Buitenl. Berichten.
VOOR ONZE KINDEREN.
ONGELUKKEN.
Mijnongeluk in Silezië.
Drie slachtoffers.
Uit Bunzlau wordt gemeld: Een ernstig
mijnongeluk heeft gisteren plaats gehad in
de naburige mijn Herschels-Waldau. Bij
het stijgen van een liftkooi, die door een
.arbeider in strend met de bepalingen voor
het vervoer van hout werd gebruikt, raak
te de kabel los, waardoor de kooi neer
stortte. De mijnwerker werd hierdoor ern
stig gewond De defecte kooi werd toen
door de reddingsmanschappen, eveneens in
strend met de voorschriften gebruikt om
den gewonden arbeider naar boven te
brengen, waarben do kooi opnieuw neer
stortte. De gewonde arbeider en nog een
mijnwerker werden daarbij gedood, terwijl
een derde zoo zwaar werd gewond, dat
men voor zijn leven vreest.
Ernstig auto-ongeval in Duitschland.
In de nabijheid van Breslau is de auto
van een reiziger tegen een boom gere
den. Hierdoor werden twee inzittenden o?
slag gedood; twee anderen werden licht
gewond.
Zeven dagen over de ijsvelden.
Avontuurlijko tocht van
aviateurs.
To Fort Burwell aan de Hudson-straat
zijn twee manschappen van de Canadee-
scha luchtmacht alsmede hun Eskimo-gids
gearriveerd, die een bijster avontuurlijken
tocht achter den rug hebben, nadat hun
vliegtuig een noodlanding had moeten
doen op een ijsveld zestig mijl buiten de
Atlantische kust voor Labrador en daar
bij onherstelbaar was beschadigd.
Den eersten nacht brachten zij in ijzi
ge koude bij hun vernield toestel door.
Door het s'echte weer konden zij hun po
sitie onvoldoende opnemen, zoodat zij pro
beerden, denkend in de Ungava-baai te
zijn, Oostwaarts land te bereiken. Na
met hun noodrantsoen aan voedsel 24 uur
lang over geweldige ijsbergen te zijn ge
klommen, ontwaarden zij tot hun ontzet
ting een eindelooze watervlakte voor zich
Eerst toen begrepen zij verkeerd te zijn
gegaan. Tegelijk zagen zij echter, dat naar
bet Westen land zich uitstrekte. Zij na
men daarop deze richting.
Hun tocht duurde van dit oogenblik af
niet minder dan zeven etmalenTenslot
te bereikten zij de kust van Labrador bij
een koude van 25 gr. Fahrenheit onder
nul (57 graden F. vorst). Herhaaldelijk
werden ijsschotsen benut als „vlotten" om
over hooge ijsbergen heen te komen. Alle
gerieflijkheden en overtollige kleeren wer
den van lieverlede prijsgegeven om de te
dra sen vracht maar te verlichten. Het
CORRESPONDENTIE.
Tante Cor, Leiden. Dank U
■wel, Tante voor dit leuke verhaaltje dat
ik heel gaarne laat plaatsen. Zie vandaag
eensl Dat is het eerste verhaal met „ver
volgen". klink zoo! Maak eens een versje
over „De LenteBij voorbaat mijn dank.
Met hand en groet!
Adriaan Waayer, Stompwijk.
Je hebt groot gelijk gehad! Voor de
Kerstverhaaltjes heb ik geen ruimte. Die
blijven nog een tijdje rusten. Het' „ander-
tje'' heb ik met genoegen gelezen en
vindt de volgende week een plaats. Zie
dan eens! Veel groetjes ook aan je vrien
dinnetje Adriana van Kempen! Dag Adri!
Bertus Mank, Leiden. Zoo
Bertus, wat een mooi opstelletje heb jij
gemaakt? Dat is voor een jongetje van
jouw leeftijd heel goed. Dat heb je zeker
naverteld? Mijnheer zal wel over jou in
school tevreden zijn. Dag Bertus!
