SPLINTER Zakd(rï$ei)J|Gc!aine Letteren en Kunst KERKNIEUWS. Luit. Koppen vertelt van zijn vlucht. STADSNIEUWS. 1- Uit de S. D. A. P. De open brief van de oppositie het par tij bestuur. In „Het Volk" vinden wij thans den nOpen brief welke een aantal leden van 5 de S.D.A.P. heeft gericht tot het bestuur van de partij en waarin de grieven dier leclen tegen de politiek, die de laatste ja ren door de sociaal-democratische arbei dersbeweging wordt gevolgd worden opge somd. De brief begint met een herinerïng aan het beginselprogram van de partij en doet hierop do bewering volgen, dat de huidige politiek daarmede in strijd is. j De opstellers zegen vervolgens: De juistheid der oorspronkelijke begin selen blijkt uit de volgende feiten: le. De concentratie en internationale groepeering van het groot-kapitaal; 2e. Het terugdringen van de arbei dersklasse, geleidelijk en „langs wettelij- 1 ken weg" in enkele landen, gewelddadig in steeds meerdere landen; 1 2e. Toenemende, systematische uitbui ting van de koloniale en halfkoloniale 1 volken, als gevolg van de in die landen in snel tempo voortdringende kapitalistische 'productiewijze 4e. Het voortzetten van den strijd in bewapening, niettegenstaande den schijn van het tegendeel, die door tal van ont- \wapenigsconferenties gewekt wordt; A 5e. Het dulden van socialisten in de stedelijke en landelijke regeeringen slechts 'zóó lang, als de bourgeoisie er haar bc- langen mee gediend acht. A De reformistische politiek, het streven naar coalitieregeeringen met burgerlijke 'partijen en het overschatten van de betee- •kenis van den Volkenbond, veroorzaken: in de arbeidersklasse: le. Vermindering van het klassebewust- vfcijn £e. Onderschatting van het oorlogsge vaar 3e. Blijvende verdeeldheid van het pro letariaat; in de socialistische beweging: a. dat de richting steeds meer door de „ethische" stroomingen worden aangege ven b. dat het ontwikkelingswerk te veel op zijbanen wordt geleid: c. dat van een innig meeleven met de jbeweging en een behoorlijk medezeggen schap der leden in belangrijke vraag stukken hoe langer hoe minder sprake is d. dat het gevoel van zelfgenoegzaam heid een hinderpaal voor de machtsvor ming en- ontplooiing der beweging gewor den is; e. dat de werfkracht onder de arbei ders in het algemeen en in het bijzonder onder de jongeren ten zeerste geschaad ,wordt. Daartegenover geven de onderteeke- iiaars hun meening over hetgeen hierte gen moet worden gedaan. De volgende punten worden daarbij vermeld: Het op den voorgrond stellen van buitcn-parle- mentniro actie, arbeiders-opvoeding tot den klassenstrijd nimmer deel uitmaken van een burgerlijke regeering of van re- gcering in do kapitalistische maatschappij (handhaving van de uitspraak van het Amslcrdamsche congres van 1801), directe porlogsbe6trijding door werkstaking, be wapening van de arbeidersklasse, volle dig zelfbestuur voor de Indonesische en andore Oostersche volken, bevrijding van den volken door lijdelijk verzet en opstand, bevordering van de toenadering tusschen het Oostersche nationalisme en de Westersche arbeidersbeweging, een heid in die beweging, verzoening met de Russische arbeiders, welk streven in de eerste plaats tot uiting moet komen in objectieve voorlichting omtrent hetgeen -in de Sovjet-republieken gebeurt. Het aantal onderteekonaars bedraagt £27, waarvan het Volk een 40-tal meer be kende namen uit de S.D.A.P. publiceert. Een tweede lijst zal, zoo verklaren de le den van de oppositie in een oproep in het blad spoedig volgen. 