WEEKREVUE. GAS GEVEN. Vandaag of morgen zal er natuurlijk in Üe Tweede Kamer wel iemand opstaan, die nooit iets zegt, om een vraag te stellen aan den Minister. Zoo iemand stelt altijd vragen als hij wat te zeggen heeft, want dat is gemakke lijker. Een vraag mag je van papier aflezen en bovendien behoeft een Kamerlid hij het opstellen van een vraag niet te gaan zitten piekeren, hoe hij die vraag in elkaar zal flansen, want er hestaai een standaard model voor alle vragen. Eerste lid. Is het den Minister bekend jflalenz. Tweede lid Zoo ja. Derde lid. Zoo nee...r. Punt. Afgeloopen. Zitten. Dan een paar maanden wachten en dan komt er een drieledig antwoord van den Minister, waar je in den regel niets wij ze- door wordt. Nu vraag ik 11, moet ik daar nu maar op wachten? Moet ik nu maar geduldig, afwachten, ter wijl niijn pen in mijn vingers trilt, totdat een of ander kamerlid vraagt of den Minister hekend is iets -wat de hecle Wereld al lang weet? Dat zou treurig zijn. Ik kan het dan ook niet langer inhouden en ik stel u voor li in to heelden, lezer, dat u Minister bent, laten we zeggen van Waterstaat en ik lid van de Tweede Kamer der Staten-Gono- iual. En nu schiet ik af. Is het "den Minister hekend dat het be keer der gasbedrijven in verschillende plaatsen van Nederland in zulk een deso- laten toestand verkeert, dat het Neder- ïandsche volk, dat tot op den dag van he den het volste vertrouwen stelde in de werkkracht en capaciteiten van de twee konderd vijf en dertig duizend Nederland- sche ambtenaren, zóó in haar vertrouwen is geschokt, dat het prestige rlor legeerïng, 'die achter de ambtenaren staat, daardoor imet gevoelige moreele klappen wordt be- dr°igd? Zoo neen, is de Minister dan bereid on verwijld een commissie te vormen, cm een onderzoek te doen in zake de handelingen dor verschillende gasdirecteuren opdat de Minister van de verschillende geruchten daaromtrent volkomen op de hoogte wor de gebracht2 Zoo ja; is de Minister dan bereid om onverwijld stappen te doen, die er toe zui den leiden, dat de' gasbedrijven iii de toe komst heter zullen worden beheerd? Wat zou u als M: nis ter daarop nu ant woorden? Laten we die ambtelijke stijl nu maar laten varen en er eens heel knus onder alkander over praten. Kijk eens aan! Gas is zooals u weet een gevaarlijk artikel. Je kunt er wel niet. zoo als rattenkruid, jo boterham mee meu- ibilee.rcn, maar het is niettemin even ge vaarlijk in haar gevolgen. h Als je rattenkruid inneemt, ja, dan hen je het leven beu, dan koop je zelf raüen- iraicl, je slikt het zelf in en je kent van te voren de gevolgen. En hen je het leven niet moe. dan eet je geen rattekruid maar Leid- Echn kaas of hamspek. r Maar nu met gas! Je mag zoo levenslus tig zijn als je wilt en je kunt je ook met zooveel idealen als je wilt, voor de arbeid van den volgenden dag, des avonds ter ruste begeven, maar je laat de gaskraan openstaan, of je sluit de gastoevoer in de keuken zorfvublio- af en de poes springt op het fornuis en draait dc kraan per ongeluk even open, dan kan je zoo levens lustig zijn als Tunney in de .ring, maar <3an kg je de volgende morgen met een ïaar stijve hecnen. zonder dat je er zelf ook maar iets van in de gaten hebt. En nu kunt u praten, dat er al gas- torruptie is geconstateerd in Weesp en Bussum en Botterdam en dat er nog een paar dozijn gasdirecteuren op de nomina tie staan voor werkelooze, ik zeg, het