TWEEDE GOEDER.
stweeöeblad^
>5
de leidsche courant"
donderdag 29 september
gj|T PE PERS.
groei van het socialisme.
„Dank zijSchaepman!"
Tijd schrijft:
0l welke dwaasheden de blinde haat
te' ren de Roomschen voert leert „Staat
Kerk", waarin men. blijkens oen citaat
jjet Volk" het volgende kan lezen:
„Het Socialisme groeit met den
dag en de jeugdorganisaties in het
Roode Kamp groeien en bloeien naar
hartelust. Dank zij Schaepman, voor
wien kort geleden een standbeeld
werd opgericht. (We lezen niet, dat
toen het Partijbestuur van de S. D.
A. P- tegenwoordig was. Niet erg er
kentelijk. Schaepman leverde immers
dat roode moes. gretig opgeslorpen
door Kuyper en Lobman en hunne
volgelingen. Aan het driemanschap, en
voornamelijk aan Schaepman, heeft
de S. D. A. P. haar opkomst te dan
ken!)
Wij schrijven dit als een doorslaand
bewijs, dat Rome niets geeft om den
geestelijken nood van de Socialis
ten."
tit stukje uit het officieeel orgaan van
Hervormde Gereformeerde Staatspar-
ith lijkt ons veeleer een doorslaand bewijs,
de afstand tusschen haat en waanzin
groot is, weshalve diep medelijden
het slachtoffer, dat in „Staat en
lc" deze woorden schreef, door Ghris-
3 ke naastenliefde is geboden.
EEN VREEMDE TRADITIE.
e Morgen geeft de volgende, in haar
■t niet onverdienstelijke, persiflage op
niets-zeggende „Antwoord", dat teQ-
aifcare de Eerste Kamer geeft op de
o inrede en eerbiedig aan de Koningin
aanbieden, die er op haar beurt weer
hoffelijk voor dankt:
ri [inderen, zei vader, toen hij binnen-
hél m. ik vind het erg jammer, maar ons
apje kan niet doorgaan vandaag. Het
nt dat het giet, zooals je allemaal al
en hebt. Bovendien is de lucht heele-
dicht en daar naar te oordeelen zal
den heelen dag blijven regenen. We
en er niets aan hebben vandaag uit
S aan hoe jammer ik het ook vind.
zullen dus vandaag thuis moeten blij
er is niets aan te doen. Maar ik heb
oorstel! Als het a.s. Woensdag beter
is, zullen we dan uitgaan. En om ons
^üijdeloos te stellen voor de teleurstelling
vandaag, zullen we dan dadelijk na
mtbijt gaan inplaats van na 't koffie-
ergens buiten gaan koffiedrin-
Wat zeggen jullie er van? Vindt je
?een goed idee?
kinderen knikten blij en moeder
het ook uitstekend. Doch toen stond
op.
sprak:
Vader,
Met u betreur ik dat het regent dat
ide
pet.
No
tëare
weg
»rug
dc
iet
ile:
igs
agwc
letei
ii dijk
g lui is
erwe
del
VE
Auli
nbai
3 urge c
aris,
11.
eiden
SU-
Ik bevestig geheel en zonder voor-
ui uwe verklaring, dat wij zulks allen
hebben gezien.
Met groote, zij het niet vreugdevolle
igstelling heb ik vernomen, dat de
keelemaal dicht is en dat het daar-
te oordeelen, wel den hooien dag
lijven regenen.
Ik verklaar mij volmondig accoord
uwe veronderstelling, dat wij er niets
zouden hebben om vandaag uit te
al moet ik mèt u in één adem ver-
n, dat ik zulks wel erg jammer vind
Met groote belangstelling nam ik
van uw voorstel, om a.s. Woensdag
gaan; een voorstel, waarmede ik
Hijian harte kan vereenigen.
Ik deel uw hoop, dat het dan beter
zal zijn.
Uw nadere toelichting inzake het
er vertrek en het koffiedrinken on-
eg vernam ik met levendige belang-
mijnerzijds bestaan daartegen
'erwegende bezwaren.
Ik spreek de hoop uit. dat het uit-
van a.s. Woensdag moge strekken-
ïil van ons gezin en deszelfs leden,
n elfdie ging zitten.
heerschte eenige oogenblikken dood-
stilte. Vader zag een beetje wit, de
kinclpren kpk<m .Tantip mpt onen
mond aan en Moeder nam hem ongerust
bij den arm.
