WEEKREVUE.
HET IS AF.
Jonge menschen kunnen soms raar doen
rare dingen doen ze altijd in een pe
tje, dat zij meer last hebben van hun
rl dan van hun verstand,
laarom trouwen de meeste menschen
nschen ook altijd als zij nog jong zijn
wie op gevorderden leeftijd trouwt,
I, dan ook gerust ds moed wel opgeven,
k ben ook jong geweest, dus ik kan
ran mee praten en U misschien ook
laarvoor behoeft U zich niet te scha-
Heelemaal niet! Er zijn nóg heele
i van die idioten. Dat hindert heusch
ts, en ik ben blij, dat ik daarover kan
praten Wantgisteren kwam mijn
thuis; zij kwam niet gewoon thuis
t! bestudeerd elegante houding en geba-
l neen, op een ganzendraf, zoo on-
Ithetisck mogelijk. Dan is er iets bijzon-
gebeurd, dat moét ze mij dan vertel-
I, zoo gauw mogelijk; dat kan ze niet
louden.
Indien zulk een schokkend feit wat te
g in haar binnenste zou opegsloten blij-
I, dan zouden er beslist ongelukken ge-
pus dan waggelt ze als een gans naar
dan ben ik het stootblok, het
flielscherm, of hoe U mij in die functie
maar gelieft te betitelen,
wist dus al dat er iets bijzonders
de hand was en ik trok dus ter oefe-
jg mijn meest van nieuwsgierigheid en
(jjazing getuigend gelaat. (Dat moet ik
wel, anders heb ik do eerste dagen
leven)
[Zeg, man, heb je dat al gehoord",
viel ze mij zonder tijd te hebben zich
mantel en hoed te ontdoen,
jflee" zei ik direct, belangstellend, hoe-
onlogisch, want ik wist nog niet eens
ik gehoord zou moeten hebben,
(let was dus best mogelijk, dat ik het
had gehoord, maar dat ik het momen-
niet als parate kennis bij de hand had
ft het schokkende feit reeds vredig
erde in mijn onder-bewustzijn.
,r zoo iets merkt een vrouw, en voor-
jen die wat geagiteerd is, nimmer op.
[Sou zeg, met Mia Mallemolen, je
wel, van die grossier in suikerbeest
en wat is het daarmee?" vroeg ik.
af", stootte ze uit met het laat-
beetje adem, dat zij nog over had.
's zij goed af?" vroeg ik.
Jon, en of, d'r is niks meer aan te
i. want die jnogen heeft ergens ver
een betrekking gekregen en heeft haar
de steek gelaten".
See, ik bedoel dat zij g o e d af is",
ik.
Sou. noem jij dat maar goed af als je
jaar met een jongen verloofd bent ge
en ze zetten je dan op de keien."
ligenaardig, dacht ik, bij zulke gelegen
en denken zij altijd alleen aan het
pie, over den jongen wordt geen oogen-
geprakkizeerd, die moet zichzelf maar
len, maar ik zei dat natuurlijk niet, ik
alleen: „Zes jaar verloofd geweest, zes
p Nou dan zal ze bekaf zijn, bedoel
want zes jaar lang zoo'n vermoeiend
pi.... vertel me maar niks
paar m'n ega snauwde mij toe: „Ze is
af, ze is niet bek af, ze is d'r
|emaal af en nou is ze slecht af en hij
m slemiel, eeneenen ik zeg
p dat het i n gemeen is, dan had hij er
p aan moeten beginnen en Mia Malle
molen zoo lang op sleeptouw houden, dat
is gemeen, echt gemeen, intens gemeen."
Dat laatste moest ik natuurlijk toegeven,
hij had er nooit aan moeten beginnen, dan
was hij het verstandigst geweest, maar
ook een uitzondering, want jonge menschen
doen immers altijd raar.
Nu stond hij voor een dilemma.
