SPLpipTER Uitverkoop EN Faillissementen. Maai'en bord aar- dOOZetl STADSNIEUWS. Katholieke Agenda. INGEZONDEN/ MEDEDEELING Elke flesch VI TAIN O V/ Levertraar bevat in geconcent® arden voim al de Vita minen, die voor hcnvehjoud van een gezond en sterk leven noodzakelijk zijn. /2005 Het gevaar van repressaillemaatrege- len wordt in liet onderhavige geval ge ring geacht. Ook za! het voorstel niet leiden tot tariefsverhooging. M1DDENSTANDSRAAD. Bericht wordt: 'Meer en meer nemen groothandel en grootindustrie de distributie van tal van noodzakelijke levensbehoeften zelf ter hand. Kapitaalkrachtige ondernemingen richten in tal van plaatsen fabrieken op, die van één centraal punt beheerd worden. Daarnaast treedt trustvorming op onder groot-fabrikanten, tengevolge waarvan de middenstand voor het betrekken van be paalde waren vrijwel slechts bij één fabri kant of associatie terecht kan. Beide verschijnselen hebben tot gevolg, dat do economische zelfstandigheid van den middenstand bedreigd wordt. In het eerste geval wordt de zelfstanige onderne men vervangen door den bedrijfsleider in het tweede geval wordt zelfs de mogelijk heid geschapen, dat de afhankelijkheid van den middenstand van één of twee fabri kanten op den duur vervangen wordt door algeheele uitschakeling, omdat de fabri kanten het artikel, waarvan zij het mono polie in handen hebben, ook zelf gaan distribueercn. In zijn laatste vergadering heeft de mid- denstandsraad een commissie benoemd teneinde de beteekenis en den omvang van vorenvermelde verschijnselen te bestudee- ren en zoo mogelijk de middelen aan te geven, op welke wijze de middenstand zich legen het ondergraven van zijn positie als zelfstandig ondernemer kan verzetten. Aan de coram, van voorbereiding inzake bet ontwerp van wet tot wijziging der Ziektewet heeft de middenstandsraad een drietal opmerkingen omtrent bepalingen in genoemd ontwerp, waartegen bij den middenstand bijzondere bezwaren bestaan, ter kennis gebracht. a. De Raad acht een ziekteverzekering in handen der bedrijfsvereenigingen den meest gewenschten vorm voor uitvoering der ziektewet. Zal deze meest geschikte vorm voor middenstandsbedrijvcn bruikbaar zijn, dan moeten aan den omvang van deze bedrijfs- vereeniging geen te hooge eischen worden gesteld, daar de middenstandsbedrijvcn hoofdzakelijk uit kleine ondernemingen bestaan. Onmogelijk wordt echter het oprichten van een bedrijfsvereeniging in de middcn- standsbedrijven, zoo aan den eisch van twee en half millioen gulden loonbedrag, over een jaar gerekend, van de bij haar verzekerde arbeiders wordt vastgehouden. De Raad vermag trouwens ook niet in te zien, waarom deze eisch zoo hoog moet zijnin géén' geval behoeft deze eisch uit verzekering-technische overwegingen te worden gesteld. De Raad dringt dan ook aan, hetzij op verlaging van het vereischte loonbedrag tot hoogstens één millioen gulden of wel tot het voorloopig erkennen van bedrijfs vereenigingen ook al is minder dan twee en half millioen gulden verzekerd, welke erkenning zal vervallen, indien niet binnen drie jaar de vereeniging aan den te stel len eisch van het totaal loonbedrag voldoet b. In de tweede plaats heeft de Raad bezwaar gemaakt tegen gelijkstelling van zwangerschap van ongehuwde vrouwen met ziekte. c. In de derde plaats heeft de Raad de practische moeilijkheden uiteengezet, die voortvloeien uit de bepaling, dat in geval van samenloop van twee verzekeringen, de voorrang wordt gegeven aan de bijzondere ziektenkas. Betreffende dit punt stelt de Raad voor te bepalen, dat arbeiders in dienst bij een werkgever, aangesloten bij een bedrijfsver eeniging, allen zulen verzekerd zijn bij een bedrijfsvereeniging. De Middenstandsraad heeft aan den Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid advies uitgebracht over een gewijzigd Ont werp van Wet tot regeling der Winkelslui ting. Het advies van den Raad zal worden gepubliceerd, zoodra het nieuwe ontwerp bij de Staten Gneraal aanhangig is ge maakt. Onder noodregelinir. Neder 1. Spaarban te Hilversum. De Verzeeringsamer deelt ons mede, 'dat bi'i beschikking van de Arrondisse- mcnis-Rechtbank te Amsterdam de Ne- derlandsche Spaarbank te Hilversum on der de noodregeling geplaatst is en wel op verzoek van de Verzekeringskamer. Net is thans de bedoeling der Verzeke ringskamer om de zaken geleidelijk af te wikkelen. In verband hiermede blijven de spaarcontracten doorloopen. De Kamer geeft den spaarders in hun belang in over weging rustig met de stortingen en pre miebetaling door te gaan. Toorop. Uit Den Haag bericht men, dat Toorop's toestand iets gunstiger is. it. Woerdenscbe Bank. Naar wij vernemen, zal aan de jaarlijk- sche vergadering van aandeelhouders worden voorgesteld over het afgeloopen jaar 7 pet. (onv.) dividend uit te keeren. Uitgesproken: k C. van der Linden. A I p"i e n a. d. R ii n. cur. Mr. A. Korver. te Alplten. H. C. van Leeuwen, Leiden; Cur. Mr. E. J. Gelderman te Leiden. CHESTERTON. Het was een smoorheeten dag in Juni, een paar jaren geleden, dat ik Chesterton, den beroemden Chesterton, voor de eer ste en eenige maal in mijn leven heb ont moet. Ik wandelde met een Engelsche ken nis in de omgeving van Battersea Park, toen een zeer omvangrijk iemand langs ons heenstapte. M'n Engelsche vriend fluis terde me plotseling toe: ,da's nou Chester ton Alle lessen der wellevendheid ten spijt, draaide ik mij een halve slag om en staarde den voorbijganger na, die in zijn colbertje en blootshoofds welgemoed de straat uitliep. Is dat nou Chesterton, dacht ik hardop, en zijn welgedane verschijning als een bol- staand zeil, zijn bakkersgezicht met do sprankelende oogen achter het gouden lorgnetje, zijn mij steeds bijgebleven. Chesterton was toen pas bekeerd (in 1922),^ en de schok die zijn overgang tot het Katholicisme in Engeland had teweeg gebracht, maakte hem onderwerp van het gesprek van den dag. Chesterton, de ver maarde journalist, naar Rome overgeloo- penNewman's bekeering kon nauwelijks meer invloed hebben gehad op het gods dienstig gemoed van Albion, dan deze ge beurtenis. Apologetische lezingen en apo logetische vlugschriften zullen in effect onderdoen voor dit eene feit: dat Ches terton Katholiek geworden is. Immers, hoe redeneert men: als hij, als dit schitterend verstand, deze onafhankelijke geest, de rust der AVaarheid vond bij Rome, waar om ook wij niet Waarom zullen wij daar geen oplossing vindon der kwellende problemen, als een man als Chesterton, die achtereenvolgens vrijdenker, socialist en spiritist was, daar te land is gekomen. En Chesterton helpt hier een handje in de goed richting. Na zijn bekeering evenals daarvoor heeft zijn vruchtbare pen dag en nacht over het papier gekrast, en men kan jaarlijks op minstens twee boeken van zijn hand rekenen, ongeteld de artikelen in zijn eigen weekblad „G. Iv.'s Weekly" en verschillende andere En gelsche bladen als „Universe" en Catho lic Times". Misschien zijn er onder de lezers, die nog nooit ofte nimmer van Chesterton hebben gehoord, misschien echter hebben sommigen boeke^van hem gelezen en zou den gaarne meer bijzonderheden verne men van him vriend, den schrijver (want wie Ch. leest, ontkomt niet aan de laeko- ring van dit schitterend vernuft en van zijn gemocdlijke persoonlijkheid). Maar dan wordt deze beschouwing een teleur stelling, zooals mij in zekeren zin, het pas verschenen boek van Willem Nieuw en- buis „Chesterton" een teleurstelling be zorgde. Wie in dit boek van een journalist