Uit de Omgeving.
Uit de Rijnstreek.
DERDE BLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1928
I.
feu blik in de historie.
door S.
Ia het leven der volkeren heeft de kunst haar
bloeiperiodes. Twee van zulke tijdperken van
lloogsten bloei vallen er in het Dietsche taalge
bied aan te wijzen vóór de laatste herleving der
Jetteren.
In de Middeleeuwen is een betrekkelijk kort
tijdperk, dat ingeleid wordt, door de ..Strophische
Gedichten" van Jacob van Maerlandt, maar vol
ler en krachtiger zich nog doet gelden in de
eerste plaats door het proza van Thomas
Kempis, maar vooral door Johannes Ruusbroeck.
Zijn „Sieraad der Geestelijke Bruiloft" toont den
rcej mensch zooals hij is in zijn gewone doen, zijn
fouten, zijn gebreken, zijn zwakheden en hoe hij
groeit in geestelijke waarde, zich heft uit het
louter aardsche leven, door drie trappen, lang
zaam, methodisch, naar den hoogsten trap der
geestelijke schouwing. Dit boek, dat door de La-
tijnsche vertaling eigendom werd der heele Euro-
peesche cultuur, heft zich uit boven het uitzon
derlijke van landaard en ras, spreekt tot heel de
beschaafde wereld. Het is als een kathedraal, die
n de aarde haar zware fundamenten heeft, rr
iraarvan de spitsbogen naar den hemel rij:
en kathedraal, met onverbiddelijk-logisch-'
landelijke berekening oprijzend; er is geen
«uil, geen contrefort, geen gewelfribbe, geen
lindings- of ontlastingsboogje. of het heeft zijn
'ogisch noodzakelijke bestemming
stelling van 't geheel. En tegelijk is dat geheel
zen symphonie, welke innerlijk vervuld
t'eere tonen en tinten. Het Christelijk denken van
Ruusbroeck heeft de geest van het beste uit Grie
kenland en der Oostersche wijsheid in zich opge
nomen en daarom is het universeel. Maar wat
door Ruusbroeck in proza wordt vertolkt vinden
we terug in de poëzie van Zuster Hadewyck.
Dezelfde logica ligt er aan ten grondslag maar
onbewust, zooals de ware dichter, de ware ge-
inspireerde kunstenaar altijd in zijn beste oogen-
blikken onbewust de diepste wijsheid verklankt.
Bij Hadewyck hetzelfde streven naar God, maar
in vurige hartstochtelijke minneklachten. Er is
een verlangen in haar, een louterend verlangen
naar een geluk, dat boven aardsche sferen ligt.
De diaboliek van den geest, bij Ruusbroeck,
vindt men bij haar terug, maar doorgloeid van
hartstochtelijke heimwee en uitlaaiend in vi
sioenen van gelukzaligheid. Hadewyck is de
zangster der „Godelijke minne", wier innerlijk
zoo hevig gespannen poëzie het eerste hoogte
punt onzer litteratuur is.
Na Hadewyck de inzinking. De Kameren van
Rhetorica komen en de poëzie wordt een soms
min of meer geestig, meestal geestloos kunstje,
waarbij de vorm belangrijker wordt geacht dan
het innerlijk wezen. Poëzie groeit niet in de
scholen, in dichtgenootschappen, in kamers van
rhetorica af wat ook. Poëzie groeit in de wor
steling met het leven, uit de conflicten van de
ziel met zich zelve, uit levensvernieuwing sa
menhangend met het groote leven en streven
der maatschappij. Poëzie groeit, wanneer maat
schappelijke en geestelijke krachten samenspan
nen in drift naar hooger en beter.
De Renaissance in Holland was in den
1
vang een opgedrongen zaak van intellectueelen.
Zij leeft niet in volheid en vrijheid; zij komt
eerst in wezen en kracht als de Tachtigjarigen
oorlog reeds een dertigtal jaren heeft gewoed.
