Letteren en Kunst
BINNENLAND.
Uit de Rijnstreek
MNCY TREMA'S ERFENIS.
TWEEDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
DINSDAG 14 FEBRUARI 1928
l
WILLEM VAN KONIJNENBURG.
U
lv Den Hen Februari is Willem van Ko
nijnenburg 66 jaar geworden. Twee ten
toonstellingen van zijn werken werden dien
middag geopend: een groote eeretentoon-
itelling in „Pulchri Studio", een kleinere
uitsluitend van teekenwerk in „De Riet
vink". Wie lust heeft met het werk van
deze geheel bijzondere persoonlijkheid
kennis te maken, of zijn kennis omtrent
hem te vernieuwen en uit te breiden, be
velen wij met aandrang aan: „Ga eerst
naar de „Rietvink". Beschouw deze in dit
geval als het Voorhof van den Haagschen
kunsttempel. De expositie in het intieme
Wassenaarsche kunstzaaltje is innerlijk
sterk genoeg, om Van Konijnenburg als
teekenaar in zijn beste uitingen te
doen kennen en zich een beeld van zijn
persoonlijkheid te vormen".
Er heerscht door de rangschikking der
werken van den meester een weldadige
rust in de „Rietvink". Met smaak en
kunstzin is alles zoo gehangen, dat het
heel prettig aandoet en de beteekenis van
het 40-tal werken geheel tot haar recht
komt. Van Konijnenburg is teekenaar par
excellence. Van enkele zijner bijna levens-
groote portretten zegt men: „Dit is qua
teekenkimst volmaakt". We denken aan
het portret van H. K. H. Prinses Juliana,
waarin de adel van het jonkvrouwelijke
zoozeer tot uitdrukking komt. Men lette
ook op de vingers. En nog meer werden we
geboeid door twee andere meisjesportret
ten. Hoe blank en zuiver is No. 14, hoe
edel van lijn en fijn van proporties. Hoe
fijn overwogen zijn de tinten van den
achtergrond, en de wijze waarop de kun
stenaar de motieven van het kleed heeft
behandeld. Even wordt deze potloodteeke-
iiing geaccentueerd door een fragiele blau-
Iwe bloem gracieus door de vingers vast
gehouden. En dan moet men eens letten op
de prachtige lijnen van den hals. Men
vindt datzelfde bij een ander jonge meisjes
portret. Men denkt er bij aan sommige
vrouwenportretten der Italiaansche renais
sance. In het tweede damesportret dat we
bedoelen treft in 't bizonder ook de prach
tige wijze waarop de wrong is behandeld,
een verfijnde gratie en toch krachtig, zwie
rig en tegelijk sterk en vol spanning. Won
derlijk mooi is bij dit portret de geheele
compositie, de vlakvulling; rijk de ach
tergrond en de behandeling van den
Vogel, die een bloeiend takje aandraagt.
En zie dan naar het portret van Mevr. L.
en van des kunstenaars vrouw. Er ligt
ziel, gemoed, in de gelaatsuitdrukking.
Het laatste portret is in conté, het kleed
iets bruin geaccentueerd, de achtergrond
gesuggereerd met een paar groene vegen.
)e spaarzame kleuren zijn er meer om
even een accent te geven, dan om het „na-
\uurgetrouwe". Door die kleine accentjes
fordt het innerlijk sterke der voorstelling
aog meer betoond.
Heel mooi en suggestief is ook het por
tret van een oude dame, waarin zoo prach
tig de begrippen: oud zijn, veel ervaren
hebben en deftig zijn, tot een gelukkige
synthese worden gebracht.
Wij zagen nog den karakteristiek fijnen
kop van Hein van Essen, dichter en etser,
wiens sterk, wilskrachtig en nerveus idea
lisme uit deze teekening heel overtuigend
spreekt. Van Konijnenburg's portretten
Zijn anders dan die van Toorop. Toorop
ontleedt het karakter; Konijnenburg is
meer synthetisch, hij maakt van zijn figu
ren ideaaltypen zonder daarom nog de
merkelijkheid geweld aan te doen.
