DE TWEEDE MOEDER. TWEEDE SLAD „DE LEIDSCHE COURANT" WOENSDAG 21 SEPTEMBER KST pe pers. u )e pers over de troonrede. )e meeste bladen leggen hoofdzakelijk aandacht op wat in do Troonredo wordt ie-c'1 over de oeconomisehe politiek: vrij- 0f beecherming der binnenlandsche tarfrie. ne voorstanden» van het laatste wijzen één alinea in de Troonrede, waarop zij r hoewel deze heel vaag is eenig ver duwen meenen te mogen bouwen. jj pezc alinea luidt: Eene aanvulling van de wetgeving jórdt voorbereid ten einde onder alle gastandigbeden de mogelijkheid van het ifsluiten van handelsverdragen te be houden en hierdoor het vrije ruilverkeer bevorderen." (Vij schreven hiervan gisteren, dat deze nca ons niet klaar is. P e T ij d vindt haar ook niet „lieel d ui- lijk", doch leest er toch heel wat meer tengunste van bescherming onzer indus- e, dan wij meenen te kunnen doen: ,Heel duidelijk is het niet. Dooh één Jins staat vast: het liberale laat-maar- union-stelsel heeft afgedaan. De op jc jconomisch gebied eenzijdig ontwapende Staat der Nederlanden is wakker gewor- len, heeft zich de oogen uitgewreven en nu op zoek naar een vooral niet te "i scherpwapen om voor zijn wel vaarte re poritio in deze verarmde wereld des noods te vechten." De Maasbode is minder optimis- ich dan „De Tijd": „De toezegging, dat eeno aanvulling van de wetgeving wordt voorbereid ten onder alle omstandigheden de mo- voor het afsluiten van han delsverdragen te behouden en hierdoor het vrije ruilverkeer te bevorderen, geeft dan ook geen klaarheid. Hier heeft men te doen met een diplomatieke verklaring maar daarmede richt men zich toch niet tot het volk. Onder deze omstandighe den waardeeren we het, dat H. M. de Koningin er zich tegen verzet heeft, dat deze rede door de radio zou worden ver spreid; want zulke orakeltaal zou men toch niet verstaan en begrepen hebben." Het Centrum schrijft in gelijken est: „En het is van de mees. urgentie, dat getracht wordt daaraan een oplossing te geven. De Troonrede stelt vaat, dat de richtlijnen der economische politiek, door de Economische Conferentie te aangegeven, overeen komen met die, welke door Nederland worden ge volgd Maar behalve richtlijnen is er nog iets anders, is er de practijk, welke door tal van Staten wordt gevolgd, en leze stelt aan de herleving der wel- faarb in ons land groote hinderpalen ia den weg en werkt precies het tegen overgestelde uit van hetgeen ons volk noodig heeft: verruiming der werk gelegenheid. Wat denkt de Regeering daartegen te doen? Zij bereidt, zegt de Troonrede, een aanvulling van. de wet geving voor, ten einde onder alle om standigheden de mogelijkheid van het afsluiten van handelsverdragen te be houden en hierdoor het vrije ruilverkeer te bevorderen. De aanduiding is ta melijk vaag en men mag twijfelen, of rij de gerustheid en do bevrediging zal wekken, die reeds lang met aandrang wordt verbeid." Het Huisgezin schrijft o.m.:' „Met de in aller-voorzichtigs ten vorm van een dubb^ ta rief is de moed en het vermogen dezer regeering uitgeput. 