is een gevaarlijk haantje en met gas kim je nooit to voorzichtig zijn. Want wordt zoo'n gasdirecleur vandaag of morgen op te i*ecl gas vergast, dan gaat hij voorgoed hij magere Hein te 'gast. En daarom moeten we hel die directeu ren maar niet la kwalijk nemen. NIET ZOO MOEILIJK EN TOCH ZOO ZELDZAAM. Nu ja, ik hoor, dat gij een zeer aange name, prettige reis hebt gehad, waarvan gij nog menigmaal en lang zult kunnen vertellen; het doet mij groot genoegen, dat het jullie goed bevallen is en jc wel behouden zijt teruggekeerd. Bij deze woorden leunde mevrouw Schel ler wat achterover in den hoek dor sofa. Zij legde heide ha-nde over elkaar, liet ze langzaam in haren schoot zinken en keek met een milden glimlach naar liet jonge paar, dat tegenover haar zat. Zeker, moeder, zeide de jonge schoon zoon, onze huwelijksreis was zeer, zeer be langwekkend en schoon; niet waar, Em ma 1 daarbij keek hij zijn jonge vrouw met een blik vol van tevreden geluk In de groote bruine oogeu. Dc schoonste mijns levens, Frans, ant woordde Emma en legde de hand, die se dert. tien dagen den trouwring droeg, op den schouder van haren man. Hoe dik wijls reeds had zij in dezen korten tijd den ring bekeken en zich innerlijk ver heugd, aan de zijde van. een goeden en godsdienstigen man door het leven te mo gen gaan. Glimlachend keek de moeder naar het jonge paar. Zij herinnerde zich den dag en het uur, toen ook zij, dertig jaar gele den, met al de genegenheid baars harten een edelen man de hand tot het echtver bond had gereikt; zij dacht aan al dc vreugde en het familiegeluk, dat God hun had geschonken; maar tevens doemden voor haar op al de doorwaakte nachten, al de hittere uren aan het ziek- en sterfbed van hare kinderen en echtgenoot. Vier vol wassen kinderen had zij door den dood vorloren en Emma was haar laatste. Na veel bidden en rijp overleg had zij deze dochter toevertrouwd aan een mau, wiens karakter het geluk van haar kind verze kerde. Maar het was nu de tijd niet tot ernstige w achten aan dc toekomst cn hare beproevingen welke geen echtpaar, geen gezin, gq'eii sterveling bespaard blij ven Dp dit oógehblilc tra'd liet (LeiTst'fite'isjë binnen con een kleine verfrisscliing ie bren gen daarna keerde ze zich naar het jonge paar en zeide:; Mag ook ik u gelukwenschen. dat gelukkig weer thuis zijt van de reis? Dank je, Truitje, dank je hartelijk, zeide Frans vriendelijk. Dank je, Trui, wij hebben zeer veel pionier gehad, voegde Emma erbij Weet je, Frans, dat Geertrui met jul lie zal gaan? vroeg de weduwe, nadat de dienstbode de kamer had verlaten. Ze schijn een flink meisje te zijn; ove rigens laat ik deze aangelegenheid over aan m'n vrouw, gaf Frans ten antwoord. Laat mij van deze gelegenheid ge bruik maken, kinderen, om jullie op iets te wijzen, wat ik hoogst belangrijk ik bedeel op den omgang met onze onder geschikten. Emma heeft haar dienstmeisje thuis en jij, Frans hebt jc employé's in <le zaak. Het is nu eenmaal door den Schep per zoo ingericht, dat Hij de meeste men- schen er toe bestemd heeft, door anderen te dienen hun brood te verdienen. Wel zou iederen gaarne onafhankelijk zijn. maar het grootste deel der mcnschc.n brengt zijn leven door in voortdurende afhankelijkheid van anderen. Naar de verhouding der meerderen, tegenover de minderen, is het leven, vooral van de laatsgenocmdcn, meer of minder gelukkig cn aangenaam. Een goede verstandhouding tusschcn