Een aantal mooie kinderportretjes gaan
we nu voorbij, om nog even onzen aan
dacht te wijden aan een aantal andere voor
stellingen. Er hangen aan den rechten zij
wand een viertal monumentale werken,
sterk uitkomend in hun zware vergulde
omlijsting. En men vraagt zich af hoe het
mogelijk is, enkel maar met potlood op
wit papier zulke wonderen van tonali
teit te scheppen. Daarvoor moet men een
virtuoos technicus zijn. Maar deze tech
niek is ten slotte alleen maar middel om
zijn romantische verbeeldingen te uiten.
In een bepaalden tdij kan men deze voor
stellingen niet plaatsen, ze zijn tijdeloos
met herinneringen aan mythe en historie.
Het eerste werk overweldigt onmiddellijk
door het gespannen rhythme der voort
schrijdende paarden. Men lette op de lij
nen der geheven pooten, op de lijnen van
het ruiterlichaam, de zwier van diens
waaienden mantel. En toch is dit alles ook
weer heel streng en logisch van bouw. Er
zit iets Egyptisch in.
Op de tweede teekening zien we een
Godenbeeld op een draagstoel onder een
baldakijn door ossen gedragen. Weer denkt
men aan Egyptische invloeden. Konijnen
burg is geen navolger of copiist van ande
re voorbeelden. H)j heeft eenvoudig zich
op die voorbeelden geïnspireerd om zijn
eigen visies te kunnen uiten. Die vormen,
die voorbeelden zijn zijn eigen geestelijk
eigendom geworden, zoodat het altijd nie
mand anders dan Van Konijnenburg zelf
is, die uit het werk spreekt.
De derde teekening stelt voor de wor
steling van een Faun met een Centaur.
Bij de proporties en de spanning van het
Faunenlichaam denkt men aan de gewel
dige kracht die Michel Angelo in zijn figu
ren wist te leggen, en tegelijk voelt men
de visie van den kunstenaar als iets heel
persoonlijks.
De vierde teekening eindelijk toont ons
ridders te paard, met op den achtergrond
het cantille-werk van cathedralen en
burchten en geheel op het achterste plan
een landschap. Het lijkt alles iets uit een
andere wereld, plastisch, hevig en vol ac
tie en toch door de beheerschte kracht in
nerlijk rustig.
Men voelt in alles het klare van renais
sancistische visie en tevens een romantiek
die misschien meer intellectueel georiën
teerd dan die van Toorop, maar die in
ieder geval den schilder voor de verkla
ring bewaart, waartoe het zuiver renais
sance-element allicht zou leiden.
Er hangt nog zooveel moois en belang
rijks in „De Rietvink", die prachtige Ga
zellen zoo rank en broos op hun fijne
pooten; de eekhoorntjes zoo gracieus te
gen hun boomtak opklauterend.
We zagen nog de groote symbolische
teekening „Verbi divinis inspiratio" die
aan Toorop herinnert en een Christus aan
het kruis, met de figuren van de H. Maagd
en den Apostel Joannes ter weerszijden.
En eindelijk lagen er nog een aantal
uitstekende reproducties van kleinere tee-
keningen, die straks het boek zullen sie
ren dat weldra door den eigenaar van „De
Rietvink", den heer Van Es, zal worden
uitgegeven. Het zal gewijd zijn aan Wil
lem van Konijnenburg en bevat een aantal
bijdra*gen van kunstkenners als H de Boer
Hammacher, Dr. van Gelder, en Van der
Stok. Tusschen den tekst zal men 100 af
beeldingen van teekeningen enz. van den
meester vinden.
De uitgave wordt typografisch niet
minder accuraat verzorgd dan de beide
Manke sboeken en dat over Jessurun de
Mesquita.
De verschijning van dit werk zal zeker
door belangstellenden met vreugde wor
den begroet, want W. van Konijnenburg is
een der grootsten onder de thans levende
meesters uit het geslacht dat tusschen '80
en '90 voor het eerst van zich deed spre
ken.
N. J. SWIERSTRA.
HET SCHAEPMAN-FONDS.
Stichting van een R. K. Partijbureau.