't Ir weinig, te weinig voor het noodlij dende Zuiden." De Standaard (A. R.) heeft den loeilijk te doorgronden passus eenige ma fs herlezen cn kon het aan het eind niet erder brengen dan tot de verzuchting: raarom hier niet dezelfde klaarheid als nzake het Belgische verdrag? Er wordt in de Troonrede een paar maal gerept van onze economische po litiek. Eenmaal als er geklaagd wordt over bemoeilijking van den afzet in den vreemde van de producten van land- en tuinbouw. Een tweede maal als heengewozen wordt naar kunstmatige belemmeringen die aan het internationaal ruilverkeer in den weg gelegd worden. En eindelijk nog een derde maal als uitdrukking gegeven wordt aan de ver heugenis, dat de door de Economische Conferentie te Genéve aangegeven richt lijnen der economische politiek in Ne derland reeds worden gevolgd. Wat beteekenen nu in het licht daar van de boven geciteerde zinssneden? De Nieuwe R o 11. Crt verwoed voorstandster van den vrijhandel wijst er o.i zeer terecht op, dat de Troon rede in de passages speciaal aan industrie en handel gewijd, zich duidelijk uitspreekt voor den vrijhandel. En het blad vervolgt dan: „En dan stuit met plotseling aan het einde van de financicele paragraaf, alsof de regeering er eenigszins mee verlegen gen is, nogmaals iets over „handel" te moeten zeggen, op deze zinsnede: „Eeno aanvulling van de wetgeving wordt voor bereid ten einde onder alle omstandig heden de mogelijkheid van het afsluiten van handelsverdragen te behouden en hierdoor het vrije ruilverkeer te bevor deren." Voor deze passage zal een ieder als voor een gesloten boek blijven staan zou Thorbecke gezegd hebben. Het is, dunkt ons, de aankondiging van een wetsontwerp tot omschrijving van den steen der wijzen voor onze handelspoli tiek. Men kan er alles uit fantaseeren, en niets. Men kan er blij om zijn, en er van schrikken. Men kan haar opvatten als ernst, of beschouwen als grap. Boven al lijkt ons de zinsnede echter eene onver bloemde neiging der regeering aan den dag te leggen, om zich aan eene niets zeggende fraze te vergap>en, om haar hoop onder woorden te brengen, dat de Ka mer deze onaesthetiache handeling zal navolgen." Uit een beschouwing van Het Volk knippen we: „Met groote reserve nemen wij kennis van de aankondiging van een verlaging dei inkomstenbelasting. Hoe zal men do middelen vinden voor sociale maatrege len, b.v. een Ziektewet, als men de schat kist in min of meer belangrijke mate in komsten zal laten derven?" Alleen de hoofdredacteur van Het Va derland heeft de beteekenis der duistere zinsneden volkomen doorzien! De Regeering erkent de moeilijkheden die voor onzen handel en nijverheid ont staan, doordat aan het internationaal ruilverkeer kunstmatige belemmeringen in den weg worden gelegd, maar wil niet van een geneesmiddel weten, dat voor een klein land altijd tientmaal, en meermalen erger is dan de kwaal. Wat trouwens van een Kabinet-De Geer vast stond. Integendeel verborg de Regeering hare vreugde niet over richtlijnen op de Economische conferentie van den Vol kenbond aangegeven. Wij lezen in die vreugdebetuiging een beslist afwijzen van eene verandering in onze handels politiek, al zou het ons natuurlijk ver heugen als de uitspraken van de Econo mische Conferentie nog iets meer dan •declaratorische waarde hebben. Wij meenen, dat onze lezers niel prijs stellen op een heele lange reeks van „peis- f temmen" die allen hoe kan 't ook an ders ons even weinig houvast geven als de Troonrede zelf! Wij sluiten daarom ons overzicht. BINilEHLAMD DE RIJKSBELASTING OMLAAG. TEN NAASTEBIJ MET ÉÉN VIJFDE. HET ACCRES DER MIDDELEN GOEDDEELS DAARVOOR BESTEMD. r. k. universiteit. Opening Universiteitsjaar. Gisteren, werd ter gelegenheid van de opening van het universitoitsjaar der R. K. Universiteit een