Booie Kees, Loiden. Dat noom
ik werken, Kees! Daar haal je opeens de
schade in. Ja Neefje 1 Ik miste jou en
daarom deed 't me zoo goed, toen ik jouw
oolijke snuit weer om het hoekje zag kij
ken. Lentezang; Droomen; Tournooi;
Kleine Broer en De laatste rust. komen de
volgende week aan de beurt. Elke week
één versje, dat vind je zeker wel goed?
Dag Kees! Laat jo dichtaar maar vloeien;
ik zal wel zorgen, dat het gcolaatst wordt
al gaat hetook.langzaam.
Nu heb ik nog iets heel bijzonders mee
te deelen, aan alle Neefjes en Nichtjes,
die ons Kerstnummer hielpen vullen. Met
het oog op de ruimte, die ons voorloopig
toebedeeld wordt en met het oog op den
tijd, die zachtkens voorbij gaat, hebben
we besloten alle Kerstverhaaltjes en
versjes te bewaren tot het volgend Kerst
feest en nu' te plaatsen wat actuee'e- is en
meer passend is in den tijd van het jaar,
waarin we leven. Ik geloof ook, dat het
beter is voor Ons Hoekje, al zag ik liever
voor jullie de Kerstnummers eerst ge
plaatst. Wat er aan te doen? Wie maakt
nu iets oVer De Lente; Het Voorjaar; Pa-
schen; Paaschvacantie; De Vasten; De
Vogels in 't voorjaar; De Ooievaar ie go-
komen, enz. Wie? Ik wacht af!
De volgende week ga ik door met liet
beantwoorden der brieven en vragen.
Jullie liefhebbende,
Oom Wim.
EEN SPRO°",r GROOT
EN KLEIN
door Gom Wim.
VII.
Tino en Izo zijn alleen en wachten.
Zi' durven niet te spreken, bang onbe-
Schc en te zijn, te midden van die onge
kende weelde en onbekende hoffelijkheid.
Ze kijken el'een rond en hun Hikke-"
dwalen van 't eene kostbare meubelstuk
naar 't andere. Nooit voor dezen zag bei-
voedsel was in een minimum van tijd op
geteerd, dank zij vooral den formidabelen
eetlust van den EsLimo-gids. Gelukkig
wisten de mannen ten slcte een walrus te
schieten, die in rauwen staat werd veror
berd
Land werd bereikt b'j Nachvak in La
brador, echter nog zoover benoorden deze
plaats, dat de arme kerels bij al hun uit-
putting nog een vollen dag mcesren loo-
pen, zonder een menschelijk wezen te
zien. Eindelijk ontmoetten zij een Eski
mojager met zijn vrouw op een honden-
slede, die hen over de laatste kilometers
meenamen. Eskimo's waren het ook, clie
hen ten slotte van Nachvak naar Fort
Burwell brachten, waar zij „koud, uitge
hongerd en lichtelijk bevroren, maar toch
gelukkig", aankwamen.
Sneeuw te Londen.
Gistermorgen vroeg is overal in Londen
en in de voorsteden van Londen sneeuw
gevallen.
Inbrekers aan het werk.
Een meisje neergeschoten.
In een huis van vijf verdiepingen te
Pantin in het Noorden van Parijs werd
een dezer nachten ingebroken.
De heer Fedelle, die met vrouw en
kinderen gelijkvloers woont, hoorde des
nachts om één uur gerucht in de gang en
ging op onderzoek uit. Hij ontmoette een
tweetal jongemannen, dat uit den keldet
kwam. Zij sprongen op hem toe en sloe
gen hem neer.
Mevrouw Fedelle schoot, luid om hulp
roepend, toe en trachtte, den inbrekers te
be'etten, het huis te verlaten. Zij kreeg
echter een slag op het hoofd en een schot
in den schouder en viel neer.
Juist toen de dieven door de voordeur
ontsnapten, kwam Madelinod, de 15-jarige
dochter, aan. Zij zag haar ouders bewus
teloos liggen, snelde de deur uit, de in
brekers achterna en haalde ze een dertig
meter van het huis in. Eén van hen greep
ze in zijn kraag, waarop de andere haar,
een kogel door het hoofd joeg.