1 Mei-viering. De S. D. A. P. heeft, naar „Het Volk" Sieldt, in overleg met het Nederl. Verbond van Vakvereenigingen, voor het Meifeest de volgende leuzen vastgesteld: Voor ont wapening; voor de ratificatie van de Wash- ingtonsche conventie inzake den achturen- dag; voor medezeggenschap en bedrijfsorga nisatie. Mijn liefje, wat wilt ge nog meerl Hollandsche film-universiteit. In Den Haag is dezer dagen geopend 't Centraal-Bureau van de Hollandsche Film- univevsiteit of „Holfu". Deze „Holfu" is de Hollandsche dochterstichting van „Les Uni versitée Cinegraphiques Internationales", welke bezig is haar vertakkingen te vin den in alle landen van de wereld. Waar op het oogenblik over heel de beschaafde wereld een streven uitgaat naar de goede ©ntwikkelingsfilm, getuige de verschillende Euroreeschc en internationale congressen op dit gebied, wil de „Holfu" tegemoet ko men in het verlangen naar deze soort van goede en leerzame ontwikkelingsfilm. De „Holfu" wil in alle steden en beduidende plaatsen van ons land groepen vormen van personen, die als abonné tot de Holfu toe treden. Zijn in zoo'n stad of plaats een vol doend aantal abonné's toegetreden, dan Stelt de Holfu zich voor, in een daarvoor geschikte zaal een reeks van tien film avonden te geven. Op elk van deze tien avonden wordt een programma vertoond van acht ontwikkclingsfilmen op zeer ver scheiden gebied. Voor hot eerste jaar heeft de Holfu reeds de beschikking over een stock van 140 met groote zorg samengestelde popu- laïr-wetenschappelijko filmen. Filmen op het gebied van: Aardrijkskunde, Geschie denis, Scheikunde, Natuurkunde, Sterren kunde, Natuurlijke Historie, Landbouw en Veeteelt, Nijverheid en Industrie, Land- en Volkerenkunde, Geologie. Vrouwelijke wethouders. Onder dit opschrift schrijft mr. C. Bake tn het „WbL v. h. Recht"; Dat het wethouderschap bekleed wordt door een vrouw, komt in enkele gemeenten van ons land voor. In den Staatsalmanak voor dit jaar heb ik drie gemeenten gevon den waar dat het geval is, namelijk Deven ter (mevrouw T. SandersBlaauboer). Gas- selte (mevrouw E. ten BosHarkema), en Simpelveld (mejuffrouw G. Mulders). Bui ten Overijsel, Drente en Limburg treft men dus als ik juist gezien heb nog geen vrouwelijke wethouders aan. Moet men vraagt misschien iemand nu ook spre ken van een „Wethoudster" of van een „Wethouderes?Het tweede komt mij beter voor dan het eerste. Wethouclster zou gaan, indien wij daarbij dachten aan het houden van de wet, zooals wij bij stalhoudster of logembnthoudster denken aan het houden van een stal of een logement. Maar dat doen wij niet. Het beste ware, dunkt mij, ook de vrouw die het wethouderschap be kleedt, wethouder te nemen. Ofschoon de naam wethouder den indruk maakt van be trekkelijk jong te zijn, komt hij reeds in de middeleeuwen voor; als beteekenis wordt opgegeven: handhaven der wet, overheids persoon, magistraat, rechter, schepen. Cornelis Spoor t De schilder C. R. H. Spoor is te Heems kerk in den ouderdom van zestig jaar over leden. De schilder werd in 1SG7 geboren te Den Haag. Aanvankelijk werd hij opgeleid voor violist, maar gevoelde meer roeping voor de schilderkunst en kreeg, door tusschenkomst van een paar kunstvrienden, eindelijk toe stemming van zijn vader om te gaan schil deren. Hij kwam nu op aanraden van den heer Albert Greive aan de Quellinussehool, om het decoratieschilderen te leeren en van daar aan de Academie. Teen hij die had verlaten, nam Willem Maris hem ecnigen tijd onder zijn leiding en door dezen kwam hij ook in aanraking met Jacob Maris en Jozef Israëls. Spoor schilderde en teekende het meest en bij voorkeur kinderen, ook als portret. KARDINAAL