INGEZONDEN NIEDEDEELING VIERDE 3LAD „DE LEIDSCHE COURANT" ZATERDAG 12 NOVEMBER Buitenl. Weekoverzicht. "Wij zijn do periode van de romantiek je boven en om koninklijke of keizerlijke praal geven wij niet meer. Wij kunnen liot wel af met een president in jacquet of colbertje en als onze koningin stemmig en eenvoudig gekleed is, vinden wij liet niet cicer dan behoorlijk, dat ook zij zuinig is. bat past bij onzen Hollandscken aard Toch stellen wij van den anderen kant ook weer belang in alles wat vorsten en prinsen en prinsessen aangaat. Als er een prinses verongelukt bij een Oceaanvlucht, dan vinden wij dat dubbel erg. Als koning Boris van Bulgarije zich gaat verloven of als de zuster van den cx-keizer op haar leeftijd, gaat trouwen met een Rus van 23 jaar, dan stellen wij daarin buitengewoon veel belang. Vorige week Zaterdag is m Napels de dochter van den Franschen kroonpretendent er is nog altijd een caudidaai voor den Franschen troon als deze ooit eens vacant zou komen te staan - getrouwd met 'n neef van den koning Italië Verschillende koningen, o.a. do koning v. .Spanje en de ex-koniug v. Grieken land, hnsteruen cte plechtigheid op en al ken al het fe.t, dat er een paar koningen bij elkaar waren zij zijn schaarsch in den tegenwoordigen tijd verleende aan deze bruiloft zooveel glans, dat er kolom men over geschreven zijn. En menige le zeres zal wel eens bij zich zelf gedacht hebben: hè, als ik zoo ook eens. Maar kunnen ook onaangename dingen met koningen en prinsen gebeuren. Zoo is dc- r dagen de koning van Spanje bestolen __i heeft prinses Mary, de eenige dochter van den Engelschen koning, brand gehad. Maar het naarste is prins Ferdinand van bourbon en prins Max von Hohenlohe— Oehringen overkomen. De een is n.l. we gens oplichting in het gevang gezet te l'ontainubleau en de andere wordt door de Berlijnscho politie gezocht eveneens wegens oplichting. Ook de vorstenhuizen lebben him zwarte schapen. Voortaan be hoeft niemand zich voor oplichting te schamen, want: 't komt in de besto fami lies voor! üe herstelbetalingen. Geld verlegenheid is trouwens nergens meer een schande. Wie zit er niet in geldverle genheid op z'n tijd? De overheid gaat ons op dit pad als een lichtend (sommigen zeggen: oplichtend) voorbeeld voor In Duitschland zit men al heel krap Daar komen behalve de gewone uitgaven voor binnenlandsch gebruik nog de betalingen voor het herstel op de post „jaarlijksche uitgaven'' voor. En er wordt voor gewaakt, dat deze betalingen op den juisten tijd en du juiste' wijze worden opgebracht. Daar voor is een z.g. agent voor de hcrslelbe- lalingen aangesteld. Deze, Parker Gilbert, heeft juist dezer dagen getoond, dat hij op z'n hoede is. Hij heeft aan do Duitsclie regcenng een memorandum overhandigd, waarin hij aanmerkingen maakt op het ,'inancieel beleid in Duitschland. Parker Gilbert vreesde, dat dit financieel beleid [enerzijds de opbrengst van de voor de herstelbetalingen volgens bet plan-Dawes jbenoodigde bedragen in gevaar zou bren- sen, anderszijds de moeilijkheden van de transfer" (overdracht) aanzienlijk zou vorgrooten. In verschillende opzichten is het antwoord van de Duitschc regeering geruststellend en al is inzake de quaestic van de „transfer" ongetwijfeld het stand punt juist, dat Duitschlands verplichtin gen toch niet ophouden met de betaling der benoodigdo bedragen in Duitschland, en bet ontoelaatbaar zou zijn als het door lijn financiële politiek do overdracht der gelden naar het buitenland zou bemoei lijken, het is toch zeker eveneens juist, dat Duitschland ten aanzien van do „trans fer-mogelijkheden