Letteren en Kunst BINNENLAND. Uit de Rijnstreek MNCY TREMA'S ERFENIS. TWEEDE BLAD „DE LEIDSCHE COURANT" DINSDAG 14 FEBRUARI 1928 l WILLEM VAN KONIJNENBURG. U lv Den Hen Februari is Willem van Ko nijnenburg 66 jaar geworden. Twee ten toonstellingen van zijn werken werden dien middag geopend: een groote eeretentoon- itelling in „Pulchri Studio", een kleinere uitsluitend van teekenwerk in „De Riet vink". Wie lust heeft met het werk van deze geheel bijzondere persoonlijkheid kennis te maken, of zijn kennis omtrent hem te vernieuwen en uit te breiden, be velen wij met aandrang aan: „Ga eerst naar de „Rietvink". Beschouw deze in dit geval als het Voorhof van den Haagschen kunsttempel. De expositie in het intieme Wassenaarsche kunstzaaltje is innerlijk sterk genoeg, om Van Konijnenburg als teekenaar in zijn beste uitingen te doen kennen en zich een beeld van zijn persoonlijkheid te vormen". Er heerscht door de rangschikking der werken van den meester een weldadige rust in de „Rietvink". Met smaak en kunstzin is alles zoo gehangen, dat het heel prettig aandoet en de beteekenis van het 40-tal werken geheel tot haar recht komt. Van Konijnenburg is teekenaar par excellence. Van enkele zijner bijna levens- groote portretten zegt men: „Dit is qua teekenkimst volmaakt". We denken aan het portret van H. K. H. Prinses Juliana, waarin de adel van het jonkvrouwelijke zoozeer tot uitdrukking komt. Men lette ook op de vingers. En nog meer werden we geboeid door twee andere meisjesportret ten. Hoe blank en zuiver is No. 14, hoe edel van lijn en fijn van proporties. Hoe fijn overwogen zijn de tinten van den achtergrond, en de wijze waarop de kun stenaar de motieven van het kleed heeft behandeld. Even wordt deze potloodteeke- iiing geaccentueerd door een fragiele blau- Iwe bloem gracieus door de vingers vast gehouden. En dan moet men eens letten op de prachtige lijnen van den hals. Men vindt datzelfde bij een ander jonge meisjes portret. Men denkt er bij aan sommige vrouwenportretten der Italiaansche renais sance. In het tweede damesportret dat we bedoelen treft in 't bizonder ook de prach tige wijze waarop de wrong is behandeld, een verfijnde gratie en toch krachtig, zwie rig en tegelijk sterk en vol spanning. Won derlijk mooi is bij dit portret de geheele compositie, de vlakvulling; rijk de ach tergrond en de behandeling van den Vogel, die een bloeiend takje aandraagt. En zie dan naar het portret van Mevr. L. en van des kunstenaars vrouw. Er ligt ziel, gemoed, in de gelaatsuitdrukking. Het laatste portret is in conté, het kleed iets bruin geaccentueerd, de achtergrond gesuggereerd met een paar groene vegen. )e spaarzame kleuren zijn er meer om even een accent te geven, dan om het „na- \uurgetrouwe". Door die kleine accentjes fordt het innerlijk sterke der voorstelling aog meer betoond. Heel mooi en suggestief is ook het por tret van een oude dame, waarin zoo prach tig de begrippen: oud zijn, veel ervaren hebben en deftig zijn, tot een gelukkige synthese worden gebracht. Wij zagen nog den karakteristiek fijnen kop van Hein van Essen, dichter en etser, wiens sterk, wilskrachtig en nerveus idea lisme uit deze teekening heel overtuigend spreekt. Van Konijnenburg's portretten Zijn anders dan die van Toorop. Toorop ontleedt het karakter; Konijnenburg is meer synthetisch, hij maakt van zijn figu ren