HAROL INGEZONDEN MflEDEOEEUG DE TWEEDE MOEDER. Buitenl. Weekoverzicht. Deze week heelt hier in ons Hollandje een gebeurtenis plaats gegrer waar de gebee!e Hollandsche pers lichtelijk van overstuur was. Nederlandscho journalisten hebben in Den Haag een officieel diner gehouden Dat is op aichzelf niet zoo org, want dat doen ze wel meer, hoor. Maar aan tafel zat mede aan de minister van buitenlandsche zaken jhr. Beelaerts van Blokland. Ook dat is nog niet de clou van de historie, want zooals bekend, is oen journalist bij een minister om zoo te zeggen kind aan huis. Maar het groote leit is de rede, welke de minister daar hieldw over de resultaten van de 8ste zit ting van den Volkenbond. De gcheele Nederlandsche pers was er we iswaar niet tegenwoordig, maar dan toch wel vertegenwoordigd. Al de Maas- en andere bodes, Herauten, Nieuwsbladen van dit en dat. Koeriers, Standaarden en A- sch, B-sch en C-sche couranten stonden or in den geest rondom den minister ge schaard. Tusschen twee haakjes, vindt u de na men van onze kranten niet vreeselijk nuch ter? Wij hebben een „Tijd" zooals de Engel- sche Times en de Fransche Temps, wij hebben bodes, koeriers en andere loopjon gensnamen, wij hebben een „Volk" zooals Frankrijk z'n „Peuple" en Italië zijn „Po pulo" (als 't nog bestaal?) Niets origineels niets bloemrijks, niets dichterlijks. Neen, dan de Oostersche krantennamen, die hebben titels! In Tunis b.v. verschijnen „De Bloem", „De ware leider des Volks", in Egypte: „De Ster uit het Oosten", „Hel Licht"; in Syrië: ,,Dc trouw der Arabieren", „De Achter-elkaar-schrijdenden" (liet beeld van de kudde achter den belhamel), „De Ge- der", „Morgenstond", „De Bliksem", „De IJzeren Knots". Maar de mooiste namen voor zijn dagbladpers bezit Perzië: „De lichtende volle maan", „De verheven ge beurtenissen", „Het Schip der Redding", „Het Morgenrood der Hope", „Het Ge schenk voor de Ontwikkelden" (sic!), „De Donder", „De jonge Lente", ,„De roode Schemering", „Do gloeiende Zon", „De gele Roos", „De Spiegel der Volkeren", Ontwapening. Maar, om terug te kecren tot ons punt van uitgang Jhr Beelaerts van Blokland sprak op dat diner over de ontwapening. Eigenlijk is de term „ontwapening" niet juist, want daarover zullen de eerstvolgende generaties nog wel niet kunnen denken. Wij moeten beginnen, zeide de minister, met beperking der be wapening, n.l stopzetting van den bewa- peningswed'oop, en pas daarna kan men gaan pralen over vermindering der be wapening en pas daarna over ontwape ning. Het is dus nog een lange weg, voor dat de menschheid tot algeheele ontwape ning zal kunnen besluiten. De Nederlandsche delegatie heeft de menschheid een klein stapje op dien weg vooruit geholpen, door den arbeid der voorbereidende commissTê voor de a.s. ont- wapenings- (lees: bewapeningsbeperkings) conferentie een stimu'ans te verleenen door middel van de bekende Nederland sche motie cn vervolgens door de vraag stukken van arbitrage cn veiligheid weer in verband te brengen met de ontwape ningskwestie. Voordat de menschheid tot entwapening kan overgaan moet er een gevoel van veiligheid hcerschen, en in de plaats van beslechting van geschillen door oorlog moet komen beslechting door ar bitrage. De pers kan don arbeid van den Vol kenbond belangrijk ondersteunen. Want waar liet op aankomt is de moreele ont wapening. Het rechtsbewustzijn moet wor den aangekweekt; wij moeten de volken ervan doordringen, dat elke aanval iets onbehoorlijks is, een misdaad. Dat is de laak van de pers. Een funda- menteeele arbeid en een langdurige moei zame arbeid. V o n Hindenburg. Terwijl het dus de laak moet zijn van de pers om de vo'keren vredelievend te maken, is bet wel noodlottig, dat deze zelfde pers