In verband met de vele verzoeken om
inlichtingen, deelt de secretaris van het
Kringcomité Leiden mede, dat het comité
besloten heeft, om in den Rijkskieskring
Leiden, de maand April de actie-maand
te doen zijn voor het Schaepmanfonds.
Binnenkort zullen de besturen der R. K.
Kiesvereenigingen nadere mededeelingen
dienaangaande bereiken.
Het enthousiasme waarvan tal van be
sturen van kiesvereenigingen reeds blijk
gaven, doet het comité „hooge" verwach
tingen koesteren betreffende het bedrag
dat in den kieskring Leiden voor de stich
ting van een R. K. Partijbureau zal wor
den verzameld.
f9v
MGR. DR. P0ELS.
„De Volkskrant" van gisterenavond
schrijft:
Mgr. dr. H. A. Poels wordt morgen
zestig."
Alleen als men hem in vol ornaat wil
vertoonen, wordt hem, evenals men ook
ten aanzien van Mgr. dr. Schaepman en
van Mgr. dr. Ariëras doet, de Monseïg-
neurs-titel toegekend; in de wandeling is
het doctor Poels, zooa?s het ook doctor
Schaepman en doctor Ariëns luidt.
Met den laatsten doctor heeft hij heb
warme hart, den geesb van initiatief, de»
durf voor het nieuwe gemeen; met den
eerste ook uiterlijke overeenkomst.
Als dr. Schaepman is ook dr. Poels een
massieve geweldige strijder, eer tot den
aanval dan tot de verdediging geboren,
een Bohemond met de gepantserde vuist.
Toch is de vuist zijn minste kracht: zijn
grootste is het heldere hoofd, de klare kop,
zijn ontzaglijke, universteele kennis.
Bijbel-geleerde vaU dien eersten rang,
niet onder die in ons la nd alleen, maar
in de geheele wereld, beschouwt hij ook
andere vraagstukken naar wereld-afme
tingen.
Zoo hebben de vraagstukken hem niet
gevangen, maar staat hl ij er boven en be-
heerscht ze.
Op de eerste plaats wel het sociale
vraagstuk, dat voor henu niet een vraag
is van iets meer of mind er loon, van wat
korter of langer arbeidsi ijd alleen, maar
vooral een vraag van realit: een zedelijk
vraagstuk.
Het arbeidersleger heeft heel bijzonder
zijn belangstelling en zijn hart: omdat dit
leger de grondslag is van dt' maatschappij
en het van dit leger zal af\langen, of de
samenleving christelijk of onchristelijk,
de toekomst door het Christen dom geadeld
of door de revolutie geteisterd zal wor
den.
Als dr. Schaepman is ook di\. Poels een
geweldig redenaar.
Hij sleept de menigte mee door het
vuur van zijn woord, zeker, maar ook, en
meer nog door de kracht van zijn betoog
trant.
Hij is vóór alles een belangeloos plei-
bezorger: niets drijft hem dan do wensch
het recht te doen zegevieren.
Nu dr. Poels morgen zijn 60em verjaar
dag herdenkt, is het billijk, dat de Katho
lieke Arbeidersbeweging hem op dezen
dag een hartelijken gelukwensch aanbiedt
en van haar erkentelijkheid en aanhanke
lijkheid getuigenis aflegt.
Zestig jaar moge geen eigenlijlc jubilé
zijn, het is toch een bijzondere mijlpaaj op
g menschen weg, voor dr. Poels een
mijlpaal, naar wij durven vertrouwen, die
de gedachte aan rust niet eens doet opko
men.
Wij kunnen dezen grooten voorganger
niet missen, en hij kan er niet aan den
ken, het zwaard des geestes af te leggen.
Uit alle oorden van Nederland, uit alle
plaatsen waar georganiseerde katholiekB
arbeiders te vinden zijn, zal men zich in
den geest keeren naar de woonstede van
dr. Poels en zich vereenigen met den ge
lukwensch van de Volkskrant.
Nog vele jaren v .<ir ons, voor onze be
weging, voor Nederland, voor de Kerk!
Roomsche studentendag.