Het was een moeilijke zaak, het is al
tijd een moeilijke zaak geweest, en dat zal
het wel altijd blijven ook, zoolang de man
kiest en de vrouw gekozen woTdt. Zou
den we de rollen niet eens omkeeren.
Ik ben tóch al getrouwd!
DE SPELER.
dooi W i m Snitker.
De tooneelspeler had zijn leven lang ge
speeld. Hij was koning geweest met een
gepoeierde pruik en dienstknecht in een
gestreepte huisjas; hij kon een held we
zen met een zwaar en nobel geluid en oen
lafaard met schuwe oogen; hij was een
vijand geweest met een blikken sabel en
'n vriend met uitgespreide armen; Griek
en Egyptenaar kon hij zijn in lange, witte
jurken en prins en kobold en satyr en dui
vel onder bonte kleuren en. iu een ge
droomd rijk. Dikwijls was hij vader ge
weest en nog vaker minnaar en bruidegom
en al zijn rollen had hij goed ge
speeld Met groole liefde ging hij dan ook
dag aan dag rond in een telkens nieuwe
wereld van een vreemd volk, van een ver
ren tijd, van een uitgedachte verwikke
ling, maar vooral van een uit te spelen
menschenziel.
Met de jaren verwierf de ijverige schouw
speler evenwel de overtuiging, dat géén rol
hem meer vreemd zat; maar daaruit groei
de het verlangen naar een opdracht, waar
mee hij te vechten zou krijgen en waaraan
hij pas na veel moeizaam peinzen, en wik
ken en wegen, probeeren en verwerpen,
zoeken en eindelijk vinden en tenslolte met
vreugde en trots zou kunnen voldoen. Dit
verlangen is zeer natuurlijk en zelfs nood
zakelijk; en dit laatste geenszins voor den
speler; daar verliezen cr veel to veel de
strijdzucht tegen het ambacht en den dagc-
lijkS'chen arbeid: die allen zijn ontevreden
met het werk en zij zijn het, die den Zon
dag niet genieten omdat zij den Maandag
haten tot den Zaterdag.
Maar: de speler kreeg zijn wensch niet
spoedig vervuld; dit kwam, omdat dat ver
langen verder doel trof dan het insfudeeren
van welke zonderlinge, zware of eigenaar
dige rol ook. Daarvan was hij zich echter
zelf niet zóó van bewust; alleen voelde hij
langen tijd een onbehagelijk gevoel van on
bevredigd te zijn; dat is erger dan een
tamme hoofdpijn; erger dan het zeuren van
een kind; erger dan een loome moeheid.
Op zekeren dag kwam evenwel de ver
vulling: de tooneelspeler schrok van zijn
plaats en van zijn eigen spel op de plau-
ken.
Er was een stuk ingestudeerd langzaam
en moeilijk, een sterk spel, waarvan de rol-
verdeeling, opvattingen en uitbeelding veel
tijd en overweging en discussie gevorderd
hadden, wat per slot van rekening n et ge
woon was. De bekoorlijkheid van het nieuwe
inspelen en het op de repetities op eens
geopenbaard nieuwe contact met de mede-
en tegenspelers, de beloovering van een
nieuwe première, ook dat alles was eigen
lijk niet nieuw voor 'n ervaren en oud spe
ler. En dat de schouwspeler van 'dit ver
telsel sterven moest in het laatste tooneel
van het laatste bedrijf, ook dat was gewóón
Hoe vaak was hij niet na do pauze van het
tooneel verdwenen, omdat hij dood was, en
gesneuveld in een duel met ldetterendc de
gens, of doodgestoken met een blinkend ra
pier; honderd maal was hij stervend langs
het voetlicht gestrompeld om achter de cou
lissen den laatsten adem uit te blazen; en
evenveel keeren was hij door vier mannen
in een kleuïig wambuis en kousebroek stijf
en roerloos weggedragen en de gespannen
stilte van de zaal uit: dood.
