SPLINTER
Zakd(rï$ei)J|Gc!aine
Letteren en Kunst
KERKNIEUWS.
Luit. Koppen vertelt van zijn vlucht.
STADSNIEUWS.
1-
Uit de S. D. A. P.
De open brief van de oppositie
het par tij bestuur.
In „Het Volk" vinden wij thans den
nOpen brief welke een aantal leden van
5 de S.D.A.P. heeft gericht tot het bestuur
van de partij en waarin de grieven dier
leclen tegen de politiek, die de laatste ja
ren door de sociaal-democratische arbei
dersbeweging wordt gevolgd worden opge
somd.
De brief begint met een herinerïng aan
het beginselprogram van de partij en doet
hierop do bewering volgen, dat de huidige
politiek daarmede in strijd is.
j De opstellers zegen vervolgens:
De juistheid der oorspronkelijke begin
selen blijkt uit de volgende feiten:
le. De concentratie en internationale
groepeering van het groot-kapitaal;
2e. Het terugdringen van de arbei
dersklasse, geleidelijk en „langs wettelij-
1 ken weg" in enkele landen, gewelddadig in
steeds meerdere landen;
1 2e. Toenemende, systematische uitbui
ting van de koloniale en halfkoloniale
1 volken, als gevolg van de in die landen in
snel tempo voortdringende kapitalistische
'productiewijze
4e. Het voortzetten van den strijd in
bewapening, niettegenstaande den schijn
van het tegendeel, die door tal van ont-
\wapenigsconferenties gewekt wordt;
A 5e. Het dulden van socialisten in de
stedelijke en landelijke regeeringen slechts
'zóó lang, als de bourgeoisie er haar bc-
langen mee gediend acht.
A De reformistische politiek, het streven
naar coalitieregeeringen met burgerlijke
'partijen en het overschatten van de betee-
•kenis van den Volkenbond, veroorzaken:
in de arbeidersklasse:
le. Vermindering van het klassebewust-
vfcijn
£e. Onderschatting van het oorlogsge
vaar
3e. Blijvende verdeeldheid van het pro
letariaat;
in de socialistische beweging:
a. dat de richting steeds meer door de
„ethische" stroomingen worden aangege
ven
b. dat het ontwikkelingswerk te veel op
zijbanen wordt geleid:
c. dat van een innig meeleven met de
jbeweging en een behoorlijk medezeggen
schap der leden in belangrijke vraag
stukken hoe langer hoe minder sprake is
d. dat het gevoel van zelfgenoegzaam
heid een hinderpaal voor de machtsvor
ming en- ontplooiing der beweging gewor
den is;
e. dat de werfkracht onder de arbei
ders in het algemeen en in het bijzonder
onder de jongeren ten zeerste geschaad
,wordt.
Daartegenover geven de onderteeke-
iiaars hun meening over hetgeen hierte
gen moet worden gedaan. De volgende
punten worden daarbij vermeld: Het op
den voorgrond stellen van buitcn-parle-
mentniro actie, arbeiders-opvoeding tot
den klassenstrijd nimmer deel uitmaken
van een burgerlijke regeering of van re-
gcering in do kapitalistische maatschappij
(handhaving van de uitspraak van het
Amslcrdamsche congres van 1801), directe
porlogsbe6trijding door werkstaking, be
wapening van de arbeidersklasse, volle
dig zelfbestuur voor de Indonesische en
andore Oostersche volken, bevrijding
van den volken door lijdelijk verzet en
opstand, bevordering van de toenadering
tusschen het Oostersche nationalisme en
de Westersche arbeidersbeweging, een
heid in die beweging, verzoening met de
Russische arbeiders, welk streven in de
eerste plaats tot uiting moet komen in
objectieve voorlichting omtrent hetgeen
-in de Sovjet-republieken gebeurt.
Het aantal onderteekonaars bedraagt
£27, waarvan het Volk een 40-tal meer be
kende namen uit de S.D.A.P. publiceert.
Een tweede lijst zal, zoo verklaren de le
den van de oppositie in een oproep in
het blad spoedig volgen.
1 Mei-viering.
De S. D. A. P. heeft, naar „Het Volk"
Sieldt, in overleg met het Nederl. Verbond
van Vakvereenigingen, voor het Meifeest
de volgende leuzen vastgesteld: Voor ont
wapening; voor de ratificatie van de Wash-
ingtonsche conventie inzake den achturen-
dag; voor medezeggenschap en bedrijfsorga
nisatie.
