HAROL
INGEZONDEN MflEDEOEEUG
DE TWEEDE MOEDER.
Buitenl. Weekoverzicht.
Deze week heelt hier in ons Hollandje
een gebeurtenis plaats gegrer waar de
gebee!e Hollandsche pers lichtelijk van
overstuur was. Nederlandscho journalisten
hebben in Den Haag een officieel diner
gehouden Dat is op aichzelf niet zoo
org, want dat doen ze wel meer, hoor.
Maar aan tafel zat mede aan de minister
van buitenlandsche zaken jhr. Beelaerts
van Blokland. Ook dat is nog niet de clou
van de historie, want zooals bekend, is
oen journalist bij een minister om zoo te
zeggen kind aan huis. Maar het groote
leit is de rede, welke de minister daar
hieldw over de resultaten van de 8ste zit
ting van den Volkenbond.
De gcheele Nederlandsche pers was er
we iswaar niet tegenwoordig, maar dan
toch wel vertegenwoordigd. Al de Maas- en
andere bodes, Herauten, Nieuwsbladen van
dit en dat. Koeriers, Standaarden en A-
sch, B-sch en C-sche couranten stonden
or in den geest rondom den minister ge
schaard.
Tusschen twee haakjes, vindt u de na
men van onze kranten niet vreeselijk nuch
ter?
Wij hebben een „Tijd" zooals de Engel-
sche Times en de Fransche Temps, wij
hebben bodes, koeriers en andere loopjon
gensnamen, wij hebben een „Volk" zooals
Frankrijk z'n „Peuple" en Italië zijn „Po
pulo" (als 't nog bestaal?)
Niets origineels niets bloemrijks, niets
dichterlijks.
Neen, dan de Oostersche krantennamen,
die hebben titels!
In Tunis b.v. verschijnen „De Bloem",
„De ware leider des Volks", in Egypte:
„De Ster uit het Oosten", „Hel Licht";
in Syrië: ,,Dc trouw der Arabieren", „De
Achter-elkaar-schrijdenden" (liet beeld van
de kudde achter den belhamel), „De Ge-
der", „Morgenstond", „De Bliksem", „De
IJzeren Knots". Maar de mooiste namen
voor zijn dagbladpers bezit Perzië: „De
lichtende volle maan", „De verheven ge
beurtenissen", „Het Schip der Redding",
„Het Morgenrood der Hope", „Het Ge
schenk voor de Ontwikkelden" (sic!), „De
Donder", „De jonge Lente", ,„De roode
Schemering", „Do gloeiende Zon", „De
gele Roos", „De Spiegel der Volkeren",
Ontwapening. Maar, om terug te
kecren tot ons punt van uitgang Jhr
Beelaerts van Blokland sprak op dat diner
over de ontwapening. Eigenlijk is de term
„ontwapening" niet juist, want daarover
zullen de eerstvolgende generaties nog wel
niet kunnen denken. Wij moeten beginnen,
zeide de minister, met beperking der be
wapening, n.l stopzetting van den bewa-
peningswed'oop, en pas daarna kan men
gaan pralen over vermindering der be
wapening en pas daarna over ontwape
ning. Het is dus nog een lange weg, voor
dat de menschheid tot algeheele ontwape
ning zal kunnen besluiten.
De Nederlandsche delegatie heeft de
menschheid een klein stapje op dien weg
vooruit geholpen, door den arbeid der
voorbereidende commissTê voor de a.s. ont-
wapenings- (lees: bewapeningsbeperkings)
conferentie een stimu'ans te verleenen
door middel van de bekende Nederland
sche motie cn vervolgens door de vraag
stukken van arbitrage cn veiligheid weer
in verband te brengen met de ontwape
ningskwestie. Voordat de menschheid tot
entwapening kan overgaan moet er een
gevoel van veiligheid hcerschen, en in de
plaats van beslechting van geschillen door
oorlog moet komen beslechting door ar
bitrage.
