SPLpipTER
Uitverkoop
EN
Faillissementen.
Maai'en
bord aar-
dOOZetl
STADSNIEUWS.
Katholieke Agenda.
INGEZONDEN/ MEDEDEELING
Elke flesch
VI TAIN O V/
Levertraar
bevat in geconcent® arden voim al de Vita
minen, die voor hcnvehjoud van een gezond
en sterk leven noodzakelijk zijn. /2005
Het gevaar van repressaillemaatrege-
len wordt in liet onderhavige geval ge
ring geacht. Ook za! het voorstel niet
leiden tot tariefsverhooging.
M1DDENSTANDSRAAD.
Bericht wordt:
'Meer en meer nemen groothandel en
grootindustrie de distributie van tal van
noodzakelijke levensbehoeften zelf ter
hand. Kapitaalkrachtige ondernemingen
richten in tal van plaatsen fabrieken op,
die van één centraal punt beheerd worden.
Daarnaast treedt trustvorming op onder
groot-fabrikanten, tengevolge waarvan de
middenstand voor het betrekken van be
paalde waren vrijwel slechts bij één fabri
kant of associatie terecht kan.
Beide verschijnselen hebben tot gevolg,
dat do economische zelfstandigheid van
den middenstand bedreigd wordt. In het
eerste geval wordt de zelfstanige onderne
men vervangen door den bedrijfsleider in
het tweede geval wordt zelfs de mogelijk
heid geschapen, dat de afhankelijkheid van
den middenstand van één of twee fabri
kanten op den duur vervangen wordt door
algeheele uitschakeling, omdat de fabri
kanten het artikel, waarvan zij het mono
polie in handen hebben, ook zelf gaan
distribueercn.
In zijn laatste vergadering heeft de mid-
denstandsraad een commissie benoemd
teneinde de beteekenis en den omvang van
vorenvermelde verschijnselen te bestudee-
ren en zoo mogelijk de middelen aan te
geven, op welke wijze de middenstand zich
legen het ondergraven van zijn positie als
zelfstandig ondernemer kan verzetten.
Aan de coram, van voorbereiding inzake
bet ontwerp van wet tot wijziging der
Ziektewet heeft de middenstandsraad een
drietal opmerkingen omtrent bepalingen
in genoemd ontwerp, waartegen bij den
middenstand bijzondere bezwaren bestaan,
ter kennis gebracht.
a. De Raad acht een ziekteverzekering
in handen der bedrijfsvereenigingen den
meest gewenschten vorm voor uitvoering
der ziektewet.
Zal deze meest geschikte vorm voor
middenstandsbedrijvcn bruikbaar zijn, dan
moeten aan den omvang van deze bedrijfs-
vereeniging geen te hooge eischen worden
gesteld, daar de middenstandsbedrijvcn
hoofdzakelijk uit kleine ondernemingen
bestaan.
Onmogelijk wordt echter het oprichten
van een bedrijfsvereeniging in de middcn-
standsbedrijven, zoo aan den eisch van
twee en half millioen gulden loonbedrag,
over een jaar gerekend, van de bij haar
verzekerde arbeiders wordt vastgehouden.
De Raad vermag trouwens ook niet in te
zien, waarom deze eisch zoo hoog moet
zijnin géén' geval behoeft deze eisch uit
verzekering-technische overwegingen te
worden gesteld.
De Raad dringt dan ook aan, hetzij op
verlaging van het vereischte loonbedrag
tot hoogstens één millioen gulden of wel
tot het voorloopig erkennen van bedrijfs
vereenigingen ook al is minder dan twee
en half millioen gulden verzekerd, welke
erkenning zal vervallen, indien niet binnen
drie jaar de vereeniging aan den te stel
len eisch van het totaal loonbedrag voldoet
b. In de tweede plaats heeft de Raad
bezwaar gemaakt tegen gelijkstelling van
zwangerschap van ongehuwde vrouwen
met ziekte.
c. In de derde plaats heeft de Raad de
practische moeilijkheden uiteengezet, die
voortvloeien uit de bepaling, dat in geval
van samenloop van twee verzekeringen, de
voorrang wordt gegeven aan de bijzondere
ziektenkas.