ideaaltypen zonder daarom nog de merkelijkheid geweld aan te doen. Een aantal mooie kinderportretjes gaan we nu voorbij, om nog even onzen aan dacht te wijden aan een aantal andere voor stellingen. Er hangen aan den rechten zij wand een viertal monumentale werken, sterk uitkomend in hun zware vergulde omlijsting. En men vraagt zich af hoe het mogelijk is, enkel maar met potlood op wit papier zulke wonderen van tonali teit te scheppen. Daarvoor moet men een virtuoos technicus zijn. Maar deze tech niek is ten slotte alleen maar middel om zijn romantische verbeeldingen te uiten. In een bepaalden tdij kan men deze voor stellingen niet plaatsen, ze zijn tijdeloos met herinneringen aan mythe en historie. Het eerste werk overweldigt onmiddellijk door het gespannen rhythme der voort schrijdende paarden. Men lette op de lij nen der geheven pooten, op de lijnen van het ruiterlichaam, de zwier van diens waaienden mantel. En toch is dit alles ook weer heel streng en logisch van bouw. Er zit iets Egyptisch in. Op de tweede teekening zien we een Godenbeeld op een draagstoel onder een baldakijn door ossen gedragen. Weer denkt men aan Egyptische invloeden. Konijnen burg is geen navolger of copiist van ande re voorbeelden. H)j heeft eenvoudig zich op die voorbeelden geïnspireerd om zijn eigen visies te kunnen uiten. Die vormen, die voorbeelden zijn zijn eigen geestelijk eigendom geworden, zoodat het altijd nie mand anders dan Van Konijnenburg zelf is, die uit het werk spreekt. De derde teekening stelt voor de wor steling van een Faun met een Centaur. Bij de proporties en de spanning van het Faunenlichaam denkt men aan de gewel dige kracht die Michel Angelo in zijn figu ren wist te leggen, en tegelijk voelt men de visie van den kunstenaar als iets heel persoonlijks. De vierde teekening eindelijk toont ons ridders te paard, met op den achtergrond het cantille-werk van cathedralen en burchten en geheel op het achterste plan een landschap. Het lijkt alles iets uit een andere wereld, plastisch, hevig en vol ac tie en toch door de beheerschte kracht in nerlijk rustig. Men voelt in alles het klare van renais sancistische visie en tevens een romantiek die misschien meer intellectueel georiën teerd dan die van Toorop, maar die in ieder geval den schilder voor de verkla ring bewaart, waartoe het zuiver renais sance-element allicht zou leiden. Er hangt nog zooveel moois en belang rijks in „De Rietvink", die prachtige Ga zellen zoo rank en broos op hun fijne pooten; de eekhoorntjes zoo gracieus te gen hun boomtak opklauterend. We zagen nog de groote symbolische teekening „Verbi divinis inspiratio" die aan Toorop herinnert en een Christus aan het kruis, met de figuren van de H. Maagd en den Apostel Joannes ter weerszijden. En eindelijk lagen er nog een aantal uitstekende reproducties van kleinere tee- keningen, die straks het boek zullen sie ren dat weldra door den eigenaar van „De Rietvink", den heer Van Es, zal worden uitgegeven. Het zal gewijd zijn aan Wil lem van Konijnenburg en bevat een aantal bijdra*gen van kunstkenners als H de Boer Hammacher, Dr. van Gelder, en Van der Stok. Tusschen den tekst zal men 100 af beeldingen van teekeningen enz. van den meester vinden. De uitgave wordt typografisch niet minder accuraat verzorgd dan de beide Manke sboeken en dat over Jessurun de Mesquita. De verschijning