Er leeft dan reeds een poëzie op, die zich vrij
heeft gemaakt van 't rhetorisch formalisme: lie
deren van strijd en wilden hartstocht, waardoor
een hevig rhythme pulseert; in wezen natuur
poëzie, opgestooten uit de psyche des volks, ruw
soms, vol hoon en haat; doortrilt van een woeste
geestdrift, staalharde liederen gesmeed in de
laaiing van den opstand. Men trekt er mee ten
strijde en de melodieën waren de schrik der
„Spaansch Dons in hun suikervel".
Al deze ruwheid en kracht vindt haar ver
adelde uitdrukking in het „Wilhelminalied". En
daarna eerst heeft de Renaissance vat op de
geesten: nu er geleden en gestreden is, en er
een onafhankelijk volksbestaan zich vrij maakt
uit de worsteling met Spanje en handel en in
dustrie rijke bronnen van welvaart doen vloeien.
Hooft en Bredero weten de Renaissancistische
vormen dienstbaar te maken aan een levensin
houd. Stalpaert van der Wicle geeft de teere
schoonheid van het oude geloof, dat in den
smeltkroes van het lijden is gelouterd, ontdaan
van den droesem waaronder het dreigde zijn
glans en schoonheid te verliezen. Dullaert en
vooral Revius schrijven prachtige sonnetten, en
boven aan staat Vondel in wiens verzen groot
heid en kracht en schoonheid culmineeren.
In Vondel is de taal tót rijpheid gekomen; me
lodie en gedachte zijn versmolten tot de innigste
en tevens tot de stoutste eenheid. Alle gevoe
lens, alle aandoeningen van 't menschenhart kan
hij vertolken. Een sterke geest, een strijdbare
geest onder dramatische hoogspanning levend
en tevens fluisterend de fijnste en teerste lyriek.
Door Vondel komen taal- en taalmelodie, beeld
gebruik en taalsymboliek, vers- en perioden-
rhythme tot een voor dien tijd hoogst denkbare
volkomenheid. Wat hij zegt, leeft, omdat het
ontleend is aan het zinnelijk leven der werkelijk
heid, aan het volk der straten; maar omdat, wat
hij zegt, tevens geboren is uit geestelijke diepte,
is de volkstaal geadeld tot een kleurige schoon
heid en verheven plastiek. Vondel's taal, de
volkstaal, gesmeed, gelouterd in den dichterlijken
haard van 't genie, is directe taal, op den man
af. Vondel is deware klassicus onzer littera
tuur en wat klassiek is in den goeden zin, is
eeuwig schoon, blijft eeuwig direct en op den
man af.
Of zouden zijn Gedichten, zijn „Adam in Bal
lingschap" zijn „Lucifer" thans bij aandachtige
lezing minder ontroering wekken, dan toen zij
berden geschreven?
Wat klassiek is en tevens geniaal blijft ten
eeuwigen dage modern, hoe zich ook de opvat
tingen en de sympathieën der geslachten op de
voortstuivende golven van den tijd wenden of
keeren.
Maar een hoogtepunt is tevens een dalings-
punt. Na Vondel scheen geen opgang meer
mogelijk. Na Vondel en na Rembrandt
vermindert de spanning der geesten. Op muzikaal
gebied was na Sweelinck reeds de inzinking ge
komen. De oude kunst der vocale contrapuntiek
was met hen, in Holland, ten ondergang ge
doemd. Zijn orgelkunst zou niet in Holland.
maar in Duitschland haar voltooiing vinden bij
den ouden, grooten Joh. Seb. Bach. Tot een
zelfstandig instrumentale muziek, waartoe de
aanleg lag in het Volkslied, het Geuzenlied der
16e eeuw zou het bij ons niet komen, gelijk wel
bij de Polen en Bohemen en de Russen.
De Schilderkunst hield zich staande in haar
oorspronkelijkheid .schoon niet in haar groot
heid, na Rembrandt. Maar de Hollanders zijn in
de eerste plaats een picturaal volk, een volk
met sterke oorspronkelijke gevoeligheid voor licht
en kleuren, voor stemming en colorict, omdat er
geen land ter wereld is, waar het wisselend wol-
kenspel aan den hemel en de atmospheer zoo'n
onvergelijkelijken rijkdom van belichting schept.
