BRONCHITIS INGEZONDEN MEDEDEEL!! Uw ^7^ E TWEEDE MOEDER. tflEREE ÖLÜD „DE LE1DSCHE COURANT" ZATERDAG 22 OCTOBER Buiten!. Weekoverzicht. Het is tegenwoordig reclame, welke de eld regeert. Zonder reclame vaart nic- uk! wel, is een nieuw spreekwoord ge iden. Do kunst is maar om een pakken- reclame te vinden. De Westminster Ga- ,1e heeft een orgineel idee gehad. Zij jjjeef in haar hlad, dat zij iemand op een paalden dag door de straten yan Londen 5 sturen. Zijn naam.cn zijn signalement irden hekend gemaakt, alsmede de uren, aarop hij zich door de straten zou bege- Wio hem ontdekte, moest letterlijk f'gen: »D bent meneer Lobbie Lud; )k Jak aanspraak op den Westminster Ga- -prijs". De prijs voor deze ontdekking wei de moeite waard en bedroeg niet iuder dan 100 pond sterling. Maar de- die hem ontdekte, moest de Westmin- Gazette van dien dag in zijn zak heb- Duizenden menschen zochten naar fobie Lud en de Westminster Gazette aakte goede zaken. Toen ten slotte Lobbie ui ontdekt werd, moest de krant de pre- io betalen, maar dat bedrag had zij al- ig verdiend. 'Het zaakje was zoo goed geweest, dat de ant aan déze historie nog een verleng- uk plakie, 1 door daarna een zelfde prijs schikbaar te stellen voor de Londensche lines, die mevrouw Lobbie Lud op straat itdekten. Alles natuurlijk onder dezelfde orwaarden. Een aardige en handige reclame was het getwijfeld, maar de heer Lobbie Lud eft verklaard, dat bij zoo'n misdadigers- ivoel over zich kreeg, toen bij door de raten wandelde met het gevoel dat duizen- >n oogen naar hem zochten, dat hij er ze- uwziek van werd! Het is niet altijd pret- weten, dat aller oogen op je gericht DeRomeinsche kwestie. Deze eek waren in de politieke wereld aller igea gericht op het Vaticaan en het Queri- aal te Home Zooals men weet, had het Pauselijk or de Osservatore Romano, dezer da- z.g Romeinsche kwestie weer eens sprake gebracht, naar aanleiding van artikel van Arnaldo Mussolini, den oeder van den duce. Men kent de kwestie 1870 werd aan den Paus de wereldlijke acht ontnomen en sindsdien beschouwen Pausen, die zich bij dit onrecht nimmer •bben neergelegd, zich in staat van vij- idschap tegenover de Italiaansche regee- ug. Vandaar dat de Paus zich als söu- rein vorst niet kan begeven op hst grond- bied van een niet-bevriende mogendheid hij dus een gevangene in het Vati- is. Niettemin is de Paus bereid tot onder- ndelingen tot bijlegging van het conflict in den laatsten tijd schijnen vele tee- Jaen te wijzen op een toenadering. Hcr- aldelijk hebben, wederzijds het Vaticaan liet Quirinaal elkander vriendelijkhe- bewezen. Maar hiermede wordt wel vriendelijke stemming in het leven roepen, maar wordt de kwestie zelf er gemakkelijker om. Yolgens de oude liberale opvatting wil Italiaansche regeering aan den H. Stad een soort juridische onafhankelijkheid I eslaau, maar in geen geval een onafhan- dijk grondgebied. En dat verlangt do lus juist wel, al is het maar een mini- aal grondgebied. Italiaansche regeering stelt zich op standpunt, dat Italië zelf een dergelij- onafbankelijken Pauselijken Staat niet aken kan en inmenging -van vreemde ogendheden kan het evenmin dulden, erhalve moet alles maar blijven zoo het is Toen de „Osservatore Romano" dezer i?en do Romeinsche kwestie weer aan- ieed, was het meest - opzienbarende van E aar verklaringen deze, dat de H. Stoel in meening was, dat Italië best zoo'n 'afhankelijk staatje stichten kon, zonder itde H. Stoel waarborgen van den