steeds ge dwongen is dagelijks melding te maken van oorlog, strijd en tweedracht. Om maar 'ns een klein overzichtje te geven van het politiek aspect van ons wereldje: omplotlen in Spanje, Portugal en Grie kenland. tweedracht onder de bolsjewiki in Rusland, opstand cn vervolging in Mexi co, burgeroorlog in China. Zelfs bij een zoo vreedzaam gebeuren als de 80ste verjaardag van president von Hindenburg komt nog de oorlog te pas. Want heeft Hindenburg zijn opkomst niet te danken aan den grooten wereldoorlog? Bij gelegenheid van zijn 80sten verjaar dag vorigen Zondag is dat alles weer eens opgehaald. Een eigenaardige carrière heeft von Hindenburg gehad. Hindenburg was 67 jaar oud, en zou hij op dezen bijna bijbelschen leeftijd, overle den zijn, dan zouden zich op het oogen- blik ten hoogste een paar Hannoveraan- sche families zich zijner herinnerd hebben als een ietwat zonderling generaal, die men geregeld iederen avond tusschen zijn twee groote honden naar het Lindencafó kon zien wandelen, waar hij dan een glas bier dronk cn wel eens een partij schaak speelde. Destijds was Hindenburg reeds sedert drie jaar gepensionneerd en naar men- schelijkc berekening bad bij niets anders meer te doen, dan op zijn dood te wach ten. Hoewel een man van ijzeren energie lag het toch niet in zijn aard een nieuw arbeidsterrein te zoeken. Wie zou het toen gewaagd hebben aan den gepensionneerde van Hannover te voorzeggen, dat hij zijn keizer als hoofd van het Rijk zou opvolgen? Inderdaad de loopbaan van dezen tachtigjarige is on waarschijnlijker dan de meest romanti sche carrière, die de geschiedenis kent. Iedereen kent den omkeer, dien de oor log, de revolutie en de republiek in het leven van dezen man brachten. Hoewel bij zoowel als opperbevelhebber van het Duitsche leger in den wereldoorlog en daar na als president der republiek de hoogste ambten bekleedde op een wijze, die bewon dering afdwingt, is men het er toch alge meen over eens, dat Hindenburg aller minst een groot intellect is. Hij poseert ook niet a's zoodanig. „Sedert mijn jon gensjaren", zeide hij, „heb ik zolden een boek gelezen dat niet op militaire kwes ties betrekking had!" Maar zelfs als mili tair wordt hij niet algemeen bewonderd. Er moeten in het oude Duitsche leger dui zenden officieren geweest zijn, die oneindig veel knapper waren dan bij. Hij is geen beroemd strateeg en hij heeft de krijgswe tenschap geen stap verder gebracht. Men verzekert zelfs cn waarschijnlijk met recht dat de groote militaire operaties, waaraan zijn naam altijd verbonden zal blijven, het werk waren van anderen. Deze opvatting is in Duilschland algemeen verbreid, maar zij schaadt den roem en het gezag van den ouden veldmaarschalk niet in bet geringste. Er is iets dat meer waard is dan knap heid en intellect en dat is karakter. Hin denburg is een groot man, omdat hij een groot karakter is. Bijna simpel en een voudig vat hij de laak op, die van hem verlangd wordt en hij gaat zijn weg eer lijk, rustig, zonder om te zien. De groote wetenschappelijke en politieke problemen mogen voor hem een gesloten boek zijn, hij kent de algemeen menschelijke overwe gingen en hij iiande't er naar. Eerlijkheid, betrouwbaarheid, vastheid van wil. plichts besef, dat zijn de kenmerken van zijn per soonlijkheid en in tijden, dat alles on derste boven gekeerd wordt, zijn ze meer waard dan schitterend intellect. Mexico. Terwijl aldus een man van karakter als president een eer is voor een republiek en een steun voor het volk, is een karakterloos president, die zijn macht misbruikt een schande voor zijn land en een ergernis voor zijn onderda nen. Gebruik makend van de ontevredenheid, welke liet regiem van Galles in geheel Mexico heeft