DE TWEEDE MOEDER.
TWEEDE SLAD
„DE LEIDSCHE COURANT"
WOENSDAG 21 SEPTEMBER
KST pe pers.
u )e pers over de troonrede.
)e meeste bladen leggen hoofdzakelijk
aandacht op wat in do Troonredo wordt
ie-c'1 over de oeconomisehe politiek: vrij-
0f beecherming der binnenlandsche
tarfrie.
ne voorstanden» van het laatste wijzen
één alinea in de Troonrede, waarop zij
r hoewel deze heel vaag is eenig ver
duwen meenen te mogen bouwen.
jj pezc alinea luidt:
Eene aanvulling van de wetgeving
jórdt voorbereid ten einde onder alle
gastandigbeden de mogelijkheid van het
ifsluiten van handelsverdragen te be
houden en hierdoor het vrije ruilverkeer
bevorderen."
(Vij schreven hiervan gisteren, dat deze
nca ons niet klaar is.
P e T ij d vindt haar ook niet „lieel d ui-
lijk", doch leest er toch heel wat meer
tengunste van bescherming onzer indus-
e, dan wij meenen te kunnen doen:
,Heel duidelijk is het niet. Dooh één
Jins staat vast: het liberale laat-maar-
union-stelsel heeft afgedaan. De op
jc jconomisch gebied eenzijdig ontwapende
Staat der Nederlanden is wakker gewor-
len, heeft zich de oogen uitgewreven en
nu op zoek naar een vooral niet te
"i scherpwapen om voor zijn wel vaarte
re poritio in deze verarmde wereld des
noods te vechten."
De Maasbode is minder optimis-
ich dan „De Tijd":
„De toezegging, dat eeno aanvulling
van de wetgeving wordt voorbereid ten
onder alle omstandigheden de mo-
voor het afsluiten van han
delsverdragen te behouden en hierdoor
het vrije ruilverkeer te bevorderen, geeft
dan ook geen klaarheid. Hier heeft men
te doen met een diplomatieke verklaring
maar daarmede richt men zich toch niet
tot het volk. Onder deze omstandighe
den waardeeren we het, dat H. M. de
Koningin er zich tegen verzet heeft, dat
deze rede door de radio zou worden ver
spreid; want zulke orakeltaal zou men
toch niet verstaan en begrepen hebben."
Het Centrum schrijft in gelijken
est:
„En het is van de mees. urgentie, dat
getracht wordt daaraan een oplossing
te geven. De Troonrede stelt vaat, dat
de richtlijnen der economische politiek,
door de Economische Conferentie te
aangegeven, overeen komen met
die, welke door Nederland worden ge
volgd Maar behalve richtlijnen is er
nog iets anders, is er de practijk, welke
door tal van Staten wordt gevolgd, en
leze stelt aan de herleving der wel-
faarb in ons land groote hinderpalen
ia den weg en werkt precies het tegen
overgestelde uit van hetgeen ons volk
noodig heeft: verruiming der werk
gelegenheid. Wat denkt de Regeering
daartegen te doen? Zij bereidt, zegt de
Troonrede, een aanvulling van. de wet
geving voor, ten einde onder alle om
standigheden de mogelijkheid van het
afsluiten van handelsverdragen te be
houden en hierdoor het vrije ruilverkeer
te bevorderen. De aanduiding is ta
melijk vaag en men mag twijfelen, of
rij de gerustheid en do bevrediging zal
wekken, die reeds lang met aandrang
wordt verbeid."
Het Huisgezin schrijft o.m.:'
„Met de in aller-voorzichtigs ten vorm
van een dubb^ ta
rief is de moed en het vermogen dezer
regeering uitgeput.
't Ir weinig, te weinig voor het noodlij
dende Zuiden."
De Standaard (A. R.) heeft den
loeilijk te doorgronden passus eenige ma
fs herlezen cn kon het aan het eind niet
erder brengen dan tot de verzuchting:
raarom hier niet dezelfde klaarheid als
nzake het Belgische verdrag?
Er wordt in de Troonrede een paar
maal gerept van onze economische po
litiek.
