnsdePang, pang.... vanachter het gordijn klonken s'' Ten, met een kreet zonk het spook ineen. Harry stapte van achter het gordijndraaide het licht oprukte het gordijnkoord af en bond het spook, dat de portefeuille nog krampachtig vasthield aan handen en voeten. Onder het spokenklced zag hij de uniform van een lakei, het verwrongen gezicht was met phosphor besmeerd. „De man leefde nog. „Gelukkig", zuchtte Har ry. Toen keew hij na,ar z'n oom, trok de doek weg en goot hem' wat brandewijn tus- s"hen de lippen. Hij kwam langzaam bij. „Harrybet snooko GodHar rydaar, daar!" Stil oom, daar ligt het soiok van vleesch en bloed, met uw poTcfeuiVle in de hand. Snapt u den opzet? Fen gesneone dief, een van uw lake"'en, ik schoot fcp hem vnach- ter hot gordijn! „Mijn jongen., dank je. dank je en de oude man sloot vei oeid de oogen, niet in staat om nog vercLr te donken of te spreken. „Ga slapen oom, ik zal alles Een non-^top-llft. Te Londen heeft een dame in een ho tel een vreemd avontuur beleefd. Zij stap te beneden in de automatische lift en drukte op den knop voor de derde ver dieping. De lift ging echter tot de hoog ste verdieping door en kwam daar tot sflstand. Toen de dame de liftdeur opende om uit te stappen, begon de lift weer te dalen. Zij trok haar been weer snel te rug en werd weer mee naar beneden ge veerd. Beneden aangekomen trachtte zij direct uit te lift te komen, doch teen zij /ae deur wilde openen schoot de lift we der omhoog en liep weclercm to de bo venste verdieping door. Zij begon om hulp te schreeuwen, doch niet voordat zij vijf maal hen en weer, van de bovenste ver dieping tot don grond, was gegaan, kwam er iemand opdagen, die den electrischen stroom afsloot. Teon werd zij beneden in zwijm uit de lift gedragen. KALENDER DER WEEK. N.B. Als niet anders wordt, aangegeven mist in deze week iedere II. Mis Gloria on Credo. Do Prefatie v. d. Vasten. Ivleur: Paars. ZONDAG, II Maart. Derde Zondag v. d. Vasten. Mis: Oculi. £e gebed A Cunctis; (om de voorspraak der Heiligen af te smceken); 2e Ümnipotens (voor levenden en dooden) Credo. Voortdurend moeten wij ons oog en onze ziel gericht hebben op den Heer (ïntroi- tus), van Wien alleen wij hulp kunnen ver wachten om ons te verdedigen tegen onze vijand (den duivel), die overmachtig dreigt te worden (Gebed en Graduale) en ons wil verleiden tot zonden, welke onder Christe nen zelfs niet genoemd moeten worden (Epistel). Onze levenswandel moet zijn als van kinderen des Lichts (liet ware geloof), God dienende, gelijk plichtgetrouwe dienst baren betaamt (Epistel en Tractus). De uitdrijving van den duivel (Evangelie) toont ons Gods macht over den duivel, laat ons zien welk een hulp wij hebben in den Heer. Met zijn hulp zijn wij zeker in staat Zijne billijke voorschriften te onderhou den (Offertorium) en mogen wij in het verleden misdaan hebben, het Goddelijk Zoenbloed moge ons reinigen en heiligen (Stilgebed), opdat wij eenmaal gelukkig in den hemel in alle eeuwigheid God kun nen loven. (Communio). MAANDAG, 12 Maart. Mis v. d. H. Gre- gorius I, Paus, Bolijder on Kerklceraar; .Sacerdotes Gloria. 2e gebed en laatsto Evangelie v. d. Maandag in de tweede week v. d. Vasten. Credo. Kleur: Wit. Gregorius I, Paus van 590 tot 601, wordt terecht genoemdde Groote. Ondanks zij ne voortdurende ziekelijkheid strekte hij zijne zorgen uit over do geheelo Kork en zeer veel heeft hij voor haar gedaan in moeilijke tijden. Groot zijn ook zijne verdiensten voor de regelen". De baron knikte en sluimerde in. Harry keck nog eens of het spook wel goed gebonden was, het was in ordo en de man was nog niet eens tot bewustzijn gekomen. Hij belde de politie en den dok ter op en ook Elisa. Ze zou komen onmid dellijk.... ze was hera zoo dankbaar.,., zei ze door de telefoon. De dokter wilde, dat de baron dien dag het bed zou houden, neen, er was niet3, maar de schrik zat er nog wat in. „De ze nuwen wat kalmeeren baron", zei de dok ter. De politie rekende den gowetenloozen lakei in, die zijn meester had willen beste len. Harry werd geprezen om z'n moedig optreden. „Jongen", vroeg de baron dank baar, „hoe wist je het?" „Ik kreeg het ver moeden, oom, teen ik dien vent daar zoo onbeweeglijk bij het buffet zag staan. En dat uitdraaien van het licht! In het don ker kreeg de phosphor natuurlijk ec lich tend effect. Ik ging weg, oom maar bleef in het dorp. 