Alles was binnen een minuut gebeurd.
Toen de ander bewoners van het huis, on
der wie de zoon, verschenen, waren de
misdadigers verdwenen.
De toestand van mevrouw Fedelle, die
naar het ziekenhuis is vervoerd, is ernstig.
De politie gelooft, dat de inbrekers
den kelder van den heer Fedelle overdag
waren binnengedrongen, in de hoop zich
's nachts een weg to banen naar den
„aangrenzenden kelder, welke onder een
café ligt., waarvan zij de kas hadden wil
len plunderen.
Verduistering bij de Saarmijnen.
Naar uit Saaibrücken wordt gemeld, is
de Fransche mijndirectie te SaarbrucLen
groote verduisteringen op het spoor geko
men.
De Fransche bediende, die de boekhou
der oog iets mooiers en edelers en voorna-
mers. Hier spraken uit ade lijnen en vor
men, de verfijning van de kunst, en <re
blik van den kunstenaar.
Hier staan divans met dons gevoerd en
gebloemde zijde en versierd met gebor
duurde vogels en kapellen en dieren ve'.er
soort; daar liggen kussens te kust en te
keur waarin de ranke en slanke lichaam
pjes der Nymphen en Fcetjes wegduiken
en liggen als op bedjes van rozeblaadjes
zoo zacht.
Stoelen met gouden pooten en tafels met
zilveren bladen en vazen vol geurige
soortige bloemen, trekken zeker de aan
dacht dier twee kleine mannen it de on
derwereld en waar ze hun blikken ook
w-enden, overal heerseht 'n weelde, dio aan
't fabelachtige grenst. Het is een lusthof,
een waar paleis voor de Boschfeè, voor de
koningin 'van dit woud.
Maar stil, op den achtergrond, waar een
troon van goud zich verheft, en haar zetel
met het koninklijk wapen, wachtdaar
wordt een zijden gordijn op zij geschoven
en daar staat zij in haar volle schoonheid,
de koningin van 't woud.
Als op een wenk buigen èn Tino en Izo
driemaal zich neder tot don vloer en dan
klinkt het uit den mond van de Boschfee:
Wccst welkom, gij mannen uit het
land onder de aarde; woest welkom als de
brenger van Konings groet; weést welkom
in ons midden, waar geluk slechts
heerseht en liefde en gezondheid en
Komt nader en gaat zitten hier aan mijn
voet. Uw zending is volbracht. Mijn plicht
volgt nu. Ik zal me gelukkig rekenen iets
te mogen doen voor de gezondheid van
Uw Heer en Meester; ik zal u wijzen den
weg en ik zal u geven den raad van mijn
hart en zoo zult g:j slagen, eer morgen
avond de zonne is ondergegaan achter de
bergen, die begrenzen dit woud.
Hoe zal ik, als de vertrouweling mijns
Meesters, U danken, gezegende Vorstin
van dit gozeger.de oord, waar alles spreekt
van vrede en liefde en rust, hoe zal ik U
danken voor Uw gouden woorden, die zoo
veel schoone beloften inhouden voor Ko
nings heil en Konings herstel
Wat ik voor Uw koning doen ga, dat
zou ik doen voor ieder van U, want Uw
volk en het mijne, is van één en dezelfde
stam, uit het Sprookjesland, ontsproten.
Uw dank pleit voor Uw gouden hart en is
als een weerglans van het hart van Uw
Vorst, die ik huldigen zal als een held van
een roemrijk geslacht»
Edele Vorstin, hoe zoudqn Uw gouden
woorden als zoete melodieën in de ooren
klinken van den zieken Vorst uit ons land,
ware het hem gegeven hier neer te zitten
aan Uw voelen, waar ik, zijn d enaar
s'echts, het buitengewone voorrecht heb
nu mijn dank te mogen stamelen en mijn
bede te mogen uittstorten in zijn naam
voor Uw heil. en Uw standvastig geluk!