over oen journalist een levensbeschrijving zoekt vindt er veel schoons, maar juist dat niet. Het was ook de bedoeling niet van Wil lem Nieuwenhuis, zooals hij in zijn voor rede schrijft: „Wat Feber deed voor Van Eeden, zou ik willen doen voor Chesterton: nu hij de gulden hoogte beklommen heeft, wil ik terug zien op den weg, dien hij aflegde". Een boek met beschouwingen dus over Chesterton's werken voor zijn bekeering. Willem Nieuwenhuis is wel de meest aan gewezen persoon G. K.'s werken bij het Hollandsche publiek in te leiden. Aan hem is het te danken, dat Chesterton ook in ons land reeds tal van vrienden heeft, en dit mooie boek zal velen er toe brengen zich te verdiepen in de werken van den grooten Engelschen schrijver. Maar feiten vindt men er niet. En Ches terton's eigen geschiedenis zijner over gang naar de Kerk, het schitterend „Kerk en Bckeering laat ons omtrent zijn per soonlijke lotgevallen al evenzeer in het duister. Waar de schrijver wel gedwongen is zijn eigen ervaring weer te geven, ver ontschuldigt hij zich bij de lezers. In stil le wanhoop sloeg ik toen een Encyclopedie open, om ten minste eenige data te vin den. Het bleek, dat. Gilbert Keith Chester ton geboren werd in 1874, hij ter school ging op St.-Paul's College te Londen en deze inrichting in 1891 verliet. Daarna wijdde hij zich aan de schoone letteren en de journalistiek als „iemand van de „Dai ly News". Van den aanvang af toonde hij zich een bijzondere persoonlijkheid, die in een brilante stijl en met overbluffend ge mak zijn origineele gedachten weet neer te schrijven. Uit die eerste jaren „aan de krant" heeft hij in „De Eeuwige Mensch" een gebeurtenis weergegeven die tegelij kertijd een kijk geeft op zijn helder, diep gaand verstand, en de paradoxale manier van uitdrukken, welke hem in het vleesch gegroeid is: „Een van de eerste avonturen of onge lukken van mijn journalistieken loopbaan, overkwam mij tengevolge van een opmer king, welke ik mij veroorloofd had over Grant Allen, die een boek geschreven had over de Ontwikkeling van de Idee van God. 'Ik had geschreven, dat ik het veel belangwekkender zou vinden, als God eens een boek schreef over de ontwikkeling van de idees van Grant Allen. Ik herin ner mij, dat de hoofdredacteur bezwaar maakte tegen mijn opmerking op grond van de godslastering, die zij bevatte^ waarover ik mij natuurlijk niet weinig vr ooi ijk maakte. Want het vermakelijke van de zaak was, —dat het besef natuur lijk niet tot hem was doorgedrongen, dat juist de titel van het. bock zelf een gods lastering bevatte, want de titel in ver staanbare taal overgezegd luidde: „Ik zal u eens laten zien, hoe dat onzinnige idee, dat er een God bestaat, bij de menschen ontstaan is." Het is werkelijk een groot genot Ches terton te lezen. Er zijn maar weinig auteurs, die over abstracte vraagstukken zoo boeiend weten te schrijven. Een van de bijzonderheden van zijn bi zarre schrijfstijl is de paradox. Daarin komt hij overeen met Shaw. Beiden kun nen niet nalaten paradox op paradox te stapelen, maar Chesterton's humor is veel goediger en nooit cynisch. Chesterton wekt, zoowel in het. gezelschapsleven als in zijn boeken een aanstekelijke vroolijk- heid op en het is meermalen gebeurd, dat INGEZONDEN MEDEDEELING. Ja "vindt Cl bij Ons een enorme keuze. alle handwerk- foupm'toren Kelimwol, p. knot 0.15 Smyrnawol, in 40 kleuren voorradig 42V2 Smyrnagaas p. el 0.90 Aidastof, 170 br. ik in de eenzaamheid van mijn studeerka mer plotseling hard op in lach schoot over een van zijn malle invallen. Zijn geschrif ten zijn doorspekt met paradoxen, en som mige kunstcritici beweren, dat Chesterton aan zijn lezers een al te zeer gelardeerde haas opdient. Van dit verwijt trekt de schij ver