In de schilderkunst bleef Holland oorspronkelijk
na Rembrandt. Elke schilder van beteekenis na
hem vindt zijn eigen techniek, zijn eigen com
positie, zijn eigen coloriet om zijn ziel te uiten.
Maar in de dichtkunst?
Tweehonderd jaren lang bleef de dichterlijke
taal. welke Vondel geschapen had, bleef zijn
beeldspraak en rhythme niet alleen het voor
beeld. Maar ze werd op allerlei wijzen, van ver
dienstelijk tot onbeholpen toe, nagevolgd. Men
zocht niet meer naar het directe vrome, naar
het directe beeld men had de clichés maar
voor het grijpen die pasten, bij bepaalde ge
moedstoestanden.
Het visueele ontbrak ten eene male aan onze
dichters. Zij misten de plastische kracht van
Vondel en verstonden het niet eigen melodie en
rhythme eigen kleurschakeering aan te brengen,
gelijk de schilders dit wel verstonden.
Overal in Europa kwam litteraire vernieu
wing: in Frankrijk, Duitschland, Engeland
alleen in Holland bleef men bij het formalisme
der Renaisance. Bilderdijk, hoe forsch ook van
geluid, is ten slotte toch een nagalm van Von
del. Geestlooze burgerlijkheid spiegelt zich af in
de poëzie. In de 19de eeuw komen er een aan
tal frissche geesten: Staring, Potgieter, Bakhuij-
zen van den Brink, Geel, Busken Huet Zij
toonen ieder op hun beurt, Multatuli komt met
snijdend sarcasme, maar den waan der rhetorica
breken is hun onmogelijk al glanst over hun
eigen productie soms een ongewoon licht. Toch
was hun werk niet vruchteloos; het was een
eerste dageraadsblozen. En plotseling breekt deze
aan in volle pracht, als na '80 een groep jon
geren ontdekt dat het moderne leven bestaat en
dat de krachten, die in den modernen mensch
leven, nieuwe geluiden in nieuwe rhythmen vra
gen.
Dan komt het derde hoogtepunt der Neder-
landsche dichtkunst.
N00RDWIJKERH0UT.
GEMEENTERAAD.
"'De gemeente gaat vooruit. De
verordening op het hebben van
bermen langs den openbaren weg
door den Minister goedgekeurd.
Een andere speelplaats voor
de Herv. School. Gewijzigde
legger van wegen.
De raad dezer gemeente kwam Donder
dagmiddag te twee uur in openbare ver
gadering bijeen. Voorzitter de Burgemees
ter. Tegenwoordig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering met
gebed.
De voorzitter spreekt daarop den Raad
ongeveer als volgt toe:
Mijne Heeren. 't Is vandaag de eerste
maal in het nieuwe jaar dat we een
raadsvergadering houden en ik maak van
•deze gelegenheid gaarne gebruik om een
enkel woord tot u te richten.
Als wij een terugblik werpen op het
jaar, dat achter ons ligt, op het jaar 1927
clan zien wij dat dit jaar voor Noordwij-
kerheut niet onbevredigend is geweest.
De bloembollenteelt, die zoo langzamer
hand het hoofdbedrijf in de Gemeente is
geworden mocht zich in goeden welstand
verheugen. Zeker, de jaren onmiddellijk
aan 1926 voorafgaande waren wellicht nog
beter, daar de débacle in de Darwintul-
pen velen ongetwijfeld min of meer heeft
gedupeerd er zijn nu eenmaal geen
boomen die tot -den hemel groeien
maar over het geheel heeft men in het
bloembollenbedrijf geen reden tot klagen.
In de tuinderij, die jaren en jaren aan
een, een moeizaam en kwijnend bestaan
heeft geleid, is in 1927 Goddank eenige
verbetering ingetreden.
De boerderij is buiten de oorlogsjaren
nooit een bijzonder winstgevend bedrijf
geweest en dit in aanmerking genomen
hadden de boeren in 1927 over de resulta
ten van hun arbeid niet te klagen.
Industrie is in de gemeente steeds wei
nig geweest. Des te meer is te betreuren,
dat de eenige flinke industrie die wij in
de gemeente hadden en die zich meer en
meer uitbreidde, ik bedoel de cartonnage-
fabriek der firma van Lelyveld en Co.
door het afbranden der fabriek voor de
gemeente verloren ging.