VAN ROSSUM. Men seint uit Rome aan „De Maasbode" d.d. 23 dezer, dat Kardinaal v. Rossum zich dien morgen zoo goed voelde, dat hij reeds om vijf uur in de kapel van de kliniek „Qui- sisana" het Misoffer opdrceg. De doktoren moeten al hun overredings kracht aanwendden, om den Kardinaal te bewegen nog niet de kliniek te verlaten, daar hij verlangend is zijn geregeld werk weer te beginnen. Em. Pastoor H. A. van de Laar f In den ouderdom van 79 jaren is te Maas tricht overleden de Zeereerw. heer H. A. van de Laar, emeritus-pastoor van Stevens- weert. AMSTERDAM—BATAVIA v. v. Luitenant Koppen, de bekende comman dant van de „Postduif", die in October van het vorig jaar zulk een schitterende vlucht maakte van Amsterdam naar Batavia en terug in record-tijd, is niet alleen een uit stekend vlieger, hij is ook een onderhou dend en aangenaam verteller. Gisteravond heeft hij in de groote Stadszaal zijn we derwaardigheden op dien grooten tocht verteld, met projecties van door hem en anderen opgenomen foto's. Bij ontstentenis van den burgemeester verwelkomde wethouder Reimeringer den vlieger, waarbij hij hem namens de Leid- sche burgerij hulde bracht voor zijn groot- sche prestatie, waardoor hij voor de ge- heele wereld den ouden Hollandschen roemrijken naam heeft hooggehouden. En hoezeer dat deel van de Leidsche burgerij, dat zich de moeite getroost had om te ko men luisteren de groote zaal was jam mer genoeg slechts matigjes bezet daarmee instemde, bleek uit het langdu rig applaus, waarmede luitenant Koppen bij het betreden van het podium werd be groet. Een moeilijke voorbereiding. Het was dan ook inderdaad een heele onderneming niet alleen de tocht zelf, maar ook de voorbereiding. Het plan tot een vlucht naar Indië was reeds bij luite nant Koppen opgekomen in 1919, het jaar van de zoo goed geslaagde „Elta" te Am sterdam, doch toen stuitte het af op diplo matieke moeilijkheden en werd de vlucht, waarvoor alles reed6 in gereedheid was gebracht, afgelast. In 1923 diende Koppen weer plannen in voor een nieuwe poging, doch ditmaal was v. d. Hoop hem voor en in 1926 werd de vlotte uitvoering van nieu we plannen verhinderd door financieele moeilijkheden. Wie dergelijke tochten wil ondernemen, staat plotseling voor hinderpalen, waaraan niemand denkt. Zoo bleek het uiterst lastig om het vliegtuig te doen verzekeren, wat na 5 maanden onderhandelen eindelijk ge lukt is. Maar intusschen was door dien te genslag de kans verkeken om zooals de bedoeling was in April te starten en moest gewacht worden tot 1 October. Want men moet terdege rekening houden met do dagen van vertrek en aankomst do meteoroligsche toestanden zijn n.l. zoo, dat. wil men de tropische regens vermij den, het beste in April of in October kan worden gevlogen. Die tropische regens zijn enorme piasbuien, die een vliegveld in een minimum van tijd onder water zetten en in een meer herscheppen, waardoor landen en starten onmogelijk wordt. En daar het de bedoeling van luitenant Koppen was, om een record-vlucht te maken, kon hij dergelijke oponthouden niet riskeeren. Zoo staree dan op 1 October luitenant Koppen met zijn gezellen Freyns en Eller- man van Amsterdam om de groote vlucht aan te vangen. Een radio namen ze niet mee, vooreerst omdat alle beschikbaar laadvermogen van het vliegtuig moest worden uitgebuit voor het meenemen van benzine en vervolgens omdat zij er toch practisch weinig nut van konden hebben. Immers zijn er in het Oosten geen peilsta- tions, zooals hier, met behulp waarvan een vlieger in een minimum van tijd de juiste plaats bepalen kan, waar hij zich