meester cn knecht, mevrouw en dienstbode be hoort, helaas, tot dc zeldzaamheden in de ze wereld; oiltevTëdenhcid en misnoegn verbitteren het leven van ijverige' werklie den, die. door ernstige plichtsbetrachting ïccht hebben op tevredenheid en welbeha gen in hun beroep. Vele menschen verheeren in den waan, dat liet iu strijd is niet hunne waardigheid, met hunne ondergeschikten op een vrien delijke wijze te verkceren. Ten einde hun aanzien hoog te houden schijnt hun een gebiedende houding en aanmatigende toon noodzakelijk, cn vergeten ten eehen male, dat echte meerderheid en ware zielegroot- hcid die middelen geheel kunnen ontberen. Waarlijk voorname cn cdelgevormde ka rakters zullen niet vervallen in die fou ten. Hun rechtvaardigheidsgevoel en liun- 110 waardccring van den mensch en diens verheven, eeuwige bestemming laat het niet op aan. V/ie aanspraak maakt op te behandelen, wijl het noodlot of juister gezegd, dc goddelijke Voorzienigheid, hem op een nederige plaats gesteld heeft. Een waarlijk edel mensch let er op hoe iemand is, hoe hij zijn beroep vervult, zijn plich ten na-kemt; wat hij is, komt er bij hem niet op aan. iWc aanspraak maakt op goedhartigheid, zal niemand het dage- lijksch leven door krenkingen verbitteren. Ik herhaal u echter, geliefde kinderen, zul ke edel karakters zijn heden ten dage zeldzamer dan echte parelen! U heeft gelijk, moeder, antwoordde Fi-iis ernstig, en ik dank u, dat gij ons nog eens er aan herinnerd hebt, juist nu wij op 't punt staan, een eigen haard to vestigen cn zooals men zegt, meester en meesteres over anderen te worden. Ik heb het steeds hatelijk gevonden, ondergeschik ten te minachten, cmdat ze niet zooveel geld en vermogen bezitten; den rijkdom a's maatstaf van beschaving en bekwaam heid te beschouwen, lijkt mij onbillijk. .Zeker, Frans, hernam de weduv, c, on beschoftheid kenmerkt den onbeschaafde, en wie dc weerloosheid en aanhankelijk heid der ondergeschikten slechts gebruikt tot een hoogmoed- behandeling, open- baat daardoor zijn laag karakter. Z elct d"arom uw eer er in, uw positie te deen strekken tot zegen en nut uwer onderge schikten, hun waarde, hun deugd, hun trouwe vervulling der beroepsplichten ten volle te erkennen en welwillend hun be hulpzaam te zvji, om in do wereld vooruit te komen. Voor vriendelijke waardeering, voor gepaste losprijzing zijn alle mensehon ontvankelijk, cn vooral bij flinke, sterke karakters werken deze middelen veel ze kerder dan vitten en onverschilligheid, want dat kweekt slechts ontevredenheid en belet het volle ontwikkelen hunner talen ten en bekwaamheden. Wordt een dienst bare met deelnemende goedheid I :han- dehl, dan zal hij meer belang stellen in de „zaak va.u zijn patroon en dan bloeit ook in zijn gemoed onder de warme stralen van wederzijdsclie waan!sering, de zeldzame, schoor.c bloem der deugd van onbaatzuch tigheid. AVie'-gcendioogc gedachte van zich zeiven koestert, itf meer dan h-ij denkt. Natuurlijk bestaan er aan'den anderen kant ook klippen, n.l. ongepaste vertrou welijkheid cn vatbaarheid voor vleierij: het cene deugt zoo min als het andere, gezien hoe het er in je ouderlijke huis toe ging; jc verlaat mi dit huis. Doch zet in je eigen wening voort, wat jc gezien en gehoord hebt. U zult over mij tevreden zijn, moe der, zeide Emma. En nu kinderen, genoeg van den ernst, komt hier! Daarbij stond dc weduwe op en vulde de glazen. Dus, op