Betreffende dit punt stelt de Raad voor
te bepalen, dat arbeiders in dienst bij een
werkgever, aangesloten bij een bedrijfsver
eeniging, allen zulen verzekerd zijn bij een
bedrijfsvereeniging.
De Middenstandsraad heeft aan den Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid
advies uitgebracht over een gewijzigd Ont
werp van Wet tot regeling der Winkelslui
ting. Het advies van den Raad zal worden
gepubliceerd, zoodra het nieuwe ontwerp
bij de Staten Gneraal aanhangig is ge
maakt.
Onder noodregelinir.
Neder 1. Spaarban te
Hilversum.
De Verzeeringsamer deelt ons mede,
'dat bi'i beschikking van de Arrondisse-
mcnis-Rechtbank te Amsterdam de Ne-
derlandsche Spaarbank te Hilversum on
der de noodregeling geplaatst is en wel
op verzoek van de Verzekeringskamer.
Net is thans de bedoeling der Verzeke
ringskamer om de zaken geleidelijk af te
wikkelen. In verband hiermede blijven de
spaarcontracten doorloopen. De Kamer
geeft den spaarders in hun belang in over
weging rustig met de stortingen en pre
miebetaling door te gaan.
Toorop.
Uit Den Haag bericht men, dat
Toorop's toestand iets gunstiger is.
it.
Woerdenscbe Bank.
Naar wij vernemen, zal aan de jaarlijk-
sche vergadering van aandeelhouders
worden voorgesteld over het afgeloopen
jaar 7 pet. (onv.) dividend uit te keeren.
Uitgesproken: k
C. van der Linden. A I p"i e n a. d.
R ii n. cur. Mr. A. Korver. te Alplten.
H. C. van Leeuwen, Leiden; Cur.
Mr. E. J. Gelderman te Leiden.
CHESTERTON.
Het was een smoorheeten dag in Juni,
een paar jaren geleden, dat ik Chesterton,
den beroemden Chesterton, voor de eer
ste en eenige maal in mijn leven heb ont
moet. Ik wandelde met een Engelsche ken
nis in de omgeving van Battersea Park,
toen een zeer omvangrijk iemand langs
ons heenstapte. M'n Engelsche vriend fluis
terde me plotseling toe: ,da's nou Chester
ton Alle lessen der wellevendheid ten
spijt, draaide ik mij een halve slag om en
staarde den voorbijganger na, die in zijn
colbertje en blootshoofds welgemoed de
straat uitliep.
Is dat nou Chesterton, dacht ik hardop,
en zijn welgedane verschijning als een bol-
staand zeil, zijn bakkersgezicht met do
sprankelende oogen achter het gouden
lorgnetje, zijn mij steeds bijgebleven.
Chesterton was toen pas bekeerd (in
1922),^ en de schok die zijn overgang tot
het Katholicisme in Engeland had teweeg
gebracht, maakte hem onderwerp van het
gesprek van den dag. Chesterton, de ver
maarde journalist, naar Rome overgeloo-
penNewman's bekeering kon nauwelijks
meer invloed hebben gehad op het gods
dienstig gemoed van Albion, dan deze ge
beurtenis. Apologetische lezingen en apo
logetische vlugschriften zullen in effect
onderdoen voor dit eene feit: dat Ches
terton Katholiek geworden is. Immers, hoe
redeneert men: als hij, als dit schitterend
verstand, deze onafhankelijke geest, de
rust der AVaarheid vond bij Rome, waar
om ook wij niet
Waarom zullen wij daar geen oplossing
vindon der kwellende problemen, als een
man als Chesterton, die achtereenvolgens
vrijdenker, socialist en spiritist was, daar
te land is gekomen.
