INGEZONDEN NIEDEDEELING
VIERDE 3LAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
ZATERDAG 12 NOVEMBER
Buitenl. Weekoverzicht.
"Wij zijn do periode van de romantiek
je boven en om koninklijke of keizerlijke
praal geven wij niet meer. Wij kunnen
liot wel af met een president in jacquet of
colbertje en als onze koningin stemmig en
eenvoudig gekleed is, vinden wij liet niet
cicer dan behoorlijk, dat ook zij zuinig is.
bat past bij onzen Hollandscken aard
Toch stellen wij van den anderen kant
ook weer belang in alles wat vorsten en
prinsen en prinsessen aangaat. Als er een
prinses verongelukt bij een Oceaanvlucht,
dan vinden wij dat dubbel erg. Als koning
Boris van Bulgarije zich gaat verloven of
als de zuster van den cx-keizer op haar
leeftijd, gaat trouwen met een Rus van 23
jaar, dan stellen wij daarin buitengewoon
veel belang. Vorige week Zaterdag is m
Napels de dochter van den Franschen
kroonpretendent er is nog altijd een
caudidaai voor den Franschen troon als
deze ooit eens vacant zou komen te staan
- getrouwd met 'n neef van den koning
Italië Verschillende koningen, o.a. do
koning v. .Spanje en de ex-koniug v. Grieken
land, hnsteruen cte plechtigheid op en al
ken al het fe.t, dat er een paar koningen
bij elkaar waren zij zijn schaarsch in
den tegenwoordigen tijd verleende aan
deze bruiloft zooveel glans, dat er kolom
men over geschreven zijn. En menige le
zeres zal wel eens bij zich zelf gedacht
hebben: hè, als ik zoo ook eens. Maar
kunnen ook onaangename dingen met
koningen en prinsen gebeuren. Zoo is dc-
r dagen de koning van Spanje bestolen
__i heeft prinses Mary, de eenige dochter
van den Engelschen koning, brand gehad.
Maar het naarste is prins Ferdinand van
bourbon en prins Max von Hohenlohe—
Oehringen overkomen. De een is n.l. we
gens oplichting in het gevang gezet te
l'ontainubleau en de andere wordt door
de Berlijnscho politie gezocht eveneens
wegens oplichting. Ook de vorstenhuizen
lebben him zwarte schapen. Voortaan be
hoeft niemand zich voor oplichting te
schamen, want: 't komt in de besto fami
lies voor!
üe herstelbetalingen. Geld
verlegenheid is trouwens nergens meer
een schande. Wie zit er niet in geldverle
genheid op z'n tijd? De overheid gaat ons
op dit pad als een lichtend (sommigen
zeggen: oplichtend) voorbeeld voor In
Duitschland zit men al heel krap Daar
komen behalve de gewone uitgaven voor
binnenlandsch gebruik nog de betalingen
voor het herstel op de post „jaarlijksche
uitgaven'' voor. En er wordt voor gewaakt,
dat deze betalingen op den juisten tijd en
du juiste' wijze worden opgebracht. Daar
voor is een z.g. agent voor de hcrslelbe-
lalingen aangesteld. Deze, Parker Gilbert,
heeft juist dezer dagen getoond, dat hij
op z'n hoede is. Hij heeft aan do Duitsclie
regcenng een memorandum overhandigd,
waarin hij aanmerkingen maakt op het
,'inancieel beleid in Duitschland. Parker
Gilbert vreesde, dat dit financieel beleid
[enerzijds de opbrengst van de voor de
herstelbetalingen volgens bet plan-Dawes
jbenoodigde bedragen in gevaar zou bren-
sen, anderszijds de moeilijkheden van de
transfer" (overdracht) aanzienlijk zou
vorgrooten. In verschillende opzichten is
het antwoord van de Duitschc regeering
geruststellend en al is inzake de quaestic
van de „transfer" ongetwijfeld het stand
punt juist, dat Duitschlands verplichtin
gen toch niet ophouden met de betaling
der benoodigdo bedragen in Duitschland,
en bet ontoelaatbaar zou zijn als het door
lijn financiële politiek do overdracht der
gelden naar het buitenland zou bemoei
lijken, het is toch zeker eveneens juist, dat
Duitschland ten aanzien van do „trans
fer-mogelijkheden niet alleen de verant
woordelijkheid draagt, zij treft eveneens
de schuldcischende landen, wier economi-
wbo politiek immers deze overdracht al
niet bevorderlijk kan zijn.