bevindt. Jedere gelukkige bezitter van een radio toestel kan dat draadlocs peilen beluiste ren, als hij wil, op de 900 meter golf. Doch ook zonuer deze onschatbare hulp van de radio hebben de drie koene vliegers hun weg naar Indië gevonden, en wij heb ben hen gisteravond nogmaals gevolgd van Arasterdam naar Sofia, naar Aleppo, Bus- hir, Karachi. Allahabad, Calcutta, Bang kok, Singapore en ten slotte Batavia, waar zij 10 October aankwamen. Vermakelijke avonturen. Menig avontuur hebben zij op dezen tocht beleefd, onaangename, maar ook ver- makeliiko. Zoo kwamen zij te Karachi aan bij de Engelsche militairen, die hen ver baasd vroegen: „Waar komen julüe van daan!" „Wij kemen uit Bushir" antwoord de Koppen. „Bushir? Waar ligt dat?" „In Perzië'. „Komen jullie uit Perzië?" „En teen, vertelde luitenant Koppen,.... stop ten ze ons direct in 't bad In Singapore werden de vliegers ver welkomd d' -- -'r Clifford, do gouverneur van do Strait i.ts, Lij wien luite nant Koppen 's avonds dineerde. Midden onder het diner bracht de gouverneur eerst een dronk uit op don koning van En geland, toen op de koningin van Neder land en ten slotte opden president van Ierland. „Ja, zei later sir Clifford, u zult wel vreemd hebben opgekeken bij dien toast op den Ierschen president. Maar ik moet mijn adjudant te vrind houclen. Die is een Ier." Nog vermakelijker was de ontvangst te Palembang. Daar zouden de vliegers een oogenblik dalen, alvorens door te vliegen naar Batavia. Zij kwamen evenwel een half uur te vroeg en er waren nauwelijks 10 men8chen op het vliegveld aanwezig. De resident komt hun met een lang gezicht te gemoet en zegt: „Ach heeren, onze heele plechtige ontvangst valt in het wator. Doet mij een plezier en vliegt nog een half uur tje om." De vliegers vonden het best en namen den resident in hun vliegtuig mee om een toertje in den onttrek te maken. Toen zij weer daalden was het vliegveld vol van een enthousiaste menigte. Doch het gekke van het geval was nu, dat de re sident, die officieel de vliegers uit het ver re Moederland mogjd verwelkomen, tege lijk met hen uit hei. vliegtuig .stapte. De resident vertrok evenwel geen spier. Hij stapte op de officieelo tribune toe en daal de daarna met 'n stalen gezicht weer naar beneden om de vliegers te verwelkomen, alsof hij ze nu pas voor het eerst zag Op den terugweg zakte bij Bangkok het vliegtuig in den modder van het z.g. vlieg veld. Bereidvaardig werd hun hulp ver- l.eend door Siameesche soldaten, die we gens de warmte allen in hun hemd liepen. Daar alle Siameesche gezichten op elkaar lijken als twee druppels water, kon luite nant Koppen eerst den overste, die de soldaten aanvoerde, niet onderscheiden van zijn manschappen, zoodat hij zijn toe vlucht moest nemen tot het volgende hulp middel. Er waren Siameezen met en zon der schoenen. Hij moest dus zoeken onder degenen, die -schoenen droegen. Als hij er onder hen een zog, die een lidteeken op zijn gezicht had, sprak hij dien maar met „overste" aan. 't Kwam altijd uit! Daar in Bangkok scheen trouwens iederen in z'n hemd te loopen. Want luitenant Koppen ontmoette in den trein het vliegveld ligt even buiten Bangkok en is met een spoor lijn verbonden met de stad een Hol landschen ingenieur, die daar in de le klasse coupé ook al in zijn hemd zat. Toen deze hoorde, dat zijn medereiziger Koppen was, trok hij ter eere van den vlieger da delijk zijn jas aan. In Britsch-Indië ontmoetten de vliegers nog den bekenden Duitschen aspirant- Oceaanvlieger Könnieke, die na zijn ver- geefschen Oceaanvlucht den steven naar het Oosten gewend had. Hij