gewekt, hebben dezer dagen een paar generaals getracht, een opstand uit te lokken met het doel zichzelf aan het bewind te helpen. De opstandige beweging is evenwel bloe dig onderdrukt. De beide leidende gene raals Serrano en Gomez zijn gevangen ge nomen en terecht gesteld. Tegelijkertijd wordt de geesel der kerk vervolging weer eens extra gezwaaid. Her- haa'delijk leest men van executies van z.g. „rebelschë" Katholieken. Is er verband tusschen de soldalenop- standen en de kerkvervolging? Niet alle rebel loerende soldaten zuren Katholiek zijn, maar alle plichtsgetrouwe Katholieken zijn in de oogen van Galles wel rebellen. Eerzuchtige politici zullen zich de al- gemeene onrust ten nutte trachten te ma ken en zoo wordt do godsdienststrijd wel eens gemengd met politieke» strijd. De godsdienststrijd is trouwens zelf ook nog vrij samengesteld. Men moet daarin niet louter zien een baat tegen den Katholieken eeredienst, maar de actie tegen de Kerk gaat gepaard met een actie tegen de vreemdelingen en zeer vele Katholieke geestelijken zijn niet- Mexicanen. De Indianen en halfbloeds zijn langen tijd onderdrukt geweest door de blanke vreemdelingen cn thans nu een halfbloed als Galles aan het bewind is ge komen, wreekt deze den vroegeren toe stand door zich te koeren tegen alles wat onder dat vroegere regiem is tot stand ge bracht. Dat noemt men: nationalisme. De Katholieke Kerk zit daar tusschen, het Katholicisme is gepredikt door de vroegere blanke overheorschers, der halve Toch moet men niet denken, dat de Kerk zich geschaard hoeft aan de zijde van de blanke bovenlaag der bevolking tegen de inheemsche Indianen. Integendeel het on gegronde van den strijd tegen de Kerk blijkt wel uit het feit, dat juist de India nen, dat juist de onderste lagen der meest inheemsche bevolking de trouwste aan hangers zijn van de Katholieke Kerk. Zoolang de bewindhebbers niet inzien, dat zij met hun strijd tegen de Kerk zich zelf op de eerste plaats benadeelen, zal. dit ongelukkige land nooit tot rust ko men. Rakowsky. Ten slotte nog iets over een conflict tusschen Frankrijk en Rusland. Eenigcn tijd geleden hebben de Sovjets een manifest opgesteld ten gunste van de wereldrevolutie, waarin de buitenlandsche militairen werden opgewekt om naar de communisten over te loopen. Dat manifest was mede-onderteekend door Rakowsky, Sovjetgezant te Parijs. De Franschen wa ren daarover woedend en eischten, dat zulk een gezant zou worden teruggeroe pen. Nu kan men zich afvragen of er wel één Sovjetgezant is, die krachtens zijn principes een haar beter is. Maar daar gaat het ten slotte niet om. Degenen, die de terugroeping van Rakowsky eischen, stu ren aan op een breuk met de Sovjets. Juist in dezen tijd, nu er onderhande lingen gaande waren over de erkenning der oude Russische schulden, is dit inci dent zeer storend. Do regeering schijnt evenwel van deze onderhandelingen wei nig te verwachten, want zoo juist bereikt ons het bericht dat de Fransche regee ring te Moskou een nota heeft doen over handigen, waarin formeel de terugroeping van Rakowsky wordt geëischt. REUKLOOS HAARWATER bevordert de zindelijkheid van Uw haar. De kwaliteit is zeker goed, wanneer U vraagt naar Verkrijgb. bij Drogisten in flacons 30 en 45 ct. Voor Engros: Fa. F. VAN DORP, Leiden STADSNIEUWS BRIEVEN VAN EEN WANDELAAR. XX. Zoo behoort dan de 3 Octobexviering weer tot het verleden. Nog klinken in ons na. de zoo verheffende feestliederen door do massa woelige feestgangers uitgebruld langs de straat. Ik heb den heelen dag nog geprofiteerd van de feestuitingen van de Leidsche- en bui tenstadsche feestgangers en ik vond het vaak een ergernis de nare en ordinaire liedjes te moeten hooren, wel ke in alle banaalheid