Eenmaal als er geklaagd wordt over
bemoeilijking van den afzet in den
vreemde van de producten van land- en
tuinbouw.
Een tweede maal als heengewozen
wordt naar kunstmatige belemmeringen
die aan het internationaal ruilverkeer
in den weg gelegd worden.
En eindelijk nog een derde maal als
uitdrukking gegeven wordt aan de ver
heugenis, dat de door de Economische
Conferentie te Genéve aangegeven richt
lijnen der economische politiek in Ne
derland reeds worden gevolgd.
Wat beteekenen nu in het licht daar
van de boven geciteerde zinssneden?
De Nieuwe R o 11. Crt verwoed
voorstandster van den vrijhandel wijst
er o.i zeer terecht op, dat de Troon
rede in de passages speciaal aan industrie
en handel gewijd, zich duidelijk uitspreekt
voor den vrijhandel. En het blad vervolgt
dan:
„En dan stuit met plotseling aan het
einde van de financicele paragraaf, alsof
de regeering er eenigszins mee verlegen
gen is, nogmaals iets over „handel" te
moeten zeggen, op deze zinsnede: „Eeno
aanvulling van de wetgeving wordt voor
bereid ten einde onder alle omstandig
heden de mogelijkheid van het afsluiten
van handelsverdragen te behouden en
hierdoor het vrije ruilverkeer te bevor
deren."
Voor deze passage zal een ieder als
voor een gesloten boek blijven staan
zou Thorbecke gezegd hebben. Het is,
dunkt ons, de aankondiging van een
wetsontwerp tot omschrijving van den
steen der wijzen voor onze handelspoli
tiek. Men kan er alles uit fantaseeren, en
niets. Men kan er blij om zijn, en er van
schrikken. Men kan haar opvatten als
ernst, of beschouwen als grap. Boven al
lijkt ons de zinsnede echter eene onver
bloemde neiging der regeering aan den
dag te leggen, om zich aan eene niets
zeggende fraze te vergap>en, om haar hoop
onder woorden te brengen, dat de Ka
mer deze onaesthetiache handeling zal
navolgen."
Uit een beschouwing van Het Volk
knippen we:
„Met groote reserve nemen wij kennis
van de aankondiging van een verlaging
dei inkomstenbelasting. Hoe zal men do
middelen vinden voor sociale maatrege
len, b.v. een Ziektewet, als men de schat
kist in min of meer belangrijke mate in
komsten zal laten derven?"
Alleen de hoofdredacteur van Het Va
derland heeft de beteekenis der duistere
zinsneden volkomen doorzien!
De Regeering erkent de moeilijkheden
die voor onzen handel en nijverheid ont
staan, doordat aan het internationaal
ruilverkeer kunstmatige belemmeringen
in den weg worden gelegd, maar wil
niet van een geneesmiddel weten, dat
voor een klein land altijd tientmaal, en
meermalen erger is dan de kwaal. Wat
trouwens van een Kabinet-De Geer vast
stond. Integendeel verborg de Regeering
hare vreugde niet over richtlijnen op de
Economische conferentie van den Vol
kenbond aangegeven. Wij lezen in die
vreugdebetuiging een beslist afwijzen
van eene verandering in onze handels
politiek, al zou het ons natuurlijk ver
heugen als de uitspraken van de Econo
mische Conferentie nog iets meer dan
•declaratorische waarde hebben.
Wij meenen, dat onze lezers niel prijs
stellen op een heele lange reeks van „peis-
f temmen" die allen hoe kan 't ook an
ders ons even weinig houvast geven als
de Troonrede zelf! Wij sluiten daarom ons
overzicht.
BINilEHLAMD
DE RIJKSBELASTING OMLAAG.
TEN NAASTEBIJ MET ÉÉN VIJFDE.
HET ACCRES DER MIDDELEN GOEDDEELS DAARVOOR BESTEMD.
r. k. universiteit.
Opening Universiteitsjaar.
Gisteren, werd ter gelegenheid van de
opening van het universitoitsjaar der R.
K. Universiteit een plechtige H. Mis opge-
Ingediend is oen wetsontwerp tot veria-
ging van het tarief dor inkomstenbelasting
en wijziging van art. 243 a der gemeen to-
wet en van art. 126 quinquies der Provin
ciale wet.