En Chesterton helpt hier een handje in
de goed richting. Na zijn bekeering
evenals daarvoor heeft zijn vruchtbare
pen dag en nacht over het papier gekrast,
en men kan jaarlijks op minstens twee
boeken van zijn hand rekenen, ongeteld
de artikelen in zijn eigen weekblad „G.
Iv.'s Weekly" en verschillende andere En
gelsche bladen als „Universe" en Catho
lic Times".
Misschien zijn er onder de lezers, die
nog nooit ofte nimmer van Chesterton
hebben gehoord, misschien echter hebben
sommigen boeke^van hem gelezen en zou
den gaarne meer bijzonderheden verne
men van him vriend, den schrijver (want
wie Ch. leest, ontkomt niet aan de laeko-
ring van dit schitterend vernuft en van
zijn gemocdlijke persoonlijkheid). Maar
dan wordt deze beschouwing een teleur
stelling, zooals mij in zekeren zin, het pas
verschenen boek van Willem Nieuw en-
buis „Chesterton" een teleurstelling be
zorgde.
Wie in dit boek van een journalist over
oen journalist een levensbeschrijving zoekt
vindt er veel schoons, maar juist dat niet.
Het was ook de bedoeling niet van Wil
lem Nieuwenhuis, zooals hij in zijn voor
rede schrijft:
„Wat Feber deed voor Van Eeden, zou
ik willen doen voor Chesterton: nu hij de
gulden hoogte beklommen heeft, wil ik
terug zien op den weg, dien hij aflegde".
Een boek met beschouwingen dus over
Chesterton's werken voor zijn bekeering.
Willem Nieuwenhuis is wel de meest aan
gewezen persoon G. K.'s werken bij het
Hollandsche publiek in te leiden. Aan hem
is het te danken, dat Chesterton ook in
ons land reeds tal van vrienden heeft, en
dit mooie boek zal velen er toe brengen
zich te verdiepen in de werken van den
grooten Engelschen schrijver.
Maar feiten vindt men er niet. En Ches
terton's eigen geschiedenis zijner over
gang naar de Kerk, het schitterend „Kerk
en Bckeering laat ons omtrent zijn per
soonlijke lotgevallen al evenzeer in het
duister. Waar de schrijver wel gedwongen
is zijn eigen ervaring weer te geven, ver
ontschuldigt hij zich bij de lezers. In stil
le wanhoop sloeg ik toen een Encyclopedie
open, om ten minste eenige data te vin
den. Het bleek, dat. Gilbert Keith Chester
ton geboren werd in 1874, hij ter school
ging op St.-Paul's College te Londen en
deze inrichting in 1891 verliet. Daarna
wijdde hij zich aan de schoone letteren en
de journalistiek als „iemand van de „Dai
ly News". Van den aanvang af toonde hij
zich een bijzondere persoonlijkheid, die in
een brilante stijl en met overbluffend ge
mak zijn origineele gedachten weet neer te
schrijven. Uit die eerste jaren „aan de
krant" heeft hij in „De Eeuwige Mensch"
een gebeurtenis weergegeven die tegelij
kertijd een kijk geeft op zijn helder, diep
gaand verstand, en de paradoxale manier
van uitdrukken, welke hem in het vleesch
gegroeid is:
„Een van de eerste avonturen of onge
lukken van mijn journalistieken loopbaan,
overkwam mij tengevolge van een opmer
king, welke ik mij veroorloofd had over
Grant Allen, die een boek geschreven had
over de Ontwikkeling van de Idee van
God. 'Ik had geschreven, dat ik het veel
belangwekkender zou vinden, als God eens
een boek schreef over de ontwikkeling
van de idees van Grant Allen. Ik herin
ner mij, dat de hoofdredacteur bezwaar
maakte tegen mijn opmerking op grond
van de godslastering, die zij bevatte^
waarover ik mij natuurlijk niet weinig
vr ooi ijk maakte. Want het vermakelijke
van de zaak was, —dat het besef natuur
lijk niet tot hem was doorgedrongen, dat
juist de titel van het. bock zelf een gods
lastering bevatte, want de titel in ver
staanbare taal overgezegd luidde: „Ik zal
u eens laten zien, hoe dat onzinnige idee,
dat er een God bestaat, bij de menschen
ontstaan is."