De pers kan don arbeid van den Vol
kenbond belangrijk ondersteunen. Want
waar liet op aankomt is de moreele ont
wapening. Het rechtsbewustzijn moet wor
den aangekweekt; wij moeten de volken
ervan doordringen, dat elke aanval iets
onbehoorlijks is, een misdaad.
Dat is de laak van de pers. Een funda-
menteeele arbeid en een langdurige moei
zame arbeid.
V o n Hindenburg. Terwijl het
dus de laak moet zijn van de pers om de
vo'keren vredelievend te maken, is bet wel
noodlottig, dat deze zelfde pers steeds ge
dwongen is dagelijks melding te maken
van oorlog, strijd en tweedracht. Om
maar 'ns een klein overzichtje te geven
van het politiek aspect van ons wereldje:
omplotlen in Spanje, Portugal en Grie
kenland. tweedracht onder de bolsjewiki in
Rusland, opstand cn vervolging in Mexi
co, burgeroorlog in China.
Zelfs bij een zoo vreedzaam gebeuren
als de 80ste verjaardag van president von
Hindenburg komt nog de oorlog te pas.
Want heeft Hindenburg zijn opkomst niet
te danken aan den grooten wereldoorlog?
Bij gelegenheid van zijn 80sten verjaar
dag vorigen Zondag is dat alles weer eens
opgehaald.
Een eigenaardige carrière heeft von
Hindenburg gehad.
Hindenburg was 67 jaar oud, en zou hij
op dezen bijna bijbelschen leeftijd, overle
den zijn, dan zouden zich op het oogen-
blik ten hoogste een paar Hannoveraan-
sche families zich zijner herinnerd hebben
als een ietwat zonderling generaal, die
men geregeld iederen avond tusschen zijn
twee groote honden naar het Lindencafó
kon zien wandelen, waar hij dan een glas
bier dronk cn wel eens een partij schaak
speelde.
Destijds was Hindenburg reeds sedert
drie jaar gepensionneerd en naar men-
schelijkc berekening bad bij niets anders
meer te doen, dan op zijn dood te wach
ten. Hoewel een man van ijzeren energie
lag het toch niet in zijn aard een nieuw
arbeidsterrein te zoeken.
Wie zou het toen gewaagd hebben aan
den gepensionneerde van Hannover te
voorzeggen, dat hij zijn keizer als hoofd
van het Rijk zou opvolgen? Inderdaad de
loopbaan van dezen tachtigjarige is on
waarschijnlijker dan de meest romanti
sche carrière, die de geschiedenis kent.
Iedereen kent den omkeer, dien de oor
log, de revolutie en de republiek in het
leven van dezen man brachten. Hoewel
bij zoowel als opperbevelhebber van het
Duitsche leger in den wereldoorlog en daar
na als president der republiek de hoogste
ambten bekleedde op een wijze, die bewon
dering afdwingt, is men het er toch alge
meen over eens, dat Hindenburg aller
minst een groot intellect is. Hij poseert
ook niet a's zoodanig. „Sedert mijn jon
gensjaren", zeide hij, „heb ik zolden een
boek gelezen dat niet op militaire kwes
ties betrekking had!" Maar zelfs als mili
tair wordt hij niet algemeen bewonderd.
Er moeten in het oude Duitsche leger dui
zenden officieren geweest zijn, die oneindig
veel knapper waren dan bij. Hij is geen
beroemd strateeg en hij heeft de krijgswe
tenschap geen stap verder gebracht. Men
verzekert zelfs cn waarschijnlijk met recht
dat de groote militaire operaties, waaraan
zijn naam altijd verbonden zal blijven, het
werk waren van anderen. Deze opvatting
is in Duilschland algemeen verbreid,
maar zij schaadt den roem en het gezag
van den ouden veldmaarschalk niet in bet
geringste.