van dit werk zal zeker door belangstellenden met vreugde wor den begroet, want W. van Konijnenburg is een der grootsten onder de thans levende meesters uit het geslacht dat tusschen '80 en '90 voor het eerst van zich deed spre ken. N. J. SWIERSTRA. HET SCHAEPMAN-FONDS. Stichting van een R. K. Partijbureau. In verband met de vele verzoeken om inlichtingen, deelt de secretaris van het Kringcomité Leiden mede, dat het comité besloten heeft, om in den Rijkskieskring Leiden, de maand April de actie-maand te doen zijn voor het Schaepmanfonds. Binnenkort zullen de besturen der R. K. Kiesvereenigingen nadere mededeelingen dienaangaande bereiken. Het enthousiasme waarvan tal van be sturen van kiesvereenigingen reeds blijk gaven, doet het comité „hooge" verwach tingen koesteren betreffende het bedrag dat in den kieskring Leiden voor de stich ting van een R. K. Partijbureau zal wor den verzameld. f9v MGR. DR. P0ELS. „De Volkskrant" van gisterenavond schrijft: Mgr. dr. H. A. Poels wordt morgen zestig." Alleen als men hem in vol ornaat wil vertoonen, wordt hem, evenals men ook ten aanzien van Mgr. dr. Schaepman en van Mgr. dr. Ariëras doet, de Monseïg- neurs-titel toegekend; in de wandeling is het doctor Poels, zooa?s het ook doctor Schaepman en doctor Ariëns luidt. Met den laatsten doctor heeft hij heb warme hart, den geesb van initiatief, de» durf voor het nieuwe gemeen; met den eerste ook uiterlijke overeenkomst. Als dr. Schaepman is ook dr. Poels een massieve geweldige strijder, eer tot den aanval dan tot de verdediging geboren, een Bohemond met de gepantserde vuist. Toch is de vuist zijn minste kracht: zijn grootste is het heldere hoofd, de klare kop, zijn ontzaglijke, universteele kennis. Bijbel-geleerde vaU dien eersten rang, niet onder die in ons la nd alleen, maar in de geheele wereld, beschouwt hij ook andere vraagstukken naar wereld-afme tingen. Zoo hebben de vraagstukken hem niet gevangen, maar staat hl ij er boven en be- heerscht ze. Op de eerste plaats wel het sociale vraagstuk, dat voor henu niet een vraag is van iets meer of mind er loon, van wat korter of langer arbeidsi ijd alleen, maar vooral een vraag van realit: een zedelijk vraagstuk. Het arbeidersleger heeft heel bijzonder zijn belangstelling en zijn hart: omdat dit leger de grondslag is van dt' maatschappij en het van dit leger zal af\langen, of de samenleving christelijk of onchristelijk, de toekomst door het Christen dom geadeld of door de revolutie geteisterd zal wor den. Als dr. Schaepman is ook di\. Poels een geweldig redenaar. Hij sleept de menigte mee door het vuur van zijn woord, zeker, maar ook, en meer nog door de kracht van zijn betoog trant. Hij is vóór alles een belangeloos plei- bezorger: niets drijft hem dan do wensch het recht te doen zegevieren. Nu dr. Poels morgen zijn 60em verjaar dag herdenkt, is het billijk, dat de Katho lieke Arbeidersbeweging hem op dezen dag een hartelijken gelukwensch aanbiedt en van haar erkentelijkheid en aanhanke lijkheid getuigenis aflegt. Zestig jaar moge geen eigenlijlc jubilé zijn, het is toch een bijzondere mijlpaaj op g menschen weg, voor dr. Poels een mijlpaal, naar wij durven vertrouwen, die de gedachte aan rust niet eens doet opko men. Wij kunnen dezen grooten voorganger niet missen, en hij kan er niet aan den ken, het zwaard des geestes af te leggen. Uit alle oorden van Nederland, uit alle plaatsen waar georganiseerde katholiekB arbeiders te vinden zijn, zal men zich in den geest keeren naar de woonstede van dr. Poels en zich vereenigen met den ge lukwensch van de Volkskrant. Nog vele jaren v .