rondklonken. Wat is er toch nog een stuk op te voeden in ons feestend volk; wat moet er nog duchtig geschaafd worden aan wat men verstaat onder feestvreugde! Welk soort duivel hier ten troon zit, is zoo juist niet te zeggen, doch dat het een van dc beste is, valt te betwijfelenHet is gewoonweg een schandaal dat eenigc benden brood dronken menschen zich niet ontzien bet ve nijn igsto zedeloozo vuil in eenige manko dichtregelen onder do massa te gooien en anderen te ergeren. Waar blijft nu de ver edeling van deJi volkszang? Is ons volk dan inderdaad zoo hardleorsch. dat het in de da-gen van feesten niet eens grijpt naar de voor de hand liggende liederen? En. vooral hier, op dezen dag, die ais een nationale feestdag wordt aangemerkt-, geen enkel volkslied, geen sikkepitje kostelijke humor, of geestige zangerigheid! Banaal, plat en op het kantje af, vaak er over heen, ziedaar het gehalte van de 3 October feestvreugde. En in onze vaderlandsche litteratuur zijn zoovele mooie-, echte producten van volkshumor en volksvreugde. Wat al schat ten van vaderlandsche liederen, bezingen- do de historische gebeurtenissen, do feestende en droevige momenten van land en volk. Wat boert en vroolijkheid klinkt op uit die oudere- en jongere liederen. Doch men kent ze niet! De massa sluit de oogen, houdt de ooren toe alsof het ach terlijk is om die producten te kennen en bovendien te zingen. Dat men nu niet meene dat aan dit euvel mank gaan de z.g. mindere klasse dor bevolking. Ook onder de betere gaat nog te veel schuil den wil t-ot verheffing van het peil der te zingen liederen. Een mensch, die vroolijk is, die feest viert, wil zingen, wil zich uiten in een lied. Accoord, doch dat sluit niet in, dat er dan moet worden geput uit de droezige voorraden, die, helaas, nog erger worden gemaakt, door do verbastering van den tekst, die vaak uitloopt op een perverse conclusie! Da-t is jammer, die ontsiering van onze volksfeesten door die banaliteiten. Wat zou de feestdag blijder, ede-ler stemming hebben, als alom do feestzang in edeler stijl opklonk en recht werd gedaan aan do toch maar hooger en edeler smaak reikhal zende massa. Want een volk, dat zich zelf vergooit, is geen knip voor den neus waard. En alle feestvreugde, in den door ons veroordeelden toon gehouden, trekt naar omlaag en vergooit het fatsoen, ter wijl een edeler lied, een vaderlandsch lied den feesttoon in belangrijke mate verhoogt en het feestvennaak veredelt, tot voldoe ning tevens van hen die het tot uiting brengt-, ook van den hoorder, die zich tot medevieren zal voelen opgewekt-, orudat een zoodanig gevierd feest verheft en edeler genoegens verschaft. Ook op ander muzikaal gebied liet het dien dag nog wel wat te wenschen over. Er is geen orde in het verleenen van vergun ningen tot bet maken van muziek. En daardoor krijgt men juist die chaos. Zijn de slag-, strijk- tokkel-, blaas- en overige instrumenten vaak een machtig hulpmid del bij wat ik boven reeds aangaf; nu ont brak alle samenhang en juist wat al die ongecontroleerde muziekmakende verschei denheden ten gehoore brachten was de ba naliteit nog te boos. Want' waar het volk heusch geen uit- noodiging van noode heeft om tot banali teiten te komen, ware het beter geweest al dat instrumenten-gejank wat te sortee- ren en slechts datgene toe te laten wat er niet op ingesteld was om tot omlaagt-rek- ken van het peil van het lied te lokken. Het gaat er mee als met zoo vele dingen in het leven: men ziet er langs heen en zoekt vaak in geheel andere richting, een oplossing, terwijl die voor de hand ligt en zooals hier ook binnen de bevoegdheid van hen die voorschriften en bepalingen kun nen geven en toch ook geroepen zijn een steentje bij te dragen aan de verheffing van de smaak van de massa en veredeling van volksvermaken, die in zoo hooge mate kunnen bijdragen tot verhooging van va derlandsch liefde en beleving van de ge beurtenissen voor een volk van historische en cultureelo waarde. Wandelaar. SPORT VOETBAL. R. K- FEDERATIE. Overzicht. Naar het zich laat aanzien zal de com petitie dit jaar een vlot verloop hebben. De nieuwe Overganger in ons District, Lisse, staat nl.