De twaalfde Roomsche
studente ndag.
Zondag is te Nijmegen de 12e Roomsche
studentendag gehouden. De bijeenkomst
werd bijgewoond door ee.o honderdtal ka
tholieke studenten uit verschillende plaat
sen van ons land, bij wie zich een depu
tatie van de Leuvensche studenten-ver-
eeniging had gevoegd.
Aanwezig waren de Nijmcegsche hoog
leeraren v. d. Grinten, v. d. Heyden, Huy-
bers, Brom, Bellon en Pompisn.
Zaterdag waren voorvergaderingen ge
houden in het Oranje-Hotel, waarin de
student J. Wils uit Nijmegen en mr. F.
Teulings uit 's-Hertogenbosch: spraken
over het onderwerp „Student en Maat
schappij".
Zondagochtend werd de H. MUs in de
St.- Josefskerk opgedragen door pater
Hoogeweegen S.J., moderator der Nij-
meegsche R.-K. Studentenvereenigitig „Ca-
rolus Magnus".
In den namiddag werd allereerst in het
academiegebouw aan het Keizer Karei-
plein een vergadering gehouden van de
Heemvaart-Inter-academiale, waarin pa
ter P. M. Lamers O.F.M. een rede hield
over: „Wereldvlucht of niet?" Daarop
volgde een vergadering der Drankweer-
Interacademialc, waarin prof. dr. Gerard
Brom een lezing over drankbestrijding
hield. Een voorstel om deze Interacade
miale op te heffen werd met nagenoeg al-
gemeene stemmen verworpen. Voorts ver
gaderde de Missie Interacademiale. In
deze vergadering, bijgewoond o.a. door
den pas benoemden bisschop van Tugu-
garo, de hoofdstad van het eiland Luzon
op de Philippijnen, en door Father Ahaus
uit Engeland, hield prof. dr. Titus Brand-
sma uit Nijmegen een lezing over St.-Bo-
nifacius.
De deelnemers hebben gisteren een uit
stapje gemaakt naar het naburige Kleef.
R.-K. Vredesbond.
Prof. Kon voorzitter.
De Zeereerw. Pater Prof. Mag. dr. J. B.
Kors O.P., hoogleeraar aan de R.-K. Uni
versiteit te Nijmegen is benoemd tot voor
zitter van den R.-K. Vredesbond als op
volger van wijlen prof. G. de Langen Wen-
dels.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Kapelaan J. F. Lips.
De St. Bonifatiusparochie te Alphen
aan den Rijn viert morgen 15 Febr. het
Koperen Priesterfeest van den Weleerw.
heer Kapelaan J. F. Lips uit dankbaar
heid voor zijn ruim 8-jarigen Priester
arbeid.
De weleerwaarde jubilaris werd te
Woerden geboren en na zijn studiën vol
tooid te hebben in Nijmegen, Voorhout en
Warmond, werd hij tot Priester gewijd 15
Aug. 1915 door Z. D. H. Mgr. Hofman,
rustend Franciscaansche Missiebisschop
uit China en tevens een Oud-oom van den
weleerw. jubilaris.
In die oorlogsjaren werd de thans jubi-
leerende Priester benoemd tot Kapelaan
te Oud-Beijerland, waar de jonge Priester
in werkelijkheid nooit priesterabeid heeft
verricht wegens onmogelijke terugkeer van
uit België naar Holland bij de toenmalige
oorlogsomstandigheden.
Vervolgens is Z.Eerw. als Kapelaan
werkzaam geweest in Leidschendam, Scho
ten, Sassenheim en Alphen aan den Rijn.
Ruim 8 jaren verblijft de jubilaris reeds
in Alphen aan den Rijn en heeft in al die
jaren zeer veel gedaan voor het heil der
zielen; hij heeft, een krachtig aandeel ge
nomen in het Katholiek vercenigingsleven
als Directeur van het Jongenspatronaat,
als leider van „Ons Tooneel", als Advi
seur van de Gymn.ver. „Wilskracht", van
de Propagandaclub „St. Paulus", van
Kruisverbond, Mariavereeniging en Bi
bliotheek.