niet alleen de verant woordelijkheid draagt, zij treft eveneens de schuldcischende landen, wier economi- wbo politiek immers deze overdracht al niet bevorderlijk kan zijn. Er zitten n.l. aan die overdracht van dat geld verschillende eigenaardige moei lijkheden vast. Duitschland kan n.l. wel jtooveel raillioen opbrengen, maar als dat geld zoomaar zonder nadere regeling wordt overgedragen, dan brengt dat groo- to schommelingen teweeg in de economi sche toestanden der verschillende landen, tn deze schommelingen kunnen zeer na- deoligo gevolgen hebben ook voor die lan den, welke al dat geld ontvangen. Hier geldt zeker, dat geld ontvangen niet steeds beictkenl: rijker worden. Vandaar dat Parker Gilbert onderscheid maakte ius- scben de opbrengst van het geld en de overdracht. Docli gaan wij hierop niet verder in. Stippen wij nog even aan, dat er volgens de meening van sommigen een fijne diplomatieke truc achter dit memo randum zit. De voornaamste beteekenis van liet memorandum zou dan zijn dat zij den Duitschers bij voorbaat de gelegen heid afgesneden heeft, later te klagen over de te zware lasten van de regeling volgens Dawes, wanneer zij volledig is gaan werken. Rede van Baldwin. Dezer de gen heeft de Engelscho premier volgens de traditie in het Guildhall te Londen, ter ecre van de installatie van den nieuwen Lord Mayor van Londen, een overzicht gegeven van den toestand iu Europa. Baldwin beoordeelde de situatie nogal op timistisch en het beeld, dat hij schetste, was niet al te somber, dank zij het feit, dat de minister eenigó verontrustende sympiomen zorgvuldig verzweeg. De Volkenbond en Locarno werden na tuurlijk gedemonstreerd als hoopvolle ver schijnselen, hoewel zijn collega Chamber lain er s'eeds den nadruk op legt, dat de Volkenbond een jong boompje is, dat voorzichtig behandeld moet worden, en waarvan men niet dadelijk vruchten moet verwachten. Opmerkelijk was in deze redevoering van Baldwin de toeschietelijkheid tegen over Sovjet-Rusland. „Indien de Sovjet- ÜDie, zoo zeide Baldwin, bereid was het gewone decorum van den internationalen omgang in acht te nemen, zich te ont houden van inmenging in Engcland's bmnenlandsche aangelegenheden en van de politiek van intrigues en vijandigheid elders, zou zij Engeland bereid vinden haai- tegemoet te komen in den geest van vrijzinnigheid en welwillendheid die En- geland's heele staatkunde bezielt" Deze eerste woorden van tegemoetkoming, na de verbreking van de diplomatieke be trekkingen, hebben hun belang in verband met de aanstaande samenkomst van En- gelsche en Russische gedelegeerden in de ontwapeningscommissie te Genève. Sovjet-Rusland blijft een van de voor naamste factoren voor een definitieve be vrediging van den toestand in Europa. Het is het eenige land waar in openbare redevoeringen op de voorbereiding van den oorlog als op een noodzakelijkheid de nadruk wordt gelegd. Hetgeen weinig goeds voorspelt voor de a.s ontwapeningsconferentie. STADSNIEUWS BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. XXV. Vijf en twintig Wandelbrieven 't Is, mijn lezers, een record, Alles vieren is geworden Thans oen algomeene sport! Waarom niet zou ook de Wand'laar Zich verheugen in dit feit! In deez' brief het ook gedenken, In zijn zelfgenoegzaamheid. Een jubileum dus. Volgens den afge- zaagden term, een mijlpaal! Waarom kan het niet evengoed lieeten een rustbank? En die zou den Wandelaar zeer te stade komen om even uit te rusten en een blik te slaan, achter zioli, op den afgelegden weg. Om even te zien naar den verrichten arbeid, de richtige vervulling van den in den beginne