zich waarschijnlijk geen grein aan. Hij gebruikt de paradoxen in zijn diepzinnig betoog, om dezelfde reden als de kok een haas lardeert om het droge vleesch sap piger te maken. Ook hield Ch. er een geniale slordigheid op na, die hem evenmin genade doet vin den in de oogen der letterkundigen. „Ge weet bij Chesterton nooit precies, of go nu met een idee of een inval te doen hebt: soms groeit een inval tot een idee, en een idee blijkt niet meer dan een inval te zijn. De „grandezza" (kwistigheid) van Chester ton zal aaij al zijne vrienden lief zijn, ter wijl ze ook een keerzijde bespeuren in een geniale slordigheid: als 't ware een slor digheid in het monotone, die ieder idee op eenzelfde waarde schat. Chesterton be hoeft, gelijk zoo menige geniale persoon lijkheid, een kring van toegewijde helpers om zich heen voor de ordening zijner denkbeelden" (Willem Nieuwenhuis). En elders schrijft dezelfde: „Én zoo komt Chesterton's stijl het beste tot uiting in het flitsende, brillante en zwierige van het journalistiek essay". Aan zijn oorspronkelijkheid komt geen eindehet lijkt of zijn geest nooit ver moeid is. Als een sterrenregen vallen blad zijde na bladzijde de origineele invallen op het papier. Hoe dikwijls hebben wij niet benijd „het roode kamp", dat over tal van schrijvers beschikt, die de socratische leerstellin gen in een aantrekelijk kleed we-ten te ste ken aantrekkelijk omdat het nieuw is. En in Chesterton bezitten wij het genie, dat in onnavolgbare frischheid de oude, eeuwige waarheden voor onzen modernen tijd uiteenzet. Zoo schrijft hij in het reeds genoemde „Kerk en Bekeering" over de verschil lende stadia, die het bekeeringsproces doorloopt: in het eerste stadium wordt de Kerlc in bescherming genomen tegen de over Haar verspreide leugens; in het tweede wordt de Kerk ontdekt en in het derde wordt de Kerk ontvlucht. De schrijver beweert, dat hij nooit zoo'n last had van twijfelingen als in dat laatste sta dium toen de vrees hem overstelpte. „En hoe paradoxaal het ook zij alhoewel ik er nu niet meer van schrik is het best mogelijk, dat ik nooit meer met zulk een stelligheid weten zal dat het de Waarheid is, als toen ik mijn laatste krachten inspan de om het te ontkennen". Over de biechtstoel schrijft hij; ,,'t Is eigenlijk heel goed, dat nie mand daarbuiten ooit te weten komt, welke reusachtig groote edelmoedig heid, en zelfs hartelijkheid, er in dat hokje opgesloten kan zijn, zooals in de legende van het kistje, dat het hart van den reus omsloot. Het is een voldoening, bijna is het een grap, dat allen maar in een donker hoekje zon der bewegingsruimte een mensch dien berg van grootmoedigheid kan ont dekken". Ook over het verspreiden van de meest onwaarschijnlijke leugens over de Kerk door sommige Protestantsche kringen laat hij zich hooren. Het gaat over de befaam de beschuldiging aan ons adres, over de Jesuiëten-moral: dat liegen in sommige gevallen toelaatbaar is. „Ik kan ze niet anders noemen om onomwonden te spreken als ■rotestantsche leugens over Katholiek liegen. De menschen, die ze hei-haal den hoefden niet noodzakelijk te lie gen, want zij herhaalden slechts. Maai de beweringen behoorden tot hetzelfde glashelder en nauwkeurig soort als de bewering dat do Paus drie beenen heeft, of dat Rome aan de Noordpool gelegen is." Ik zou eigenlijk het geheele boek wol willen citeeren. maar dan kom ik in 't gedrang met de auteurswetHoofdzaak is, dat belangstelling bij u is gewekt voor C'hestertonê's „Kerk en Bekeering". Tot slot nog een citaat uit dit boek even eens over de Protestanten. „Protestanten zijn Katholieken die op een verkeerd spoor zijn geraakt dat is hetgeen werkelijk bedoeld wordt, wanneer men zegt, dat zij Christenen zijn. Soms zijn zij