Er is iets dat meer waard is dan knap
heid en intellect en dat is karakter. Hin
denburg is een groot man, omdat hij een
groot karakter is. Bijna simpel en een
voudig vat hij de laak op, die van hem
verlangd wordt en hij gaat zijn weg eer
lijk, rustig, zonder om te zien. De groote
wetenschappelijke en politieke problemen
mogen voor hem een gesloten boek zijn,
hij kent de algemeen menschelijke overwe
gingen en hij iiande't er naar. Eerlijkheid,
betrouwbaarheid, vastheid van wil. plichts
besef, dat zijn de kenmerken van zijn per
soonlijkheid en in tijden, dat alles on
derste boven gekeerd wordt, zijn ze meer
waard dan schitterend intellect.
Mexico. Terwijl aldus een man
van karakter als president een eer is voor
een republiek en een steun voor het volk,
is een karakterloos president, die zijn
macht misbruikt een schande voor zijn
land en een ergernis voor zijn onderda
nen.
Gebruik makend van de ontevredenheid,
welke liet regiem van Galles in geheel
Mexico heeft gewekt, hebben dezer dagen
een paar generaals getracht, een opstand
uit te lokken met het doel zichzelf aan
het bewind te helpen.
De opstandige beweging is evenwel bloe
dig onderdrukt. De beide leidende gene
raals Serrano en Gomez zijn gevangen ge
nomen en terecht gesteld.
Tegelijkertijd wordt de geesel der kerk
vervolging weer eens extra gezwaaid. Her-
haa'delijk leest men van executies van z.g.
„rebelschë" Katholieken.
Is er verband tusschen de soldalenop-
standen en de kerkvervolging?
Niet alle rebel loerende soldaten zuren
Katholiek zijn, maar alle plichtsgetrouwe
Katholieken zijn in de oogen van Galles
wel rebellen.
Eerzuchtige politici zullen zich de al-
gemeene onrust ten nutte trachten te ma
ken en zoo wordt do godsdienststrijd wel
eens gemengd met politieke» strijd.
De godsdienststrijd is trouwens zelf ook
nog vrij samengesteld.
Men moet daarin niet louter zien een
baat tegen den Katholieken eeredienst,
maar de actie tegen de Kerk gaat gepaard
met een actie tegen de vreemdelingen en
zeer vele Katholieke geestelijken zijn niet-
Mexicanen. De Indianen en halfbloeds zijn
langen tijd onderdrukt geweest door de
blanke vreemdelingen cn thans nu een
halfbloed als Galles aan het bewind is ge
komen, wreekt deze den vroegeren toe
stand door zich te koeren tegen alles wat
onder dat vroegere regiem is tot stand ge
bracht. Dat noemt men: nationalisme. De
Katholieke Kerk zit daar tusschen, het
Katholicisme is gepredikt door de
vroegere blanke overheorschers, der
halve
Toch moet men niet denken, dat de Kerk
zich geschaard hoeft aan de zijde van de
blanke bovenlaag der bevolking tegen de
inheemsche Indianen. Integendeel het on
gegronde van den strijd tegen de Kerk
blijkt wel uit het feit, dat juist de India
nen, dat juist de onderste lagen der meest
inheemsche bevolking de trouwste aan
hangers zijn van de Katholieke Kerk.
Zoolang de bewindhebbers niet inzien,
dat zij met hun strijd tegen de Kerk zich
zelf op de eerste plaats benadeelen, zal.
dit ongelukkige land nooit tot rust ko
men.
Rakowsky. Ten slotte nog iets
over een conflict tusschen Frankrijk en
Rusland.
Eenigcn tijd geleden hebben de Sovjets
een manifest opgesteld ten gunste van de
wereldrevolutie, waarin de buitenlandsche
militairen werden opgewekt om naar de
communisten over te loopen. Dat manifest
was mede-onderteekend door Rakowsky,
Sovjetgezant te Parijs. De Franschen wa
ren daarover woedend en eischten, dat
zulk een gezant zou worden teruggeroe
pen. Nu kan men zich afvragen of er wel
één Sovjetgezant is, die krachtens zijn
principes een haar beter is. Maar daar
gaat het ten slotte niet om. Degenen, die de
terugroeping van Rakowsky eischen, stu
ren aan op een breuk met de Sovjets.