gestelden taak, of die naar be lmoren is vervuld. En al worden ons dan bij dit jubilé geen handen ter gelukwensch toegestoken, al komon bloemenhulde en kransen ons niet verblijden, boven alles verheugt het ons, dat wij voor ons zelve de voldoening hebben trouw te zijn ge weest aan ons voornemen, onze brieven te doen zijn, letters, wóórden en zinnen die saamgeregen zijn tot een geheel, da-t er op gericht was de aandacht te trekken voor de dingen van den dag en waar dit noodig voorkwam een spiegel te zijn, den lozers en lezeressen voor te houden, opdat zij daarin hun eigen beeld, met de den monsch aangeboren onvolmaaktheden zouden her kennen en zich, zoo dit noodig was, rcctifi- ceeren wat als oen tekortkoming werd ge zien. En omdat wij onze leekenervaring productief hebben moenen te kunnen ma ken aan de vervolmaking van .het beold, zooak wij ons den mensch zoo gaarne voor stellen, namen wij de retoucheering tc baat om een steentje te kunnen bijdragen aan dit zoo mooie werk. Want mooi is het! En daarom hebben wij gewandeld langs do straten, om belangstelling te wekken voor wat wij daar zagen te beschrijven en er de massa even bij te doen stilstaan en zich te vergewissen van dc dingen des openba ren levens, die bijna altijd langs ons heen gaan, alsof zij ons niet raken. En dat is toch zeer verkeerd gedacht. Wij wandelden op politiek 'errein, om dat ook daar het loven dor is bij velen en er geen enkele zucht valt waar te nemen naar meeleven. Laat anderen het maar op knappen, is de leus en men voelt er zelve niets voor, doch is vaardig in critiek op anderen, die tijd, werkkracht en vaak geld offeren aan de openbare zaak, die do krachten in zich draagt tot grootmaking en doorvoering van het groote en onverwoest bare roomsche beginsel. Wij wandelden ook langs de harten van do menigte en hebben dingen daar gezegd die toch zeker de overweging overwaard waren. En al zijn er geweest die een zekere wrovel niet konder onderdrukken tegen den onbekende, die zoo kwam rukken aan wat don christenmensch in een zwak optimisme niet meer aanvoelt; al zijn er geweest die den preektoon hebbon gecapittold, dit is nog geen bewijs dat op de wandeling de ernversatie te wenschcn overliet, dat do spiegel die werd voorgebonden wazig was. Wij hebben onzerzijds cr ons steeds van onthouden een meening op te dringen, doch getracht door do objectieve besetouwing der dingen le laten inwerken op den geest van die ons lazen, da er dingen zijn waar in olk mensehenkind nog wel eenige verbe tering kan betrachten of naar meerdere volmaaktheid streven. Het is een conditio sine qua non, dat er in het zoo wisselende en van hooger dingen aftrekkende leven toch altijd nog wel een plaatsje is voor ge matigde ernst, voor oen vriendsohappelij- ko voorlichting en een zacht wijzen naar wat toch als een onmisbaar deel van hot naar hooger heffen van den mensch valt aan te merken. Het behoeft daarom nog niet een kanselwoord te zijn, oen preek, doch in de dagbladkolommen is gelukkig ook nog een voorname plaats ingeruimd aan de cultiveering van de geestelijke be langen van de lezers en het apostolaat in eigen kring is een aanmerkelijk onderdeel van dien cultus. In dit bewustzijn wandelen wij dan ook en voelen wij ons veilig. En, waar het woord van Haarlem's Bisschop ons nog in do ooren klinkt, gesproken op den Katho liekendag in Hoorn, „dat ook do leeken niet moeten schromen elkander publieke lijk op godsdienstige en zedelijke tekortko mingen to wijzen", daar voelen wij ons vei lig en zonder eenigermate don zedemees- ter uit te hangen, den bedillaar van ande ren, nemen