plechtige H. Mis opge- Ingediend is oen wetsontwerp tot veria- ging van het tarief dor inkomstenbelasting en wijziging van art. 243 a der gemeen to- wet en van art. 126 quinquies der Provin ciale wet. Zooals de Minister van Financiën reeds in de Miliioenermota heeft uiteengozet is de Regeering van oordeel dat in de gege ven omstandigheden een verlaging van hot tarief van de inkomstenbelasting niet lan ger op zich mag laten wachten. Do Regeering is van meening, dat van die verlaging alle belastingplichtigen zoo veel mogelijk in dezelfde verhouding be- hooren te profiteeren. Het voorgestelde nieuwe tarief is dan ook zoodanig ontwor pen, dat voor alle inkomens de belasting ten naaste bij met 1/5 wordt verlaagd. „Ten naaste bij", omdat de noodzakelijke afzondering van do p>ercentago die van de opvolgende toenemingen van het inkomen worden geheven, hier en daar enkele af wijkingen tengevolge hebben. Bij d© toe passing van het nieuwe tarief op alle aan slagen zullen die verschillen elkander ech ter geheel opheffen, zoodat het verlies in opbrengst over een vol jaar kan geschat worden op 20 pot. van de huidige opbrengst der belasting. Aan de hand van de voor 1928 geraam de netto-opbrengst al f 100.000.000 kan der halve het jaarlijksrhe verlies op f 20.000.000 worden begroot. Aangezien echter de ver laging volgens art. IV van het ontwerp eerst met ingang van 1 Mei in werking treedt, zal het verlies in opbrengst over 1928 minder dan f 20.000.000 bod ragen. Houdt men rekening met de omstandig heid, dat de verlaging wél op het kohier- bedrag over 1928'29, waarvan 2/3 aan den dienst 1928 ten goede komt, haar in vloed zal uitoefenen, dooh niet op den ai- trek wegens de ten laste van dien dienst komende kwade posten, die immers uit sluitend, althans nagenoeg uitsluitend, be rekend naar het thans geldende tarief, dan komt men voor hot begrootingsjaar 1928 tot een geraamd verlies van oen hooger bedrag dan 2/3 van f20.000.000, te stellen op f 15.000.000. Door de bij art. II voorgesteld© verrui ming van do bevoegdheid der gomcenten tot het heffen van opcenten op de Rijksin komstenbelasting zullen de gemeentebe sturen in staat worden geeteld te voorko men, dat de gemeente-financiën van do verlaging der belasting in hoofdsom nadeel ondervinden. Hetzelfde geldt voor de pro vinciale besturen (art. III). Een gevolg van deze laatste wijziging zal zijn eenige ver ruiming van de bevoegdheid dor provin ciale besturen ook wat aangaat do opcen ten op de vermogensbelasting. dragen in de St. Augustinus-kerk te Nij megen door den zeereerw. hooggel. pater prof. dr. Franssen O. F. M. geaeisteerd door den weleerw. pater Vogels O.E.S.A. als diaken en Surig, rector van „Kalora- ma" te Beek, als subdiaken. Een koor van priester-studenten, onder leiding van den weleerw. heer van Rossum zong op uitstekende wijze de liturgische gezangen. Gistermidag heeft prof. dr. W. Mulder S. J. alvorens de waardigheid van Rector- Magnificus der R. K. Universiteit van Nijmegen over te dragen aan zijn opvol ger prof dr. Jac. van Ginniken 8. J., een rede uitgesproken, handelende over de ge schiedenis der Keizer Karei-universiteit in het afgeloopen studiejaar 19261927. Deze overdrachterede vangt aan met een herin nering aan de viering van het 500-jarig be- staansfccst der R. K. Universiteit te Leu ven, waarbij ook de Keizer Karei-univer siteit vertegenwoordigd was door de pro fessoren