-al voor den tweeden wed strijd en aangezien er in Lisse niet dik wijls sprake zal zijn van afgekeurde terrei nen kan men verzekerd zijn van een den gang van zaken. Do wedstrijd van morgen gaat tege E. A., een niet gemakkelijke tegenslag Zulks ondervond H. B C. nog jl. Zon Toch behoeven we niet bang te'zijn Lisse dc mindere zal zijn. indien zij tegenpartij niet onderschat en daar- hebben we geen reden. Play up senareu! Ook dc Leidsche Federatieclub, de R S V. „Leiden", zal morgen de coniDe beginnen. De Graaf "Willem-reserves de eerste tegenpartij van de rood-z Leidenaars. Wat kunnen we heter doen dan aan begin van het nieuwe seizoen den I&l naars het beste toe te wenschen in competitie. Leiden heeft altijd met Lisse een v6 name rol gespeeld in het Leidsche Di$tï; I-oiden en Lisse waren rivalen in den str om het eerste klasse-kampioenschap' den D. H. V. B., waarhij Leiden ten won om het eerst do R. K. Federation lien te gaan. Doch Lisse gaf zich nieh wonnen, en volgde, om na een één-jij verblijf reeds promotie te maken naari Overgang. Laat Leiden nu zorgen goedo voorbeeld van Lisse te volgenl Daarvoor is noodig van meet af f£ aan te pakken, opdat niet onnoodig ten verloren gaan, hetgeen zich later malen wreekt. Waar de Leidenaars verlangend, naar strijd, wijl Teeds twee vastgesL wedstrijden werden afgelast, gelooveih dat zij zich morgen geheel zullen Waar de Graaf Willem-reserves volk zoo mogelijk met een versterkte ploeg," komen, weten, de roodzwarten wat hói doen staat. Goed succes! Wedstrijdprogramma voer a.s. Zomfe; Overgangsklasse G. Schiedam: ExcelsiorH. B. C. Lisse: LisseG. D. A. Tweede klasse H. Den Haag: Graaf Willem IILeiden 2.5: Den Haag: Lenig en SnelBuiven. DIOG. HAARL. BOND. Overzicht. Een flink programma voor morgen,: belooft wat! Als nu het weer, do spelï de scheidsrechters maar meewerken, i wordt het een goede wedstrijddag. In het Leidsche district heeft Teijlie thans rust. doch de twee overige ce klassers zullen, toevallig togen elkaar, het strijdperk komen. S. J. C., een oude beproefde krachl de eerste klasse en Blauw Zwart, een n weling, na een scherpen promotieweètt gepromoveerd, 't Is moeilijk iets over4 ontmoeting te schrijven. We kennen I Zwart nog niet voldoende en weten voor niet, wat S. J. C. dit seizoen zal presli ren. Afwachten is dus voorloopig de k: schap. Lisse II en III moeten ook spelen. r< pectievelijk tegen R. I. A. I en Geel Will Zullen ook de lagere elftallen vau weer van zich afbijten als vorig seizosr Verder komen ook de reserves van k den in het veld. Beide elftallen spelen e thuiswedstrijd, het tweede tegen V. V.! i.et derde tegen S. N A. II. Dat zal j: pakken wezen! O. V. V. I krijgt Edoh II te gf wij het goed hebben is er bij O V. V ge verslapping in het vereenieingdr merkbaar. Komt, Oegstgeestsche k toont u in het nieuwe seizoen weer i van den hesten kant en.wint In het A. V. V.