Letteren en Kunst
EEN PHENOMENAAL ORGANIST.
door S.
Het Rembrandt-theater te Amsterdam
jubileert. De directio heeft alles op haren
en snaren gezet, om dit jubileum op kunst,
ïinnige wijze te vieren.
Er is in de eerste plaats een groot nieuw
concert-orgel geplaatst, waarvan men in de
orchestra niet anders ziet dan de speeltafel
in den vorm van een groot harmonium met
drie klavieren en pedaal. Het eigenlijke or
gel zit verborgen onder het tooneel, terwijl
het echowerk, als harp, klokkenspel en
verder slagwerk boven achter in 't gebouw
zijn aangebracht. Het materiaal is prach
tig en voldoet aan alle eischen. Slechts
zouden wij, wanneer met vol werk wordt
gespeeld, het klankvolume nog gaarne wat
zwaarder hebben gehad.
Het concertorgel in de bioscoop eischt
een nieuwe fase in de samenstelling van het
orgel. Zooals men weet, is het orgel tot hel
einde der 18de eeuw bijna uitsluitend voor
kerkelijke doeleinden'gebruikt. Orgelcom
posities, men denke aan Bach, hadden
steeds een gewijde strekking. Do moderne
concertzaal is een schepping van do 19de
eeuw. De wereldlijke toonkunst maakt zich
los van de vorstenhoven en de salons der
aanzienlijken. In do grooto concertzalen
komt het concertorgel, dat anders van sa
menstelling mag zijn dan het kerkorgel,
maar toch ook bijna uitsluitend wordt
gebruikt bij oratorische en sommige sym-
ohonische werken. Meestal is de strekking
laarvan gewijd, maar een kerkorgel zou
n 't algemeen voor de concertzaal te stug
ijn. Het karakter der zaal is anders; de
mentaliteit van den concertgangers anders
dan die van den kerkganger.
Het orgel in do bioscoop heeft meer een
andere rol te vervullen. Men moet er zoo
noodig dezelfde klankkleuren mee kunnen
verkrijgen als met een kerk- of concert
orgel. Maar de dispositie moet zijn van
loodanigen aard, dat er nog geheel andere
kleuren en andere stemmingen mee te be
reiken zijn in verband met de voortdurende
en sensationeelo wisseling van het film
beeld. Do sensaties zijn er zoo heel anders,
omdat het zichtbare door het hoorbare
moet versterkt en geïllustreerd worden. Het
orgel is een onmisbaar element geworden
van de groote theaters en wanneer de bios
coop goed wordt geëxploiteerd, d.w.z- zoo
danig dat de zakelijke onderneming haar
oogen niet gesloten houdt voor do cultu-
reelo belangen van het publiek, dan wordt
het concertorgel in de bioscoop een niet te
onderschatten hulpmiddel voor de muzi
kale opvoeding van het publiek. We hébben
ons daarvan kunnen overtuigen.
Voor haar 25-jarig jubileum heeft de
directie van het R.-theater Hubert Cuy-
pers opgedragen een concert voor orgel en
orkest te componeeren en dat gedurende
een week zelf te spelen intusschen is al
les met een week geprolongeerd.
Wij zijn in de gelegenheid geweest, dit
werk een paar malen door den componist
to ho oren uitvoeren.
Een enkel woord over do compositie.
Het Allegro Maestoso vangt aan met een
kort rhythmisch motief, dat van 't octaaf
van den grondtoon naar dominant en dan
met een sprongetjes aan den grondtoon
gaat. Het weldra volgende tweede thema
is meer lyrisch van karakter. En dan volgt
do bewerking en doorwerking van beide
motieven naar klassieken trant, maar vol
verrassingen en fijne wendingen. Het is
alles licht en doorzichtig en van een zeld
zame klankenweeldc. Bizonder schoon zijn
ook de cadenzen, welke de componist uit
voert, terwijl het orkest zwijgt-
In het tweede gedeelte der compositie is
een statig choral van Bach verwerkt:
„Vom Himmel hoek, da komm ich bei".
Dit tweede gedeelto geeft het geheele werk
een religieus karakter- Het was muisstil
in de zaal en uit het gespannen luisteren
der menschenmassa bij elke voordracht
driemaal per dag! blijkt wel, dat het bios
cooppubliek nog wel voor andere stemmin
gen vatbaar is, dan do grof sensationeele.
