MODE-NIEUWTJES.
Weet u wat héél nieuw is? Een pail
letten avondjasje in de kleuren van
het avondtoilet. Deze nouveauté, is
zeer in 't oog loopend te Parijs en men
beweert er, dat deze vogue haar ont
staan aan de Engelsche dames, die een
groot deel van het jaar in Schotland
doorbrengen, te danken heeft, in de
groote zalen der slecht te verwarr.en
huizen zouden deze n.l. een decolleté
moeilijk kunnen verdragen en heaft
men om de schouders en armen te ver
warmen een kort jasje uitgevonden, dat
geenszins het avondtoilet mocht ont
sieren, doch het juist luister moest bij
brengen. Vandaar dat deze jasjes in
luxieuse uitvoering gemaakt werden,
geheel bezet met platte, zeer glinste
rende pailletten, die in alle kleuren
worden vervaardigd. De meest gelief
de combinaties van kleuren, welke in
Parijs des avonds gedragen worden
zijn goud-kleurige jasjes op gele toi
letjes, zacht mauve op wit, zilver op
grijs en een enkele maal wel eens
zwart op zwart chiffon, hetgeen wel is
waar een sober, doch zeer gedistin
geerd aspect draagt
CHIQUE ZEER MODIEUSE
MANTEL.
No. 954.
getoond worden, speelt beige en beige
bruin wel een hoofdrol.
De mantel onzer teekening is van
beige kasha, afgewerkt met bruin bont.
De lange, zeer vloeiende revers ein
digt in een zeer origineele gesp-sluiting.
De kraag kan open en gesloten ge
dragen worden. Men lette op de aparte
wijze van het aanbrengen van het bont j
aan de mouwen. De wijde ondermouw
is op een smalle en nauwe manchet,
met knoopversiering gezet. Het bont is
langs het bloesende mouwgedeelte
aangebracht.
IETS VOOR DE HEEREN.
Overhemden.
De overhemden, welke nu bij de
avondkleeding gedragen worden, zijn
gemaakt van effen wit linnen, geen
geruite dessins en geen zijden, slappe
modellen meer, zooals nog niet lang
geleden „en vogue" was. De slappe,
zijden overhemden met plooien, voor
daags, die zeer sportief en vlot waren,
zijn voorloopig weer uit de gratie.
Eenvoudige zephyrs, bedrukte katoe
nen en linnen stoffen zijn de aange
wezen materialen voor het herfst- en
ONZE TASCH.
De tasschen, zijn dit jaar van een
groote verscheidenheid van vorm,
want onze smaak voor het ensemble,
maakt dat eigenlijk elke kleeding ver
gezeld moet gaan van een aantal on-
derdeelen die er mee harmonieeren.
Bij de namiddagjapon hoort de tasch
van rendierleer of daim met een
sluiting van schildpad en dikwijls ge-
orneerd bovendien met een monogram,
eveneens van schildpad. De tailleur
vraagt een andere tasch en hiervoor
geldt als opperste chique een tamelijk
klein model portefeuillevan bruin of
gekleurd leer. Men legt zich bijzonder
toe op de originaliteit der sluitingen
zooals we dat bijv. op bijgaand model
zien: een tasch van bruin leer met een
ivoren staafje, dat door een lus ge
schoven wordt' om de sluiting te be
werkstelligen(FemJ.
winterseizoen.
Het tennisoverhemd met kort mou
wen, welke als nouveauté in het begin
van het zomerseizoen getoond is, heeft
al weer afgedaan. Eigenaardig is het
toch, daar een dergelijk overhemd bij
het spel groote voordeelen heeft. Mis
schien dat in het volgende zomersei
zoen deze mode zal zegevieren. Het
gebeurt wel meer dat een nieuwigheid
slechts langzaam geaccepteerd wordt
envooral bij de heeren! Wij
vrouwen zijn daaromtrent meestal wel
ontvankelijker!
KEUKENGEHEIMEN.
DIPLOMAATPUDDING.