De bevolking nam in 1927 toe met 162
zielen en kwam alzoo van 5488 op 5650
zielen.
Er werden in het afgeloopen jaar door
B. en W. 51 vergunningen verleend tot het
bouwen van woningen.
Door de verschillende zanderijen wor
den steeds meer gronden ia cultuur ge
bracht en het eindpunt is ter zake nog
lang niet bereikt.
Het zoude mij te ver voeren, Mijue
Heeren, als ik hier in den breede alle be
sluiten ging memoreeren, die in het tijd
perk, dat kortelings is afgesloten, met uwe
medewreking zijn genomen.
Slechts op een paar van do voornaam
ste wilde spr. even de aandacht vestigen:
op de totstandkoming van den bitumen-
weg, de betere verlichting, en de reorgani
satie van de brandweer.
In het afgeloopen jaar, zei spr., is het
ook 10 jaar geleden geweest, dat ik als
Burgemeester van Noordwijkerhout op
trad. In die 10 jaren is heel wat gebeurd.
Ik heb daarin lief en leed medegemaakt,
maar al zijn er ook moeilijkheden geweest,
ik ben hier steeds gaarne geweest en ik
heb in die 10 jaren nimmer getracht mijn
Burgemeesterplaats te Noordwijkerhout
foor eene andere standplaats to verwisse
len.
Tot slot wenschte spr. den leden van
harte een gelukkig en zalig Nieuwjaar.
De heer L. M. van Noort dankt als
INGEZONDEN MEDEDEEUNG
MIJINHARDT's
Hoofdpijn-Tabletter», 60<>t-
Laxeer-Tabl?t1£n 60°J
Zenuw-Tabljettan
Staal-"l/abiet/ei>/: 90ct
Maag-Tabletten 75c'-
13000 Bij Apoth. en Drogisten
oudste raadslid den voorzitter voor zijne
vriendelijke woorden. Spreker hoopt, dat
onder leiding van den Burgemeester,
Noordwijkerhout in 1928 verder in bloei
moge toenemen.
De notulen der vorige zitting werden
door den secretaris voorgelezen en onv
anderd gearresteerd.
In de vorige raadszitting was eene aan
vulling der alg. Politieverordening vastge
steld, krachtens welke eigenaars en be
heerders van langs de openbare wegen
gelegen gronden verplicht waren te ge-
doogen, dat eventueele zandhoopen en
andere grondverhoogingen, grenzende aan
den openbaren weg worden weggenomen
voor zooveel zulks naar het oordeel van
B. en W. noodig is om een behoorlijke af
watering van den weg te verzekeren.
Ged. Staten hadden aan B. en W. be
richt gezonden, dat zij deze verordening
wegns strijd met de wet aan de Kroon
ter vernietiging hadden voorgedragen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
kon zich evenwel met de opinie van Ged.
Staten niet vereenigen en zond aan dit
college bericht, dat hij voor vernietiging
der betrekkelijke bepalingen der. pol'te.
verordening van Noordwijkerhout geen
reden aanwezig achtte.
De verordening is derhalve afgekondijgd
en zal zoo noodig worden toege
past.
Mededeeling wordt gedaan van een aan
tal goedgekeurde raadsbesluiten.
Uit het verslag van de Commissie tot
Wering van Schoolverzuim blijkt dat in
1927 wegens verzuim 143 aansprakelijke
personen werden opgeroepen, waarvan er
44 verschenen.
Het voorstel van B. en W. om aan P.
Warmerdam Dzn. circa 420 M2 grond te
verkoopen tegen 3 per Meter en circa
308 M2 tegen 1.50 per M. wordt bij ac
clamatie aangenomen.
Met alg. stemmen wordt tot, lid der
Commissie tot Wering van Schoolverzuim
benoemd do heer K. Noy.