Mijn liefje, wat wilt ge nog meerl
Hollandsche film-universiteit.
In Den Haag is dezer dagen geopend 't
Centraal-Bureau van de Hollandsche Film-
univevsiteit of „Holfu". Deze „Holfu" is de
Hollandsche dochterstichting van „Les Uni
versitée Cinegraphiques Internationales",
welke bezig is haar vertakkingen te vin
den in alle landen van de wereld. Waar
op het oogenblik over heel de beschaafde
wereld een streven uitgaat naar de goede
©ntwikkelingsfilm, getuige de verschillende
Euroreeschc en internationale congressen
op dit gebied, wil de „Holfu" tegemoet ko
men in het verlangen naar deze soort van
goede en leerzame ontwikkelingsfilm. De
„Holfu" wil in alle steden en beduidende
plaatsen van ons land groepen vormen van
personen, die als abonné tot de Holfu toe
treden. Zijn in zoo'n stad of plaats een vol
doend aantal abonné's toegetreden, dan
Stelt de Holfu zich voor, in een daarvoor
geschikte zaal een reeks van tien film
avonden te geven. Op elk van deze tien
avonden wordt een programma vertoond
van acht ontwikkclingsfilmen op zeer ver
scheiden gebied.
Voor hot eerste jaar heeft de Holfu
reeds de beschikking over een stock van
140 met groote zorg samengestelde popu-
laïr-wetenschappelijko filmen. Filmen op
het gebied van: Aardrijkskunde, Geschie
denis, Scheikunde, Natuurkunde, Sterren
kunde, Natuurlijke Historie, Landbouw en
Veeteelt, Nijverheid en Industrie, Land- en
Volkerenkunde, Geologie.
Vrouwelijke wethouders.
Onder dit opschrift schrijft mr. C. Bake
tn het „WbL v. h. Recht";
Dat het wethouderschap bekleed wordt
door een vrouw, komt in enkele gemeenten
van ons land voor. In den Staatsalmanak
voor dit jaar heb ik drie gemeenten gevon
den waar dat het geval is, namelijk Deven
ter (mevrouw T. SandersBlaauboer). Gas-
selte (mevrouw E. ten BosHarkema), en
Simpelveld (mejuffrouw G. Mulders). Bui
ten Overijsel, Drente en Limburg treft men
dus als ik juist gezien heb nog geen
vrouwelijke wethouders aan. Moet men
vraagt misschien iemand nu ook spre
ken van een „Wethoudster" of van een
„Wethouderes?Het tweede komt mij beter
voor dan het eerste. Wethouclster zou gaan,
indien wij daarbij dachten aan het houden
van de wet, zooals wij bij stalhoudster of
logembnthoudster denken aan het houden
van een stal of een logement. Maar dat
doen wij niet. Het beste ware, dunkt mij,
ook de vrouw die het wethouderschap be
kleedt, wethouder te nemen. Ofschoon de
naam wethouder den indruk maakt van be
trekkelijk jong te zijn, komt hij reeds in de
middeleeuwen voor; als beteekenis wordt
opgegeven: handhaven der wet, overheids
persoon, magistraat, rechter, schepen.
Cornelis Spoor t
De schilder C. R. H. Spoor is te Heems
kerk in den ouderdom van zestig jaar over
leden.
De schilder werd in 1SG7 geboren te Den
Haag. Aanvankelijk werd hij opgeleid voor
violist, maar gevoelde meer roeping voor de
schilderkunst en kreeg, door tusschenkomst
van een paar kunstvrienden, eindelijk toe
stemming van zijn vader om te gaan schil
deren.
Hij kwam nu op aanraden van den heer
Albert Greive aan de Quellinussehool, om
het decoratieschilderen te leeren en van
daar aan de Academie. Teen hij die had
verlaten, nam Willem Maris hem ecnigen
tijd onder zijn leiding en door dezen kwam
hij ook in aanraking met Jacob Maris en
Jozef Israëls.
Spoor schilderde en teekende het meest
en bij voorkeur kinderen, ook als portret.
KARDINAAL VAN ROSSUM.