Jantjeben je niet goed, kind?
Wat.... beteekent dat?
Jantje keek verbaasd.
Dat? Dat was het Adres van Ant
woord, Moeder."
EINDE ZOMERTIJD.
Wij herinneren er aan, dat de zomertijd
hier te lande zad eindigen don 2d en Octo
ber a.s. te 3 uur in den voormiddag, dus
in de nacht van Zaterdag op Zondag a.s.
DE THEOLOGISCH-MAATSCHAPPE-
LIJKE CURSUS TE NIJMEGEN.
Prof. dr. J. G. Sleeswijk heeft in „Het
Vaderland" een artikel geschreven over
„de wetenschap der journalistiek", waarin
hij betoogt, dat er voor de journalistiek
feitelijk geen opleiding bestaat.
„Een instituut voor journalistiek aan
een onzer universiteiten, met een semina
rium en archief, waar toekomstige dag
bladschrijvers een theoretisch-weten-
sohappelijke opleiding kunnen verkrij
gen of bijzondere cursussen kunnen vol
gen zulk een instelling zal ten onzent
nog wel geruimen tijd tot de vrome
wenschen behooren. Men begint hier aan
zulke dingen eerst te denken, wanneer
ze elders gemeengoed zijn geworden."
Men moet hieruit wel de conclusie trek
ken, zegt „De Morgen" terecht dat
Prof. Sleeswijk nog niet bekend is met den
theologisch-maatschappelijken cursus, wel
ke aan de R. K. Universiteit te Nijmegen
zal worden gegeven en die bestemd is os.
ook voor katholieke journalisten.
Prof. Sleeswijk spreekt in zijn artikel
ook over de sociologie, bcstudcering waar
van hij groot belang acht voor den aan
staanden journalist. Hij zal daarom met
belangstelling vernemen, dat in den theo-
1 ogisch-maatschappelijken cursus juist aan
do sociologie een voorname plaat» is inge
ruimd, zooals de naam van den cursus
trouwens reeds aangeeft.
„Ten onzent" zal dus een instituut, dat
wel niet uitsluitend, maar toch ook zeer
bijzonder voor journalisten is bestemd,
niet lang meer tot de vrome wenschen be
hooren. De Keizer Karei Universiteit, hoe
wel nog pap in haar vijfde jaar, zal den
vromen wensch verwezenlijken.
Vragen van Kamerleden.
De brug over het Katerveer.
De vragen, dio door het Tweede Kamer
lid Van den Tempel tot den minister van
Waterstaat zijn gericht in verband met
de mogelijke gunning van den bouw der
brug over het Katerveer aan een buiten-
landsche firma, luiden als volgt:
Is het juist, dat do minister van Wa
terstaat voornemens is de uitvoering van
den bovenbouw van de brug bij het Ka
terveer te gunnen aan een buitenlandscho
onderneming?
Zoo ja, wil de minister dan modedeelen
of overwegingen van financieelen aard bij
die beslissing den doorslag zullen geven?
Zoo overwegingen van financieelen aard
daarbij niet van beslissend belang zijn, wil
de minister va-n mededeelen of, naar zijn
meening, do Nederlandsche industrie niet
in staat is in technisch opzicht op bevre
digende wijze dit werk tot stand te bren
gen?
De minister van Waterstaat antwoordde:
De eerste vraag moet op dit oogenblik
ontkennend worden beantwoord.
In verband hiermede kan de beantwoor
ding van de beide volgende vragen achter
wege blijven.
De marge bij het U.L.O.
o n d e r w ij s.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Van Zadelhoff betreffende wijziging vóór
1 Januari 1928 van het 2e lid va-n art.. 8
van het Koninklijk besluit van 27 Decem
ber 1924, ter voorkoming van onbillijkhe
den, welke anders zouden ontstaan voor
sommige categorieën van hoofden van en
onderwijzers aan scholen voor uitgebreid
lager onderwijs, antwoordde de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen:
Indien art. 7, vierde lid, en art.. 8 twee
de lid, van het Koninklijk besluit van 27
December 1924 ongewijzigd bleven, zou in
derdaad met 1 Januari 1928 een toestand
ontstaan, die, in verband, met het in de
vraag opgemerkte omtrent hen, die nog
minder bevoegdheden bezitten dan in de
overgangsbepalingen worden geëischt, voor
sommige categorieën van hoofden van en
onderwijzers aan scholen voor uitgebreid
lager onderwijs onbillijkheden zou mee
brengen.