kant r buitenlandsche mogendheden eischen liet zich aanzien als een belangrijke 'nadering en men nam aan, dat zoowel t artikel van Arnaldo-Mussolini als dat n de „Osservatore Romano" niet zoo aar voor de aardigheid waren geschre- n, maar dat zij een uiting waren van eds vroeger begonnen en gedeeltelijk ftj» gelukte geheime onderhandelingen. Gisteren werd evenwel bekend, dat dit toch niet het geval schijnt te zijn geweest, want in een nota van het officieele blad. der fascistische regoering wordt de Pau selijke minimum-eisch van een onafhan kelijk grondgebied van de hand gewezen. Daar do H. Stoel dezen eisch voorloopig niet laat varen, zijn hiermede de toe naderingspogingen voor den eersten tijd weer van de haan. Sommige kranten waren er dermate overtuigd van, dat dezen keer overeen stemming zou worden bereikt, dat zij reeds de kwestie bespraken, of de Pause lijke Staat nu ook tot deu Volkenbond zou toetreden Men was het er over eens, dat aan de H. Stoel niet alleen een plaats in den Bond moest worden ingeruimd, maar ook een zetel in den Raad. Een eventueele Raadszetel van den H. Stoel zou dan een geheel andere verhouding teweeg brengen in den Raad wegens het internationale overwicht van den H. Stoel. Voorloopig zullen wij ons echter maar niet zetten aan de oplossing van deze pro blemen, want zoover is het nog lang niet. Schoolstrijd. Terwijl wij in Ne derland den schoolstrijd achter den rug hebben behalve in den Leidschen ge meenteraad, waar wij er nog volop in zitten is in Duitschland die strijd in vollen gang. Op het oogenblik is men in den rijksdag bezig met de debatten over een nieuwe schoolwet, welke een einde wil maken aan dien strijd op ongeveer dezelf de wijze'als wij dftf; in Nederland hebben gedaan. Het Duitsche wetsontwerp kent 3 typen van scholen: le. de niet naar de belijdenis gescheiden volksschool, de z.g. gemeen schapsschool, 2o de confessioneele school en 3e de godsdionstloozo school; de we reldlijke of "Weltanschauungsschule. De eerste groep zal volgens de nieuwe wet onderwijzen en opvoeden „op reli gieus-zedelijken grondslag zonder reke ning te houden met de eigenaardigheden der afzonderlijke belijdenissen en wereld beschouwingen". Godsdienstonderwijs is gewoon leervak maar het wordt gegeven gesplitst naar de belijdenissen. De tweede groep is gelijk te stellen met onze Nederlandsqhe „bijzondere school''. In de derde groep zal onderwijs gege ven worden „op algemeen zedelijken grondslag''. Hier wordt geen godsdienst onderwijs gegeven. Het nieuwe in bet wetsontwerp zit in de mogelijkheid om bestaande scholen van de le of 3e soort om te zetten in confes sioneele scholen, of nieuwe confessioneele scholen op te richten, als een zekere groep ouders dat verzoekt. Er is natuurlijk veel oppositio tegen dit wetsontwerp, dat spreekt vanzelf en de meeningen, zijn dermate verdeeld, dat het vooralsnog zeer twijfelachtig is hoe de kansen van het wetsontwerp in den rijks dag zijn. Een jubileum. Binnenkort viert de Sovjetregeering haar 10-jarig bestaan. Reeds 10 jaar is bet geleden, dat de Rus sische revolutie het oude Tsaren-regiem omverwierp en een geheel nieuwe staats orde in het leven riep, gebaseerd op nieu we economische en philosophische prin cipes. Gemakkelijk ging dat niet, en wij allen herinneren ons nog zeer goed de gruweldaden, met behulp waarvan de nieuwe regiem lang zou duren. Desalniet- den. Toenmaals geloofde niemand, dat het nieuwe regiem alng zou duren Desalniet temin