Naar aanleiding van het ingekomen
verzoek van het N.-H. schoolbestuur om
een derde lokaal beschikbaar te stellen,
benevens om de beschikking te krijgen
over de vrijgekomen speelplaats der open
bare school, deelt de voorzitter mede, dat
B. en W. geen bezwaar hebben om een
derde lokaal aan het N.-H. schoolbestuur
in eigendom af te staan. Het beschik
kingsrecht over de speelplaats willen B.
en W. voorloopig aan de gemeente hou
den, al is er geen bezwaar tegen, dat de
N.-H. school haar voorloopig gebruikt.
De heer Passchier valt het tegen, dat
de speelplaats niet in eigendom aan de
N.-H. school wordt overgedragen.
De voorzitter zegt wel dat de N.-H.
school een speelplaats heeft, doch die
speelplaats is heel primitief en zij is be
scheiden aangelegd, omdat men dacht te
zijner tijd toch de beschikking te zullen
krijgen over de speelplaats der O. L.
-school. Spr. dient daarom het voorstel in
om ook de speelplaats van de voormalige
O. L. school in eigendom aan de N.-H. Ge
meente af te staan. Jhr. Gevers is het met
den heer Passchier eens en steunt diens
voorstel.
De voorz. zegt dat in elk geval de speel
plaats aan de N.-H. school ten gebruike
wordt gegeven. De gemeente houdt dan
nog wat te zeggen over de speelplaats en
dit kan bij sommige gelegenheden wel
eens wenschelijk zijn. Vooraleer aan het
terrein een andere bestemming wordt ge
geven, zullen de belangen der N.-H. school
wel degelijk worden overwogen. Men kan
te dien opzichte gerust zijn.
Daar het voorstel van den heer Pas
schier niet voldoende wordt ondersteund,
wordt het niet in stemming gebracht.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na bij acclamatie aanvaard.
Daarna wordt overgegaan tot vaststel
ling van den nieuwen legger van wegne
en voetpaden.
Naar aanleiding van de vaststelling van
dien legger zijn verschillende adressen
ingekomen t.w.:
Een verzoekschrift van de Landexploi-
tatie-Mij. „Noordwijkerhout", waarbij ver
zocht wordt om de Lange Laan, voorzoo
ver deze zanderij is, van den legger van
wegen en voetpaden af te voeren, terwijl
levens afvoering wordt verzocht van den
Molenweg en den Tweeden Ouden Schulp
weg, die beide eveneens zandwegen zijn.
Een verzoekschrift van Jhr. J. II. Ge
vers c.s„ waarbij verzocht wordt om de
Leeuwenhorsterlaan van den legger af te
voeren.
Een adres van het R.-K. Kerkbestuur
Sint-Victor en een van C. Th. de Groot,
waarbij deze opkomen tegen afvoering
van den legger van een gedeelte van den
Molenweg, waarbij zij belang hebben.
B. en W. stellen voor om aan het ver
zoekschrift van Jhr. J. H. Gevers c.s. te
gemoet te komen en de Lccuweuhorster-
laan van den legger van wegen en voet
paden af te voeren.
De heer E. Oostdam Jac.zn. onder
steunt dit voorstel. Spr. zegt, dat hij met
verschillende belanghebbenden hierover
heeft gesproken en dat dezen tegen de af
voering geen bezwaar hebben. Het is de
familie Gevers ook niet te doen om dege
nen, die van den weg kunnen profiteeren,
daarvan te weren, maar om te «voorkomen,
dat via den weg de bosschen toegankelijk
zijn voor allerlei publiek, dat daar beter
niet thuis hoort.
Het voorstel van B. en W. tot afvoe
ring van de Leeuwenhorsterlaan wordt
daarna met alg. stemmen aangenomen.
Wat het verzoek dor Landexploitatie-
Mij. „Noordwijkerhout" betreft tot afvoe
ring van de Lange Laan voor zooveel
deze zandweg is meenen B. en W. dat
tegen afvoering geen overwegende bezwa
ren bestaan. Intusschen laten B. en W.
gaarne de beslissing aan den Raad. Mis
schien zijn er raadsleden die ter zake een
andere meening hebben.
De heer L. M. van Noort zou met afvoe
ring van een gedeelte Lange Laan mede
kunnen gaan, als de Leeuwenhorster
laan behouden bleef. Nu deze echter van
den legger afgaat, zou er geen enlcelo ver
binding tusschen den 's-Gravendamschen
weg en den Leeweg meer zijn. Spcker
vindt dit vooral met het oog op de toe
komst verkeerd.