Of daaraan kan worden tegemoet geko
men door uit die overgangsbepalingen do
woorden „tot en met 31 December 1927" te
doen vervallen, dan wel op andere wijze,
is een vraag, die de minister reeds in De
cember 1926 aan den directeur van het
Centraal Bureau van voorbereiding voor
Ambtenarenzaken heeft voorgelegd.
Omtrent diens advies, hetwelk hem niet
bevredigde heeft de minister het oordeel
gevraagd van zijn ambtgenoot van Finan
ciën. Diens antwoord is nog niet ingeko
men.
Mocht een wijziging van het bedoelde
Koninklijk besluit hem voorkomen de
beste oplossing der ook door hem gevoelde
onbillijkheden te zijn,, dan zal hij deze,
voor zooveel van hem afhangt, vóór 1 aJ-
nuari 1928 beverderen, maar niet uit het
oog mag worden verloren, dat krachtens
art.. 35, tweede lid, van het Bezoldigings
besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925
dc voordracht tot zoodanige wijziging de
mode werking vereischt van den minister
van Financiën.
Onbewaakte overwegen.
Nieuwe waarschuwingsborden.
Do „Utrechtsche Courant" bericht: In
verband met de vele ongelukken, die in den
laats ten tijd op de onbewaakte overwegen
plaats vinden, heeft de Bond van Bedrijfs
autohouders in Nederland zich tot de Re
geering gewend met verzoek om aan den
Bond vergunning te verleenen, om naast
de door de spoorwegen, bij onbewaakte
overwegen, geplaatste waarschuwingsbor
den en vóórwaarschuwingsborden, van
Bondswege, bij de volgens 'iet hoofdbe
stuur van den Bond van Bedrijfsautohou
ders daarvoor in aanmerking komende
overwegen ook nog eigen waarschuwings
borden te plaatsen.
Deze borden zullen den vorm hebben
van een driehoek: boven in den hoek staan
de bondsinitialen „B. B. N.", daaronder een
duidelijke locomotief met rookpluim, onder
de locomotief staat met eenvoudige duide
lijke letters de woorden „Onbewaakte
overweg", terwijl daaronder alleen het
woord „Shell" staat, blijkbaar bedoeld als
een reclame.
Zoo ziet het bedoelde bord er uit bij
daglicht.
Bij avond vortoont het bord een eenigs-
zins ander beeld, dan is het blijkbaar al
leen bedoeld als een waarschuwing voor
fietsers, motor- en autobestuurders.
Wanneer b.v. een auto in hot donker een
dergelijk bord nadert en het licht der lan
taarns schijnt op het bord, dan ziet do
automobilist zelfs op een afstand van een
paar honderd meter, een locomotief, waar
van de omtreklijnen door reflectoren ge
heel verlicht zijn. Daaronder staan -de
woorden „Onbewaakte Overweg" in ver
lichte letters.
Zoo ziet het bedoelde bord er bij avond
en nacht uit.
Tegen het plaatsen van deze particulie
re waarschuwingsborden door den Bond
van Bedrijfsautohoudors, bij verschillende
ovenvegen met druk verkeer, heeft naar
wij vernemen de Directie der Nederland
sche Spoorwegen geen bezwaar.
Indien dus het Rijkstoezicht eveneens
zich op het standpunt plaats dat deze
daad werkelijke medewerking van den
Bond van Bedrijfsautohouders wellicht de
veiligheid van het verkeer over de onbe
waakte overwegen kan bevorderen en tot
plaatsing dier borden toestemming geeft,
dan zal het wel niet lang meer duren of
deze plannen zullen werkelijkheid worden.
De toestand van dc landarbeiders.
De samenstelling van de
commissie
3,n onderzoek.