Het derde deel is een menuet en in de
finale, de doorwerking en triomphante apo
theose van alles trof wel zeer bizonder het
mooie breed uitgolvende zangthema.
Dat een dergelijke compositie door het
bioscoop-publiek bij elke uitvoering met uit
bundig applaus wordt beloond, is wel een
bewijs, dat de groote menigte composities
van hoog gehalte nog wel weet te waardee-
ren. Het is ons een bewijs, dat de bioscoop
nog wel wat anders kan geven dan banale
deunen en Jazz-geratel, terwijl toch precies
dezelfde instrumentale middelen worden
aangewend, maar nu in perfect muzikale
samenstelling. En het is o.i. meteen 'n vin.
gerwijzing voor heeren bioscoop-onderne
mers, dat artistieke verfijning aan de za
kelijke baten geen afbreuk behoeven te
doen.
En nu het spel zelf. Omdat de componist
zelf achter het orgel zat, is dat strikt ge
nomen niet goed van de compositie te
scheiden. Maar dit willen we er toch van
zeggen: het was phenomenaal!
Er gaan sinds jaren geruchten, dat Hu-
bert Cuypers een befaamd organist ig.Maar
het is tot dusverre steeds een klank uit de
verte geweest. Slechts een enkele maal
hoorde men hem begeleiden of improvi-
seeren op een groot kerkorgel, dat zijn ta
lenten waard was. Maar nu hebben we hem
gehoord en gezien in zijn volle kracht
van groot orgelkunstenaar. Nu spreekt de
faam nadrukkelijk en reeël tot de 50 of 80
duizend menscken, die dezer dagen het
Rembrandt-theater bezoeken. Met onge
looflijke vaardigheid gebruikt Cuypers
handen en voeten om het machtige instru
ment de fijnste trillers, het innigste klok-
jesspel to ontlokken, het te doen schokken
en daveren van dramatiek, terwijl ner
gens de grens van het teveel wordt over
schreden. Er blijft onder alles door een
helderheid en bekeersching, die aan Mo
zart doet denken. In alles is gratie. Gratie
is het lichte, dat nooit werkelijk wordt, het
el anke, het innige, dat innerlijk sterk
blijft. Gratis is het beweeglijke, dat niet
karakterloos uitvloeit en niet versterkt in
den vorm; het soepele, dat golft van inge
bonden kracht. Zoo is het spel van Cuy
pers, gracieus, bevallig en meteen sterk en
krachtig. De hoogspanning van het kun
stenaarstemperament, dat zich niet over
spant; de beheerschte passie van den
kunstenaarswil; het is geniaall
Aan de directie van het Rembrandt-
theater hulde, dat zij na deze schitterende
compositie alles verder in Rococo-stijl
hield, zoodat een artistiek geheel werd
bereikt. Eerst een Rococo décor onder
prachtige lichtwerking, waarbij in 18de.
eeuwsch costuum een zangeres optrad, die
heel mooi eenige oude liederen zong. En
vervolgens de hoofdfilm: „Au der schonen
blauen Donan", die aardige beelden geeft
uit het vlotte, vroolijke Weensche leven
van vóór den oorlog als Johann Strauss
nog de bals van den Hofburg leidt.
Vermelden wij tenslotto nog, dat de diri
gent Henckenroth, mede zijn uiterste
krachten inspande om de compositie van
Cuypers tot haar recht te doen komen.
„Dat is muziek"!
VOOR HSJSS EM HOF.
FRAMBOZEN.
In het tuintje van den liefhebber waar
voor een vruchtboom van eenige beteeke-
nis de ruimte ontbreekt, is toch nog altijd
voor enkele frambozenstruiken nog wel
een plaatsje te vinden, ze zijn bij een be
hoorlijk onderhoud voor onze kleine tui
nen als geknipt. Ten opzichte van het
zonlicht is de framboos spoediger tevre
den dan vele andere vruchtensoorten.