bestaan de bolsji's reeds 10 jaar en zij maken zich op om dat feit luisterrijk te vieren. Jammer genoeg is er van hun plan om bij gelegenheid van dit feest aan de buitenwereld hun glorieuze eenheid te demonstreeren, weinig terecht gekomen, daqr zij de oneenigheid in den boezem van hun partij niet hebben kunnen verbergen. Het zou interessant ziju eens na te gaan, welke do resultaten zijn, welke in die 10 jaar zijn behaald onder het bolsjewistische regiem. Weinig goeds valt er van te ver melden, in ieder geval is er na 10 jaar niet te constateeren, dat de toestand der be volking er beter op is geworden dan onder het bewind van „vadertje" Tsaar. Even interessant zou het zijn om eens na te gaan, hoever het Sovjetbewind in al die jaren is afgeweken van zijn oorspron kelijke principes. Dat is het juist, wat Trotski en Zinowjeff aan de tegenwoordige dictators verwijten. In ieder geval zal het volk grandioos feest moeten vieren en het zal bij zich zelf denken: nu ja, of je nu van de kat of van den kater wordt ge beten STADSNIEUWS BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. xxn. In memoriam Pastoor Crombag. Daar wordt een doode uitgedragen. Eu welk een doode! Zullen wij, die langs den weg den droeven stoet gadeslaan, naar waarde kunnen vertolken de gevoelens, welke hen bezielen, die met ons een laat ste blik komen slaan op hem, die ten uit tocht gaat naar den Alvernasche rust plaats, waar hij, bij zijn broederen verza meld, den laatsten dag gaat wachten. Is onze pen in staat om al de gevoelens, die omgaan in de harten van hen, die den lijkstoet nastaren, lo puren uit den blik in het oog, dat een stille traan voelt op wellen. Immers, daar gaat van hen weg een man, een priester Gods, die in de harten van zoovelen zich een eereplaats wist te veroveren; die in het zoo breede gebaar van zijn goed en warmkloppend hart, zoovelen is geweest een vader, eon steun, een troost, in den meest uitgebrei- den zin des woords. En zij, die met ons daar staan, hebben op zoo velerlei wijze in zich voelen spreken dat warme gevoel van dank lot God, die ons zulk een pries ter als leidsman gaf. Den armen was hij een vader, die, in de mildheid van zijn hand, in de liefde waarvan zijn hart over vloeide, met woord en daad steunde, op beurde en wees op de groote verdiensten, welke in de onderwerping aan den wil van God, die hen in hun staat plaatste, voor den Hemel waren to verzamelen. En wie weet hoeveel zon hij \vist te doen schijnen in de schamele stulp van den minder be deelde! Wat Pastoor Crombag was als geeste lijke raadsman, blijft besloten binnen de wanden van den biechtstoel, doch menig een kwam met verlicht en getroost gemoed in den dagelijkschen sfeer terug, gesterkt door den medicijn hun door den priester lijken heelmeester verschaft. Wat al ge voelens van innigen dank lezen wij uit den hlik van hen, die in de moeielijkheid des levens, den werkdadigen steun van zoo geliefden priester ondervonden. Tra nen wist bij te drogen, ondergang te voor komen, nieuwen moed en vertrouwen in dc toekomst in te storten. En er zijn er velen, die aan zijn bemoedigend woord, aan zijn onbegrensde hulpvaardigheid, een belang rijk deel van bun staan blijven in de maatschappij te danken hebben. Inderdaad heeft deze priester ingelost het woord, bij zijn komen in de<ze stad gesproken: „wie mijn hulp noodig heeft, lrij kome, ik zal allen helpen, zooveel in mijn vermo gen is-"' Hoe had Pastoor Crombag lief de luis ter van