Nu moest hij ook sterven, weer sterven
in de laatste akte.
Toen kwam de premiere; en het spel
werd gespeeld voor de allereerste keer. En
de bedrijven door kwam do speler op en
ging hij af, levend en fel en met sterke
belangstelling in de handeling zijner mede
spelenden. Op een oogenblik dat hij ver-
LIED VAN DEZEN TIJD.
DE AANHOUDSTER WINT.
K zij heeft het klaargezwommen
Lukte haar de achtste maal
[ui'lijk zwemmend te bereiken
|Overzijde van 't Kanaal,
jjvea keeren was 't mislukt reeds
baar groote ergernis,
pen malen kon men zeggen:
®e Miss Glcitze, 't is weer mis.
jear ze ging 't no-1, eens probeeren
startte nog een keer,
t zag riep vol verbazing:
p. daar glijdt ze nou al wéér.
toen heeft zij volgehouden
'P'g, koste wat het kost
de schattige typiste
trouw op haar natte post.
|juen uur heeft zij gezwommen
Pen
uur een heele poos
zij dan ook arriveerde
33 zij juist bewusteloos.
Rv°or d'eerste maal gebeurde
'Ooa stonden w'allen paf,
Het Londensche typistetje Mis Merce
des Gleitze s!aagde er in na zeven ver-
geefsche pogingen gedaan te hebben, het
Kanaal over te zwemmen. (Courantenbe
richt).
Maar van dat Kanaalgezwem is
Nu de aardigheid toch af.
Want nadat die juffrouw Gleitze
Door het water is gegaan,
Heeft een aardig dokteresje
Het haar alweer nagedaan.
En weer een paar dagen later
Zwom Miss Gill zoo'n zwemrecord,
't Ligt misschien in do bedoeling,
Dat 't een vaste route wordt.
Als er nog eens een wil zwemmen
Van ons land naar Engeland
En je leest dan na 'n paar dagen
's Avonds eensklaps in de krant:
Deze zwemmer was van plan om
Over het Kanaal te gaan,
Maar per ong'luk zwom hij echter
Dwars over den Oceaan,
Dan pas gaat je hart weer kloppen
En do sportgeschiedenis
Zal dan pas met recht getuigen,
Dat.... de mensch mesjokke is.
TROUBADOUR.
borgen tusschen de coulissen aandachtig i
luisterde naar hetgeen zijn trawanten en
zijn haters over hem zeggen moesten, trof
net hem, hoe hij geen moment in het
lange spel eenzaam was; hij ging af om
iemand te zoeken of te spreken, en bij het
straffe beleven van zijn taak was de desil
lusie waarmee hij achter de coulissen maar
het geraamte van de regie, karton en losse
verf en 'n slaafs-werkende tooncelknecht
met een verveelde brandweerman lag, was
deze desillusie haast niet pijnlijk meer; hij
kwam weer op en speelde verder en sprak
en handelde, alsof het duister van de zaal
droom en onwerkelijkheid, en do ruimte
binnen het schijnwerpen van het valsche,
bijtende licht wereld en waarheid was. Met
deze vluchtige gedachte trad hij op om zich
tc mengen in het gesprek, dat voor het
voetlicht was uilgezegd, zooals de schrijver
het voor het publiek gewild bad. En de
handelingen volgden elkander op, de be
drijven werden afgesloten; de pauze werd
uit-gescheld; en de speler zou gaan ster
ven.
Het laatste bedrijf van hem ving aan
tusschen veel^ volk, tusschen zijn vrienden
en tusschen zijn vijanden, tusschen hen, die
hem het heele spel door zeer nabij waren,
en tusschen onverschillige, zwijgende figiv-
ranlen, maar van allen kende hij hun be
doeling, en had hij de hartstochten getold,
en daarmee speelde hij en daartegen
werkte hij tot zijn laatste uur. De schrijver
van het spel had echter voor het publiek
en voor den speler gewild, dat al die men
schen, die~tooneelspelers beurt om beurt
de planken zouden verlaten; het gerucht en
de woorden verminderen, daar moest in
de laatste vijf minuten geen klank meer
gehoord. Alleen moest do speler langzaam
en stil sterven De aïideren hadden alle
maal hun kleedkamers gezocht, enkel de
knecht stond klaar om juist op het goede
oogenblik het scherm te doen zakken.