Waar dienaren spreken in zulke to
nen, daar moet het gced zijn te luisteren
naar de muziek van den Koning, en daar
om noodig ik U uit, om vanavond het
„Welkomstfeest" mee te maken, dat ik
ter eere van Uw vorst en i r eere van zijn
dienaar, geven zal. Kan ik op uw tegen
woordigheid rekenen?
INGEZONDEN MEPEDEELING.
ding hield, heeft groote bedragen, die op
rekening van de mijnen geplaatst moes
ten worden, voor zichzelf gebruikt. De
rente werd echter regelmatig door hem
betaald. Men weet niet zeker, hoeveel er
verduisterd is; doch naar verluidt beloopt
'iet bedrag ongeveer 320.000 francs Men
heeft reeds met zekerheid vastgesteld, dat
een bedrag van 90.000 francs niet verant
woord is. De schuldige moet reeds Maan
dag gevangen genomen zijn.
Een kinderdorp in Palestina.
In het dal Emiek in Palestina bestaat
een dorp, dat den officieolcn naam Kfar
Jeladin d.i. kinderdorp draagt. Deze
plaats is uitsluitend voor kinderen be
stemd en door kinderen bewoond. In het
dorpje van hoogstens 3000 inwoners zijn
er s'echts drie volwassenen, een paeda-
goog, een economist en een arts, alle an
dere „burgers" van dit plaatsje zijn kin
deren van 5 tot 16 jaar. Zij zijn afkomstig
uit Rusland, Oekraine, Polen, Roemenië
en Klein-Azië.
Hun ouders hebben bij pogroms en re
voluties den dood gevonden. Het actieve
kiesrecht begint met zes jaar, het pas
sieve met 10, alle politeke rechten inbe
grepen. De „burgers" kiezen telken jare
uit hun midden een gemeenteraad die uit
zeven leden bestaat welke alle gemeente
zaken moeten „regelen".
Een banknotenregen.
Tijdens een hevigen stormwind kwam
dezer dagen een groot aantal banknoten
\an 100 schilling op het kerkplein te Rot-
tenmann ncergeregend.
Verschillende voorbijgangers wisten
bankbiljetten te pakken te krijgen. In to
taal werd er een bedrag van 1800 shil
ling bij de betrokken overheden gedepo
neerd.
Later meldde zich een zakenman aan,
die kon bewijzen, dat de bankbiljetten hem
toebehoorden.
Ik zou meer dan ondankbaar zijn, als
ik Uw vriendelijk en voor mij vereerend
aanbod niet aanvaardde, maar groote en
machtige Vorstinne van het rijk der Nym
phen en Feeën, hoe zal ik, uw onwaardi
ge dienaar, voor zooveel eer U kunnen be
danken?
Genoeg Tinol genoeg! Uw toestem
ming verblijdt me zeer en ik zal onmiddel
lijk mijn bevelen geven tot het bereiden
van een feest dat waardig is den vertegen
woordiger van den koning der kabouters
onzen vriend en weldoener in de on
derwereld te worden gegeven.
En met dat zij dit zei, drukt ze op een
onzichtbaar knopje en daar komen als op
donzen voetjes nader twee kleine Feeën
en vragen met bedeesde stemmetjes; wat
haar Gebiederesje wenscht.
Gaat en roept op alle Nymphen en
Feeën, groot en klein, die aangewzen zijn
om mij en mijn gasten te vermaken! Dat
elk op zijn post zij en het worde een feest
van zeldzame schoonheid. Gaat!
(Wordt vervolgd).
De Geest van het Kasteel
door Ellen.
(Slot.)