Do voorzitter van den Hoogen Baad van
Arbeid heeft in de commissie, welke een
FEUILLETON.
ar het Fransch, v. H. GREVILLE
„gevoelloosheid" van Odilia belette
intusschen niet haar schoonmoeder
feel wijsheid en kiesche ondcrschei-
Poli 1 behandelen. Nooit de geringste zin-
l ver S op dien ongeluksdag; een eerbied
>orkomendheid als bijna geen enkele
a! mioeder zou durven wenschen, bij 't
i :n over Karei een voldoende belang-
dio echter geen aanwijzing was van
voorgonomen tussohenkomst.
'ijk, wie ter wereld zou zich met zoo-
i#©r gered hebben in zoo'n pijnlijken
nd?
BAK. T0UW de la Rouveraye was niet de
om den loftrompet over mevrouw
te steken. Bij de bezoeken der
vrouw, die haar man vergezelde, had
oit de minste poging bemerkt om in
to maken op haar rechten, of het
'an Yvelina meer in 't bijzonder voor
de tweedo moeder, te winnen,
kind was lieflijk en gratieus als een
111 de lente en scheen bij haar le-
oiigde steeds bevalliger te worden;
i] was zij verstandig en leerde alles
toen haar voorhield en dat met de
P.al\ :en van een jong, elegant vrouwtje.
cL*4ifl K>U piterlijk zacht was zij toch ta-
stijfhoofdig en steeds bleef zij
*rs aansPreken met: „Madame". Daar-
zij haar wang aan met een on-
j «ligen glimlaok die onverbeterlijk
Richard verliet zijn dochtertje met een
zuoht. Hij dacht er met droefheid aan hoe,
bij zoo'n opvlakkige opvoeding, die alleen
op het uiterlijke concentreerde, Yvelina
nooit het meisje zou worden dat hij ge-
wenscht had, namelijk zoo zacht en edel
moedig, zoo groothartig en onderworpen
als Odilia
Geduld, geduld! zei z'n vrouw hem,
dat alles zal wel komen.
Teleurgesteld in zijn verwachtingen,
hoopte hij dat do hemel hem met een an
der kind zou zegenen, een kind dat zijn
roem en troost zou zijn, want dat zou on
der zijn oogen opgroeien in den zacklon
gloed van Odilia's hart
Dat geluk was hem echter niet wegge
legd. Hij onderwierp zioh, maar werd stil
ler en ernstiger en zocht in zijn arbeid de
voldoening van zijn edele neigingen.
Odilia leed daar onder; niet dat zij zich
eenzaam voelde, maar zonder dat haar
man het bekende, zag zij zijn teleurstel
ling. Ook zij onderwierp zich nederig, maar
tusschen deze beide echtgenooton, die zoo
gelukkig hadden kunnen zijn, lag een ver
driet, waarover zij niet wilden praten. En
dat drukte him leven neer.
Ondertusachen brak de oorlog tegen
Duitschland uit. In de eerste dagen van
Augustus (van 't jaar 1870) nam mevrouw
Brice Karei en Piet mee naar 't kasteel les
Pignons. Yvelina was bij mevrouw de la
Rouveraye. Richard wilde Parijs niet ver
laten en Odilia bleef aan zijn zijde.
Ieder vam zijn kant deed zijn plicht en
toen men elkander na de verschrikking
van dien oorlog weerzag, waren de klein
zielige familiegeschillen als vergeten,
tenminste voor een groot deel in den
chaos van nationale droefheid en liefde
voor 't. vernederde, bloedende vaderland.
Odilia had haar vader verloren tijdens
het beleg van Parijs cn dat leed maakte
haar neg ernstiger. Richard wilde dat. Ka-
rel zijn studies zou voortzetten zoodra het
lyceum weer geopend werd. Mevrouw Brice
was zeer vermoeid en verouderd door de
wederwaardigheden der bezetting en zij
bleef op haar kasteel om daar de orde te
herstellen.
In den loop van Juli verliet Ricliard Pa
rijs om een tijdelijke diplomatieke zending
te vervullen in het buitenland. Odilia had
zich voorgesteld naar haar geboorteplaats
te gaan voor twee of drie weken, toen zij
op zekeren morgen bezoek kreeg van Piet.
Sinds het avontuur dat geleid had tot
het zenden van Karei naar het Parijsche
lyceum, kon Odilia dem knecht niet meer
zien naderen dan met een heimelijke vrees.