Gods Huis. Wat allerljand midde len wist hij te benutten om den godsdicn- stigen geest aan te wakkeren onder zijn parochianen en het is hem steeds een le vensdoel geweest een echt godsdienstigen sfeer te scheppen, waarin men te gast kon gaan aan al hetgeen onze godsdienst aan zielevreugde biedt. Zijn kanselwoord was niet van oratorischen bouw, was niet gekluisterd in het kuras van een fraaien vorm; doch het vermocht te spreken tot het hart en uit elk woord, uit eiken zin sprak de liefde tot het heil der zielen, aan zijn zorgen toevertrouwd. Hoe wist hij bijzondere devotiën in het leven te roepen en aan te moedigen. Wat was de jeugd hem lief en hoe was hij er steeds op uit haar geestelijke en verstandelijke verzorging te bevorderen. Had hij in dit opzicht weer iets bereikt, dan was zijn hart kinderlijk blij en zijn dankbaarheid groot. Werken was zijn lust, zijn hoogste ideaal en warme belangstelling toonde hij steeds voor alles wat om hem heen gebeur de en op eenigerlei wijze den bloei van het roomsche leven in Leiden kon bevorde ren. Eenvoudig ging hij door het leven, voor zich zelf niets vragend, doch van blijheid opgetogen als het anderen wel ging. Doch boven alles leefde in hem den echten franciscaanschen geest, die in rij ken bloei, in dat goede priesterhart, als grootste en verhevenste sieraad, stond te pralen en do kracht voortbracht die dat priesterlijk leven heeft gemaakt tot een zegon voor allen, die met hem in aanraking kwamen. En nu zien wij dezen priester van ons wegvoeren; wordt hij van ons losgerukt en aan den schoot der aarde toevertrouwd. Is nu alles tusschen ons uit; is met het losknoopen van den hand, die ons bond, ook do gedachte aan dezen priester in ons verstorven? Wo kunnen met weemoed in het hart den lijkstoet nastaren; wo kunnen voelen wat van ons heengaat, doch wo mogen nooit vergeten dat er een krachtig middel is om onze dankbaarheid en ver eering te uiten. En dan bedoelen wij het gebed als een levend bewijs van onzen ern- stigen wil, den verscheiden priester den cijns van onzen plicht te brengen. En als deze vrome ziel in de plaats van zuivering nog heeft uit le boeten en het „miseremini mei, saltum vos amici mei" in onze harten naklinkt, moge dan do veelheid en de vu righeid van onze gebeden opstijgen en het uur verhaasten, waarop do ziel van onzen goeden Herder opstijgt naai- de eeuwige heelzalen, waar zij door alle eeuwen do vreugde van Gods glorievol aanschijn ge niet. Ga dan uit, mijn dierbre Priester, Naar Alverna's rustplaats heen, Wij, die blijven, wij gedenken U in dankbaarheid, gebeên. Wat de tijd ook moog' vervagen Hoe herinnering ons ontschiet, Dierbre Doode, Gij blijft leven: In ons sterft Uw beeltnis niet! Wandelaar. Zorg ervoor, dat Uw aandoening der luchtpijpen (bronches), die Ge kunt herkennen aan een piepende, pijnlijke ademhaling cn een diepen, blaffcndea en pijnlijken hoest, niet slepend wordt. Vergeet nooit, hoe dicht de bronchitis de óntstcklngskiemen bij de teere longen brengt. Wapen Uw slijmvliezen tegen de aanvallen der bacteriën door ze te versterken met de uit het sap van versche geneeskrachtige krulden berei de Akkers Abdijsiroop. Deze helpt U het vastzittende slijm oplossen en ver lost U van een pijnlijken hoest, die Uw luchtwegen zou vernielen als ge niet tijdig Uw toevlucht nam tot de geneeskrachtige en toch onschadelijke AKKER'5 Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.50 SPORT R K. FEDERATIE. Overzicht. We hebben Maandag j.l reeds dc on verwachte nederlagen vermeld van Lisse en Leiden. Echter is ook G. D. A. minder fortuinlijk geweest, wijl in Beverwijk van de club van dien naam werd verloren Zoo komt dc spanning er wat in cn met belangstelling gaan we alwoor con nieu wen Zondag tegemoet We weten nu werkelijk niet meer wat wo voorscpeücn moeten. H. B. G. stelde Zon dag j.l. op eigen veld teleur tegen Graaf Willem. Zal de Heemsteedscho club het morgen beter doen tegen Lisse? 