Toen de baron 's avonds naar bed ging,
meende bij het groote groene gordijn te
zien bewegen. „Gekheid", bromde hij, „ik
zoek ik natuurlijk overal wat achter, maar
prettig voel ik me niet zoo alleen." Het go-
kras van een uil buiten deed hem schrik
ken. Toon viel er ecu stilte, do baron bleef
liggen klaar wakker, het licht brandde en
toch was de stilte dreigend. Plotseling ging
het lich uit. „God sta me bij", bad >'e ba
ron, hij wist wat nu komen zou. En het
kwam, wit en vaag, onhoorbaar naar het
bed geslopen. De baron kroeg een govoel,
alsof hij zou stikken; do hand, waarin hij
onder het dek z'n revolver hield scheen
verlamd. Het spook boog zich naar hem
over.
„O, God, hij zal me worgen", dacht de
oude man. Een doek werd op z'n gezicht
gelegd.. Chloroform. Langzaam gleed hot
bewustzijn van de kasteelheer weg en het
spook wachtte over het bed gebogen. Toen
gleed een witte hand onder liet kussen en
nam de portefeuille. Het spook draaide
zich om en grijnsdePang, pang....
vanachter het gordijn klonken s'' Ten,
met een kreet zonk het spook ineen. Harry
stapte van achter het gordijndraaide
het licht oprukte het gordijnkoord af
en bond het spook, dat de portefeuille nog
krampachtig vasthield aan handen en
voeten. Onder het spokenklced zag hij de
uniform van een lakei, het verwrongen
gezicht was met phosphor besmeerd. „De
man leefde nog. „Gelukkig", zuchtte Har
ry. Toen keew hij na,ar z'n oom, trok de
doek weg en goot hem' wat brandewijn tus-
s"hen de lippen. Hij kwam langzaam bij.
„Harrybet snooko GodHar
rydaar, daar!"
Stil oom, daar ligt het soiok van vleesch
en bloed, met uw poTcfeuiVle in de hand.
Snapt u den opzet? Fen gesneone dief, een
van uw lake"'en, ik schoot fcp hem vnach-
ter hot gordijn!
„Mijn jongen., dank je. dank je
en de oude man sloot vei oeid de oogen,
niet in staat om nog vercLr te donken of
te spreken. „Ga slapen oom, ik zal alles
Een non-^top-llft.
Te Londen heeft een dame in een ho
tel een vreemd avontuur beleefd. Zij stap
te beneden in de automatische lift en
drukte op den knop voor de derde ver
dieping. De lift ging echter tot de hoog
ste verdieping door en kwam daar tot
sflstand. Toen de dame de liftdeur opende
om uit te stappen, begon de lift weer te
dalen. Zij trok haar been weer snel te
rug en werd weer mee naar beneden ge
veerd. Beneden aangekomen trachtte zij
direct uit te lift te komen, doch teen zij
/ae deur wilde openen schoot de lift we
der omhoog en liep weclercm to de bo
venste verdieping door. Zij begon om hulp
te schreeuwen, doch niet voordat zij vijf
maal hen en weer, van de bovenste ver
dieping tot don grond, was gegaan, kwam
er iemand opdagen, die den electrischen
stroom afsloot. Teon werd zij beneden in
zwijm uit de lift gedragen.
KALENDER DER WEEK.
N.B. Als niet anders wordt, aangegeven
mist in deze week iedere II. Mis Gloria on
Credo. Do Prefatie v. d. Vasten. Ivleur:
Paars.
ZONDAG, II Maart. Derde Zondag v. d.
Vasten. Mis: Oculi. £e gebed A Cunctis;
(om de voorspraak der Heiligen af te
smceken); 2e Ümnipotens (voor levenden
en dooden) Credo.