Toch was hij sindsdien reeds menigmaal
gekomen zonder dat hij eenig slecht
nieuwsbericht had, maar thans waren de
bange voorgevoelens der jonge vrouw niet
ongegrond, want zij bemerkte een zekere
ontsteltenis op Piets gelaat.
Dat valt niet mee, begon de knecht
die zijn beleefdheidsvormen geheel vergat.
Mevrouw Brice zond mij van morgen met
een pakje naar Karei, maar ik heb hem
slechts in de ziekenzaal kunnen vinden.
Toch niet gevaarlijk? vroeg Odiila
verschrikt.
Dat weet men nog niet. Er zijn zoo
veel zieken en ziekten in Parijs sinds den
oorlog. Om kort to gaan, men heeft mij ge
zegd mijnheer te waarschuwen en zoo mo
gelijk den jongeheer mee te nemen, ter
wijl men hem nog zonder gevaar kan vex-
onderzoek zal instellen naar don toestand
van de landarbeidors en naar do middelen,
welke kunnen worden aangewend om in
dien toestand verbetering te brengen, be
noemd
tot lid en voorzitter den heer C. J. Ph.
Zaalborg;
tot leden dc heeren mr. A. M. Engels,
mr. J. W. Goedbloed (Chr. Boeren- en
Tuinders bond), P. Hiemstra (Ned. Bond
van arbeiders in het Landbouwbedrijf), I.
G. J. Kakebeeke, inspecteur van den land
bouw; P. L. IQeijburg, landbouwkundige
bij de arbeidsinspectie; A. J. Loerakkor
(Ned. R. K. Bond van Landarbeiders), prof.
dr. G. Minderhoud, dr. J. Oortwijn Botjes
(Kon. Nod. Landbouw Comité), dr. F. E.
Posthuma, oud-minister van landbouw, nij
verheid en handel, H. Ruijter (R. K. Ned.
Boeren- en Tuinders bond), R. Sicmona,
(Ned. Ohr. Landarbeiders bond), en F. V.
Valstar;
tot lid en secretaris mr. D. G. W. Spit
zen.
Ned. R.-K. Bond van Rijwielhandelaren en
herstellers.
Dezer dagen hield de Ned. R.-K. Bond
van Rijwielhandelaren en -herstellers zijn
jaarvergadering to Utrecht. Aanwezig wa
ren de Zeereerw. Pater W van den
Bosch, geestelijk adviseur van den bond,
de heer J. B. de Brabander, directeur van
het Centraal Hanze Bureau te Utrecht,
de hoofdbestuursleden Jongerius. van
Leusden en Weyers, de afgevaardigden
der afdeelingen Nijmegen, Zevcnaar, Bre
da, Utrecht, benevens belangstellende le
den uit verschillende andere plaatsen van
het land.
De jaarverslagen van secretaris eü pen
ningmeester werden goedgekeurd. Ver
schillende voorstellen van belangrijken
aard werden aangenomen en ter afdoening
aan het hoofdbestuur opgedragen Tot le
den van hot hoofdbestuur werden geko
zen de heeren W. Jongerius, Utrecht; W.
de Groot. Utrecht; E. van Leusden, Breu-
kelen; J. C. Pieterse, "Wassenaar; L. van
Berkom, Breda; Fr Donders, Tilburg; G.
Vermaeten, Oud-Zevenaar.
Daar de heer de Groot zijn benoeming
niet heeft aangenomen is in zijn plaats be
noemd, de heer J. de Lange te Noordwijk
aan Zee. Tot bondsvoorzitter werd herko
zen de heer Jongerius.
J. J. Tijl. t
Gistermorgen is de heer J. J. Tijl over
leden, directeur der drukkerij en uitgeverij
van de Erven J. J. Tijl, een zeer bekende
persoonlijkheid niet alleen in Zwolle,
maar ook in de uitgeverswereld in ons
land.
Hij werd 18 Juni 1860 te Zwolle gebo
ren en werd 1889 deelgenoot in de zaak,
door zijn vader gedreven Na diens dood
op 3 Maart 1900 werd hij hoofd van de
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche
Courant, van de uitgeverszaak en de boek
en steendrukkerij De overledene was o.a.
voorzitter van het district Zwolle van de
Federatie van Werkgevers in het Boek-
drukkersbedrijf. Daarnaast was hij be
stuurslid van dc Verecniging „De Neder
landsche Dagbladpers" en van de Locale
Pers. Hij was onder-voorzitter van de com
missie tot overbrugging van den IJssel.