Men seint uit Rome aan „De Maasbode"
d.d. 23 dezer, dat Kardinaal v. Rossum zich
dien morgen zoo goed voelde, dat hij reeds
om vijf uur in de kapel van de kliniek „Qui-
sisana" het Misoffer opdrceg.
De doktoren moeten al hun overredings
kracht aanwendden, om den Kardinaal te
bewegen nog niet de kliniek te verlaten,
daar hij verlangend is zijn geregeld werk
weer te beginnen.
Em. Pastoor H. A. van de Laar f
In den ouderdom van 79 jaren is te Maas
tricht overleden de Zeereerw. heer H. A.
van de Laar, emeritus-pastoor van Stevens-
weert.
AMSTERDAM—BATAVIA v. v.
Luitenant Koppen, de bekende comman
dant van de „Postduif", die in October van
het vorig jaar zulk een schitterende vlucht
maakte van Amsterdam naar Batavia en
terug in record-tijd, is niet alleen een uit
stekend vlieger, hij is ook een onderhou
dend en aangenaam verteller. Gisteravond
heeft hij in de groote Stadszaal zijn we
derwaardigheden op dien grooten tocht
verteld, met projecties van door hem en
anderen opgenomen foto's.
Bij ontstentenis van den burgemeester
verwelkomde wethouder Reimeringer den
vlieger, waarbij hij hem namens de Leid-
sche burgerij hulde bracht voor zijn groot-
sche prestatie, waardoor hij voor de ge-
heele wereld den ouden Hollandschen
roemrijken naam heeft hooggehouden. En
hoezeer dat deel van de Leidsche burgerij,
dat zich de moeite getroost had om te ko
men luisteren de groote zaal was jam
mer genoeg slechts matigjes bezet
daarmee instemde, bleek uit het langdu
rig applaus, waarmede luitenant Koppen
bij het betreden van het podium werd be
groet.
Een moeilijke voorbereiding.
Het was dan ook inderdaad een heele
onderneming niet alleen de tocht zelf,
maar ook de voorbereiding. Het plan tot
een vlucht naar Indië was reeds bij luite
nant Koppen opgekomen in 1919, het jaar
van de zoo goed geslaagde „Elta" te Am
sterdam, doch toen stuitte het af op diplo
matieke moeilijkheden en werd de vlucht,
waarvoor alles reed6 in gereedheid was
gebracht, afgelast. In 1923 diende Koppen
weer plannen in voor een nieuwe poging,
doch ditmaal was v. d. Hoop hem voor en
in 1926 werd de vlotte uitvoering van nieu
we plannen verhinderd door financieele
moeilijkheden.
Wie dergelijke tochten wil ondernemen,
staat plotseling voor hinderpalen, waaraan
niemand denkt. Zoo bleek het uiterst lastig
om het vliegtuig te doen verzekeren, wat
na 5 maanden onderhandelen eindelijk ge
lukt is. Maar intusschen was door dien te
genslag de kans verkeken om zooals de
bedoeling was in April te starten en
moest gewacht worden tot 1 October.
Want men moet terdege rekening houden
met do dagen van vertrek en aankomst
do meteoroligsche toestanden zijn n.l. zoo,
dat. wil men de tropische regens vermij
den, het beste in April of in October kan
worden gevlogen. Die tropische regens zijn
enorme piasbuien, die een vliegveld in een
minimum van tijd onder water zetten en
in een meer herscheppen, waardoor landen
en starten onmogelijk wordt. En daar het
de bedoeling van luitenant Koppen was,
om een record-vlucht te maken, kon hij
dergelijke oponthouden niet riskeeren.
Zoo staree dan op 1 October luitenant
Koppen met zijn gezellen Freyns en Eller-
man van Amsterdam om de groote vlucht
aan te vangen. Een radio namen ze niet
mee, vooreerst omdat alle beschikbaar
laadvermogen van het vliegtuig moest
worden uitgebuit voor het meenemen van
benzine en vervolgens omdat zij er toch
practisch weinig nut van konden hebben.
Immers zijn er in het Oosten geen peilsta-
tions, zooals hier, met behulp waarvan een
vlieger in een minimum van tijd de juiste
plaats bepalen kan, waar hij zich bevindt.