was in Sep tember uit Keulen vertrokken en is thans ongeveer een week geleden dus medio Februari na veel pech te Calcutta ge arriveerd. In 4 dagen naar Batavia. Aan het eind van zijn vertelling omtrent den tocht, besprak luitenant Koppen nog de mogelijkheid van een snelle en doelma tige luchtverbinding tusschen Nederland en Indië. Een vliegroute met dezelfde étappes als Koppen nam, is niet economisch genoeg om practische resultaten op te leveren. Voor zulke groote afstanden moet te veel ben zine worden meegenomen, zoodat er te weing ruimte overblijft voor de lading. Doch als men de etappes kleiner neemt, bijv. afstanden van 700 a 800 K.M. en dan een z.g. postpaardensysteem invoert, waar bij telkens een versch vliegtuig klaar staat om piloot en lading (of enkel lading) over te nemen, dan is een snelle en economische verbinding zeer zeker mogelijk. Vooral wanneer er voldoende geoutilleerde lan dingsplaatsen zullen zijn en er overal draadlooze peilstations worden opgericht, kan do tijdsduur nog aanmerkelijk bekort worden, doordat het dan ook mogelijk wordt om 's nachts door te vliegen. Men zou kunnen beginnen met een verbinding van 'n dag of veertien en dat langzamer hand korter en korter maken. Luitenant Koppen was van meeuing, dat men over C ■l 7 jaar zou kunnen vliegen van Amster dam naar Batavia in 4 k 5 dagen. Maar dan moeten wij beginnen met zelf de hand aan de ploeg te slaan en niet afwachten totdat het buitenland ons voorgaat. Wij hebben in Holland een K.L.M. die aan de spits staat van de geheele wereld: laten wij de eerste zijn, die de grootste lucht lijn ter wereld n.l. 13.000 K.M. zullen ex- ploiteeren. Aan het einde van zijn causerie, brach ten de aanwezigen staande luitenant Kop pen hulde vóór de prestatie, waarvan hij zoo juist verteld had. De heer Bram v. d. Stap uit Delft, die ook voor den aanvang der causerie eenige liederen had gezongen, zong nu aan het slot van den avond een lied, dat wonder wel paste bij de stemming op dat oogen blik, n.l. „Mijn hart is van Holland". HET NIEUWE ACADEMISCH ZIEKENHUIS. Het nieuwe Acad. Ziekenhuis zal Zater dag 17 Maart officieel in gebruik worden genomen. In de aula van het administra tiegebouw zal dan minister Waszink het ziekenhuis overdragen aan de Leidsche Kloosterleven. In gebruik zijn thans het Anatomisch Laboratorium en de Kliniek voor Kinder geneeskunde. .Naar wij vernemen zullen begin Maart nog in gebruik worden geno men, de kliniek voor Neus-, keel- en oor- kunde en die voor Oogheelkunde. Wetenschappelijke voordrachten over het Katholicisme. Gisteravond hield prof. J P. Verhaar in het Klein-Auditorium der Universiteit te Leiden zijn zevende voordracht over Het Kolosterleven. In het eerste deel gaf spr. een uitvoe rige uiteenzetting van de beoefening der christelijke volmaaktheid door een intense liefde tot God, opstijgend van het pad der z.uivering over het pad der verlichting naar het pad der vereeniging met God. De christelijke volmaaktheid is oen plicht voor iederen christen. Zij kan bereikt wor den door de gewone middelen die ons door Christus zijn voorgeschreven. Maar bo vendien heeft Christus nog buitengewone middelen aangeraden, de z.g. evangelische raden, n.l. deze drie: de vrijwillige armoe de, de eeuwigdurende maagdelijkheid, de volkomen gehoorzaamheid. Spr, lichtte de ze raden toe aan de hand van Christus' woorden. Na deze uiteenzetting definieer de spr. het kloosterleven als een gemeen schappelijk leven dat tot hoofddoel heeft om te streven naar de christelijke vol maaktheid, 'vooral door het beoefenen der drie evangelische raden. In het