Jhr. Gevers merkt op, dat het gedeelte
Lange Laan waar het hier over gaat wei
nig of niet gebruikt wordt. De Lange
Laan kan in de toekomst oorzaak zijn, dat
de Landexploitatie Mij. daar een brug
moet leggen voor de verdere ontginning
harer terreinen.
De heer L. M. van Noort antwoordt,
dat het te zijner tijd wel geen bezw
zal ontmoeten, dat in plaats van de Lango
Laan een anderen weg wordt gelegd,
waarbij een brug overbodig wordt. Daar
kan nog over gesproken worden wanneer
de zanderij zoover is.
Het voorstel van B. en W. om het ge
dcelte van de Lange Laan, dat zandweg
is, van den legger van wegen en voetpa
den af te voeren wordt hierna met 4 te
gen 7 stemmen verworpen.
Tegen stemden de heeren L. M. van
Noort, E. Oostdam Jac.zn., J. W. van Pa-
rera, C. v. d. Klauw, J. Geerlings, A. H. v.
Noort en \V. Th. Langeveld. a
Vóór stemden Jhr. Gevers, J. Passchier
en de beide wethouders.
Wat het verzoek aangaat van dezelfde
Landexploitatie Mij. tot afvoering van
den Tweeden Ouden Schulpweg en den
Molenweg, beiden zandwegen, meenen B.
en W. dat aan dit verzoek kan worden
voldaan, tenzij later bij de behandeling
voor Ged. Staten blijkt, dat er personen
zijn, wier belang zich tegen de afvoering
verzet. De Raad moet dan vrij zijn in zijn
advies aan Ged. Staten. Intusschen mee
nen B. en W. dat aan hot verzoek van
het R.-K. Kerkbestuur Sint Victor en van
O. Th. de Groot moet worden voldaan,
zoodat het gedeelte van den Molenweg,
waarop hun adres betrekking heeft, op
den legger moet blijven.
De heer Geerlings vraagt, hoe het
staat met het z.g. Kerkpad. Als dit pad
blijft zou misschien de Oude Schulpweg
kunnen verdwijnen.
De voorzitter zegt, dat het z.g. Kerke-
pad een zaak is tusschen het Kerkbestuur
St. Victor en de Landexploitatie Mij. Dit
pad staat, niet op den legger en een ver
zoek om liet op den legger te plaatsen is
van de zijde van het kerkbestuur nim
mer ingekomen. Het is zeer goed mo
gelijk dat dit pad door een overeenkomst
tusschen beide partijen verdwijnt.
De heer Geerlings meent dat de Twee
de Oude Schulpweg dan van den legger
niet moet worden afgevoerd en evenmin
den Molenweg Is de Landexploitatie Mij.
ter plaatse eenmaal aan het afzanden
dan kan nog worden overwogen om nis
de voormelde maatschappij een behoorlij
ken verbindingsweg beschikbaar stelt, de
hier besproken wegen van den legger af te
voeren. Op dit oogenblik heeft de maat
schappij er weinig belang bij.
De heer L. M. van Noort sluit zich hier
bij aan.
De voorzitter zegt dat B. en W. zich
met dit standpunt kunnen vereenigen.
(Wordt vervolgd.)
LISSE.
Een avond vol kunstgenot.
Muziek is ongetwijfeld een kunst, die bij
iedereen in elke rang en stand ingang heeft
gevonden. En terecht, hoe verheffend zijn do
uccoorden, die men hoort bij een goed gezon
gen lied. Dat muaiek en zang ook in Lisse
met hart en ziel worden beoefend, bewees
Woensdag j.l. de R. K. Zangvereeniging „St.
Gregorius", onderafdeeling van don R. K.
Volksbond aldaar. Deze zangvereeniging staat
ondor de voortreffelijke leiding van den heer
W. Mizée te Leiden. Het is den directeur ge
lukt, dit koor zóó te eieren zingen, dat er in
elk lied expressie, -voordracht en ziel zit. Dit
koor staat reeds zeer hoog, want al dadelijk
werd men getroffen door de frissche voor
dracht van „Domine Salvam fac" van A.