Er zitten n.l. aan die overdracht van
dat geld verschillende eigenaardige moei
lijkheden vast. Duitschland kan n.l. wel
jtooveel raillioen opbrengen, maar als dat
geld zoomaar zonder nadere regeling
wordt overgedragen, dan brengt dat groo-
to schommelingen teweeg in de economi
sche toestanden der verschillende landen,
tn deze schommelingen kunnen zeer na-
deoligo gevolgen hebben ook voor die lan
den, welke al dat geld ontvangen. Hier
geldt zeker, dat geld ontvangen niet steeds
beictkenl: rijker worden. Vandaar dat
Parker Gilbert onderscheid maakte ius-
scben de opbrengst van het geld en de
overdracht. Docli gaan wij hierop niet
verder in. Stippen wij nog even aan, dat
er volgens de meening van sommigen een
fijne diplomatieke truc achter dit memo
randum zit. De voornaamste beteekenis
van liet memorandum zou dan zijn dat zij
den Duitschers bij voorbaat de gelegen
heid afgesneden heeft, later te klagen
over de te zware lasten van de regeling
volgens Dawes, wanneer zij volledig is
gaan werken.
Rede van Baldwin. Dezer de
gen heeft de Engelscho premier volgens
de traditie in het Guildhall te Londen, ter
ecre van de installatie van den nieuwen
Lord Mayor van Londen, een overzicht
gegeven van den toestand iu Europa.
Baldwin beoordeelde de situatie nogal op
timistisch en het beeld, dat hij schetste,
was niet al te somber, dank zij het feit,
dat de minister eenigó verontrustende
sympiomen zorgvuldig verzweeg.
De Volkenbond en Locarno werden na
tuurlijk gedemonstreerd als hoopvolle ver
schijnselen, hoewel zijn collega Chamber
lain er s'eeds den nadruk op legt, dat de
Volkenbond een jong boompje is, dat
voorzichtig behandeld moet worden, en
waarvan men niet dadelijk vruchten moet
verwachten.
Opmerkelijk was in deze redevoering
van Baldwin de toeschietelijkheid tegen
over Sovjet-Rusland. „Indien de Sovjet-
ÜDie, zoo zeide Baldwin, bereid was het
gewone decorum van den internationalen
omgang in acht te nemen, zich te ont
houden van inmenging in Engcland's
bmnenlandsche aangelegenheden en van
de politiek van intrigues en vijandigheid
elders, zou zij Engeland bereid vinden
haai- tegemoet te komen in den geest van
vrijzinnigheid en welwillendheid die En-
geland's heele staatkunde bezielt" Deze
eerste woorden van tegemoetkoming, na
de verbreking van de diplomatieke be
trekkingen, hebben hun belang in verband
met de aanstaande samenkomst van En-
gelsche en Russische gedelegeerden in de
ontwapeningscommissie te Genève.
Sovjet-Rusland blijft een van de voor
naamste factoren voor een definitieve be
vrediging van den toestand in Europa.
Het is het eenige land waar in openbare
redevoeringen op de voorbereiding van
den oorlog als op een noodzakelijkheid
de nadruk wordt gelegd.
Hetgeen weinig goeds voorspelt voor de
a.s ontwapeningsconferentie.
STADSNIEUWS
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
XXV.
Vijf en twintig Wandelbrieven
't Is, mijn lezers, een record,
Alles vieren is geworden
Thans oen algomeene sport!
Waarom niet zou ook de Wand'laar
Zich verheugen in dit feit!
In deez' brief het ook gedenken,
In zijn zelfgenoegzaamheid.
Een jubileum dus. Volgens den afge-
zaagden term, een mijlpaal! Waarom kan
het niet evengoed lieeten een rustbank?
