financiën en oeconomie. De Staatsbegrooting in de Tweede Kamer ItfEEEE 8LAD ,DE LEIDSCHE COURANT' ZATERDAG 12 NOVEMBER HIT QSEE PEK5. het noodwetje VOOR de. aardewerk-industrie. t Huisgezin zegt van bovenge- Ud wetje, hetwelk bedoelt door ver eng van invoerrechten de aartlework- strio to beschermen: Indelijk is het noodwetje voor de aar- rerk-industrie ingediend. ^>11 wetje voor den tijd van drie jaar, (»en oud-Nederlandsche industrio" Ja do regeering het noemt voor on lang to behoeden. je regeering meent, of hoopt, dit to be- fcen door het invoerrecht van 8 tot 15 c fc te verhoogen. )czc vorhooging was wel noodig, als men dat de invoer van aardewerk, por- en glaswerk, die in 920 ruim 11 yjocn K.G. bedroeg, in 1926 tot meer n 20 millioen was gestegen. Ifscboon wij liever een recht naar het ielib dan naar de waarde hadden ge- het is vooral het zeer goedkoope dework, dat de zwaarste concurrentie .jfjet zullen we wel met deze cences- door de regecring tevreden moeten [et is in ieder geval iets, hoewel men er aaa ]:an, dat tegen dit iets alle oude pens uit het. oude arsenaal van den vrij- nlel zullen worden te voorschijn ge- M in zal beginnen met het gejammer h het duurder worden van het aarde- fk door het hoogere tarief; wij kea- dio klacht uit den tijd van hot Schoo- J iiretje. 'erecht. tracht de regeering dio klaoht 3s in de kient te smoren door het ver- mven uit te spreken, dat do v-koop- iizen der invheemsche artikelen zullen |en, doordien de algemeene onkosten, |ko thans op een kleine productie druk- j in de toekomst over een grooteren nenla-ndschen omzet zullen worden om lagen. )n"ler dc werkine van het Schoenenwet- hebben we dezelfde ervaring opgedaan: veel grootere productie en afzet stelde verlaging der prijzen op de binnen- dscho markt in staat. [et het aardewerk za-1 het niet anders inigo liberale bladen hebben er zich al m verklaard. schrijft Het Handelsblad: De wetgeving der landen, tegen welker dewerkproductie zich het gisteren inge- ndo wetsontwerp richt, laat ruimte voor enmaatregelen. Hot zou wel zeer groote bazin# wekken, wanneer straks niet e zuivel, onze groente of een andere on- exportartikelen getroffen werd door olijke of bedekte beperkingensmaatrc- i'aarschijnlijk sDoculeeren onze protec- listcu daarop. Zij weten zeer wel uit de lorie van andere tarieftwiatcn, dat niets stemming beter maakt voor rctorsionis- en andero voorstanders van do leus: rcm oog en tand om tand, dan de ont- iming gewekt door belemmeringon van ;n export. ergclijke ontstemming redeneert nit: slaat terug!" om het populair te zeg- ij de beslissing over het wetsontwerp, bedoelt de Maastrichtsche industrie dm druk te helpen, wordt dus niet al beslist over de vraag, of men do .ver- «digers van huishoudelijk'aardewerk, elein en glos beschermen zal, er wordt een beslissing aan do Kamers ge- ovor oen ondere kwestie: zullen wij exportnïjverheid bijv. onzen landbouw otstellen aan afweermaatregelen van buitenland, die ons naar alle waar- ulijkheid zullen brengen tot middelen i weerwraak? L* zal gelegenheid, zijn op dc cijfors en nadere argumenteering van don minis- van Finaneiën~in zijn toelichting tot ontwerp nader in te gaan. ij meenden reeds dadelijk te -moeten !?n op het feit, dat wat dit wetsont- vraagt meer is en van veel verdere iking dan do voorstcllor wil doen vcr- Hct Vaderland: Regcering is toch gekomen met een elijke verhooging van het invoerrecht huishoudelijk aardewerk, porselein en werk cn op enkele soorten tegels; het maar voor drie jaar wezen, en men lit daarbij