Voortdurend moeten wij ons oog en onze
ziel gericht hebben op den Heer (ïntroi-
tus), van Wien alleen wij hulp kunnen ver
wachten om ons te verdedigen tegen onze
vijand (den duivel), die overmachtig dreigt
te worden (Gebed en Graduale) en ons wil
verleiden tot zonden, welke onder Christe
nen zelfs niet genoemd moeten worden
(Epistel). Onze levenswandel moet zijn als
van kinderen des Lichts (liet ware geloof),
God dienende, gelijk plichtgetrouwe dienst
baren betaamt (Epistel en Tractus). De
uitdrijving van den duivel (Evangelie)
toont ons Gods macht over den duivel, laat
ons zien welk een hulp wij hebben in den
Heer. Met zijn hulp zijn wij zeker in staat
Zijne billijke voorschriften te onderhou
den (Offertorium) en mogen wij in het
verleden misdaan hebben, het Goddelijk
Zoenbloed moge ons reinigen en heiligen
(Stilgebed), opdat wij eenmaal gelukkig
in den hemel in alle eeuwigheid God kun
nen loven. (Communio).
MAANDAG, 12 Maart. Mis v. d. H. Gre-
gorius I, Paus, Bolijder on Kerklceraar;
.Sacerdotes Gloria. 2e gebed en laatsto
Evangelie v. d. Maandag in de tweede
week v. d. Vasten. Credo. Kleur: Wit.
Gregorius I, Paus van 590 tot 601, wordt
terecht genoemdde Groote. Ondanks zij
ne voortdurende ziekelijkheid strekte hij
zijne zorgen uit over do geheelo Kork en
zeer veel heeft hij voor haar gedaan in
moeilijke tijden.
Groot zijn ook zijne verdiensten voor de
regelen". De baron knikte en sluimerde in.
Harry keck nog eens of het spook wel
goed gebonden was, het was in ordo en
de man was nog niet eens tot bewustzijn
gekomen. Hij belde de politie en den dok
ter op en ook Elisa. Ze zou komen onmid
dellijk.... ze was hera zoo dankbaar.,.,
zei ze door de telefoon.
De dokter wilde, dat de baron dien dag
het bed zou houden, neen, er was niet3,
maar de schrik zat er nog wat in. „De ze
nuwen wat kalmeeren baron", zei de dok
ter.
De politie rekende den gowetenloozen
lakei in, die zijn meester had willen beste
len. Harry werd geprezen om z'n moedig
optreden. „Jongen", vroeg de baron dank
baar, „hoe wist je het?" „Ik kreeg het ver
moeden, oom, teen ik dien vent daar zoo
onbeweeglijk bij het buffet zag staan. En
dat uitdraaien van het licht! In het don
ker kreeg de phosphor natuurlijk ec lich
tend effect. Ik ging weg, oom maar bleef
in het dorp. 's Avonds kwam ik hier, het
keukenraam stond open, daardoor kwam
ik binnen en verstopte me achter het gor
dijn. Geen grapje, oom, om je zoo lang stil
te moeten houden en z'n sympathieke
stem viel oom opeens op. Vroeger had hij
Harry zoon onbeduidend ventje gevonden.
Hij keek naar den flinken jongen, verdui
veld, hij had een knap gezicht ook. En oom
lachte eens geheimzinnig.
Nu is Harry met Eliza getrouwd en
zijn gelukkig. Sedert heeft het niet meer
in het oude kasteel gespookt en beiden
trachten do verdere levensjaren van Oom
zoo aangenaam mogelijk tc maken. Het
spook zich achter slot en grendel.
Kees wil een auto hebben.
a> Kees vroeg aan zijn vader, of hij eon
auto kreeg. Maar zijn vader zei: „als je
grooter bont, jongen!" Ben ik dan klein
vader?
Tenminste groot ben je niet. Maar ik wil
toch een auto hebben, vader!
't Kost mij te veel geld, zei vader. Maar
Keesje dacht: van vader krijg ik er toch
geen. Maar dan maak ik er zelf een, als
vader naar zijn werk is. En 't ging zoo
hij gezegd had. Toen zijn vader naar het
werk was, nam Kees vaders gercedsohao
en ging aan 't werk. En 't ging al heel
goed. Twee plankjes zaten al recht, maar
die tweede zat nog niet stevig genoeg,
dacht Kees.
maar, o wee. daar kwam do hamer met
zoo'n kracht neer, dat het daverde, maar
hij kwam op zijn vinger terecht. Nu liep
hij huilend naar binnen. En moodcr vroeg
wat er aan de hand was, en Kees zei wat
er met ziin vinger was g beurd. Moeder
zei: ik zal er eon deeltje om doen en
straks zal ik het aan vader vertellen.