een goed be gin, een goede voortzetting en een goede voleinding. De glazen klonken tegen elkaar. Ik hoop, dat liet ons niet moeilijk zal vallen, zeide Frans, te handelen vol gens uwe vermaningen. Niet zoo moeilijk, maar toch zoo zeld zaam. Ter zelfder ure, waarin mevrouw Schel ler tot hare kinderen sprak, stond in een dorp, twee uur van dc stad verwijderd, een jong, sterk meisje voor hare moeder. Het meisje was gekleed in een cenvoudigo jurk zonder eenige versiering cn opschik; dit stond haar .echter "zeer mooi, want de bloeiende kracht der jeugd verleende haro gestalte de bevalligheid, welke ook het eenvoudigste gewaad waardevol doet schij nen. Mooi was Liesjc zoo heette het racis jc juist niet, maar het frissclie rood der wangen, dc heldere, vriendelijke oogen ga ven aan liaar gelaat ccn bijzondere schoon heid en vooral blonk daaruit een rein, on bedorven, godsdienstig gemoed. Haar ge laat vertoonde, wa-t zij in haar hart droeg: hét heerlijke beeld der onschuld, hetwelk haar grootste en cenigste sieraad uitmaa' te en ontegenzeggelijk oneindig kostbaar der is dan de oorringen, halskettingen, armbanden enz. van alle goudwinkels ter wereld. Nu, ga dan, kind. in Gods naam en blijf braaf, zeide moeder. Je komt nu in dc stad, waar het veel anders is, dan hier bij ons in 't dorp, maar ook veel slechter. Maar dit troost mij, dat jc in een goed huis kemt; ik zou wel is waar huizen voor jc hebben kunnen vinden, waar je een lioo- ger loon zoudt kunnen verdienen, maar wat baat mij een hoop geld, als je ziel in gevaar komt? Bij mevrouw de weduwe Scheller zult je het zoo goed hebben, als een dienstbode het maar kan hebben. Het liefst zou ik bij u thuis blijven, moeder! zei Liesje. Ja kind, dat zou ik ook liever heb ben, antwoordde devrouw, maar dat gaat nu eenmaal niet; je jongero broertjes en zusjes worden grooter cn beginnen al meer en meer te kosten; denk alleen maar aan de schoenen voor ons allen, welk een be drag dat in een jaar beloopt. Je vader cn ik werken wel is waar-nog flink, maar wij kunnen heel best een steun gebruiken, op dat wij ons niet zoo zeer hoeven tc behel pen; daarin moet jij ons bijslaan: bier is voor jou geen werk genoeg, daarom moet je bij anderen wat verdienen. God heeft het nu eenmaal zoo beschikt, en 'fc is zijn KALENDER N.B. Als niet «n.Icis wordt. 'aangegeven diceft iu deze weck iedere H. Mis Gloria geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 23 Oct. Twintigste Zon dag n a Pinksteren. MisOmnia. 2c gebed A Cunelis (om dc voorspraak der Heiligen); 3e naar keuze v. d. priester. C'rcdo. Prefatie v. d. Allerheiligste Dric- cenheid. Kleur: Groen. Ballingen zijn wij in het Babyion dezer wereld. Rampen, kruisen, tegenspoed en wederwaardigheden des levens omringen ons en zijn ons deel (Offertorium). Maat toch: Alles, wat God gedaan heeft, wat Hij ons overzendt, 'fc is rechtvaardig, want wij hebben niet naar Zijne geboden geluisterd. "Wees ons echter barmhartig, Heer (Introï tus). Wij willen onzen goeden wil toonen: ons hart is bereid, o God! (Alleluja-vers). Niet langer dc levensregels dezer wereld tot richtsnoer van onze gedragingen, maar Uwe gebeden, Uwe Wet, Uwe H.H. Wil Moeite zul dat ons kosten, te meer or lat onze dagen boos zijn d.i. vol gevarc-n (Epis tel). Vertrouwvol evenwel durven wij onze oogen opheffen tot U, die al vrat leeft, verzadig met zegen (Graduale) cn door Je zus Christus, onzen Heer en