En die zou den Wandelaar zeer te stade
komen om even uit te rusten en een blik
te slaan, achter zioli, op den afgelegden
weg. Om even te zien naar den verrichten
arbeid, de richtige vervulling van den in
den beginne gestelden taak, of die naar be
lmoren is vervuld. En al worden ons dan
bij dit jubilé geen handen ter gelukwensch
toegestoken, al komon bloemenhulde en
kransen ons niet verblijden, boven alles
verheugt het ons, dat wij voor ons zelve
de voldoening hebben trouw te zijn ge
weest aan ons voornemen, onze brieven te
doen zijn, letters, wóórden en zinnen die
saamgeregen zijn tot een geheel, da-t er op
gericht was de aandacht te trekken voor
de dingen van den dag en waar dit noodig
voorkwam een spiegel te zijn, den lozers
en lezeressen voor te houden, opdat zij
daarin hun eigen beeld, met de den monsch
aangeboren onvolmaaktheden zouden her
kennen en zich, zoo dit noodig was, rcctifi-
ceeren wat als oen tekortkoming werd ge
zien. En omdat wij onze leekenervaring
productief hebben moenen te kunnen ma
ken aan de vervolmaking van .het beold,
zooak wij ons den mensch zoo gaarne voor
stellen, namen wij de retoucheering tc
baat om een steentje te kunnen bijdragen
aan dit zoo mooie werk. Want mooi is het!
En daarom hebben wij gewandeld langs do
straten, om belangstelling te wekken voor
wat wij daar zagen te beschrijven en er
de massa even bij te doen stilstaan en zich
te vergewissen van dc dingen des openba
ren levens, die bijna altijd langs ons heen
gaan, alsof zij ons niet raken. En dat is
toch zeer verkeerd gedacht.
Wij wandelden op politiek 'errein, om
dat ook daar het loven dor is bij velen en
er geen enkele zucht valt waar te nemen
naar meeleven. Laat anderen het maar op
knappen, is de leus en men voelt er zelve
niets voor, doch is vaardig in critiek op
anderen, die tijd, werkkracht en vaak geld
offeren aan de openbare zaak, die do
krachten in zich draagt tot grootmaking en
doorvoering van het groote en onverwoest
bare roomsche beginsel.
Wij wandelden ook langs de harten van
do menigte en hebben dingen daar gezegd
die toch zeker de overweging overwaard
waren. En al zijn er geweest die een zekere
wrovel niet konder onderdrukken tegen den
onbekende, die zoo kwam rukken aan wat
don christenmensch in een zwak optimisme
niet meer aanvoelt; al zijn er geweest die
den preektoon hebbon gecapittold, dit is
nog geen bewijs dat op de wandeling de
ernversatie te wenschcn overliet, dat do
spiegel die werd voorgebonden wazig was.
Wij hebben onzerzijds cr ons steeds van
onthouden een meening op te dringen, doch
getracht door do objectieve besetouwing
der dingen le laten inwerken op den geest
van die ons lazen, da er dingen zijn waar
in olk mensehenkind nog wel eenige verbe
tering kan betrachten of naar meerdere
volmaaktheid streven. Het is een conditio
sine qua non, dat er in het zoo wisselende
en van hooger dingen aftrekkende leven
toch altijd nog wel een plaatsje is voor ge
matigde ernst, voor oen vriendsohappelij-
ko voorlichting en een zacht wijzen naar
wat toch als een onmisbaar deel van hot
naar hooger heffen van den mensch valt
aan te merken. Het behoeft daarom nog
niet een kanselwoord te zijn, oen preek,
doch in de dagbladkolommen is gelukkig
ook nog een voorname plaats ingeruimd
aan de cultiveering van de geestelijke be
langen van de lezers en het apostolaat in
eigen kring is een aanmerkelijk onderdeel
van dien cultus.
In dit bewustzijn wandelen wij dan ook
en voelen wij ons veilig. En, waar het
woord van Haarlem's Bisschop ons nog in
do ooren klinkt, gesproken op den Katho
liekendag in Hoorn, „dat ook do leeken
niet moeten schromen elkander publieke
lijk op godsdienstige en zedelijke tekortko
mingen to wijzen", daar voelen wij ons vei
lig en zonder eenigermate don zedemees-
ter uit te hangen, den bedillaar van ande
ren, nemen wij ons voor, de aandacht te
blijven vragen voor de rondtocht door het
leven en do dingen die wij op onze wan
delingen ontmoeten tc blijven belichten
van uit den hoek, waar het licht ontbrandt
van geloofs- en zedolcer, een ondeelbaar
geheel van de visie, welke een goed Ka
tholiek op de beleving van zijn evangelie
moet bezitten, 't Is toch ontegenzeggelijk
waar, dat een vloedgolf van bederf de we
reld overstroomt en ons pad door het leven
ondermijnt, weggraaft vooral de zoo dege
lijke principen waarop geluk en vrede zijn
gebouwd. Oud en vooral jong heeft daar
van tc lijden en om niet van de beenen te
slaan, om niet in het zoo sterk trekkende
zog van die alles verzengenden vloed te
worden meegesleept naar den eeuwigen
afgrond, heeft men een stut en steun noo
dig, moet men een plechtanker hebbon,
want een stroohalm, waaraan men zich
vaak te laat vastgrijpt, biedt geen weer
stand meer. En op den weg zoo hieir en
daar een steun, een wegwijzer te zetten, is
ons streven en daarvoor vragen wij slechts
eenige kolommen druks per week, waarin
wij onze gedachten kunnen openleggen,
den medemensch tot nadenken brengen en
een ietsje bij te dragen tot het welzijn van
den evennaaste.