Het is werkelijk een groot genot Ches
terton te lezen. Er zijn maar weinig
auteurs, die over abstracte vraagstukken
zoo boeiend weten te schrijven.
Een van de bijzonderheden van zijn bi
zarre schrijfstijl is de paradox. Daarin
komt hij overeen met Shaw. Beiden kun
nen niet nalaten paradox op paradox te
stapelen, maar Chesterton's humor is veel
goediger en nooit cynisch. Chesterton
wekt, zoowel in het. gezelschapsleven als
in zijn boeken een aanstekelijke vroolijk-
heid op en het is meermalen gebeurd, dat
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Ja
"vindt Cl
bij Ons een
enorme keuze.
alle
handwerk-
foupm'toren
Kelimwol, p. knot 0.15
Smyrnawol, in 40
kleuren voorradig 42V2
Smyrnagaas p. el 0.90
Aidastof, 170 br.
ik in de eenzaamheid van mijn studeerka
mer plotseling hard op in lach schoot over
een van zijn malle invallen. Zijn geschrif
ten zijn doorspekt met paradoxen, en som
mige kunstcritici beweren, dat Chesterton
aan zijn lezers een al te zeer gelardeerde
haas opdient. Van dit verwijt trekt de schij
ver zich waarschijnlijk geen grein aan. Hij
gebruikt de paradoxen in zijn diepzinnig
betoog, om dezelfde reden als de kok een
haas lardeert om het droge vleesch sap
piger te maken.
Ook hield Ch. er een geniale slordigheid
op na, die hem evenmin genade doet vin
den in de oogen der letterkundigen. „Ge
weet bij Chesterton nooit precies, of go
nu met een idee of een inval te doen hebt:
soms groeit een inval tot een idee, en een
idee blijkt niet meer dan een inval te zijn.
De „grandezza" (kwistigheid) van Chester
ton zal aaij al zijne vrienden lief zijn, ter
wijl ze ook een keerzijde bespeuren in een
geniale slordigheid: als 't ware een slor
digheid in het monotone, die ieder idee
op eenzelfde waarde schat. Chesterton be
hoeft, gelijk zoo menige geniale persoon
lijkheid, een kring van toegewijde helpers
om zich heen voor de ordening zijner
denkbeelden" (Willem Nieuwenhuis).
En elders schrijft dezelfde: „Én zoo
komt Chesterton's stijl het beste tot uiting
in het flitsende, brillante en zwierige van
het journalistiek essay".
Aan zijn oorspronkelijkheid komt geen
eindehet lijkt of zijn geest nooit ver
moeid is. Als een sterrenregen vallen blad
zijde na bladzijde de origineele invallen
op het papier.
Hoe dikwijls hebben wij niet benijd „het
roode kamp", dat over tal van schrijvers
beschikt, die de socratische leerstellin
gen in een aantrekelijk kleed we-ten te ste
ken aantrekkelijk omdat het nieuw is.
En in Chesterton bezitten wij het genie,
dat in onnavolgbare frischheid de oude,
eeuwige waarheden voor onzen modernen
tijd uiteenzet.
Zoo schrijft hij in het reeds genoemde
„Kerk en Bekeering" over de verschil
lende stadia, die het bekeeringsproces
doorloopt: in het eerste stadium wordt
de Kerlc in bescherming genomen tegen de
over Haar verspreide leugens; in het
tweede wordt de Kerk ontdekt en in het
derde wordt de Kerk ontvlucht. De
schrijver beweert, dat hij nooit zoo'n last
had van twijfelingen als in dat laatste sta
dium toen de vrees hem overstelpte.