's Avonds kwam ik hier, het keukenraam stond open, daardoor kwam ik binnen en verstopte me achter het gor dijn. Geen grapje, oom, om je zoo lang stil te moeten houden en z'n sympathieke stem viel oom opeens op. Vroeger had hij Harry zoon onbeduidend ventje gevonden. Hij keek naar den flinken jongen, verdui veld, hij had een knap gezicht ook. En oom lachte eens geheimzinnig. Nu is Harry met Eliza getrouwd en zijn gelukkig. Sedert heeft het niet meer in het oude kasteel gespookt en beiden trachten do verdere levensjaren van Oom zoo aangenaam mogelijk tc maken. Het spook zich achter slot en grendel. Kees wil een auto hebben. a> Kees vroeg aan zijn vader, of hij eon auto kreeg. Maar zijn vader zei: „als je grooter bont, jongen!" Ben ik dan klein vader? Tenminste groot ben je niet. Maar ik wil toch een auto hebben, vader! 't Kost mij te veel geld, zei vader. Maar Keesje dacht: van vader krijg ik er toch geen. Maar dan maak ik er zelf een, als vader naar zijn werk is. En 't ging zoo hij gezegd had. Toen zijn vader naar het werk was, nam Kees vaders gercedsohao en ging aan 't werk. En 't ging al heel goed. Twee plankjes zaten al recht, maar die tweede zat nog niet stevig genoeg, dacht Kees. maar, o wee. daar kwam do hamer met zoo'n kracht neer, dat het daverde, maar hij kwam op zijn vinger terecht. Nu liep hij huilend naar binnen. En moodcr vroeg wat er aan de hand was, en Kees zei wat er met ziin vinger was g beurd. Moeder zei: ik zal er eon deeltje om doen en straks zal ik het aan vader vertellen. Toen vader van het land kwam zei moe der wat er rehcurd was. En vac1"- zei, dat Kees maar had moeten wa. Ten tot hij wat grooter was. Dan was 't niet zoo gegaan. Zoo gaat het altijd, wie iet hooren wil moet voelen. 3ertus Mank. MARA Oorspronkelijk verhaal door Tante Cor. I. Mara, een snoezig, bL ie krullcbol, is het eenige dochtertje v. u 'n Bei0.o»he H. Liturgie. Naar hem wordt onzo kerk* zang genoemd: de Gregonaanscho zang". De H. Mis v. d. dag: ln Deo. 2e gebod v. d. H. Gregorius. Kleur: Paars. DINSDAG, 13 Ma^rt. Mis v. d. Dlnsdngf Ego clcmavi. De gebeden als op Zondag. WOENSDAG, li Maart. Fee:t van het H. Sacrament van Mirakel te Amsterdam. Mis: Cibavit (Zie in het Feesteigen v. h. Bisdom Haarlem). 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Woensdag. Credo. Profatie van Kerstmis. Kleur: Wit. De H. Mis v. d. dag: Ego autem. 2e gebed van het Mirakelfeest. DONDERDAG, 15 Maart, Mis v. d. Don derdag: Salus populi. De goboden alB op Zondag. VRIJDAG, 16 Maart, Mis v. d. Vrijdag? Fac mccum. De gebedon ais op Zondag. ZATERDAG, 17 Maart. Mis v. d. H. Ger- trudis, Maagd: Vultum tuum. Gloria. 2e gebed v. d. H. Patrieius; 3e v. d. Zater dag; 4e voor den Bisschop; 5e voor d^n Paus. Laatsto Evangelie v. d. dag. Klourrj Wit. De H. Gertrudis was de dochter van derf Zaligen Pepijn van Landen en de II. Itta of Iduberga, Na een leven van wereldver achting stierf zij als abdis van het door hare moeder gestichte klooster te Nivellos in Brabant, den I7en Maart 66-4. Gertrudis oefende zich geheel haar leven in werken van heiligheid, waaronder vooral dionoit genoemd: het stichten en versieren van kerken; hare milddadigheid jegens de ar men, hare overbekende gastvrijheid. Zij wordt afgebeeld met een beker in de oene hand (gastvrijheid) en in de andero een abdisstaf, waartegen veldmuizen opklim men. Dit laatste naar aanleiding van heb inroepen harer voorspraak tegen de rat ten- cn muizenplaag in huis en op hot veld. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN CISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, be halve: ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Z. Joannes- Baptista van Fabriano en Christophorus van Milaan, Belijders; 3e A Cunctis. DINSDAG. Mis v. d. Z. Agnellus van Pisa, Belijder: Os Justi. Gloria. 2e gebed v. d. Dinsdag; 3o A Cunctis. Kleur: Wit. In do H. Mis v. d. dag 2e gebed v. d. Z. Agnellus; 3e A Cunctns. WOENSDAG. Mis v. d. Woensdag: Ego autem. 2e gebed v. d. Overbrenging v. cl. II. Bonaventura; 3e A Cunctis. ZATERDAG, Mis v. d. H. Patrieius, Bisschop en Belijder: Statuit. Gloria. 2e gebed v. d. Zaterdag; 3e naar verkiezing v. d. Onbevlekte Ontvangenis; 4e voor den Bisschop! 5o voor den Paus. Laatste Evan gelie v. d. dag. In de H. Mis v. d. Zaterdag; 2e gebed v. d. Zaterdag; 3o (naar verkiezing) v. d. Onbevlekte Ontvangenis; 4o v. d. II. Patri eius; 4o (5e) van den Bisschop; 5e (6o) van den Paus. Laatste Evangelie v. d. Onbe vlekte Ontvangenis. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. vader en 'n Hollandsche moeder. Ze was vier jaar, toen de gebeurtenissen, die ik de kleine lezers on lezeresjes ga vertellen, voorvielen. Ze woonde in Den Haag, waar haar ouders, die gelijk zoovcol andore Bel gische families uit België gevlucht waren, toen de Duilschers de stad Antwerpen in namen; een good heenkomen gezocht en gevonden hadden. Het is dus ol lang ge leden toen Mara's geschiedenis begon, en nu is zij al 'n meisje van ruim dertien jaar. Haar ouders bewoonden een gemeubi leerde étage, Mara's vader had een be trekking als boekhouder gevonden, en kon dus weer zijn gezin onderhouden, en al wa ren hun inkomsten veel minder dan in België, ze kónden er toch van leven, en voelden zich dankbaar dat Ilollanu hun een nieuw tehuis bozorgd had. Maar op eens werd Mara's moedorke, zoo noemde ze haar moeder, cn tegen haar vader zei zo vaderke, werd Mara's moederkc ziek, heel erg ziek, en dokter zei, dat ze lang zou moeten rusten. Mara was nog te jong om te begrijpen, dat zo stil cn rustig moest zijn, en moederke niet ..telkens moest vra gen om haar poppen te hel pon nau- en uitkleeden. Dcj clamo, van wie zo do étago gehuurd hadden, nam Mara, nu en dan wel een poosje bij zich, maar op den duur vond zo het toch te lastig, en bovendien hield ze niet van kinderen, cn begreep daarom ook niet Mara's lieve kinderspelle tjes, en vond dat Mara tc vool rommel maakte. Als Mara's vaderke 's avonds van het kantoor thuis kwam, nam hij zijn kleine lieveling wel op zijn knie, en droogde de traantjes, die te voorschijn kwamen, als Mara vertelde, dat madame Borgmans zoo boos koek, als zo moedorke speelde, en al de stoelen in de kamer rond de tafel schoof, om de visite to ontvangen, en dat madame juist teen do visite kwam, gebood alles weer netjes op z'n plaats tc zetten, en ze Mara weer naar boven, naar moe derkc stuurde. Vaderke zei dan wel, dat Mara het ma dame niet lastig mocht maken, en dat moedorke wel weer gauw beter zou zijn, en ze dan weer samen zouden snelen. Met moederke spe'en vond Mara altijd zoo prettig, die maakte altijd poppcnkleer- tjes, en teen Marcellineke haar hoofdje van het rompke was gevallen, heeft rare- derko het weer met touwtjes gemaakt. Marcellineke was haar lievelingspop, om dat die naar haar vaderke, die Marcel heette, genoemd was. Als Mara dan met Marcellineke in heur armlccs in 't kleine ledikantjo sliep, zat haar vader mot do hand ohdcr het hoofd te denken, of hij niemand wist, die tijdebjk do plaats van Mara's moeder zou willen innemen. Toen rieo zijn vrouw, die in de aan grenzende kamer te bed lag, hem bi.' zich, en zei: Weet jo wat je moest doen? schrijf een briefje naar tante Anna in Amsterdam dat ik ziek ben, en Mara er bij tekort komt en tante Anna, die zoo dol on kindoren is, zal haar dan wel een tijd bij zich nemen. Zoo gezegd, zoo gedaan, en 's avonds ging do brief al op de post, on wachtto z<- vol ongeduld af, wat tanto zou antwoorden, doch vol vertrouwen, dat het gunstig zog zijn. (Wordt vervolgd), j 3-3 J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 11