TWEEDE GOEDER. stweeöeblad^ >5 de leidsche courant" donderdag 29 september gj|T PE PERS. groei van het socialisme. „Dank zijSchaepman!" Tijd schrijft: 0l welke dwaasheden de blinde haat te' ren de Roomschen voert leert „Staat Kerk", waarin men. blijkens oen citaat jjet Volk" het volgende kan lezen: „Het Socialisme groeit met den dag en de jeugdorganisaties in het Roode Kamp groeien en bloeien naar hartelust. Dank zij Schaepman, voor wien kort geleden een standbeeld werd opgericht. (We lezen niet, dat toen het Partijbestuur van de S. D. A. P- tegenwoordig was. Niet erg er kentelijk. Schaepman leverde immers dat roode moes. gretig opgeslorpen door Kuyper en Lobman en hunne volgelingen. Aan het driemanschap, en voornamelijk aan Schaepman, heeft de S. D. A. P. haar opkomst te dan ken!) Wij schrijven dit als een doorslaand bewijs, dat Rome niets geeft om den geestelijken nood van de Socialis ten." tit stukje uit het officieeel orgaan van Hervormde Gereformeerde Staatspar- ith lijkt ons veeleer een doorslaand bewijs, de afstand tusschen haat en waanzin groot is, weshalve diep medelijden het slachtoffer, dat in „Staat en lc" deze woorden schreef, door Ghris- 3 ke naastenliefde is geboden. EEN VREEMDE TRADITIE. e Morgen geeft de volgende, in haar ■t niet onverdienstelijke, persiflage op niets-zeggende „Antwoord", dat teQ- aifcare de Eerste Kamer geeft op de o inrede en eerbiedig aan de Koningin aanbieden, die er op haar beurt weer hoffelijk voor dankt: ri [inderen, zei vader, toen hij binnen- hél m. ik vind het erg jammer, maar ons apje kan niet doorgaan vandaag. Het nt dat het giet, zooals je allemaal al en hebt. Bovendien is de lucht heele- dicht en daar naar te oordeelen zal den heelen dag blijven regenen. We en er niets aan hebben vandaag uit S aan hoe jammer ik het ook vind. zullen dus vandaag thuis moeten blij er is niets aan te doen. Maar ik heb oorstel! Als het a.s. Woensdag beter is, zullen we dan uitgaan. En om ons ^üijdeloos te stellen voor de teleurstelling vandaag, zullen we dan dadelijk na mtbijt gaan inplaats van na 't koffie- ergens buiten gaan koffiedrin- Wat zeggen jullie er van? Vindt je ?een goed idee? kinderen knikten blij en moeder het ook uitstekend. Doch toen stond op. sprak: Vader, Met u betreur ik dat het regent dat ide pet. No tëare weg »rug dc iet ile: igs agwc letei ii dijk g lui is erwe del VE Auli nbai 3 urge c aris, 11. eiden SU- Ik bevestig geheel en zonder voor- ui uwe verklaring, dat wij zulks allen hebben gezien. Met groote, zij het niet vreugdevolle igstelling heb ik vernomen, dat de keelemaal dicht is en dat het daar- te oordeelen, wel den hooien dag lijven regenen. Ik verklaar mij volmondig accoord uwe veronderstelling, dat wij er niets zouden hebben om vandaag uit te al moet ik mèt u in één adem ver- n, dat ik zulks wel erg jammer vind Met groote belangstelling nam ik van uw voorstel, om a.s. Woensdag gaan; een voorstel, waarmede ik Hijian harte kan vereenigen. Ik deel uw hoop, dat het dan beter zal zijn. Uw nadere toelichting inzake het er vertrek en het koffiedrinken on- eg vernam ik met levendige belang- mijnerzijds bestaan daartegen 'erwegende bezwaren. Ik spreek de hoop uit. dat het uit- van a.s. Woensdag moge strekken- ïil van ons gezin en deszelfs leden, n elfdie ging zitten. heerschte eenige oogenblikken dood- stilte. Vader zag een beetje wit, de kinclpren kpk<m .Tantip mpt