Toen vader van het land kwam zei moe
der wat er rehcurd was. En vac1"- zei, dat
Kees maar had moeten wa. Ten tot hij wat
grooter was. Dan was 't niet zoo gegaan.
Zoo gaat het altijd, wie iet hooren wil
moet voelen.
3ertus Mank.
MARA
Oorspronkelijk verhaal door Tante Cor.
I.
Mara, een snoezig, bL ie krullcbol, is
het eenige dochtertje v. u 'n Bei0.o»he
H. Liturgie. Naar hem wordt onzo kerk*
zang genoemd: de Gregonaanscho zang".
De H. Mis v. d. dag: ln Deo. 2e gebod v.
d. H. Gregorius. Kleur: Paars.
DINSDAG, 13 Ma^rt. Mis v. d. Dlnsdngf
Ego clcmavi. De gebeden als op Zondag.
WOENSDAG, li Maart. Fee:t van het
H. Sacrament van Mirakel te Amsterdam.
Mis: Cibavit (Zie in het Feesteigen v. h.
Bisdom Haarlem). 2e gebed en laatste
Evangelie v. d. Woensdag. Credo. Profatie
van Kerstmis. Kleur: Wit.
De H. Mis v. d. dag: Ego autem. 2e gebed
van het Mirakelfeest.
DONDERDAG, 15 Maart, Mis v. d. Don
derdag: Salus populi. De goboden alB op
Zondag.
VRIJDAG, 16 Maart, Mis v. d. Vrijdag?
Fac mccum. De gebedon ais op Zondag.
ZATERDAG, 17 Maart. Mis v. d. H. Ger-
trudis, Maagd: Vultum tuum. Gloria. 2e
gebed v. d. H. Patrieius; 3e v. d. Zater
dag; 4e voor den Bisschop; 5e voor d^n
Paus. Laatsto Evangelie v. d. dag. Klourrj
Wit.
De H. Gertrudis was de dochter van derf
Zaligen Pepijn van Landen en de II. Itta
of Iduberga, Na een leven van wereldver
achting stierf zij als abdis van het door
hare moeder gestichte klooster te Nivellos
in Brabant, den I7en Maart 66-4. Gertrudis
oefende zich geheel haar leven in werken
van heiligheid, waaronder vooral dionoit
genoemd: het stichten en versieren van
kerken; hare milddadigheid jegens de ar
men, hare overbekende gastvrijheid. Zij
wordt afgebeeld met een beker in de oene
hand (gastvrijheid) en in de andero een
abdisstaf, waartegen veldmuizen opklim
men. Dit laatste naar aanleiding van heb
inroepen harer voorspraak tegen de rat
ten- cn muizenplaag in huis en op hot
veld.
IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRAN
CISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Z. Joannes-
Baptista van Fabriano en Christophorus
van Milaan, Belijders; 3e A Cunctis.
DINSDAG. Mis v. d. Z. Agnellus van
Pisa, Belijder: Os Justi. Gloria. 2e gebed v.
d. Dinsdag; 3o A Cunctis. Kleur: Wit.
In do H. Mis v. d. dag 2e gebed v. d. Z.
Agnellus; 3e A Cunctns.
WOENSDAG. Mis v. d. Woensdag: Ego
autem. 2e gebed v. d. Overbrenging v. cl.
II. Bonaventura; 3e A Cunctis.
ZATERDAG, Mis v. d. H. Patrieius,
Bisschop en Belijder: Statuit. Gloria. 2e
gebed v. d. Zaterdag; 3e naar verkiezing
v. d. Onbevlekte Ontvangenis; 4e voor den
Bisschop! 5o voor den Paus. Laatste Evan
gelie v. d. dag.
In de H. Mis v. d. Zaterdag; 2e gebed
v. d. Zaterdag; 3o (naar verkiezing) v. d.