onwillekeurig aan do waar- öwing, dio er ligt. in het bekende: II quo le provisoire qui dure. Het is noodmaatregel, die niet verdedigd It met de verzekering, dat zonder deze mot deze bij uitstek, nationale indus- gedaan zijn, maar omda.t het mee zou kunnen gedaan zijn. En nu dc heoren Fleskens CjS. zich daar- wel beroepen op het gouvemor c'est >ir; noodmaatregelen, waarvan nie- op dit oogenblik de gevolgen kan 7'en, en die wel eens, het onderdeel het industrieel© lichaam tijdelijk cu- fnde, dat lichaam zelf voor goed vitaal 'en kunnen schaden neemt men niet Ntó waarschijnlijkheidsberekening." BINNENLAND. "e Hanzebank te 's-Hertogenbosch. Tweede uitkeerin-g. SDecciübc>r worclt begonnen mot dc L ®ling van de tweede uitkeering aan euren der Hanzebank te 's-Hertogcn- thans 15 pet., in totaal omstreeks ®'llioen. Algemeene beschouwingen Een twintigtal sprekera heeft per slot van rekening aan het algemeene debat deelgenomen. Minister Do Geer heeft zijn redo nog maar even aangevangen. En wel door nogmaals te betoogen dat hij indertijd de destijds bestaande salarissen had willen „bevriezen'' maar dat zijn opvolger er anders over had gedacht en dat het toen voor hem daarna niet aanging om het voldongen feit weer ongedaan le maken. De heer Kersten heeft zijn afkeer van Rome en de coalitie weer 'ns mogen uiten. En de heer Arts, van de R. IC. Volks partij, heeft nu ook 'ns gespeechd.' Hij is voor de coalitie, maar op voorwaarde, dat er dan rekening wordt gehouden met de wenschen dor R. IC. Volkspartij! Vervolg Rede Marchant. Do voorzitter stelt voor, tegen aa. Donderdag, bij den aanvang der vergade ring, een aantal kleinere ontwerpesn aan de ordo te stellen. Aldus besloten. Bij do voortzetting der algemeene be schouwingen over de Staatsbegrooting vervolgt do heer Marchant (V. D.) zijn gisteren afgebroken rede. Over de salaris- kwestie wenscht hij alleen nog te zeggen, dat hij na de aanneming van de motie-Bul ten een nieuwe uitspraak over de salaris kwestie overbodig-acht. De verschuiving van diréete naar indi recte naar indirecte belastingen heeft het volk tot nadenken gestemd. Men wilde daar o.m. de industrie moe helpen maar do werkgelegenheid is er niet mee verruimd. Betoogd is, dat do indirecte belastingen door de bevolking niet „gemerkt" wordeift Moeder de Vrouw gaat naar den kruide nier en betaalt daar voor een pond Buiker 26 cent. Zij denkt, dat zij 26 oent voor de suiker betaalt, maar daar is 13 cent dus de helft belasting bij. En dat „merkt" men niet, wordt er gezegd! Deze indirecte belastin gen maken 't leven duur en verminderen de koopkra-cht van het geld. De regeering dient den Staatsdienst te versoberen, niet door zijn bemoeiingen in te krimpen, doch door die goedkoopor to maken. Spreker komt nu op den politieken toe stand en gaat de geschiedenis na van de totstandkoming van het huidige kabinet, welks Schönheitsfehler vaij tijd tot tijd wel wat veel beginnen op te vallen. Vroeger heetten parlementaire kabinetten de sterk ste, thans zijn zijn bij velen in discrediet. Hoe komt dat? De economische machten hebben altijd graag don baas gespeeld en willen dat ook nu nog. Vroeger bereikten zij hun dool door het beperkte kiesrecht, maar met de uitoefening daarvan werd him macht beperkt. Aan vallenen op par lementaire stelsel zijn dan ook niet anders dan aanvallen oj de democratie. De heer Nolens verdedigde de coali tie, maar zijn verdediging was zwak. De heer Krijger (C. H.) bestrijdt do critiek van den heer Lingbeek op de Chr. Hist. Deze critiek. was van allen grond