In een blikken puddingvorm, die met
boter is ingewreven, wordt op den bo
dem een laag biscuits gelegd, op de
biscuits legt men een laag kersen (ker
sen op water), daarop weer een laag
biscuits; op de biscuits een laag abri
kozen (op water) en zóó wordt voort-
gegaaan, tot de vorm bijna vol is en de
bovenste laag door biscuits wordt ge
vormd, 3 eieren, 6 eidooiers en 100 gr.
suiker worden flink met elkaar ge
klopt, een halve L. kookroom en een
halve d.L. marasquin wordt er bij ge
daan en dit mengsel over de biscuits in
den vorm gegoten. De pudding wordt
12s uur in kokend water gekookt en met
marasquinsaus voorgediend.
MARASQUINVLA.
8 Eidooiers worden met 175 gram
suiker zoolang geroerd, tot ze een
schuimige, lichtgele massa vormen.
Daarna wordt 3 deciliter room toege
voegd en de vla onder voortdurend
roeren op het vuur dik gekookt. Men
neemt nu de pan van het vuur en blijft
roeren tot de vla bijna koud is, waar
na voorzichtig 1 d.L. marasquino er
door wordt geroerd.
Als vulsel voor gebak is deze vla
bijzonder geschikt.
De bewerking der elegante kleeding,
welke tegenwoordig in aanmerking
komt, demonstreert zich in boven-
staanden mantel voor het herfst
seizoen.
Het aparte aan dezen mantel is het
effect der lijnen, verkregen door een
bijzondere bewerking met de machine.
Deze wijze van garneeren is een inte
ressante nouveauté, die vooral op de
fijnere costuums wordt toegepast.
Men lette op den bijpassenden hoed,
.waaraan deze bewerking dadelijk de
aandacht trekt.
Als stof is olijf-groene alpacca ge
garneerd met een kraag van wit vossen
bont zeer aanbevelenswaard. De
mouwen die vanaf den elleboog wijder
worden, vallen ruim op de hand. De
teekening ter zijde, geeft u een duide
lijk idee van het geheel.
NIEUWE HERFST-MANTEL'.
No. 955.
Onder de nieuwe kleuren voor de
herfst en winter, welke in de collecties
HANDWERKJE.
Hierbij bieden wij onze lezeressen
een smaakvol voorbeeld van open
werk aan, aan te wenden voor thee
kleedje, tafelkleedje, of anderszins
Het onderste model is meer speciaal
voor een kraagje of scarf bestemd.
Van een fijne kwaliteit wit linnen of
neteldoek vervaardigd, kunnen deze
artikeltjes ware juweeltjes worden,
mits ze met de vereischte zorg en be
drevenheid worden uitgevoerd. Wie
dit uitknip-werk of open-werk niet
kent, kan in iedere handwerkwinkel
waar men zeker een duidelijke be
schrijving en uitlegging in boekvorm
voorradig heeft, haar licht opsteken!
Bedenk dat eigen handwerk altijd bo
ven machinaal-verwerkte lingerie gaat
en dat niets zulk een voldoening
schenkt dan een goed-geslaagd en met
smaak uitgevoerd handwerk. Telkens
als ge het in gebruik neemt, zult ge
er met welgevallen naar kijken!
PATRONEN NAAR MAAT.
f 1.per stuk.
Kindermaten tot 10 jaar f 0,75.
Papieren patronen, op maat ge
maakt, kunnen onder toezending van
het bedrag in postzegels of -wissels, be
steld v/orden bij: Redactie Vrouwen
rubriek, Parkstraat no. 79, Den Haag.
De volgende maten op te geven:
A—B.
BC. arm 'gebogen.
E. rondom.
D. polswijdte.
H. rondom heupen.
J—K.
VAN GEENEN TEL.
Daar moet gesmaldeeld en gepluisd
yr orden, bij Teun en Til, zeiden de men
schen. „Zóó in de klein kinderen zitten
Ze stonden er toen zwaar voor. Vier
meiskens in 't leven en één dood; en zeven
jongens. Van 't zevende wae de koning
peter.
Als dat in zijn wieg te kraaien lag, ston-
iden de grooten er bij te lachen. „Als ge
petekind van den koning zijt, dan zijt ge
fce mijnheer 1Dan is er geen heerken
in de stad, dat zijn broaksken zóó fijn in
ide vouwkens staan heeftwant ze zijn
eerst door zes broers in de plooien ge
zet!
Gij, deugnieten toch! lachte Til dan.