Als beheerder van Spaarkas is de jubi
laris een goed en beleidvol financier, wel
ke taak eigenlijk door ingewijden en ken
ners ten volle te waardeeren Is.
't Is te begrijpen, dat 15 Febr. in Alphen
aan den Rijn een jubeldag is, waarop tij
dens de receptie van 122 uur als ge
schenk der Parochianen een eigen Kelk zal
worden aangeboden.
Door samenwerking van 3 vereenigingen,
't Patronaat, „Ons Tooneel" en de Gymn.
„Wilskracht" zal Vrijdagavond 17 Febr.
een huldigingsavond aan den jubileeren
den Kapelaan worden aangeboden.
Katholiek Alphen aan den Rijn zal op
dien dag weer toonen eerbied voor en
waardeering van den priester.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's vóór Woensdag 15 Februari.
Hilversum, 10*60 M.
12.00 Politieber.
122.30—2.00 Lunchmuziek door het radio-
trio.
2.303.00 Cursus voor leerbewerking
door mevr. SchaakeVerkozen.
3.00—4.00 Maak het zelf, door mevr.
SchaakeV erkozen.
6.00 Dinermuziek door het Radio-trio.
7.15—7.45 Gezondheids half uurtje. Dr.
P. C. Fleicher: De huiselijke ziekenverple
ging en de beschikbaarstelling van ver-
plegingsartikelen.
7.45 Politieber.
8.00—9.00 Concert, uitsluitend gewijd
aan composities van Nederlandsche toon
dichters. Composities van B. v. d. Sigten-
horst Meyer. B. v. d. Sigtenhorst Meyer,
piano; W. Bredero,vioolR. v. Santen, te
nor.
9.0010.30 Opera- en operetteprogram
ma door het omroeporkest o. 1. v. Nico
Treep.
10.20 Persber.
10.3012.00 Uitzending uit Rest. Heek,
Den Haag. Roemeensche orkest Cornelius
Codolban en Francis Flustering Five.
Huizen, 1950 M.
7.007.30 Stenografieles.
7.30—8.00 NCRV. Gramofoonmuziek.
8.00 K.R.O. uitzending u. d. Concertzaal
v. d. Concert gebouw te Haarlem door de
Ver. „Geloof en Wetenschap". Trio F. Bos-
liart (Viool-cello-piano). Haarlemsche R.K.
Mannenkoor o. 1. v. J. Nibbering. Dr. B.
Jacob uit Dortmund, spreker Jeanne Baci-
lek, zangeres.
Daventry, 1000 M.
10.35 Kerkdienst.
11.20 Pianokwartet.
12.20 Dansmuziek.
I.202.20 Orkestconcert.
2.50 Lezing.
3.10 Concert.
3.202 Gedichtenvoorlezing.
3.50 Concert.
4.05 Lezing.
4.20 Licht klassieke concert.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.40 Tuinbouwpraatje.
6.50 Nieuwsb.
7.05 Dansmuziek.
7.20 Land bouw ber.
7.35 Beethoven's pianovariaties.
7.45 Lezing: Persian Culture.
8.05 Variëté. Zigeuner-orkest en solis
ten.
8.15 Feest van het „Leger des Heils",
8.45 Vervolg Voriëté.
9.20 Nieuwsb.
9.35 Lezing: The way of the world, v
9.50 Nieuwsber.
9.55 „Merrie England", opera door Basil
Hood en Ed. German.
II.2012.20 Dansmuziek.
„R a d i a-P ar i s", 1750 M.
10.50—11.00 Concert.
12.502.10 Klassieke kwartetten en
zang.
4.055.50 Orkestconcert.
8.5011.20 Oude Fransche liedjes door 't
St. Chapellekoor.
Langenberg, 469 M.
12.25—1.50 Orkestconcert.
5.206.20 Orkestconcert*
7.207.45 Dansles.
7.50 Declamaties door Willy Buschholf.
8.35 Vroolijke avond, liedjes bij de luit en
declamatie. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M.
(Zeesen).