Jedere gelukkige bezitter van een radio
toestel kan dat draadlocs peilen beluiste
ren, als hij wil, op de 900 meter golf. Doch
ook zonuer deze onschatbare hulp van de
radio hebben de drie koene vliegers hun
weg naar Indië gevonden, en wij heb
ben hen gisteravond nogmaals gevolgd van
Arasterdam naar Sofia, naar Aleppo, Bus-
hir, Karachi. Allahabad, Calcutta, Bang
kok, Singapore en ten slotte Batavia, waar
zij 10 October aankwamen.
Vermakelijke avonturen.
Menig avontuur hebben zij op dezen
tocht beleefd, onaangename, maar ook ver-
makeliiko. Zoo kwamen zij te Karachi aan
bij de Engelsche militairen, die hen ver
baasd vroegen: „Waar komen julüe van
daan!" „Wij kemen uit Bushir" antwoord
de Koppen. „Bushir? Waar ligt dat?" „In
Perzië'. „Komen jullie uit Perzië?" „En
teen, vertelde luitenant Koppen,.... stop
ten ze ons direct in 't bad
In Singapore werden de vliegers ver
welkomd d' -- -'r Clifford, do gouverneur
van do Strait i.ts, Lij wien luite
nant Koppen 's avonds dineerde. Midden
onder het diner bracht de gouverneur
eerst een dronk uit op don koning van En
geland, toen op de koningin van Neder
land en ten slotte opden president van
Ierland. „Ja, zei later sir Clifford, u zult wel
vreemd hebben opgekeken bij dien toast
op den Ierschen president. Maar ik moet
mijn adjudant te vrind houclen. Die is een
Ier."
Nog vermakelijker was de ontvangst te
Palembang. Daar zouden de vliegers een
oogenblik dalen, alvorens door te vliegen
naar Batavia. Zij kwamen evenwel een half
uur te vroeg en er waren nauwelijks 10
men8chen op het vliegveld aanwezig. De
resident komt hun met een lang gezicht te
gemoet en zegt: „Ach heeren, onze heele
plechtige ontvangst valt in het wator. Doet
mij een plezier en vliegt nog een half uur
tje om." De vliegers vonden het best en
namen den resident in hun vliegtuig mee
om een toertje in den onttrek te maken.
Toen zij weer daalden was het vliegveld
vol van een enthousiaste menigte. Doch
het gekke van het geval was nu, dat de re
sident, die officieel de vliegers uit het ver
re Moederland mogjd verwelkomen, tege
lijk met hen uit hei. vliegtuig .stapte. De
resident vertrok evenwel geen spier. Hij
stapte op de officieelo tribune toe en daal
de daarna met 'n stalen gezicht weer naar
beneden om de vliegers te verwelkomen,
alsof hij ze nu pas voor het eerst zag
Op den terugweg zakte bij Bangkok het
vliegtuig in den modder van het z.g. vlieg
veld. Bereidvaardig werd hun hulp ver-
l.eend door Siameesche soldaten, die we
gens de warmte allen in hun hemd liepen.
Daar alle Siameesche gezichten op elkaar
lijken als twee druppels water, kon luite
nant Koppen eerst den overste, die de
soldaten aanvoerde, niet onderscheiden
van zijn manschappen, zoodat hij zijn toe
vlucht moest nemen tot het volgende hulp
middel. Er waren Siameezen met en zon
der schoenen. Hij moest dus zoeken onder
degenen, die -schoenen droegen. Als hij er
onder hen een zog, die een lidteeken op
zijn gezicht had, sprak hij dien maar met
„overste" aan. 't Kwam altijd uit! Daar in
Bangkok scheen trouwens iederen in z'n
hemd te loopen. Want luitenant Koppen
ontmoette in den trein het vliegveld ligt
even buiten Bangkok en is met een spoor
lijn verbonden met de stad een Hol
landschen ingenieur, die daar in de le
klasse coupé ook al in zijn hemd zat. Toen
deze hoorde, dat zijn medereiziger Koppen
was, trok hij ter eere van den vlieger da
delijk zijn jas aan.
In Britsch-Indië ontmoetten de vliegers
nog den bekenden Duitschen aspirant-
Oceaanvlieger Könnieke, die na zijn ver-
geefschen Oceaanvlucht den steven naar
het Oosten gewend had. Hij was in Sep
tember uit Keulen vertrokken en is thans
ongeveer een week geleden dus medio
Februari na veel pech te Calcutta ge
arriveerd.