Zooals de Minister van Financiën reeds
in de Miliioenermota heeft uiteengozet is
de Regeering van oordeel dat in de gege
ven omstandigheden een verlaging van hot
tarief van de inkomstenbelasting niet lan
ger op zich mag laten wachten.
Do Regeering is van meening, dat van
die verlaging alle belastingplichtigen zoo
veel mogelijk in dezelfde verhouding be-
hooren te profiteeren. Het voorgestelde
nieuwe tarief is dan ook zoodanig ontwor
pen, dat voor alle inkomens de belasting
ten naaste bij met 1/5 wordt verlaagd.
„Ten naaste bij", omdat de noodzakelijke
afzondering van do p>ercentago die van de
opvolgende toenemingen van het inkomen
worden geheven, hier en daar enkele af
wijkingen tengevolge hebben. Bij d© toe
passing van het nieuwe tarief op alle aan
slagen zullen die verschillen elkander ech
ter geheel opheffen, zoodat het verlies in
opbrengst over een vol jaar kan geschat
worden op 20 pot. van de huidige opbrengst
der belasting.
Aan de hand van de voor 1928 geraam
de netto-opbrengst al f 100.000.000 kan der
halve het jaarlijksrhe verlies op f 20.000.000
worden begroot. Aangezien echter de ver
laging volgens art. IV van het ontwerp
eerst met ingang van 1 Mei in werking
treedt, zal het verlies in opbrengst over
1928 minder dan f 20.000.000 bod ragen.
Houdt men rekening met de omstandig
heid, dat de verlaging wél op het kohier-
bedrag over 1928'29, waarvan 2/3 aan
den dienst 1928 ten goede komt, haar in
vloed zal uitoefenen, dooh niet op den ai-
trek wegens de ten laste van dien dienst
komende kwade posten, die immers uit
sluitend, althans nagenoeg uitsluitend, be
rekend naar het thans geldende tarief, dan
komt men voor hot begrootingsjaar 1928
tot een geraamd verlies van oen hooger
bedrag dan 2/3 van f20.000.000, te stellen
op f 15.000.000.
Door de bij art. II voorgesteld© verrui
ming van do bevoegdheid der gomcenten
tot het heffen van opcenten op de Rijksin
komstenbelasting zullen de gemeentebe
sturen in staat worden geeteld te voorko
men, dat de gemeente-financiën van do
verlaging der belasting in hoofdsom nadeel
ondervinden. Hetzelfde geldt voor de pro
vinciale besturen (art. III). Een gevolg van
deze laatste wijziging zal zijn eenige ver
ruiming van de bevoegdheid dor provin
ciale besturen ook wat aangaat do opcen
ten op de vermogensbelasting.
dragen in de St. Augustinus-kerk te Nij
megen door den zeereerw. hooggel. pater
prof. dr. Franssen O. F. M. geaeisteerd
door den weleerw. pater Vogels O.E.S.A.
als diaken en Surig, rector van „Kalora-
ma" te Beek, als subdiaken.
Een koor van priester-studenten, onder
leiding van den weleerw. heer van Rossum
zong op uitstekende wijze de liturgische
gezangen.
Gistermidag heeft prof. dr. W. Mulder
S. J. alvorens de waardigheid van Rector-
Magnificus der R. K. Universiteit van
Nijmegen over te dragen aan zijn opvol
ger prof dr. Jac. van Ginniken 8. J., een
rede uitgesproken, handelende over de ge
schiedenis der Keizer Karei-universiteit in
het afgeloopen studiejaar 19261927. Deze
overdrachterede vangt aan met een herin
nering aan de viering van het 500-jarig be-
staansfccst der R. K. Universiteit te Leu
ven, waarbij ook de Keizer Karei-univer
siteit vertegenwoordigd was door de pro
fessoren Doyens, Hoogveld, van Ginneken
en Schrijnen, welke laatste het woord
voerde namens de Internationale Federa
tie van R. K. Universiteiten. Vervolgens
memoreerde spr. o. m. de deelneming der
Universiteit bij do plechtigheid der ont
hulling van het Petrus Canisius-monument
te Nijmegen.