wij ons voor, de aandacht te blijven vragen voor de rondtocht door het leven en do dingen die wij op onze wan delingen ontmoeten tc blijven belichten van uit den hoek, waar het licht ontbrandt van geloofs- en zedolcer, een ondeelbaar geheel van de visie, welke een goed Ka tholiek op de beleving van zijn evangelie moet bezitten, 't Is toch ontegenzeggelijk waar, dat een vloedgolf van bederf de we reld overstroomt en ons pad door het leven ondermijnt, weggraaft vooral de zoo dege lijke principen waarop geluk en vrede zijn gebouwd. Oud en vooral jong heeft daar van tc lijden en om niet van de beenen te slaan, om niet in het zoo sterk trekkende zog van die alles verzengenden vloed te worden meegesleept naar den eeuwigen afgrond, heeft men een stut en steun noo dig, moet men een plechtanker hebbon, want een stroohalm, waaraan men zich vaak te laat vastgrijpt, biedt geen weer stand meer. En op den weg zoo hieir en daar een steun, een wegwijzer te zetten, is ons streven en daarvoor vragen wij slechts eenige kolommen druks per week, waarin wij onze gedachten kunnen openleggen, den medemensch tot nadenken brengen en een ietsje bij te dragen tot het welzijn van den evennaaste. Deze gedachten, voortgesproten uit het feit dat heden onze 25ste brief ver schijnt, willen wij belichamen in den wensch, dat onze arbeid eenig nut mag stichten en niet te vcrgeefsch zal worden verricht. Dus „Es geht wieder los"! Wandelaar. SPOÏ5T. R.K. SPORTWEEK. JUBILEUM. WEDSTRIJDEN. LeidenLisse. Op hoeve „Veldheim" is het Zondag feest. Dan zullen daar de vlaggen wappe ren ter cere van do R.-K Sportvereeni- ging Leiden, die Zondagmiddag haar eer ste lustrum vieren zal, zooals oen voet- balverecniging past, met een tweetal voetbalwedstrijden. Dan zal Roomsch Lei den natuurlijk present zijn om door hun aanwezigheid te getuigen, dat dio arbeid godurendo de eerste vijf jaren gedaan voor do R.-K. sport niet levergcefsch is geweest. En de aanwezigheid van velen zal den R.-K. Sportbeoefenaars een riem onder het hart steken om met meer moed en meer vertrouwen te beginnen aan vijf jaar nieuwen arbeid voor de Roomsche Sport en dus ook voor de Roomsche op voeding. Om 1 uur zal worden aangevangen met een veteranenwedstrijd tusschen de vete ranen van Leiden en die van Teijlingcn. Ofschoon de Lcidsche veteranen den eersten keer die van Teijlingcn wisten le slaan, zal er nu toch door do Loidsche „oudjes" hard gewerkt moeten worden om een overwinning te kunnen behaion, want do „Sassemers" hebbon duchtig ge oefend en zijn nu natuurlijk met de he vigste zij het dan vriendschappelijk wraakplannen bezield. De inzet van deze wedstrijd, die tweemaal oen half uur zal duren, is een medaille. Daarna wordt om kwartier over twee een wedstrijd gespeeld tusschen do. twee oude rivalen Leiden en Lisse. De Lissenaren zijn blijkens hun pro motie verleden jaar sterker gebleken dan Leiden, hoewel, als wij ons goed herinno ren. Lisse in dezelfde competitie het tegen Leiden niet verdere kon brengen dan een gelijk spel. „Lisse speelt nu dit seizoen met afwis selend succes in de overgangsklasse, „Lei den" in de tweede klasse der R.-K. Fede ratie. Intusschen zijn het tweo oude rivalen, die hier tegen elkaar zullen uitkomen en dit waarborgt zeker een goeden en span- nenden wedstrijd. Er zal gespeeld worden om een medail le aangeboden door de veteranen als le den van de R.-K. Sportpropagandaelub „Leiden". Gaarne en met aandrang wekken wij Leiden's Katholieken op hun be'angstel- ling te toonen. Zondag dus allen naar hoeve „Veld- heira". O, die HOESf-bulen! 