't Is een open vraag. G. D. A. zal zich tegenover Graaf Wil lem wel weten te handhaven en 't zou ons niet verwonderen als Beverwijk in Schiedam ook zou struikelen. Voor de tweede klasse H. krijgen de Lei- denaars opnieuw een thuiswedstrijd, thans tegen de Duiven uit Rotterdam. Allereerst één weusch! Moge de belang-» stelling van katholiek Leiden toch einde lijk eens wat grooter worden! 't Is nog be droevend zoo weinig meeleven er getoond wordt met do verrichtingen onzer eenigo Leidscho Federatie-club. Laten we heden- ken, dat do spelers wat aanmoediging noodig hebben om tot een overwinning te komen! De rood-zwarten zullen zich ongetwij feld den wedstrijd tegen de Rotterdamscho Duiven van het vorig seizoen nog wel her inneren. 't Word een 51 nederlaag op 23 Januari van dit jaar. Laat het nu an ders zijn, temeer omdat wij stellig ver wachten, dat rood-zwart zich van de ne derlaag, j.l. Zondag tegen Edoh geleden, zal herstellen. In Gouda wordt verder nog gespeeld DONKEdoh. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Eerste klasse A. Ophoven: O.V.G.Kimbria. Weert: WilhelminaR.-K O.N.S. Overgangsklasse G. Loosduinen: G.D.A.Graaf Willem. Schiedam: ExcelsiorBeverwijk. Heemstede: II B.C.Lisse (2.30 uur). Tweede klasse H. Leiden: LeidenDuiven. Gouda: DONK-Edoh. DIOG. HAARL BOND. Overzicht. Voor zoover het clubnieuws der vereeni- gingen geen bijzonderheden over de wed strijden van morgen geeft, wil'en we een kort overzichtje der te spelen wedstrij den laten volgen. (Wij maken er attent op, dat vereenigingssecretaris3en clubnieuws Donderdagmiddag moeten posten om ver zekerd te zijn van plaatsing. Wanneer ons overzicht al geschreven is heeft het geen zin om onder de clubberichten nogmaa's beschouwingen over wedstrijden te geven). B'auw Zwart komt door haar promotio gedurende de eerste helft van het seizoen tegen volkomen onbekende tegenstanders. Voorspellingen zijn dan ook uiteraard moeilijk, maar toch geven we do Wassc- naarsche club morgen wel een kansje tegen Geler, wanneer er gespeeld wordt a's to gen S.J.C. Voor de tweede klasse D. krijgen de Lisse-reserven de dito's van D.II.L. uit Delft op bezoek. Dat kan een overwinning voor do thuisclub opleveren. Het derde elftal van Lisse moet naar Geel Wit IT in Haarlem In de derde klasse E slaan belangrijk© wedstrijden op het programma. V.V.L. ont vangt n.l. Toijlingen II, OVV de club uit Roelofarendsveen en S.J.C TI de reserves van Edoh. Afgaando op wat do morgen bezoekende vereenigingen reeds hebben ge presteerd, gelooven we, dat do thuisclubs een zwaren dag hebben In Stompwijk wordt ten s'otte nog ge speeld S.N.A. IIV.V.L. IT e.n in Was senaar Blauw Zwart ITRT.A. II. Wedstrijdproitramma voor n.s. Zondag. Eerste klasse B. Haarlem: R.K.V.Z IT.Y.B.B. II. Santpoort: Santpoort I—Geol Wit I. Ilillegom: Concordia IIndia T Beverwijk: D EM.Beverwijk II EorsVe kib sse f' Sassenheim: Teijlingen IExcelsior II. Rotterdam: Coler IBI. Zwart I. Den Haag: S.D.C. ISpartaan I. Tweede klasse D. Voorburg: Wilhelmina IG.D.A. II Lisse: Lisse IID.H.L. II Den Haag: R.I.A. IWestlandia I. FEÜJSLLETQÊÖ. het Fransch, v. H. GREVILLE Het werd Yve-liiia zonderling te moede; fas of haar hart trilde als de vleugels i 'a een vogeltje, da.t men in de hand om- i 'ten houdt. Een geweldige gewaarwor- j>S overmeesterde haar plotseling en 't i eeen haar alsof zij geen vasten grond 'er onder haar voeten liad doch eerder 11 onbekende zee, die baar gedeeltelijk ^olg en meevoerde op haar deining. t Is mogelijk zei ze bij zioh zelf, zou aan vau hem houden? «j verbleekte opeens en Bertha maakte [n ongerust. - Voelt u zich niet wel? vroeg zij. peorge was opgestaan en kwam nader- Neen. neen, antwoordde Yvelina 't Is niets,ik zal eens gaan 'Jf of# grootmoeder zij was verdwenen vóór dat mén haar l(i kunnen weerhouden. "7 Wat is er met haar vroeg mevrouw de Usances ontsteld. T goeder, zei George, hoor eens hier, ^ob u iets te zeggen Hij trok haar ter zijde. - Spreek haar niet meer over mij loudfc veel van mij én vindt mij natuur- I* uiteressant maar 'Ju moeder luisterde zender hem te bc- titt. Ja ziet u, hernam George moeizaam, 't is onvoorzichtig wat u daar doetwij zijn bijna onbekenden in deze familie en wij lijken wel heel wat Wiat bedoel je m'n jongen, zei de moe der, die niets begreep van hetgeen haar zoon wilde zeggen. Zij is rijk, antwoordde de ongelukkige jongen die het niet van ziöli verkrijgen kon den verrukkelijken naam uit te spreken zij is zeer rijk, en wij slechts armen men mag niet veronderstellendat ik uit berekening Och m'n aim kind, hernam de moeder terwijl zij zijn handen in de bare nam, jehebt liaar lief? Hij trok zijn handen terug en verliet de galerij waar zij zich bevonden. Toen hij terug kwam was dab om zijn moeder te waarschuwen dat het rijtuig klaar stond. Mevrouw de Présances en haar dochter stampten in en do dokter nam de teugels op. Op het oogenblik dat men wegreed, keek Yvelina uit een venster. Dat was het raam van haar vroegere kinderkamer waar zij zioh eens aan haar vader vertoonde stra lend van de glanzen der ondergaande zon. Zoo was zij toen verschenen aan haar ver trekkend en vader, zoo verscheen zij thans met niet minder bekoorlijkheid voor hem die haar liefhad. Zij had zich teruggetrokken in deze ka mer waar zij verscheidene jaren van haar jeugd had doorgebracht cn die nu verlaten lag en vergeten. In het tumult vau liaar ziel had zij instinctmatig een schuilplaats gezocht te midden der getuigen van een leven 't welk slechts vrede en vreugde ademde. Het wielengeratel had haar naar 't venster gelokt, 't welk zij opende met een vage vrees. Het raam dat geruimen tijd dicht geble ven was kraakte een weinig, zoodat George, zijn moeder en zuster naar boven keken. Een lichte blos verhoogde nog de tint waarmee de zon haar kleurde. Vertrekt u nu al? vroeg zij met een 8 tem die een vreemde welluidendheid had. De avond was zoo vredig en stil dat haar woorden als kristallen parels op do aangesprokenen vielen. 