Toch mag men hiermee natuurlijk niet
overdrijven, door de frambozen in een of
andere onvruchtbare hoek van den tuin
te planten welke nergens anders voor
deugt Dat bij zulk een behandeling, wal
eigenlijk een mishandeling is, op op
brengst wat kwaliteit en kwantiteit betreft,
ver beneden het middelmatige blijft ligt
voor do hand.
De framboos (Rubus I d a c u s) be
hoort tot de oud adelijke familie der Ro-
saceeën is een hecsterachtig gewas en
staat tusschen de houtachtige gewassen en
vaste planten in. De stengels zijn tweejarig
het eerste jaar zijn ze week, om tegen
het najaar iewat houtachtig te worden,
het tweede jaar geven ze vrucht om daar
na af te sterven. Gelijktijdig zijn er weer
nieuwe stengels ontstaan, met een belofte
voor het volgende jaar. Hoe krachtiger
deze stengels zich ontwikkelen, hoe grooter
de kans op een bevredigenden oogst is.
Doordat er meerdere stengels ontstaan
dan voor een behoorlijke oogst noodig is,
kunnen die welke er te veel zijn voor de
voortteling gebruikt worden. Hebben wij
ze daarvoor niet noodig, dan moeten ze
eenvoudig worden verwijderd.
Bij nieuwe aanplant van frambozen
worden eenjarige worteluitloopers geno
men. Het eerste jaar na de planting is de
oogst nog van bijna geen beteekenis, ja
't is zelfs beter dat de plant het eerste
jaar al haar krachten besteed voor de
ontwikkeling van jonge scheuten voor 't
volgende jaar, daarom snijden wij de jon
ge planten 40 a 50 c.M. boven den grond
af. Evenals alle andere gewassen welke
meerdere jaren achtereen op de zelfde
plaats blijven staan, moet de grond jaar
lijks flink worden bemest. In vele gevallen
hoort men bij liefhebbers de klacht, dat
de frambozen jaarlijks in opbrengst ach
teruitgaan. En dat vind voornamelijk zijn
oorzaak hierin, dat er veel te veel jonge
scheuten aanwezig zijn en er geen bemes
ting wordt gegeven.
Er zijn verschillende kweekmet bodes
welke in hoofdzaak met elkaar overeenko
men doch in onderdeelen van elkaar ver
schillen.
Onverschillig welke kweekwijze ge
volgd zal worden, vóór tot het planten
mag worden overgegaan, moet de grond
degelijk en flink diep worden gespit. Bij
het uitplanten moet reeds, met de wijze
waarop later het aanbinden zal plaats
hebben, rekening worden gehouden. Op
drie wijzen worden frambozen uitgeplant,
ten eerste als alleenstaande plant, ten
tweede eveneens als alleenstaande plant
voor den teelt op rijen en ten derde de
teelt aan hagen. De eerste manier wordt
in toepassing gebracht als er tusschen
lage vruchtboomen nog zoo hier en daar
een plekje open is voor een frambozen-
struik, terwijl de tweede en derde manier
bij tlÈschenbeplanting of op het open veld
in aanmerking- komt.
De teelt op struiken aan rijen, waarbij
de scheuten aan opgaande stQkken of ge
spannen draden werden aangebonden
komt het meest voor. De struiken worden
op rijen geplant met een onderlingen af
stand van 1 Meter. Komen er meerdere
rijen naast elkaar dan houden wij de rij
afstand op 1.25 M. Onkruiden en jonge
scheuten uit de paden geregeld weghou
den is een vereischte.
Aanbevelenswaardige soorten zijn Su
perlatief en de verbeterde Hornet. Do laat
ste is belangrijk later doch heeft daarom
zeer weinig te lijden van de z.g. worm. De
vruchten zijn groot en lekker. Voor be
mesting geve men jaarlijks wat koemest
of een goede samenstelling van kunstmest.
M.
Nederiandsch Oost-lndië
INDISCHE TOESTANDEN.
WIJZIGING INDISCHE STAATS
REGELING
K. I. P. schrijft ons:
Reeds veel is er over dit onderwerp ge
sproken, nog meer geschreven. Van ver
schillende zijden heeft men zich sterk ge
kant getoond tegen een Inlandsche meer
derheid in den Volksraad omdat men ver
onderstelt, dat er onder de Inheemschen
nog geen voldoend aantal krachten worden
aangetroffen, die capabel geacht kunnen
worden om de Regeering van dit land ter
hand te kunnen nemen.