tweede deel liet spr. zien: voor eerst hoe het kloosterloven zijn oorsprong vindt in de oud-christelijke Kerkten tweede de beteekenis der verschillende nuanceeringen in de vele kloosterorden ten derde hoe in het algemeen het interne kloosterleven is georganiseerd en geregeld, vooral werd gewezen Koe groote" voorzich tigheid in acht genomen wordt door de Kerk ten opzichte van hen die het kloos ter wenschen binnen te treden; ten vier de liet spr. zien, dat de volmaaktheid ook heel goed te bereiken is voor hen die in de wereld leven en dat het kloosterleven niet voor iedereen geschikt is maar alleen voor hen die door God daartoe geroepen wor den. In het derde deel werd de praktische waarde van het kloosterleven bepaald. Vooreerst: voor de maatschappij. Door eerlijke buitenstaanders wordt erkend, dat de kloosterB een hooge cultureele waarde hebben. Ten tweede voor het individu. Zelfverloochening en zelfheiliging, soms heroieke heiligheid, zijn de rijke vruchten. Ten derde voor de Kerk, wier heiligheid in het kloosterleven vaak heel sterk tot uiting komt alsmede haar gemeenschap der hei ligen. Spr. besloot met den roep van Chr. in Mt. 19:29. De laatste lezing over Haria-vereering wordt gehouden op S Maart e.k. R.-K. Onderwijzersvereniging. Bezoek aan het Cryogeen Laboratorium. Zaterdag j.l. brachten een vijftigtal le den der R.-K. Onderwijzersvereniging, vergezeld van haar adviseur, den Zeer- Eerw. Heer P. A. Kleintjes, een bezoek aan het Natuurkundig Laboratorium, met als hoofddoel, een bezichtiging van het Cryogeen Laboratorium. In de ruime collegezaal werden dó be zoekers door dr. C. A. Crommeün, lector aan de universiteit alhier, ontvangen, om aldaar een korte uiteenzetting aan te hooren van datgene, wat straks zou wor den aanschouwd. Dr. Crommeün zette uiteen, aan de hand van lantaarnplaatjes, waarop de gebruikte toestellen helder stonden afgebeeld, hoe door afkoeling, gevolgd door samenpersing gassen in een vloeibaren vorm kunnen worden ver kregen. De wijze, waarop het Prof. Kamerling Onnes gelukte, het helium vloeibaar te maken, en als vervolg daarop het bren gen van 't vloeibare helium in vasten vorm door Prof. Keesom, vormde het slot dezer bespreking. Hierna werd overgegaan tot het nemen van eenige zeer interessante proeven met vloeibare lucht. De handigheid waarmede dr. C. A. Crommeün deze proeven in een vlot tempo, achtereenvolgens nam, dwong inderdaad bewondering af. Het was een genot, naar dezen docent te kijken en te luisteren. Hierna werden de bezoekers, in groep jes verdeeld, door het gebouw rondgeleid door eenige deskundigen, waar de meest belangrijke instrumenten werden bezich tigd en verklaard. Bij monde van den voorzitter, de heer H. G. de Boer, werd dr. Crommeün dank gebracht, daarbij er aan herinnerend, hoe goed en nuttig het is, als de opvoe ders der Nederlandsche jeugd van meer nabij kennis kunnen maken met plaatsen waar beroemde tijdgenooten werkzaam Katholieke Agenda. LEIDEN. Vrijdag. Genootschap van den Stillen Om- gang, St. Joz. Gez. Vereeniging, 8.15 uur. Woensdag, R. K. Grafische Bond, Bondsge- bouw, 8 uur. Algemeene Agenda. LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagdienst der Apotheken wordt van Maandag 29 F e b r. tot en met Zondag 26 F e b t. waargenomen door de Apotheek van den heer M. Boekwijt, Vischmarkt 8. Tel. 552. INGEZONDEN MEDEDEELING. Heden jtaleerd: Linoleum/ fr oir menie 2 Meter ir^cd f 2.S3 waren en nog zijn, zoodat namen als Lo- rentz, Kamerling Onnes, Keesom enz. voor hen niet louter klanken zijn. Instituut Kern. In de eerste der vijf lezingen vanwege het