Z. Hooggel. spreekt de hoop uit dat voor
de plechtigheid der promotie en geschik
ter localiteit zal gevonden worden dan tot
nu toe werd gebruikt en herdacht daarop
in het bijzonder de overleden moderator
der Universiteit pater J. van Rijckevorssel
S. J., die door zijn onvermoeibare en fris-
sche leiding zooveel voor de leden van
Carol us Magnus heeft gedaan. Spr. hoopte
dat do steun en belangstelling voor de
universiteitsvereeniging zou toenemen en
wees vervolgens op hetgeen de professo
ren voor de propaganda der R. K. Univer
siteit hebben gedaan. Daarna ging spr.
over tot een bespreking van het weten
schappelijk werk, door do Universiteit in
het afgeloopen jaar verricht om vervol
gens do interne geschiedenis der Univer
siteit nader te beschouwen. O. a. memo-
roerde spr. het feit, dat de conservator der
Universiteitebibliotheek, mr. Comelissen
tot waarnemend bibliothecaris werd aan
gesteld en de secretaris van den Senaat
tot archivaris. De catalogi der instituten
kwamen nog niet gereed. Nog steeds wach
ten groot stapels werken op een beschrij
ving. Bovendien zullen voorloopig de fi
nancicele middelen zeer beperkt blijven.
Spr. is echter optimistisch gezind.
Do boekenschat nam met ongeveer 10.000
deelen toe, terwijl het aantal tijdschrif
ten Idom tot 331. Het leeszaalbezoek liep
terug van 2205 tot 1974; daarentegen ver
dubbelde het aantal uitgeleende boeken
(15153110). Verder herinnerde spr. aan de
verbouwing van het bibliotheekgebouw.
Aanvankelijk had men het plan opgevat
niet tot uitbreiding over te gaan, doch de
bibliotheek elders te vestigen, doch van
dit plan is later teruggekomen.
Het aantal studenten dat zich in het af
geloopen jaar liet inschrijven beliep 356;
in de faculteit der theologie 21, in de let
teren en wijsbegeerte 189, in de rechten
147. Een totale vermeerdering van studen
ten mocht worden geconstateerd van 29 of
8.8 pCt.
Spr. prijst den voortreffolijken geest on
der de studenten cn memoreert hun meer
der meeleven met de Nijmeegsohe burgerij.
Het toetreden tot en meeleven met Caro-
lus Magnus zal den spoorstudenten gemak
kelijker worden gemaakt.
Tenslotte richt spr. zich tot zijn opvolger
prof. dr. Jac. van Ginneken S.J. „Moge
door Gods goedheid," aldus besluit spr„
„aan u de kracht en wijsheid zijn gegeven
de Universiteit tot steeds rijker bloei te
brengen en aldus de verwachtingen te be
schamen van degenen die haar totstand
koming als te vroegtijdig en haar voort
bestaan als onzeker beschouwen."
De opvolger van Prof. Nijhoff.
Dr. Meuleman hoogleeraar?
Wij vernemen, dat curatoren der Gro-
ningsche hoogeschool de door hen "*pge-
maakte voordracht ter voorziening in de
vacature-Nijhofg. welke voordracht de na
men der doctoren Engelhard en Van Don
gen inhield, van het Departement van On
derwijs hebben terugontvangen.
In Den Haag moet nl. de bedoeling
voorzitten een katholiek a's opvolger van
prof. Nijhoff te benoemen en wel dr Meu
leman van de vroedvrouwenschool te
Heerlen. Vandaar het getreuzel met de
bezetting van dezen hoogleeraarszotel
„Ilbld."
Bioscoopwet
"Waarschijnlijk 1 Januari in
w e rk i n g.
Ingediend is een wetsontwerp om in het
3e lid van art. 30 der Bioscoopwet do
woorden en cijfers „tot 1 Juli 1927" te ver
vangen door de woorden: gedurende zee
maanden daarna".