't Begint tijd te worden, antwoordde Bertha, nadat ze bemerkte dat haar moe dor en broer bleven zwijgen. Tot Donderdag dus, niet waar? Alle drieI George keek liaar nog een laatste maal aan om haar lieflijk beeld in zioh op te nemen, dan groette hij en klapte even met de zweep om de hit aan to zotten. Wat een armelijk paard en rijtuig, oen eclite koets voor een dorps-dokter. Moest dat beeld zich nu in Yvelina's gedachten af drukken? Moest zij hem zóó voor de laat ste maal zien? Nog een laatste groet en het rijtuig, na gestaard door Yvelina, verdween uit het gezicht. Het meisje zag echter niets van de armoede waarover George zich bijna schaamde. Haar scheen het rijtuig, waar van 't vernis het zonlicht weerkaatste, schooner dan de wagen van Apollo! Indien George dat geweten had! Maar hij wist het niet en zijn vernederde hoog moed leed cn maakte hem zwijgzaam ge durende den gansohen tocht. HOOFDSTUK XVIII. Het dïner en don verderen avond sohe- nen eindeloos; eenige gasten waren ver trokken. anderen gebleven en dat stoort de harmonie van een gezellig samen-zijn. Iedereen verveelde zich dezen avond op het landgoed la Rouveraye, behalve Yve lina die de zon in haar hart en oogen scheen te dragen. De laatste vrienden ver trokken voeger dan gewoonlijk en toen het meisje haar grootmoeder goeden avond kwam wenschen, zooals zij dat gewoon was, maakte mevrouw de la Rouverayo een gebaar dat haar weerhield. De oude dame was van plan geweest haar onmiddellijk over het bermmde huwelijk te sproken, maar de vermoeidheid deed haar op 't laatste oogenblik van inzicht veranderen. Zij stelde het onderhoud dus tot den vol genden dag uit en nam afscheid van haar kleindochter. Nooit had Yvelina zoozeer behoefte ge had aan eenzaamheid; vanaf het oogenblik dat het doktersrijtuig verdwenen was, voelde zij het ongeduld haar als een sid dering bevangen, 't Liefst had zij alle ban den die haar nog beneden hielden met een ruk willen verbreken: aan hot diner kwam geen einde; het gepraat der gasten dat zij gewoonlijk heel goed verdroeg en zelfs met gullen lach kon beantwoorden, scheen haar thans leeg, levenloos cn walgelijk. Toen zij eindelijk op haar lca-mer alleen was dat heerlijke nestje van haar blijde jeugd keek zij met een soort verrukking orn zich heen- Alles geleek liaar dezen avond grooter, schooner en lieflijker; waren de muren misschien, verschoven het plafond opge trokken en zelfs geheel ver jwenen, zoodat een sterrenhemel zich boven baar hoofd kwam spannen? Er gloeide en broeide, er leefde en beefde iets in haar hart, in haar ziel O, dacht zij, wat ben ik nu gelukkig, ja ik voel mij rijk bemind to worden.... Doch plots sloeg haar vreugde neer: oen. enkel woord kwam haar aan dien zooien droom ontrukken enin de wreodc werko- lijkheid dompelen: rijkzij was rijk, dat was de moeilijkheid; een j an als George de Présances zou zoo'n erfgename niet liefhebbenhij, de stoere werker, moest rijkdom wel verachten! Maar zij dan. Yvelina, zou hij haar ook verachten? En zij kleurde, ofschoon zij geheel al leen was in haar gesloten kamer; neen, neen, hij verachtte, hij minachtte haar niet! Daar was zij zeker van! Heb overige zou wel terecht komen. Men kan immers alles regelen? En waren moed en geest drift van een achttienjarig mcnsch waar lijk onoverkomelijke hindernissen? Zij sliep in met do handen over de borst geslagen als om de zoete gevoelens van haar hart te weerhouden, al3 oen gelukkig kind. De volgende dag was een Vrijdag. Daar dacht mevrouw de la llouverayc eerst aau toen zij ontwaakte, hetgeen haar een groo te teleurstelling was, want één harer ge woonten, een harer principes scheef voor, niets bijzonders to ondernemen op een Vrijdag. Het voorgenomen onderhoud mot Yvelina werd dus tot Zaterdag verdaagd. Maar Karei moest dien dag in den na middag aankomen, zoodat haar slechts don voormiddag overbleef voor do beslissen^ den stap. (Wordt yervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 11