Onbevlekte Ontvangenis; 4o v. d. II. Patri
eius; 4o (5e) van den Bisschop; 5e (6o) van
den Paus. Laatste Evangelie v. d. Onbe
vlekte Ontvangenis.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
vader en 'n Hollandsche moeder. Ze was
vier jaar, toen de gebeurtenissen, die ik de
kleine lezers on lezeresjes ga vertellen,
voorvielen. Ze woonde in Den Haag, waar
haar ouders, die gelijk zoovcol andore Bel
gische families uit België gevlucht waren,
toen de Duilschers de stad Antwerpen in
namen; een good heenkomen gezocht en
gevonden hadden. Het is dus ol lang ge
leden toen Mara's geschiedenis begon, en
nu is zij al 'n meisje van ruim dertien
jaar.
Haar ouders bewoonden een gemeubi
leerde étage, Mara's vader had een be
trekking als boekhouder gevonden, en kon
dus weer zijn gezin onderhouden, en al wa
ren hun inkomsten veel minder dan in
België, ze kónden er toch van leven, en
voelden zich dankbaar dat Ilollanu hun
een nieuw tehuis bozorgd had. Maar op
eens werd Mara's moedorke, zoo noemde
ze haar moeder, cn tegen haar vader zei
zo vaderke, werd Mara's moederkc ziek,
heel erg ziek, en dokter zei, dat ze lang
zou moeten rusten. Mara was nog te jong
om te begrijpen, dat zo stil cn rustig moest
zijn, en moederke niet ..telkens moest vra
gen om haar poppen te hel pon nau- en
uitkleeden. Dcj clamo, van wie zo do étago
gehuurd hadden, nam Mara, nu en dan
wel een poosje bij zich, maar op den duur
vond zo het toch te lastig, en bovendien
hield ze niet van kinderen, cn begreep
daarom ook niet Mara's lieve kinderspelle
tjes, en vond dat Mara tc vool rommel
maakte.
Als Mara's vaderke 's avonds van het
kantoor thuis kwam, nam hij zijn kleine
lieveling wel op zijn knie, en droogde de
traantjes, die te voorschijn kwamen, als
Mara vertelde, dat madame Borgmans zoo
boos koek, als zo moedorke speelde, en al
de stoelen in de kamer rond de tafel
schoof, om de visite to ontvangen, en dat
madame juist teen do visite kwam, gebood
alles weer netjes op z'n plaats tc zetten,
en ze Mara weer naar boven, naar moe
derkc stuurde.
Vaderke zei dan wel, dat Mara het ma
dame niet lastig mocht maken, en dat
moedorke wel weer gauw beter zou zijn,
en ze dan weer samen zouden snelen.
Met moederke spe'en vond Mara altijd
zoo prettig, die maakte altijd poppcnkleer-
tjes, en teen Marcellineke haar hoofdje
van het rompke was gevallen, heeft rare-
derko het weer met touwtjes gemaakt.
Marcellineke was haar lievelingspop, om
dat die naar haar vaderke, die Marcel
heette, genoemd was.
Als Mara dan met Marcellineke in heur
armlccs in 't kleine ledikantjo sliep, zat
haar vader mot do hand ohdcr het hoofd
te denken, of hij niemand wist, die tijdebjk
do plaats van Mara's moeder zou willen
innemen.
Toen rieo zijn vrouw, die in de aan
grenzende kamer te bed lag, hem bi.' zich,
en zei: Weet jo wat je moest doen? schrijf
een briefje naar tante Anna in Amsterdam
dat ik ziek ben, en Mara er bij tekort komt
en tante Anna, die zoo dol on kindoren is,
zal haar dan wel een tijd bij zich nemen.
Zoo gezegd, zoo gedaan, en 's avonds ging
do brief al op de post, on wachtto z<- vol
ongeduld af, wat tanto zou antwoorden,
doch vol vertrouwen, dat het gunstig zog
zijn.
(Wordt vervolgd), j
3-3 J