-kamp zal het mor een drukke dag worden, daar alle elflsl1 in actie zullen zijn. Het lo elftal trekt met enkele invul naar Hoornpark om daar te 2 30 uurEi 3 te bekampen. Wij zullen ons aan p voorspelling wagen, doch wij vertrouw oat de eerste elftallers en ook de inval) hun best zullen doen en goed samenspsi cm een zoo goed mogelijk resultaat lel reiken. Het tweede elftal trekt eveneens u Hoornpark om te 12.30 uur het tweede) lal van R. I. A. te ontmoeten. Wij afwachten, wat het tweede elftal in nieuwe opstelling prestoeren zal. Ik' er wordt samengespeeld en men een 1 je aan elkaar gewend is, zal het wel f» Vertrek per fiets tweede elftal te 11 uur en eerste elftal te 1.45 uur Patronaat FEUILLETON. Naar het Fransch, v. H. GREVILLE 23) In een weiland vroeg Richard. Ja, het weiland hiernaastZij heeft liaar kuoeht nooit toe willen slaan op ons gebied le komen, zoo bang was zij voor besmetting! Daarom moest hij ginds voor 't lick dat 't weiland afsluit, blijven staan! Allen lachten, behalve mevrouw Brice die zichtbaar verstoord was. Zij weigerde mij Yvelina te laten zien, onder voorwendsel dat ik hier geweest was, voegde Richard er aan toe. Vader, vroeg Karei, als wij van den winter in Parijs zijn. neemt u dan ook Yve lina bij u? liet gelaat van Richard versomberde. Dat zal nog zoo gemakkelijk niet gaan, merkte mevrouw Brice op. Ik ken mevrouw de la Rouveraye al veertig jaar en ze is altijd erg eigenzinnig cn koppig geweest! liet is heel wat waard voor een grootmoeder zooals ik, beneden te komen wonen in jullie huis! Maar mevrouw de 'Rouveraye.die kan men niet in zijn woning halen Dan zal ik nooit een zusje en papa nooit een dochter hebben, klaagde Karei. Kom jongen, we zullen nog wel cons zien wat er te doen is! Houd maar goeden moedzei Odilia, terwijl zij den knaap 'door de haren streek. HOOFDSTUK XIII. Dc b re ede, zware deuren der Madeleine gingen wijd open, en het zware orgelspel drong naar buiten als een storm van har monie. De Mis der eerste H. Communie was ten einde. 't Was een schitterende Donderdag in Mei, zooals men niet schooner in Juni zal aantreffen. De bloeiende kastanjes op het plein voor do kerk geleken op enorme bouquetten voor het feest daar neer gezet. Een menigte deftige dames stonden op de treden der breede, stecnen trap en zochten beschutting tegen de heete zon onder hun veelkleurige parasols. Op het trottoir wachtten nieuwsgierigen cn voorbijgangers en zagen diep in de kerk het- geflikker van een menigte kaarsen tusschen een schat van bloemen en tapijten. Teere kinderstemmen zongen een Maria- lied dat zacht door het orgel word bege leid. Op den broeden looper in de midden gang schreden de jeugdige communicanten naar den uitgang. En terwijl het orgel zijn laatste af- scheidstonen uitgalmde en bromde, ver spreidde die schaar van witte bruidjes, wier ceintuurs zacht wapperden in een ver- frisschendc koelte, zich op de treden, de tra-p eh op de plaats vóór de kerk waar familie en vrienden hen wachtten. Yvelina steeg met mevrouw de la Rou- veraye iu een coupeetje dat voor hen klaar stond. Bij het heengaan stak het meisje 't hoofd door het. portier. Ga zitten Yvelina-, gebood mevrouw de la Rouveraye, dat is niet behoorlijk! Het meisje gehoorzaamde en zei: Ik keek waar grootmoeder Brice en mevrouw Odilia gebleven waren. Ik geloof dat zij met Karei -cn papa in den landauer gestegen zijn. Je zult nog genoeg tijd hebben om hen te zien, antwoordde de grootmoeder met eenige ironie, welke zij voor haar oude vriendin over had, sinds deze van inzicht veranderd was door haar bekeering zooals mevrouw de la Rouveraye zei. Die ommekeer in mevrouw Brice scheen de vriendin een ontrouw, een soort ver raad, en toen Piet zich eens over hun ver houding, tegenover mijnheer Richard uit liet, verklaarde hij: Mevrouw de la Rouveraye is boos op mevrouw Brice, omdat zij zich nu met haar schoondochter ophoudt. Mevrouw de la Rouveraye beklaagde zich onlangs over haar vriendin die ze afvallig noemde. Ik heb het recht niet een oordeel over hen uit te spreken, maar het- schijnt mij toe •dat het nog zoo'n oneer nie-t is in te zien dat