9 Grijp in Uw vertwijfeling niet naar een van die „kalmeerende" middelen, die in werkelijkheid Uw longen verlam ir en. Toch behoeven Uw hoestbuien U niet uit den slaap te houden. Neem slechts de geheel onschadelijke, maar snel verzachtende en slijmoplossende AKKER'S ABDUSIROOP Voorde Borst VOETBAL. R. K. FEDERATIE. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Overgangsklasse C Den Haag: Graaf WillemExcelsior. Delft: D H. L.Beverwijk. Tweede klasse H. Den Haag: EdohDuiven. Gouda: D. 0. N. K.Lenig en Snel, Buiten de Competitie. Leiden: LeidenLisse. DIOC. HAARL. VOETBALBOND. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Eerste klasso G Den Haag: Gr. Floris ISpartaan I. Sassenheim: Teül. IS. D. G. I. V assenaar: BI. Zwart IExcelsior II. Derde klasse G Den Haag: S. D. G. IIL. en Sn. II. Den Haag: V. A. P. I—G. D. A. III. Voorburg; Wilhelmina IIA. V. V. I. Vierde klasse F. Hillegom: Goncordia IIOnze Gez. Vierde klasse H. Leidschcndam: A. V. V. H—D. H. L. III. Den Haag: B. I. A. IIGr. Floris II R. K. Sportverecniging A. V. V. Indien do regen morgen wederom geen spelbreker wordt, zal het een drukke dag worden voor A. V. V. Het le elftal trekt naar Voorburg om daar Wilhelmus II te ontmoeten. Gezien do resultaten door Wilhelmus II tot nu toe beliaal.1, kan A. V. V. hier wel winnen doch het is nimmer goed den dogenstan der te onderschatten en daarom vertrou wen wij. dat do eerste elftallers van hot hegin tot het einde goed zullen aanpak ken en goed samenspelen om zoo'n behoor lijk mogelijk resultaat te bereiken Vertrek per fiets te 1.30 uur van het Patronaat. Het 2c elftal speelt op eigen terrein to gen D. H. L. III. Wij kennou de kracht' niet van D. H. L., zoodat wij niets kun nen voorspellen. Wij rekenen er echtor op, dat de tweede elftallors hun bost zullen doen zoo mogelijk heide puntjes op den Dam te houden; denkt cr aan, tweede en tailers. dat u deze punten V.m» co- brui ken tallers, dat gij deze punten bost kunt ge speelt zijn eersten wedstrijd voor de Jut o- ien-Compotitio tegen V A. C. IV, te 12.30 uur op eigen terrein. Wij zullen hier nf- wachten, daar do meeste spelers uit het- vierde nimmer of slechts een enkele maal voetbalden, zoodat men zich eerst een wei nig zal mooten inspelen. Laten allen ech ter op hun plaats blijven en goed samen- sr.elen, dan zal hot nog wel gaan Allen veel succes en een ploizieritrpn Zondag. Het derde elftal is vrü NEDERLAND—ZWEDEN. Een zware wedstrijd te wachten. Niet dikwijls is or in de laatste dagen voor een internationalen wedstrijd zooveel over de tegenstanders gesproken en pc- echreven als over dc Zweden, die morgen in het Amslerdamsche Stadion do Oranje mannen zullen bekampen. 't Is waarschijnlijk een gevolgn oen zekere vrees, dio er voor dc Zweden ge voeld wordt, omdat het geduchte tegen standers zullen blijken te rijn. Dit mag men tenminste eoncludeeron uit het feit, dat zij dit seizoen nl met 7—0 van België wonnen en nu Zondag j.l. een gelijk s.<*1 behaalde in Zwitserland. Wat dat zoggen wil woot men ook wel, wanneer wij zien, dat het Nedorlandsch elftal" in Zwi^scRnd all ijd ongelukkig speelde. De wedstrijd van morgen i>. voor het Ne dorlandsch Elftal «als inzet van hot inter nationaal seizoen, dat door hot Olympisch tournooi besloten zal worden, zeer belang rijk, temeer wijl het een tegenstander geldt, die blijkens de behaalde rr linten geweldig in vorm is. Het Zwoörlsche clflal is bov, mi reeds eenige dagen in ons land, heeft zich dus wat kunnen wennen aan do weersomstan digheden, is niet vermoeid door een lango reis, wat in andore govallon nogal eens oorzaak kan zijn van falen Dus mag men verwachten, dat