De datum 1 Juli 1927 is gekozen in de
veronderstelling, dat het in werking treden
der wet een zekeren tijd te voren zou
plaats hebben. Nu do onmogelijkheid daar
van is gebleken, is wijziging van het arti
kel noodzakelijk.
Naaj- het zich voorloopig laat aanzien,
zal do wet op 1 Januari 1928 in werking
kunnen treden.
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Donderdag 22 SepL
Hilversum, 1060 M.
12.00 Politieberichten.
12.352.00 Lunch muziek door het trio
D. Coronol, viool, J. Drukker, cello, L.
Kapper, piano.
3.30—4.30 Uurtje voor wees- en zieken
huizen, door Mevr. Ant. van Dijk.
6.00—7.15 Dinermuziek door het Kling-
Ensemble. Louis Peereboom, viool. Miep
Kling, collo. Gor Kling, piano.
7157.45 Een praatje over Indi<i
Causerie door den heer W. Vogt over:
Ambon en de Ambo neezen
7.45 Politieberichten.
8.10 Concert door hot A.N.R.O.-orkest
o. 1. v. Nico Treop. Michael Busch, collo.
Kees Heerkens, piano.
10.30 Persberichten.
Daventry 1600 M.
12.20 Daventrykwartet en solisten (so
praan, tenor).
1.202.20 Gramofoonmuziek.
3.20 Vesper in de Westminster Abbey.
4.05 Daventrykwartet cn solisten (so
praan, viool).
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Landbouwberichtem
6.40 Dansmuziek.
6.50 Tijdsein, weerbericht
7.05 K. Destournel, sopraan.
7.20 Lezing: The Autumns Educational
programma.
7.35 Orgelconcert.
7.50 Orkestconcert. F. Woodman, so
praan. S. Robertson, bariton.
9.20 Weerbericht, nieuws.
9.35 Lezing: The frozen North.
9.50 Nieuwsberichten.
9.55 Lichte orkestmuziek. Het radio-
orkest.
10.5012.20 Dansmuziek.
R a d i o-P aria 1750 M
10.5011.20 Concert.
12.502.10 Orkest Locatclli.
5.055.55 Kinderuurtje.
8.5010.50 Concert. Orkest en solisten.
Langenberg. 469 M
1.302.50 Orkestconcert.
5.506.50 OrkestcoDcert.
8.30 Oskar Ludwig Brandt-avond 0 L.
Brandt declamatie. A. Fran kei, sopraan.
Dameskoor van de Werag. P. Mama, be
geleiding.
10.20—11.00 J. Ringelnatz, gedichten-
voorlezing. Daarna tot 12.20 Dansmuz ek.
Königswusterhausen 1250 M
2.508.05 Lezingen en lossen
8.50 Symphonieconcert. Chopin: P.ano-
concert F-moIl, C. Arrau.
10.501250 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M.
4.35 Dansmuziek.
5.20 Orkestconcert.
6.20 Populair concert.
8.20 „Kurve links", comcdie der tech
niek in 3 acten van Palitzsch. Daarna tol
11.10 Dansmuziek.
Brussel 509 M.
5.206.20 Kinderuurlje.
8.35 Orkcslconcert.
10.0510.30 Literaire selectie.
Geewew^gge JBericSuken
ONGELUKKEN.
Uit den auto geslingerd.
Maandagavond is bij Blesserbrug de
lieer M. uit Hcerenvecn vrij zeker door
aanrijding uit zijn auto gcslinged Een
andere autobestuurder vond hem aan den
weg liggen, nam hem op en bracht hem
naar huis. M. heeft geen inwendigo ver
wondingen, maar klaagde erg over pijn
in rug en bcenen. Geneeskundige hulp
is verleend. De auto is erg beschadigd,
0.m. is het stuur doormidden gebroken.
Van een auto gevallen.
Op de Kloosterkade te Delft is Maandag
de 11-jarige jongen G. de Graaf van een
vrachtauto gevallen met het gevolg dat iiij
door een wiel werd overreden De knaap
lekwam een schedelfractuur en brak zijn
1.'nkcrdijbeon. Hij werd naar het gasthuis
vervoerd; zijq toestand is ernst»?-
FEUILLETON.