Doyens, Hoogveld, van Ginneken en Schrijnen, welke laatste het woord voerde namens de Internationale Federa tie van R. K. Universiteiten. Vervolgens memoreerde spr. o. m. de deelneming der Universiteit bij do plechtigheid der ont hulling van het Petrus Canisius-monument te Nijmegen. Z. Hooggel. spreekt de hoop uit dat voor de plechtigheid der promotie en geschik ter localiteit zal gevonden worden dan tot nu toe werd gebruikt en herdacht daarop in het bijzonder de overleden moderator der Universiteit pater J. van Rijckevorssel S. J., die door zijn onvermoeibare en fris- sche leiding zooveel voor de leden van Carol us Magnus heeft gedaan. Spr. hoopte dat do steun en belangstelling voor de universiteitsvereeniging zou toenemen en wees vervolgens op hetgeen de professo ren voor de propaganda der R. K. Univer siteit hebben gedaan. Daarna ging spr. over tot een bespreking van het weten schappelijk werk, door do Universiteit in het afgeloopen jaar verricht om vervol gens do interne geschiedenis der Univer siteit nader te beschouwen. O. a. memo- roerde spr. het feit, dat de conservator der Universiteitebibliotheek, mr. Comelissen tot waarnemend bibliothecaris werd aan gesteld en de secretaris van den Senaat tot archivaris. De catalogi der instituten kwamen nog niet gereed. Nog steeds wach ten groot stapels werken op een beschrij ving. Bovendien zullen voorloopig de fi nancicele middelen zeer beperkt blijven. Spr. is echter optimistisch gezind. Do boekenschat nam met ongeveer 10.000 deelen toe, terwijl het aantal tijdschrif ten Idom tot 331. Het leeszaalbezoek liep terug van 2205 tot 1974; daarentegen ver dubbelde het aantal uitgeleende boeken (15153110). Verder herinnerde spr. aan de verbouwing van het bibliotheekgebouw. Aanvankelijk had men het plan opgevat niet tot uitbreiding over te gaan, doch de bibliotheek elders te vestigen, doch van dit plan is later teruggekomen. Het aantal studenten dat zich in het af geloopen jaar liet inschrijven beliep 356; in de faculteit der theologie 21, in de let teren en wijsbegeerte 189, in de rechten 147. Een totale vermeerdering van studen ten mocht worden geconstateerd van 29 of 8.8 pCt. Spr. prijst den voortreffolijken geest on der de studenten cn memoreert hun meer der meeleven met de Nijmeegsohe burgerij. Het toetreden tot en meeleven met Caro- lus Magnus zal den spoorstudenten gemak kelijker worden gemaakt. Tenslotte richt spr. zich tot zijn opvolger prof. dr. Jac. van Ginneken S.J. „Moge door Gods goedheid," aldus besluit spr„ „aan u de kracht en wijsheid zijn gegeven de Universiteit tot steeds rijker bloei te brengen en aldus de verwachtingen te be schamen van degenen die haar totstand koming als te vroegtijdig en haar voort bestaan als onzeker beschouwen." De opvolger van Prof. Nijhoff. Dr. Meuleman hoogleeraar? Wij vernemen, dat curatoren der Gro- ningsche hoogeschool de door hen "*pge- maakte voordracht ter voorziening in de vacature-Nijhofg. welke voordracht de na men der doctoren Engelhard en Van Don gen inhield, van het Departement van On derwijs hebben terugontvangen. In Den Haag moet nl. de bedoeling voorzitten een katholiek a's opvolger van prof. Nijhoff te benoemen en wel dr Meu leman van de vroedvrouwenschool te Heerlen. Vandaar het getreuzel met de bezetting van dezen hoogleeraarszotel „Ilbld." Bioscoopwet "Waarschijnlijk 1 Januari in w e rk i n g. Ingediend is een wetsontwerp om in het 3e lid