ontbloot. Groen van Prinsterer heeft met veel moeite den wog gebaand, waarop Kuy- per, Lobman en Keucheniu3 konden voort- arbeiden. Uit Groen's testament blijkt dit duidelijk. De R. ic. Volkspartij. Do lieer Arts (R. K. V. P.) zegt dat hij verleden jaar een uitzetting gaf van zijn meening ten opzichte van de plaats geliad hebbende crisis. Do verantwoording daar voor dragon naar spr.'a inzien zij, dio vóór het amendement-Kersten stemden. Was de oorzaak van de crisis geweest, dat men een meer democratische politiek wenschte, dan het kabinet-Oolijn voerde, dan ware de-vorming van een parlemen tair ministerie gemakkelijk geweest- Het is dan ook te betreuren, dat do tegenstanders der Colijnsche politiek geen andere gele genheid hebben kunnen vinden om het mi nisterie ten val te brengen. Thans was er een anti-papistisch element in. De opmer kingen van den lieer Lingbeek in deze Ka mer zijn vaak zeer grievend voor de Ka tholieken. Hoe ds. Lingbeek aan zijn gege vens komt weet spr. niet maar wel, dat hetgeen hij vertelde aangaande de verhou ding tusschen Protestanten en Katholieken in het Zuiden geheel onjuist was. Dio ver houding is zeer aangenaam. Spr toont dit aan met enkele voorbeelden. Wat nu den politieken toestand betreft, hieraan moet, ter wille van het prestige van het parlement zoo spoedig mogelijk een einde komen. Spreker zou den meest idealen toestand ook vinden een ministerie bestaande uit personen uit de drie groote rechtscho par tijen, mits in het program zouden zijn neergelegd do wenschen der R. K. Volks partij. Wanneer de democratische katho lieken in de Kamer zioh wilden losmaken van de conservatieve sfeer van do R. K. Staatspartij en desnoods uit dat verband wilden treden, twijfelt spr. er niet aan, of oen democratische meerderheid kan wor den gevormd. Wauneor men denkt, dat de R. K. Volks partij aan 't afbrokkelen is, vergist men zich. Wanneer dc katholieke democraten niet zorgen, dat vóór do verkiezingon een democratisch program is ontworpen, voor spelt spr. dat de R. K. Volkspartij niet al leen bestendigd blijft, maar versterkt in het parlement terugkeert. Te hooge loonen? De heer V a n R a p p a r d (V. B.) zegt, dat er een groote tegonstelling is tusschen do loonen in de industrie en die in den landbouw. De heer Schaper zeide, dat, als do loonen der industricarbeiders verlaagd worden, men hun de levensvreugde ont neemt. Daartegenover stelt spr., dat do hoogo loonen der industrie-arbeiders de levensvreugde ontnemen aan do boerenar beiders, door do hooge productiekosten. Do anti-papist aan 't woord. De heer Korstcn (S. G. P.) zegt, dat ook de Staatkundig-Gereformeerden zich niet kunnen verheugen over 't optreden van dit kabinet, dat niet in overeenstemming is met hetgeen Calvijn schreef in zijn „In stitutie'". Spr. leest een en ander uit dit boek voor. Spr. is vóór een parlementaire regeering, maar dezo mag niet regeeron bij do gratie van het volk. Het gezag is alleen uit God. Het neutrale karakter van dit kabinet is in strijd met Gods woord, waarvan geen enkele overheid zich mag losmaken. Ook de anti-revolutionairen hebben zich losgemaakt van de oude gere formeerde belijdenis, zooals die door Cal vijn is ontwikkeld. Inzake het gezantschap bij den Paus, zegt spr., dat het inderdaad zijn bedoeling ook was, do coalitie te breken. Dat dit zóó spoedig zou gebeuren, had hij niet durven hopen. Het gezantschap was zuiver een Roomsch belang. Hij hoopt dat de Chr. Hist, dc knie voor Rome niet meer zullen buigeh. Wat de handelspolitiek betreft verklaart spr. zich in