onen mond aan en Moeder nam hem ongerust bij den arm. Jantjeben je niet goed, kind? Wat.... beteekent dat? Jantje keek verbaasd. Dat? Dat was het Adres van Ant woord, Moeder." EINDE ZOMERTIJD. Wij herinneren er aan, dat de zomertijd hier te lande zad eindigen don 2d en Octo ber a.s. te 3 uur in den voormiddag, dus in de nacht van Zaterdag op Zondag a.s. DE THEOLOGISCH-MAATSCHAPPE- LIJKE CURSUS TE NIJMEGEN. Prof. dr. J. G. Sleeswijk heeft in „Het Vaderland" een artikel geschreven over „de wetenschap der journalistiek", waarin hij betoogt, dat er voor de journalistiek feitelijk geen opleiding bestaat. „Een instituut voor journalistiek aan een onzer universiteiten, met een semina rium en archief, waar toekomstige dag bladschrijvers een theoretisch-weten- sohappelijke opleiding kunnen verkrij gen of bijzondere cursussen kunnen vol gen zulk een instelling zal ten onzent nog wel geruimen tijd tot de vrome wenschen behooren. Men begint hier aan zulke dingen eerst te denken, wanneer ze elders gemeengoed zijn geworden." Men moet hieruit wel de conclusie trek ken, zegt „De Morgen" terecht dat Prof. Sleeswijk nog niet bekend is met den theologisch-maatschappelijken cursus, wel ke aan de R. K. Universiteit te Nijmegen zal worden gegeven en die bestemd is os. ook voor katholieke journalisten. Prof. Sleeswijk spreekt in zijn artikel ook over de sociologie, bcstudcering waar van hij groot belang acht voor den aan staanden journalist. Hij zal daarom met belangstelling vernemen, dat in den theo- 1 ogisch-maatschappelijken cursus juist aan do sociologie een voorname plaat» is inge ruimd, zooals de naam van den cursus trouwens reeds aangeeft. „Ten onzent" zal dus een instituut, dat wel niet uitsluitend, maar toch ook zeer bijzonder voor journalisten is bestemd, niet lang meer tot de vrome wenschen be hooren. De Keizer Karei Universiteit, hoe wel nog pap in haar vijfde jaar, zal den vromen wensch verwezenlijken. Vragen van Kamerleden. De brug over het Katerveer. De vragen, dio door het Tweede Kamer lid Van den Tempel tot den minister van Waterstaat zijn gericht in verband met de mogelijke gunning van den bouw der brug over het Katerveer aan een buiten- landsche firma, luiden als volgt: Is het juist, dat do minister van Wa terstaat voornemens is de uitvoering van den bovenbouw van de brug bij het Ka terveer te gunnen aan een buitenlandscho onderneming? Zoo ja, wil de minister dan modedeelen of overwegingen van financieelen aard bij die beslissing den doorslag zullen geven? Zoo overwegingen van financieelen aard daarbij niet van beslissend belang zijn, wil de minister va-n mededeelen of, naar zijn meening, do Nederlandsche industrie niet in staat is in technisch opzicht op bevre digende wijze dit werk tot stand te bren gen? De minister van Waterstaat antwoordde: De eerste vraag moet op dit oogenblik ontkennend worden beantwoord. In verband hiermede kan de beantwoor ding van de beide volgende vragen achter wege blijven. De marge bij het U.L.O. o n d e r w ij s. Op vragen van het Tweede Kamerlid Van Zadelhoff betreffende wijziging vóór 1 Januari 1928 van het 2e lid va-n art.. 8 van het Koninklijk besluit van 27 Decem ber 1924, ter voorkoming van onbillijkhe den, welke anders zouden ontstaan voor sommige categorieën van hoofden van en onderwijzers aan scholen voor uitgebreid lager onderwijs, antwoordde de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen: Indien art. 7, vierde lid, en art.. 8 twee de lid, van het Koninklijk besluit van 27 December 1924 ongewijzigd bleven, zou in derdaad met 1 Januari 1928 een toestand ontstaan, die, in verband, met het in de vraag opgemerkte omtrent hen, die nog minder bevoegdheden bezitten dan in de overgangsbepalingen worden geëischt, voor sommige categorieën van hoofden van en onderwijzers aan scholen voor uitgebreid lager onderwijs onbillijkheden zou mee brengen. Of daaraan kan worden tegemoet geko men door uit die overgangsbepalingen do woorden „tot en met 31 December 1927" te doen vervallen, dan wel op andere wijze, is een vraag, die de minister reeds in De cember 1926 aan den directeur van het Centraal Bureau van voorbereiding voor Ambtenarenzaken heeft voorgelegd. Omtrent diens advies, hetwelk hem niet bevredigde heeft de minister het oordeel gevraagd van zijn ambtgenoot van Finan ciën. Diens antwoord is nog niet ingeko men. Mocht een wijziging van het bedoelde Koninklijk besluit hem voorkomen de beste oplossing der ook door hem gevoelde onbillijkheden te zijn,, dan zal hij deze, voor zooveel van hem afhangt, vóór 1 aJ- nuari 1928 beverderen, maar niet uit het oog mag worden verloren, dat krachtens art.. 35, tweede lid, van het Bezoldigings besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 dc voordracht tot zoodanige wijziging de mode werking vereischt van den minister van Financiën. Onbewaakte overwegen. Nieuwe waarschuwingsborden. Do „Utrechtsche Courant" bericht: In verband met de vele ongelukken, die in den laats ten tijd op de onbewaakte overwegen plaats vinden, heeft de Bond van Bedrijfs autohouders in Nederland zich tot de Re geering gewend met verzoek om aan den Bond vergunning te verleenen, om naast de door de spoorwegen, bij onbewaakte overwegen, geplaatste waarschuwingsbor den en vóórwaarschuwingsborden, van Bondswege, bij de volgens 'iet hoofdbe stuur van den Bond van Bedrijfsautohou ders daarvoor in aanmerking komende overwegen ook nog eigen waarschuwings borden te plaatsen. Deze borden zullen den vorm hebben van een driehoek: boven in den hoek staan de bondsinitialen „B. B. N.", daaronder een duidelijke locomotief met rookpluim, onder de locomotief staat met eenvoudige duide lijke letters de woorden „Onbewaakte overweg", terwijl daaronder alleen het woord „Shell" staat, blijkbaar bedoeld als een reclame. Zoo ziet het bedoelde bord er uit bij daglicht. Bij avond vortoont het bord een eenigs- zins ander beeld, dan is het blijkbaar al leen bedoeld als een waarschuwing voor fietsers, motor- en autobestuurders. Wanneer b.v. een auto in hot donker een dergelijk bord nadert en het licht der lan taarns schijnt op het bord, dan ziet do automobilist zelfs op een afstand van een paar honderd meter, een locomotief, waar van de omtreklijnen door reflectoren ge heel verlicht zijn. Daaronder staan -de woorden „Onbewaakte Overweg" in ver lichte letters. Zoo ziet het bedoelde bord er bij avond en nacht uit. Tegen het plaatsen van deze particulie re waarschuwingsborden door den Bond van Bedrijfsautohoudors, bij verschillende ovenvegen met druk verkeer, heeft naar wij vernemen de Directie der Nederland sche Spoorwegen geen bezwaar. Indien dus het Rijkstoezicht eveneens zich op het standpunt plaats dat deze daad werkelijke medewerking van den Bond van Bedrijfsautohouders wellicht de veiligheid van het