Toen schoot het den speler door de kop,
dat hij zóó nog nooit gestorven was, zóó
eenzaam, zóó verlaten. Dit sterven leek
hem plotseling moeilijk. Daar was de dood
door een degenstoot of een revolverschot
spel Dijdan glimlachte hij spottend achter
do schwmk: dan hoonlachto hij om de
dwaze spanning van de zaal. Nu stierf hij
anders, en goed, alsof liet ernst was. Vijf
minuten lang moest hij eenzaam en stil
zich zelf doen sterven.
Het publiek evenwel voelde, dat dit het
laatste was; en omdat er. geen schot viel,
omdat er geen tweegevecht te zien was,
nok het vast zijn handschoenen aan en
ritselde het haar mantels aan. Dat hoorde
de speler; het wijde, starende oogen poog
de hij het duister in te zien; hij vergat te
sterven. tot dat het gordijn toeruisciite
en hij weer levend, danken en buigen moest
voor den klaterenden bijval.
Hot stak hem echer als een fout, en
een ernstig gebrek aan speelkunst, dat hij
zoo verkeerd gestorven was. Met deze op
bracht wist hij zich voor do nieuwe taak
geplaatst, die hij zich gewenscht had.
En al zijn krachten spande hij in al
zun dagen besteedde hij aan de uitvocr'im
van zijn stijven wil om goéd, vijf minuten
ff'0,;1™ Maar twintig, (lenig „„al
taaide hij, telkens vernam hij spijtig het af
keurend gerucht in do zaal. Hij wilde dan
rechtstaan en zich in volle lengte verheffen
en met een harde smak dood neerploffen
om ermee een benauwende schrik door il
wereld lo jagen; alsof hel geen spel vns
Maar dat mocht niet; stil en roerloos op
zijn stoel moest hij inslapen en bewust
stenen. ]Iu hunkerde ernaar om struts na
altoop zijn moordenaar de hand le drul
omdat Zij samen zó best gespeeld huilden
maar niemand nu had hein geraakt; hij
stierf alleen en uit zich zelf
Hoe vaker de speler gefaald had hoe
angstiger hij huiveren ging voor de laaisie
oogenblikken van dit spel; hij begon zijn
onmacht m te zien, en den auteur lo llalnn
en de tooneelisten, die hem verlaten mo -
ten en hij vergaf het de menschen, die in
zagen, dat hot maar spel was deze keer
ienslollo verzocht hij gemeend den direc
teur van deze rol te mogen afzien
Maar deze lachlo don speler vriendschap-
Hk "Ee"m ie Itnug le worden voor
net laatste uurtje, oude!' spotte die
«Nee, nee", jokte de ander, maar zóó
iets is mot te spelen, zie je; met zelf 'n ko
gel door do kop jagen, dal is kinderwerk,
begrijp je, en jo zelf offeren en jo in de
bajonetten dringen, achter de coulissen dat
gaat bost, en tusschen do menschen plci-
zieng te overlijden om op een baar gelegd
Jm,10ri?ien' i?' 's om er naar 10 verlangen;
om echter alleen voor het publiek lo gaan
Zitten, en dood te gaan, vijl minuten lang,
dat is geen spel meer, en dal is liet eeni
wat de menschen ditmaal spel vinden Je
eigen geboorte kan je met de beste wil ook
op de planken niet naspelen; en m'n eigen
sterfuur kan ik niet vóórspelen".