van art. 30 der Bioscoopwet do woorden en cijfers „tot 1 Juli 1927" te ver vangen door de woorden: gedurende zee maanden daarna". De datum 1 Juli 1927 is gekozen in de veronderstelling, dat het in werking treden der wet een zekeren tijd te voren zou plaats hebben. Nu do onmogelijkheid daar van is gebleken, is wijziging van het arti kel noodzakelijk. Naaj- het zich voorloopig laat aanzien, zal do wet op 1 Januari 1928 in werking kunnen treden. UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Donderdag 22 SepL Hilversum, 1060 M. 12.00 Politieberichten. 12.352.00 Lunch muziek door het trio D. Coronol, viool, J. Drukker, cello, L. Kapper, piano. 3.30—4.30 Uurtje voor wees- en zieken huizen, door Mevr. Ant. van Dijk. 6.00—7.15 Dinermuziek door het Kling- Ensemble. Louis Peereboom, viool. Miep Kling, collo. Gor Kling, piano. 7157.45 Een praatje over Indi<i Causerie door den heer W. Vogt over: Ambon en de Ambo neezen 7.45 Politieberichten. 8.10 Concert door hot A.N.R.O.-orkest o. 1. v. Nico Treop. Michael Busch, collo. Kees Heerkens, piano. 10.30 Persberichten. Daventry 1600 M. 12.20 Daventrykwartet en solisten (so praan, tenor). 1.202.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Vesper in de Westminster Abbey. 4.05 Daventrykwartet cn solisten (so praan, viool). 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Landbouwberichtem 6.40 Dansmuziek. 6.50 Tijdsein, weerbericht 7.05 K. Destournel, sopraan. 7.20 Lezing: The Autumns Educational programma. 7.35 Orgelconcert. 7.50 Orkestconcert. F. Woodman, so praan. S. Robertson, bariton. 9.20 Weerbericht, nieuws. 9.35 Lezing: The frozen North. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Lichte orkestmuziek. Het radio- orkest. 10.5012.20 Dansmuziek. R a d i o-P aria 1750 M 10.5011.20 Concert. 12.502.10 Orkest Locatclli. 5.055.55 Kinderuurtje. 8.5010.50 Concert. Orkest en solisten. Langenberg. 469 M 1.302.50 Orkestconcert. 5.506.50 OrkestcoDcert. 8.30 Oskar Ludwig Brandt-avond 0 L. Brandt declamatie. A. Fran kei, sopraan. Dameskoor van de Werag. P. Mama, be geleiding. 10.20—11.00 J. Ringelnatz, gedichten- voorlezing. Daarna tot 12.20 Dansmuz ek. Königswusterhausen 1250 M 2.508.05 Lezingen en lossen 8.50 Symphonieconcert. Chopin: P.ano- concert F-moIl, C. Arrau. 10.501250 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 4.35 Dansmuziek. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Populair concert. 8.20 „Kurve links", comcdie der tech niek in 3 acten van Palitzsch. Daarna tol 11.10 Dansmuziek. Brussel 509 M. 5.206.20 Kinderuurlje. 8.35 Orkcslconcert. 10.0510.30 Literaire selectie. Geewew^gge JBericSuken ONGELUKKEN. Uit den auto geslingerd. Maandagavond is bij Blesserbrug de lieer M. uit Hcerenvecn vrij zeker door aanrijding uit zijn auto gcslinged Een andere autobestuurder vond hem aan den weg liggen, nam hem op en bracht hem naar huis. M. heeft geen inwendigo ver wondingen, maar klaagde erg over pijn in rug en bcenen. Geneeskundige hulp is verleend. De auto is erg beschadigd, 0.m. is het stuur doormidden gebroken. Van een auto gevallen. Op de Kloosterkade te Delft is Maandag de 11-jarige jongen G. de Graaf van een vrachtauto gevallen met het gevolg dat iiij door een wiel werd overreden De knaap lekwam een schedelfractuur en brak zijn 1.'nkcrdijbeon. Hij werd naar het gasthuis vervoerd; zijq toestand is ernst»?