men geen gelijk had. Ik zeg niet dat mevrouw Brice vroeger verkeerd handelde, want- ik wil niet te kort komen aan den haar verschuldigde» eerbied, maar mijn heer zal mij niet tegen spreken als ik be weer dat zij thans veel meer gelijk heeft. En hoewel mevrouw Brice mij nooit iets vertrouwelijks heeft mee te deelen, zei ze me toch op zekeren dag dat ze kwaad was: Piet ik zal mevrouw de la Rouveraye nooit vergeven dat zij op die wijze geïnfor meerd heeft naar Kareis toestand. Is dat dus werkelijk waar, die ge schiedenis van dat weiland? vroeg Ri chard, die opnieuw moest lachen. Of het.-waar is? Maar mijnheer ik heb den knecht van mevrouw de la Rouveraye zelf te woord gestaan. Ik jstond achter een haag en hij een steenworp verder voor het hek en zoo riep ik hem het nieuws toe. Richard glimlachte nog steeds, maar met verstrooidheid, want- zijn geest was met andere gedachten bezig. Sinds dien waren er jaren voorbij ge gaan, doch de verhouding der beide fami lies was dezelfde gebleven. Dien dag der eerste H. Communie had mevrouw de la Rouveraye niet kunnen nalaten bij mijn heer Brice te dineeren. Yvelina's binnenkomen in dc feestzaal was als een verschijning van een ruiker witte, frissche rozen. Zij scheen de verper soonlijking der lente en der jonge bevallig heid. Odilia kon een zucht niet onderdrukken. Was het niet jammer die incarnatie van een gelukkige jeugd niet bij zich thuis te hebben? Karei was reeds geheel en al haar zoon gewerdenals zij nu ook nog dat lie ve meisje kon veroveren, zou de vreugde volmaakt zijn. Weldra zaten de gasten aan den feest- disch; de "kok had zich zelf overtroffen om „mademoiselle" eer aan te doen, en de gewenschte stemming kwam spoedig. Nie mand was de laatste jaren veel veranderd, behalve Karei. De ziekte had op Odilia's gelaat geen zichtbare sporen achtergelaten, maar de uitdrukking van dat edele gezicht was tegelijk ernstiger en zachter gewor den, cn haar gebaren, vroeger eenigszins kort en juist berekend, hadden nu iets milds, iels moederlijks. Het gelaat toonde nochtans eenige vo ren, een bijna angstige trek lag om den mond en de goede, zachte oogen waren een weinig versomberd. Dat vond zijn oorzaak in Kareis veran dering die haar zielcleven, of juister ge zegd haar liarteleven sterk beïnvloedde. Tot nu loc had Odila slechts voor haar man alleen geleefd, omdat allen zich haar afgekeerd hadden. Doch eenski:; was er tusschen de beide echtgenootcii i opgroeiende kanap gedrongen, die Odih: teedorheid vooral en in het vuur on'A dorst van zijn krachtige ziel,, zou hij het eenig voorwerp van haar uitstraki gevcelens willen zijn. Odilia zag zich genoodzaakt tot ecn« standige waakzaamheid tijdens de ecs dagen van die zonderlingo wittebrood ken. Zoodra zij iemand eenigc genegeok bewees, of meer dan gewone aand schonk aan een vreemd kind, verviel rel in een staat van droefheid die zijn*1 beelding grootelijks verergerde. Dan weet hij zich bitter dat hij zoolang ttf haar misdaan bad, overdreef zijniet!'"' oordeelde zich met een zekere wn onwaardig haar genegenheid tc kei ofschoon die hem noodzakelijk was f worden. Eerst had Richard de wenkbrauwen I fronst: die genegenbeidsbetuigingen s* ncn hem zoozeer de grenzen der reder.' beid te overschrijden, dat hij ze bijuaw veinzerij aanzag. Het was Odilia niet eens zeer f lijk hem te doen begrijpen dat hij in reis handelwijze niets anders moest- j* dan dc buitensporigheden van een fJ1 samengestelde en vurige natuur, op leeftijd waarop de wereld nog ecn t kend gebied is voor den kindergeest wees er haar man verder op, dat men met strengheid, maar met kalme den loop van dica onstuimigen stroo® regelen. (Wordt vervol?!-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 10