„Nou, nou, mompelde de directeur, „je
bent. sinister, maar het stuk trekt bost;
dus je hout t wel 'n poos nog uit, hé?"
Do speler af; hij dacht maar na over
zijn geboorte en zn sterven, totdat hij
GGn doodgewone schermutse
ling het leven liet. D0 Tjjd
KALENDER DER WEEK.
ANECDOTEN.
Een vijfvoudig auto-ongeluk.
Een zoontje van Ford liep overland,
struikelde over" een citroen en kwam
met zijn buik terecht op een spijker.
Te familiair!
De burgemeester van oen klein plaatsje
kwam eens in de hoofdstad. Daar ont
moette hij een vreemdeling, die hem vroeg:
„Och goede man, hoe heet deze straat?"
Verontwaardigd antwoordde de burge
meester: „Ik ben geen „goede man", ik
ben de burgemeester van Blufmolcn."
Toch va'sch.
Vrouw: „Man help! kleine Izak stikt, hij
heeft het stuivertje ingeslikt, dat jij liem
gegeven hebt."
De verongelijkte.
„Mario. het is toch wel 'n beetje erg, dat
jij altijd 't laatste woord wil hebben."
„Maar mevrouw, boe kan ik nu weten,
dat u niets meer te zeggen hebt?"
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
heeft in deze week iedero H. Mis Gloria,
geen Credo. De gewone Prefatie.
ZONDAG, 16 Oct. Negentiende
Zondag na Pi'nksteren. Mis: Sa-
lus populi. 2e gebed A Cunctis (om de
voorspraak der Heiligen) 3e naar keuzo
v. d. priester. Credo. Prefatie v- d. Allerh.
Drieëenheid. Kleur: Groen.
Allen worden wij geroepen tot het brui
loftsmaal des hemels! Maar om daaraan
deel te kunnen nemen,moeten wij den ouden
mensch, d.i. de zonde in ons dooden en le
ven een nieuw leven, gesierd met het brui
loftskleed der heiligmakende genade. (Epis
tel en Evangelie).
Prijzen wij God om onze roeping tot den
hemel (Alleluja-vers), maar bidden wij
Hem ook, dat Hij alles, wat ons een belet
sel is voor den hemel, van ons wegneme.
(Graduale; Gebed). Vragen wij, dat het H.
Misoffer ons heilzaam moge zijn (Stil-
gebed) ons geve voort te gaan op den weg
des Hoeren (Gommunio)en de H- Commu
nie ons de kracht verleene Gods H. Wet
aan te hangen (Postcommunio). Want dan
zullen wij eenmaal behooren tot de uitver
korenen en God zal ons Heil zijn, onze
Heer in eeuwigheid (Introitus).
MAANDAG, 17 Oct. Mis v. d. H. II e d-
w i g, weduwe: C o g n o v i. 2e gebed A
Cunctis; 3o naar keuzo v. d. pri ter.
Kleur: Wit-
Do II. Hedwig, tante van de H. Elisabeth
van Hongarije, is een voorbeeld voor de
ouders in het opvoeden der kinderen. Na
den dood van haren echtgenoot werd zij
Gistercienser-non (vrouwelijko tak der
Trappisten) en vond er behagen in voort
durend tegenwoordig te zijn bij het bidden
der II. H. Getijden en bet opdragen der
H. Mis.
DINSDAG, 18 Oct. Feestdag v. d. H-
Lucas, Evangelist. Mis: M i h i a u t e m.
Credo. Prefatie v d. Apostelen. Kleur:
Rood.
De H. Lucas, afkomstig van Antiochië,
was een geneesheer. Bekeerd 'ot het chris
tendom, werd hij een volgeling van den
H Paulus op diens verschillende Missie
reizen. Na den dood v. d. H. Paulus pre
dikte Lucas in verschillende landen aan do
Middellandsche Zee en hij stierf waar
schijnlijk als martelaar. Hij is do schrijver
van liet derde Evangelie (het Evangelie
volgens den II. Lucas) en de Handelingen
dor Apostelen, waarin hij verhaalt do voor
naamste gebeurtenissn uit de vroegste
Kerkgeschiedenis,
WOENSDAG, 19 Oct. Mis v. d. H. Pe
trus van A lean tra, Belijder: Jus
tus. Kleur: W i t.