In 4 dagen naar Batavia.
Aan het eind van zijn vertelling omtrent
den tocht, besprak luitenant Koppen nog
de mogelijkheid van een snelle en doelma
tige luchtverbinding tusschen Nederland
en Indië.
Een vliegroute met dezelfde étappes als
Koppen nam, is niet economisch genoeg om
practische resultaten op te leveren. Voor
zulke groote afstanden moet te veel ben
zine worden meegenomen, zoodat er te
weing ruimte overblijft voor de lading.
Doch als men de etappes kleiner neemt,
bijv. afstanden van 700 a 800 K.M. en dan
een z.g. postpaardensysteem invoert, waar
bij telkens een versch vliegtuig klaar staat
om piloot en lading (of enkel lading) over
te nemen, dan is een snelle en economische
verbinding zeer zeker mogelijk. Vooral
wanneer er voldoende geoutilleerde lan
dingsplaatsen zullen zijn en er overal
draadlooze peilstations worden opgericht,
kan do tijdsduur nog aanmerkelijk bekort
worden, doordat het dan ook mogelijk
wordt om 's nachts door te vliegen. Men
zou kunnen beginnen met een verbinding
van 'n dag of veertien en dat langzamer
hand korter en korter maken. Luitenant
Koppen was van meeuing, dat men over C
■l 7 jaar zou kunnen vliegen van Amster
dam naar Batavia in 4 k 5 dagen. Maar
dan moeten wij beginnen met zelf de hand
aan de ploeg te slaan en niet afwachten
totdat het buitenland ons voorgaat. Wij
hebben in Holland een K.L.M. die aan de
spits staat van de geheele wereld: laten
wij de eerste zijn, die de grootste lucht
lijn ter wereld n.l. 13.000 K.M. zullen ex-
ploiteeren.
Aan het einde van zijn causerie, brach
ten de aanwezigen staande luitenant Kop
pen hulde vóór de prestatie, waarvan hij
zoo juist verteld had.
De heer Bram v. d. Stap uit Delft, die
ook voor den aanvang der causerie eenige
liederen had gezongen, zong nu aan het
slot van den avond een lied, dat wonder
wel paste bij de stemming op dat oogen
blik, n.l. „Mijn hart is van Holland".
HET NIEUWE ACADEMISCH
ZIEKENHUIS.
Het nieuwe Acad. Ziekenhuis zal Zater
dag 17 Maart officieel in gebruik worden
genomen. In de aula van het administra
tiegebouw zal dan minister Waszink het
ziekenhuis overdragen aan de Leidsche
Kloosterleven.
In gebruik zijn thans het Anatomisch
Laboratorium en de Kliniek voor Kinder
geneeskunde. .Naar wij vernemen zullen
begin Maart nog in gebruik worden geno
men, de kliniek voor Neus-, keel- en oor-
kunde en die voor Oogheelkunde.
Wetenschappelijke voordrachten over het
Katholicisme.
Gisteravond hield prof. J P. Verhaar in
het Klein-Auditorium der Universiteit te
Leiden zijn zevende voordracht over Het
Kolosterleven.
In het eerste deel gaf spr. een uitvoe
rige uiteenzetting van de beoefening der
christelijke volmaaktheid door een intense
liefde tot God, opstijgend van het pad der
z.uivering over het pad der verlichting naar
het pad der vereeniging met God. De
christelijke volmaaktheid is oen plicht
voor iederen christen. Zij kan bereikt wor
den door de gewone middelen die ons door
Christus zijn voorgeschreven. Maar bo
vendien heeft Christus nog buitengewone
middelen aangeraden, de z.g. evangelische
raden, n.l. deze drie: de vrijwillige armoe
de, de eeuwigdurende maagdelijkheid, de
volkomen gehoorzaamheid. Spr, lichtte de
ze raden toe aan de hand van Christus'
woorden. Na deze uiteenzetting definieer
de spr. het kloosterleven als een gemeen
schappelijk leven dat tot hoofddoel heeft
om te streven naar de christelijke vol
maaktheid, 'vooral door het beoefenen der
drie evangelische raden.