<ir ons, voor onze be weging, voor Nederland, voor de Kerk! Roomsche studentendag. De twaalfde Roomsche studente ndag. Zondag is te Nijmegen de 12e Roomsche studentendag gehouden. De bijeenkomst werd bijgewoond door ee.o honderdtal ka tholieke studenten uit verschillende plaat sen van ons land, bij wie zich een depu tatie van de Leuvensche studenten-ver- eeniging had gevoegd. Aanwezig waren de Nijmcegsche hoog leeraren v. d. Grinten, v. d. Heyden, Huy- bers, Brom, Bellon en Pompisn. Zaterdag waren voorvergaderingen ge houden in het Oranje-Hotel, waarin de student J. Wils uit Nijmegen en mr. F. Teulings uit 's-Hertogenbosch: spraken over het onderwerp „Student en Maat schappij". Zondagochtend werd de H. MUs in de St.- Josefskerk opgedragen door pater Hoogeweegen S.J., moderator der Nij- meegsche R.-K. Studentenvereenigitig „Ca- rolus Magnus". In den namiddag werd allereerst in het academiegebouw aan het Keizer Karei- plein een vergadering gehouden van de Heemvaart-Inter-academiale, waarin pa ter P. M. Lamers O.F.M. een rede hield over: „Wereldvlucht of niet?" Daarop volgde een vergadering der Drankweer- Interacademialc, waarin prof. dr. Gerard Brom een lezing over drankbestrijding hield. Een voorstel om deze Interacade miale op te heffen werd met nagenoeg al- gemeene stemmen verworpen. Voorts ver gaderde de Missie Interacademiale. In deze vergadering, bijgewoond o.a. door den pas benoemden bisschop van Tugu- garo, de hoofdstad van het eiland Luzon op de Philippijnen, en door Father Ahaus uit Engeland, hield prof. dr. Titus Brand- sma uit Nijmegen een lezing over St.-Bo- nifacius. De deelnemers hebben gisteren een uit stapje gemaakt naar het naburige Kleef. R.-K. Vredesbond. Prof. Kon voorzitter. De Zeereerw. Pater Prof. Mag. dr. J. B. Kors O.P., hoogleeraar aan de R.-K. Uni versiteit te Nijmegen is benoemd tot voor zitter van den R.-K. Vredesbond als op volger van wijlen prof. G. de Langen Wen- dels. ALPHEN AAN DEN RIJN. Kapelaan J. F. Lips. De St. Bonifatiusparochie te Alphen aan den Rijn viert morgen 15 Febr. het Koperen Priesterfeest van den Weleerw. heer Kapelaan J. F. Lips uit dankbaar heid voor zijn ruim 8-jarigen Priester arbeid. De weleerwaarde jubilaris werd te Woerden geboren en na zijn studiën vol tooid te hebben in Nijmegen, Voorhout en Warmond, werd hij tot Priester gewijd 15 Aug. 1915 door Z. D. H. Mgr. Hofman, rustend Franciscaansche Missiebisschop uit China en tevens een Oud-oom van den weleerw. jubilaris. In die oorlogsjaren werd de thans jubi- leerende Priester benoemd tot Kapelaan te Oud-Beijerland, waar de jonge Priester in werkelijkheid nooit priesterabeid heeft verricht wegens onmogelijke terugkeer van uit België naar Holland bij de toenmalige oorlogsomstandigheden. Vervolgens is Z.Eerw. als Kapelaan werkzaam geweest in Leidschendam, Scho ten, Sassenheim en Alphen aan den Rijn. Ruim 8 jaren verblijft de jubilaris reeds in Alphen aan den Rijn en heeft in al die jaren zeer veel gedaan voor het heil der zielen; hij heeft, een krachtig aandeel ge nomen in het Katholiek vercenigingsleven als Directeur van het Jongenspatronaat, als leider van „Ons Tooneel", als Advi seur van de Gymn.ver. „Wilskracht", van de Propagandaclub „St. Paulus", van Kruisverbond, Mariavereeniging en Bi bliotheek. Als beheerder van Spaarkas is de jubi laris een goed en beleidvol financier, wel ke taak eigenlijk door ingewijden en ken ners ten volle te waardeeren Is. 