Middelaar, die ook dc ömeekingen van den hofbeambte heeft verhoord (Evangelie) vergiffenis vra- gen van vroegere zonden; den waren har- tevrede, do genade U voortaan getrouw tc dienen; (Gebed en stilgcbcd) steeds ge hoorzaam te zijn aan Uwe geboden (Poet- communo). Dat zal ons waarlijk gelukkig maken, want het ware geluk is alleen te vinden in den getrouwen dienst des Hec- rcn. (Introitus). MAANDAC 24 Oct. Mis v. d. H. Ra phael, AartsengelBcnedioite. Cre do. Kleur: W i t. DINSDAG 25 Oct. Mis v. d. H.H. h y s an tli u s en D a r i a, Martelaren In tr et. 2e gebed A Cunctis; 3c naar keuze v. d. priester. Kleur: Rood. Vele cn velerlei folteringen heeft het heilig echtpaar Chysanthus cn Daria moe ten verduren, omdat zij zoovele licidcrtcn bekeerden tot hel ware geloof. Tenslotte zijn zij lovend onder een hoop stoenen be- gra ven. WOENSDAG 26 Oct. Misv. <1. H.Ev a- ristus, Paus en Martelaar: Statuit. 2e en 3c gebed als gisteren. Kleur: Rood. DONDERDAG 27 Oct, Vigiliedag vóór het feest v. d. H.H. Simon heilige wil, dat jij als dienstmeisje mee helpt ons brood to verdienen. Ik heb het trouwens in mijn jeugd ook gedaan cn steeds mij getroost met hetgeen de Za ligmaker heeft gezegd: „Ik ben niet geko men cm gediend te worden, maar om te dienen." Dat heeft de eerwaarde lieer pastoor mij ook gezegd, moeder, antwoordde Lies- je. Je gaat nu weg, Elizabeth, zoo sprak hij lot mij, blijf zooaJs je nu bent, Jan zal alles goed gaan. Bedenk dat steeds vele Heiligen uit den werkenden stand zijn voortgekomen. Dowereld wel js waar be schouwt den dienstbaren stand als ge ring, dcch christelijk beschouwd is hij zeer eervol cn rijk an verdiensten, cipdat een leven van armoede, geringschatting en gehoorzaamheid meer overeenkomt net het leven van den Goddelijkcn Zaligmaker, en veiliger tot een goeden dood en ten hemel leidt, dan een leven in rijkdom en weelde. Wees daarom tevreden, Elizaboth, wees tevreden met jc stand en de weder waardigheden -daarvan, omdat dc bemel- sche Vader het zoo met je beschikt heeft. Den Allerhoogsten zijn do armen en dienstbaren bijzonder lief. Hij zal al je ar beid aanzien als godsdienst en je eenmaal daarvoor rijkelijk beloonen! Ja, die goede mijnheer pastoor heeft wel gelijk, zei moeder; dienen en onder worpen zijn bewaart voor duizenderlei ge varen. Wees daarom in je werk gewillig, ijverig, ordelijk, verstandig, zindelijk cn stipt, niet alleen "wegens je mevrouw, maar het meest, opdat God, dio toch je hoogste en alomtegenwoordige Meester is welbe hagen in jou zelf en in je werkzaamheden schept. Wees derhalve steeds eerbiedig, vriendelijk cn voorkomend jegens je mccs- teressc, spreek vooral niet tegen; wees nimmer doordrijvend of eigenzinnig, al les ter cere Gods, dan zal je loon in den hemel groot zijn. Maar kind en nu nam het gelaat der moeder een zeer ernstige uitdrukking aan, wacht je voor iedere zware zonde, want dat is het grootste ongeluk, dat jo kan overkomen. O Liesje, beloof mij, kind, dat je braaf wilt blijven, onderda nig aan je meesteres op aarde, gehoor zaam aan je Heer in den hemel! De moeder tradon de tranen in do oogen; Liesje geraakte zeer onder den in druk van deze bezorgde, hartelijke woor den. Ja moeder, ik wil braaf blijven, zcido de dochter ontroerd, ik wil een lrouv\ ijverige, vrome dienstbode worden, ik zal bidden, dat Onze Lieve Heer mij voor do zonde behoede, ik zal mevrouw ccren cn God genoegen