beginsel niet tegen protectie. Over salarissen enz. De heer Schouten (A. R.) meent dat een te groote gedeelte van het overheids personeel op arbeidscontract in dienst ge nomen wordt- Hij verheugt zich erover, dat het. sala ris vraagstuk in de commissie van overleg komt. Wat betreft de financieele verhouding tusschen Rijk cn gemeenten, wil de minis ter e-en blijvende verlaging der gemeente lijke lasten. Wat den algemecnen financieelen toe stand betreft, dozen a-oht spr. niet onver deeld gunstig. Hij hoopt, dat de nynister geen gevolg geven zal aan den wensch van den heer Van Vuuren om speciaal bij de belasting verlaging rekeni-- la. houden met do groo te gezinnen, zonder ernstig rekening te houden met de moeilijkheden, die daaruit voor gemeenten kunnen voortvloeien. Voorts bespreekt de heer Schouten de partijformatio en de critiek, die op de rechtsche partijen is uitgeoefend. Hij wijst op do vele verschillen, die ook de linksche partijen scheiden cn speciaal op dc scha- keermgen in de S. D. A. P. en bestrijdt to: slotte den heer Kersten. Uit diens betoog was letterlijk niets af te leiden dat pleiten kon voor behoud van een parlementair stelsel. De heer Kersten breekt alleen af en daarmee kan men in de politiek niet volstaan. Do Regeering antwoordt. M i n i s t o r-P resident Do Geer betuigt zijn dank voor do vriendelijke woov'en, door sommige sprekers tot het kabinet goricht. Alvorens op de hoofdpun ten van het debat in te gaan, wenscht hij eorst een paar speciale punten te behan delen. In de corsto plaats hetgeen de heer Marohant zeide over art. 40 van het Bezol digingsbesluit. Spr. vond bij zijn optreden het voorstel tot intrekking van art. 40. Hij achtte het een rem voor een cventueele verlaging der salarissen en bevorderde do intrekking daarvan, met dien verstande, dat dc salarissen werden gegarandeerd tot een bepaalden datum. Het artikel is in 1922 daarop ingetrokken. Men verzocht spr. toen in een interpellatie de opneming van het handhaven dor bestaande salaris sen. Later heeft men het inzicht gehad dat deze salarissen toch konden worden ver laagd. Do heer March&nt eischto nu do verlaging te herstellen. De strekking van sprekers betoog van 2 Mei 1926 was, dat het niet aanging te eisehen van een opvol gend minister, dat hij een genomen maat regel zou ongedaan maken. Dit zou verwar ring hebben gebracht. De kwestie van do oud-gepensionncc.dcn zal spr. uitstellen tot de behandeling van de begrooting van Financiën. Den heer Nolens geeft spr. toe dat wij niet to veel raden en commissies moeten hebben, doch hij wijst er op, dat hij het met botrekking tot do keramische industrie niet zonder voorlichting kon doen. Do minister breekt zijn rede af, om die Dinsdag a.s. voort--te zotten. De- vergadering wordt verdaagd tot Dins dag a.s., 1 uur. BINNENLAND. Vragen van Kamerleden. Het onderzoek naar do rij vaardigheid. De heer Braat, lid van do Tweede Ka mer, heeft aan den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld: Is het den minisler bekend, dat er man nen tot adviseurs voor het onderzoek van rijvaardigheid van moterrijtuigbestuur- ders benoemd zijn, dio zelf nooit met een auto gereden hebben cn ook geen schoon strafregister als motorrijder bezitten? Is do minister bereid mee te deelen: lo. of er vóór do aanstelling yan boven genoemde adviseurs onderzocht is, of zij zelf rijvaardigheid bezitten, ook al hadden zij een rijbewijs vóór 1 Mei 1924?; 2o. hoeveel van de 4 gulden, dio gestort moot worden door den aanvrager' van een rijvaardigheidsbewijs, den adviseur-exami