heel erg ->p het verkeerde spoor, maar slechts zelden hebben zij hun eigen speciaal verkeerd spoor tot een einddoel ge volgd. Zoo is een Calvinist een Katho liek, die geobsedeerd is dopr de Ka tholieke gedachte van Gods Opper macht. Maar wanneer hij dat uitlegt in de beteekenis dat God bepaalde menschen wenscht te verdoemen, dan mogen we met een zeker voorbehoud beweren, dat hij een nog al zwaar op de hand zijnde Katholiék is. Of juis ter gezegd is hij dan een zieke Katho liek en de ziekte zou, indien ze on gestoord kon voortwoekeren, eindi gen in de dood of in de krankzinnig heid. Maar in werkelijkheid duurde de ziekte niet lang en is nu feitelijk reeds dood". f Om op Chesterton's leven terug te ko men, zoover daarover geen sluier ligt: in zijn jonge jaren was hij lid van de be kende „Fabian Society", een vereeniging van Engelsche schrijvers, die de herleving van het socialisme vurig aanwakkerden. Nog later was hij spiritistisch aangelegd. Hij nam proeven met een planchette net voldoende om er zichzelf ten slotte van te overtuigen, dat er werkelijk bepaalde dingen gebeuren, die in het gewone leven niet natuurlijk zijn. Chesterton kwam tot de overtuiging, dat die proefnemingen slecht voor hem waren, en ook voor ande re proefnemers, omdat het niet zoozeer gaat om het bovennatuurlijke, dan wel om het onnatuurlijke en zelfs het tegennatuur- lijke. Toen kwam zijn bekeering tot het Ka tholicisme. Zonder persoonlijk te zijn, heeft hij het ontwikkelingsproces in zijn boek „Kerk en Bekeering" beschreven. Ellen Russe zorgde voor een uitsteken de vertaling van dit prachtige boek. Wat de economische en politieke opvat tingen van Chesterton aangaat: hij is dis- tributist". „Distributist" licht Ellen Russe toe is een social stelsel, waai-bij bijv. pachters eigenaars worden van hun eertijds gepachte hoeve. Chesterton is voorstander van wederopbloei van den landbouw en betere verdeeling van het land. En verder op-en-op solidarist, zooals blijkt, uit zijn bewondering vor de idealen, die in de Middeleeuwen de grondslag vormden der economische verhoudingen. Ook over de geestige, oorspronkelijke uitwerking der economische problemen zouden inslaande citaten te geven zijn. Doch ik vrees, dat dit lange artikel dan onleesbaar van lengte wordt. Laat mij daarom besluiten niet met een opwekking, want degenen, die in dit artikel Chesterton hebben geproefd, zul len hem gaan lezen; daarvan ben ik over tuigd doch met een korte opsomming van zijn vornaamste wei-ken. In het Nederlandsch zijn vertaald: De Eeuwige Mensch, St.-Franciscus van Assi- si, Kerk en Bekeering, De Vliegende Her berg, Tooverij en dan twee bundels de tectie veverhalen, waarin de kippige, quasi onnoozele Pater Brown de hoofdrol speelt. Er zijn in 't Engelsch een heele reeks van deze detective-verhalen verschenen. De onbetaalbare figuur van Pater Brown met zijn stompe parapluie is beroemd door de geheele wereld. In het Engelsch zijn ver der nog tal van boeken van hem geschre ven, te veel om hier allen te vermelden. Ook is Chesterton een groot dichter en letterkundig criticus, maar als zoodanig in ons land nog weinig bekend. Vermoede lijk zullen nog meer boeken van hem in het Nederlandsch worden vertaald wat ons telkens een gereede aanleiding zal zijn belangstelling voor dezen grooten Katho lieken schrijver te wekken. Voor ditmaal is het „welletjes". Sanclus Augustinus. Voor de R. K. Studentenvereeniging „Sanc- tus Augustinus" trad gisteravond als spreker op Ir. H. Thunissen, over: „Nieuwe beschou wingen over bouwkunst". Na de openinlng der vergadering door den vice-praeses, den heer Sprnger, (de praeses was wegens ziekte verhinderd te komen), hield prof. Groenen en korte nieuwsjaarstoespraak. Hij wenschte de leden