LAMP» EM TUINBOUW
DE MELKPRIJS IN ZUID-HOLLAND.
De volgende motie is gistermorgen in de
vergadering van den melkhandel, do orga
nisatie van groote fabrikanten en de groo
te melkinrichtingen in Zuid-Holland, aan
genomen
De vergadering van den melkhandel,
kennis genomen hebbende van het besluit
dor aJgemeene vergadering van den Bond
van melkveehouders, waarbij het hoofd
bestuur voorstelt, de melk voor de maan
den October tot en met December 1927 te
verkoopon tegen den vas t el a nds gr ondp rijs
van 10 Yi cent af boerderij, verklaart bereid
te zijn, dit voorstel te aceepteeren. Dc ver
gadering van den melkhandel handhaaft
echter haar standpunt, dat de prijs van
10 y, cent te hoog is, en wcnscht nadruk
kelijk te verklaren, dat de aanvaarding
van den eisch der veehouders onder den
druk der seizoenomstandigheden ge
schiedt.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 30 September.
Hilversum, 1050 M.
12.00 Politieber.
12.35—2.00. Lunchinuziek door haf
trio D. Groeneveld, viool, A. v. Leeuwen,
cello. P. Jochems, piano.
5 307.00. Concert door het ANRO-or-
kest, o. 1. v. Nico Treep. Henri Angenont,
bariton. Egb. Veen, pianobegol.
7.007.45. V.P.R.O- K. Klein, declama
tie. Don Carlos, 3e bedr. 10e tooneel van
Schiller. Vrijheidsrede van den Markies
Posa en andere fragmenten.
7.45. Politieber.
8-10. Kamermuziek door hot „Haydn-
kwartet". P. Kramer, le viool. A. de
Groot, 2e viooL H. v. d. Bosch, alt-viool. IL
J. Lysen, cello. (Allen leden van het Con
certgebouw-orkest). 1 Kwartet F- gr. t. op.
77. nr. 2, Haydn. 2. Kwartet F. gr. t. op
96. Dvorak.
9.10. Gevarieerd programma. Luciën,
humorist. P. G. Donker, xylophonist. Het
Hawaiian radio-vijftal. Chris de Vos Jr.,
Hawaiian guitaar. Eug. Scholten, Hawaii
an guitaar. II. Fernandes, guitaar. Jan do
Vos, Bas guitaar. Chris Seegor, Ukulele.
Rein, Vreeling, accordeonbegel. voor de sa-
xaphoon.
10.15. Nieuwsber-
10.3012.00 N.O.V. Dansmuziek door do
N.O.V. Jazzband o. 1. v. John Beek-
Daventry 1600 M.
11.20. Daventry-kwartet en solisten.
12.50. Orgelconcert.
I.202.20. Lunchmuziek.
3.20. Lezing: Empiro History and Geo
graphy.
3.50. Lozing: How reading and written
began.
4.10. „Abraham Lincoln", tooncclstuk
van John Drinkwater.
5.20. Lezing: On with the dance in fic-<
tion.
5-35. Kinderuurtje.
6.20. Orkestconcert.
6.50. Tijds., weerber.
7.05. Orkestconcert.
7.20. B- B. G. muziekcritiek.
7.35. Orgelconcert.
7.45. Lezing: The art of the Cinema
8.05. Variété.
8.35- Symphonieconcert. Radio-mannen-
koor en orkest.
9.20. Weerber., nieuws.
9 35. Lezing. Next week's broadcasting
music.
9.50- Nieuwsber.
9.5511.20. Symphon.econccrt (vervolg)
II.2012.20. Dansmuziek.
R a d i o-P a r i 8 1750 M.
12.502.10 Orkostconcert.
5-055.55 Dansmuziek. Jazzband.