„En hoe paradoxaal het ook zij
alhoewel ik er nu niet meer van
schrik is het best mogelijk, dat ik
nooit meer met zulk een stelligheid
weten zal dat het de Waarheid is, als
toen ik mijn laatste krachten inspan
de om het te ontkennen".
Over de biechtstoel schrijft hij;
,,'t Is eigenlijk heel goed, dat nie
mand daarbuiten ooit te weten komt,
welke reusachtig groote edelmoedig
heid, en zelfs hartelijkheid, er in dat
hokje opgesloten kan zijn, zooals in
de legende van het kistje, dat het
hart van den reus omsloot. Het is een
voldoening, bijna is het een grap, dat
allen maar in een donker hoekje zon
der bewegingsruimte een mensch dien
berg van grootmoedigheid kan ont
dekken".
Ook over het verspreiden van de meest
onwaarschijnlijke leugens over de Kerk
door sommige Protestantsche kringen laat
hij zich hooren. Het gaat over de befaam
de beschuldiging aan ons adres, over de
Jesuiëten-moral: dat liegen in sommige
gevallen toelaatbaar is.
„Ik kan ze niet anders noemen
om onomwonden te spreken als
■rotestantsche leugens over Katholiek
liegen. De menschen, die ze hei-haal
den hoefden niet noodzakelijk te lie
gen, want zij herhaalden slechts. Maai
de beweringen behoorden tot hetzelfde
glashelder en nauwkeurig soort als de
bewering dat do Paus drie beenen
heeft, of dat Rome aan de Noordpool
gelegen is."
Ik zou eigenlijk het geheele boek wol
willen citeeren. maar dan kom ik in 't
gedrang met de auteurswetHoofdzaak is,
dat belangstelling bij u is gewekt voor
C'hestertonê's „Kerk en Bekeering". Tot
slot nog een citaat uit dit boek even
eens over de Protestanten.
„Protestanten zijn Katholieken die
op een verkeerd spoor zijn geraakt
dat is hetgeen werkelijk bedoeld
wordt, wanneer men zegt, dat zij
Christenen zijn. Soms zijn zij heel erg
->p het verkeerde spoor, maar slechts
zelden hebben zij hun eigen speciaal
verkeerd spoor tot een einddoel ge
volgd. Zoo is een Calvinist een Katho
liek, die geobsedeerd is dopr de Ka
tholieke gedachte van Gods Opper
macht. Maar wanneer hij dat uitlegt
in de beteekenis dat God bepaalde
menschen wenscht te verdoemen, dan
mogen we met een zeker voorbehoud
beweren, dat hij een nog al zwaar op
de hand zijnde Katholiék is. Of juis
ter gezegd is hij dan een zieke Katho
liek en de ziekte zou, indien ze on
gestoord kon voortwoekeren, eindi
gen in de dood of in de krankzinnig
heid. Maar in werkelijkheid duurde
de ziekte niet lang en is nu feitelijk
reeds dood".
f Om op Chesterton's leven terug te ko
men, zoover daarover geen sluier ligt: in
zijn jonge jaren was hij lid van de be
kende „Fabian Society", een vereeniging
van Engelsche schrijvers, die de herleving
van het socialisme vurig aanwakkerden.
Nog later was hij spiritistisch aangelegd.
Hij nam proeven met een planchette net
voldoende om er zichzelf ten slotte van
te overtuigen, dat er werkelijk bepaalde
dingen gebeuren, die in het gewone leven
niet natuurlijk zijn. Chesterton kwam tot
de overtuiging, dat die proefnemingen
slecht voor hem waren, en ook voor ande
re proefnemers, omdat het niet zoozeer
gaat om het bovennatuurlijke, dan wel om
het onnatuurlijke en zelfs het tegennatuur-
lijke.