Juist in dezen tijd, nu er onderhande
lingen gaande waren over de erkenning
der oude Russische schulden, is dit inci
dent zeer storend. Do regeering schijnt
evenwel van deze onderhandelingen wei
nig te verwachten, want zoo juist bereikt
ons het bericht dat de Fransche regee
ring te Moskou een nota heeft doen over
handigen, waarin formeel de terugroeping
van Rakowsky wordt geëischt.
REUKLOOS HAARWATER
bevordert de zindelijkheid van
Uw haar. De kwaliteit is zeker
goed, wanneer U vraagt naar
Verkrijgb. bij Drogisten in flacons 30 en 45 ct.
Voor Engros: Fa. F. VAN DORP, Leiden
STADSNIEUWS
BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR.
XX.
Zoo behoort dan de 3 Octobexviering
weer tot het verleden. Nog klinken in ons
na. de zoo verheffende feestliederen door
do massa woelige feestgangers uitgebruld
langs de straat. Ik heb den heelen dag nog
geprofiteerd van de feestuitingen van de
Leidsche- en bui tenstadsche feestgangers
en ik vond het vaak een ergernis de nare
en ordinaire liedjes te moeten hooren, wel
ke in alle banaalheid rondklonken.
Wat is er toch nog een stuk op te voeden
in ons feestend volk; wat moet er nog
duchtig geschaafd worden aan wat men
verstaat onder feestvreugde! Welk soort
duivel hier ten troon zit, is zoo juist niet
te zeggen, doch dat het een van dc beste
is, valt te betwijfelenHet is gewoonweg
een schandaal dat eenigc benden brood
dronken menschen zich niet ontzien bet ve
nijn igsto zedeloozo vuil in eenige manko
dichtregelen onder do massa te gooien en
anderen te ergeren. Waar blijft nu de ver
edeling van deJi volkszang? Is ons volk dan
inderdaad zoo hardleorsch. dat het in de
da-gen van feesten niet eens grijpt naar de
voor de hand liggende liederen? En. vooral
hier, op dezen dag, die ais een nationale
feestdag wordt aangemerkt-, geen enkel
volkslied, geen sikkepitje kostelijke humor,
of geestige zangerigheid!
Banaal, plat en op het kantje af, vaak
er over heen, ziedaar het gehalte van de
3 October feestvreugde.
En in onze vaderlandsche litteratuur
zijn zoovele mooie-, echte producten van
volkshumor en volksvreugde. Wat al schat
ten van vaderlandsche liederen, bezingen-
do de historische gebeurtenissen, do
feestende en droevige momenten van land
en volk. Wat boert en vroolijkheid klinkt
op uit die oudere- en jongere liederen.
Doch men kent ze niet! De massa sluit de
oogen, houdt de ooren toe alsof het ach
terlijk is om die producten te kennen en
bovendien te zingen.
Dat men nu niet meene dat aan dit
euvel mank gaan de z.g. mindere klasse dor
bevolking. Ook onder de betere gaat nog
te veel schuil den wil t-ot verheffing van
het peil der te zingen liederen. Een
mensch, die vroolijk is, die feest viert, wil
zingen, wil zich uiten in een lied. Accoord,
doch dat sluit niet in, dat er dan moet
worden geput uit de droezige voorraden,
die, helaas, nog erger worden gemaakt,
door do verbastering van den tekst, die
vaak uitloopt op een perverse conclusie!