dc Hol landers een waardigen tegenstander zul len vinden. Niettomin is er geen reden tot pessimis me. Hot Oranje-elftal geniot hot vertrou- won van de Elftalcommissie, die het uit koos, maar wat meer zeggen wilook van het publiek zelf. Dc overwinningen uit het vorig seizoen op de Tsjechen, de Bol- gen en do Engelsche profs hebben den Hol landers hun vertrouwen doen schonken aan do elf uiLverkoroncn, dragors van do Oranjetrui. Er is altijd slechts één vrees, n.l. dat do FEUILLETON. Een arme Verschoppelinge. Vertelling uit Bohemen. Naverteld door P. G. Hoeks. I Eu daar niemand minder bood, kreeg ze «t meisje voor drie gulden vergoeding per öaand. Nou, als wc die er niet tusschen hebben, ton weel ik 't niet," zei een van de vtou- T5» bij 't naar huis gaan. „Ze dacht met gulden te gaan strijken en ze krijg. !f maar drie." Gelukkig hoorde Anna Chora deze en "jjrgelijko uitlatingen niet, want ze was Heen achtergebleven om Rosalie's ldeeren ontvangst tc nemen. Toen zo die had, W? ze naar buiten om te kijken, waar kind te vinden was. iMaar is het Duitsche meisje?" vroeg aan de jongens van den burgemeester, 10 «ruk aan 't spelen waren. jiGindor zit zc bij de schuur, hcclcniaal w*n." Anna Chora liep naar de plok, waar ze kind zag zitten. sfita jij maar eens op cn ga met me mee. Hoort bij mij." Dit zeggende greep zo het kindbij oen J1 on haalde het overeind. ^alie keek do vreemde vrouw ver- it aan' Versfcond ^uulr nieb cn wist i wat ze wilde en daarenboven deed ze "".zeer. maar niet zoo verbouwereerd! best met je schikken en ga nou maar Pw mee." Het kind begreep nu. wat de vrouw wil de en draafde gewillig naast deze voort. Toen ze de vrouwen, die bij de verpachting geweest waren, passeerden, klonken allerlei uitroepen Anna in de ooren. „Dat arme wurm!" „Die zal 't ook niet te best krijgen!" „Nou, veel goeds zal ze daar niet lee- xen!" „Ze weet heel goed, waarom zo 't scliaap genomen heeft!" Bij het hooren hiervan beefde ze van nijdigheid. Ze knarsetandde. „Dio leelijko serpentenIk wou. dat ik de oogen uit derlui koppen kon krabbelen! Daar zou ik lol in hebben," mompelde ze, terwijl ze Ro salie naast zich meetrok. „Waar zou die lcelijke vrouw me naar toe brongen?" dacht het kind telkens. Als ze gedurfd had, zou ze zeker geprobeerd hebben zich los te rukken om terug te kee- ren naar het huis van den burgemeester. De vrouw daar was goed en de kinderen speelden met haar. Maar deze vrouw? Dio kneep haar en hield haar maar vast en zo durfde niet eens „au!" roepen. Zoo kwamen ze bij de hut. Kinderge schrei klonk hun tegen. „Ze schreeuwen al weer!" bromde Anna, terwijl ze Rosalie ruw naar binnen duwde, zoodat het kind bijna voorover tuimelde. „Zoo beu jo daar eindelijk?" vroeg haar man op ruwen toon. „Ik dacht, dat jc nooit terug zou komen. Jij blijft maar weg en laat me hier zitten mot die leelijko schreeuwers „Maak jo niet dik! Dun is de mode! En als ik te lang naar je zin weggebleven ben, dan had jij maar moeten gaan. Ik lieb ge noeg moeten opvreten 1" En nijdig gooide ze het pakje kleeren van Rosalie op tafel. Dan liep ze naar het kind toe, vatte het bij de hand, bracht het bij do wieg, waarin het jongste kind nog altijd lag te huilen en gebood bits: „Wie gen!" Ze deed het voor. Rosalie begreep en begon te wiegen. „Voor hoeveel heb jo ze gekregen?" vroeg haar man. „Toch voor niet minder dan vijf gulden, hoop ik?" .,Houd maar op! Voor drie gulden moe ten wij ze den kost geven." „Voor drie gulden maar! Je bent, geloof ik stapelzot geworden!Jou leelijko..." Woedend sprong hij op en wilde zijn vrouw te lijf. Maar deze stond met