- FEUILLETON. Naar het Fransch, v. TL GREVILLE Je moet baar geen stiefmoeder noe~ m'n jongen, hernam de vader na een die het verwijt moeet verzachten; zij 8 jouw tweede moeder en je zult haar ma- noemen. De knaap schudde eenige malen energiek hot hoofd en toen Richard hem opnieuw toespreken vluchtte hij plotseling W(s% en wierp de deur met een harde slag fcnter zioh dioht. p.~~ Wat moet dat beteekenen? vroeg hchard meer om zdoh een houding te ge- 'fcn, dan om een verklaring te vragen. Mijnheer dat beteekent dat u uw zoon ■oor twee maanden geleden mee had moe- en nemen, toen de jongen daarom smeek- antwoordde Piet. Ik heb natuurlijk niets e ze£6en; de zaken van mijn meesters 'aa|n EÜj niet aan; maar als ik oen zoon enfin gelukkig ia dat niet het ge- D1 ieder geval kan mijnheer er wel |P rekenen dat er nog veel zal komen kij- ^Vv Alstublieft mijnheer uw witte das. t ia zoo'n goede dame mevrouw Odilia, er zoo voornaam en waardig uit... aj ziet t ^,nia^ wel oppassen, want de andere ™ewn°ederMijnheer mag ook wel op hna letten; 't kind is nu nog te klein e begrijpen, maar dat gaat den zelfden op. Tijdens dit merkwaaadig gesprek _was oüet yan Richard geëindigd. Hot diner was schitterend! Ln de gan- sche omgeving had het huwelijk van Ri chard Brice de levendigste nieuwsgierig heid opgewekt. De familie Brice was niet alleen de eerste der landstreek, maar Ri chard's positie als advocaat en Kamerlid verschafte relaties mot de aanzienlij les te personen uit het departement. Dit tweede huwelijk was een ware ge beurtenis en deelde de bevolking in twee kampen, 't Is bijna onnoodig te zeggen dat schier alle mannen Richard in 't gelijk stelden en de vrouwen Odilia over den he kel haalden. De schoonheid der jonge vrouw had niet onmiddellijk de uitwerking die men mocht verwachten cLw.z. veroorzaakte haar min der vijanden dan men kon vermoeden. Sommige schoonheden en eigenschappen zijn ook waarlijk prikkelend door zich met veel gerucht op te dringen, zoodat zij als van zelf een weerstand in het leven roe pen. Andere daarentegen schijnen bijna niet te bestaan en toch zijn ze niet minder waardevol; op den duur evenwel brengen zij bun omgeving onder hun invloed die weldadig is. Odilia had wel voorzien waartegen zij zou te strijden hebben. Daarom liad zij zich tot stelregel gesteld alles in haar to be dekken of wog te nemen wat er te schitte rend was. Zdj kon haar lichamelijke schoon heid niet vernietigen, maar wel in plaats van haar meer te doen uitkomen, haar luister verminderen, ©venals zij besloten had veel te luisteren zender zalf veel te spreken. Dat plan, 't welk niet alleen veel wijs heid en .voorzichtigheid eisclite, maar ook een groote zelfverzaking, slaagde wonder wel. Wat, is het meer niet? zeiden de vrouwen, 't is niet moeilijk mooier te zijn, kostbaarder gekleed to gaan en meer ver stand te toonen! En zoo ging het weldra van mond tot mond, dat mevrouw Odilia geenszins de bewonderenswaardige vtouw was die men had aangekondigd. Do mannen die onbevooroordeeld en dus helderder zagen, wisten dat liet tegenover gestelde waar was, maar him meening woog weinig in de schaal Mevrouw Brice werd zeer geprezen om de schitterende ontvangst die ze haar schoondochter bereid had; mevrouw de la Rouveraye bekwam ook een groot deel der algemeen© goedkeuring Beiden hadden trouwens begrepen dat een Kamerlid geen weduwnaar kon blijven. Hoe zou hij dan immers diners en soiree's geven? En war ren er geen duizenden