nator ten goedo komt?; 3o. of er destijds een openbare oproeping van sollicitanten voor die betrekking ge daan is; zoo ja, waar, en hoe? Een margarine-concern. Groote besparingen mogelijk. Het kort geleden gepubliceerde bericht betreffende do verwerving van coutrolee- rendo belangen bij de Jurgens- cn Van den Bergh-conccrns, n.1. N.V. Ant. Jur gens' Yerecnigdo Fubrioken. Van den Bergh's Limited en de N.V. Van don Borgh's Fabrieken kan thans met de vol gende bijzonderheden worden aangovuld Een Nederlandsche Maatschappij, do N.V. Margarine Unie, zal ter verkrijging van de Hollandsche bolaogen worden op gericht, terwijl een Engclsche maatschap pij, do Margarine Union Limited, de Brit>- sche belangen zal verwerven. Het gezamenlijk kapitaal van beide maatschappijen zal meer dan 75 millioen bedragen, terwijl onmiddellijk na beider oprichting een bedrag van 25 millioen aan 7 pCt. cumuatief preferente aandeelen uit- gogo- m zal worden (waarvan 13 mililoen in Holland) en tegcijkertijd een veel ge ringer bedrag aan gewone aandeelen. Door de nieuwe Hollondedhe en Engol- sclio maatschappijen zal een ovorwegond gedeelte van de Europecsche margarine-in dustrie, in al de stadia, die het product doorloopt, worden gecontroleerd cn do ver- ocniging van do door beide organisaties vertegen oordigdo belangen zal in de toe komst groote besparingen mogelijk ma ken. Het bestuur van dezo nieuwe Holland sche en Engolschc maatschappijen zal greotendeels bestaan uit leden van de Jur gens- en Van den Bergh-familics. De Earl of Besborough heeft zich bereid verklaard het voorzitterschap van dezo beide maat schappijen te aanvaarden, terwijl mr. R. J. H. Patijn bereid werd gevonden als vico-voorzittef op te treden. De salarissen der brievenbestellers. Geen herziening. Op hot verzoek van de Commissie van Overleg voor het Staatsbedrijf van do Pos terijen, de Telegrafie en Telefonie, om her ziening van de bezoldiging der bestellers bij de P.T.T., is door den minister van Waterstaat o.m. geantwoord: Bij het onderhoud, dat ik op 27 Septem ber 1926 aan eene deputatie uit uwe com missie heb verleend, heb ik roods te ken nen gegeven, dat ik de meening van uw commissie, dat met namo voor do bestel lers het z.g. „gladstrijken van do plooien" nie: als een afgedane zaak kon wordon be schouwd, niet deelde. Ik heb daarom op 27 September 1926 aan Uwe doputatie te kennen gegeven, dat een herziening van salarissen over 1926 als uitgesloten moest worden beschouwd en dat een partieele herziening niet overwogen kon worden. Al leen heb ik zonder op hot resultaat voor uit te loopen mijn medewerking toege zegd om de salarispositio voor een bepaal de categorie in beschouwing te nemen, wanncor onorastootclijk kon worden aan- gotoond, dat dezo ten opzichte van andoren onjuist zou zijn ingodeeld. Bij dat onderzoek is der Regecring go- bicken, dat do positie van do bestellers geen zoodanigo uitzonderlijke is, dat her ziening van dc bezoldiging van dezo groep alléén gewettigd zou zijn te achten. In ver band hiermede kan het verzoek niet wor den ingewilligd. r. k. Algemeene Middcnstands- bedrijfsraad. Do R. K. Algemeene Middenstand sbc- drijfsraad houdt een algemeene vergade ring op Donderdag 8 December, des nam. 2 uur in het kantoorgebouw van hot R. K. Werkliedenverbond to Utrecht. Op do agenda dezer vergadering komen voor: Mcdedeelingen o.m. over: a. bestrijding kosten R. K. Algemeene Midden8tandsbcdrijfsraad b. stand uitbreiding bedrijfsraden. Bespreking der al of niet wonscbelijk- heid van decentralisatie in do