Da-t is jammer, die ontsiering van onze
volksfeesten door die banaliteiten. Wat
zou de feestdag blijder, ede-ler stemming
hebben, als alom do feestzang in edeler
stijl opklonk en recht werd gedaan aan do
toch maar hooger en edeler smaak reikhal
zende massa. Want een volk, dat zich zelf
vergooit, is geen knip voor den neus
waard. En alle feestvreugde, in den door
ons veroordeelden toon gehouden, trekt
naar omlaag en vergooit het fatsoen, ter
wijl een edeler lied, een vaderlandsch lied
den feesttoon in belangrijke mate verhoogt
en het feestvennaak veredelt, tot voldoe
ning tevens van hen die het tot uiting
brengt-, ook van den hoorder, die zich tot
medevieren zal voelen opgewekt-, orudat
een zoodanig gevierd feest verheft en
edeler genoegens verschaft.
Ook op ander muzikaal gebied liet het
dien dag nog wel wat te wenschen over. Er
is geen orde in het verleenen van vergun
ningen tot bet maken van muziek. En
daardoor krijgt men juist die chaos. Zijn
de slag-, strijk- tokkel-, blaas- en overige
instrumenten vaak een machtig hulpmid
del bij wat ik boven reeds aangaf; nu ont
brak alle samenhang en juist wat al die
ongecontroleerde muziekmakende verschei
denheden ten gehoore brachten was de ba
naliteit nog te boos.
Want' waar het volk heusch geen uit-
noodiging van noode heeft om tot banali
teiten te komen, ware het beter geweest
al dat instrumenten-gejank wat te sortee-
ren en slechts datgene toe te laten wat er
niet op ingesteld was om tot omlaagt-rek-
ken van het peil van het lied te lokken.
Het gaat er mee als met zoo vele dingen
in het leven: men ziet er langs heen en
zoekt vaak in geheel andere richting, een
oplossing, terwijl die voor de hand ligt en
zooals hier ook binnen de bevoegdheid van
hen die voorschriften en bepalingen kun
nen geven en toch ook geroepen zijn een
steentje bij te dragen aan de verheffing
van de smaak van de massa en veredeling
van volksvermaken, die in zoo hooge mate
kunnen bijdragen tot verhooging van va
derlandsch liefde en beleving van de ge
beurtenissen voor een volk van historische
en cultureelo waarde.
Wandelaar.
SPORT
VOETBAL.
R. K- FEDERATIE.
Overzicht.
Naar het zich laat aanzien zal de com
petitie dit jaar een vlot verloop hebben.
De nieuwe Overganger in ons District,
Lisse, staat nl.-al voor den tweeden wed
strijd en aangezien er in Lisse niet dik
wijls sprake zal zijn van afgekeurde terrei
nen kan men verzekerd zijn van een
den gang van zaken.
Do wedstrijd van morgen gaat tege
E. A., een niet gemakkelijke tegenslag
Zulks ondervond H. B C. nog jl. Zon
Toch behoeven we niet bang te'zijn
Lisse dc mindere zal zijn. indien zij
tegenpartij niet onderschat en daar-
hebben we geen reden. Play up
senareu!
Ook dc Leidsche Federatieclub, de R
S V. „Leiden", zal morgen de coniDe
beginnen. De Graaf "Willem-reserves
de eerste tegenpartij van de rood-z
Leidenaars.
Wat kunnen we heter doen dan aan
begin van het nieuwe seizoen den I&l
naars het beste toe te wenschen in
competitie.
Leiden heeft altijd met Lisse een v6
name rol gespeeld in het Leidsche Di$tï;
I-oiden en Lisse waren rivalen in den str
om het eerste klasse-kampioenschap'
den D. H. V. B., waarhij Leiden ten
won om het eerst do R. K. Federation
lien te gaan. Doch Lisse gaf zich nieh
wonnen, en volgde, om na een één-jij
verblijf reeds promotie te maken naari
Overgang. Laat Leiden nu zorgen
goedo voorbeeld van Lisse te volgenl
Daarvoor is noodig van meet af f£
aan te pakken, opdat niet onnoodig
ten verloren gaan, hetgeen zich later
malen wreekt.