Deze gedachten, voortgesproten uit het
feit dat heden onze 25ste brief ver
schijnt, willen wij belichamen in den
wensch, dat onze arbeid eenig nut mag
stichten en niet te vcrgeefsch zal worden
verricht. Dus „Es geht wieder los"!
Wandelaar.
SPOÏ5T.
R.K. SPORTWEEK.
JUBILEUM. WEDSTRIJDEN.
LeidenLisse.
Op hoeve „Veldheim" is het Zondag
feest. Dan zullen daar de vlaggen wappe
ren ter cere van do R.-K Sportvereeni-
ging Leiden, die Zondagmiddag haar eer
ste lustrum vieren zal, zooals oen voet-
balverecniging past, met een tweetal
voetbalwedstrijden. Dan zal Roomsch Lei
den natuurlijk present zijn om door hun
aanwezigheid te getuigen, dat dio arbeid
godurendo de eerste vijf jaren gedaan
voor do R.-K. sport niet levergcefsch is
geweest. En de aanwezigheid van velen
zal den R.-K. Sportbeoefenaars een riem
onder het hart steken om met meer moed
en meer vertrouwen te beginnen aan vijf
jaar nieuwen arbeid voor de Roomsche
Sport en dus ook voor de Roomsche op
voeding.
Om 1 uur zal worden aangevangen met
een veteranenwedstrijd tusschen de vete
ranen van Leiden en die van Teijlingcn.
Ofschoon de Lcidsche veteranen den
eersten keer die van Teijlingcn wisten le
slaan, zal er nu toch door do Loidsche
„oudjes" hard gewerkt moeten worden
om een overwinning te kunnen behaion,
want do „Sassemers" hebbon duchtig ge
oefend en zijn nu natuurlijk met de he
vigste zij het dan vriendschappelijk
wraakplannen bezield.
De inzet van deze wedstrijd, die
tweemaal oen half uur zal duren, is een
medaille.
Daarna wordt om kwartier over twee
een wedstrijd gespeeld tusschen do. twee
oude rivalen Leiden en Lisse.
De Lissenaren zijn blijkens hun pro
motie verleden jaar sterker gebleken dan
Leiden, hoewel, als wij ons goed herinno
ren. Lisse in dezelfde competitie het tegen
Leiden niet verdere kon brengen dan een
gelijk spel.
„Lisse speelt nu dit seizoen met afwis
selend succes in de overgangsklasse, „Lei
den" in de tweede klasse der R.-K. Fede
ratie.
Intusschen zijn het tweo oude rivalen,
die hier tegen elkaar zullen uitkomen en
dit waarborgt zeker een goeden en span-
nenden wedstrijd.
Er zal gespeeld worden om een medail
le aangeboden door de veteranen als le
den van de R.-K. Sportpropagandaelub
„Leiden".
Gaarne en met aandrang wekken wij
Leiden's Katholieken op hun be'angstel-
ling te toonen.
Zondag dus allen naar hoeve „Veld-
heira".
O, die
HOESf-bulen!
9 Grijp in Uw vertwijfeling
niet naar een van die
„kalmeerende" middelen,
die in werkelijkheid Uw
longen verlam ir en. Toch
behoeven Uw hoestbuien
U niet uit den slaap te houden. Neem
slechts de geheel onschadelijke, maar
snel verzachtende en slijmoplossende
AKKER'S
ABDUSIROOP
Voorde Borst
VOETBAL.
R. K. FEDERATIE.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
Overgangsklasse C
Den Haag: Graaf WillemExcelsior.
Delft: D H. L.Beverwijk.