instituut Kern alhier gegeven, behan delde prof. J. Ph. Vogel de monumenten der Pallawa-dynastie op de kust van Coroman- oel en in het bijzonder die merkwaardige gioep van grootendeels uit de rots gehou wen tempels te Mawaüwaram, ten Zuiden, van Madras, die gewoonlijk worden aange duid als „de Zeven Pagoden". Spr. begon met er op te wijzen, dat een der eersto Europeanen, die melding hebben gemaakt van deze meesterwerken der kunst van Zuid, Indië de Hollandsche schrijver Jacob Haaf- ner is geweest, die geruimen tijd in het na burige dorp Sadras heeft gewoond als die naar der Oostindische Compagnie. Zijn reis in een palanquin langs de kust van Coro- mandel moet omstreeks 1786 hebben plaats gehad. In de dagen van Haafner was niets bekend omtrent de geschiedenis der heilig dommen van Mawaüwaram. Het volksgeloof bracht ze in verband met de vijf zonen van Pandoe, de helden van het groote epos, aan wie men alte geheimzinnige overblijfselen der Oudheid 'pleegt toe te schrijven, Die traditie werd door Haafner eenvoudig aan vaard. Hij spreekt van inscripties, die op die bouwwerken werden aangetroffen. Maar zelfs de geleerdste Brahmaan was niet in staat ze te lezen, Die inschriften zijn ontcijferd door den onlangs overleden Duitschen Sanskritist dr. E. Hultzsch, hoogleeraar te Halle. Daarbij is gebleken, dat de tempels van Mawaüwaram gedenkteekenen zijn van dö machtige dynastie der Pallawas, dia eeuwen lang (ongev. 300 tot ongev. 900 na Chr.) aan' de kust van Coromandel heeft geheerscht. Zij dateeren van het midden der 7e eeuw, toen dat Indische vorstenhuis het toppunt van zijn macht had bereikt. Vooral merkwaardig is de groep van vijf uit één rots gehouwen tempels, die naar do zonen van Pandoe zijn genoemd en naar hun gemeenschappelijke gade Draupadi. Daarin, vindt men de prototypen der Drawidische tempelarchitectuur van Zuid-Indië. Evenzoo vertegenwoordigt het beeldhouwwerk, waar mede deze tempels zijn versierd, de oudste faze der Zuid-Indische brahmanistische ico nografie. Deze sculptuur onderscheidt zich bovendien door groot vermogen van uit beelding naast betrekkelijke soberheid. Sommige der rotstempels bevatten fraai uitgevoerde paneelen, waarin mythologische onderwerpen zijn behandeld, zooals de cos- mische slaap van Wishnoe en de strijd der godin Doerga met den buffeldemon. Een reusachtig rotsrelief, 27 meter lang en 9 me ter hoog, gewoonlijk aangeduid als de „pe nitentie van Ardjoena", moet in werkelijk heid een andere beroemde Indische mythe voorstellen, n.l. de komst der heilige rivier Ganga (den Ganges), die door de ascese van koning Bhagiratha bewogen werd om uifc den hemel neder te dalen op aarde. INGEZONDEN MEDEDEELING. even naar GEKLEURDE en DAMESZAkDOl gewone prijs/" 14— Öfnt thans 0P VERTOON VAN DEZEN BON De Leidsche Winkelstand. Zooals gisteren reeds in een annonce in ons blad bekend werd gemaakt, heeft de heer L. J. Ph. van der Drift zijn zaak in schoonmaak- en huishoudelijke artikelen overgedaan aan den heer J. van Velzen. De zaak was er een van reeds ouden stempel. Zij bestaat reeds ongeveer 50 jaar. Gedurende 35 jaar werd zij gedreven door de firma Spierenbug en nu de laatste 15 Jaar door den heer v. d. Drift. Door ziekte heeft deze zich thans genoodzaakt gezien de zaak aan een ander over te doen en mèi deze verandering is ook het aanzien van den winkel geheel veranderd. De ouderwet- sche zaak is onder leiding van den heer Ph. van der Drift omgetooverd tot een mo dern winkelhuis, terwijl tevens het bo venhuis voor aparte bewoning is ingericht 2 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 2