Waar de Leidenaars verlangend,
naar strijd, wijl Teeds twee vastgesL
wedstrijden werden afgelast, gelooveih
dat zij zich morgen geheel zullen
Waar de Graaf Willem-reserves volk
zoo mogelijk met een versterkte ploeg,"
komen, weten, de roodzwarten wat hói
doen staat. Goed succes!
Wedstrijdprogramma voer a.s. Zomfe;
Overgangsklasse G.
Schiedam: ExcelsiorH. B. C.
Lisse: LisseG. D. A.
Tweede klasse H.
Den Haag: Graaf Willem IILeiden 2.5:
Den Haag: Lenig en SnelBuiven.
DIOG. HAARL. BOND.
Overzicht.
Een flink programma voor morgen,:
belooft wat! Als nu het weer, do spelï
de scheidsrechters maar meewerken, i
wordt het een goede wedstrijddag.
In het Leidsche district heeft Teijlie
thans rust. doch de twee overige ce
klassers zullen, toevallig togen elkaar,
het strijdperk komen.
S. J. C., een oude beproefde krachl
de eerste klasse en Blauw Zwart, een n
weling, na een scherpen promotieweètt
gepromoveerd, 't Is moeilijk iets over4
ontmoeting te schrijven. We kennen I
Zwart nog niet voldoende en weten voor
niet, wat S. J. C. dit seizoen zal presli
ren. Afwachten is dus voorloopig de k:
schap.
Lisse II en III moeten ook spelen. r<
pectievelijk tegen R. I. A. I en Geel Will
Zullen ook de lagere elftallen vau
weer van zich afbijten als vorig seizosr
Verder komen ook de reserves van k
den in het veld. Beide elftallen spelen e
thuiswedstrijd, het tweede tegen V. V.!
i.et derde tegen S. N A. II. Dat zal j:
pakken wezen!
O. V. V. I krijgt Edoh II te gf
wij het goed hebben is er bij O V. V
ge verslapping in het vereenieingdr
merkbaar. Komt, Oegstgeestsche k
toont u in het nieuwe seizoen weer i
van den hesten kant en.wint
In het A. V. V.-kamp zal het mor
een drukke dag worden, daar alle elflsl1
in actie zullen zijn.
Het lo elftal trekt met enkele invul
naar Hoornpark om daar te 2 30 uurEi
3 te bekampen. Wij zullen ons aan p
voorspelling wagen, doch wij vertrouw
oat de eerste elftallers en ook de inval)
hun best zullen doen en goed samenspsi
cm een zoo goed mogelijk resultaat lel
reiken.
Het tweede elftal trekt eveneens u
Hoornpark om te 12.30 uur het tweede)
lal van R. I. A. te ontmoeten. Wij
afwachten, wat het tweede elftal in
nieuwe opstelling prestoeren zal. Ik'
er wordt samengespeeld en men een 1
je aan elkaar gewend is, zal het wel f»
Vertrek per fiets tweede elftal te 11
uur en eerste elftal te 1.45 uur
Patronaat
FEUILLETON.
Naar het Fransch, v. H. GREVILLE
23)
In een weiland vroeg Richard.
Ja, het weiland hiernaastZij heeft
liaar kuoeht nooit toe willen slaan op ons
gebied le komen, zoo bang was zij voor
besmetting! Daarom moest hij ginds voor
't lick dat 't weiland afsluit, blijven staan!
Allen lachten, behalve mevrouw Brice
die zichtbaar verstoord was.
Zij weigerde mij Yvelina te laten zien,
onder voorwendsel dat ik hier geweest
was, voegde Richard er aan toe.
Vader, vroeg Karei, als wij van den
winter in Parijs zijn. neemt u dan ook Yve
lina bij u?
liet gelaat van Richard versomberde.