gelegenheden in hot sociale politieke leven waar de afwezig heid van een vrouw zich wreed zou doen gevoelen? Na het voortreffelijk diner waren aJle genood igden vol lof voor de gansche fa milie Brice. Alleen Piet was niet voldaan; daar liij echter zijn ontevredenheid aan niemand bekend maakte, werd die ook geen gele genheid tot opspraak. HOOFDSTUK V. Dat eerste verblijf van mijnheer Brice en zijn vrouw was van korten duur. Zij hadden besloten dikwijls naar het kasteel Pignous te ^aan en daar nooit langer dan twee etmalen te vertoeven, tenminste vóór dat do lente er was. Deze methode voor kwam vele moeilijkheden en Karei werd er aan gewoon zijn ouders dikwijls to zien. Tegenover zijn vader was de jongen spoedig weer even vcrlrouwvol en natuur lijk als vroeger; zoodra hij hem alleen zag, kwam hij naar hem toe geloopcn om hem allerlei vragen te stellen en met hem te spelen zoo mogelijk; maar wanneer Odilia dan naderde, verviel hij in zijn hardnek kig zwijgen. Na eenige malen flink berispt te zijn geworden, vluchtte hij nu niet meer weg op het gezicht van Odilia; hij bleef dus bij hen, maar 't was gedwongen en pijnlijk, zoodat d© tweede moeder zeJf ge vraagd had den jongen zijn vrijheid terug te geven. Yan deze vrijheid maakte Karei echter geen gebruik, hij bleef in het gezelschap van zijn ouders, maar zwijgend cn bijna achterdochtig. Dan luisterde hij naar de gesprekken met oen aandacht die verre boven zijn leeftijd ging en legde do woor den die hij niet goed begreep op zijn ma nier uit. Na al de stille toespelingon van zijn grootmoeder bracht hij op die wijze zijn ontluikend verstand nog meer in do war. Het scherpe oog van Odilia dat waakte in haar benarden toestand, had dit spoe dig bemerkt, maar hoe kon zo daar liaar man over spreken zonder inbreuk te ma ken op de wet van voorzichtigheid cn lief de die zij zich zelf opgelegd had? Hetgeen zij vooral wilde voorkomen was: door eenig woord of optreden de genegenheid van Richard voor zijn moeder te kwetsen of te verminderen. Anderen moesten hem dan maar op de hoogte brengen, zij zou nooit een woord uilen dat onoonigheid kon verwekken. Ondanks zijn pogingen om optimist to zijn, voelde Richard zooal niet alles, dan tooh een deel van hetgeen zijn vrouw leed. Zij was hem daardoor nog dierbaarder en zijn liefde voor haar werd nog eerbiediger, nog teedorder. Toch zou hij alles willen doen om de oogen voor hot onrecht te sluiten om to kunnen blijven leven in dien gespannen toestand. De mannen die veel geestesarbeid ver richten hebben vaak een vrees voor uiter lijke gebeurtenissen, die hom uit hun even wicht zouden kunnen brengen. Het schijnt hun dat hetgeen zij beleven, al is dat ook moeilijk en gevaarlijk, le verkiezen is bo ven het onbekende dat een verandering mot zich brengt. Zonder cr zich goed rekenschap van te geven, deeldo Richard die zienswijzo. Hij was echter te vorstandig en te edel om werkeloos te blijven daar waar ingrijpen noodzakelijkheid werd. Dat oogenblik zou weldra konjcn. Do eerste toor-groene blaadjes vertoon den zich op do lindeboomen toen Karol door zijn vader op ernstige wijze onder handen genomen werd. Do laatst© maan den liad hij zich tuchteloozor dan ooit ge toond. Hij was nu acht jaar en do ixio- toor dor parochie, dio ondernomen liad hom een voorsmaak der wetenschap te ge ven, wist niet incor wat mot hem aan t® vangen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3