De H. Petrus, geboren to Alcantara in
Spanje, trad op 16-jarigen leeftijd in de
Franeiscanerordo en is een bewonderens
waardig voorbeeld geweest van verheven
beschouwing en een allerboetvaardigst le
ven. Hij stond als geestelijk leidsman do
H. Theresia ter zijde in haar hervormings
werk en is de groote Hervormer geweest
der Orde van St. Franciscus in Spanjo.
Hij stierf in 1562.
DONDERDAG, 20 Oct. Mis v. d- H
Joannes van Kont, Belijder: M i s e-
ratio. Kleur: W i t
Do H. Joannes van Kent is een sieraad
geweest aan de Hoogeschool van Polen.
Later was hij als priester van hoogo deugd,
van gebed en versterving en grooten zielen
ijver do glans der Poolsche geestelijkheid.
Hij is een dor voornaamste beschermelin
gen van het Poolscho volk.
VRIJDAG, 21 Oct. Mis v. d. H. Hila-
rion, Abt. Belijder: Os Justi, 2o gebed
v. d- II.II. Ursula en Gezellinnen, Martela
ressen; 3o A Cunctis. Kleur: W i t.
Hilarion, de insteller van het klooster
leven in Palestina, werd in 291 in een dorp
nabij de stad Gaza geboren. Zijne ouders,
heidenen, zonden hem naar Gaza om on
derwijs te ontvangen. Om de groote vorde
ringen in zijne studiën, maar ook om zijne
reinheid van zeden, won hij aller genogen-
heid en achtig.
Veel had hij gehoord van den heiligen
kluizenaar Antonius Hij reisde daarheen
oin door Antonius onderricht te worden in
het geestelijk leven. Na den dood zijner
ouders vestigde hij zich in de woestijn en
volgde het leven van Antonius na, levend
in een zeer klein verblijf, zijn (korte) rust
nemend op den kalen grond. Onder zijn
bestuur werden op meerdere plaatsen in
Palestina kloosters opgericht. Hilarion
stierf op 84-jarigen leeftijd. Toen het
oogenblik van stervon was aangebroken,
sloeg hij de oogen op en zeide: „Vertrek
mijne ziel; wat vreest gij? Bijna zeventig
jaren hebt gij Jezus Christus gediend en
zoudt gij vreezen to sterven?"
ZATERDAG, 22 Oct. Mis v. d- Allerh
Maagd op een Zaterdag: Salvo.
2e gebed tot den H. Geest; 3e voor de Kerk;
4e (of alleen 3e) voor don Paus. Prefatie
v. d. Allerh. Maagd; (invullen: En U om
de vereering). Kleur: W i t
In de Kerken der E E. P.P. Franciscanen:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
WOENSDAG. Mis v. d. II Petrus
van Alcantara, Belijder: Mi hi
autom
VRIJDAG. Mis v. d Z. Jacobus
v a n S t r e p a, Bisschop en Belijder: S I a-
t u 1 l. 2o gebod v. do II Hilarion: 3e v d.
II. IT Ursula en Gezellinnen.
ZATERDAG. In geconsacreerde Kua:
Jaarfeest der Kerkwijding. Mis: T e r r i-
bilis. Credo. (In hel stilgebed wordt ook
geboden, wat Iu-- n I;r, i'-. i - slaat
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.
VOOR ONZE KINDEREN.
tieclueiLtis - hikt on inge.aih
under groep A, 13 en C en wat rest nt
anders, dan hol een en ander If vort
waartoe me jullie briefjes aanleiding
ben gegeven.