verschaffen, dat is toch zoo moeilijk niet! De oprechtheid des harten was in hare onschuldige oogen te lezen. Ja Liesje, zei haar moeder, bid en blijf godsdienstig, je hebt gelijk: liet is niet moeilijk cn toch zoo zeldzaam. Na drie weken kruisten op de post elkaar twee brievon. Mevrouw Scheller cn hare dochter hadden denzclfden morgen ge schreven. Dc brief door de weduwe afge zonden eindigde aldus: ..Mijn nieuw dienstmeisje liect Elizabeth Brouwer, is zeer braaf, gehoorzaam cn gewillig, schijnt neg c-en geheel onbedorven kind te zijn cn verschaft mij veel genoegen." Dc brief van Emma eindigde met do woorden„Uw laatste vermaningen kliti- ke ons nog steeds in dc oorenFrans zoo wel als ik trachten tegenover onze onder geschikten datgene tc doen. wat de cate chismus verlangt: ze liefderijk te behan delen. Tot nu too zijn heide partijen tevre den. Laten wij hopen, dat het zoo blijvc. Moeilijk is het trouwens niet." DER WEEK. en J u d a s, Apostelen. Mis: I n t r c t. Geen Gloria. 2e gebed Concede (ter cero van Maria); 3c voor Kerk cf Paus. Kleur: 1' a a r s. VRIJDAG 28 Oct. Feestdag v. d. II. H. 8 i m o n e li J u d a s, Apostelen. Mis Mi hi au tem. 2e gebed voor den Bis schop (wegens den verjaardag zijner 11. Bisschopswijding). Zie voor dit gebed bij de Mis op den verjaardag v. d. wijding van een Bisschop). Credo. Prefatie v. d. Aposte len. Kleur: Rood. Do heilige Apostel .Simon, met den bij naam „IJveraar", predikte de Leer van Christus in Mesopotamia. Judas, die ecu brief geschreven hooft, welke behoort tol de II. Schrift n.l. dc brief v. d. H. Apostel Judas en die ter onderscheiding van Judas Iscnrioth, den verrader, genoemd wordt: Juda'; Tliaddcüs, doorreisde, het Evange lie predikend, Egypte. Later winnen bei den in Perzië zeer velen voor het geloof in Jezus Christus en sterven daar den martel dood. ZATC R D AG 29 Oct. Mis v. d. All o r li. Maagd Maria op een Zaterdag: Salve. 2o gebed tot den H. Geestöe voor Kerk; (cf alleen 3e) voor den Paus. Prefatie v. d. Allcrli. Maagd (invullen: En U cm dc vcreering). Kleur: Wit. In i!e kerken der E.E. P.P. Franciscanen: Alles als in bovenstaande kalender, be halve: ZONDAG. 2e gebed v. d. Z. Jcsephinn Leroux, Maagd en Martelares; 3e v. h. octaaf van Kerkwijding. MAANDAG. 2e gebd v. li. octaaf van Kerkwijding. Dinsdag. Mis van een dag onder liet oc taaf van Kerkwijding: Tcrribilis. 2e gebed v. d. H.H. Chrysanthus en Daria; 3e Con cede. Credo. Kleur: Wit. WOENSDAG. Mis v. d. Z. Bonavoli- turi van P o t, e n z a. Belijder: O s Justi. 2e gebed v. Kerkwijding 3c v. d. H. Evaristus. Credo. Kleur: Wit. DONDERDAG. Mis van een dag onder hot octaaf van Kerkwij ding: Terribilis. 2e gebed v. d. Vi gilie v. d. H.H. Apostelen Simon en Ju das; 3e Concede. Laatste Evangelie V. cl. Vigilie. Kleur: Wit. ZATERDAG. Octaafdag van Kerk w ij d i n g. MisT c r r i b i 1s. 2o gebed van den Paus. Credo. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. Moeilijk niet, maar toch zeldzaam! zcido de weduwe, terwijl zij den brief ba rer dochter neerlegde. ANECDOTEN. Een lafaard. Het meisje: „Papa gaat daar juist in do biljartzaal. Vraag hot hem thansl'' De aanslaande: „Neen, neen. ik wil liever wachten, totdat hij in de bibliotheek gaat Boeken zijn niet zoo gevaarlijk!'1 Een mooie schoon aan. „Beklaagde", zei do rechter, „gij zijt reeds zevenmaal wegens inbraak, vijfmaal wegens vervalsching en elfmaal wegens afpers.ng