8.5010.50. Concert. Populaire muziek
door het orkest Mario Gazes
Langenherg. 469 M
Dortmund 283 M. on Münstcr 242 M
1.302.50 Orkestconcert..
5.506.50. „Die Wintcrreise", van Scbu
bert, door E. SchmidtGarlen, zanger
9.05. „Wasif und A kif", Turksch Pop
penspel van Wogner on Landau", Daarna
tot 12.20. Dansmuziek.
Königswustcrhausen 1250 M.
3.508.05. Lezingen en lesser
10.5012.50. Een uurtje bij Jean Gilbert
Orkest. F. WeberFlessburg, sopraan, A.
Flecsburg, tenor.
Hamburg 395 M
0.20. Middagconcert.
7.20. Orkestconcert.
8.20. „Das Glück im Winkel", tooneel-'
spel in 3 acten van H. Sudermann. Daar
na tot 11-10 dansmuziek.
Brussel 509 M.
5.20-.20. Concert door het radio-trio.
8.35. Orgelconcert.
9.05 Gramofoonmuziek.
10.051035. Vlaamsche litteratuur.
voeren. Maar na ia mijnheer niet eens in
't land! Dat is me wat!
Hij moet naar hier gebracht worden,
zei Odilia dadelijk.
Dat zal mevrouw Brice niet aanstaan,
opperdo Piet die zijn pot in de handen
renddraaido. Gesteld dat dc jongeheer ern
stig ziek wordt en er iets gebeurd, nog wel
tijdens do afwezigheid van mijnheer, dan
krijgt u nog de schuld er van, mevrouw.
Hij keek Odilia recht in do oogen, zooals
hij dat gewoon was in ernstige omstandig
heden.
Zijt gc er zeker van dat men hem naar
t kasteel kan vorvoeicn? vroog de jonge
vrouw, terwijl zij in het spoorboekje bla
derde.
Daar sta ik voor in! Hij is pas sinda
gisteren ziek. 't Beteekent misschien niet
veel die ongesteldheid, maar tochen
fin
Wat bedoel je Piet. Ik moet alles we
ten!
Ik heb in do wijk van 't lyceum hoo-
ren zoggen dat er gevallen zijn voorgeko
men van zwarte pokkon.... Tijdons hot
beleg kwam dat veel vopj*.en nu schijnt
het opnieuw te beginnen....
Odilia had haar kamermeisje gebold.
Wij hebben juiset den tijd hem te
gaan halen, voor dat de sneltrein vertrekt,
zei ze. Ga gauw een good rijtuig lialen
Piet, daar ginds op don hoek van de rue
do Varennes en laten wij geen oogenblik
verliezen.
Op verzoek van mevrouw werd Karei
aau Piet toevertrouwd. Do jongen waa
reeds ernstig ziek cn zonder iet» te vra
gen, liep bij werktuigelijk dc trap af onder
steund door den huisknecht.
Na hom zoo goed mogelijk in het rijtuig
geïnstalleerd te hebben, zocht Piet met
de oogen mevrouw Brice om liaar ook te
laten instappen. Zij cohtcr wenkte hem ter
zijde en sprak:
Hij mag mij niet zien. Hij houdt nie*
genoeg van me, het zou hem kunnen op
winden als ik me vertoonde. In den treiv
zal ik een ander compartiment nemen en
to Larocho zullen wij wel twee rijtuigoi
vinden.
Do reis verliep zooala zij gezegd had. D»
oude mevrouw Brice, door een tclegran
gewaarschuwd, wachtte de reizigers op.
Bij het zien van hot blceke, opgezette
gelaat van den jongen, dien zij zoo bla
kend van gezondheid had zien vertrekken
sidderde zij,ï.. toch sprak zo geen woord
om haar ontroering te uiten. Om lange ver
klaringen le vermijden op een publickt
plaats zooals een station is, had Odilia
zich niet vortoond. Zij had Piot last gege
ven do grootmoeder met ecnigo woorden
van haar komst te verwittigen.
Nadat men Karei le bod gebracht had,
waarna hij spoedig was ingeslapen, ging
mevrouw Brice naar beneden in afwach
ting vaji den huisdokter.
Odilia wachtte haar in hot salon op.
Gedurende het half uur dat zij daar ver
toefd had, was menig herinnering bij haat
opgekomen op deze plaat» waar zij voor
woinige maanden geleden een der pijnlijk
ste oogenblikken van haar leven had door
gemaakt.
(Wordt vervolgd).