verkeer over de onbe waakte overwegen kan bevorderen en tot plaatsing dier borden toestemming geeft, dan zal het wel niet lang meer duren of deze plannen zullen werkelijkheid worden. De toestand van dc landarbeiders. De samenstelling van de commissie 3,n onderzoek. Do voorzitter van den Hoogen Baad van Arbeid heeft in de commissie, welke een FEUILLETON. ar het Fransch, v. H. GREVILLE „gevoelloosheid" van Odilia belette intusschen niet haar schoonmoeder feel wijsheid en kiesche ondcrschei- Poli 1 behandelen. Nooit de geringste zin- l ver S op dien ongeluksdag; een eerbied >orkomendheid als bijna geen enkele a! mioeder zou durven wenschen, bij 't i :n over Karei een voldoende belang- dio echter geen aanwijzing was van voorgonomen tussohenkomst. 'ijk, wie ter wereld zou zich met zoo- i#©r gered hebben in zoo'n pijnlijken nd? BAK. T0UW de la Rouveraye was niet de om den loftrompet over mevrouw te steken. Bij de bezoeken der vrouw, die haar man vergezelde, had oit de minste poging bemerkt om in to maken op haar rechten, of het 'an Yvelina meer in 't bijzonder voor de tweedo moeder, te winnen, kind was lieflijk en gratieus als een 111 de lente en scheen bij haar le- oiigde steeds bevalliger te worden; i] was zij verstandig en leerde alles toen haar voorhield en dat met de P.al\ :en van een jong, elegant vrouwtje. cL*4ifl K>U piterlijk zacht was zij toch ta- stijfhoofdig en steeds bleef zij *rs aansPreken met: „Madame". Daar- zij haar wang aan met een on- j «ligen glimlaok die onverbeterlijk Richard verliet zijn dochtertje met een zuoht. Hij dacht er met droefheid aan hoe, bij zoo'n opvlakkige opvoeding, die alleen op het uiterlijke concentreerde, Yvelina nooit het meisje zou worden dat hij ge- wenscht had, namelijk zoo zacht en edel moedig, zoo groothartig en onderworpen als Odilia Geduld, geduld! zei z'n vrouw hem, dat alles zal wel komen. Teleurgesteld in zijn verwachtingen, hoopte hij dat do hemel hem met een an der kind zou zegenen, een kind dat zijn roem en troost zou zijn, want dat zou on der zijn oogen opgroeien in den zacklon gloed van Odilia's hart Dat geluk was hem echter niet wegge legd. Hij onderwierp zioh, maar werd stil ler en ernstiger en zocht in zijn arbeid de voldoening van zijn edele neigingen. Odilia leed daar onder; niet dat zij zich eenzaam voelde, maar zonder dat haar man het bekende, zag zij zijn teleurstel ling. Ook zij onderwierp zich nederig, maar tusschen deze beide echtgenooton, die zoo gelukkig hadden kunnen zijn, lag een ver driet, waarover zij niet wilden praten. En dat drukte him leven neer. Ondertusachen brak de oorlog tegen Duitschland uit. In de eerste dagen van Augustus (van 't jaar 1870) nam mevrouw Brice Karei en Piet mee naar 't kasteel les Pignons. Yvelina was bij mevrouw de la Rouveraye. Richard wilde Parijs niet ver laten en Odilia bleef aan zijn zijde. Ieder vam zijn kant deed zijn plicht en toen men elkander na de verschrikking van dien oorlog weerzag, waren de klein zielige familiegeschillen als vergeten, tenminste voor een groot deel in den chaos van nationale droefheid en liefde voor 't. vernederde, bloedende vaderland. Odilia had haar vader verloren tijdens het beleg van Parijs cn dat leed maakte haar neg ernstiger. Richard wilde dat. Ka- rel zijn studies zou voortzetten zoodra het lyceum weer geopend werd. Mevrouw Brice was zeer vermoeid en verouderd door de wederwaardigheden