uitvoering van do taak der bedrijfsraden. Bespreking van do positie, welke do be drijfsraden dienen in te nemen bij do uit voering van dc ziekteverzekering der ar beiders. In verband met do besprekingen over leer-ovcrcenkomsten zullen den aangeslo ten bedrijfsraden tevoren nog worden toe gezonden een ontworp-reglement van een nationaal comité voor werkplaatsopleiding, alsmedo een concept-ovcicenkomst met ouders of voogden. net bestuur vertrouwt, dat dezo alge- mceno vergadering zich in-een groote be langstelling mag verheugen. STADSNIEUWS. PROF. DR. J. K. L. MARTIN. 1877 1927. Donderdag 8 December 'herdenkt prof. dr. J. K. L. Martin, oud-hoogleeraar in de geologie en do mineralogie aan de Uni versiteit alhier, den dag, waarop hij 50 jaar geleden aan do Universiteit het boog- leeraarsambt aanvaardde. Prof Martin, die de grondlegger is van liet geologisch cn mineralogisch onderwijs hier te lande, werd 24 November 1851 te Oldenburg geboren. Na de gymnasia te Oldenburg en Jever bezoebt te hebben, stu deerde hij, achtereenvolgens aan de uni versiteiten te München, Leipzig cn Göt- tingen, aan welko laatste universiteit hij in 1873 promoveerde op een proefschrift: „Ein Beilrag zur Kcnntnis fossiler Euga- noiden". Vervolgens was hij ecnigen tijd werkzaam aan het geologisch museum te Göltingen en werd daarna privaat-docent aan de universiteit aldaar. In 1877 werd hij benoemd tot hooglee raar in de geologie en do mineralogie aan de Leidsche universiteit, welk s t hij den 8slen December van dat jaar aan vaardde met een redo over: Geologische Theorien der Jelzlzoit. In 1878 werd hij belast met het beheer over do geologisch- mineralogischo verzameling te Leiden, wel ko hij, vooral met het oog op onze kennis omtrent dc Nederlandsche koloniën, be langrijk heeft uitgebreid. Deze verzame ling werd toen afgescheiden van het rau- fcum van natuurlijke historie, met vlo bo- dooling, heide later weer tot één gebouw te vereenigen. In 1893 is yoor dezo verza meling een nieuw getouw op het Van der Worfpark verrozen, dat echter mot hot oog op vereeniging met het museum van natuurlijke historie niet geheel is afgo- werkt. In 1884 nam prof. Martin doel aan den onderzoekingstocht naar West-Indiö en in 1891 ondernam hij een tocht naar de Mo- lukken, waar hij vooral Cerara en Boeroe onderzocht. Een groot aantal verhandelin gen on andere werken zagen van zijn hand het licht. Gedurende den academischen cursus 1895-—1896 was hij rector magnificus der Leidsche Universiteit. In 1917, b'j de viering van zijn 40-jarig ambtsjubileum, bleek, welk een voornamo plaats hij in de wetenschappelijke we reld, zoowel in ons land als daarbuiten, innam. In September 1921 moest hij wegens het bereiken van den 70-jarigen leeftijd aftre-- don, doch desondanks houdt hij zich nog steeds met wetenschappolijkcn arbeid on ledig. Wetenschappelijke voordrachten over het Katholicisme. Donderdag hield Prof. Verhaar (War mond) zijn tweede academicvoordracht, in het Klein-Audi tori urn al' over „Het Bijbelsche Scheppingsverhaal." In het eerste gedeelte gaf spr. eenige in leidende beschouwingen over don P>- teuch in het algemeen cn het Scheppings verhaal in het bijzonder. Vooreerst werd de geschiedkundige waarde van den Pen tateuch aangegeven. Vervolgens werd in het kort do ir.houd van het Boek der Wor ding behandeld on verdeeld. Tenslotte liet spr. zien, dat do kwestie naar do o o r z a- k e 1 ij k h 3 id van al het bestaande een ge heel andero is als die naar de volgordo cn tijdsduur der kosmischo ontwikke ling. Spr. wilde dozon avond alleen de laatste kwestie behandelen. In het tweede gedeelte van het Schep pingsverhaal, dat aangeduid wordt met den naam van zes-dagon-werk (hexemc- ron). Spr. deed dit door antwoord te ge ven op drie vragen. 