Naar het Fransch, v. TL GREVILLE
Je moet baar geen stiefmoeder noe~
m'n jongen, hernam de vader na een
die het verwijt moeet verzachten; zij
8 jouw tweede moeder en je zult haar ma-
noemen.
De knaap schudde eenige malen energiek
hot hoofd en toen Richard hem opnieuw
toespreken vluchtte hij plotseling
W(s% en wierp de deur met een harde slag
fcnter zioh dioht.
p.~~ Wat moet dat beteekenen? vroeg
hchard meer om zdoh een houding te ge-
'fcn, dan om een verklaring te vragen.
Mijnheer dat beteekent dat u uw zoon
■oor twee maanden geleden mee had moe-
en nemen, toen de jongen daarom smeek-
antwoordde Piet. Ik heb natuurlijk niets
e ze£6en; de zaken van mijn meesters
'aa|n EÜj niet aan; maar als ik oen zoon
enfin gelukkig ia dat niet het ge-
D1 ieder geval kan mijnheer er wel
|P rekenen dat er nog veel zal komen kij-
^Vv Alstublieft mijnheer uw witte das.
t ia zoo'n goede dame mevrouw Odilia,
er zoo voornaam en waardig uit...
aj ziet
t ^,nia^ wel oppassen, want de andere
™ewn°ederMijnheer mag ook wel op
hna letten; 't kind is nu nog te klein
e begrijpen, maar dat gaat den zelfden
op.
Tijdens dit merkwaaadig gesprek _was
oüet yan Richard geëindigd.
Hot diner was schitterend! Ln de gan-
sche omgeving had het huwelijk van Ri
chard Brice de levendigste nieuwsgierig
heid opgewekt. De familie Brice was niet
alleen de eerste der landstreek, maar Ri
chard's positie als advocaat en Kamerlid
verschafte relaties mot de aanzienlij les te
personen uit het departement.
Dit tweede huwelijk was een ware ge
beurtenis en deelde de bevolking in twee
kampen, 't Is bijna onnoodig te zeggen dat
schier alle mannen Richard in 't gelijk
stelden en de vrouwen Odilia over den he
kel haalden.
De schoonheid der jonge vrouw had niet
onmiddellijk de uitwerking die men mocht
verwachten cLw.z. veroorzaakte haar min
der vijanden dan men kon vermoeden.
Sommige schoonheden en eigenschappen
zijn ook waarlijk prikkelend door zich met
veel gerucht op te dringen, zoodat zij als
van zelf een weerstand in het leven roe
pen. Andere daarentegen schijnen bijna
niet te bestaan en toch zijn ze niet minder
waardevol; op den duur evenwel brengen
zij bun omgeving onder hun invloed die
weldadig is.
Odilia had wel voorzien waartegen zij
zou te strijden hebben. Daarom liad zij zich
tot stelregel gesteld alles in haar to be
dekken of wog te nemen wat er te schitte
rend was. Zdj kon haar lichamelijke schoon
heid niet vernietigen, maar wel in plaats
van haar meer te doen uitkomen, haar
luister verminderen, ©venals zij besloten
had veel te luisteren zender zalf veel te
spreken.
Dat plan, 't welk niet alleen veel wijs
heid en .voorzichtigheid eisclite, maar ook
een groote zelfverzaking, slaagde wonder
wel.
Wat, is het meer niet? zeiden de
vrouwen, 't is niet moeilijk mooier te zijn,
kostbaarder gekleed to gaan en meer ver
stand te toonen!
En zoo ging het weldra van mond tot
mond, dat mevrouw Odilia geenszins de
bewonderenswaardige vtouw was die men
had aangekondigd.
Do mannen die onbevooroordeeld en dus
helderder zagen, wisten dat liet tegenover
gestelde waar was, maar him meening
woog weinig in de schaal
Mevrouw Brice werd zeer geprezen om
de schitterende ontvangst die ze haar
schoondochter bereid had; mevrouw de la
Rouveraye bekwam ook een groot deel der
algemeen© goedkeuring Beiden hadden
trouwens begrepen dat een Kamerlid geen
weduwnaar kon blijven. Hoe zou hij dan
immers diners en soiree's geven? En war
ren er geen duizenden gelegenheden in hot
sociale politieke leven waar de afwezig
heid van een vrouw zich wreed zou doen
gevoelen?