der bezetting en zij bleef op haar kasteel om daar de orde te herstellen. In den loop van Juli verliet Ricliard Pa rijs om een tijdelijke diplomatieke zending te vervullen in het buitenland. Odilia had zich voorgesteld naar haar geboorteplaats te gaan voor twee of drie weken, toen zij op zekeren morgen bezoek kreeg van Piet. Sinds het avontuur dat geleid had tot het zenden van Karei naar het Parijsche lyceum, kon Odilia dem knecht niet meer zien naderen dan met een heimelijke vrees. Toch was hij sindsdien reeds menigmaal gekomen zonder dat hij eenig slecht nieuwsbericht had, maar thans waren de bange voorgevoelens der jonge vrouw niet ongegrond, want zij bemerkte een zekere ontsteltenis op Piets gelaat. Dat valt niet mee, begon de knecht die zijn beleefdheidsvormen geheel vergat. Mevrouw Brice zond mij van morgen met een pakje naar Karei, maar ik heb hem slechts in de ziekenzaal kunnen vinden. Toch niet gevaarlijk? vroeg Odiila verschrikt. Dat weet men nog niet. Er zijn zoo veel zieken en ziekten in Parijs sinds den oorlog. Om kort to gaan, men heeft mij ge zegd mijnheer te waarschuwen en zoo mo gelijk den jongeheer mee te nemen, ter wijl men hem nog zonder gevaar kan vex- onderzoek zal instellen naar don toestand van de landarbeidors en naar do middelen, welke kunnen worden aangewend om in dien toestand verbetering te brengen, be noemd tot lid en voorzitter den heer C. J. Ph. Zaalborg; tot leden dc heeren mr. A. M. Engels, mr. J. W. Goedbloed (Chr. Boeren- en Tuinders bond), P. Hiemstra (Ned. Bond van arbeiders in het Landbouwbedrijf), I. G. J. Kakebeeke, inspecteur van den land bouw; P. L. IQeijburg, landbouwkundige bij de arbeidsinspectie; A. J. Loerakkor (Ned. R. K. Bond van Landarbeiders), prof. dr. G. Minderhoud, dr. J. Oortwijn Botjes (Kon. Nod. Landbouw Comité), dr. F. E. Posthuma, oud-minister van landbouw, nij verheid en handel, H. Ruijter (R. K. Ned. Boeren- en Tuinders bond), R. Sicmona, (Ned. Ohr. Landarbeiders bond), en F. V. Valstar; tot lid en secretaris mr. D. G. W. Spit zen. Ned. R.-K. Bond van Rijwielhandelaren en herstellers. Dezer dagen hield de Ned. R.-K. Bond van Rijwielhandelaren en -herstellers zijn jaarvergadering to Utrecht. Aanwezig wa ren de Zeereerw. Pater W van den Bosch, geestelijk adviseur van den bond, de heer J. B. de Brabander, directeur van het Centraal Hanze Bureau te Utrecht, de hoofdbestuursleden Jongerius. van Leusden en Weyers, de afgevaardigden der afdeelingen Nijmegen, Zevcnaar, Bre da, Utrecht, benevens belangstellende le den uit verschillende andere plaatsen van het land. De jaarverslagen van secretaris eü pen ningmeester werden goedgekeurd. Ver schillende voorstellen van belangrijken aard werden aangenomen en ter afdoening aan het hoofdbestuur opgedragen Tot le den van hot hoofdbestuur werden geko zen de heeren W. Jongerius, Utrecht; W. de Groot. Utrecht; E. van Leusden, Breu- kelen; J. C. Pieterse, "Wassenaar; L. van Berkom, Breda; Fr Donders, Tilburg; G. Vermaeten, Oud-Zevenaar. Daar de heer de Groot zijn benoeming niet heeft aangenomen is in zijn plaats be noemd, de heer J. de Lange te Noordwijk aan Zee. Tot bondsvoorzitter werd herko zen de heer Jongerius. J. J. Tijl. t Gistermorgen is de heer J. J. Tijl over leden, directeur der drukkerij en uitgeverij van de Erven J. J. Tijl, een zeer bekende persoonlijkheid niet alleen in Zwolle, maar ook in de uitgeverswereld