Het is een zeker feit, dat de geestelijke
ontwikkeling van deze landen nog van te
recenten datum is om reeds een voldoend
aantal zoo veelzijdig ontwikkelden te kun
nen opleveren, hetgeen toch In de eerste
plaats noodig is voor het met vrucht bestu
ren van een beschaafd land.
Even natuurlijk is de drang van het jon
gere, nationale geslacht, daartoe een voor
beeld nemend aan andere landen, naar het
ideaal van een vaderland onder Bestuur
van eigen landskinderen. Dit is niet meer
dan natuurlijk en billijk.
Maar, een oud-Hollandsch spreek
woord zegt: Keulen en Aken zijn niet op
één dag gebouwd. Evenmin in Ncder-
landsch-Indië.
Nederlandsch-Indië is sedert meer dan
drie honderd jaren een Koloniaal Rijk, be
stuurd door Nederlanders, een deel van
Nederland, vormend 't groot-Nederlandsche
Rijk-
In vorige eeuwen heerschte overal op de
wereld de macht van den sterkste (tegen
woordig niet meer?) en was de handel met
do Koloniën erop ingericht, om van die
Koloniën zooveel mogelijk partij te trek
ken voor het Moederland. Toch bracht
die handel veel goeds mede, niet alleen
voor dat Moederland, maar ook voor de
betreffende Koloniën. Men denke slechts
aan de weliswaar gedwongen cultures, die
hier ibgevoerd zijn, en waarvan de bevol
king nu toch onverkort de voordeelen ge-
riet.
Vóór de Hollanders hier waren, heerschte
hier toch een regiem van onderlinge oor
logen en verdrukking, dat 'hans geheel
verdwenen is sedert langvervlogen dagen.
Men mag toch gerust aannemen dat, zon
der de overheersching van een Westersche
Mogendheid, hier niet die welvaart zou
heerschen, waarop thans de Regeering met
trots mag wijzen. Zouden hier de prachtige
wegen, de spoorwegen, de schitterende ir
rigatie en zoovele andere grootsche werken
bestaan, indien een Westersche kolonisec-
rende Mogendheid die niet hier had ge
bracht?
En bovenal voor een oogenblik prin-
cipieele kwesties terzijde stellend heeft
Nederland niet meerdere van zijn beste
zonen naar hier gezonden om dit land te
maken tot wat het heden is, een der meest
welvarende landen der wereld? Is het nu
wel fair om den nog niet voltooiden ar
beid van dat Moederland te onderbreken
door zich zoo spoedig mogelijk van den
leermeester te ontdoen? Om van een eco
nomische ondergang nog niet te spreken,
want men kan toch niet verwachten dat
vertrouwen geschonken wordt aan een
land, waarvan de staatsopvoeding nog niet
voltooid is.
Een inheemsche meerderheid in den
Volksraad komt ons voor het oogenblik
absoluut uit den booze voor omdat alles
er op wijst, dat de strooming, welke zich
nu reeds openbaart, namelijk een samen
gaan van alle Inheemsche leden met de
leden van de Westersche roode en rose
partijen, met alles wat daartusschen ligt,
tegen de goedwillende Westersche minder
heid gericht is.
Bij een Inheemsche meerderheid zou dit
feit nog veel sterker geaccentueerd worden
Immers, heeft niet de heer Djajadiningrat,
die toch zeker wel geacht mag worden het
Inheemsche element' au front te kennen,
kort geleden zijn zienswijze bekend ge
maakt door te verklaren, dat volgens zijn
overtuiging een Inheemsche meerderheid
in de Volksraad zeer zeker die meerder
heid in nog sterker nationalististische
richting zou sturen.
Wat zou daarvan het gevolg zijn?
Volgens onze meening ligt er echter nog
een geheel andere en veel betere weg open
■die alle partijen zou kunnen bevredigen. Ik
bedoel een soort federatie van Neder-
landsch-Indische Staten. Elk volk van de
zen Archipel, Javanen, Soendaneezen,
Madoereezen, Boegineezen, Menangira-
bouers, Batakkers, Baliërs, Lombokkers,
enz., enz-, zou in het eigen land bestuurd
kunnen worden door eigen menschen, met
een Nederiandsch Raadsman als Adviseur,
en Nederlandsche ambtenaren om de goe
de tenuitvoerlegging van Wetten van Alge
meen Bestuur Federale Wetten te
controleeren.