Als zij 's Zondags naar de vroegmis en
te Biechte en te Communie ging, blonken
de ellebogen van haar kleed tegen 't ver
dijen aan. Maar in den winter hing zij een
zwarten sjaal om. Dan zag het niemand.
„En kom, kom," zei ze, „wie let op mij?
Menschen geljk wij Zijn toch van gcenen
tel."
Teun pachtte een stuksken land achter
hun huis en hield een koei. Maar tusschen-
door trok hij de baan op, do dorpen rond,
kocht hespen op, rookte die in de holle
schouw en wist waar hij die uitleveren
mocht. En als hij dan thuis kwam, met den
zwarten hespenzak plat over zijn schou
der, gooide hij al fluitend de voordeur
open, haalde een rooden zakdoek boven,
maakte den knoop los en zei en floot tus-
schendoor: „Til, Til, Til, houd uwen schoot
open. En schudde de rinkelende en blinken
de vijf franks in haren voorschoot.
Vijf van him jongens zijn er al getrouwd
en 't oudste van do meiskens. En allen wo
nen die in him eigen huis, of dat toch bijna
effen en zuiver is.
Over twee jaar, als de laatste trouwde,
zeide Pastoor in de sacristij„Teun en Til
proficiat! Als 't zoo voort gaat, za-1 ik voor
uw familie een parochie moeten maken, of
een onderpastoor bij vragen."
„Och, mijnheer Pastoor," mompelde
Til en ze wae uit haar lood^ .wij zijn maar
simpele menschen. Wij doen etillekens aan
voort- Wij 2 van geenen tel."
„Niet waar, vrienden, schuddekopte de
pastoor, „niet waar! Ge weet het zelf
niet
Eiken Zondag, als het Lof uit is, komen
al de getrouwde kinderen bij Teun en Til
op den koffie. Elkeen brengt dan wat mee
voor vader en moeder, een half pond kof
fie, een hoos suiker, een bruinen kramik,
of een pak tabak voor Teun.
„We moeten ons verzet nemen onder
ons," zei Teun dan; menschen'lijk Wij zijn
toch van geenen tel."
De kinderen lachen telkens. Die weten
het wel beter.
Verleden jaar heeft het er ëenige dagen
donker uitgezien in hun huis. Om Anneken,
hun dochter. Die had elk jaar den eereten
prijs behaald in de school bij de Zustere.
„Ons Anna", zei Teun, „is zoo bekwaam
als een advokaat." Dan had zij 't kleerma
ken geleerd, was 'e avonds naar de Zusters
blijven gaan, naar de snijschool en zat al
volop in de klanten.
En op 'nen Zondagmorgen aan de koffie
tafel, was 't er al lachend uitgekomen-
„Dat ze nonneken ging worden!" Teun liet
zijn kom uit zijn hand vallen van 't danig
verschieten dat de koffie over zijn lijf
dreef; en Til bleef stokstijf zitten, met den
boterham tegen haren mond.
„Nonneken?" zei ze op den duur,
„waarom?"
„Om school te doen, moeder; en moe
derken te spelen over andermans kinderen,
lijk de Zusters voor ons gedaan hebben."
„En wij dan, kind?"
„Er blijft nog volk genoeg thuis, nog
vier kinderen."
„Maar wie zal voor ons zorgen in on
zen ouden dagï" Anneken verstond er
niets van.
,.Ja en dat kaartje, met Kerstmis?"
vroeg Teun.
Met Kerstmis, ja, had de briefdrager
oen schoon kaartje voor haar gebracht, met
een jongen op die bloemen in zijn hand
had en daaronder 6tond geschreven: „Ju-
liaan". Anneken had toen het kaartje aan
gepakt, „een, twee" gezegd, het ding in
vier stukken gescheurd en de stoof in ge
stoken. „Ons Anneken trouwt nooit," had
den Teun en Til tegen elkaar gezegd. „Die
blijft bij ons oppassen in onzen ouden
dag.
Dat zat vast in hunnen kop.
Daar was geen zeggen aan. 's Zondags
daarop moesten de uitgetrouwden er tus-
schen komen. „En als ons Anneken trouw
de? Zoudt gij er dan ook tegen zijn?" vroeg
de oudste zoon.