van St. Aug. toe, dat zij dit jaar hartelijk zullen medeleven met hun vereeni ging opdat zij op dit belangrijke jaar de lustrumviering met vreugde mogen terugzien Het welslagen van dit jaar ligt op de eerste plaats bij de leden zelf, die met hart en ziel moeten deelnemen aan alle uitingen van het vereenigingsleven, en de lustrum-uitvoeringen moeten steuQen, niet alleen met de schouders, maar ook met de portemonnaie .Een innig me deleven der leden, besloot spr., zal voor de ver eeniging goed zijn, maar ook aan hun persoon veel voldoening schenken! Hierna was het woord aan ir. Thunissen. Spr. wees op het verschijnsel, dat de laatse jaren tal van beschouwingen over kunst worden ge geven. De formuleering van het juiste begrip schoonheid wordt door velen gezocht. Sommi gen meenen, dat de schoonheid uitsluitend gele gen is in het kunstwerk, anderen hellen tot pre cies daaraan tegenovergestelde meening over: dat de beschouwer, in het bewonderde voor werp zijn eigen zielstoestand liefheeft en bewon dert. Dan zijn er nog anderen, die zeggen, dat op de eerste plaats de elementen der schoonheid te vinden zijn in het voorwerp zelf, maar de be schouwer anderzijds eigenschappen moet bezit ten, zetelend in geest en hart, welk hem in staat stellen kunstgenot te smaken. Reeds in den ouden tijd trof men meer philosopheerende ar chitecten aan, zooals Vitruvius, die evenals la ter in de 19e eeuw, Viollet-le-Duc en zijn vol gelingen zich op het objectieve standpunt stel den en te uitsluitend oog hadden voor de ma thematische afmetingen en verhoudingen, als het eenige element ter bereiking van schoon heid. Deze eenzijdigheid moest wel tot reactie prik kelen. In onzan tijd kennen wij aanhangers van een juist tegenovergestelde richting: de subjcc- tivisten, die met Benedetto Croce spreken over: „Kunst is visioen, is intuitie". Duitschland. waar deze beweging een stevig hou-vast vindt in Kant en Hegel, spreekt meer van „Einfuhlung", in Frankrijk van het alles-verklarend milieu. Wij willen echter klaarheid, het juiste ver band tusschen kunstwerk en mensch. Wil een individu schoonheidsontroering ondergaan, dan is de eene voorwaarde gelegen in het kunstwerk zelve, de andere in de geestelijke hoedanigheid van den beschouwer. De schoonheid nu van een kunstwerk wordt gevormd uit twee bestaoddee- len: de vorm en de idee. Of zooals de scholas tiek het uitdrukte: het kunstwerk laat een idee schitteren in de zichtbare materialen. Gemeentelijke Aankondiging. Paardenfokkerij De Burgemeester van Leidei nis van de in deze gemeentd naren of houders van tweejarj sten, dat zij ingevolge artiki wet 1918 verplicht zijn hij aangifte te doen binnen e hengst twee jaar is gewo: is gekomen, alsmede vóór 1 Februari van elk jaar. A. VAN DE SANDER BAKHUYZEN, burgemeester. Leiden. 23 Jarn^ri 1928. B. en W. vit Leiden, br£ kennis, dat door hetfTerdp B. en W. v^n Leiden, brfcgen ter algemeerie kennis, dat door he^-'Verdjunning is j-verlea^d L. J. P. ;Jderf<rh|orf ei| rechtverkrijgenden, tot het oprfShten var) een Ifijngoed pascha en strijkinrichting in "het vpe'rce|l Korty Hapsen- straat no. 7, kadastraal bekend, gemeent? Lei den, Sectie K. no. 1428.' A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 23 Januari 1928. LEIDEN. Woensdag. Geloof en Wetenschap in „In den Vergulden Turk", 8 uur. Woensdag. R. K. Dioc. Onderwijzers. „In Den Vergulden Turk, 6 uur. Donderdag. Wetenschappelijke lezing over het Katholicisme door prof. Verhaar. Klein Auditorum, Uni versiteitsgebouw Rapenburg, 8 uur. Vrijdag. Genootschap van den Stillen Omgang. St. Josephsgezellen Vereeniging, 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apo theken wordt van Maandag 23 Jan. tot en met Zondag 29 Jan. waargenomen door