Van elk volk zou dan een of twee afge
vaardigden tezamen een Federalen Raad
kunnen vormen, met een evengroot aantal
Europeesche leden. Uit dien Federalen
Raad zou dan een College gekozen kun
nen worden, wederom met een gelijk aan
tal Inheemsche en Europeesche leden, dat
dan rechtstreeks het verband met de Hooge
Regeering in Nederland zou kunnen vor
men ten opzichte van Buitenlandsche poli
tiek en Nederlandsche wetten. De Federale
Raad zou de Algemeene Nederlandsch-Indi-
sche Federale Wetgeving Leger en Vloot
kunnen behandelen.
Op deze wijze zou elk Volk zijn eigen
binnenlandsche- Wetten bezitten, elk Volk
zou evenveel zeggingsmacht hebben in den
Federalen Raad voor Algemeeüu Wetten
en voor het contact met Nederland. Men
zou op deze wijze een soliede eenheid vor
men in de Aziatische Statenwereld, en te
vens do beproefde leiding behouden van
terzake kundige mannen. Langzamerhand
zou men dan leeren op eigen wieken te
drijven en gelijdelijk desgewenscht het
Europeesche element uitschakelen. Dat zou
dan echter zonder schokken geschieden
kunnen met behoud van een innigen
vriendschapsband met Nederland, een
band. ook van dankbaarheid.
Nog volstrekt onmondige landen, zooals
b.v. Nieuw Guinea, Centraal Borneo e-d.,
zouden door Europeesche Bestuursambte
naren vertegenwoordigd kunnen worden,
totdat ook zij „mondig" zijn.
Alle leden van den Federalen Raad zou
den gekozen leden moeten zijn, die voorde
z.g. onmondige gebieden zouden door de
andere leden eveneens gekozen kunnen
worden. Alleen de Bestuurders van laatst
genoemde gebieden zouden door de Regee
ring (den federalen Raad) aangewezen of
gkozen moeten worden.
Het komt ons voor dat op deze wijze
alle partijen bevredigd zouden kunnen
worden.
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
De Kantonrechter te Leiden heeft ver
oordeeld:
Wegens overtreding der pol. verordening
der gemeente Leiden: C. J. van H.; P. v.
E. ieder tot 2 of 2 dagen hechtenis; G.
B.; A. de H. ieder tot 1 of 1 dag hechte
nis; A. C. Z. 0.50 of 1 dag hechtenis;
wegens overtr. der politie-verondening der
gemeente Rijnsburg: H. de H. Rijnsburg
3 of 3 dagen hechtenis; wegens overtre
ding der politieverordening der gemeente
Noordwijk: Th. V. Noordwijkerhout 1 of
1 dag hechtenis; wegens overtr. der poli-
tie-verordening der gem. Katwijk: P. P.
Katwijk aan Zee; C. N. Katwijk aan Zee;
S ten H. Den Haag. ieder tot 1 of 1 dag
hechtenis; J. de B. Den Haag; P. J. v. K.
Rotterdam, ieder tot 5 of 5 dagen hech
tenis; wegens loopen op verboden grond:
H. H. Katwijk aan Zee; A. de V. Katwijk
W. H. Katwijk aan den Rijn; H. G. Voor
burg, ieder tot 3 of 3 dagen hechtenis;
wegens dronkenschap: J. W. W.; D. K.;
H. van R.; A. A.; J. W. W., D. V. Oegst-
geest; P. T. Den Haag; P. V.; J. A. S.
Sassenheim; P. K. Leidschendam. A. N.