Tweede klasse H.
Den Haag: EdohDuiven.
Gouda: D. 0. N. K.Lenig en Snel,
Buiten de Competitie.
Leiden: LeidenLisse.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
Eerste klasso G
Den Haag: Gr. Floris ISpartaan I.
Sassenheim: Teül. IS. D. G. I.
V assenaar: BI. Zwart IExcelsior II.
Derde klasse G
Den Haag: S. D. G. IIL. en Sn. II.
Den Haag: V. A. P. I—G. D. A. III.
Voorburg; Wilhelmina IIA. V. V. I.
Vierde klasse F.
Hillegom: Goncordia IIOnze Gez.
Vierde klasse H.
Leidschcndam: A. V. V. H—D. H. L. III.
Den Haag: B. I. A. IIGr. Floris II
R. K. Sportverecniging A. V. V.
Indien do regen morgen wederom geen
spelbreker wordt, zal het een drukke dag
worden voor A. V. V.
Het le elftal trekt naar Voorburg om
daar Wilhelmus II te ontmoeten. Gezien
do resultaten door Wilhelmus II tot nu
toe beliaal.1, kan A. V. V. hier wel winnen
doch het is nimmer goed den dogenstan
der te onderschatten en daarom vertrou
wen wij. dat do eerste elftallers van hot
hegin tot het einde goed zullen aanpak
ken en goed samenspelen om zoo'n behoor
lijk mogelijk resultaat te bereiken
Vertrek per fiets te 1.30 uur van het
Patronaat.
Het 2c elftal speelt op eigen terrein to
gen D. H. L. III. Wij kennou de kracht'
niet van D. H. L., zoodat wij niets kun
nen voorspellen. Wij rekenen er echtor op,
dat de tweede elftallors hun bost zullen
doen zoo mogelijk heide puntjes op den
Dam te houden; denkt cr aan, tweede en
tailers. dat u deze punten V.m» co-
brui ken
tallers, dat gij deze punten bost kunt ge
speelt zijn eersten wedstrijd voor de Jut o-
ien-Compotitio tegen V A. C. IV, te 12.30
uur op eigen terrein. Wij zullen hier nf-
wachten, daar do meeste spelers uit het-
vierde nimmer of slechts een enkele maal
voetbalden, zoodat men zich eerst een wei
nig zal mooten inspelen. Laten allen ech
ter op hun plaats blijven en goed samen-
sr.elen, dan zal hot nog wel gaan Allen
veel succes en een ploizieritrpn Zondag.
Het derde elftal is vrü
NEDERLAND—ZWEDEN.
Een zware wedstrijd te wachten.
Niet dikwijls is or in de laatste dagen
voor een internationalen wedstrijd zooveel
over de tegenstanders gesproken en pc-
echreven als over dc Zweden, die morgen
in het Amslerdamsche Stadion do Oranje
mannen zullen bekampen.
't Is waarschijnlijk een gevolgn oen
zekere vrees, dio er voor dc Zweden ge
voeld wordt, omdat het geduchte tegen
standers zullen blijken te rijn. Dit mag
men tenminste eoncludeeron uit het feit,
dat zij dit seizoen nl met 7—0 van België
wonnen en nu Zondag j.l. een gelijk s.<*1
behaalde in Zwitserland. Wat dat zoggen
wil woot men ook wel, wanneer wij zien,
dat het Nedorlandsch elftal" in Zwi^scRnd
all ijd ongelukkig speelde.
De wedstrijd van morgen i>. voor het Ne
dorlandsch Elftal «als inzet van hot inter
nationaal seizoen, dat door hot Olympisch
tournooi besloten zal worden, zeer belang
rijk, temeer wijl het een tegenstander
geldt, die blijkens de behaalde rr linten
geweldig in vorm is.
Het Zwoörlsche clflal is bov, mi reeds
eenige dagen in ons land, heeft zich dus
wat kunnen wennen aan do weersomstan
digheden, is niet vermoeid door een lango
reis, wat in andore govallon nogal eens
oorzaak kan zijn van falen
Dus mag men verwachten, dat dc Hol
landers een waardigen tegenstander zul
len vinden.
Niettomin is er geen reden tot pessimis
me. Hot Oranje-elftal geniot hot vertrou-
won van de Elftalcommissie, die het uit
koos, maar wat meer zeggen wilook
van het publiek zelf. Dc overwinningen uit
het vorig seizoen op de Tsjechen, de Bol-
gen en do Engelsche profs hebben den Hol
landers hun vertrouwen doen schonken aan
do elf uiLverkoroncn, dragors van do
Oranjetrui.