de apotheek van den heer W. Pelle, Kort Rapenburg 12, Te lefoon 594. INGEZONDEN MEDEDEELING. I 3S79 Hoe dringt de artisticjjl emotie tot den mensch door. Op de eerste plaats dor de zinnen: het gezicht en het gehoor. Maar schoonheids-ont roering is geen zuiver zinnelijk genot Het feest der zintuigen is slechts het praeludium van het kunstgenot: in contact te komen met de idee, die de kunstenaar in zijn werk legde. Wanneer men nu dc bouwkunst beschouwt in de laatste eeuwen, vindt men de arch'tectuur eerst als kunst herleeft onder Viollet-le-Duc". wiens "geheele bouwwijze moesten beantwoorden aan „doel en nuchterheid", gelijk hijzelf zeide: Toute forme qui n'est pas indiqueé par la struc ture, doit etre repoussée". Cuijpers was zijn vol geling hier in Nederland, en in dezen tijd zijn er een groep jongere Katholieke architecten, als Kropholler, v. Moorsel en Koldewey, die deze beginselen aanhangen. Den laatsten tijd verheffen echter anderen hun stem, die een overheerschende rol toekennen aan het bewust-nastreven van zekere vormen. Het constructief-technische staat bij hen op de twee de rang. Aan het scheppen van ruimtevormen wordt geweldig veel aandacht geschonken (tot zelfs het stratenplan der steden). Zeer individualistisch ontwikkelde architecten zijn er ook, die in hun kunstproducten de fan tasie tot het uiterste prikkelen. Hun jacht op effect slaat gemakkelijk over in een valsch pathos. De reactie daarop is reeds gekomen in de aanwending van strakke, simpele vormen, in een zakelijke stijl. Ter toelichting zijner lezing werden door den spreker afbeeldingen vertoond van verschillen de bouwwerken uit het verleden en het heden. Aan het slot der lezing, welke met groote aan dacht werd aangehoord, sprak de praeses een dankwoord tot den heer Thunissen voor zijn in teressante voordracht. Na afhandeling van enkele huishoudelijke punten, werd hierop de bijeenkomst gesloten. Electriciteit in de huishouding. Op initiatief van de Installateurs-Ver- eeniging voor Leiden en Omstreken werd gisteravond in het Nutsgebouw een lezing met lichtbeelden gehouden over boven staand onderwerp. Gezien de belangrijkheid van zulk een actueel onderwerp hadden wij meer be langstellenden verwacht. In zijn openingswoord heette de voor zitter der vereeniging, de heer W. Zwart, allen hartelijk welkom, in het bijzonder den spreker van den avond, den heer Jachtenberg, vertegenwoordiger der Sie mens Schuekert-fabrieken. Spr. wees er verder op, dat er nog vele misvattingen over het gebruik van electriciteit en elec- triciteitsvoorwerpen bestaan, terwijl het zeer velen niet bekend is. dat er speciale tarieven zijn, die het gebruik van electrici teit zeer goedkoop maken. Die tarieven zijn: lo verwarmingstarief a 5 cent per K.AY.U. of 1/4 van den licht prijs: 2o. woonhuistarief, waarbij men een vast recht van 18 ct. per maand per lichtpunt betaalt3o. nachtstroomtarief, waarbij men b.v. des nachts tegen geringen prijs voor den heelen dag warm water in voorraad kan krijgen. Over een en andei zullen installateurs gaarne alle ge- wensckte inlichtingen verschaffen. De heer Jachtenberg, die hierna het woord verkreeg, begon met erop te wijzen, dat de electriciteit een uitkomst is voor het huishouden, een oplossing bijna van het dienstbodenvraagst.uk brengt' en voor de huisvrouw zelf veel meer gemak en voordeel beteekent. De meerdere afname van electriciteit is echter wel voornamelijk te danken aan de speciale tarieven, diet door de distribueerende gemeenten zijn in gevoerd. Na vervolgens een en ander over he» ontstaan en de ontwikkeling der Sic: u Schuckert-Werken verteld te hebben t spr. tal van artikelen van dit fabrik» at

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1928 | | pagina 2