't Is te begrijpen, dat 15 Febr. in Alphen aan den Rijn een jubeldag is, waarop tij dens de receptie van 122 uur als ge schenk der Parochianen een eigen Kelk zal worden aangeboden. Door samenwerking van 3 vereenigingen, 't Patronaat, „Ons Tooneel" en de Gymn. „Wilskracht" zal Vrijdagavond 17 Febr. een huldigingsavond aan den jubileeren den Kapelaan worden aangeboden. Katholiek Alphen aan den Rijn zal op dien dag weer toonen eerbied voor en waardeering van den priester. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's vóór Woensdag 15 Februari. Hilversum, 10*60 M. 12.00 Politieber. 122.30—2.00 Lunchmuziek door het radio- trio. 2.303.00 Cursus voor leerbewerking door mevr. SchaakeVerkozen. 3.00—4.00 Maak het zelf, door mevr. SchaakeV erkozen. 6.00 Dinermuziek door het Radio-trio. 7.15—7.45 Gezondheids half uurtje. Dr. P. C. Fleicher: De huiselijke ziekenverple ging en de beschikbaarstelling van ver- plegingsartikelen. 7.45 Politieber. 8.00—9.00 Concert, uitsluitend gewijd aan composities van Nederlandsche toon dichters. Composities van B. v. d. Sigten- horst Meyer. B. v. d. Sigtenhorst Meyer, piano; W. Bredero,vioolR. v. Santen, te nor. 9.0010.30 Opera- en operetteprogram ma door het omroeporkest o. 1. v. Nico Treep. 10.20 Persber. 10.3012.00 Uitzending uit Rest. Heek, Den Haag. Roemeensche orkest Cornelius Codolban en Francis Flustering Five. Huizen, 1950 M. 7.007.30 Stenografieles. 7.30—8.00 NCRV. Gramofoonmuziek. 8.00 K.R.O. uitzending u. d. Concertzaal v. d. Concert gebouw te Haarlem door de Ver. „Geloof en Wetenschap". Trio F. Bos- liart (Viool-cello-piano). Haarlemsche R.K. Mannenkoor o. 1. v. J. Nibbering. Dr. B. Jacob uit Dortmund, spreker Jeanne Baci- lek, zangeres. Daventry, 1000 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Pianokwartet. 12.20 Dansmuziek. I.202.20 Orkestconcert. 2.50 Lezing. 3.10 Concert. 3.202 Gedichtenvoorlezing. 3.50 Concert. 4.05 Lezing. 4.20 Licht klassieke concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.40 Tuinbouwpraatje. 6.50 Nieuwsb. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Land bouw ber. 7.35 Beethoven's pianovariaties. 7.45 Lezing: Persian Culture. 8.05 Variëté. Zigeuner-orkest en solis ten. 8.15 Feest van het „Leger des Heils", 8.45 Vervolg Voriëté. 9.20 Nieuwsb. 9.35 Lezing: The way of the world, v 9.50 Nieuwsber. 9.55 „Merrie England", opera door Basil Hood en Ed. German. II.2012.20 Dansmuziek. „R a d i a-P ar i s", 1750 M. 10.50—11.00 Concert. 12.502.10 Klassieke kwartetten en zang. 4.055.50 Orkestconcert. 8.5011.20 Oude Fransche liedjes door 't St. Chapellekoor. Langenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkestconcert. 5.206.20 Orkestconcert* 7.207.45 Dansles. 7.50 Declamaties door Willy Buschholf. 8.35 Vroolijke avond, liedjes bij de luit en declamatie. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen). 11.207.05 Lezingen en lessen. 7.20 Operette-avond. Orkest en solisten. 9.5011.50 Dansmuziek door de Marek Weber Kapel uit Hotel Adlon. H a m b u r g, 395 M. 4.20 Walsmuziek. 