In het tweede deel liet spr. zien: voor
eerst hoe het kloosterloven zijn oorsprong
vindt in de oud-christelijke Kerkten
tweede de beteekenis der verschillende
nuanceeringen in de vele kloosterorden
ten derde hoe in het algemeen het interne
kloosterleven is georganiseerd en geregeld,
vooral werd gewezen Koe groote" voorzich
tigheid in acht genomen wordt door de
Kerk ten opzichte van hen die het kloos
ter wenschen binnen te treden; ten vier
de liet spr. zien, dat de volmaaktheid ook
heel goed te bereiken is voor hen die in de
wereld leven en dat het kloosterleven niet
voor iedereen geschikt is maar alleen voor
hen die door God daartoe geroepen wor
den.
In het derde deel werd de praktische
waarde van het kloosterleven bepaald.
Vooreerst: voor de maatschappij. Door
eerlijke buitenstaanders wordt erkend, dat
de kloosterB een hooge cultureele waarde
hebben. Ten tweede voor het individu.
Zelfverloochening en zelfheiliging, soms
heroieke heiligheid, zijn de rijke vruchten.
Ten derde voor de Kerk, wier heiligheid in
het kloosterleven vaak heel sterk tot uiting
komt alsmede haar gemeenschap der hei
ligen.
Spr. besloot met den roep van Chr. in
Mt. 19:29.
De laatste lezing over Haria-vereering
wordt gehouden op S Maart e.k.
R.-K. Onderwijzersvereniging.
Bezoek aan het Cryogeen
Laboratorium.
Zaterdag j.l. brachten een vijftigtal le
den der R.-K. Onderwijzersvereniging,
vergezeld van haar adviseur, den Zeer-
Eerw. Heer P. A. Kleintjes, een bezoek
aan het Natuurkundig Laboratorium,
met als hoofddoel, een bezichtiging van
het Cryogeen Laboratorium.
In de ruime collegezaal werden dó be
zoekers door dr. C. A. Crommeün, lector
aan de universiteit alhier, ontvangen, om
aldaar een korte uiteenzetting aan te
hooren van datgene, wat straks zou wor
den aanschouwd. Dr. Crommeün zette
uiteen, aan de hand van lantaarnplaatjes,
waarop de gebruikte toestellen helder
stonden afgebeeld, hoe door afkoeling,
gevolgd door samenpersing gassen in
een vloeibaren vorm kunnen worden ver
kregen.
De wijze, waarop het Prof. Kamerling
Onnes gelukte, het helium vloeibaar te
maken, en als vervolg daarop het bren
gen van 't vloeibare helium in vasten
vorm door Prof. Keesom, vormde het slot
dezer bespreking.
Hierna werd overgegaan tot het nemen
van eenige zeer interessante proeven met
vloeibare lucht. De handigheid waarmede
dr. C. A. Crommeün deze proeven in een
vlot tempo, achtereenvolgens nam, dwong
inderdaad bewondering af. Het was een
genot, naar dezen docent te kijken en te
luisteren.
Hierna werden de bezoekers, in groep
jes verdeeld, door het gebouw rondgeleid
door eenige deskundigen, waar de meest
belangrijke instrumenten werden bezich
tigd en verklaard.
Bij monde van den voorzitter, de heer
H. G. de Boer, werd dr. Crommeün dank
gebracht, daarbij er aan herinnerend,
hoe goed en nuttig het is, als de opvoe
ders der Nederlandsche jeugd van meer
nabij kennis kunnen maken met plaatsen
waar beroemde tijdgenooten werkzaam
Katholieke Agenda.
LEIDEN.
Vrijdag. Genootschap van den Stillen Om-
gang, St. Joz. Gez. Vereeniging,
8.15 uur.
Woensdag, R. K. Grafische Bond, Bondsge-
bouw, 8 uur.
Algemeene Agenda.
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
Apotheken wordt van Maandag 29
F e b r. tot en met Zondag 26 F e b t.
waargenomen door de Apotheek van den
heer M. Boekwijt, Vischmarkt 8. Tel. 552.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Heden
jtaleerd:
Linoleum/ fr oir menie
2 Meter ir^cd f 2.S3
waren en nog zijn, zoodat namen als Lo-
rentz, Kamerling Onnes, Keesom enz.
voor hen niet louter klanken zijn.
Instituut Kern.