11.207.05 Lezingen en lessen.
7.20 Operette-avond. Orkest en solisten.
9.5011.50 Dansmuziek door de Marek
Weber Kapel uit Hotel Adlon.
H a m b u r g, 395 M.
4.20 Walsmuziek.
5.20 Orkestconcert.
7.20 Hamburger Blaas-orkest.
8.30 Carneval. Vroolijke liedjes en mu«
ziek.
10.5011.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M.
5.206.20 Orkestconcert.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.5010.35 Orkestconcert.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING
Vertaald door Carla Simons.
60)
Even later kwam de dokter binnen.
Kom, kom, zei deze tegen het snik
kende meisje. U moet niet zoo aan uw
verdriet toegeven. Ik heb dit al lang zien
aankomen, vervolgde de arts, het heeft
Die verwonderd dat het nog zoo lang
Heeft geduurd. Ik heb n willen waarschu
wen, maar ze wilde volstrekt niet dat ik
i ongerust maakte. U hebt veel voor haar
beteekend, miss Trevanion, zonder u zou
den deze laatste jaren wel heel droef voor
baar zijn geweest.
\Vat heeft haar gemankeerd? vroeg
Nancy machinaal.
Een hartkwaal, antwoordde de dok
ter. Ze klaagde nooit om u niet te
verontrusten.
Van wat er de volgende dagen gebeur
de gaf Nancy zich ternauwernood reken
schap. Ze herinnerde zich flauwtjes, dat
John Shawcrose haar schreef dat ze niet
op de fabriek hoefde te komen; ze had
bet besef dat er een menigte vreemde
menschen in het kleine huisje kwamen.
Ze leefde als in een roes.
Ze maakte geen plannen voor de toe
komst het «drong niet tot haar door dat
Ze een nieuw tehuis moest zoeken. Jessie
firiggs had haar gevraagd om een maand
°P Woodroyd te komen, maar Nancy had
it uitnoodiging niet aangenomen,
Zooals in Yorkshire gebruikelijk was,
kwamen er een massa bekenden bij de
begrafenis. Sarah Ellen had voor een uit-
gebreiden maaltijd gezorgd.
Miss Mary hield er van om de din
gen goed te doen, zei ze. Ik zou me
schamen als ik haar later in den hemel
tegenkwam en ik had niet goed voor
alles gezorgd.
Nadat de maaltijd was afgelooen, kwam
het gezelschap bijeen in de huiskamer. De
notaris, mr. Josua Blackburn, haalde een
document te voorschijn.
Dit is het testament van miss Jud-
son; ik moest alles precies opschrijven
zooals ze het dicteerde.
Het document luidde aldus:
„Ik, Mary Judson, in het volle bezit
van mijn geestvermogens, maak de vol
gende beschikkingen: Ik vermaak aan
mijn dientsmeisje Sarah Ellen- de som van
twintig pond en als herinnering de broche
waarvan ze zooveel hield. Alles wat ik
verder bezit vermaak ik aan mijn lieve
vriendin, Nancy Trevanion, die de laatste
drie jaar bij mij inwoonde, en ik hoop
uit heel mijn hart dat ze eindelijk mag
slagen in wat we zoo lang geprobeerd
hebben. Ik wil haar daarbij zooveel mo
gelijk helpen. De formule waarnaar ze zoo
•zeer verlangde, ligt in de brandkast naast
mijn bed. Ze mag er mee doen wat ze wil.
De sleutel van de brandkast ligt in mijn
geldkistje. Het huis Laburnum Cottage
met zijn gelieele inventaris laat ik haar
ook na en ik hoop dat ze er zal blijven
wonen tot ze haar oude huis kan terug
koopt n. Het laboratorium met zijn heele
inventaris en mijn opgespaarde geld, be
halve de 20 pond voor S. E. is ook voor
haar.
Nadat de notaris het testament had
voorgelezen, lieerschte er een lange stilte
in de kamer.
Dat is een eigenaardig: testament,
merkte een van de aanwezigeii op.
Ja, zei een ander; zou het wel gel
dig zijn?
Waarom niet? zei de notaris. Het
is absoluut in orde. De tekst is geheel
zooals zij die zelf heeft gewild «n het is
naar behooren onderteekend.