Dat zal nog zoo gemakkelijk niet
gaan, merkte mevrouw Brice op. Ik ken
mevrouw de la Rouveraye al veertig jaar
en ze is altijd erg eigenzinnig cn koppig
geweest! liet is heel wat waard voor een
grootmoeder zooals ik, beneden te komen
wonen in jullie huis! Maar mevrouw de
'Rouveraye.die kan men niet in zijn
woning halen
Dan zal ik nooit een zusje en papa
nooit een dochter hebben, klaagde Karei.
Kom jongen, we zullen nog wel cons
zien wat er te doen is! Houd maar goeden
moedzei Odilia, terwijl zij den knaap
'door de haren streek.
HOOFDSTUK XIII.
Dc b re ede, zware deuren der Madeleine
gingen wijd open, en het zware orgelspel
drong naar buiten als een storm van har
monie. De Mis der eerste H. Communie
was ten einde.
't Was een schitterende Donderdag in
Mei, zooals men niet schooner in Juni zal
aantreffen. De bloeiende kastanjes op het
plein voor do kerk geleken op enorme
bouquetten voor het feest daar neer gezet.
Een menigte deftige dames stonden op de
treden der breede, stecnen trap en zochten
beschutting tegen de heete zon onder hun
veelkleurige parasols. Op het trottoir
wachtten nieuwsgierigen cn voorbijgangers
en zagen diep in de kerk het- geflikker van
een menigte kaarsen tusschen een schat
van bloemen en tapijten.
Teere kinderstemmen zongen een Maria-
lied dat zacht door het orgel word bege
leid. Op den broeden looper in de midden
gang schreden de jeugdige communicanten
naar den uitgang.
En terwijl het orgel zijn laatste af-
scheidstonen uitgalmde en bromde, ver
spreidde die schaar van witte bruidjes,
wier ceintuurs zacht wapperden in een ver-
frisschendc koelte, zich op de treden, de
tra-p eh op de plaats vóór de kerk waar
familie en vrienden hen wachtten.
Yvelina steeg met mevrouw de la Rou-
veraye iu een coupeetje dat voor hen klaar
stond. Bij het heengaan stak het meisje 't
hoofd door het. portier.
Ga zitten Yvelina-, gebood mevrouw de
la Rouveraye, dat is niet behoorlijk!
Het meisje gehoorzaamde en zei:
Ik keek waar grootmoeder Brice en
mevrouw Odilia gebleven waren. Ik geloof
dat zij met Karei -cn papa in den landauer
gestegen zijn.
Je zult nog genoeg tijd hebben om
hen te zien, antwoordde de grootmoeder
met eenige ironie, welke zij voor haar oude
vriendin over had, sinds deze van inzicht
veranderd was door haar bekeering zooals
mevrouw de la Rouveraye zei.
Die ommekeer in mevrouw Brice scheen
de vriendin een ontrouw, een soort ver
raad, en toen Piet zich eens over hun ver
houding, tegenover mijnheer Richard uit
liet, verklaarde hij:
Mevrouw de la Rouveraye is boos op
mevrouw Brice, omdat zij zich nu met
haar schoondochter ophoudt. Mevrouw de
la Rouveraye beklaagde zich onlangs over
haar vriendin die ze afvallig noemde. Ik
heb het recht niet een oordeel over hen
uit te spreken, maar het- schijnt mij toe
•dat het nog zoo'n oneer nie-t is in te zien
dat men geen gelijk had. Ik zeg niet dat
mevrouw Brice vroeger verkeerd handelde,
want- ik wil niet te kort komen aan den
haar verschuldigde» eerbied, maar mijn
heer zal mij niet tegen spreken als ik be
weer dat zij thans veel meer gelijk heeft.
En hoewel mevrouw Brice mij nooit iets
vertrouwelijks heeft mee te deelen, zei ze
me toch op zekeren dag dat ze kwaad
was: Piet ik zal mevrouw de la Rouveraye
nooit vergeven dat zij op die wijze geïnfor
meerd heeft naar Kareis toestand.