In de eerste der vijf lezingen vanwege het
instituut Kern alhier gegeven, behan
delde prof. J. Ph. Vogel de monumenten der
Pallawa-dynastie op de kust van Coroman-
oel en in het bijzonder die merkwaardige
gioep van grootendeels uit de rots gehou
wen tempels te Mawaüwaram, ten Zuiden,
van Madras, die gewoonlijk worden aange
duid als „de Zeven Pagoden". Spr. begon
met er op te wijzen, dat een der eersto
Europeanen, die melding hebben gemaakt
van deze meesterwerken der kunst van Zuid,
Indië de Hollandsche schrijver Jacob Haaf-
ner is geweest, die geruimen tijd in het na
burige dorp Sadras heeft gewoond als die
naar der Oostindische Compagnie. Zijn reis
in een palanquin langs de kust van Coro-
mandel moet omstreeks 1786 hebben plaats
gehad. In de dagen van Haafner was niets
bekend omtrent de geschiedenis der heilig
dommen van Mawaüwaram. Het volksgeloof
bracht ze in verband met de vijf zonen van
Pandoe, de helden van het groote epos, aan
wie men alte geheimzinnige overblijfselen
der Oudheid 'pleegt toe te schrijven, Die
traditie werd door Haafner eenvoudig aan
vaard. Hij spreekt van inscripties, die op
die bouwwerken werden aangetroffen. Maar
zelfs de geleerdste Brahmaan was niet in
staat ze te lezen,
Die inschriften zijn ontcijferd door den
onlangs overleden Duitschen Sanskritist
dr. E. Hultzsch, hoogleeraar te Halle.
Daarbij is gebleken, dat de tempels van
Mawaüwaram gedenkteekenen zijn van dö
machtige dynastie der Pallawas, dia eeuwen
lang (ongev. 300 tot ongev. 900 na Chr.) aan'
de kust van Coromandel heeft geheerscht.
Zij dateeren van het midden der 7e eeuw,
toen dat Indische vorstenhuis het toppunt
van zijn macht had bereikt.
Vooral merkwaardig is de groep van vijf
uit één rots gehouwen tempels, die naar do
zonen van Pandoe zijn genoemd en naar hun
gemeenschappelijke gade Draupadi. Daarin,
vindt men de prototypen der Drawidische
tempelarchitectuur van Zuid-Indië. Evenzoo
vertegenwoordigt het beeldhouwwerk, waar
mede deze tempels zijn versierd, de oudste
faze der Zuid-Indische brahmanistische ico
nografie. Deze sculptuur onderscheidt zich
bovendien door groot vermogen van uit
beelding naast betrekkelijke soberheid.
Sommige der rotstempels bevatten fraai
uitgevoerde paneelen, waarin mythologische
onderwerpen zijn behandeld, zooals de cos-
mische slaap van Wishnoe en de strijd der
godin Doerga met den buffeldemon. Een
reusachtig rotsrelief, 27 meter lang en 9 me
ter hoog, gewoonlijk aangeduid als de „pe
nitentie van Ardjoena", moet in werkelijk
heid een andere beroemde Indische mythe
voorstellen, n.l. de komst der heilige rivier
Ganga (den Ganges), die door de ascese van
koning Bhagiratha bewogen werd om uifc
den hemel neder te dalen op aarde.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
even
naar
GEKLEURDE
en DAMESZAkDOl
gewone prijs/" 14— Öfnt
thans
0P VERTOON VAN DEZEN BON
De Leidsche Winkelstand.
Zooals gisteren reeds in een annonce in
ons blad bekend werd gemaakt, heeft de
heer L. J. Ph. van der Drift zijn zaak in
schoonmaak- en huishoudelijke artikelen
overgedaan aan den heer J. van Velzen.
De zaak was er een van reeds ouden
stempel. Zij bestaat reeds ongeveer 50 jaar.
Gedurende 35 jaar werd zij gedreven door
de firma Spierenbug en nu de laatste 15
Jaar door den heer v. d. Drift. Door ziekte
heeft deze zich thans genoodzaakt gezien
de zaak aan een ander over te doen en mèi
deze verandering is ook het aanzien van
den winkel geheel veranderd. De ouderwet-
sche zaak is onder leiding van den heer
Ph. van der Drift omgetooverd tot een mo
dern winkelhuis, terwijl tevens het bo
venhuis voor aparte bewoning is ingericht
2 1