Toen kwam zijn bekeering tot het Ka
tholicisme. Zonder persoonlijk te zijn, heeft
hij het ontwikkelingsproces in zijn boek
„Kerk en Bekeering" beschreven.
Ellen Russe zorgde voor een uitsteken
de vertaling van dit prachtige boek.
Wat de economische en politieke opvat
tingen van Chesterton aangaat: hij is dis-
tributist". „Distributist" licht Ellen
Russe toe is een social stelsel, waai-bij
bijv. pachters eigenaars worden van hun
eertijds gepachte hoeve. Chesterton is
voorstander van wederopbloei van den
landbouw en betere verdeeling van het
land.
En verder op-en-op solidarist, zooals
blijkt, uit zijn bewondering vor de idealen,
die in de Middeleeuwen de grondslag
vormden der economische verhoudingen.
Ook over de geestige, oorspronkelijke
uitwerking der economische problemen
zouden inslaande citaten te geven zijn.
Doch ik vrees, dat dit lange artikel dan
onleesbaar van lengte wordt.
Laat mij daarom besluiten niet met
een opwekking, want degenen, die in dit
artikel Chesterton hebben geproefd, zul
len hem gaan lezen; daarvan ben ik over
tuigd doch met een korte opsomming
van zijn vornaamste wei-ken.
In het Nederlandsch zijn vertaald: De
Eeuwige Mensch, St.-Franciscus van Assi-
si, Kerk en Bekeering, De Vliegende Her
berg, Tooverij en dan twee bundels de
tectie veverhalen, waarin de kippige, quasi
onnoozele Pater Brown de hoofdrol speelt.
Er zijn in 't Engelsch een heele reeks van
deze detective-verhalen verschenen. De
onbetaalbare figuur van Pater Brown met
zijn stompe parapluie is beroemd door de
geheele wereld. In het Engelsch zijn ver
der nog tal van boeken van hem geschre
ven, te veel om hier allen te vermelden.
Ook is Chesterton een groot dichter en
letterkundig criticus, maar als zoodanig
in ons land nog weinig bekend. Vermoede
lijk zullen nog meer boeken van hem in
het Nederlandsch worden vertaald wat
ons telkens een gereede aanleiding zal zijn
belangstelling voor dezen grooten Katho
lieken schrijver te wekken. Voor ditmaal
is het „welletjes".
Sanclus Augustinus.
Voor de R. K. Studentenvereeniging „Sanc-
tus Augustinus" trad gisteravond als spreker
op Ir. H. Thunissen, over: „Nieuwe beschou
wingen over bouwkunst".
Na de openinlng der vergadering door den
vice-praeses, den heer Sprnger, (de praeses was
wegens ziekte verhinderd te komen), hield prof.
Groenen en korte nieuwsjaarstoespraak. Hij
wenschte de leden van St. Aug. toe, dat zij dit
jaar hartelijk zullen medeleven met hun vereeni
ging opdat zij op dit belangrijke jaar de
lustrumviering met vreugde mogen terugzien
Het welslagen van dit jaar ligt op de eerste
plaats bij de leden zelf, die met hart en ziel
moeten deelnemen aan alle uitingen van het
vereenigingsleven, en de lustrum-uitvoeringen
moeten steuQen, niet alleen met de schouders,
maar ook met de portemonnaie .Een innig me
deleven der leden, besloot spr., zal voor de ver
eeniging goed zijn, maar ook aan hun persoon
veel voldoening schenken!