Daar is niets tegen te zeggen merk
te een van de bloedverwanten op.
Mary was altijd een rare snijboon,
net als haar vader.
Hoeveel laat ze na?
Als alle rekeningen zijn betaald is er
ongeveer 200 over.
Ik had gedacht dat er veel meer zou
zijn.
Ze had geen cent toen de oude Ainos
stierf, beweerde een ander.
U zult dat zeker niet hebben ver
wacht, miss Trevanion, zei de oude Josua.
Neen nooit, beaamde Nancy.
Al heeft ze niet veel contanten, het
huisje is toch wel 'n 6 of 700 pond waard
en dat is toch wel de moeite waard, ging
de oude notaris voort.
U bent er niet slecht bij gevaren,
miss Trevanion, en met een veelzeggende
blik verliet de man der wet' de kamer.
Een paar minuten later was Nancy
alleen in huis met Sarrah Ellen.
Ik had nooit gedacht dat ik haar zoo
zou missen, dacht het jonge meisje.
Bijna werktuigelijk las ze het stuk
dat de notaris had achtergelaten nog eens
over.
Ze kwam aan de woorden: „De formule
ligt in de brandkast naast mijn bed. Zo
mag er mee doen wat ze wil. De sleutel
ligt in mijn geldkistje. Nancy sprong op
en zonder zich te bedenken zocht het
geldkistje in Mary's slaapkamer. Daar
had ze den sleutel en in koortsachtigen
spanning opende ze den brandkast. Ze
doorzocht elk vakje, iedere lade.... maar
de formule vond ze niet.
HOOFDSTUK XXIII.
De verloren formule.
Het eerste oogenblik dacht ze, dat ze
in de opwinding van het moment niet
goed had gezocht. Ze keek de brandkast
zorgvuldig na. Oude brieven, documen
ten, maar geen formule! Wat had dit te
beteekenen? Honderd gedachten flitsten
haar door 't hoofd. Ze herinnerde zich
den avond, dat zé voor het eerste het la
boratorium was binnengekomen en Mary
haar het groote geheim had toevertrouwd
Ze had over de formule gesproken, maar
haar vriendin niet toegestaan om die for
mule met eigen oogen te lezen. Waarom
niet? Nancy wist, dat haar vriendin haar
vader beloofd had, zoolang zij leefde nie
mand deze formule te laten zien, tot het
haar gelukt was rubber te vervaardigen.
En ze wist, dat de formule werd bewaard
in de brandkast naast Mary's bed. En nu
was zij nergens te vinden. Een twijfel
rees in haar op. Had die formule wel ooit
bestaan Was het j^sen hSlsdnschitn ge
weest? iets waarover Mary zoo lang had
gesproken tot ze zelf aan het bestaan
was gaan gelooven? Opnieuw zocht ze de
kast door. Elk stukje papier werd onder
zocht en ze keek zorgvuldig of er geen
geheime vakjes ware. Maar zonder resul
taat.
En toch moest die formule bestaan.
Nancy ging terug naar beneden en dacht
er ernstig over na. Ze was in het diepste
van haar hart overtuigd, dat ze zou sla
gen om rubber te maken met behulp van
de formule. Ze had vast en zeker ver
trouwd op het succes en nu scheen alles
volkomen hopeloos. Gedurende de volgen
de dagen zocht Nancy tevergeefs het
heele huis door. Geen stukje papier liet
ze na te onderzoeken, maar alle pogin
gen faalden. En toch kon ze zich ten
slotte niet indenken dat die formule niet
had bestaan, daarvoor kende re Mary te
goed. Maar waar moest ze zoeken? Nancy
besloot in Laburnum Cottage te blijven
wonen. Zo voelde dat Mary dat het lief
ste had gewild en hoewel het idee daar
geheel alleen le zitten haar weinig aanlokte
was het toch beter dan vreemde kamers
te moeten huren. Haar ontwerpen kre
gen meer en meer succes en John Shaw-
cross kwam zijn overeenkomst eerlijk na.
(Wordt vervolgd).