„Dat is wat anders."
„Goed, maar dan zoudt ge ze toch
ook kwijt zijn. Er blijven er nog vier
thuis."
Dat was waarMaar dat liadden ze
nooit bedacht. Met dat kaartje.
Verleden week ben ik Til tegen geko
men, op de markt, tegen de kerk. Ze stond
bij een kraamken, waar vesten en frakken
aan houten Btekken hingen en rollen klcer-
stof op stapels lagen. Een houten ventje
met een korte broek aan en zwart geblon
ken kuiten, lag half omver tegen het
kraam.
Til was een stuk grijze 6tof aan 't be
tasten.
„Wel Til, hoe is 't er mee En Anne
ken? al gewend in 't klooster?"
Ze liet de Heerstof liggen draaide ha
ren rug naar 't kraam en een traan van
geluk schoot in haar oog.
„O, ja," riep ze. „Met Sinxen zijn we
ze gaan bezoeken, onze Teun en ik. 't Is
toch zóó'n schoon nonneken. En een goed
kind. Ze had over de negen honderd frank
op haar spaarboekje en daar kwam ze mee
af, eer ze binnen ging. Dat is voor u, zei
ze, vader en moeder. Daar kan vader lan
gen tijd lekkeren tabak mee koopen en
moeder 't een en ander stuk kleergoed
Maar dat hebben wij niet gewild van haar,
dat kunt ge wel denken
„En nu zijt ge in uwen koop?"
„JaWij doen maar stillekens aan.
Alleen wat noodig is. Wij doen niet gelijk
andere menschen. Wij zijn eigenliik toch
van geenen tel
In de kerk, daarnaast, bij het taberna
kel, zaten de Engelen op te schrijven. 41
die stukken uit het schoon leven van Tem
en Til. En de Engelen konden het ampei
bijhouden en hun vingeren deden er zeer
van. Th. v. Tichelen.
ZIJN ZOON HEINZ.
De oude Hansen kwam langs de hooffr
straat van het kleine visschersdorp.
trotsche Hansen" heette de man, die vro?
ger visiteur was geweest, thans pensio-"
genoot en nog altijd op den gebiedende
toon sprak, dien hij vroeger gewoon
geweest.
Nu kwam de dokter hem tegen.
Hebt ge het al gehoord, dokter? Mü
zoon Heinz komt thuis
- Zoo, zoo. Wel, dat is heerlijk voort
Veertien jaren lang was hij in Austral*
niet waar?
En drie maanden! voegde oude ml-
er bij. Dat is een lange tijd.
Nu, dan is hij zeker wel een rijk nu
geworden?
Waarschijnlijk wel, dokter hij»
tenminste wel geld gespaard hebben. B
ging naar Australië met het voorneitë
om als een rijk man terug te keeren.
Nu, dan zal hij het wel geworden zi;
Hij is een Hansen! eindigde de oude m'
met waardigheid-
En wanneer komt hij?
Over twee dagen.
Nu, we willen maar hopen, dat i
daar ginds in het vreemde land niet trok
is geworden. Want dat kunnen onze bfl'
dorpsbewoners niet uitstaan, zei de dok!--
Mijn zoon Heinz is nog nooit trok
geweest. Als hij het geworden ware....
man richtte zich in zijn volle lengte op
trok zijn voorhoofd in plooien.
Deze gedachte was geheel nieuw w
hem en was heel verschrikkelijk.
Kom, kom, beste Hansen! troo.'
de dokter. Ik sprak immers maar
scherts. Hij zal wel vriendelijk en aar-
gebleven zijn, zooals hij vroeger was.
Zeker, mompelde de oude man.
dokter!
Het bericht, dat Heinz Hansen naarj
geboorteplaats tèrugkeerde, verspre*-
zich als een loop end vuurtje. Dat ie®
na een veertienjarig verblijf in Austr-
naar Lechbech terugkeerde, was een
beurtenis van belang. Men sprak over
dag dat hij zijn geboorteplaats had w-
ten; hoe hij niet had willen hebben,
zijn vader hem naar den trein braebt
hoe hij hem op den hoek der straat,
de Hansens woonden, met den hoed;
laatst vaarwel had toegewuifd en