5.20 Orkestconcert. 7.20 Hamburger Blaas-orkest. 8.30 Carneval. Vroolijke liedjes en mu« ziek. 10.5011.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.206.20 Orkestconcert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.5010.35 Orkestconcert. FEUILLETON. Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING Vertaald door Carla Simons. 60) Even later kwam de dokter binnen. Kom, kom, zei deze tegen het snik kende meisje. U moet niet zoo aan uw verdriet toegeven. Ik heb dit al lang zien aankomen, vervolgde de arts, het heeft Die verwonderd dat het nog zoo lang Heeft geduurd. Ik heb n willen waarschu wen, maar ze wilde volstrekt niet dat ik i ongerust maakte. U hebt veel voor haar beteekend, miss Trevanion, zonder u zou den deze laatste jaren wel heel droef voor baar zijn geweest. \Vat heeft haar gemankeerd? vroeg Nancy machinaal. Een hartkwaal, antwoordde de dok ter. Ze klaagde nooit om u niet te verontrusten. Van wat er de volgende dagen gebeur de gaf Nancy zich ternauwernood reken schap. Ze herinnerde zich flauwtjes, dat John Shawcrose haar schreef dat ze niet op de fabriek hoefde te komen; ze had bet besef dat er een menigte vreemde menschen in het kleine huisje kwamen. Ze leefde als in een roes. Ze maakte geen plannen voor de toe komst het «drong niet tot haar door dat Ze een nieuw tehuis moest zoeken. Jessie firiggs had haar gevraagd om een maand °P Woodroyd te komen, maar Nancy had it uitnoodiging niet aangenomen, Zooals in Yorkshire gebruikelijk was, kwamen er een massa bekenden bij de begrafenis. Sarah Ellen had voor een uit- gebreiden maaltijd gezorgd. Miss Mary hield er van om de din gen goed te doen, zei ze. Ik zou me schamen als ik haar later in den hemel tegenkwam en ik had niet goed voor alles gezorgd. Nadat de maaltijd was afgelooen, kwam het gezelschap bijeen in de huiskamer. De notaris, mr. Josua Blackburn, haalde een document te voorschijn. Dit is het testament van miss Jud- son; ik moest alles precies opschrijven zooals ze het dicteerde. Het document luidde aldus: „Ik, Mary Judson, in het volle bezit van mijn geestvermogens, maak de vol gende beschikkingen: Ik vermaak aan mijn dientsmeisje Sarah Ellen- de som van twintig pond en als herinnering de broche waarvan ze zooveel hield. Alles wat ik verder bezit vermaak ik aan mijn lieve vriendin, Nancy Trevanion, die de laatste drie jaar bij mij inwoonde, en ik hoop uit heel mijn hart dat ze eindelijk mag slagen in wat we zoo lang geprobeerd hebben. Ik wil haar daarbij zooveel mo gelijk helpen. De formule waarnaar ze zoo •zeer verlangde, ligt in de brandkast naast mijn bed. Ze mag er mee doen wat ze wil. De sleutel van de brandkast ligt in mijn geldkistje. Het huis Laburnum Cottage met zijn gelieele inventaris laat ik haar ook na en ik hoop dat ze er zal blijven wonen tot ze haar oude huis kan terug koopt n. Het laboratorium met zijn heele inventaris en mijn opgespaarde geld, be halve de 20 pond voor S. E. is ook voor haar. Nadat de notaris het testament had voorgelezen, lieerschte er een lange stilte in de kamer. Dat is een eigenaardig: testament, merkte een van de aanwezigeii op. Ja, zei een ander; zou het wel gel dig zijn? Waarom niet? zei de notaris. Het is absoluut in orde. De tekst is geheel zooals zij die zelf heeft gewild «n het is naar behooren onderteekend. Daar is niets tegen te