Er is altijd slechts één vrees, n.l. dat do
FEUILLETON.
Een arme Verschoppelinge.
Vertelling uit Bohemen.
Naverteld door P. G. Hoeks.
I
Eu daar niemand minder bood, kreeg ze
«t meisje voor drie gulden vergoeding per
öaand.
Nou, als wc die er niet tusschen hebben,
ton weel ik 't niet," zei een van de vtou-
T5» bij 't naar huis gaan. „Ze dacht met
gulden te gaan strijken en ze krijg.
!f maar drie."
Gelukkig hoorde Anna Chora deze en
"jjrgelijko uitlatingen niet, want ze was
Heen achtergebleven om Rosalie's ldeeren
ontvangst tc nemen. Toen zo die had,
W? ze naar buiten om te kijken, waar
kind te vinden was.
iMaar is het Duitsche meisje?" vroeg
aan de jongens van den burgemeester,
10 «ruk aan 't spelen waren.
jiGindor zit zc bij de schuur, hcclcniaal
w*n."
Anna Chora liep naar de plok, waar ze
kind zag zitten.
sfita jij maar eens op cn ga met me mee.
Hoort bij mij."
Dit zeggende greep zo het kindbij oen
J1 on haalde het overeind.
^alie keek do vreemde vrouw ver-
it aan' Versfcond ^uulr nieb cn wist
i wat ze wilde en daarenboven deed ze
"".zeer.
maar niet zoo verbouwereerd!
best met je schikken en ga nou maar
Pw mee."
Het kind begreep nu. wat de vrouw wil
de en draafde gewillig naast deze voort.
Toen ze de vrouwen, die bij de verpachting
geweest waren, passeerden, klonken allerlei
uitroepen Anna in de ooren.
„Dat arme wurm!"
„Die zal 't ook niet te best krijgen!"
„Nou, veel goeds zal ze daar niet lee-
xen!"
„Ze weet heel goed, waarom zo 't scliaap
genomen heeft!"
Bij het hooren hiervan beefde ze van
nijdigheid. Ze knarsetandde. „Dio leelijko
serpentenIk wou. dat ik de oogen uit
derlui koppen kon krabbelen! Daar zou ik
lol in hebben," mompelde ze, terwijl ze Ro
salie naast zich meetrok.
„Waar zou die lcelijke vrouw me naar
toe brongen?" dacht het kind telkens. Als
ze gedurfd had, zou ze zeker geprobeerd
hebben zich los te rukken om terug te kee-
ren naar het huis van den burgemeester.
De vrouw daar was goed en de kinderen
speelden met haar. Maar deze vrouw? Dio
kneep haar en hield haar maar vast en zo
durfde niet eens „au!" roepen.
Zoo kwamen ze bij de hut. Kinderge
schrei klonk hun tegen.
„Ze schreeuwen al weer!" bromde Anna,
terwijl ze Rosalie ruw naar binnen duwde,
zoodat het kind bijna voorover tuimelde.
„Zoo beu jo daar eindelijk?" vroeg haar
man op ruwen toon. „Ik dacht, dat jc nooit
terug zou komen. Jij blijft maar weg en
laat me hier zitten mot die leelijko
schreeuwers
„Maak jo niet dik! Dun is de mode! En
als ik te lang naar je zin weggebleven ben,
dan had jij maar moeten gaan. Ik lieb ge
noeg moeten opvreten 1"
En nijdig gooide ze het pakje kleeren
van Rosalie op tafel. Dan liep ze naar het
kind toe, vatte het bij de hand, bracht het
bij do wieg, waarin het jongste kind nog
altijd lag te huilen en gebood bits: „Wie
gen!"
Ze deed het voor.
Rosalie begreep en begon te wiegen.
„Voor hoeveel heb jo ze gekregen?"
vroeg haar man. „Toch voor niet minder
dan vijf gulden, hoop ik?"
.,Houd maar op! Voor drie gulden moe
ten wij ze den kost geven."
„Voor drie gulden maar! Je bent, geloof
ik stapelzot geworden!Jou leelijko..."