Hierna was het woord aan ir. Thunissen. Spr.
wees op het verschijnsel, dat de laatse jaren
tal van beschouwingen over kunst worden ge
geven. De formuleering van het juiste begrip
schoonheid wordt door velen gezocht. Sommi
gen meenen, dat de schoonheid uitsluitend gele
gen is in het kunstwerk, anderen hellen tot pre
cies daaraan tegenovergestelde meening over:
dat de beschouwer, in het bewonderde voor
werp zijn eigen zielstoestand liefheeft en bewon
dert. Dan zijn er nog anderen, die zeggen, dat
op de eerste plaats de elementen der schoonheid
te vinden zijn in het voorwerp zelf, maar de be
schouwer anderzijds eigenschappen moet bezit
ten, zetelend in geest en hart, welk hem in staat
stellen kunstgenot te smaken. Reeds in den
ouden tijd trof men meer philosopheerende ar
chitecten aan, zooals Vitruvius, die evenals la
ter in de 19e eeuw, Viollet-le-Duc en zijn vol
gelingen zich op het objectieve standpunt stel
den en te uitsluitend oog hadden voor de ma
thematische afmetingen en verhoudingen, als
het eenige element ter bereiking van schoon
heid.
Deze eenzijdigheid moest wel tot reactie prik
kelen. In onzan tijd kennen wij aanhangers van
een juist tegenovergestelde richting: de subjcc-
tivisten, die met Benedetto Croce spreken over:
„Kunst is visioen, is intuitie". Duitschland. waar
deze beweging een stevig hou-vast vindt in
Kant en Hegel, spreekt meer van „Einfuhlung",
in Frankrijk van het alles-verklarend milieu.
Wij willen echter klaarheid, het juiste ver
band tusschen kunstwerk en mensch. Wil een
individu schoonheidsontroering ondergaan, dan
is de eene voorwaarde gelegen in het kunstwerk
zelve, de andere in de geestelijke hoedanigheid
van den beschouwer. De schoonheid nu van een
kunstwerk wordt gevormd uit twee bestaoddee-
len: de vorm en de idee. Of zooals de scholas
tiek het uitdrukte: het kunstwerk laat een idee
schitteren in de zichtbare materialen.
Gemeentelijke Aankondiging.
Paardenfokkerij
De Burgemeester van Leidei
nis van de in deze gemeentd
naren of houders van tweejarj
sten, dat zij ingevolge artiki
wet 1918 verplicht zijn hij
aangifte te doen binnen e
hengst twee jaar is gewo:
is gekomen, alsmede vóór 1 Februari van elk
jaar.
A. VAN DE SANDER BAKHUYZEN,
burgemeester.
Leiden. 23 Jarn^ri 1928.
B. en W. vit Leiden, br£
kennis, dat door hetfTerdp
B. en W. v^n Leiden, brfcgen ter algemeerie
kennis, dat door he^-'Verdjunning is j-verlea^d
L. J. P. ;Jderf<rh|orf ei| rechtverkrijgenden,
tot het oprfShten var) een Ifijngoed pascha en
strijkinrichting in "het vpe'rce|l Korty Hapsen-
straat no. 7, kadastraal bekend, gemeent? Lei
den, Sectie K. no. 1428.'
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 23 Januari 1928.
LEIDEN.
Woensdag. Geloof en Wetenschap in „In
den Vergulden Turk", 8 uur.
Woensdag. R. K. Dioc. Onderwijzers.
„In Den Vergulden Turk, 6 uur.
Donderdag. Wetenschappelijke lezing
over het Katholicisme door prof.
Verhaar. Klein Auditorum, Uni
versiteitsgebouw Rapenburg, 8
uur.
Vrijdag. Genootschap van den Stillen
Omgang. St. Josephsgezellen
Vereeniging, 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der apo
theken wordt van Maandag 23 Jan. tot en met
Zondag 29 Jan. waargenomen door de apotheek
van den heer W. Pelle, Kort Rapenburg 12, Te
lefoon 594.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
I 3S79
Hoe dringt de artisticjjl emotie tot den mensch
door. Op de eerste plaats dor de zinnen: het
gezicht en het gehoor. Maar schoonheids-ont
roering is geen zuiver zinnelijk genot Het feest
der zintuigen is slechts het praeludium van het
kunstgenot: in contact te komen met de idee, die
de kunstenaar in zijn werk legde.