in ons land. Hij werd 18 Juni 1860 te Zwolle gebo ren en werd 1889 deelgenoot in de zaak, door zijn vader gedreven Na diens dood op 3 Maart 1900 werd hij hoofd van de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, van de uitgeverszaak en de boek en steendrukkerij De overledene was o.a. voorzitter van het district Zwolle van de Federatie van Werkgevers in het Boek- drukkersbedrijf. Daarnaast was hij be stuurslid van dc Verecniging „De Neder landsche Dagbladpers" en van de Locale Pers. Hij was onder-voorzitter van de com missie tot overbrugging van den IJssel. LAMP» EM TUINBOUW DE MELKPRIJS IN ZUID-HOLLAND. De volgende motie is gistermorgen in de vergadering van den melkhandel, do orga nisatie van groote fabrikanten en de groo te melkinrichtingen in Zuid-Holland, aan genomen De vergadering van den melkhandel, kennis genomen hebbende van het besluit dor aJgemeene vergadering van den Bond van melkveehouders, waarbij het hoofd bestuur voorstelt, de melk voor de maan den October tot en met December 1927 te verkoopon tegen den vas t el a nds gr ondp rijs van 10 Yi cent af boerderij, verklaart bereid te zijn, dit voorstel te aceepteeren. Dc ver gadering van den melkhandel handhaaft echter haar standpunt, dat de prijs van 10 y, cent te hoog is, en wcnscht nadruk kelijk te verklaren, dat de aanvaarding van den eisch der veehouders onder den druk der seizoenomstandigheden ge schiedt. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 30 September. Hilversum, 1050 M. 12.00 Politieber. 12.35—2.00. Lunchinuziek door haf trio D. Groeneveld, viool, A. v. Leeuwen, cello. P. Jochems, piano. 5 307.00. Concert door het ANRO-or- kest, o. 1. v. Nico Treep. Henri Angenont, bariton. Egb. Veen, pianobegol. 7.007.45. V.P.R.O- K. Klein, declama tie. Don Carlos, 3e bedr. 10e tooneel van Schiller. Vrijheidsrede van den Markies Posa en andere fragmenten. 7.45. Politieber. 8-10. Kamermuziek door hot „Haydn- kwartet". P. Kramer, le viool. A. de Groot, 2e viooL H. v. d. Bosch, alt-viool. IL J. Lysen, cello. (Allen leden van het Con certgebouw-orkest). 1 Kwartet F- gr. t. op. 77. nr. 2, Haydn. 2. Kwartet F. gr. t. op 96. Dvorak. 9.10. Gevarieerd programma. Luciën, humorist. P. G. Donker, xylophonist. Het Hawaiian radio-vijftal. Chris de Vos Jr., Hawaiian guitaar. Eug. Scholten, Hawaii an guitaar. II. Fernandes, guitaar. Jan do Vos, Bas guitaar. Chris Seegor, Ukulele. Rein, Vreeling, accordeonbegel. voor de sa- xaphoon. 10.15. Nieuwsber- 10.3012.00 N.O.V. Dansmuziek door do N.O.V. Jazzband o. 1. v. John Beek- Daventry 1600 M. 11.20. Daventry-kwartet en solisten. 12.50. Orgelconcert. I.202.20. Lunchmuziek. 3.20. Lezing: Empiro History and Geo graphy. 3.50. Lozing: How reading and written began. 4.10. „Abraham Lincoln", tooncclstuk van John Drinkwater. 5.20. Lezing: On with the dance in fic-< tion. 5-35. Kinderuurtje. 6.20. Orkestconcert. 6.50. Tijds., weerber. 7.05. Orkestconcert. 7.20. B- B. G. muziekcritiek. 7.35. Orgelconcert. 7.45. Lezing: The art of the Cinema 8.05. Variété. 8.35- Symphonieconcert. Radio-mannen- koor en orkest. 9.20. Weerber., nieuws. 9 35. Lezing. Next week's broadcasting music. 9.50- Nieuwsber. 9.5511.20. Symphon.econccrt (vervolg) II.2012.20. Dansmuziek. R a d i o-P a r i 8 1750 M. 12.502.10 Orkostconcert. 5-055.55 Dansmuziek. Jazzband. 8.5010.50. Concert. Populaire muziek door het orkest Mario Gazes Langenherg. 