Is dat dus werkelijk waar, die ge
schiedenis van dat weiland? vroeg Ri
chard, die opnieuw moest lachen.
Of het.-waar is? Maar mijnheer ik heb
den knecht van mevrouw de la Rouveraye
zelf te woord gestaan. Ik jstond achter een
haag en hij een steenworp verder voor het
hek en zoo riep ik hem het nieuws toe.
Richard glimlachte nog steeds, maar met
verstrooidheid, want- zijn geest was met
andere gedachten bezig.
Sinds dien waren er jaren voorbij ge
gaan, doch de verhouding der beide fami
lies was dezelfde gebleven. Dien dag der
eerste H. Communie had mevrouw de la
Rouveraye niet kunnen nalaten bij mijn
heer Brice te dineeren.
Yvelina's binnenkomen in dc feestzaal
was als een verschijning van een ruiker
witte, frissche rozen. Zij scheen de verper
soonlijking der lente en der jonge bevallig
heid.
Odilia kon een zucht niet onderdrukken.
Was het niet jammer die incarnatie van
een gelukkige jeugd niet bij zich thuis te
hebben? Karei was reeds geheel en al haar
zoon gewerdenals zij nu ook nog dat lie
ve meisje kon veroveren, zou de vreugde
volmaakt zijn.
Weldra zaten de gasten aan den feest-
disch; de "kok had zich zelf overtroffen
om „mademoiselle" eer aan te doen, en de
gewenschte stemming kwam spoedig. Nie
mand was de laatste jaren veel veranderd,
behalve Karei. De ziekte had op Odilia's
gelaat geen zichtbare sporen achtergelaten,
maar de uitdrukking van dat edele gezicht
was tegelijk ernstiger en zachter gewor
den, cn haar gebaren, vroeger eenigszins
kort en juist berekend, hadden nu iets
milds, iels moederlijks.
Het gelaat toonde nochtans eenige vo
ren, een bijna angstige trek lag om den
mond en de goede, zachte oogen waren een
weinig versomberd.
Dat vond zijn oorzaak in Kareis veran
dering die haar zielcleven, of juister ge
zegd haar liarteleven sterk beïnvloedde.
Tot nu loc had Odila slechts voor haar
man alleen geleefd, omdat allen zich
haar afgekeerd hadden. Doch eenski:;
was er tusschen de beide echtgenootcii i
opgroeiende kanap gedrongen, die Odih:
teedorheid vooral en in het vuur on'A
dorst van zijn krachtige ziel,, zou hij
het eenig voorwerp van haar uitstraki
gevcelens willen zijn.
Odilia zag zich genoodzaakt tot ecn«
standige waakzaamheid tijdens de ecs
dagen van die zonderlingo wittebrood
ken. Zoodra zij iemand eenigc genegeok
bewees, of meer dan gewone aand
schonk aan een vreemd kind, verviel
rel in een staat van droefheid die zijn*1
beelding grootelijks verergerde. Dan
weet hij zich bitter dat hij zoolang ttf
haar misdaan bad, overdreef zijniet!'"'
oordeelde zich met een zekere wn
onwaardig haar genegenheid tc kei
ofschoon die hem noodzakelijk was f
worden.
Eerst had Richard de wenkbrauwen I
fronst: die genegenbeidsbetuigingen s*
ncn hem zoozeer de grenzen der reder.'
beid te overschrijden, dat hij ze bijuaw
veinzerij aanzag.
Het was Odilia niet eens zeer f
lijk hem te doen begrijpen dat hij in
reis handelwijze niets anders moest- j*
dan dc buitensporigheden van een fJ1
samengestelde en vurige natuur, op
leeftijd waarop de wereld nog ecn t
kend gebied is voor den kindergeest
wees er haar man verder op, dat men
met strengheid, maar met kalme
den loop van dica onstuimigen stroo®
regelen.
(Wordt vervol?!-