Giesen. De declamatie stond op zooón hoog
peil, dat een tekstboekje bijna overbodig was.
Het koor gaf een mooie vertolking van „Ko
ren", van Alph. Franken, woorden van Dr.
Felix Rutten, waarmee hot op 't groot R. K.
Concours te R'dam een len prijs behaalde in
de le afd. Verder was veel zorg besteed aan
,0 Bone Jesu" van Palestrina, dat zeer aan
grijpende momenten gaf. Het koor gaf werke
lijk een zeer prijzennswaardige vertolking
hiervan, wat getuigt van de muzikaliteit en
paodagogische aanleg van haar directeur. Do
heer Mizée leidde alles den geheclen avond
zelf met rustige hehcersching, die van uit de
al zeer prettig aandeed. In het koor zat
discipline, wat een eerste voorwaarde is van
goed musiceeren. Als afwisseling werd nog
uitgevoerd eeu trio van Beethoven en Mozart
door de heeren Voorthuyzen tc Schiedam,
'looi, en Fnjb. f u Leidon, collo, en W. Mizée,
liano. Bride hoogstaande en moeilijke wer
ker. vendon een zeer goede cn beheersclitc
i'ertolking. Hierbij viel vooral het spel van
den heer Frijhoff te' loven, terwijl de heer
Mizée, die een betere piano verdiend had,
toonde een zeer goed pianist te zijn.
Mevr. M. S. A.
SASSENHEIM.
R. K. Geltenfokvereenicine. Onder
matige belangstelling hield gisterenavond
de geitenfokverceniging „St. Paschalis"
haar jaarvergadering: in het K. S. A.-gc-
bouw. De voorzitter, de heer C. Poel.
opende deze vergadering:, waarna door
den secr. de notulen werden voorgelezen
waaruit bleek, dat er pogingen waren ge
daan om een spreker te krijgen, hetgeen
echter niet is gelukt. Besloten werd. ecu
tijdschrift voor de geitenfokkerij te la
ten rondgaan bij de leden. Hierna werd
een verslag uitgebracht van de geiten
keuring der vereeniging, gehouden in
Mei 1927. Door den penningmeester werd
verslag uitgebracht over de finantiën,
waaruit bleek dat is ontvangen f 142.13.5
en uitgegeven 116.65, zoodat het batig
saldo is f 25.48.5.
De bestuursverkiezing werd vlug af
gehandeld, daar de aftredenden met alg.
st. werden herkozen. Voorts werd een
verslag uitgebracht van den Prov. Bond
waaruit bleek, dat in 1927 de verzeke
ring voor 14 dieren heeft uitgekeerd. Het
dekgeld bedraagt voor de eerste geit 60
ct. en voor de tweede 50 ct. De jonge
geitjes worden voor 50 cent aangeno
men bij G. v. d. Meij. De keuring zal dit
jaar plaats hebben in Juni.
Na enkele besprekingen van huishoti-
delijken aard werd een verloting gehou
den van sigaren en werd de vergadering
gesloten.
BODEGRAVEN.
Stille Omgang. Dinsdagavond verga
derde in het patronaat de vereeniging
van den Stillen Omgang. De voorz. opent
de vergadering en heet allen welkom,
en spreekt zijn verwondering uit, dat do mid-
middenstand niet aanwezig is.
De notulen door den secretaris, den heer
Bijk voorgelezen worden zonder op- of
aanmerking goedgekeurd. Vervolgens
doet de penningm. .de heer P. Scheen,
rekening en verantwoording van de kas,
welke met een saldo van pl.m. ƒ70.—
wordt accoord bevonden. Bij de bospre-
king die daarna volgde over het deelne
men aan den Stillen Omgang werd beslo
ten, einde Februari weder een vergade
ring bijeen te roepen, waarop men zich
voor deelneming kan aanmelden. Door
het lid Jac. de Konig werd bij de rond
vraag de door den voorzitter bij de ope
ning genoemde afwezigheid van den mid
denstand weder ter sprake gebracht. Niet
alleen, dat zij niet de vergadering b.ezoc-
ken, maar ook met den Stillen Omgang
gaan zij niet mede. Niets meer te verhan
delen zijnde, sloot de voorzitter, do heer
A. Groep de vergadering ojj de gebruike
lijke wijze.