Woedend sprong hij op en wilde zijn
vrouw te lijf. Maar deze stond met kromme
vingers, waaraan scherpe nagels zaten,
klaar om hem te ontvangen.
„Als je 't hart heb!" schuimbekte ze van
woede, „dan krabbel ik je de oogen uit je
leelijko kop."
Haar vurige oogen schoten vlammen en
hij droop af als een geslagen hond.
In dezen kring van mensehen zou Rosa
lie nu opgevoed worden.
Vader en mooder keven cn vochten; de
kinderen doden niets dan liegen, bedriegen
en stelen en ook Rosalie werd voor dit
laatste gebruikt
In den eersten tijcl bestond liaar werk
in het wiegen en zoet-houdon van den jong-
sten spruit en de zorg voor do andere, kin
deren, waaronder er waren ouder en groo-
ter dan zij. Tegelijkertijd leerde zc de taal
van het land, het Czcchisch, waarin zc
zich spoedig goed kon uitdrukken. Maar
ze leerde nog meer. Ze leerde ook stelen,
ai was dit van haar kant ook onbewust.
„Ik begrijp niet, hoe het mogelijk is,"
zeiden do lui in het dorp wel eens, „die
Chora's hebben geen voetbreed land van
hun eigen en toch krijgen hun geiten en
konijnen do keurigste klaver-en het geurig-
sto gras."
„Mensch, begrijp je dat niet!" was dan
het antwoord, „ze gappen het. Dat's nog
al gladl"
En hierin had men het niet mis on zoo
als boven reeds gezegd, hielp Rosalie, zon
der het le weten, hierbij een handje mee.
„Kom Rosalie," zei tante dan, „we gaan
eten halen voor do beesten. Als ik nu aan
't gras snijden ben, moet je goed uitkijken,
of je don veldwachter of don opzichter ziet
aankomen. En als je er een mocht zien,
moet je hard fluiten, dan maken we, dat
we wegkomen."
Toen Rosalie in deze soort dieverij ge
noog les had ontvangen, moest ze er alleen
op uit, dikwijls al heel vroeg in den mor
gen. Tante porde haar wakker. Rosalie, er
uit! 't Is tijd!"
Het kind stond dan op nog moe van het
liggen op een paar vuile oude zakken, die
ze moest deelen met een vlooierigen hond.
Dan was 't: „Gras en klaver lialen! Gauw!
De veldwachters zijn nu weg! Wee jo ge
beente, als je je laat snappen!"
Zoo ging ze stelen en hoe moer ze thuis
bracht, hoo beter ze het had. Dan kreeg ze
goed tc eten, maar, o wee, als haar buit
klein was! Dan regende het slagen en
scheldwoorden op hot arme kind.
Op een mórgen beval haar tante haar
naar 't korenveld le gaan om daar oen
paar schoovcn te halen.
„Oom houdt dc wacht," zei Anna. „Pak
dc eerste de beste schoof, die jc ziet cn
breng die hier. Maar let op, dat zc jc niet
betrappon."
Slaapdronken ging het meisje op weg.
De zon was nog niet eens op en het was
nog schemer, toen ze op het korenveld van
den landheer kwam. Gehoorzaam aan lan-
te'a bevel, greep ze een korenschoof, logde
die op het hoofd on nam onbevreesd den
terugweg aan. Waarom zou zo ook bang
wezen? Oom hield immers dc wacht!
Daar word ze achterna geroepen. Ze ken
de die stem de stem van den opzichter.
Zonder gehoor to geven aan dien roep
wierp ze de schoof neer cn zelto liet op ccn
loopen, achtervolgd door den opzichter.
„Als die me te pakken krijgt," flitste het
door haar hoofd, „zit het nog niot zoo glad t
Een paar dagen brommen in een kelder
van het kasteel 1 Brr!"
Die gedachte gaf luiar, als 't ware, vleu
gelen, en zc zou ontkomen zijn, als zo niet
het ongeluk had gehad om uit to glijden op
het vochtige gras. Daar lag zc languit op
den grond en in 't volgende oogen blik
groep een ruwe hand haar aan en zette
haar overeind. En dan regende het
slagen en stompen op het tooro, magere
lichaampje van het arme kind.
Een kwartier later kwam zo bitter
schreiend en geheel ontdaan thuis.
,,Waar is je schoof en waarom schreeuw
je zoo?"
Itct kind kon geen woord zeggen van
angst cn pijn.
(Wordt vervolgd).