Bodegraven; W. van V. Alphen aan den
Rijn ieder tot 3 of 3 dagen hechtenis; G
G. Voorhout 0.50 of 1 dag hechtenis;
wegens straatschenderij: G. van B. Rijs
wijk 10 of 5 dagen hechtenis; wegens
overtr. der Invaliditeitswet: G. T. 5 of
5 dagen hechtenis; wegens overtreding
der arbeidswet: A. van K. Valkenburg 2
of 2 dagen hechtenis; P. J. H. 3 of 3 da
gen hechtenis; J. B. Rijnsburg 2 of 2
dagen hechtenis; W. van G. Leiderdorp
1 of 1 dag hechtenis; wegens overtreding
der warenwet: B. Z. Voorschoten 3 of 3
dagen hechtenis; wegens overtreding der
Spoorwegwet: F. N. V. Lisse 3 of 3 da
gen hechtenis; P. J. D. S of 3 dagen
hechtenis; J. J. M. 2 of 2 dagen hech
tenis; M. R. H. ten H. Lisse 3 of 3 da
gen hechtenis; J. v. d. G. IJmuiden lof
1 maand tuchtschool; wegens overtreding
der Trekhondenwet: D. v. d. H. Noordwijk
2 of 1 maand tuchtschool; wegens over
treding der Visscherijwet: J. v. d. L.; J. S.
ieder tot 2 of 2 dagen hechtenis; D. G.
geen straf toegepast; J. van R. 1 of 1
dag hechtenis; W. F. de K. 0.50 of 1
dag hechtenis; S. D. 3 of 3 dagen
hechtenis; H. M. Warmond 0.50 of 1 dag
hechtenis; wegens overtreding der Kies
wet: J. ten B. geb. D.; P. H. Voorschoten
0.50 of 1 dag hechtenis; S. van C. geb.
V.; J. G. K.; M. G. W. geb. M„ Ch. J. A..
S A.; G. van D.: G. van L.: J. J. M.; J.
M. de L., S. van W., D. v. d. M.; A. C.; A.
C geboren v. d. P.; W. H. geb. de R.; A.
G C.: H. H. C.; A. G. van der E.; A. Th.
0 geboren S.; A. J. Gh. H.; R. van K.; T.
van K. geboren K.; G. J. Z. geb. b.; P. J
A.; A. F. J. B.; T. F. N. v. G.; M. D.; A.
G B. geboren R.; L. de B. geboren R
Voorschoten; J. H. Leiderdorp; W. A
Katwijk; J. K. huisvrouw van de B. al
daar; E. H. geboren v. d. W. Voorschoten;
R. van L. Voorschoten; H. O. geb. S. Voor
schoten, ieder tot 1 of 1 dag hechtenis:
M de B. geboren de B. Voorschoten, geen
straf toegepast; A. J. van R. geen straf
toegepast; A. M. L. Nieuwer Amstel f 1
of 1 dag hechtenis; H. K. Zoeterwoude;
E. J. la R. ieder tot f 0.50 of 1 dag hech
tenis; wegens overtreding van het prov. re
glement op de wateren: D. K. Leiderdorp
3 of 3 dagen hechtenis; Ch. K. Delft; G
A. v. d. A. Den Haag; W. L. Giessendam;
J. W. S. Hazerswoude, ieder tot 10 of
5 dagen hechtenis; wegens overtr. van het
Binnenaanvaringsregl.: J. H. 10 of 5 da
gen hechtenis; E. H. Rotterdam 5 of 5
dagen hechtenis; wegens overtreding van
het Motor en Rijw. r'H J. E. Den Haag;
J. T. de M.: P. E.; V van W.; J. R., L.
A van S.; H. J. T.; G. G. J. V.; H. van
E.; J. H., C. W. G.; H. v. d. V. Haarlem
mermeer; J. van L. Oegstgeest; P. F. K
Sassenheim; W. K. Katwijk aan Zee; L
L. K. Veur; E. S. Noordwijkerhout, ieder
tot 3 of 3 dagen hechtenis; C. J. van D
0.50 of 1 dag hechtenis; W. v. d. K. 2
of 1 dag hechtenis; F P. K. 5 of 5 da
gen hechtenis; H. S. geen straf; I. A. geen
straf; D. S. geen straf; W. v. d. L. geen
straf; H. Th. W.; I. van H. ieder tot f 1
of 1 dag hechtenis; L. P. Noordwijk aan
Zee; H. W. aldaar; N. M. aldaar; J. L.,
A van D.; J. W.. C. D., H. S. Hillegom;
J. H. Voorhout; H. van D. aldaar; H. J
van W. Leiderdorp; F. V. Leiderdorp; W.