Zooals blijken zal uit de volgend"
zijn er niet minder dan 13 tiilgev
verdeeld als volgt:
drio brievr n zijn geweigerd
.iel of onvoldoende gefrankeerd
zes verhaaltjes en versjes, onid
terlijk waren afgesehrov' n, -.f
waren;
twee voor A en twe
dal zo of te slecht scl
hruikten wat niet wa<
zoodat niceg'Inot hebben:
tida
Iet-
Mei n
groep 13.
of papier
zooah dat \\r
vu
rroei
To
393
AAN OOM WIM,
Redacteur van de Kindenuhr;ck
der Leidsche Courant.
Groote menschen
Willen, wenschen
Vele lezers voor deez' krant,
Want zij vinden,
Zij zich binden
Vaster aan don Roomschen kant.
Maar wij, kind'rcn,
Wij verhind'ren
Door onz' krant vast en sekuur
Boeken van heel slecht lectuur.
Want do grappen,
Moot je snappen.
Die do krant ons telkens biedt,
En de moppen
Om te doppen
Van Oom Wim, of is 't zoo niet?
De verhalen,
Niet te betalen,
Schenkt hij -ons heel fijn en mooi:
Heel wat beters.
Gij, betweters,
Dan je hoeken van verdacht allooiI
Pierre.
ONZE RAADSELWEDSTRIJD.
Lieve Kinderen,
Ik ben klaar. Ik heb tde 406 brieven
doorgelezen; de 84 verhaaltjes en versjes
ingezien; de 56 briefjes, die alle in de
eerstkomende weken zullen beantwoord
worden, doorloopen; de deelneemsters en
Over dat niet of onvoldoende frankce-
ren wil ik nog oen enkel woord zeggen
Ik kan me niet begrijpen, dat iemand
durft een brief weg te sturen met een
postzegel van 2 cent, 4 cent 5 cent of
heelemaal zonder postzegel
Dal laatste kan ik' nog begrijpen Dat
is vergeten; gewoonweg vergeten Maar
een brief wegsturen met twee cent port is
met voorbedachten rade gebeurd, en onver
schoonbaar Een brief kost 7'4 cent min
stens, dus gaat 't niet aan om er een zegel
van twee cent op le plakken, zelfs al laat
Yuen den zrief open. Men mankt er geen
drukwerk van door df>n brief niet dicht lo
plakken. Dat is wel handig, maar niet zoo
het hoort. Daarbij doen we met onze han
digheid kwaad: we stolen. Niets meer of
niets minder. Ik heb er nog over gedacht,
om de namen in de krant te zotten van alle
kinderen, wier brieven lo laag gefran
keerd waren. Ik kan mo nog indenken,
dat men te goedertrouw meent, dat do
brief niet le zwaar is en een postzegel van
73-2 cent gebruikt, waar een van 15 cent
dient geplakt te worden Maar, waarom
riet even aan hel postkantoor gevraagd?
Dat is gauw gebeurd en dan is men zeker
van z'n zaak. Laten we daar nu eens in
het vervolg aan denkon, want dan za] ik
alle namen van kinderen nolooren. wier
brieven te laag gefrankeerd worden.
Nu een enkel woord over Cl.
Ik heb verbazende leuke dingetjes ge
kregen en.alle verhaaltjes en versjes,
die een plaatsje waard zijn, komen er
successievelijk in. Ik zag met en met, want
de stapel is zoo groot, da? do voorraad nu
vast tot den volgenden wedstrijd na do
Kerstvacantie reiken zal En zoo moet het
ook. Wie, zoo maar zonder meer, een ver
haaltje of versje afschroef, maakte het
zich wel heel gemakkelijk, maar die vers
jes komen het laatst en voor een prijs heb
ben zo niet mccgeloot. al vindon ze hun
naam onder C ook genoemd. Dat is recht
en billijk en hun verdiende loon.