Wanneer men nu dc bouwkunst beschouwt
in de laatste eeuwen, vindt men de arch'tectuur
eerst als kunst herleeft onder Viollet-le-Duc".
wiens "geheele bouwwijze moesten beantwoorden
aan „doel en nuchterheid", gelijk hijzelf zeide:
Toute forme qui n'est pas indiqueé par la struc
ture, doit etre repoussée". Cuijpers was zijn vol
geling hier in Nederland, en in dezen tijd zijn
er een groep jongere Katholieke architecten, als
Kropholler, v. Moorsel en Koldewey, die deze
beginselen aanhangen.
Den laatsten tijd verheffen echter anderen hun
stem, die een overheerschende rol toekennen aan
het bewust-nastreven van zekere vormen. Het
constructief-technische staat bij hen op de twee
de rang. Aan het scheppen van ruimtevormen
wordt geweldig veel aandacht geschonken (tot
zelfs het stratenplan der steden).
Zeer individualistisch ontwikkelde architecten
zijn er ook, die in hun kunstproducten de fan
tasie tot het uiterste prikkelen. Hun jacht op
effect slaat gemakkelijk over in een valsch
pathos. De reactie daarop is reeds gekomen in
de aanwending van strakke, simpele vormen, in
een zakelijke stijl.
Ter toelichting zijner lezing werden door den
spreker afbeeldingen vertoond van verschillen
de bouwwerken uit het verleden en het heden.
Aan het slot der lezing, welke met groote aan
dacht werd aangehoord, sprak de praeses een
dankwoord tot den heer Thunissen voor zijn in
teressante voordracht.
Na afhandeling van enkele huishoudelijke
punten, werd hierop de bijeenkomst gesloten.
Electriciteit in de huishouding.
Op initiatief van de Installateurs-Ver-
eeniging voor Leiden en Omstreken werd
gisteravond in het Nutsgebouw een lezing
met lichtbeelden gehouden over boven
staand onderwerp.
Gezien de belangrijkheid van zulk een
actueel onderwerp hadden wij meer be
langstellenden verwacht.
In zijn openingswoord heette de voor
zitter der vereeniging, de heer W. Zwart,
allen hartelijk welkom, in het bijzonder
den spreker van den avond, den heer
Jachtenberg, vertegenwoordiger der Sie
mens Schuekert-fabrieken. Spr. wees er
verder op, dat er nog vele misvattingen
over het gebruik van electriciteit en elec-
triciteitsvoorwerpen bestaan, terwijl het
zeer velen niet bekend is. dat er speciale
tarieven zijn, die het gebruik van electrici
teit zeer goedkoop maken.
Die tarieven zijn: lo verwarmingstarief
a 5 cent per K.AY.U. of 1/4 van den licht
prijs: 2o. woonhuistarief, waarbij men
een vast recht van 18 ct. per maand per
lichtpunt betaalt3o. nachtstroomtarief,
waarbij men b.v. des nachts tegen geringen
prijs voor den heelen dag warm water in
voorraad kan krijgen. Over een en andei
zullen installateurs gaarne alle ge-
wensckte inlichtingen verschaffen.
De heer Jachtenberg, die hierna het
woord verkreeg, begon met erop te wijzen,
dat de electriciteit een uitkomst is voor
het huishouden, een oplossing bijna van
het dienstbodenvraagst.uk brengt' en voor
de huisvrouw zelf veel meer gemak en
voordeel beteekent. De meerdere afname
van electriciteit is echter wel voornamelijk
te danken aan de speciale tarieven, diet
door de distribueerende gemeenten zijn in
gevoerd.
Na vervolgens een en ander over he»
ontstaan en de ontwikkeling der Sic: u
Schuckert-Werken verteld te hebben t
spr. tal van artikelen van dit fabrik» at