0 Valkenburg; J. H. Voorschoten; J. J
v d. M. Noordwijk aan Zee. ieder tot 3
of 3 dagen hechtenis; Th. A. M. 0.50 of
J dag hechtenis; J. van T. Sassenheim 3
of 1 maand tuchtschool; P. C. van L., Voor
hout 2 of 2 dagen hechtenis; wegens
opgeven van een valschen naam: C. H.
Benthuizen 10 of 2 dagen hechtenis;
wegens overtreding der politieverordening
der gemeente Leiden: L. H. V. Den Haag
1 of 1 dag hechtenis; P. C. H. Katwijk
aan Zee 3 of 3 dagen hechtenis; N J.
van V. 1 of 1 dag hechtenis; H. J. D
1 of 1 dag hechtenis; J. P. R.; P. A. M.
V. ieder tot 1 of 1 maand tuchtschool:
N. D. Den Haag 3 of 3 dagen hechtenis;
D B.; F. van R.; A. L. van S.; J. D.; M.
V. ieder tot 1 of 1 dag hechtenis, A. C
huisvrouw B.; W. S.; G. H.; P. J. P.; H.
A K. Oegstgeest, N. W. A. P.; Th. A. M.,
ieder tot 0.50 of 1 dag hechtenis; A. J.
J. v. d. P. 2 of 1 maand tuchtschool; D
K. 1 of 1 maand tuchtschool; A. Th. S.;
J. F. S.; J. D.; ieder tot 2 of 2 dagen
hechtenis; wegens overtreding der politie
verordening der gemeente Zoeterwoude:
P. O. Hazerswoude 2 of 2 dagen hech
tenis; wegens overtreding der Politie ver
ordening der gem. Katwijk: W. K. 2 of
1 maand tuchtschool; C. N. Katwijk aan
Zee 3 of 3 dagen hechtenis; C. v. d. P.
Katwijk aan Zee; A. K. aldaar ieder tot
3 of 3 dagen hechtenis; C. H. Benthui
zen 2 of 2 dagen hechtenis; A. K.; P. W.
Rotterdam, ieder tot 2 of 2 dagen hech
tenis; wegens overtreding der Politie ver
ordening der gem. Rjjnsburg: W. van V.
Rijnsburg 2 of 2 dagen hechtenis; we
gens overtr. der politie verordening der
gemeente Noordwijkerhout: J. J. H.
Noordwijkerhout 3 of 3 dagen hechtenis
wegens overtr. der pol. verord. der gem.
DE MAN ONDER DEN GROND.
Parijs heeft weer een sensatie gehai
De couranten hebben het ons verteld en als
een licht nagerecht hebben we het als
fijnproevers gesavoureerd.
Er was in Parijs een riool verstopt.
Toen kwam er een leger gemeentewerklie
den. Ik weet niet hoe daar de gemeente
werklieden zijn, maar in ieder geval zij
braken den grond open, hakten met hou-
weelen en vonden in plaats van een riool
verstopping een ondergrondschen mensch.
Dat was een sensationeele vondst. De Pa-
rijsche gemeentewerklieden schrokken ge
weldig bij het zien van dien mensch en
vluchtten ventre a terre en toen him ver
warde zenuwen weer normaal werden,
haalden zij de politie erbij en gingen te«
rug naar de plek des onheils.
Daar zat de holbewoner, afgrijselijk
verbaasd over de veranderingen, die in
de achttien jaren, die hij in 's aardrijks
ingewanden had doorgebracht, hadden
plaatsgegrepen.
Wij moeten aannemen, dat zijn grootsté
verbazing is uitgegaan naar de exempla
ren, die hij zag van het vrouwelijk ge
slacht, want wie ze achttien lange jaren
niet mocht aanschouwen moet het wel wild
dwarrelen in de hersens als hij een nor
maal wezen ineens tot in zijn oog dergelij
ke abnormaliteiten geraakt ziet. En dan
in Parijs. Dat ging tè plotseling. Die over
gang was te groot. En trouwens de Pa-
risiens en Parisiennes stonden tegenover
hem, als hij tegenover hen.