469 M Dortmund 283 M. on Münstcr 242 M 1.302.50 Orkestconcert.. 5.506.50. „Die Wintcrreise", van Scbu bert, door E. SchmidtGarlen, zanger 9.05. „Wasif und A kif", Turksch Pop penspel van Wogner on Landau", Daarna tot 12.20. Dansmuziek. Königswustcrhausen 1250 M. 3.508.05. Lezingen en lesser 10.5012.50. Een uurtje bij Jean Gilbert Orkest. F. WeberFlessburg, sopraan, A. Flecsburg, tenor. Hamburg 395 M 0.20. Middagconcert. 7.20. Orkestconcert. 8.20. „Das Glück im Winkel", tooneel-' spel in 3 acten van H. Sudermann. Daar na tot 11-10 dansmuziek. Brussel 509 M. 5.20-.20. Concert door het radio-trio. 8.35. Orgelconcert. 9.05 Gramofoonmuziek. 10.051035. Vlaamsche litteratuur. voeren. Maar na ia mijnheer niet eens in 't land! Dat is me wat! Hij moet naar hier gebracht worden, zei Odilia dadelijk. Dat zal mevrouw Brice niet aanstaan, opperdo Piet die zijn pot in de handen renddraaido. Gesteld dat dc jongeheer ern stig ziek wordt en er iets gebeurd, nog wel tijdens do afwezigheid van mijnheer, dan krijgt u nog de schuld er van, mevrouw. Hij keek Odilia recht in do oogen, zooals hij dat gewoon was in ernstige omstandig heden. Zijt gc er zeker van dat men hem naar t kasteel kan vorvoeicn? vroog de jonge vrouw, terwijl zij in het spoorboekje bla derde. Daar sta ik voor in! Hij is pas sinda gisteren ziek. 't Beteekent misschien niet veel die ongesteldheid, maar tochen fin Wat bedoel je Piet. Ik moet alles we ten! Ik heb in do wijk van 't lyceum hoo- ren zoggen dat er gevallen zijn voorgeko men van zwarte pokkon.... Tijdons hot beleg kwam dat veel vopj*.en nu schijnt het opnieuw te beginnen.... Odilia had haar kamermeisje gebold. Wij hebben juiset den tijd hem te gaan halen, voor dat de sneltrein vertrekt, zei ze. Ga gauw een good rijtuig lialen Piet, daar ginds op don hoek van de rue do Varennes en laten wij geen oogenblik verliezen. Op verzoek van mevrouw werd Karei aau Piet toevertrouwd. Do jongen waa reeds ernstig ziek cn zonder iet» te vra gen, liep bij werktuigelijk dc trap af onder steund door den huisknecht. Na hom zoo goed mogelijk in het rijtuig geïnstalleerd te hebben, zocht Piet met de oogen mevrouw Brice om liaar ook te laten instappen. Zij cohtcr wenkte hem ter zijde en sprak: Hij mag mij niet zien. Hij houdt nie* genoeg van me, het zou hem kunnen op winden als ik me vertoonde. In den treiv zal ik een ander compartiment nemen en to Larocho zullen wij wel twee rijtuigoi vinden. Do reis verliep zooala zij gezegd had. D» oude mevrouw Brice, door een tclegran gewaarschuwd, wachtte de reizigers op. Bij het zien van hot blceke, opgezette gelaat van den jongen, dien zij zoo bla kend van gezondheid had zien vertrekken sidderde zij,ï.. toch sprak zo geen woord om haar ontroering te uiten. Om lange ver klaringen le vermijden op een publickt plaats zooals een station is, had Odilia zich niet vortoond. Zij had Piot last gege ven do grootmoeder met ecnigo woorden van haar komst te verwittigen. Nadat men Karei le bod gebracht had, waarna hij spoedig was ingeslapen, ging mevrouw Brice naar beneden in afwach ting vaji den huisdokter. Odilia wachtte haar in hot salon op. Gedurende het half uur dat zij daar ver toefd had, was menig herinnering bij haat opgekomen op deze plaat» waar zij voor woinige maanden geleden een der pijnlijk ste oogenblikken van haar leven had door gemaakt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3