Na het voortreffelijk diner waren aJle
genood igden vol lof voor de gansche fa
milie Brice.
Alleen Piet was niet voldaan; daar liij
echter zijn ontevredenheid aan niemand
bekend maakte, werd die ook geen gele
genheid tot opspraak.
HOOFDSTUK V.
Dat eerste verblijf van mijnheer Brice
en zijn vrouw was van korten duur. Zij
hadden besloten dikwijls naar het kasteel
Pignous te ^aan en daar nooit langer dan
twee etmalen te vertoeven, tenminste vóór
dat do lente er was. Deze methode voor
kwam vele moeilijkheden en Karei werd er
aan gewoon zijn ouders dikwijls to zien.
Tegenover zijn vader was de jongen
spoedig weer even vcrlrouwvol en natuur
lijk als vroeger; zoodra hij hem alleen zag,
kwam hij naar hem toe geloopcn om hem
allerlei vragen te stellen en met hem te
spelen zoo mogelijk; maar wanneer Odilia
dan naderde, verviel hij in zijn hardnek
kig zwijgen. Na eenige malen flink berispt
te zijn geworden, vluchtte hij nu niet meer
weg op het gezicht van Odilia; hij bleef
dus bij hen, maar 't was gedwongen en
pijnlijk, zoodat d© tweede moeder zeJf ge
vraagd had den jongen zijn vrijheid terug
te geven.
Yan deze vrijheid maakte Karei echter
geen gebruik, hij bleef in het gezelschap
van zijn ouders, maar zwijgend cn bijna
achterdochtig. Dan luisterde hij naar de
gesprekken met oen aandacht die verre
boven zijn leeftijd ging en legde do woor
den die hij niet goed begreep op zijn ma
nier uit. Na al de stille toespelingon van
zijn grootmoeder bracht hij op die wijze
zijn ontluikend verstand nog meer in do
war.
Het scherpe oog van Odilia dat waakte
in haar benarden toestand, had dit spoe
dig bemerkt, maar hoe kon zo daar liaar
man over spreken zonder inbreuk te ma
ken op de wet van voorzichtigheid cn lief
de die zij zich zelf opgelegd had? Hetgeen
zij vooral wilde voorkomen was: door
eenig woord of optreden de genegenheid
van Richard voor zijn moeder te kwetsen
of te verminderen. Anderen moesten hem
dan maar op de hoogte brengen, zij zou
nooit een woord uilen dat onoonigheid kon
verwekken.
Ondanks zijn pogingen om optimist to
zijn, voelde Richard zooal niet alles, dan
tooh een deel van hetgeen zijn vrouw leed.
Zij was hem daardoor nog dierbaarder en
zijn liefde voor haar werd nog eerbiediger,
nog teedorder. Toch zou hij alles willen
doen om de oogen voor hot onrecht te
sluiten om to kunnen blijven leven in dien
gespannen toestand.
De mannen die veel geestesarbeid ver
richten hebben vaak een vrees voor uiter
lijke gebeurtenissen, die hom uit hun even
wicht zouden kunnen brengen. Het schijnt
hun dat hetgeen zij beleven, al is dat ook
moeilijk en gevaarlijk, le verkiezen is bo
ven het onbekende dat een verandering
mot zich brengt.
Zonder cr zich goed rekenschap van te
geven, deeldo Richard die zienswijzo. Hij
was echter te vorstandig en te edel om
werkeloos te blijven daar waar ingrijpen
noodzakelijkheid werd. Dat oogenblik zou
weldra konjcn.
Do eerste toor-groene blaadjes vertoon
den zich op do lindeboomen toen Karol
door zijn vader op ernstige wijze onder
handen genomen werd. Do laatst© maan
den liad hij zich tuchteloozor dan ooit ge
toond. Hij was nu acht jaar en do ixio-
toor dor parochie, dio ondernomen liad
hom een voorsmaak der wetenschap te ge
ven, wist niet incor wat mot hem aan t®
vangen.
(Wordt vervolgd).