kromme vingers, waaraan scherpe nagels zaten, klaar om hem te ontvangen. „Als je 't hart heb!" schuimbekte ze van woede, „dan krabbel ik je de oogen uit je leelijko kop." Haar vurige oogen schoten vlammen en hij droop af als een geslagen hond. In dezen kring van mensehen zou Rosa lie nu opgevoed worden. Vader en mooder keven cn vochten; de kinderen doden niets dan liegen, bedriegen en stelen en ook Rosalie werd voor dit laatste gebruikt In den eersten tijcl bestond liaar werk in het wiegen en zoet-houdon van den jong- sten spruit en de zorg voor do andere, kin deren, waaronder er waren ouder en groo- ter dan zij. Tegelijkertijd leerde zc de taal van het land, het Czcchisch, waarin zc zich spoedig goed kon uitdrukken. Maar ze leerde nog meer. Ze leerde ook stelen, ai was dit van haar kant ook onbewust. „Ik begrijp niet, hoe het mogelijk is," zeiden do lui in het dorp wel eens, „die Chora's hebben geen voetbreed land van hun eigen en toch krijgen hun geiten en konijnen do keurigste klaver-en het geurig- sto gras." „Mensch, begrijp je dat niet!" was dan het antwoord, „ze gappen het. Dat's nog al gladl" En hierin had men het niet mis on zoo als boven reeds gezegd, hielp Rosalie, zon der het le weten, hierbij een handje mee. „Kom Rosalie," zei tante dan, „we gaan eten halen voor do beesten. Als ik nu aan 't gras snijden ben, moet je goed uitkijken, of je don veldwachter of don opzichter ziet aankomen. En als je er een mocht zien, moet je hard fluiten, dan maken we, dat we wegkomen." Toen Rosalie in deze soort dieverij ge noog les had ontvangen, moest ze er alleen op uit, dikwijls al heel vroeg in den mor gen. Tante porde haar wakker. Rosalie, er uit! 't Is tijd!" Het kind stond dan op nog moe van het liggen op een paar vuile oude zakken, die ze moest deelen met een vlooierigen hond. Dan was 't: „Gras en klaver lialen! Gauw! De veldwachters zijn nu weg! Wee jo ge beente, als je je laat snappen!" Zoo ging ze stelen en hoe moer ze thuis bracht, hoo beter ze het had. Dan kreeg ze goed tc eten, maar, o wee, als haar buit klein was! Dan regende het slagen en scheldwoorden op hot arme kind. Op een mórgen beval haar tante haar naar 't korenveld le gaan om daar oen paar schoovcn te halen. „Oom houdt dc wacht," zei Anna. „Pak dc eerste de beste schoof, die jc ziet cn breng die hier. Maar let op, dat zc jc niet betrappon." Slaapdronken ging het meisje op weg. De zon was nog niet eens op en het was nog schemer, toen ze op het korenveld van den landheer kwam. Gehoorzaam aan lan- te'a bevel, greep ze een korenschoof, logde die op het hoofd on nam onbevreesd den terugweg aan. Waarom zou zo ook bang wezen? Oom hield immers dc wacht! Daar word ze achterna geroepen. Ze ken de die stem de stem van den opzichter. Zonder gehoor to geven aan dien roep wierp ze de schoof neer cn zelto liet op ccn loopen, achtervolgd door den opzichter. „Als die me te pakken krijgt," flitste het door haar hoofd, „zit het nog niot zoo glad t Een paar dagen brommen in een kelder van het kasteel 1 Brr!" Die gedachte gaf luiar, als 't ware, vleu gelen, en zc zou ontkomen zijn, als zo niet het ongeluk had gehad om uit to glijden op het vochtige gras. Daar lag zc languit op den grond en in 't volgende oogen blik groep een ruwe hand haar aan en zette haar overeind. En dan regende het slagen en stompen op het tooro, magere lichaampje van het arme kind. Een kwartier later kwam zo bitter schreiend en geheel ontdaan thuis. ,,Waar is je schoof en waarom schreeuw je zoo?" Itct kind kon geen woord zeggen van angst cn pijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 11