K. S. A. Donderdagavond vergader
den in het patronaat de leden van het
plaatselijk comité der K. S. A. De voorz.
memoreert dat deze vergadering was be
legd voor de verkiezing van een voorzit
ter en secretaris, daar deze beide moeten
aftreden, en niet herkiesbaar zijn, en de
beide nietnvc functionarissen vroegtij
dig de noodige voorbereidingen kunnen,
treffen voor de actie in het a.s. seizoen.
Tevens deelde spr. mede, dat bericht van
verhindering was ingekomen van den gees
telijk adv., den weleerw. heer pastoor. Ter
vergadering waren aanwezig, behalve de
voorzitter en secretaris, het bestuurslid
de heer A. de Vos, alsook bestuursleden
van R.-K. Volksbond en Patronaatshee-
ren. Het Vrouwenbondsbestuur had ver
gadering, kon dus niet komen en de Han
ze bezit momenteel geen bestuur.
De secr. tevens penningm., deed daar
na rekening en verantwoording, welke
sloot met een batig saldo van drie en
een halve cent. De heeren Vos en Niekerk
werden verzocht de boeken na te zien.
Door de heeren werd gevraagd naar een
post zaalhunr 60.De penningm., deze
post toelichtend, verklaarde, dat de film
van het Centraal Bureau der K. S. A. wel
ke Zondagmiddag voor de kinderen en
Zondag- en Maandagavond was vertoond,
voor het plaatselijk comité een winst had
opgeleverd van ƒ61.en dat de pastoor
daarvan 60 wenschte voor zaalhuur. Al
les verder punctueel in orde bevonden
zijnde, wordt den penningmeester onder
dankzegging décharge verleend.
Vervolgens punt 4 der agenda bestuurs
verkiezing. Alvorens hiertoe over te gaan,
zegt de voorz. dat de boidc aftredenden
als bestuursleden van de Hanze hebben
bedankt, dus statuair ook van de K.S.A.
afscheid moeten nemen. Spr. verzoekt den
Kapelaan zijn dank te willen overbrengen
aan den Pastoor voor de raad en daad,
waarmede zijneerw. hem al de jaren beeft
bijgestaan. Vervolgens brcht hij dank aan
den sefcretaris-penningm., voor alles wat
deze voor de K. S. A. heeft gedaan, voor
al voor de reclame welke deze steeds voor
de verschillende ontwikkelingsavondcn
had gemaakt, voor de keurige aankondi-
gingsbiletten welke hij altijd heeft ge
maakt, waarvan vooral het welslagen te
danken was en de vele uren die hij in het
patronaat met de voorbereidingswerk
zaamheden heeft doorgebracht, alsook
voor het accurate beheer van de kas. Ook
dankte hij do overige heeren, die hem
steeds met do grootste bereidwilligheid
hadden geholpen.
Spr. wenschte, daar hij nu was afge
treden, de leiding over tc dragen aan den
heer A. de Vos, die dit niet op zich wilde
nemen maar den voorz. verzocht de von
gadering tot het einde te willen blijven
leiden. Door deïi heer de Korte werd
voorgesteld do bestuursverkiezing aan te
houden tot volgende vergadering, daar
dan het nieuwe bestuur van de Hanze
wel zou tegenwoordig zijn, alsook het be
stuur van den Vrouwenbond. De heer de
Vos stelde voor, de vereeniging te ontbin
den en bij het begin van het a.s. seizoen
weder op te richten, waartegen de voor
zitter zich verzette en dit niet noodig oor-
eelde. Gevraagd werd, waar de vergade
ring wenschte, dat de boekon en beschei
den zouden worden bezorgd. Besloten
werd deze bij het bestuurslid, den heer
v. d. Berg te deponeeren.
Bij de rondvraag dapkte de secretaris
den voorz. voor hetgeen deze in die negen
jaren voor de K. S. A. heeft gedaan. Daar-
I