1. In hoeverre wordt de katholieke bij- belgeleerde hierin gebonden door den geïuspirecden Bijbel en het kerkelijk Leergezag? Geantwoord werd, dat bij noch door het theopneustisch karakter van de Schrift, noch door een bindende of direc tieve uitspraak van het Leergezag aan één bepaalde explicatie gebonden is, zoo-, dat hij zelfs, bij aanwezigheid van onistico redenen, van den lettor!ijken zin van dit verhaal zou mogen afwijken. 2. Wat leeren ons daarover do natuur wetenschappen? En meegedcold werden de voornaamste (mecsfal hypothetische) resultaten van kosmologie, geologie en paleontologie. 3. Hoe hebben de katholioko geleerden in hot licht van bijbel, leergezag en naturwotenschap hun standpunt nader bepaald? Dendrie voornaamste meenin- gon werden gegeven: a. do meening die in geen enkel opzicht van don letterlijken zin meent te moeten afwijken: b de p^rio- distisejie of concordisten-verklaring. dio de bijhelsche volgorde aanvaardt, maar afwijkt wat betreft den tijdsduur door l.et woord „dag" te verstaan als lange pe riode; c. de i-Ieëelo meening, dio noch voor do volgorde noch voor den tijdsduur den letterlijken zin handhaaft. Over liet waar om zijn do mceningen verschillend Do volgendo voordracht (24 Nov.) handelt over Schepping en Evolutie Op nader te bepalen data in de maand December a.s. zal gelegenho;d beslaan tot liet afleggen van de examens ter ver krijging van do akten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in Nederlandsch-Indië in de land- en volkenkunde van Ncderlandsch-Indiö en in de inbeemsche talon van den Oosl- Indischen Archipel. Zij, die aan deze examens wenschen deel to nemen, gelieven daarvan vóór 21 November a.s. schriftelijk konnis te geven aan den heer prof. dr. G. A. J. Hazen, hoogleeraar aan do Rijksuniversiteit te Leiden. Do Minisler van Onderwijs, K on W. heeft benoemd in do commissie, in 1927 belast met het afnemen der akte-examens in de Engelsche taal en letterk (akte 13) en die in do Rusgische taal cn letterk. voor de in Dec. en zoo noodig in Nov. a.s. te houden examen, tot lid en onder voorzitter dr. N. van Wijk, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit alhier en tot lia dr. R. van der MeuleD, lid der redac'io van het Woordenboek dor Nederl. taal, alhier. Gemengde ISerichlen ONGELUKKEN. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Een auto door de afsluitboomen. Donderdag reed een auto met 4 perso nen komende uit de richting Boers met flinke vaart tegen de afsluitboomen vau den overweg nabij het gebouw van den N. C. B. le Cuyk. Do auto kwam vlak voor de rails tot staan, juist toen de trei: uit dc« richting Nijmegen naderde. D>" auto werd beschadigd, persoonlijke onge lukken hadden niet plaats. Auto te water. Donderdagavond is de heer P. de M.f hotelhouder to Gouda, met zijn auto aan do Oosthaven aldaar le water goreden. Do hoer de M. wist zich uit hot voertuig te werken en kon nog bijtijds op het dro ge worden gebracht. Do auto, welke geheel onder water lag, is later opgehaald. Nood ottige val. Gistermorgen had de dienstbode van den heer J. M., veearts te Wieldrecht. het on geluk van de trap to vallen. Hoewel de val niet van groote hoogte was, slechts eeni ge treden, kwam liet meisje zoo noodloU tig neer dat ze czer spoedig overleed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3