Hij was een holbewoner met een uiter
lijk, waarop de ongerechtigheden van acht
tien lange jaren zaten vastgegroeid, die
gezelligheid zocht bij de ratten en als voed
sel afval gebruikte van de vroege Parij.
sche groentenmarkt, afval dat in zijn do
mein verdwaald was geraakt.
Dat was een ontdekking voor beide par
tijen. Hij vermagerd, verwilderd, onken
baar, besmeurd en bevuild, zij modern,
mondain in zijde, gepoederd, gocrêmed en
geparfumeerd
Allen menschen! Les extremes se tou-,
chent. De uitersten, die elkaar raken.
Hij werd door de politie in heslag geno
men, naar de prefectuur geleid en onder
vraagd. Zijn stembanden waren verlamd,
maar hij kon nog spreken, moeilijk, maai
juist nog genoeg om opheldering te ge
ven over zijn onderaardsch bestaan.
Hij wts achttien jaren ge'eden werk
zaam geweest in een bibliotheek, stil en
geluidloos tusschen de vriendelijke boeken
deed hij zijn plicht en daarom had hij
vertrouwen.
Maar. hij had bemind tot zijn onge
luk, want een vrouw brak zijn stille, maai
beminnend hart.
Er is eens gezegd, dat een vrouw, wier
hart gebroken wordt met beide helften
dubbel verder bemint, maar hij was eoi
man en kon dat niet, ofschoon hij mi*
schien een hart in zich droeg als eau
vrouw. Toen verdween hij en vluchtte naai
de onderwereld, waar' de Cerberos der
eenzaamheid hem geen afschrik kon in
boezemen
Maar .qorchif hij over .de wal eren de.'
Styx voorgoed was heengevaren, kwaira
er Parijsche gemeentewerklieden en le
verden hem over aan de samenleving en
de Parijsche politie, niet met handen in
voeten gebonden, maar met een geboeid
hart en een geboeid veTstand
Dat had de liefde van een vrouw en een
achttienjarige duistere eenzaamheid van
hem gemaakt. Nu is hij ontdekt.
Sensationeel!
Een dwaze vertooning vond men het om
op zulk een wijze met menschelijke ver
mogens te experimenteeren. Maar er is
nog veel méér dwaas.
De onder- en de bovenwereld zouden
iets van elkander kunnen leeren.
Kunnen; maar inplaats daarvan zal er
wel in een van de volgende weken een
Lord Lister verschijnen, getiteld: de man
onder den grond
Noordwijk: H. S. Noordwijk; M. A ge'
v. d. W. Noordwijk; G. W. van K. Hillc
gersberg; J. H. Rijnsburg ieder tot 1 cf
1 dag hechtenis; N. J. Noordwijk 3 if
3 dagen hechtenis.
Vrijgesproken werden: H. P L. V b-
klaagd van overtr. der arb. wet; H. S. geb
O. beklaagd van overtr. der Kieswet; G.S
Valkenburg, beklaagd van rijden met een
rijwiel zonder licht.
Waar geen woonplaats is vermeld is
deze Leiden
LUCHTVAART
DE REIZEN VAN DEN HEER
VAN LEAR BLACK.
Groote plannen voor het volgend jaar.
Voor zijn vertrek naar de Vereenigdc
Staten, waarbij de vliegtuigbestuurders
Geysendorffer en Scholte hem zullen ver
gezellen, heeft de heer Van Lear Black. I»
's-Gravenhage met de Directie van de K.
L M. besprekingen gevoerd omtrent zijn
plannen voor het volgend jaar. De heer
Van Lear Black heeft op zijn reis naar
Indië zich verscheidene goede vrienden
gemaakt; zoo heeft hij een uitnoodigtoS
van den Engelschen Consul te Karachi om
daar eenige dagen te komen doorbrengen
en van den Chief Justice te Allahabad om
daar met hem op de groote jacht te gaan
De heer Van Lear Black zou daarom
gaarne het volgend jaar met de K. L-
weer een tocht maken naar Karachi el
Allahabad en dezen tocht dan misschien
nog verder uitstrekken, ditmaal niet naai
Ned. Indië, doch naar Achter-Indië eS
mogelijk China.
Verder zou de heer Van Lear b'ac
dwars door Afrika naar Kaapstad wille
vliegen en terug. Deze tocht is thans doo
do K. L. M. in studie genomen.