zeggen merk te een van de bloedverwanten op. Mary was altijd een rare snijboon, net als haar vader. Hoeveel laat ze na? Als alle rekeningen zijn betaald is er ongeveer 200 over. Ik had gedacht dat er veel meer zou zijn. Ze had geen cent toen de oude Ainos stierf, beweerde een ander. U zult dat zeker niet hebben ver wacht, miss Trevanion, zei de oude Josua. Neen nooit, beaamde Nancy. Al heeft ze niet veel contanten, het huisje is toch wel 'n 6 of 700 pond waard en dat is toch wel de moeite waard, ging de oude notaris voort. U bent er niet slecht bij gevaren, miss Trevanion, en met een veelzeggende blik verliet de man der wet' de kamer. Een paar minuten later was Nancy alleen in huis met Sarrah Ellen. Ik had nooit gedacht dat ik haar zoo zou missen, dacht het jonge meisje. Bijna werktuigelijk las ze het stuk dat de notaris had achtergelaten nog eens over. Ze kwam aan de woorden: „De formule ligt in de brandkast naast mijn bed. Zo mag er mee doen wat ze wil. De sleutel ligt in mijn geldkistje. Nancy sprong op en zonder zich te bedenken zocht het geldkistje in Mary's slaapkamer. Daar had ze den sleutel en in koortsachtigen spanning opende ze den brandkast. Ze doorzocht elk vakje, iedere lade.... maar de formule vond ze niet. HOOFDSTUK XXIII. De verloren formule. Het eerste oogenblik dacht ze, dat ze in de opwinding van het moment niet goed had gezocht. Ze keek de brandkast zorgvuldig na. Oude brieven, documen ten, maar geen formule! Wat had dit te beteekenen? Honderd gedachten flitsten haar door 't hoofd. Ze herinnerde zich den avond, dat zé voor het eerste het la boratorium was binnengekomen en Mary haar het groote geheim had toevertrouwd Ze had over de formule gesproken, maar haar vriendin niet toegestaan om die for mule met eigen oogen te lezen. Waarom niet? Nancy wist, dat haar vriendin haar vader beloofd had, zoolang zij leefde nie mand deze formule te laten zien, tot het haar gelukt was rubber te vervaardigen. En ze wist, dat de formule werd bewaard in de brandkast naast Mary's bed. En nu was zij nergens te vinden. Een twijfel rees in haar op. Had die formule wel ooit bestaan Was het j^sen hSlsdnschitn ge weest? iets waarover Mary zoo lang had gesproken tot ze zelf aan het bestaan was gaan gelooven? Opnieuw zocht ze de kast door. Elk stukje papier werd onder zocht en ze keek zorgvuldig of er geen geheime vakjes ware. Maar zonder resul taat. En toch moest die formule bestaan. Nancy ging terug naar beneden en dacht er ernstig over na. Ze was in het diepste van haar hart overtuigd, dat ze zou sla gen om rubber te maken met behulp van de formule. Ze had vast en zeker ver trouwd op het succes en nu scheen alles volkomen hopeloos. Gedurende de volgen de dagen zocht Nancy tevergeefs het heele huis door. Geen stukje papier liet ze na te onderzoeken, maar alle pogin gen faalden. En toch kon ze zich ten slotte niet indenken dat die formule niet had bestaan, daarvoor kende re Mary te goed. Maar waar moest ze zoeken? Nancy besloot in Laburnum Cottage te blijven wonen. Zo voelde dat Mary dat het lief ste had gewild en hoewel het idee daar geheel alleen le zitten haar weinig aanlokte was het toch beter dan vreemde kamers te moeten huren. Haar ontwerpen kre gen meer en meer succes en John Shaw- cross kwam zijn overeenkomst eerlijk na. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 5