aangeklaagd''. „Acb, praat zoo hard niet, mijnheer do rechter, mijn toekomstige schoonvader i:> in do zaal, en het zou mijn vooruitzich ten kunnen schaden". Verkeerd begrepen. „O, "Willem, daar heeft me een bij ge stoken. "Wat moet ik doen?" „Doe er wat zalf op!'' „Maar dat kan ik niet, de bij is wegge vlogen". Geen dankbare. Vader, wijzend op een standbeeld: „Dit was do man, dio in deze stad zoovele scholen heeft gesticht!" Zoon: „Zoo, was dat die vent! Had l.ij maar nooit geleefd!'' Raak! Boer (tol stedeling;: „Jullie inenschcn uit do stad denken dat je knap bent. "Wel, ik wed, dat je nog niet weet waai' deze inelk van komt". Stedeling: „Nou ik denk, dat een ge deelte van de koe komt". Anders bedoeld. Dominé betrapte zijn dienstmeisje hij bel stelen van taart. „Kind'', zoo sprak hij zalvend, „er is een wezen, dat alles ziet en alles weet en waarvoor niets verborgen blijft. Je weet, welk wezen dat is?" „Ja, mijnheer, dat is mevrouw", zei het meisje blozend. Een kleine vergissing. Een toerist uit New Foundland kwam woedend prolcslccrcn hij den directeur van een groot hotel. „Ik voel me diep beleedigd, raasde hij. Toen ik vanmorgen in mijn kamer kwam om tc ontbijten, stond daar slechts een. hak water cn ccn schoteltje met honden- brood!'' De directeur was zeer ontdaan cn belde het dienstmeisje op. „Heb je water en hondcnbroorl neerge zet in kamer 23?, vroeg hij. „Ja zeker, meneer", was hel antwoord. „De ober had me toch gezegd die kamer klaar te maken voor een Now Found- lundcr!" Dc pantoffelheld. „Marie, weet gij, waarheen mijn vrouw met de vacantie gaat?'' „Naar Karlsbad, mijnheer". „Weel gij, of zij mij meeneemt?" Ondeugende vraag. Professor: „Ik zal mijn hoed gebruiken om de planeet Mars voor tc stellen. Heeft iemand nog iels tc vragen, voor ik begin? Student: „Ja, professor: Is 'Mars be woond?" LIED VAN DEZEN TIJD. Ia onzen zeer beschaafden tijd -- Neen, 'k wil er niet mee spotten Zoekt men zijn heil en veiligheid Het meest hij een mascotte. Het meest en vogue blijkt te zijn, Haar moet u eens op letten, Tot hulp en steun een lam konijn Naast zich op wacht te zeiten. Be functie die 't konijn bekleedt Als oppermachtig wezen, Kan men heel trouw, zooals U weet, In sport verslagen lezen. Vooral blijkt Jt Hollandsch elftal t Konijn aan zich te hinden, Dpdal de vijand met den hal Het doel maar niet zal vinden. Miss Frances Grayson had als mascotte vcor haar tocht over den Oceaan bij zich de linkerachter poot van een konijn, dat cp een kerkhof geschoten v/erd te mid dernacht bij nieuwe maan en wel door een neger, die maar één oog had. (Courantenbericht.) En deze dame moest 't konijn Op d' Oceaan geleiden, Opdat er geen gevaar zoti zijn En 't onheil haar zou mijden. Maar deze linkerachterpoot Heeft niet kunnen beletten. Dat zij, uit vreeze voor den dood, Weer koers naar land moest zetten. Want wie oen waagstuk onderneemt. Zweert trouw aan een mascotte Daar dan 't is eigenlijk wel vreemd De zaak pas goed zal vlotten. I Konijntje komt zelfs in de krant, Als 't goed is afgeloopen. Zoo niet. dan zet men hel aan kant En gaat een nieuwe koopen. O, hulde aan liet kuikenheen Van Lindberg en de zijnen! Waar moest het met de wereld heen Zoo zonder die konijnen? Maar wat zou mijn mascotte zijn? Dol kunt u nimmer raden: Wel, ik heb liefst een heel konijn En dan goed gaar gebraden. TROUBADOUR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 15